PATIËNTEN INFORMATIE Mallet vinger operatie Expertisecentrum hand- en polschirurgie Maasstad Ziekenhuis
2
PATIËNTENINFORMATIE Door middel van deze informatiefolder wil het Expertisecentrum handen polschirurgie van het Maasstad Ziekenhuis u een globaal overzicht geven over de gang van zaken rond de Mallet vinger. Wij adviseren u deze informatie zorgvuldig te lezen. Het is goed u te realiseren dat uw persoonlijke situatie echter anders kan zijn dan beschreven. Expertisecentrum hand- en polschirurgie Het Expertisecentrum hand- en polschirurgie van het Maasstad Ziekenhuis is gespecialiseerd in acute en ernstige letsels en aandoeningen van de hand en pols. Iedereen met hand- en polsproblematiek kan terecht in het Expertisecentrum, waar zowel eenvoudige als meer complexe aandoeningen behandeld kunnen worden. Wat is een Mallet vinger? Het woord Mallet is Engels voor hamer. Bij een Mallet vinger ziet het hangende topje van de vinger eruit als een hamertje. Oorzaken Een Mallet vinger ontstaat meestal door het stoten van de top van een gestrekte vinger. Dit kan voorkomen bij het vangen van een bal of soms bij eenvoudige bewegingen als het opmaken van een bed. De strekpees van het laatste kootje scheurt af, waarbij soms ook een stukje bot los kan raken. 3
Behandelingsmogelijkheden Meestal kan een Mallet vinger met een spalk behandeld worden, maar bij u is gekozen voor een operatie. Dat kan zijn omdat bijvoorbeeld een stukje bot is losgeraakt, of omdat de vinger nog krom staat na behandeling met een spalk. Of omdat er een zwanenhals stand van de vinger swanneck vinger kan ontstaan (omdat de pezen in de vinger niet meer in balans zijn). Wij adviseren dan een operatie om verdere kromstand van de vinger te voorkomen. De operatie U heeft voor de ingreep geen algehele verdoving nodig. De anesthesist geeft u een plaatselijk verdoving. Dat wil zeggen dat alleen uw arm wordt verdoofd. De plastisch chirurg verwijdert bij de operatie het littekenweefsel en hecht de peesuiteinde aan elkaar. Er wordt een zogenaamde k-draad (pinnetje) in het eindgewricht geboord om het laatste kootje vast te zetten. Zo krijgen de peesuiteinden van de strekpees voldoende rust om aan elkaar te groeien. Na de operatie Meestal zijn de wonden de eerste dag na de operatie gevoelig. Als pijnbestrijding adviseren wij u zo nodig twee paracetamol in te nemen. U mag maximaal vier x 2 paracetamol per dag innemen. U mag geen aspirine gebruiken in verband met eventuele nabloedingen. Na de operatie krijgt u een afspraak mee voor de polikliniek Plastische Chirurgie om uw hechtingen te laten verwijderen. Er wordt voor u ook een afspraak gemaakt bij het handenteam voor het maken van een spalk, zodat het K-draadje beschermd is en u er niet tegen kan stoten of aan kan blijven haken. Ongeveer vier tot vijf weken na de operatie verwijdert de plastisch chirurg het K-draadje. Dat gebeurt op de polikliniek Plastische Chirurgie. Voor het verwijderen van het draadje is meestal geen verdoving nodig omdat het in het algemeen makkelijk verwijderd kan worden. 4
PATIËNTENINFORMATIE Na het verwijderen van het K-draadje krijgt u direct een nieuwe spalk bij het handenteam voor nóg minimaal 6 weken. De afspraak hiervoor krijgt u per brief thuis gestuurd. Mogelijke complicaties Alle operaties hebben risico s op complicaties zoals nabloedingen of infecties. Dit is zeldzaam bij een Mallet vinger. Neem bij roodheid of erge pijnklachten contact op met het ziekenhuis via het algemeen telefoonnummer. Het is niet ongebruikelijk dat uw vinger of duim toch weer iets gaat hangen na de operatie. Veelal is dit 10 tot 15 graden, maar daar heeft u normaal gesproken geen last van bij het gebruiken van de vinger of duim. Adviezen voor thuis Douchen is na de operatie toegestaan, maar alleen met behulp van een plastic zak om de hand. De spalk mag NIET nat worden. Zelf autorijden, mag u NIET zolang u een spalk draagt. U bent dan niet verzekerd. Als u toestemming heeft van uw (auto)verzekering mag u met spalk autorijden. Nabehandeling bij het handenteam Na een Malletoperatie is het noodzakelijk dat er nabehandeling volgt bij het handenteam. De nabehandeling bestaat uit oefentherapie en spalktherapie. Door een deskundig multidisciplinair team wordt u gedurende het gehele traject behandeld en begeleid. Het handenteam richt zich op het verbeteren van uw handfunctie en bestaat uit ervaren plastisch chirurgen, revalidatieartsen, handtherapeuten (ergo-/ fysiotherapeuten) en een verpleegkundige. De samenwerkende specialisten stemmen hun behandeling met elkaar af waardoor de behandeling efficiënter en van een hoog niveau is. De duur van de herstelfase na een Malletoperatie is variabel en afhankelijk van uw wondgenezing en herstel. De eerste afspraken 5
worden gemaakt op de afdeling Revalidatie en de vervolgafspraken worden tijdens de behandeling gemaakt. Het nabehandelingstraject Na de operatie kunt u uw vingers/duim niet direct gebruiken. Hierdoor is therapie noodzakelijk. Er is een (intensieve) nabehandeling van ongeveer drie maanden (individueel verschillend). U zult gemiddeld één tot twee keer per week onder behandeling zijn van de handtherapeut(en). Voor een revalidatie met een optimaal resultaat is het essentieel dat u frequent en dagelijks thuis oefent. De plastisch chirurg De plastisch chirurg ontmoet u als eerste tijdens de intake. De plastisch chirurg geeft uitleg over de gehele behandeling en voert de operatie uit. Gedurende de behandeling blijft u onder controle van de plastisch chirurg. De revalidatiearts Tijdens uw revalidatietraject is de revalidatiearts op de hoogte van uw behandeling en is hij de eerst aansprekende indien de behandeling niet loopt zoals verwacht. De verpleegkundige op de polikliniek Plastische Chirurgie De verpleegkundige controleert de wond op genezing en verzorgt de wond. Indien nodig wordt uw hand na de therapie verbonden. De verpleegkundige verwijdert de hechtingen. Gedurende de therapie zal er, wanneer nodig, ondersteuning worden geboden bij het herstel van de wond door de verpleegkundige. De handtherapeut (ergo- of fysiotherapeut gespecialiseerd in handproblematiek) De handtherapeut maakt een beschermspalkje voor de top van de vinger, zodat u het K-draadje niet kan stoten. U krijgt oefeninstructie 6
PATIËNTENINFORMATIE voor thuis om de bewegelijkheid van de rest van de vinger en de andere vingers te behouden. Nadat het draadje, na 4 tot 5 weken, is verwijderd door de plastisch chirurg, maakt de handtherapeut een nieuw passend spalkje om de vingertop in strekking te houden. De eerste 6 tot 8 weken na de operatie moet het spalkje 24 uur per dag om gehouden worden om de strekpees aan elkaar te laten groeien. Daarna test de therapeut of de strekpees sterk genoeg is. Als dit het geval is, start het trainingsprogramma voor de strekpees. In eerste instantie mag het spalkje thuis 3x per dag een paar minuten af om te trainen. U krijgt oefeningen om het topje een klein stukje te buigen en daarna actief te strekken. Na een week wordt bekeken hoe dit gaat en indien dit goed gaat, mag het topje wat verder gebogen worden. Geleidelijk mag het topje steeds meer gebogen worden en steeds vaker geoefend worden. De therapeut geeft u adviezen hoe de spalk afgebouwd gaat worden. Indien in de loop van de weken blijkt dat het topje meer gaat hangen, dan moet u de spalk weer langer omhouden Het revalideren van een Mallet is een dynamisch proces wat stapsgewijs opgebouwd moet worden en waarbij veel controlemomenten nodig zijn. Gedurende het gehele behandelingstraject is er nauw contact tussen de handtherapeuten, de revalidatiearts en de plastisch chirurg, zodat de therapie op tijd kan worden bijgesteld indien nodig. Ons streven is dat u zoveel mogelijk door dezelfde handtherapeut(en) wordt behandeld. Daarnaast proberen wij zoveel mogelijk rekening te houden met uw wensen ten aanzien van de therapietijden. Hierdoor is het echter mogelijk dat u door verschillende handtherapeuten behandeld wordt. Vragen Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, stelt u die dan gerust aan uw behandelend arts of huisarts. De polikliniek Plastische Chirurgie te bereiken via (010) 291 22 30. 7
Maasstad Ziekenhuis Maasstadweg 21 3079 DZ Rotterdam T: 010-291 19 11 E: info@maasstadziekenhuis.nl I: www.maasstadziekenhuis.nl mzp2427 november 2014