Dossier over de gevolgen van roken en het tabaksontmoedigingsbeleid

Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Regionale VTV Roken. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Roken

INFOKAART OUDEREN EN ROKEN

Bestrijding ongezonde leefstijl hard nodig om forse stijging diabetes, hart- en vaatziekten en nierfalen te voorkomen.

Regionale VTV Levensverwachting en sterftecijfers. Referent: Drs. M.J.J.C. Poos, R.I.V.M.

Verhoging fiscale inkomsten op tabak kan staatskas 200 à 300 miljoen opbrengen.

Stoppen met roken. Voorbeeldpresentatie (behorend bij Toolbox Aanpak Roken SBCM)

Kerncijfers roken in Nederland

KERNCIJFERS ROKEN IN NEDERLAND

KERNCIJFERS ROKEN IN NEDERLAND

cannabisbeleid? Marc Willemsen Trimbos Institute, Maastricht University

Risico op sterfte door hart- en vaatziekten in 10 jaar tijd met 25 procent gedaald

Sterfte aan hart- vaatziekten in dertig jaar gehalveerd Minder sterfte vooral door betere diagnostiek en behandeling

Op weg naar de speerpuntennotitie lokaal gezondheidsbeleid Boxmeer : Speerpunten voor Boxmeer?? Esther Hendriks 24 september 2009

Bijlage B4. Werken aan de start. Freek Bucx

Tweede Kamer der Staten-Generaal

matige alcohol consumptie gezondheid

PERSBERICHT Stichting tegen Kanker Leuvensesteenweg Brussel 02/ (communicatie)

2e Themasessie Gezondheid. September 2014

Een gezonder Nederland VTV De Volksgezondheid Toekomst Verkenning Nancy Hoeymans, Jeanne van Loon, Casper Schoemaker

Samenvatting Twente. 2 van 6 Kernboodschappen Twente. Versie 2, oktober 2013

Leef rookvrij Geef kanker minder kans

20 Roken in de regio Gelre-IJssel

Ongezonde leefstijl: wiens zorg? Symposium Preventie in het pakket: een slimme zet? Tilburg, 13 mei 2011 Dirk Ruwaard

Grenzen aan Leefstijlsolidariteit

Lokaal gezondheidsbeleid Workshop 18 februari 2016

Bijsluiter gebruik stoppen met roken -indicatoren in de huisartsenpraktijk. Fenna Schouten Versie 3

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg

Bijlage B4. Eerste treden op de arbeidsmarkt. Freek Bucx

Wij hebben dit onderwerp gekozen omdat het slecht is voor de gezondheid en wij willen vertellen waarom dit slecht is.

Gezondheid: uw Europese ziekteverzekeringskaart altijd mee op vakantie?

Dewi Segaar. 26 april Manager Samenwerkingen Alliantie Nederland Rookvrij

Leef rookvrij Geef kanker minder kans

Het is nooit te laat om te stoppen met roken

Wijkgericht werken: doel of middel?

Jongeren en de sociale druk om (niet) te roken

De gevolgen van de accijnsverhogingen in 2013 In 2013 werden de minimum accijnstarieven enorm verhoogd:

_ìáíéå=çé=öéä~~åçé=é~çéåk=^çîáéë=çîéê=áåíéêëéåíçê~~ä=öéòçåçj ÜÉáÇëÄÉäÉáÇ= S=

Rookenquête 2018 Een rapport voor Stichting tegen Kanker, uitgevoerd door GfK Belgium

Kernboodschappen Gezondheid Dinkelland & Tubbergen

Tarieven Europa: staffel 1

Hepatitis Congres, 16 september drs. Emiel Rolink Long Alliantie Nederland

Samenvatting Noaberkracht Dinkelland Tubbergen

De Gezonde Generatie. Project: Rookvrije generatie Fryslân Start november 2018

NEDERLANDSTALIGE SAMENVATTING

Rookvrij Opgroeien. Roken? Houd kinderen er buiten. Het bespreken van (mee)roken binnen de JGZ 4-19 jaar jaar

Bijlage VMBO-GL en TL

De Tabakswet. Rapport. Onderzoek naar hinder en schadelijkheid van passief roken, houding t.a.v. en steun voor rookverboden Cyrille Koolhaas

Kernboodschappen Gezondheid Enschede

Dorstig Europa? Snel, J. (2007). Dorstig Europa? AdFundum, Vakblad voor de Drankenbranche, 15(6/7):10-11, juni/juli.

Monitor naleving rookvrije werkplek 2006

Wat als varianten in de VTV-2018

QenA MKBA Tabak. Met dit onderzoek is dat argument voor eens en altijd de wereld uit geholpen! Algemeen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Meer doden onder fietsers, minder onder motorrijders. Meeste verkeersdoden onder twintigers

Kernboodschappen Gezondheid Wierden

Accijnsmonitor Resultaten januari t/m december 2013

Kernboodschappen Gezondheid Borne

Eindexamen aardrijkskunde havo 2002-II

Kernboodschappen Gezondheid Haaksbergen

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Wolbert (PvdA) over kinderen van allochtone afkomst die overgewicht hebben (2014Z07817).

Beantwoording rondvragen 18R.00833

Beschaving. Lang, gezond en gelukkig leven? Horizon 2050, 25 september Edwin De Boeck Hoofdeconoom KBC Groep

Toekomstbestendige zorg in Noord-Brabant: Voorlopige resultaten. Dung Ngo MSc 15 december 2010

Belangrijkste resultaten

Werkloosheid in de Europese Unie

Regionale VTV Ziekten in de toekomst. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Ziekten in de toekomst

Kernboodschappen Gezondheid Almelo

Opmerkelijke stijging van het aantal rokers in 2008

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Luk Joossens, Stichting tegen Kanker, tel.: 02/ , gsm:

Kernboodschappen Gezondheid Twenterand

Is onze zorg over De Zorg een terechte zorg?

Disclosure belangen spreker

Rookt u en denkt u erover om te stoppen? De rook-stop-polikliniek

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17

Chronische nierschade: hoe vaak, stadia en risico s

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

34300 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie. van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2016

De potentiële invloed van verbeteringen in ongezond gedrag en luchtverontreiniging op de levensverwachting van de Rotterdamse bevolking

Scorebord van de interne markt

ENQUÊTE: GEEN DOORBRAAK VOOR DE ELEKTRONISCHE SIGARET

Meting stoppers-met-roken juli 2008

Verslag regionale werkconferenties kiezen voor gezond leven

Scorebord van de interne markt

oinleiding 1 c oovergewicht en ernstig overgewicht (obesitas) in Nederlandd

Product Maximumformaat Maximumgewicht

Kernboodschappen Gezondheid Oldenzaal

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten

Economie & Preventie. Prof. dr. Johan Polder. Preventie, een te verzekeren risico? Themabijeenkomst Bougainville en NVAG Dinsdag 4 september 2007

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Brief 1: Bevestiging geen deelname zorgprogramma

Nota Lokaal Gezondheidsbeleid

Rookt u? En denkt u erover om te stoppen? De rook-stop-polikliniek kan u hierbij helpen.

Roken onder volwassenen De harde feiten 2010

Stadia chronische nierschade

Een gezonde toekomst? Ouderen in 2030

Tarieven Europa: staffel 1

Meting stoppers-met-roken juni 2008

Roken FACT. Een op de tien jongeren rookt wekelijks SHEET. Gelderland-Zuid E-MOVO Rookt regelmatig. Ooit gerookt

Rookenquête Een onderzoek voor Stichting tegen Kanker, uitgevoerd door GfK Belgium. Volledig rapport

Transcriptie:

Dossier over de gevolgen van roken en het tabaksontmoedigingsbeleid Januari 2007

Het Nationaal Programma Tabaksontmoediging heeft als doelstelling een daling van het aantal rokers van 28% nu, naar 20% rokers in 2010. Dat gebeurt niet vanzelf. KWF Kankerbestrijding, de Nederlandse Hartstichting, het Astma Fonds en STIVORO streven daarom naar: * * * Zo snel mogelijk een rookvrije horeca en daarmee de achterstand van Nederland in Europa op dit punt wegwerken. (hoofdstuk 4a) Tabaksverslaving als verslaving te behandelen, en dientengevolge opname van vergoeding voor stop-ondersteuning in het basispakket zorgverzekering. (hoofdstuk 4c) Het budget voor voorlichting op het gebied van tabaksontmoediging structureel weer terug te brengen op het niveau van 2003 ( 15mln). (hoofdstuk 2) * * Het aantal verkooppunten te beperken tot tabaksspeciaalzaken en de leeftijdsgrens voor de verkrijgbaarheid te verhogen naar 18 jaar. (hoofdstuk 4d) Het integraal beleid voor tabaksontmoediging, zoals beschreven in het Nationaal Programma Tabaksontmoediging, werkelijk tot uitgangspunt van het regeringsbeleid te maken. (hoofdstuk 4) 4 astma fonds kwf kankerbestrijding nederlandse hartstichting stivoro voor een gezondere nederlandse samenleving 5

Voorwoord Tabaksgebruik is in Nederland de belangrijkste oorzaak van ziekte en vroegtijdige sterfte. Dertien procent van de totale ziektelast is direct herleidbaar tot tabaksgebruik, vooral door longkanker, COPD en coronaire hartziekten. Bovendien leidt tabaksgebruik tot economische schade, vanwege verlies aan arbeidsproductiviteit. Tabaksgebruik is een belangrijke oorzaak van de groeiende gezondheidsverschillen tussen arm en rijk in Nederland. Tabaksgebruik leidt tot vermijdbare kosten, bij rokers en bij meerokers. Onderzoek toont aan dat met een samenhangend beleid van wettelijke maatregelen, evidence-based ondersteuning bij stoppen en massamediale campagnes het aantal rokers kan worden teruggebracht. Dit beleid is beschreven in het Nationaal Programma Tabaksontmoediging. De wettelijke maatregelen zijn echter nog niet gerealiseerd en de middelen benodigd voor dit beleid zijn vooralsnog (en ook voor 2007) nog niet beschikbaar gesteld. Deze wensen van de vier afzenders van dit document worden gedeeld door een groot aantal professionals in de zorg. Met vriendelijke groet, Astma Fonds KWF Kankerbestrijding Internationaal komt Nederland achterop waar het gaat om de aanpak van het tabaksgebruik. Dat is bijvoorbeeld te zien aan de invoering van de rookvrije horeca, waar alle landen om ons heen sneller opereren. Nederland kent ook een relatief hoog percentage rokers (28%) in Zweden is het bijvoorbeeld 16%. M.R. Rutgers M.Sc. Algemeen directeur dr. A.G.J.M. Hanselaar Directeur Het Nationaal Programma Tabaksontmoediging streeft naar 20% rokers in 2010. Dit gezamenlijke doel wordt uitgedragen door het ministerie van VWS samen met het Astma Fonds, de Nederlandse Hartstichting, KWF Kankerbestrijding, en STIVORO. Deze doelstelling is gebaseerd op het Nationaal Programma Kankerbestrijding dat in 2004 is gepresenteerd in beide programma s is de overheid een belangrijke partner. Sinds 2004 is het percentage rokers echter niet meer gedaald en is nog steeds 28%. De daling die toen in gang is gezet (vanaf meer dan 30%), is het gevolg van een samenhangend beleid met elkaar versterkende activiteiten zoals de implementatie van de Tabakswet, grootschalige campagnes en flinke accijnsverhogingen. Nederlandse Hartstichting dr. J.G.C. Stam Directeur STIVORO dr. E.M.S.J. van Gennip Directeur 6 astma fonds kwf kankerbestrijding nederlandse hartstichting stivoro voor een gezondere nederlandse samenleving 7

Inhoudsopgave Voorwoord 6 Inleiding 10 1. Noodzaak voor sterk beleid 13 Voorlichting 13 Ondersteuning 14 Wettelijke maatregelen 15 Opbrengsten 15 2. Beschikbaar budget 16 Probleem 16 Ter toelichting 16 Ter vergelijking 17 Conclusies 18 3. Regeren is vooruitzien 19 De gezondheidszorg 19 Probleem 19 Ter toelichting 19 Ter vergelijking 21 De maatschappij 22 Probleem 22 Ter toelichting 22 Conclusies 23 4. Samenhangend pakket van maatregelen 25 Probleem 25 Ter toelichting 25 Conclusies 27 a. Rookvrije horeca 28 Probleem 28 Ter toelichting 28 Conclusies 32 b. Accijnsverhoging 33 Probleem 33 Ter toelichting 33 Conclusies 36 c. Vergoeding van stopondersteuning 38 Probleem 38 Ter toelichting 38 Conclusies 40 d. Minder verkooppunten en verhogen leeftijdsgrens 42 Probleem 42 Ter toelichting 42 Conclusies 43 5. We staan niet alleen! 44 8 astma fonds kwf kankerbestrijding nederlandse hartstichting stivoro voor een gezondere nederlandse samenleving 9

Inleiding Roken is sinds jaar en dag de grootste vermijdbare veroorzaker van ziekte en vroegtijdige sterfte. Elke jaar sterven ruim 20.000 Nederlanders aan roken, en zo n twee- tot drieduizend Nederlanders aan meeroken. Ongeveer 28% van de Nederlandse volwassen bevolking (>15 jaar) rookt, dat zijn 3,7 miljoen mensen (>15 jaar). Tegenover 72% van de Nederlanders (>15 jaar) die niet roken kan de conclusie getrokken worden dat roken al lang niet meer de sociale norm is. In 2005 heeft Minister Hoogervorst met de directeuren van de Nederlandse Hartstichting, KWF Kankerbestrijding en het Astma Fonds een intentieverklaring ondertekend. Met deze verklaring committeren zij zich aan een steviger tabaksontmoedigingsbeleid. Het Nationaal Programma Tabaksontmoediging 1, dat hieruit is voortgekomen, streeft naar een percentage rokers van 20% in 2010. Vooralsnog lijkt deze doelstelling ver weg. Dringende actie is daarom nu noodzakelijk, want de urgentie is hoog: 13% van de totale ziektelast in Nederland wordt veroorzaakt door roken 85% van de COPD wordt veroorzaakt door roken 20% van de hart- en vaatziekten wordt veroorzaakt door roken 86% van de longkanker wordt veroorzaakt door roken Circa 30% van alle kanker is gerelateerd aan roken Roken is de determinant die de meeste ziektelast tot gevolg heeft Jaarlijks sterven 20.000 mensen aan de gevolgen van acht aan roken gerelateerde ziekten 2 Jaarlijks sterven 2.000 tot 3.000 mensen als gevolg van meeroken Eén op de twee rokers overlijdt aan de gevolgen van roken De totale kosten van de Nederlandse gezondheidszorg voor mensen met COPD zullen in 2025 gestegen zijn naar bijna 500 miljoen euro Nederland is vergeleken met andere Europese landen afgezakt naar de middenmoot op het terrein van de gezondheid. Een van de belangrijkste oorzaken is het rookgedrag Ongezond gedrag veroorzaakt aanzienlijk gezondheidsverlies, roken is de belangrijkste oorzaak (zie ook tabel 1 en 2) Roken is de belangrijkste oorzaak van de groeiende gezondheidsverschillen tussen arm en rijk in Nederland In de Volksgezondheid Toekomst Verkenning van het RIVM is te lezen dat de levensverwachting en gezondheid van Nederland ten opzicht van andere Europese landen daalt. De regering heeft de ambitie om weer terug te komen in de top 3. Aangezien roken de belangrijkste reden is dat Nederland achterop komt, is het zaak om roken zo snel mogelijk aan te pakken. Nederland scoort namelijk slecht in vergelijking tot andere landen als het gaat om het percentage rokers. Ook op het terrein van tabaksontmoedigingsbeleid scoort Nederland op Europees niveau slecht. Tabel 1: Top vijf sterfte en verloren levensjaren voor de hele bevolking (CBS doodsoorzakenstatistiek 2003) Rangorde Sterfte Verloren levensjaren Totaal Mannen Vrouwen Totaal Mannen Vrouwen 1 CHZ CHZ Beroerte CHZ CHZ CHZ 2 Beroerte Longkanker CHZ Longkanker Longkanker Borstkanker 3 Longkanker Beroerte Dementie Beroerte Beroerte Beroerte 4 Dementie COPD Hartfalen Borstkanker Suïcide Longkanker 5 COPD Hartfalen Borstkanker COPD COPD Dementie CHZ = Coronaire Hartziekten COPD = longemfyseem en chronische bronchitis 10 astma fonds kwf kankerbestrijding nederlandse hartstichting stivoro voor een gezondere nederlandse samenleving 11

Tabel 2: Procentuele bijdrage van belangrijke leefstijlfactoren en persoonsgebonden factoren aan ongezondheid (in % van totaal aantal jaarlijks verloren levensjaren, ziektejaarequivalentie (ZJE), DALY s en kosten) in de populatie 20+ (VTV 2006). 1. Noodzaak voor sterk beleid Verloren ZJE b (%) DALY b (%) Kosten van levensjaren a (%) ziekten c (%) Roken 20,9 7,1 13,0 3,7 Teveel verzadigd vet 0,9 0,6 0,8 0,2 Te weinig fruit 3,9 1,4 2,4 0,8 Te weinig groente 2,0 0,8 1,4 0,3 Te weinig vis 3,3 1,7 2,3 0,9 Lichamelijke inactiviteit 4,9 3,5 4,1 1,4 Alcoholgebruik d 2,7 5,4 4,5 0,4 Overgewicht 5,8 12,7 9,7 2,0 Verhoogd cholesterol 3,3 2,2 2,7 0,7 Verhoogde bloeddruk 10,8 5,6 7,8 3,3 Alleen een forse investering in samenhangend beleid van voorlichting, ondersteuning en wettelijke maatregelen, welke vorm krijgt in interdepartementale samenwerking, zal bijdragen aan de daling van de rookprevalentie. In dit dossier worden deze strategieën en maatregelen nader uitgewerkt. Voorlichting Voorlichting op het gebied van tabaksontmoediging kent drie peilers: Rokers ondersteunen bij stoppen met roken; Beschermen tegen meeroken; Voorkomen dat jongeren gaan roken. a Percentage van totaal aan verloren levensjaren b Percentage van het totaal voor 71 aandoeningen die in het Chronisch Ziekten Model zijn opgenomen c Percentage van alle kosten van ziekten d Inclusief alcoholafhankelijkheid bij meer dan matig alcoholgebruik * Tabaksontmoediging dient nadrukkelijk op de beleidsagenda te worden geplaatst. Er worden ook specifieke voorlichtingscampagnes georganiseerd op scholen (bijvoorbeeld Actie Tegengif waar 1e en 2e klassen van het voortgezet onderwijs worden uitgedaagd niet te roken) en om volwassenen en kinderen bewust te maken van de gevaren van meeroken. Voor alle drie de peilers geldt echter dat het verminderen van het aantal rokers het allerbelangrijkste is. Dat betekent dat we het aantal Nederlanders dat rookt (nu nog 3,7 miljoen) moeten terugbrengen. 12 astma fonds kwf kankerbestrijding nederlandse hartstichting stivoro voor een gezondere nederlandse samenleving 13

Er zijn twee vormen van massamediale campagnes om rokers te bereiken, met als doel het percentage rokers te verlagen: Kwantitatieve grootschalige massamediale campagne: rokers die nog niet willen stoppen met roken aansporen om dit te doen, om zo het aantal stoppogingen te verhogen. Kwalitatieve massamediale campagne: rokers die al een stoppoging willen ondernemen, stimuleren gebruik te maken van hulpen ondersteuningsmethoden om het succes van de stoppoging te vergroten. Landelijke campagnes kunnen ondersteund worden door een regionale uitrol. Ondersteuning Roken is een verslaving. Dit wordt door 95% van de huisartsen onderschreven. Dat verklaart waarom veel rokers zoveel moeite hebben met stoppen. Een roker heeft gemiddeld 5 stoppogingen nodig voordat hij echt succesvol met roken is gestopt. Voor veel andere vormen van verslaving (zoals alcohol en drugs) bestaan behandelprogramma s die vergoed worden vanuit de basisverzekering. Doordat roken nog teveel benaderd wordt als slechte gewoonte waar eigen verantwoordelijkheid genomen dient te worden, is hier tot op heden nog geen verandering in gekomen. Rokers die besloten hebben te stoppen moeten niet in de kou worden gezet, maar geholpen worden om de poging tot een succes om te zetten. Om rokers te ondersteunen te stoppen met roken is een aantal maatregelen noodzakelijk: Middels massamediale voorlichting te wijzen op het vergroten van het succes van een stoppoging door gebruik van hulp- en ondersteuningsmiddelen; Beschikbaar en betaalbaar maken van effectief bewezen stopondersteuning, middels vergoeding van de behandeling; Erkennen dat roken een verslavingsziekte is waarbij behandeling in de zorgsector mogelijk is. Het formuleren van DBC s voor stoppen met roken, bijvoorbeeld bij de behandeling van COPD, hartfalen en andere ziektebeelden, zou hier een voorbeeld van zijn. Maar ook het optimaliseren van hulp- en ondersteuning bijvoorbeeld door het beschikbaar maken van voldoende praktijkondersteuners die in de huisartsenpraktijk rokers kunnen begeleiden bij het stoppen, is noodzakelijk. Wettelijke maatregelen Ervaring uit 2003/2004 leert ons dat juist de combinatie van de invoering van het wettelijk recht op een rookvrije werkplek, een grote stoppen met roken campagne en een flinke accijnsverhoging ertoe heeft geleid dat het percentage rokers voor het eerst onder de 30% is uitgekomen, en met 2 procent punt daalde naar 28%. Sindsdien is het percentage rokers echter niet meer verder gedaald. De volgende wettelijke maatregelen zullen bijdragen aan het verder terugdringen van het percentage rokers: Rookvrije horeca (eerder dan na afloop van het zelfreguleringtraject); Beperking in het aantal verkooppunten; Verhoging leeftijdsgrens naar 18 jaar. Opbrengsten Leven in goede gezondheid is voor de meeste mensen het hoogste goed. Gezondheidsoverwegingen prevaleren daarbij boven financiële overwegingen. Roken heeft naast negatieve gezondheidsgevolgen, ook negatieve gevolgen voor de economie. Zo is het ziekteverzuim onder rokers hoger en de arbeidsproductiviteit lager. Daarnaast zal een lagere prevalentie rokers een positief effect hebben op de volksgezondheid en het aantal ziekte- en sterftegevallen. 14 astma fonds kwf kankerbestrijding nederlandse hartstichting stivoro voor een gezondere nederlandse samenleving 15

2. Beschikbaar budget Probleem Met het beschikbare budget van 7.4 miljoen voor 2007 zal de doelstelling van 20% rokers in 2010 niet waargemaakt kunnen worden. Voor 2007 is het budgettekort 7.4 miljoen. Ter toelichting In 2003 gaf Nederland 12,5 miljard uit aan preventie, waarvan slechts 3% voor gezondheidsbevordering beschikbaar was. Slechts een klein deel hiervan was beschikbaar voor het veranderen van leefstijl en ongezond gedrag. Het meeste geld, zo n 10 miljard werd besteed aan gezondheidsbescherming. Dit zijn maatregelen buiten de gezondheidszorg zoals verkeersveiligheid, afvalverwijdering, luchtkwaliteit en voedselveiligheid. Binnen de in oktober 2006 verschenen nieuwe Preventienota heeft roken, net als bij de voorgaande preventienota, wederom een belangrijke prioriteit. In de afgelopen jaren zijn we met een teruglopend budget geconfronteerd als het gaat om het uitzetten van interacties, campagnes en onderzoeken. Voor 2007 zullen KWF Kankerbestrijding en de Nederlandse Hartstichting substantieel meer dan ooit bijdragen aan tabaksontmoediging. Desondanks is er nog onvoldoende om het niveau van 2003 te bereiken. Als tabaksontmoediging een speerpunt van de overheid is, dan zou hiervoor ook meer budget beschikbaar moeten worden gesteld. Alleen op die manier kan de ambitieuze doelstelling van 20% in 2010 worden bereikt. Het aantal rokers is in Nederland namelijk sinds 2004 niet gedaald. Figuur 1: investeringen in tabaksontmoediging, van fondsen en overheid, gerelateerd aan aantal rokers in dat jaar (% boven de staven). Voor 2007 mist nog 7,4 miljoen euro voor uitvoering van de plannen, met name voor een grootschalige publiekscampagne zoals in 2003-2004. miljoen euro 20 15 10 5 0 30% 28% 2003 2004 2005 2006 2007 fondsen overheid nog gewenst in 2007 Met deze teruglopende budgetten en tegelijkertijd een stagnerend rokerspercentage lijkt één van de pijlers in het preventiebeleid weg te zakken. Tijdens de behandeling van de tabakswet in 2002 in de Eerste Kamer is gepleit voor een structurele verhoging van het overheidsbudget voor tabaksontmoediging tot 15 miljoen. Deze verhoging heeft echter slechts 2003 plaatsgevonden. Ter vergelijking Verbetering luchtwegkwaliteit vs Tabaksontmoediging Luchtwegkwaliteit tabaksontmoediging 18.000 sterfgevallen per jaar 20.000 sterfgevallen per jaar Tot 2015 900mln beschikbaar Jaarlijks gemiddeld 6mln (muv 2003) Per sterfgeval per jaar 3.500 beschikbaar Per sterfgeval per jaar 300 beschikbaar 28% 28%? 16 astma fonds kwf kankerbestrijding nederlandse hartstichting stivoro voor een gezondere nederlandse samenleving 17

Conclusies Voorwaarde voor het behalen van de gestelde doelstelling uit het Nationaal Programma Tabaksontmoediging is voldoende budget; Als tabaksontmoediging prioriteit van de regering is, dan zou een hogere financiële impuls logisch zijn; Per sterfgeval is voor roken ruim 10 keer minder geld beschikbaar in vergelijking met luchtkwaliteit; Voor het voorlichtingsdeel van het pakket dat volgens berekeningen van het RIVM nodig is om de doelstelling van het Nationaal Programma Tabaksontmoediging te bereiken is in 2007 nog 7,4 miljoen nodig. * Het jaarlijkse budget voor tabaksontmoediging dient structureel op het niveau van 2003 te worden teruggebracht: 15 miljoen. Voor 2007 betekent dit een verhoging met 7,4 miljoen. 3. Regeren is vooruitzien Regeren is vooruitzien; met visie pijlers binnen beleidsvelden verankeren en verzwaren. Binnen de recent verschenen Preventienota is tabaksontmoediging wederom als één van de pijlers voor de toekomst benoemd. Terugdringing van het tabaksgebruik heeft niet alleen een direct positief effect op de (gezonde) levensverwachting van mensen, maar ook op de door de samenleving te dragen kosten. De maatschappelijke kosten en de kosten voor de gezondheidszorg door roken zijn immers hoog. De gezondheidszorg Probleem De kosten voor de gezondheidszorg stijgen flink en de levensverwachting van Nederlanders blijft achter. Ter toelichting De Nederlandse regering heeft als beleidsdoelstelling het verhogen van de levensverwachting en het realiseren van langer gezond leven. Daarom zal sterker moeten worden ingezet op het bevorderen van gezonde leefstijl, zoals niet roken. Daarnaast wil de overheid een efficiëntere gezondheidszorg. Kosteneffectiviteit en goed overwogen keuzen voor het inzetten van gelden zijn hierbij belangrijk. Het RIVM heeft in 2002 de kosten van ziekten doorberekend 3. Risicofactoren, zoals roken en alcoholgebruik, kunnen leiden tot bepaalde ziekten, zoals kanker en hart- en vaatziekten. Roken is, qua risicofactor, de veroorzaker van de grootste kostenpost van ziekten. 18 astma fonds kwf kankerbestrijding nederlandse hartstichting stivoro voor een gezondere nederlandse samenleving 19

De Nederlandse samenleving besteedt een aanzienlijk deel van het Bruto Binnenlands Product (BBP) aan gezondheidszorg. In 1999 ging het om een bedrag van 36 miljard, bijna 10% van het BBP. Deze kosten zullen de komende jaren blijven stijgen. We moeten niet afwachten, maar nu maatregelen nemen. Onderzoek wijst uit dat ongeveer 30% van alle kanker in Nederland gerelateerd is aan roken. De meest bekende relatie is die tussen roken en longkanker, want zo n 86% van de longkanker is veroorzaakt door roken. Daarnaast is er een relatie tussen roken en andere kankers, maagkanker, nierkanker, alvleesklierkanker, blaaskanker, baarmoederhalskanker en tumoren in het hoofd/halsgebied waaronder het strottenhoofd en de slokdarm. De kans op longkanker neemt duidelijk toe met het aantal gerookte sigaretten. Rokers van 1-14 sigaretten per dag hebben een vijf maal zo hoog risico om aan longkanker te overlijden als niet-rokers. Voor rokers van 20 of meer sigaretten per dag is dit risico 10-25 maal zo groot. Ook het aantal jaren dat men rookt en de leeftijd waarop men begonnen is met roken zijn van invloed op de kans om longkanker te krijgen. Het risico op het krijgen van longkanker stijgt naarmate men langer rookt en stijgt ook naarmate men op jongere leeftijd is begonnen met roken (Bron: rivm.nl). De overlevingskans van een patiënt met niet-kleincellige longkanker (80% van alle longkanker) is 18%, voor kleincellige longkanker slechts 5%. De kosten die gepaard gaan met de behandeling van longkanker zijn enorm. Op 1 januari 2001 leden bijna 19.000 mensen aan de ziekte. Vanwege de vergrijzing zal het aantal patiënten tussen 2000 en 2020 met ongeveer 50% toenemen, waarbij de trend is dat minder mannen de ziekte krijgen en meer vrouwen. De zorgkosten van longkanker binnen de Nederlandse gezondheidszorg werden in 1999 geschat op 104,4 miljoen, ofwel 0,3% van de totale kosten voor gezondheidszorg in Nederland in 1999 (www.rivm.nl). Van alle nieuwe gevallen van hartinfarcten is 30% toe te schrijven aan roken. Ruim 800.000 Nederlanders leiden aan hart- en vaatziekten, waarvan er jaarlijks ruim 45.000 sterven. Ruim de helft van deze sterfgevallen zijn veroorzaakt door slagaderverkalking (hartinfarcten en beroerten), die voorkomen kunnen worden als patiënten op tijd preventief behandeld worden, bijvoorbeeld door te wijzen op risicovol gedrag zoals roken. Zorgkosten in 1999 aan coronaire hartziekten en hartfalen waren totaal meer dan 200 miljoen, 44% van de totale zorgkosten van de gevolgen van roken 4. COPD is een chronische aandoening aan de longen die grotendeels vermijdbaar is. Roken is de belangrijkste veroorzaker voor COPD. 80 tot 90% van de mensen met COPD heeft gerookt. COPD komt met name voor in lage sociaal-economische klassen. Dit hangt er waarschijnlijk mee samen dat de rookprevalentie van mensen uit lage sociaal-economische klassen hoger is. De verwachting is dat het aantal personen met COPD de komende 20 jaar met bijna 40% zal toenemen. De kosten voor de gezondheidszorg voor mensen met COPD bedroegen in 2000 ongeveer 280 miljoen. Ter vergelijking Rokende patiënten die cholesterolverlagers gebruiken hebben (over het algemeen) twee mogelijkheden om hun cholesterolpeil te verlagen: cholesterolverlagers slikken of stoppen met roken. In 2005 hebben de openbare apotheken in Nederland 4,7 miljoen voorschriften voor cholesterolverlagende geneesmiddelen verstrekt. Hiervan betreft 94% de groep cholesterolsyntheseremmers (statines). In de komende jaren zal het gebruik van de cholesterolsyntheseremmers naar verwachting toenemen, mede ten gevolge van het gewijzigde behandelingsbeleid ten aanzien van de regulering van het cholesterolgehalte in het bloed 5. Onderzoek 6 heeft aangetoond dat het aantal personen met een verhoogd risico voor coronaire hart- 20 astma fonds kwf kankerbestrijding nederlandse hartstichting stivoro voor een gezondere nederlandse samenleving 21

ziekten dat voor cholesterolverlagers in aanmerking komt, met 75% kan worden gereduceerd als deze personen stoppen met roken. De uitgaven aan deze middelen, bedroegen in 2005 292 miljoen. Kosten voor vergoeding stopondersteuning bedragen jaarlijks ongeveer 45 miljoen (zie ook verderop in dit document). Conclusies Om de (gezonde) levensverwachting van Nederlanders te verbeteren moet geïnvesteerd worden in tabaksontmoediging; Een lagere rookprevalentie zal bijdragen aan minder vermijdbare kosten voor de gezondheidszorg; Om middelen efficiënt in te zetten, zouden rokende patiënten met een verhoogd cholesterol eerst moeten stoppen met roken om vervolgens, indien nog noodzakelijk, cholesterolverlagers te slikken. * Er dient meer te worden geïnvesteerd in de gezondheid van Nederland, en daarmee in tabaksontmoediging. De maatschappij Probleem Werkgevers ondervinden economische schade van rokende werknemers. voor het inrichten van een rookruimte, kosten als gevolg van brand, etc. De waarde van het productieverlies als gevolg van aan roken toe te schrijven ziekteverzuim, arbeidsongeschiktheid en overlijden van werknemers is berekend. In 1999 kon bijna 2% van de ziekteverzuimdagen (1,1 miljoen verzuimdagen), 3,3% van de nieuwe arbeidsongeschiktheidsuitkeringen (3.270 personen) en 22% van de sterfgevallen (2.930 personen) onder werknemers aan roken worden toegeschreven. De hiermee gepaard gaande kosten voor werkgevers werden geschat op 305 miljoen. Diverse internationale studies bevestigen dit beeld. In recent Duits en Amerikaans onderzoek is aangetoond dat roken leidt tot een enorm verlies aan arbeidsproductiviteit. 8,9 In Duitsland werd de economische schade geschat op 0,74% van het bruto nationaal product. Conclusies Het ziekteverzuim kan worden gereduceerd door werknemers te stimuleren en begeleiden bij stoppen met roken; Een werkgever zal naast gezondheidsoverwegingen ook vanuit economische overwegingen zijn werknemer willen ondersteunen bij stoppen met roken; Als Nederland achterblijft in de aanpak van gezondheidsschade door roken, komen we in een achterstandspositie in vergelijking met landen die dat wel doen. Ter toelichting Het RIVM heeft onderzoek gedaan naar de door roken veroorzaakte productiviteitskosten voor Nederlandse werkgevers in 1999. 7 Kosten die niet meegenomen zijn, zijn onder meer kosten als gevolg van productieverlies door rookpauzes, vervroegde uittreding en kosten 22 astma fonds kwf kankerbestrijding nederlandse hartstichting stivoro voor een gezondere nederlandse samenleving 23

* Beleid ten aanzien van volksgezondheid dient zich te richten op de volgende uitgangspunten: langer gezond(!) leven is het uitgangspunt meer investeren in preventie en het bevorderen van gezonde leefstijl behandeling van tabaksverslaving vergoeden strikte handhaving van de tabakswet 4. Samenhangend pakket van maatregelen Probleem De rookprevalentie is sinds begin 2004 niet meer gedaald. Gebleken is dat alleen een integrale aanpak effect heeft. Ter toelichting Aan de effectiviteit van het tabaksontmoedigingsbeleid bestaat inmiddels geen twijfel meer. De belangrijkste maatstaf voor het meten van effectiviteit is de rookprevalentie. Ervaring heeft ons de laatste jaren geleerd dat de prevalentie alleen daalt als er voldoende maatregelen en activiteiten plaatsvinden, die bij voorkeur op elkaar zijn afgestemd en elkaar op die manier versterken. Het verloop van de prevalentie laat zien dat op momenten waarop veel is geïnvesteerd, zowel via massamediale campagnes als met wetgeving en accijnsverhoging, het resultaat direct te zien is. Zodra tabaksontmoediging een slapend onderwerp wordt, stagneert de ingezette daling en kan het aantal rokers zelfs terugveren. Ook weten we dat het steeds lastiger is de resterende rokers te helpen stoppen, omdat dat de mensen zijn die het meest verslaafd zijn. RIVM onderzoek uit mei 2006 concludeert dat accijnsverhogingen, massamediale campagnes en individuele stopondersteuning de meest doelmatige en kosteneffectieve interventies zijn op het terrein van tabaksontmoediging. Deze maatregelen leveren veel extra stoppers en daarmee gezondheidswinst op, tegen relatief lage kosten. Onderstaande grafiek illustreert de rookprevalentie. Tevens zijn mijlpalen in het tabaksontmoedigingsbeleid, waarbij vrij direct effect op de prevalentie zichtbaar was, toegelicht. 24 astma fonds kwf kankerbestrijding nederlandse hartstichting stivoro voor een gezondere nederlandse samenleving 25

Grafiek 1: Prevalentie rokers (15 jaar en ouder) sinds 1990 40 Millennium campagne 35 eerste tabakswet De Gezondheidsraad pleit ook voor een samenhangend pakket en constateerde in een onlangs verschenen rapport 10 dat gezond gedrag slechts wordt overgenomen als het burgers makkelijker gemaakt wordt om gezonde keuzes te maken. Een leefstijlcampagne geeft mensen informatie om hun gedrag te beoordelen, de leefomgeving helpt om daadwerkelijk anders te doen. 30 25 20 90 invoering rookvrije werkplek accijnsverhoging grote massamediale campagne 91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 totaal mannen vrouwen De komende kabinetsperiode moet een groot aantal beslissingen en maatregelen worden genomen om de volksgezondheid te verbeteren. Daarnaast kan slechts een stevige impuls de kabinetsdoelstelling van 20% rokers in 2010 realiseren. Noodzakelijke maatregelen zijn in ieder geval het realiseren van een rookvrije horeca, periodieke grote massamediale voorlichtingscampagnes (gericht op het realiseren van zowel kwantitatieve als kwalitatieve stoppogingen), beschikbaarheid van stopondersteuning en accijnsverhoging. Dit samenhangend pakket zal in de rest van dit dossier worden toegelicht. Belangrijke momenten die zichtbaar van invloed waren op de rookprevalentie: 1990 Eerste tabakswet in werking. O.a. verbod radio en tv-reclame 2000 Millennium campagne stoppen met roken 2002 Gewijzigde tabakswet in werking: waarschuwingen op pakjes, reclame en sponsorverbod 2003 Verkoopverbod jongeren onder 16 jaar 2004 Recht op rookvrij personenvervoer en recht op rookvrije werkplek en forse accijnsverhoging (50-80 cent voor 20/25 sigaretten, pakje 25 stuks kost 4.60) samen met grote massamediale campagne horeca: uitgezonderd stappenplan per 1/1/05 t/m 2008 sport: uitgezonderd/gedogen (wet geldt eigenlijk al) tot medio 2006 woonzorginstellingen gedoogbeleid 2004 en 2005 (nu rookvrije werkplek muv speciale gevallen) Conclusies Slechts een integraal en intensief pakket van maatregelen, voorlichting, ondersteuning en accijnsverhoging heeft effect op rookprevalentie; Astma Fonds, Nederlandse Hartstichting, KWF Kankerbestrijding en STIVORO kunnen bijdragen aan massamediale voorlichtingscampagnes en andere interventies uitvoeren gericht op het bevorderen van stoppen met roken, maar wetgeving is de verantwoordelijkheid van de overheid. * Slechts een samenhangend pakket op tabaksontmoediging gerichte maatregelen zal de gewenste daling van de rookprevalentie tot gevolg hebben. 26 astma fonds kwf kankerbestrijding nederlandse hartstichting stivoro voor een gezondere nederlandse samenleving 27

a. Rookvrije horeca Probleem De horecasector is uitgezonderd van een rookvrije werkplek. Er geldt tot en met 2008 een stappenplan zelfregulering voor de horeca. Werknemers in de horeca worden uitgezonderd van het recht op een gezonde en rookvrije werkplek. Ter toelichting Nederland Werknemers in Nederland hebben recht op een gezonde en rookvrije werkomgeving. Dit moet ook gelden voor de circa 300.000 horecamedewerkers in Nederland. Op dit moment zijn horecawerknemers uitgesloten van deze gezonde rookvrije werkplek. Het lijkt erop dat de gezondheid van werknemers in de horeca anders wordt gewaardeerd dan dat van andere werknemers. Horecawerknemers zijn geen tweederangs werknemers, en moeten dezelfde rechten hebben als werknemers in andere sectoren. Een rookvrije horeca bevordert de gezondheid van de horecawerknemers én de gezondheid van de huidige en toekomstige horecabezoekers. Voor een deel van de samenleving (astmapatiënten, hartpatiënten, etc) betekent het zelfs dat zij weer volledig deel kunnen nemen aan het maatschappelijke leven. Een ander positief neveneffect is dat rookvrije horeca bijdraagt aan het terugdringen van het roken onder de jeugd. De sociale druk met roken te beginnen wordt aanzienlijk kleiner. In Nederland is niet-roken de sociale norm; slechts 28% van de Nederlandse bevolking (15+ jaar) rookt. In het verlengde hiervan ligt het terugdringen van gedwongen meeroken door niet-rokers. Meeroken heeft een bewezen negatief gezondheidseffect op nietrokers; volgens de Gezondheidsraad sterven jaarlijks enkele duizenden Nederlanders aan de gevolgen van meeroken. In de huidige horeca worden mensen die zelf niet roken, door het rookgedrag van rokers ongewild blootgesteld aan schadelijke gezondheidsrisico s. Dit is onverantwoord: het kan en mag naar onze mening niet de bedoeling zijn en past niet in het normen- en waardendebat waarbij het onnodig overlast bezorgen aan anderen één van de belangrijkste aandachtspunten is. Om te komen tot een rookvrije horeca is, met het stappenplan rookvrije horeca: Gewoon Gastvrij, enkele jaren geleden een zelfreguleringtraject ingezet. Bij de bekendmaking van dit traject hebben ondergetekende organisaties bezwaar gemaakt en aangegeven dat deze exercitie kansloos is. De evaluatie in 2005 liet inderdaad zien dat een meerderheid van de overeengekomen afspraken van het zelfreguleringtraject bij lange na niet is nagekomen. De verwachting is dat ook de 2e meting over 2006 zal bevestigen dat de doelstellingen niet worden gehaald. Dit is reden te meer nu tot actie over te gaan en de rookvrije horeca in 2007 versneld in te voeren. De huidige minister lijkt deze koers te ondersteunen. In de beantwoording van de schriftelijke vragen over de begroting VWS 2007, stelt hij dat als de resultaten over 2006 wederom achterblijven bij de gestelde doelen een wettelijke maatregel nodig is. Het buitenland Nederland bevindt zich op het punt van rookvrije horeca in Internationaal verband, en zeker op Europees niveau, in de achterhoede. Een groot aantal landen heeft inmiddels met succes de rookvrije horeca ingevoerd: 28 astma fonds kwf kankerbestrijding nederlandse hartstichting stivoro voor een gezondere nederlandse samenleving 29

Figuur 2: Rookvrije landen in europa 3. De overgang naar een rookvrije horeca is in veel Europese landen, zoals in Zweden, Ierland, Noorwegen, Malta, Italië, Schotland en Spanje zonder enig probleem gerealiseerd. 4. In Noorwegen steunde vóór de invoering van de rookvrije horeca 40% van de bevolking de maatregel; na effectuering stond 85% van de Noorse bevolking achter de wet. 5. In Italië zijn 11% minder opnames door hartinfarcten na invoering van de rookvrije horeca geconstateerd, waarvan 10% bij meerokers. 6. De invoering van een rookvrije horeca in Schotland heeft aantoonbaar geleid tot een aanzienlijke vermindering van klachten aan de luchtwegen bij horecamedewerkers. 7. Engeland en Frankrijk volgen binnenkort en inmiddels zijn ook in Duitsland sterke bewegingen richting een rookvrije horeca. Toelichting 1. In 1998 werd in Californië een algeheel rookverbod ingevoerd voor publieke ruimtes. Het verbod heeft geleid tot een aanzienlijke reductie van het aantal rokers. Daarnaast werd een omzetstijging in de horeca waargenomen. 2. In 2004 heeft Ierland als eerste Europese land een rookverbod in voor alle publieke ruimtes inclusief de horeca ingevoerd. Dit werd achteraf door 93% als positief beoordeeld, inclusief door 80% van de rokers. De omzetdaling die volgde was een trend die reeds enkele jaren voor de invoering van de rookvrije horeca in gang was gezet. De rookvrije horeca heeft hier geen negatieve invloed op gehad. De omzetdaling is zich zelfs licht aan het stabiliseren. Ervaringen uit het buitenland leren ons dus dat een rookvrije horeca leidt tot een betere gezondheid van de werknemers en niet leidt tot een dalende omzet en minder bezoekers. De dalende omzet en afname van bezoekers zijn de grootste angsten van de horecasector. In landen waar reeds enkele jaren ervaring is met een rookvrije horeca (Ierland, Nieuw Zeeland, maar ook de staat New York) laten ons zien dat de bezoekersaantallen al aan het afnemen waren ver voor de invoering van de rookvrije horeca. Sinds de rookvrije horeca is deze afname gestabiliseerd, als ze niet al gestegen is. De Nederlandse vakbonden zijn overigens een grote voorstander van een rookvrije horeca: zij willen hun leden ook een gezonde werkplek kunnen bieden. 30 astma fonds kwf kankerbestrijding nederlandse hartstichting stivoro voor een gezondere nederlandse samenleving 31

Maatschappelijke steun De maatschappelijke steun voor een rookvrije horeca stijgt in Nederland continu. Het recente burgerinitiatief rookvrije horeca van Clean Air Nederland (CAN) verzamelde binnen twee maanden meer dan 62.000 handtekeningen. Uit opinieonderzoek (TNS NIPO, 2006) blijkt dat een forse meerderheid van de horecabezoekers in Nederland een rookvrije horeca voorstaat: 65% van de horecabezoekers in Nederland willen een rookvrije horeca, en 59% wil het zelfs snel. Conclusies Ook werknemers in de horeca hebben recht op een rookvrije werkplek; Een rookvrije horeca bevordert de gezondheid van de werknemers en bezoekers; Een rookvrije horeca leidt niet tot omzetdaling en minder bezoekers en evenmin tot banenverlies in de horeca; Een meerderheid van de Nederlandse samenleving staat achter de invoering van een (snelle) rookvrije horeca; De afspraken uit het stappenplan zelfregulering blijken verre van nagekomen te worden; De horeca is ook na afloop van het stappenplan niet gegarandeerd rookvrij; Nederland is reeds door veel (Europese) landen ingehaald als het gaat om maatregelen voor tabaksontmoediging. * Horeca dient zo snel mogelijk middels wetgeving rookvrij te worden gemaakt. b. Accijnsverhoging Probleem Accijnsverhoging is een effectief middel om verdere schade en het gebruik van tabak terug te dringen. Tabaksproducten in Nederland zijn in relatie tot Europa relatief goedkoop verkrijgbaar. Een accijnsverhoging is zeker niet voorzien voor 2007. Ter toelichting In vergelijking tot andere landen is roken in Nederland relatief goedkoop. Zie daarvoor tabel 3. Een stijging in de prijs van en de accijns op tabaksproducten is de meest effectieve methode om de schade door tabak te beperken. Volgens berekeningen van de Wereldbank 11 zal het tabaksgebruik in landen met hoge inkomens met 4% dalen (8% in lage inkomenslanden) als de prijs met 10% omhoog gaat. Aangetoond is dat een prijsverhoging van 20% op tabaksproducten het aantal jeugdige rokers op de korte termijn met bijna 20.000 verlaagt. 12 Een verhoging van de accijns is voor het tabaksontmoedigingsbeleid daarom een belangrijke impuls. Een deel van de 1,9 miljard aan accijnsopbrengsten kan ingezet worden voor tabaksontmoediging en preventie. Diverse landen in Europa en daarbuiten zetten reeds met succes een deel van de accijnsopbrengsten van tabakswaren in voor interventies op het gebied van tabaksontmoediging. Voorbeelden hiervan zijn Frankrijk, Portugal, Engeland (klein % van verhoging accijns beschikbaar voor National Health Services) en Zwitserland (0.026 Zwitserse franc per pakje). 32 astma fonds kwf kankerbestrijding nederlandse hartstichting stivoro voor een gezondere nederlandse samenleving 33

Accijnsverschillen Voor de inzet van accijnsverhoging als maatregel tegen het terugdringen van het tabaksgebruik dienen alle tabaksproducten accijnsgelijk te worden behandeld; de accijns op shag dient gelijk te zijn aan de accijns op sigaretten. Anders ontstaat de mogelijkheid dat de consument op basis van prijs niet wordt aangemoedigd te stoppen, maar over te gaan naar een ander eveneens zeer schadelijk en goedkoper product. Naast een periodieke accijnsverhoging dient de prijs van tabak jaarlijks geïndexeerd te worden. Ook moet tabak uit de levensmiddelenindex worden gehaald. Tabak is geen primaire levensbehoefte en wordt door slechts 28% van de Nederlandse bevolking (>15 jaar) gebruikt. De laatste grote accijnsverhoging ligt inmiddels al weer enige tijd achter ons (2004). Het beoogde effect van deze accijnsmaatregel is naar onze mening op dit moment uitgewerkt. Dit blijkt onder meer uit het feit dat in 2005 het aantal rokers is blijven steken op 28%. Op basis van het beschikbare onderzoek tot nu toe is de verwachting over 2006 dat ook dit jaar geen daling in de prevalentie zal optreden. In 2006 is een kleine accijnsverhoging doorgevoerd. De industrie heeft hierop gereageerd door 1 sigaret minder in een pakje te stoppen, waardoor zelfs het minimale effect niet zichtbaar was. Een aantal merken sigaretten is hierdoor zelfs goedkoper geworden. Tabel 3: prijzen van een pakje Marlboro 20 stuks in Euro per 1/1/2006 13 Noorwegen 8,02 IJsland 7,57 Verenigd Koninkrijk 7,36 Ierland 6,35 Frankrijk 5,00 Duitsland 4,47 Zweden 4,26 Denemarken 4,16 Finland 4,10 Zwitserland 4,06 België*** 4,00 Nederland 4,00 Cyprus 3,92 Italië 3,80 Oostenrijk 3,70 Luxemburg 3,50 Malta 3,49 Portugal 2,90 Griekenland 2,80 Spanje 2,75 Slovenië 2,25 Hongarije 2,14 Tsjechië 2,07 Slowakije 1,85 Polen 1,78 Estland 1,73 Litouwen 1,23 Letland 1,08 *** België verhoogt per 1/1/2007 de prijzen van sigaretten met 0,50 34 astma fonds kwf kankerbestrijding nederlandse hartstichting stivoro voor een gezondere nederlandse samenleving 35

Verschillen tussen arm en rijk Het verhogen van accijns zal ook een positieve invloed hebben op het verkleinen van de sociaal economische gezondheidsverschillen (SEGV). De minister van Volksgezondheid stelde onlangs vast dat de toename in SEGV vooral toe te schrijven is aan roken. Het RIVM onderschrijft dat in de laatste VTV (2006). In de sociaal hogere klassen roken minder mensen dan in de sociaal lagere klassen. Dit draagt sterkt bij aan de verschillen in gezondheid tussen deze klassen. Het verhogen van accijns zal vooral van invloed zijn op jongeren en mensen die minder te besteden hebben. De rookprevalentie in deze groepen zal dalen, waardoor de SEGV ook zullen afnemen. * Accijnsverhoging (juist ook voor het ontmoedigen van jeugdige rokers en rokers uit lage welstandsgroepen) dient te worden gerealiseerd. Een belangrijke redenering tegen de invoering van een accijnsverhoging is dat dit negatieve economische gevolgen met zich mee zou brengen voor de tabaksindustrie. De Wereldbank heeft echter berekend dat een stijging van 10% in de accijns op sigaretten zou leiden tot een stijging van de belastingopbrengsten met 7%. 14 Conclusies Accijnsverhoging is de meest (kosten)effectieve maatregel op het terrein van tabaksontmoediging; Accijnsverhoging heeft een positief effect op de rookprevalentie onder jongeren en rokers uit lagere welstandgroepen; Accijnsverhoging zal leiden tot een afname in sociaal economische gezondheidsverschillen; Tabak is in Nederland goedkoop in vergelijking met andere West- Europese landen; Tabak moet uit de levensmiddelenindex; Alleen een flinke accijnsverhoging (minimaal 50 cent per keer) heeft zichtbaar effect; Een deel van de accijns zou moeten worden aangewend voor de financiering van preventie en tabaksontmoediging. 36 astma fonds kwf kankerbestrijding nederlandse hartstichting stivoro voor een gezondere nederlandse samenleving 37

c. Vergoeding van stopondersteuning gevolge van overmatig alcoholgebruik. Dit samen is een factor tien minder dan de 20.000 tabaksdoden die Nederland jaarlijks telt. (Bron: drugsmonitor 2005) Methoden voor stoppen met roken ondersteuning, zoals telefonische Probleem Roken is een verslaving waardoor veel rokers moeite hebben met roken te stoppen. Er bestaat in Nederland geen structurele vergoeding voor stopondersteuning. Een aantal zorgverzekeraars heeft stoppen met roken ondersteuning in het aanvullende pakket. Dit betreft vaak niet evidence based ondersteuningsmethoden. Ter toelichting Nú investeren in zorg levert op de (middel)lange termijn aanzienlijke gezondheidswinst op. Het kabinet heeft als doelstelling dat de Nederlandse bevolking langer gezond leeft. (Inter)nationaal onderzoek laat zien dat veel rokers willen stoppen met roken. Hiervoor dient adequate, toegankelijke en betaalbare ondersteuning beschikbaar te zijn. Roken is door de WHO erkend als verslaving. Stoppen met roken is derhalve voor veel rokers niet eenvoudig. Veel rokers hebben hier gedegen en effectief bewezen ondersteuning bij nodig. Effectief bewezen stopondersteuning wordt momenteel niet structureel vergoed. Dit geldt ook voor farmacologische ondersteuning. Daarentegen kunnen alcohol- en drugsverslaafden gebruik maken van diverse vormen van professionele ondersteuning, nicotineverslaafden moeten het geheel op eigen kracht doen. Dit is opmerkelijk, gezien het feit dat aanzienlijk meer mensen overlijden door tabaksgebruik dan door alcohol- en drugsgebruik samen. Zo overleden in 2005 in Nederland 127 mensen aan heroïnegebruik. In 2004 overleden 1.749 mensen aan de gevolgen (primair danwel secundair) ten coaching en ondersteuning van de huisarts, zijn kosteneffectief. 15,16 In een samenleving waarin de kosten voor de gezondheid almaar toenemen, is het belangrijk zorgvuldig, doelmatig en efficiënt met de beschikbare middelen om te gaan. Het zou daardoor de voorkeur hebben om de meest kosteneffectieve maatregelen beschikbaar te stellen. Stoppen met roken ondersteuning behoort daartoe. De grens van kosteneffectiviteit is in de cholesterol consensus van 1998 vastgesteld op 20.000 per extra gewonnen levensjaar. Stoppen met roken ondersteuning kost (voor de meest intensieve methode) maximaal 5.200 per extra gewonnen levensjaar. Daarnaast is in 2003 aangetoond dat de vergoeding van effectief bewezen stopmethoden tot gevolg kan hebben dat jaarlijks 97.000 tot 144.000 extra rokers succesvol zouden stoppen. 17 Ook gebruiken rokers bij hun stoppoging in het geval van vergoeding vaker ondersteuning. Het succes van een stoppoging wordt hierdoor zichtbaar vergroot. Vergoeding heeft dus zeker een positief effect. Het in september 2006 uitgebrachte advies van de Gezondheidsraad, Plan de Campagne, geeft aan dat massamediale campagnes die een gedragsverandering beogen, in combinatie met maatregelen in de leefomgeving moeten plaatsvinden om optimaal effect te bereiken. Naast de campagnes is goede en betaalbare stopondersteuning dus van groot belang. Gezien het positieve effect op het aantal rokers en de gezondheid van Nederlanders pleiten wij sterk voor een structurele vergoeding van stopondersteuning, door middel van opname in het basispakket zorgverzekering. Het CVZ heeft de minister hier in 2003 positief over 38 astma fonds kwf kankerbestrijding nederlandse hartstichting stivoro voor een gezondere nederlandse samenleving 39

geadviseerd (CVZ, Stoppen met roken Zeker Weten!, 2003). De minister heeft dit advies echter naast zich neergelegd aangezien hij van mening is dat rokers een eigen verantwoordelijkheid hebben en geld besparen als ze stoppen met roken. Daarnaast zullen de sociaaleconomische gezondheidsverschillen afnemen als meer rokers stoppen met roken. Door effectief bewezen ondersteuning te gebruiken, zal de kans hierop toenemen. Het percentage rokers in lage sociaaleconomische groepen is het hoogst. Dit zijn tevens de groepen rokers die niet de middelen hebben om zelf te investeren in intensieve en structurele begeleiding bij het stoppen met roken. Zorgverzekeraars hebben bij het bevorderen van gezond gedrag en vergoeding van zorg uiteraard ook een belangrijke rol in. Tot op heden wordt stoppen met roken, en preventie in het algemeen, voornamelijk voor marketing doeleinden gebruikt. * Vergoeding van de behandeling van tabaksverslaving dient te worden opgenomen in het basispakket zorgverzekering. Deze maatregel zal sterk bijdragen aan het bereiken van de doelstelling van 20% rokers in 2010. Conclusies Stoppen met roken leidt tot langer gezond leven; Roken is een verslaving: stoppen is moeilijk. Een verslaving behoeft behandeling; Behandeling van andere verslavingen kennen vergoeding, de behandeling van tabaksverslaving moet door de roker zelf betaald worden; Vergoeding van stopondersteuning heeft effect op het aantal stoppers en op de effectiviteit van een stoppoging; Interventies voor stoppen met roken zijn zeer kosteneffectief; Vergoeding van stoppen met roken kan bijdragen aan het reduceren van sociaal economische gezondheidsverschillen. 40 astma fonds kwf kankerbestrijding nederlandse hartstichting stivoro voor een gezondere nederlandse samenleving 41

d. Minder verkooppunten en verhogen leeftijdsgrens Probleem Rokers die op jonge leeftijd zijn begonnen zijn eerder verslaafd aan roken. Tabak is het best verspreide product dat op de meeste plaatsen aan te schaffen is, terwijl de schade door roken enorm is. Naleving van de tabakswet en controle daarop om geen tabaksartikelen aan jongeren onder de 16 jaar te verkopen, is moeilijk. Ter toelichting Onderzoek toont aan dat rokers eerder verslaafd raken als ze op jonge leeftijd met roken beginnen. Door het verhogen van de leeftijdsgrens van 16 naar 18 jaar, zal de eerste sigaret op een latere leeftijd worden opgestoken. Hiermee zal een groot deel van de instroom van rokers worden verminderd. Ondanks dat roken zoveel schade teweeg brengt, is het het best verkrijgbare product. Tabak is te koop op bijna 60.000 plaatsen Door het aantal verkooppunten te beperken naar bijvoorbeeld alleen tabaksspeciaalzaken, verdwijnt tabak meer uit het dagelijkse leven, en wordt de jeugd er minder mee geconfronteerd. Het verbod op tabaksreclame, dat er ook toe leidde dat tabak minder in het straatbeeld voorkwam, heeft daartoe ook een belangrijke bijdrage geleverd. Ook handhaving van de verkoop aan jongeren is beter te realiseren door de verkoop te beperken. Door de leeftijdsgrens te verhogen naar 18 jaar, zal de handhaving hetzelfde kunnen zijn aan sterke alcohol. Conclusies Verhoging van de leeftijdsgrens zal een positief effect hebben op de instroom van (jeugdige) rokers; Het beperken van de verkooppunten zal roken uit het straatbeeld halen, waardoor jongeren (en rokers) er minder mee worden geconfronteerd; De plaatsen waar tabak verkocht wordt zijn beter te controleren. Bijvoorbeeld niet in de nabijheid van scholen; Handhaving is door het verhogen van de leeftijdsgrens en het bespreken van het aantal verkooppunten eenvoudiger. * De leeftijdsgrens voor tabak dient te worden verhoogd en het aantal verkooppunten beperkt. 42 astma fonds kwf kankerbestrijding nederlandse hartstichting stivoro voor een gezondere nederlandse samenleving 43

5. We staan niet alleen! Het belang van tabaksontmoediging wordt niet alleen door KWF Kankerbestrijding, de Nederlandse Hartstichting, het Astma Fonds en STIVORO onderkend. Een groot en gevarieerd netwerk ondersteunt onze inzet (dit bleek onder meer uit een petitie die op 31 mei 2005 (Wereld Niet Roken Dag) is aangeboden aan de toenmalig voorzitter van de vaste kamercommissie van VWS, dhr. Blok, die mede ondersteund is door onderstaande organisaties): Beroeps Vereniging Ambulancezorg Cap. Groep GVO, Universiteit Maastricht CVA vereniging samen verder De Zorgboog Diabetesfonds GGD Amstelland-de Meerlanden GGD Eemland GGD Eindhoven GGD Gelre-IJssel te Deventer GGD Gooi en Vechtstreek GGD Groningen GGD Nederland GGD Noord Kennemerland GGD Regio Nijmegen GGD Zuid-oost Brabant GlaxoSmithKline Het Nederlands Kanker Instituut / Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst Medische Alliantie Tegen Roken Nederlands Huisartsen Genootschap Nederlands Instituut Psychologen Nederlandse Maatschappij tot Bevordering der Tandheelkunde Nederlandse Public Health Federatie Nederlandse Vereniging van Doktersassistenten Nederlandse Vereniging voor Cardiologie Nederlandse Vereniging voor Hart- en Vaatverpleegkundigen Nederlandse Vereniging voor Heelkunde Nederlandse Vereniging voor Longverpleegkundigen Nederlandse Vereniging voor Neurologie Nederlandse vereniging voor preventie en gezondheidsbevordering PuntExtra, ledenorganisatie Zuidzorg Stichting Bloedlink Universiteit van Twente Vereniging voor Verslavingsgeneeskunde 44 astma fonds kwf kankerbestrijding nederlandse hartstichting stivoro voor een gezondere nederlandse samenleving 45