De staat dwingt iedereen om zich thuis te voelen

Vergelijkbare documenten
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 16 oktober 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Mantelzorg, waar ligt de grens?

Feiten en cijfers mantelzorg (en werk) Maak werk van mantelzorg. januari 16

Waterlandstichting. Oikomania, de obsessie voor thuis. Jan Willem Duyvendak

Hoe maakt u optimaal gebruik van vrijwilligers?

1 Allereerst: integratie zou ik willen omschrijven als het verwerven van volwaardig staatsburgerschap van nieuwkomers in een samenleving die op voet

1. Visieraadsleden op de overheveling van taken binnen het sociale domein naar de gemeente Erik Haverkort (fractievoorzitter VVD)

Feiten en cijfers mantelzorg

Lore Vandromme 1 BASWC Katho Kortrijk

Mantelzorgers in Delft

Sociaal kapitaal en gezondheid. Annelien Poppe Evelyn Verlinde Prof. dr. Sara Willems Prof. dr. Jan De Maeseneer

Onder redactie van: Marianne van Bochove Evelien Tonkens Loes Verplanke

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 24 september 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Zelfbeschadiging; wat kun jij doen om te helpen?

Mantelzorgers in Delft

Vrijwilligerswerk in de provincie Groningen stabiel

77% 16% 7% tevreden neutraal ontevreden. 14% 22% 6% Familie Vrienden Buren

Mantelzorg in Nederland; soorten en maten. Alice de Boer SCP/VU

Verslag college 1: Democratische waarden onder druk?

13640/15 nes/ass/fb 1 DG E - 1C

Bijlagen bij hoofdstuk 11 Opvattingen van autochtonen en allochtonen over de multietnische

Alice de Boer Saskia Keuzenkamp. OCW 28 april 2009

Welkom. Workshop Thuis in portiek of flat

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 2 dinsdag 16 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Informele hulp in Nederland. Mirjam de Klerk Alice de Boer

Mantelzorg: beelden en feiten. Alice de Boer HVA 7 sept 2010

Kijktip: NOS Persconferentie Rutte en Samsom over regeerakkoord

Naam good practice: Project visie op burgerschap als uitgangspunt voor maatschappelijke sturing en fysieke inrichting.

Op zoek naar weerkaatst plezier Samenwerking tussen mantelzorgers, vrijwilligers, professionals en cliënten in de multiculturele stad

Dit nieuwe verkiezingsjaar volgt op het bijzondere politieke jaar 2017.

Mantelzorgers maken weinig gebruik van verlofregelingen

'Gratis' mantelzorg (m/v)

Sociale steun. 1 Conclusies. 2 Kracht van het netwerk. Hoe stimuleren we het beroep op het eigen netwerk?

In haar openingsrede haalt rector Gerty Lensvelt-Mulders alvast een aantal ervaringen aan:

2019 zijn we gestart met een nieuwe naam: Mezzo heet voortaan MantelzorgNL.

Verkiezingsprogramma D66 Maastricht Samen Sterker

Mantelzorg en vrijwilligerswerk. Servanda 7 mei 2018 Kim

Cynisme over de politiek

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Gelukkig blijven zorgen èn werken. Alice de Boer SCP/VU

Mantelzorgers. Mantelzorgen?... Nee hoor, gewoon Liefde!

Mantelzorgbeleid ZAB Nederland

Cynisme over de politiek

11 september 2018, 11:40 Jolet Jung

Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst?

GEZONDHEIDSMONITOR JAAR 2016 Kernindicatoren gemeente Houten, (sub)regio en Nederland

De Europese Unie is niet alleen een munt of een markt, maar ook een Unie die gebouwd is op gemeenschappelijke waarden.

GEZONDHEIDSMONITOR JAAR 2016 Kernindicatoren gemeente Oudewater, (sub)regio en Nederland

GEZONDHEIDSMONITOR JAAR 2016

Frisse-blik-sessie Mantelzorg

De 3 decentralisa.es in het nieuws van 2015

ESSAY SPORT ALS SOCIAAL BINDMIDDEL

H.L. Drucker: 1898 Het Woningvraagstuk

De belofte van nabijheid: samenleven in de buurt! Lunchlezing Ypsilon 5 april 2018 Dr. Femmianne Bredewold 1

Het sociaal netwerk en het gebruik van zorg door ouderen (55+) in Limburg

Doel. Inleiding. De mantelzorger als samenwerkingspartner MANTELZORGBELEID VIERSTROOM

Informele helper en o zo gelukkig Alice de Boer en Crétien van Campen

17 mei 2019 Auteur: Petra Klapwijk. Onderzoek: Nederlandse identiteit

GEZONDHEIDSMONITOR 65+ jaar 2016 Kernindicatoren gemeente Houten en kernen

AVI-activiteiten Aanbod van programma Aandacht voor iedereen

Informele hulp: wie doet er wat? Kerncijfers

GEZONDHEIDSMONITOR 65+ jaar 2016 Kernindicatoren gemeente Amersfoort en kernen

De maatschappelijke stage als onderdeel van burgerschapsvorming

Feiten en cijfers. Werk en Mantelzorg. mei 17

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2019-II

De Zorgzame Kerk. Concept Beleidsplan Protestantse Wijkgemeente Ambacht-Oost. November 2014 Bethelkerk Vlaardingen

Bronnen: Toolkit familieparticipatie, Poster goed verbonden, juridische aspecten van informele zorg, invoormantelzorg en exptertisecentrum mantelzorg

Mantelzorg en Eenzaamheid

Zelf doen wat kan en ondersteuning waar moet.

Checklist mantelzorgoverbelasting Voor wijkteams en huisartsenpraktijken

19 april 2019 Auteur: Lisette van Vliet. Onderzoek: zorgen voor elkaar

Nieuwjaarstoespraak. Gemeente Rheden op 11 januari 2018

MANTELZORG VANAF JANUARI 2015 EEN GROTERE ZORG VOOR GEMEENTEN

Wiens verantwoordelijkheid is het eigenlijk. Mythen en feiten rond de informele steunstructuren

Openbare Ruimte. Heroriëntatie op de. Openbare Ruimte

Veranderingen in het sociale domein en de rol van kerken Samenvatting

Arbeid. 1. Vrijwilligerswerk. 2. Huishoudelijk werk. 3. Zorgarbeid

Solidariteit in superdiversiteit: kijken vanuit het hier en nu

Zou jij niet domweg gelukkig willen zijn?

Zelfredzaamheid een armoedig ideaal of een waardevol streven? Dr. Femmianne Bredewold 30 mei

Vrijwilligerswerk is geen containerbegrip

Onderwijs - onderzoek

Ziektebeleving en dementie bij migranten

Kan de overheid Mantelzorg verplichten? CDA Talentacademie

Ervaringen van mensen met verstandelijke beperkingen of psychiatrische problemen met zelfstandig wonen en deelname aan de samenleving

Sociale samenhang in Groningen

VERORDENING TEGENPRESENTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015

Burgervriendschappen. wiens zorg is dat? Ellen MJ Witteveen

De economische betekenis van mantelzorg

Informele regels. Formele beloning. Formele sanctie. Formele regels. Informele beloning. Spelregels. Informele sanctie

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl I

GEZONDHEIDSMONITOR 65+ jaar 2016 Kernindicatoren gemeente Houten, (sub)regio en Nederland

Verslag basiscursus Wmo d.d. 12 april 2013 LSR in (Utrecht)

Mantelzorgers op de arbeidsmarkt

Sociale netwerken. Waarom en hoe?

GEZONDHEIDSMONITOR 6S+ jaar 2016 Kernindicatoren gemeente Oudewater, (sub)regio en Nederland

Transities in de ouderenzorg: verantwoordelijkheden van burgers. 26 juni 2014

Jonge mantelzorgers in Simpelveld / Bocholtz

Van verzorgingstaat naar participatiesamenleving? Over het potentieel van Nederland en de GGZ. Maarssen, 19 november 2013 Prof.dr.

Transcriptie:

De staat dwingt iedereen om zich thuis te voelen Mensen moeten thuis meer voor elkaar doen; voor hun partners, kinderen, buren. En ze moeten zich overal thuis voelen. Maar met die opvatting sluit de overheid groepen uit, constateert Jan Willem Duyvendak. Door JAN WILLEM DUYVENDAK 6 DECEMBER 2014 In Nederland worden momenteel talloze keukentafelgesprekken gevoerd. Nu gemeenten per 1 januari verantwoordelijk worden voor veel zorgtaken, terwijl ze tegelijkertijd fors moeten bezuinigen, schuiven ambtenaren aan de keukentafel aan om met hulpbehoevende burgers te bezien wat ze écht nodig hebben. Burgers

moeten namelijk meer zelf en voor elkaar gaan doen. Dat geldt voor hun partners, kinderen en ouders, maar vaker ook voor hun buren. In het nieuwe jaar hevelt het rijk een aantal verantwoordelijkheden over naar gemeenten. Leidende gedachte is dat gemeenten dichter bij hun burgers staan een belofte van nabijheid schemert door alle wetteksten. Staan ambtenaren en politici dichter bij hun burgers, dan kunnen ze meer maatwerk leveren. Veel gemeenten nemen deze gedachte van nabijheid heel letterlijk en komen bij de mensen thuis gevraagd én ongevraagd. Ambtenaren uit Gemert verklaarden onlangs dat ze niet zozeer als ambtenaren op bezoek kwamen, maar als grote zussen. Op die manier werd de setting verder verhuiselijkt. In plaats van een ongezellig professioneel gesprek bij de sociale dienst schuift de ambtenaar nu aan de keukentafel aan, als ware hij een familielid. Een andere ambtenaar probeerde nog verder los te komen van haar imago als bureaucratisch, kil en rationeel en verklaarde zonder blikken of blozen dat zij de keukentafelgesprekken voerde vanuit haar onderbuik. Zoals hoogleraar Evelien Tonkens onlangs in haar Socrateslezing opmerkte: grote, formele, koude instellingen en professionals zijn uit de mode, alles wordt nu verwacht van het informele, het nietbureaucratische, het warme, het emotionele. Daarom doet de overheid zich zo huiselijk mogelijk voor, als ware zij een grote, wijze zus die aan de keukentafel de levensproblemen door neemt. De populariteit van deze huiselijke aanpak vloeit mede voort uit de gedachte dat thuis de plek is waar het beste zorg kan worden verleend veel beter in ieder geval dan in een grote instelling. Tehuizen worden dan ook ontmanteld; eerder verdwenen al de grootschalige psychiatrische inrichtingen, nu worden in hoog tempo verzorgingstehuizen gesloten. De gedachte is dat een tehuis nooit een thuis kan bieden. Vooral politici geven huizenhoog op van thuis ; ze willen er alles aan doen om mensen zolang mogelijk thuis te laten wonen. Onder

hulpbehoevende mensen bestaat die wens soms ook, maar die is mede ingegeven door het sterk negatieve beeld van tehuizen : onpersoonlijk, er wordt daar niet goed je gezorgd, de urine loopt er langs je enkels. Zelfs als onderzoeken uitwijzen dat veel zelfstandig wonende, hulpbehoevende mensen vaak eenzaam zijn en liever onder gelijken willen verkeren, dan nog kan daar geen open discussie over worden gevoerd. Thuis is heilig verklaard, zelfs als daar meer dwang wordt toegepast bij de dagelijkse verzorging dan in professionele instellingen, zoals uit recent onderzoek blijkt. De overheid heeft besloten dat oost west, thuis best is. Om af te dwingen dat mensen thuis ook meer voor elkaar gaan doen, verscherpt de politiek voortdurend de norm voor gebruikelijke zorg. Al weerspiegelt deze norm niet wat Nederlanders gewoon zijn om voor elkaar doen. Gebruikelijke zorg is een overheidsnorm, die vastlegt wat mensen voor elkaar zouden moeten doen voordat ze een beroep mogen doen op publiek gefinancierde zorg. De afgelopen jaren is die norm herhaaldelijk veranderd: steeds gedetailleerder beschrijft de overheid wat zij nog vergoedt en vooral wat zij niet meer betaalt. In de recente publiekscampagne camoufleert de overheid echter deze sturende rol. We lezen: De samenleving verandert en de zorg verandert mee. Maar dat is niet helemaal eerlijk: de overheid wil dat mensen veranderen, onder andere omdat ze wil bezuinigen op langdurige zorg. Waar de decentralisatie dus steeds meer verantwoordelijkheid legt bij burgers om voor elkaar te zorgen, betekent dit geenszins dat de overheid terugtreedt. Integendeel, zij legt burgers op meer informele hulp te verrichten. En ze komt aan de keukentafel om dat af te dwingen. Natuurlijk, dat heet heel lief een maatwerk -gesprek, maar het zal altijd moeten leiden tot minder hulp, nooit tot meer. In die zin leidt de grote nadruk op thuis in de zorg tot een vergaande politisering, zelfs tot een zekere verstatelijking van thuis : de overheid komt letterlijk bij u thuis! Zij meldt u dan ook

hoe geweldig u het daar heeft en dat uw huisgenoten nog meer dan in het verleden voor u gaan zorgen. Er kleven echter enkele problemen aan die belofte. Zo zijn er tegenwoordig minder mensen thuis om te zorgen. Immers, in de afgelopen decennia zijn Nederlandse vrouwen massaal gaan werken (ook al zijn die banen vaak niet fulltime). Wie moet die zorg dan geven, zeker als we ons realiseren dat Nederland al in de top-5 staat van landen met het meeste vrijwilligerswerk en mantelzorg in Europa? Deze vragen komen echter nauwelijks serieus aan de orde, want thuis is heilig verklaard. Er zit zoveel dogmatiek in het beleid, dat problemen niet worden onderkend: thuis is een magische belofte geworden waardoor problemen niet mogen bestaan. Waar burgers vroeger veel van de verzorgingsstaat konden verwachten, wordt ze nu geleerd voor zichzelf en voor elkaar te zorgen in de huiselijke sfeer. Terwijl in de tijd van de opbouw van de verzorgingsstaat politici juist betoogden hoe belangrijk het was dat mensen niet langer afhankelijk van elkaar waren in de privésfeer, thuis, maar dat zij, indien nodig, op de overheid konden steunen. Nu moeten we echter leren niet langer afhankelijk te zijn van de overheid, en juist wél van thuis. Anders gezegd: waar Nederlands burgerschap lange tijd mede werd gedefinieerd door de vele sociale rechten die we met elkaar deelden, daar wordt sociaal burgerschap nu iets van burgers onder elkaar. Onder het toeziend oog van de overheid, dat wel. Een heel nabije overheid, tot aan de keukentafel. De overheid legt burgers op meer informele hulp te verrichten. En komt aan de keukentafel om dat af te dwingen Daardoor verandert de verhouding van Nederlandse burgers tot hun overheid. Al leidt een vermindering van de verzorgingsstaat er niet toe dat de verhouding tot de overheid alleen maar minder wordt. Integendeel, die

verhouding is zelfs sterk emotioneel. In plaats van sociaal burgerschap wordt onze verhouding de laatste jaren namelijk steeds vaker cultureel gedefinieerd. De overheid doet minder voor ons, maar wij moeten ons wel meer met de overheid, de Nederlandse natie, identificeren. In het debat over de integratie van met name moslims is de nationale identiteit sterk opgepoetst. Zo kwam er een nationale canon en houden ministers van alle politieke gezindten ons voor dat we van onze verlichte normen en waarden moeten houden, omdat het Nederlandse normen en waarden zijn. Het zal niemand zijn ontgaan dat de band met Nederland emotioneler is geworden: in het Zwarte Piet-debat wordt het nationale erfgoed met hand en tand verdedigd. In de discussies over de Nederlandse identiteit valt één aspect op: voortdurend benadrukken zowel burgers als politici dat mensen zich in Nederland thuis moeten kunnen voelen. Dit is zelfs officieel overheidsbeleid: de landelijke overheid streeft er naar, en de lokale Amsterdamse overheid probeert het thuisgevoel van Amsterdammers met 2 procent per jaar te laten stijgen. Denken over Nederland als een thuis, en propageren dat iedereen zich voortdurend thuis moet voelen in ons land, is echter veel minder vanzelfsprekend dan het op het eerste gezicht lijkt. Thuis voelen is namelijk een heel selectieve emotie: je echt thuis voelen doe je maar bij heel weinig mensen, en lang niet overal. Het probleem is dat veel autochtonen zeggen zich niet meer thuis te voelen in Nederland vanwege de aanwezigheid van migranten, die er zulke andere gedachten en gedragingen op na zouden houden. Wordt een natie als een huis beschouwd, en moet ze als een thuis voelen, dan is er maar weinig ruimte voor verschil: van familieleden verdragen we immers ook niet dat zij heel anders zijn, want dan voelen we ons niet meer thuis. De natie is dus verhuiselijkt in dit geval niet omdat de politiek bij de burger thuis komt, maar omdat de emotie thuis voelen is gaan reizen: het gaat er niet meer alleen om dat we ons in huis thuis voelen, of in de buurt. We moeten ons ook thuis voelen in de stad, ja zelfs in de natie.

De koppeling van een privé -emotie aan het publiek domein is geheel vanzelfsprekend geworden: alle politici spreken de taal van thuis voelen, het SCP peilt of inwoners van Nederland zich inderdaad wel thuis voelen, en burgers zijn woedend als ze zich niet meer publiekelijk thuis kunnen voelen. Ze claimen een emotionele band met hun nationale huis en dan concluderen ze al snel dat ze zich meer thuis zouden voelen als anderen er niet zouden zijn, of als nieuwkomers tenminste af zouden blijven van hun tradities. Thuis voelen is zo n uitsluitende emotie dat iedere migrant, en met hem/haar zijn kinderen en kleinkinderen, er al snel één te veel is: dat geldt voor moslimmigranten, maar ook voor postkoloniale migranten, zoals het Zwarte Piet-debat laat zien. Door het burgerschap emotioneler te maken, zijn de banden van de ene groep met de natie versterkt, terwijl andere groepen een zwakke band met Nederland hebben. Migranten weten wel dat ze Nederlander zijn, maar ze voelen het vaak niet zo. Burgerschap is nu primair cultureel gedefinieerd, vooral voor autochtonen ; het voelen van Nederlanderschap is het belangrijkste geworden. Waar de verzorgingsstaat voorheen een band uitdrukte van alle Nederlanders met alle Nederlanders, is cultureel burgerschap selectiever: we voelen ons nu alleen solidair met de eigen groep, want daar voelen we ons bij thuis. Natuurlijk, er is altijd een zeker verband geweest tussen cultureel en sociaal burgerschap: verzorgingsstaten ontwikkelden zich vooral daar waar de bevolking relatief homogeen was. En het zal geen toeval zijn dat verzorgingsstaten worden ontmanteld wanneer samenlevingen pluriformer worden. Of, beter gezegd, wanneer politici onderscheid gaan maken tussen burgers die voorzieningen verdienen en anderen die daar buiten zouden vallen. Waar cultureel en sociaal burgerschap niet langer samen opgaan, zoals voorheen in homogene landen met sterke verzorgingsstaten, komen de emotionele banden van het culturele burgerschap (deels) in plaats van de sociale banden van de verzorgingsstaat. We moeten ons nu vooral Nederlander voelen, ook al betekent dat materieel minder.

Zowel in de versterking van het cultureel burgerschap als in de ontmanteling van het sociale, speelt de verhuiselijking van de politiek een doorslaggevende rol. We voelen ons Nederlander als we ons hier thuis kunnen voelen. En we verwachten steeds minder van de sociale staat die ons zo nadrukkelijk aan de keukentafel vertelt dat we het zelf thuis zullen moeten opknappen. Wat we als privé en als publiek beschouwen, verandert dus drastisch. We moeten het normaal vinden dat de overheid aan de keukentafel aanschuift tenminste als we hulpbehoevend zijn. En we worden voortdurend gemaand ons thuis te voelen buiten ons eigen huis, in onze buurt, stad, land. De dubbele verhuiselijking van de politiek die hieruit spreekt de lokale politiek komt bij u thuis en de nationale politiek is uw thuis leidt tot allerlei ongewenste consequenties. Zeker, ik heb alle begrip voor het beroep van de overheid op burgers om naar elkaar te kijken, maar moet dat via intimiderende huisbezoeken? En zeker, een samenleving kan niet zonder gedeelde emoties; Bas Heijne laat dat iedere week weer overtuigend zien. Maar moet dat de emotie van thuisgevoel zijn? Zijn er geen andere gedeelde emoties die minder splijtend zijn, die niet primair gebaseerd zijn op in- en uitsluiting? Ik neem meteen aan dat de meeste politici met de beste bedoelingen voortdurend over thuis voelen in Nederland praten het zal vast gericht zijn op het insluiten van mensen. Maar iedereen die een seconde nadenkt over de betekenis van thuis voelen, weet hoe exclusief dat gevoel is. Dus laat het thuisgevoel vooral thuis gevoeld worden. En laat de overheid zich daar niet mee bemoeien. Zeker niet aan de keukentafel. Jan Willem Duyvendak is hoogleraar sociologie aan de Universiteit van Amsterdam.