Sportieve Legacy van side events



Vergelijkbare documenten
Beleidskader sportevenementen

Jongeren winnen veel met sport GERARD DIELESSEN, ALGEMEEN DIRECTEUR NOC*NSF:

ONDERZOEK LEGACY LE GRAND DEPART TOUR DE FRANCE UTRECHT Lectoraat Praktijkgerichte Sportwetenschap

Beleidskader Sportevenementen

Utrecht kandidaatstelling UEFA Women s EURO 2017

Topsporttakkenlijst

Visie. Senior Games 2009 is hiervoor de eerste aanzet en zal als aanjager, motivator dienen voor de broodnodige erkenning.

Samen sporten met Mission Olympic De grootste schoolsportcompetitie van Nederland

Talent inspireert Bouw mee aan een sportieve en culturele regio

De economische waarde van sportevenementen

Media en creativiteit. Winter jaar vier Werkcollege 7

De Europese Spelen 2019 in Nederland

Sport biedt veel mensen ontspanning en draagt ook bij aan de gezondheid van mensen en aan de sociale contacten.

Giro Gelderland. Evaluatie. Giro Gelderland. Evaluatie 15 november 2016

5/18/2011. Inhoud. Nationale sportfederaties. Bepalen van prestatiebepalende beleidsfactoren op sporttakspecifiek niveau, met atletiek als case study

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen

Summary 124

WORKSHOP HET VERMARKTEN VAN SPORT

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive

Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style

Organisatieproces European Youth Olympic Festival Utrecht 2013 met betrekking tot de maatschappelijke opbrengsten

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

12 Sportbeleidsstukken

De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner

Sportopleidingen in Internationaal perspectief

Titel Ambities en verwachtingen bij sportevenementen in Noord Nederland

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie

sociaal-wetenschappelijk sportonderzoek European Youth Olympic Festival: Olympisch sportfeest onder de Dom

Haalbaarheidsonderzoek

NOC*NSF Sportdeelname Index

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

UZSC 2025 Ambities en hoe we die willen bereiken

Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim.

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Samen naar een gezonde omgeving

Bijeenkomst Erasmus+ Sport

Jacques van Rossum Positief coachen brengt talenten dichter bij de top

4-meting Topsportklimaat Factsheet Investeringen, prestaties & waardering

Wie doet aan sport? Een korte analyse van sportparticipatie uit het Vlaams Tijdsbestedingsonderzoek 2013

NOC*NSF Sportdeelname index Zilveren Kruis Sport index t/m 18 jaar

LinkedIn Profiles and personality

Sportdeelname van kinderen en jongeren in armoede

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Sport toekomstverkenning (STV) Hans Arends, Dayenne L abee Inspiratiebijeenkomst Watersportverbond 29 november 2017 (DeWeerelt, Utrecht)

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

The training courses are only offered in Dutch.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Bijlage bij notitie ZWC-0891 Versterking sportinfrastructuur Brabant: uitwerking investeringsvoorstel

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD

Geheugenstrategieën, Leerstrategieën en Geheugenprestaties. Grace Ghafoer. Memory strategies, learning styles and memory achievement

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Engagement is not a Spur of the Moment

Rapportage gouden voornemens 2016

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

Feiten en cijfers beweegnormen

Juni Visie op Sportbeleid VVD Smallingerland

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie

4-meting Topsportklimaat Factsheet Methode

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Effecten van een Mindfulness-Based Stressreductie Training. op Existentiële Voldoening. Effects of a Mindfulness-Based Stress Reduction Program

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

In dit websheet wordt dieper ingegaan op ontwikkeling van de ruim sportverenigingen die Nederland telt.

NOC*NSF Sportdeelname Index

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

Handleiding Zuludesk Parent

Sportwens en tevredenheid over sportaanbod van kinderen met een beperking

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen

Monitoren van Sport en Bewegen in Nederland

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2015-I

NOC*NSF Sportdeelname Index

MyDHL+ Global Mail zending aanmaken

Steven Dijk. Oorlogswinter 2013 Landelijke tournee Peer Gynt (Zuidelijk Toneel)

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname Index

NOC*NSF Sportdeelname index Sport index t/m 18 jaar

Collegereeks Olympische Spelen in Nederland: droom of nachtmerrie? Studentnummer: Naam docent: Marije Baart de la Faille Deutekom

Subsidiereglement voor ondersteuning van. internationale sportevenementen

NOC*NSF Sportdeelname Index

Subsidiereglement voor bovenlokale projectondersteuning 2020

Maak van uw gemeente. een sportgemeente! Olympische ambities van morgen als motor voor lokale vernieuwing en ontwikkeling vandaag

Provinciaal blad 2010, 65

PARTICIPATIE GEZONDHEID

Transcriptie:

Sportieve Legacy van side events Zoektocht naar gerichte aanbevelingen voor side events die zich richten op het verhogen van de sportparticipatie van de jeugd van Nederland.

Titelpagina Onderzoeksverslag: Sportieve Legacy van side events Zoektocht naar gerichte aanbevelingen voor side events die zich richten op het verhogen van de sportparticipatie van de jeugd van Nederland. Een case study van het European Youth Olympic Festival 2013 Utrecht & de Achmea High Five Challenge. Product: Onderzoeksverslag Titel: Sportieve Legacy van side events Zoektocht naar gerichte aanbevelingen voor side events die zich richten op het verhogen van de sportparticipatie van de jeugd van Nederland. Student: Kay Kosterman Studentnummer: 500529113 HvA-mail: k.kosterman@hva.nl Meelezer: Matthijs van der Gugten Coach: Joyce Velthuis Opleiding: Sport, Management & Ondernemen Datum: 25-09-2013 Sportieve Legacy van side events 2

Voorwoord Voor u ligt het onderzoeksverslag van het onderzoek Sportieve Legacy van side events, Zoektocht naar gerichte aanbevelingen voor side events die zich richten op het verhogen van de sportparticipatie van de jeugd van Nederland. Voor dit onderzoek is een case study gedaan naar het European Youth Olympic Festival 2013 Utrecht en de daarbij horende side events, de Achmea High Five Challenge. Dit onderzoek dient als basis voor een handleiding voor het ontwikkelen van side events. De conclusies en adviezen uit dit onderzoek zijn gedaan op basis van literatuur en kennis van de respondenten. Voor het onderzoek zijn een aantal personen geïnterviewd. Via deze weg wil ik graag Gerda op het Veld, Rianne Schenk, Ton Wetselaar en Pieter van den Hoogenband bedanken voor hun medewerking aan het onderzoek. Het onderzoek is een afstudeeropdracht. Ik ben hierbij bijgestaan door een afstudeerbegeleider en een stagebegeleider. Via deze weg wil ik graag Matthijs van der Gugten en Ton Wetselaar bedanken voor de benodigde ondersteuning. Kay Kosterman Sportieve Legacy van side events 3

Samenvatting Als Partner in Sport van NOC*NSF wil Achmea (top)sportevenementen steunen en investeren in projecten die de breedtesport stimuleren. Voor deze ambitie wil Achmea een plan ontwikkelen wat omschrijft hoe side events, die zich richten op het verhogen van de sportparticipatie van de jeugd in Nederland, vorm moeten krijgen. Tot op heden is er nog geen richtlijn of plan van aanpak ontwikkeld voor het genereren van sportieve spin-off met side events van (top)sportevenementen. Er is nog geen plan dat Achmea als leidraad of handleiding kan gebruiken voor het ontwikkelen en organiseren van side events met bovenstaande doelstelling. Dit plan is hiervoor een eerste aanzet. Het onderzoek wordt gemaakt op basis van het eerste sportstimuleringsproject van Achmea: de Achmea High Five Challenge (Achmea H5C). Om tot een plan te komen dat Achmea kan gebruiken als handleiding voor side events in de toekomst is de volgende hoofdvraag opgesteld: Wat zijn gerichte aanbevelingen voor side events die zich, net als de Achmea High Five Challenge, richten op het verhogen van de sportparticipatie van de jeugd in Nederland? De hoofdvraag wordt beantwoord door te onderzoeken wat de succes- en faalfactoren zijn van de Achmea H5C en waar verbeteringen liggen voor volgende side events. Deze vragen worden beantwoord door middel van een SWOT-analyse. De deelvragen zijn verdeeld in 4 vragen en beantwoorden ieder de sterktes, zwaktes, kansen en dreigingen van de huidige Achmea H5C om zo tot gerichte aanbevelingen te komen voor volgende side events. De grootste kracht van de Achmea H5C is dat alle kinderen en jongeren plezier hadden in sport en bewegen op alle evenementen van de Achmea H5C. Het brede sportaanbod was ingericht op actieve deelname van de kinderen en jongeren en gaf hen de kans zelf te ontdekken welke sport het beste bij hen past. Naast landelijke evenementen voor mediaaandacht is er ook gedacht aan lokale evenementen wat een goede balans geeft tussen exposure en gerichte sportstimulering. De Achmea H5C heeft tevens een goede eerste stap gezet richting de groeiende vraag naar ongeorganiseerde sport in de vorm van de Urban Tour. Sportieve Legacy van side events 4

De grootste zwakte van de Achmea H5C was het ontbreken van een follow-up traject. De Achmea H5C bestond voornamelijk uit eenmalige evenementen welke zonder follow-up niet intensief genoeg zijn en een te korte looptijd hebben voor het doelgericht stimuleren van kinderen en jongeren. Hierboven wordt de grootste zwakte van de Achmea H5C weergegeven. Dit is tevens waar de grootste kans voor de Achmea H5C ligt. Het opstellen van een follow-up traject in samenwerking met lokale sportverenigingen biedt kansen voor zowel een doelgerichtere sportstimulering van kinderen en jongeren maar tevens ook kansen voor het opzetten van samenwerkingen met lokale verenigingen. De samenwerking met sportverenigingen geeft kansen voor zowel een vraaggericht maar ook lokaal gericht sportaanbod, een follow-up traject met langere looptijd en het binnenhalen maar ook waarborgen van de nodige kennis en ervaring binnen de organisatie. De dreiging van de Achmea H5C is de steeds veranderende vraag vanuit kinderen en jongeren. Het doelgericht stimuleren van kinderen en jongeren vraagt een vraaggericht sportaanbod. Deze vraag blijft echter steeds veranderen wat de organisatie dwingt constant te onderzoeken wat de nieuwe vraag is. Het opzetten van samenwerkingen met lokale sportverenigingen is een grote kracht en kans voor sprotprojecten als de Achmea H5C. Echter blijft de dreiging altijd aanwezig dat sportverenigingen niet bereid zijn mee te werken aan dergelijke projecten, de juiste persoon binnen de verenigingen moet worden gevonden. De krachten, zwaktes, kansen en dreigingen van de Achmea H5C leiden tot gerichte adviezen voor side events in de toekomst. De gericht aanbevelingen worden beschreven in het bijhorende adviesrapport Legacy Toolkit. Dit onderzoek was een eerste stap richting het opstellen van richtlijnen en het optimale plan voor de uitvoering van soortgelijke side events. In de toekomst blijven er vervolgonderzoeken nodig zijn om het plan verder uit te werken tot het optimale plan. Dit onderzoek heeft een eerste kader opgesteld voor onderzoeken in de toekomst maar ook voor organisaties van side events die zich richten op sportieve spin-off. Sportieve Legacy van side events 5

Summary As Partner in Sports from NOC*NSF, Achmea will support sports events and invest in projects that stimulate the width sport. Achmea wants to develop a plan that describes how side events, that focus on the rise of sports participation in Holland, should take shape. There has been no plan developed that can be used by Achmea as a guideline or manual for the development or management of side events that focus on the rise of sports participation in Holland. This research will be a first start. The research is based on the first sports stimulating project of Achmea: The Achmea High Five Challenge (Achmea H5C). In able to get to a plan that Achmea can use as a manual for side events in the future the following main question has been draught: What are targeted recommendations for side events that, like the Achmea High Five Challenge, aim at the rise of sports participation of the youth in the Netherlands? The main question will be answered by researching the successes and failures of the Achmea H5C. These questions will be answered through a SWOT-analysis. De successes en failures are divided in 4 questions. The questions will show Achmeas strengths, weaknesses, opportunities and threats. The biggest strength of the Achmea H5C is the joy and fun all the children had on the events of the Achmea H5C. The broad sports supply was designed for an active attitude of the children and give them a chance to discover their own interest in sports. Beside the national events that gave the Achmea H5C exposure, there were many local events what gave the project an aimed approach for the rise of sports participation. The Achmea H5C has made a first step to the growing demand of unorganized sports. The main weakness of the Achmea H5C was the lack of a follow-up. The Achmea H5C mainly existed out of one-time events. Without the follow-up these events weren t intense enough for the functional stimulating of children. The weakness of the Achmea H5C is also the biggest opportunity. When the Achmea H5C adds a follow-up to their events and set up a cooperation with the local sports associations a lot of opportunities will occur. The cooperation with local associations not only gives opportunities for the demands, the local sports supply, a follow-up, but brings in the valuable knowledge within the organization. Sportieve Legacy van side events 6

The constant changing demand will always be a threat for the Achmea H5C. This forces an organization to keep researching what the demand will be. The cooperation with local sport associations is a big opportunity for the Achmea H5C, but also a great threat. The sports associations are not always willing to participate in these kind of projects. The strengths, weaknesses, opportunities and threats of the Achmea H5C will lead to functional advises for future side events. These advises will be described in the Legacy Toolkit. This research was a first step towards guide lines and the optimal plan for the organization of future side events. In the future there will be sequel researches that are necessary for the realization of an optimal plan. The research has set up a frame for future researches but also for side events with a sports legacy. Sportieve Legacy van side events 7

Inhoudsopgave Voorwoord... 3 Samenvatting... 4 Summary... 6 1 Inleiding...10 1.1 Aanleiding...11 1.2 Probleemstelling...12 1.3 Vraagstelling...13 1.4 Afbakening...13 2 European Youth Olympic Festival 2013 Utrecht...15 2.1 EYOF 2013 Utrecht...15 2.2 Achmea High Five Challenge...18 3 Literatuuronderzoek...22 3.1 Effecten (top)sportevenementen en side events...23 3.2 Analyseren van side events...25 3.3 Analyse model...27 3.3.1 Toelichting gebruik van het vliegwiel...28 3.3.2 Sturingselementen...29 3.5 Deskresearch per sturingselement...31 3.5.1 Doelgroep...32 3.5.2 Schaalniveau...40 3.5.3 Intensiteit...42 3.5.4 Looptijd...44 3.5.5 Organisatie...46 3.5.6 Rolmodellen...48 3.6 Conclusies...49 3.6.1 Strengths...50 3.6.2 Weaknesses...51 3.6.3 Kansen...52 3.6.4 Dreigingen...53 3.6.5 Literatuuronderzoek en kwalitatief onderzoek...53 4 Methode...54 Sportieve Legacy van side events 8

4.1 Interviews...54 4.2 Methode van analyse...54 4.3 Respondenten...55 4.4 Vragenlijsten...56 5 Resultaten interviews...57 5.1 Doelgroep...57 5.2 Schaalniveau...57 5.3 Intensiteit...58 5.4 Looptijd...58 5.5 Organisatie...58 5.6 Rolmodellen...59 6 Conclusie...60 6.1 Deelvraag 1...61 6.2 Deelvraag 2...62 6.3 Deelvraag 3...63 6.4 Deelvraag 4...64 7 Discussie...66 8 Aanbevelingen...67 9 Referenties...68 Bijlage 1: Resultaten Literatuurstudie...71 SWOT-analyse Achmea High Five Challenge...71 Bijlage 2: Vragenlijst interviews...76 Bijlage 3: Uitwerkingen interviews...82 Bijlage 4: Resultaten kwalitatief onderzoek... 100 SWOT-analyse Achmea High Five Challenge... 100 Figuur 1 Logo EYOF 2013 Figuur 2 Logo s partners en sponsoren EYOF 2013 Figuur 3 Logo Achmea High Five Challenge Figuur 4 Organigram projectorganisatie Achmea High Five Challenge Figuur 5 Analyse model van DSP-Groep, vliegwiel DSP-Groep Figuur 6 Grafiek sportparticipatie, NOC*NSF Figuur 7 Motieven van kinderen om te sporten Figuur 8 Côté s Devolopmental Model of Sport Participation (DMSP) Sportieve Legacy van side events 9

1 Inleiding Sporten is gezond. Een algemeen gegeven dat het merendeel van de Nederlandse bevolking gelooft. In het jaar 1982 vond 57 procent van de bevolking dat actieve sportbeoefening nodig was voor een goede gezondheid, in 2005 was dat percentage gestegen naar 73 procent 1. Naast sporten voor gezondheid gebruikt de bevolking sport nu ook voor sociale winst. Door middel van sport kom je in contact met andere mensen, sport zorgt voor meer sociale samenhang. De belangstelling om te sporten en bewegen is de afgelopen jaren toegenomen. Dit is deels te verklaren door de verschuiving van sport als doel naar sport als middel, een middel voor het stimuleren van een goede gezondheid en sociale samenhang. Het besef dat een gezonde leefstijl ertoe doet is deels ten gevolge van projecten die mensen stimuleert meer te gaan bewegen. De Rijksoverheid subsidieert projecten die mensen aansporen meer te gaan sporten en bewegen. Uit de landelijke nota gezondheidsbeleid, Gezondheid dichtbij, blijkt dat de projecten die de Rijksoverheid subsidieert overigens wel lonen: In maart 2010 verscheen de vijfde editie van de vierjaarlijkse Volksgezondheid Toekomst Verkenningen (VTV) van het RIVM, met als titel Van Gezond naar Beter. De titel was niet toevallig. Uit het rapport bleek dat het steeds beter gaat met de gezondheid in Nederland. 2 De landelijke nota gezondheidsbeleid, Gezondheid dichtbij, benoemd meerdere factoren die invloed hebben op de gezondheid van de bevolking. De nadruk van deze nota ligt op bewegen. Met de nadruk op bewegen legt de nota een verbinding tussen het gezondheidsbeleid en het sportbeleid van Nederland. De ambitie, een vitaal Nederland, is meegenomen naar het Olympisch Plan 2028. De sport en bewegen projecten die de Rijksoverheid steunt zijn voornamelijk gericht op het verhogen van de sportparticipatie. NOC*NSF heeft het verhogen van de sportparticipatie opgenomen in de Sportagenda 2016. Naast het VWS en sportinstellingen als NOC*NSF is de doelstelling: een hogere sportparticipatie in Nederland, ook aangenomen in de commerciële sector. Verzekeraar Achmea is Partner in Sport van NOC*NSF geworden en deelt een doelstelling van NOC*NSF: Het verhogen van de sportparticipatie in Nederland. 1 Hagedoorn & Rutten, 2007 2 VWS, 2010 Sportieve Legacy van side events 10

1.1 Aanleiding Willem van Duin, voorzitter Raad van Bestuur: "Als partner van NOC*NSF gaan wij investeren in projecten die de breedtesport stimuleren. We focussen daarbij op de doelgroep 8 tot 18-jarigen. Wij willen via sport jongeren, de schoolgaande jeugd van Nederland in beweging krijgen. Wij geloven er in dat sport de gezondheid bevordert en dat samen sporten een goede manier is voor jongeren om hun plek in de samenleving te ontdekken. Daarmee kunnen we de samenhang in de samenleving bevorderen. En dat is voor ons als coöperatieve verzekeraar minstens zo belangrijk." 3 Als Partner in Sport van NOC*NSF 4 wil Achmea vaker (top)sportevenementen steunen en investeren in projecten die de breedtesport stimuleren. De Achmea High Five Challenge 5 (Achmea H5C) was daar het eerste resultaat van. Omdat Achmea in de toekomst vaker (top)sportevenementen en daarbij horende side events zal ondersteunen wil Achmea een plan ontwikkelen dat omschrijft hoe side events, die zich richten op het verhogen van de sportparticipatie van de jeugd in Nederland, van topsportevenementen vorm moeten krijgen. Dit onderzoek gebruikt het EYOF 2013 en de daarbij horende side events, de Achmea H5C als casus. Aan de hand van de casus en een onderzoek wordt duidelijk gemaakt waar de casus van het onderzoek, de Achmea H5C, een nog betere bijdrage kan leveren aan het vergoten van de sportparticipatie van de jeugd in Nederland. Het onderzoek leidt tot aanbevelingen voor de Achmea H5C maar voornamelijk voor Achmea en (top)sportevenementen en side events in de toekomst die zich richten op het verhogen van de sportparticipatie van de jeugd in Nederland. De Achmea H5C en de door onderzoek bevonden aanbevelingen dienen als nieuwe basis voor side events in de toekomst die zich, net als de Achmea H5C, richten op het verhogen van de sportparticipatie van de jeugd in Nederland. Tot slot wordt door de student een kader opgesteld met de nodige handvatten voor organisaties die de side events in de toekomst organiseren. 3 NOC*NSF, 2013 4 Nederlands Olympisch Comité* Nederlandse Sport Federatie (NOC*NSF) is de bundeling van de georganiseerde sport in Nederland. http://www.nocnsf.nl, 2013 5 De Achmea High Five Challenge is het side events programma van het EYOF 2013 met als doelstelling de jeugd van Nederland meer te laten sporten. Verdere toelichting volgt later in dit verslag. Sportieve Legacy van side events 11

1.2 Probleemstelling Zoals hierboven wordt aangegeven, wil Achmea een plan voor toekomstige side events die zich richten op het verhogen van de sportparticipatie van de jeugd van Nederland. Dit plan wordt gemaakt op basis van het eerste sportstimuleringsproject van Achmea: de Achmea H5C. Er zijn weinig (Nederlandse) onderzoeken te vinden die onderzoek doen naar de maatschappelijke spin-off 6 van sportevenementen en side events. De Werkgroep Evaluatie Sportevenementen (WESP) 7 voert het merendeel van de onderzoeken uit naar de legacy 8 van (top)sportevenementen. Voornamelijk zijn dit onderzoeken naar de economische-, culturele- en promotionele impact van (top)sportevenementen geweest. Een onderzoek van DSP-Groep: Meer halen uit sportevenementen, is een eerste Nederlands onderzoek naar de maatschappelijke spin-off 9 van side events. Dit onderzoek Sportieve Legacy van side events kan worden gezien als een evaluatie van het projectplan van de Achmea H5C. Waar DSP-Groep een onderzoek uitvoerde naar de maatschappelijke spin-off gaat dit onderzoek in op deze maatschappelijke spin-off en verdiept zich in de sportieve spin-off van side events. Er is tot op heden nog geen richtlijn of plan van aanpak ontwikkeld voor het genereren van sportieve spin-off met side events van (top)sportevenementen. Achmea verbindt zich aan de sport en heeft als doelstelling de sportparticipatie van de jeugd van Nederland te verhogen door middel van sportprojecten en side events. Echter is er nog geen plan dat Achmea als leidraad of handleiding kan gebruiken voor het ontwikkelen en organiseren van side events met bovenstaande doelstelling. Dit onderzoek is een eerste stap naar het ontwikkelen van de optimale handleiding voor Achmea. 6 Spin-off omvat de (positieve maar ook negatieve) effecten die merkbaar en meetbaar zijn in de samenleving als gevolg van het plaatsvinden van een top- of breedtesportevenement (inclusief de side events). (DSP-groep B.V., 2012) 7 De Werkgroep Evaluatie Sportevenementen (WESP) is een samenwerking tussen kennisinstellingen op het gebied van evenementen evaluatie. De WESP is sinds 2008 actief en kent inmiddels meer dan 30 leden van ruim 25 Nederlandse kennisinstellingen, evenementorganisatoren, adviesbureaus en beleidsorganisaties. (www.evenementenevaluatie.nl/info, 2013) 8 Legacy is all planned and unplanned, positive and negative, tangible and intangible structures created for and by a sport event that remain longer that the event itself. ( A Sustainable Sports Legacy: Creating a Link between the London Olympics and Sports Participation, Vassil Girginov & Laura Hills, 2008.) Legacy is de Engelse term voor spin-off. Sportieve Legacy van side events 12

1.3 Vraagstelling De probleemstelling uit de vorige paragraaf kan worden vormgegeven in de volgende vraagstelling: Wat zijn gerichte aanbevelingen voor side events die zich, net als de Achmea High Five Challenge, richten op het verhogen van de sportparticipatie van de jeugd in Nederland? Deze vraagstelling kan worden opgedeeld in de volgende deelvragen: - Wat zijn de succesfactoren van de Achmea H5C? (Strengths) Welke factoren moet de Achmea H5C, en volgende side events, behouden? - Wat zijn de faalfactoren van de Achmea H5C? (Weaknesses) Welke factoren moet de Achmea H5C, en volgende side events, verbeteren? - Wat zijn de mogelijkheden van de Achmea H5C? (Oppertunities) Welke factoren kunnen er (mits nodig) nog aan de Achmea H5C, en volgende side events, worden toegevoegd? - Wat zijn de dreigingen voor de Achmea H5C? (Threats) Welke factoren kunnen er (mits nodig) van de Achmea H5C, en volgende side events, worden verwijderd? 1.4 Afbakening De Achmea High Five Challenge is het side event programma van het EYOF 2013 en richt zich op kinderen en jongeren tussen 4 en 18 jaar (de doelgroepen verschillen per programma onderdeel, waar de leeftijden 13 18 jaar centraal staan). Naast het promoten van het EYOF 2013 is de voornaamste doelstelling van de Achmea High Five Challenge een hogere sportparticipatie onder de jeugd van Nederland. Dit onderzoek richt zich tot de Achmea High Five Challenge als casus en doet onderzoek naar aanbevelingen voor side events programma s in de toekomst die zich, net als de Achmea High Five Challenge, richten op het verhogen van de sportparticipatie van de jeugd in Nederland. Dit onderzoek gebruikt voorgaande onderzoeken en evaluaties van (top)sportevenementen en side event programma s die zich tevens richtten op het verhogen van de sportparticipatie Sportieve Legacy van side events 13

van de jeugd. Dit onderzoek komt uiteindelijk tot aanbevelingen voor de Achmea H5C. Projecten en side events in de toekomst kunnen op basis van deze aanbevelingen een nieuw projectplan opstellen. Dit onderzoek vindt plaats vóór de effectmeting van de Achmea H5C, Talent in Beweging, uitgevoerd door o.a. het Mulier Instituut. De bevonden aanbevelingen worden verworpen of geaccepteerd na de effectmeting Talent in Beweging. Sportieve Legacy van side events 14

2 European Youth Olympic Festival 2013 Utrecht In dit hoofdstuk wordt het European Youth Olympic Festival 2013 Utrecht (EYOF 2013) omschreven. Het EYOF 2013 wordt dit jaar in Utrecht georganiseerd, de belangen van een stad om een (top)sportevenement als het EYOF 2013 te organiseren worden in paragraaf 2.2 weergegeven. Het flankerend beleid van het EYOF 2013 wordt georganiseerd in de vorm van de Achmea High Five Challenge (Achmea H5C). De Achmea H5C wordt in paragraaf 2.3 omschreven. De side events van het EYOF 2013, de Achmea H5C, dient als casus voor deze studie, Sportieve Legacy van side events. 2.1 EYOF 2013 Utrecht Het European Youth Olympic Festival (EYOF 2013) is een tweejaarlijks multisportevenement voor talentvolle sporters van 13 t/m 18 jaar uit Europa. Compleet met de mooiste Olympische tradities, zoals het Olympisch Dorp, de openings- en sluitingsceremonie en de Olympische Vlam. In Utrecht brandde de Olympische Vlam van 14 t/m 19 juli. 3.300 topsporttalenten en hun begeleiders uit 49 Europese landen gaan met elkaar de sportieve strijd aan. In 2013 is het EYOF het enige grote internationale topsportevenement op de nationale evenementenkalender. Figuur 1: Logo EYOF 2013 Het Olympische evenement is eigendom van de European Olympic Committees (EOC) en heeft de steun van NOC*NSF. 10 Het EYOF 2013 in Cijfers: Het EYOF 2013 wordt gehouden van 14 t/m 19 juli 2013. Het Olympische topsportevenement telt 2700 topsporters uit 49 Europese landen. De topsporters hebben de leeftijd van 13 t/m 18 jaar. Op het EYOF 2013 worden 9 verschillende sporten beoefend: Volleybal, Handbal, Judo, Atletiek, Zwemmen, Turnen, Basketbal, Tennis en Wielrennen. De 9 sporten zijn weer op te delen in 73 verschillende disciplines. De wedstrijden van het EYOF 2013 worden gehouden op 7 verschillende locaties (venues): Jaarbeurs Utrecht, TC Domstad, Zwembad de Krommerijn, Sportcentrum Olympos, Het Lint, Sportcentrum Galgenwaard en Atletiekbaan Maarschalkerweerd. 10 http://utrecht2013.com/eyof, 2013 Sportieve Legacy van side events 15

Stichting EYOF 2013 Het EYOF 2013 wordt georganiseerd door Stichting EYOF 2013 in samenwerking met NOC*NSF, gemeente en provincie Utrecht, sportverenigingen, sportbonden, culturele instellingen en onderwijsinstellingen. Het sportevenement wordt georganiseerd onder de vlag van de European Olympic Committees (EOC). Achmea is official partner van het EYOF 2013. De stichting krijgt financiële steun vanuit meerdere partijen. De financiële ondersteuning is als volgt opgebouwd: De Provincie Utrecht, de gemeente Utrecht en NOC*NSF leggen een bepaald bedrag in en staan tevens garant voor een bedrag. Het EYOF 2013 ontvangt vanuit het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport [VWS] een subsidie. Daarnaast heeft het EYOF 2013 één hoofdsponsor (official partner): Achmea, en een drietal sponsoren welke het evenement zowel in gelden als diensten ondersteunen: Telegraaf, Neptunes en Randstad. 11 Figuur 2 Logo s partners en sponsoren EYOF 2013 Ontwikkeling EYOF Voorzitter van het International Olympic Committee (IOC), Jacques Rogge, heeft het initiatief genomen en het EYOF voorheen nog de European Youth Olympic Days (EYOD) opgericht. Het EYOF vond voor het eerst plaats als experiment in Brussel in 1991. Het is sindsdien uitgegroeid tot een Olympisch festival dat niet meer kan ontbreken op de sportkalender en een noodzaak is voor de National Olympic Committees (NOC). Het EYOF is de enige Europese, Olympische, multidisciplinaire competitie voor de jeugd en is daarom een belangrijk sportevenement. Ondanks het EYOF nog geen lange geschiedenis heeft, laat het nu al zijn voetsporen na. De meeste deelnemers van het EYOF doen ook mee aan de Olympische spelen en andere internationale competities/wedstrijden. Pieter van de Hoogenband, toernooidirecteur van het EYOF 2013, is daar een voorbeeld van. Bij de Olympische Spelen in London 2012 waren 193 deelnemers afkomstig van het eerste EYOD/EYOF. Onder die deelnemers hebben 25 sporters een medaille gewonnen. Het EYOF is dus een ideale voorbereiding voor de Olympische Spelen. 11 Projectplan EYOF Utrecht 2013, 2012 Sportieve Legacy van side events 16

Het EYOF vindt plaatst om de twee jaar op de oneven jaren. In datzelfde jaar vindt zowel de zomer- als de wintereditie van het EYOF plaats. Het eerste EYOF (Brussel) in 1991 was de zomereditie, de wintereditie vond voor het eerst plaats in 1993 in Italië. Elke editie heeft een eigen mascotte, een eigen motto en zelfs een eigen embleem. De zomereditie van het EYOF wordt nu voor de tweede keer in Nederland georganiseerd. Het EYOF bestaat meestal uit 10 sporten (behalve dit jaar, omdat voetbal ontbreekt), waarvan er 4 teamsporten zijn. Alle 9 zomeredities hadden tot op heden de sporten: basketbal, volleybal, turnen, judo, atletiek, en zwemmen. De meeste edities hadden daarnaast ook wielrennen, handbal, tennis en voetbal. Ook kwamen de sporten badminton, zeilen, kajakken, tafeltennis en veldhockey regelmatig voor. Sinds het begin van het EYOF bestaat er een scheiding tussen jongens en meisjes. Gymnastiek staat alleen open voor meisjes en wielrennen staat alleen open voor jongens. Welke sport aan wie toekomt, is per EYOF te beslissen door de organisatie van het organiserende land met goedkeuring van het EOC. 12 Het EYOF 2011 vond plaats in Trabzon, Turkije. De burgemeester van Utrecht, Aleid Wolfsen, nam in 2011 de Olympische vlag in ontvangst namens het EYOF Utrecht 2013. De zomereditie van EYOF 2013 wordt georganiseerd in Utrecht, de wintereditie van EYOF 2013 wordt georganiseerd in Brasov, Roemenië. Het EYOF is een waardig Olympisch evenement vanuit het IOC. De waarden van dit Olympische evenement zijn dan ook gebaseerd op het Olympisch manifest van Pierre de Coubertin. Pierre de Coubertin is één van de grondleggers van de moderne Olympische Spelen. Pierre de Coubertin: L important dans la vie ce n est point le triomphe, mais le combat, l essentiel ce n est pas d avoir vaincu mais de s être bien battu. Belangrijke in het leven is niet de triomf, maar de strijd, het essentiële is niet om te hebben gewonnen, maar om goed te hebben gestreden. 13 12 http://eurolympic.org/about-us/history, 2013 13 http://utrecht2013.com/eyof/geschiedenis, 2013 Sportieve Legacy van side events 17

2.2 Achmea High Five Challenge Het EYOF gaat niet alleen om de medailles en winnen. Maar ook om de zogenoemde 'legacy', om de erfenis van een dergelijk groot sportevenement. Met partner Achmea wordt in de aanloop naar het European Youth Olympic Festival de zogenoemde Achmea High Five Challenge (Achmea H5C) georganiseerd. De Achmea H5C is de titel van het programma van side events dat voor, tijdens en na het EYOF 2013 in Utrecht en heel Nederland de jeugd in beweging brengt. Als hoofdsponsor van het EYOF 2013 zet Achmea zich met de Achmea H5C in om door Figuur 3 Logo Achmea High Five Challenge middel van sport een bijdrage te leveren aan een gezondere leefstijl en het vergroten van de sociale cohesie tussen mensen. Om dit te bereiken heeft Achmea als doel de breedtesportparticipatie van de jeugd in Nederland te verhogen. De Achmea H5C bestaat uit een communicatiecampagne: road to EYOF, een vijftal evenementen (de vijf programma onderdelen worden weergegeven op de volgende pagina) en tot slot een effectmeting: Talent in Beweging. De Achmea H5C wordt gerealiseerd door de projectorganisatie EYOF 2013 Utrecht in samenwerking met Achmea. Achmea is de grootste verzekeringsgroep van Nederland. Achmea is met verschillende merken (Agis, Zilveren Kruis, FBTO e.a.) in diverse markten actief. Als hoofdsponsor van het EYOF 2013 zet Achmea zich met de Achmea H5C in om een bijdrage te leveren aan het verhogen van de sportparticipatie in Nederland. Achmea gelooft dat sport de kans geeft aan eenieder om zijn of haar talent te ontdekken en te ontwikkelen. Daarnaast levert sport een wezenlijke bijdrage aan een gezonde leefstijl en vergroot het de sociale cohesie tussen mensen en daarmee de leefbaarheid in de buurt. Achmea associeert zich door middel van het EYOF 2013 en de Achmea H5C met deze positieve waarden van sport. Deze waarden passen bij het imago dat Achmea wil uitstralen, namelijk dat van de meest betrouwbare verzekeraar. De verbindende link tussen het EYOF 2013 en de Achmea H5C is de slogan: Celebrate Talent! Binnen zowel het (top)sportevenement, EYOF 2013, als de side events, Achmea H5C, wordt het talent van jongeren gevierd. 14 14 Projectplan Achmea High Five Challenge, 2012 Sportieve Legacy van side events 18

Onderdelen Achmea High Five Challenge Hieronder vindt u een korte toelichting van alle onderdelen van de Achmea H5C. Ieder onderdeel wordt door een externe partij georganiseerd welke samen met de organisatie van de Achmea H5C een tijdelijke projectorganisatie vormt. 15 - Sportdagen Kinderen van 8 tot en met 14 jaar maken op een bijzondere kennis met de Olympische normen en waarden en de negen EYOF-sporten. Op Olympische toestellen en velden worden Sportdagen georganiseerd van 10 tot en met 21 juni 2013. De sportdagen worden georganiseerd door een externe partij, 2Basics. Leden uit het team van de Achmea H5C vormen samen met 2Basics een eenmalige projectorganisatie. - Urban Tour Sporten kan overal in de stad. De buurt is je sportveld, is wat we willen bewijzen met de Urban Tour. Een evenement van 3 à 4 uur voor kinderen van 10 tot en met 14 jaar. Het evenement wordt op meerdere locaties uitgevoerd. De Urban Tour wordt georganiseerd door een externe partij, ExpoSelect. Leden uit het team van de Achmea H5C vormen samen met ExpoSelect een projectorganisatie voor alle edities van de Urban tour. - Fakkelestafette Het EYOF 2013 heeft, net als de Olympische Spelen, een echt Olympisch Vuur. Van 11 tot en met 14 juli 2013 gaat de vlam met een fakkelestafette door Utrecht. Kinderen van sportverenigingen, scholen, families of vrienden mogen allemaal meedoen. De fakkelestafette wordt georganiseerd door een externe partij, Sciandri. Leden uit het team van de Achmea H5C vormen samen met Sciandri een eenmalig projectteam. - Clinics Voor de jeugd uit Utrecht zijn de clinics een kans om kennis te maken met één van de negen EYOF-sporten door middel van clinics. In samenwerking met verenigingen uit de regio Utrecht worden per sport kleine evenementen 15 Projectplan Achmea High Five Challenge, 2012 Sportieve Legacy van side events 19

georganiseerd of worden bestaande evenementen opgenomen in de Achmea H5C. De clinics worden georganiseerd door verschillende sportverenigingen uit de gemeente Utrecht. Een lid uit het team van de Achmea H5C coördineert de organisatie van de clinics. - Regionale initiatieven Er worden 2 bestaande regionale projecten ondersteund door de Achmea H5C: Toppers bij jou op school en Jongeren op gezond gewicht (JOGG). Beide projecten richten zich net als de Achmea H5C op de sportparticipatie van de jeugd. Het Toppers bij jou op school - project wordt georganiseerd door Vereniging Sport Utrecht (VSU). Dit is al een bestaand project, door financiering vanuit de Achmea H5C wordt het project een jaar lang vaker uitgevoerd met het EYOF 2013 als thema. Communicatiecampagne Naast de evenementen heeft de Achmea H5C een communicatiecampagne genaamd Road to EYOF. Deze campagne is gericht op de jeugd van Nederland en speelt voornamelijk in op de sociale media, Facebook en Twitter. Het doel van de campagne is de jeugd bij het EYOF 2013 te betrekken en betrokken te houden na het bezoeken van één van de evenementen van de Achmea H5C. Effectmeting Aan het einde van het EYOF 2013 voert het Mulier Instituut in samenwerking met Hogeschool en Universiteit Utrecht een effectmeting uit naar de verhoging van de sportparticipatie. De effectmeting, Talent in beweging, geeft weer of de doelstellingen van de Achmea H5C zijn behaald of niet. Sportieve Legacy van side events 20

Projectorganisatie De projectorganisatie van de Achmea H5C bestaat uit werknemers en stagiairs van het EYOF 2013. De projectorganisatie van de Achmea H5C wordt ondersteund door een werkgroep. Deze werkgroep wordt gevuld door leden uit onder andere NOC*NSF, Provincie Utrecht, Gemeente Utrecht, EYOF, VSU en de partijen die de programmaonderdelen van de Achmea H5C organiseren: 2Basics, ExpoSelect en Sciandri. De Achmea H5C is bewust onderdeel van het EYOF 2013. De link met het hoofdevenement wordt hiermee bewaakt. In de onderstaande organigram is de positie van de Achmea H5C (side events) binnen het EYOF weergegeven en de externe partijen die de programmaonderdelen van de Achmea H5C ondersteunen. Organigram Projectorganisatie Achmea High Five Challenge 16 Figuur 4 Organigram Projectorganisatie Achmea High Five Challenge 16 Projectplan Achmea High Five Challenge, 2012 Sportieve Legacy van side events 21

3 Literatuuronderzoek In het eerste deel van het onderzoek Sportieve Legacy van side events, wordt relevante literatuur gezocht en toegepast op de probleemstelling van het onderzoek: Wat zijn gerichte aanbevelingen voor side events die zich, net als de Achmea High Five Challenge, richten op het verhogen van de sportparticipatie van de jeugd in Nederland? Het onderzoek wordt in eerste instantie uitgevoerd door middel van een literatuurstudie. De casus van de studie, de Achmea H5C, wordt geanalyseerd op basis van relevante literatuur en onderzoeken. Na het analyseren van de Achmea H5C worden de resultaten verzameld. Aan de hand van de resultaten uit de literatuurstudie probeert de literatuurstudie antwoord te geven op de deelvragen. Waar de literatuurstudie geen antwoord kan geven op de deelvragen krijgt het onderzoek een vervolg in de vorm van een kwalitatief onderzoek. De benodigde informatie voor het kwalitatief onderzoek wordt gewonnen door verschillende interviews 17. Het onderzoek krijgt vorm in twee delen: 1) Literatuurstudie 2) Kwalitatief onderzoek 17 Het kwalitatief onderzoek wordt behandeld vanaf hoofdstuk 4 Sportieve Legacy van side events 22

3.1 Effecten (top)sportevenementen en side events Voor er aanbevelingen gemaakt worden voor side events die zich, net als de Achmea H5C, richten op het verhogen van de sportparticipatie moet worden begrepen wat voor effect (top)sportevenementen hebben op de sportdeelname. Side events worden vaak georganiseerd in aanvulling op het (top)sportevenement. Deze paragraaf omschrijft de effecten van (top)sportevenementen en de effecten van de bijhorende side events. In het Verenigd Koninkrijk wilde men Spelen organiseren die goed georganiseerd en memorabel zouden zijn, maar tevens een sportieve nalatenschap achter zouden laten voor het land. De nationale overheid van het Verenigd Koninkrijk wil middels London 2012 bereiken dat Britten fysiek actief worden. Het achterlaten van deze sportieve nalatenschap werd voor de Spelen van London 2012 zelfs opgenomen in het host city contract : It is the mutual desire of the IOC, the City and the NOC that the Games must be organized in the best possible manner ( ), and that the Games leave a positive legacy for the City and the Host Country, aldus het host city contract van Londen 2012. 18 Deze sportieve nalatenschap is zeer vergelijkbaar met de Olympische ambitie van Nederland. Eén van de speerpunten van Olympisch Vuur 2028 is het aandeel sporters is Nederland verhogen. Het is nog steeds een ambitie van het NOC*NSF om het aandeel sporters in Nederland te verhogen, van 65 procent (in 2007) naar 75 procent in 2016. 19 De positieve effecten op de sportdeelname zijn een belangrijk argument van het gastland om te investeren in een sportevenement. De overheid gebruikt dit argument vaak in de verwachting dat een sportevenement de nodige maatschappelijke effecten zal genereren. Overheden zetten vaak in op sportevenementen om de sportdeelname van het gastland te verhogen. Hebben sportevenementen wel een positief effect op de sportdeelname en worden deze doelen daadwerkelijk bereikt middels het organiseren van een sportevenement? De argumentatie dat sportevenementen een positief effect hebben op de sportdeelname wordt ook wel het demonstration effect of het trickle-down effect genoemd. 20 Dit effect is 18 Olympisch Vuur/NOC*NSF, 2012 19 http://nofnsf.nl/olympischplan2028, 2012 20 Bottenburg, van, 2011 Sportieve Legacy van side events 23

gebaseerd op de gedachte dat het kijken naar topsport(evenementen) mensen aanzet zelf actief te gaan sporten en bewegen. Een verder gevolg van het trickle-down effect is de zogenaamde double pyramid theory. 21 Deze theorie gaat uit van de inspiratiewaarde van topsporters, zogeheten rolmodellen 22 van de sport. Deze rolmodellen stimuleren mensen om meer te gaan sporten, wat leidt tot een hogere sportdeelname. Door de hogere sportdeelname is er een hogere kans dat de breedtesport enkele Olympische kampioenen voortbrengt: De aanvoerfunctie van de breedtesport. 23 Uit onderzoek van Weed et al (2009) blijkt dat de correlatie tussen sportevenementen en een verhoogde sportdeelname voornamelijk te verklaren is door middel van het, hierboven beschreven, trickle down effect. Het trickle-down effect bestaat uit twee aspecten: Waar vindt het sportevenement plaats en boeken de atleten goede resultaten? Als wij dit toepassen op Nederland komen de volgende twee aspecten naar voren: Vindt het sportevenement plaats in Nederland en leveren Nederlandse atleten goede prestaties? Uit het onderzoek van Weed et al blijkt dat het trickle-down effect het krachtigst is wanneer het sportevenement in Nederland plaatsvindt én wanneer Nederlandse atleten successen boeken. Het effect is het minst groot wanneer het sportevenement in het buitenland plaatsvindt en er geen succes worden geboekt door Nederlandse atleten. 24 Een voorwaarde voor het gewenste effect is dat er aan één van de twee aspecten wordt voldaan. Een organisatie heeft geen invloed op het aspect dat Nederlandse atleten successen boeken tijdens een sportevenement. De organisatie heeft meer kans op het gewenste effect wanneer het (top)sportevenement in Nederland plaats vind. Een versterking voor het gewenste effect is het ontwikkelen van een flankerend beleid met onder andere side events. Afhankelijk van dit flankerende beleid kan het effect sterker optreden wat leidt tot een hogere sportdeelname. Ervaringen vanuit het Verenigd Koninkrijk leren dat een dergelijk effect zich niet spontaan voltrekt 25. Een aaneenschakeling van gerichte prikkels en activiteiten die gericht zijn op de activatie van sportdeelname is nodig om de kans op een hogere sportdeelname te laten stijgen. Een goed voorbeeld van een succesvol flankerend beleid is een campagne dat is ontwikkeld door de Nederlandse Tafeltennisbond 26. De Nederlandse Tafeltennisbond heeft naar 21 Olympisch Vuur/NOC*NSF, 2012 22 De invloed van rolmodellen wordt in een ander hoofdstuk verder behandeld. 23 Bottenburg, van, 2003 24 Olympisch Vuur/NOC*NSF, 2012 25 Stolwijk et. al, 2011 26 De champagne van de Tafeltennisbond wordt later in dit onderzoek beschreven. De campagne van de Tafeltennisbond werd georganiseerd door 2Basics. Later in dit onderzoek worden resultaten weergegeven van Sportieve Legacy van side events 24

aanleiding van het WK tafeltennis (in mei 2011, Rotterdam) een breedtesportcampagne geïnitieerd. Deze campagne heeft geleidt tot twee nieuwe schoolsportverenigingen en het aantal jeugdleden in Rotterdam is met 25 procent gestegen. 27 Side events versterken het trickle-down effect van (top)sportevenementen. Net als de double-pyramid theory, die effect heeft op toeschouwers en de sportdeelname. De doublepyramid theory toont aan dat side events en (top)sportevenementen elkaar versterken. De side events krijgen een boost en meer media-aandacht vanuit het (top)sportevenement. Dit zorgt ervoor dat de side events sneller bekendheid en meer allure krijgen, wat uiteindelijk leidt tot meer deelnemers. Voor het hoofdevenement zijn de side events van promotionele waarde, zowel voor het evenement zelf als voor de sport. Door de beleveniseconomie waar we nu in leven, ontkomen (top)sportevenementen er niet meer aan om geen sportactiviteiten voor het brede publiek te organiseren. 28 3.2 Analyseren van side events Er zijn verschillende richtlijnen en methoden ontwikkeld 29 om evenementen en side events te evalueren en analyseren. Dit onderzoek richt zich op de side events van het EYOF 2013. De side events van het EYOF 2013 richten zich op het verhogen van de sportparticipatie van de jeugd in Nederland. Zoals in hoofdstuk 1 wordt aangegeven zijn er meerdere onderzoeksinstituten die onderzoek doen naar side events van evenementen. De Werkgroep Evaluatie Sportevenementen (WESP) is een samenwerking tussen al deze onderzoeks- en kennisinstellingen op het gebied van evenementen evaluatie. De WESP bestaat sinds 2008 en heeft meer dan 30 leden van 25 kennisinstellingen, adviesbureaus, beleidsorganisaties en evenementenorganisatoren. Een paar voorbeelden van deelnemende partijen: Centraal Bureau voor Statistiek, Hogescholen Fontys, Amsterdam, Groningen, Nijmegen, Rotterdam, Tilburg, Arnhem en Nijmegen, Mulier Instituut 30, Rotterdam Topsport en nog vele andere partijen. Naast het evalueren en meten stelt WESP tevens richtlijnen op. De richtlijnen van WESP bieden een meetinstrument die worden aanbevolen aan belanghebbende partijen. De richtlijnen voor de professionalisering van evenementenorganisaties zijn een initiatief van een interview met Rianne Schenk, projectmedewerkster van 2Basics en coördinator van de campagne van de Tafeltennisbond voor de WK Tafeltennis 2011. 27 Olympisch Vuur/NOC*NSF, 2011 28 DSP-Groep, 2012 29 Deze richtlijnen en methoden zijn niet geschikt voor side events met sportieve spin-off. Dit zijn voornamelijk economische- en culturele impact evaluaties. 30 Het Mulier Instituut voert de effectmeting van de Achmea High Five Challenge uit. Sportieve Legacy van side events 25

WESP in samenwerking met het Platform Sporteconomie en het Program Office Olympisch Vuur 31. Het doel van WESP is, in samenwerking met vertegenwoordigers van hogescholen en andere kennisinstellingen, richtlijnen te ontwerpen om de sociale, promotionele en economische impact van sportevenementen te meten. Als de meetinstrumenten en richtlijnen op een uniforme wijze worden toegepast, dan zijn evenementen beter vergelijkbaar en is het leereffect dat wordt bereikt groter. De WESP en haar leden hebben richtlijnen en meetinstrumenten opgesteld voor de volgende evaluaties: Economische impact, Prognose Economische impact, Bezoekersprofiel, Bezoekersaantallen, Beleving, Tevredenheid en Promotionele Waarde. De richtlijn Maatschappelijke betekenis, is op dit moment in ontwikkeling. 32 In de toekomst wil de WESP de meting van maatschappelijke effecten van sportevenementen standaardiseren. (Top)Sportevenementen genereren maatschappelijke spin-off. Zoals in hoofdstuk 1 wordt aangegeven, was er tot voor kort nauwelijks behoefte om de maatschappelijke spin-off van (top)sportevenementen te meten. Er is zowel in de theorie als in de praktijk nog te weinig kennis over het meten, evalueren, en ten slotte het vergoten van maatschappelijke spin-off. Evenementenorganisaties waren voornamelijk bezig met de uitvoering van de (top)sportevenementen en side events. Voor het genereren en vergroten van maatschappelijke spin-off zijn er te weinig duidelijke kaders en verantwoordingscriteria opgesteld wat het lastig maakt voor evenementen organisatie om bewust invulling te geven aan maatschappelijke spin-off van (top)sportevenementen en side events. De WESP en haar leden zijn bezig richtlijnen op te stellen voor maatschappelijke betekenis van sportevenementen. De themagebieden waar maatschappelijke spin-off kan plaatsvinden en de WESP zich op richt zijn: Gezondheid & Vitaliteit, Participatie & Cohesie, Beleving & Ervaring, Economie & Werk, Milieu & Innovatie en Imago & Identiteit. 33 De side events van EYOF 2013, Achmea H5C, en de doelstelling van deze literatuurstudie, een hogere sportparticipatie in Nederland, vallen onder de richtlijn Maatschappelijke betekenis en het themagebied Participatie & Cohesie. Alle themagebieden hebben raakvlakken met elkaar. Dus ook de Achmea H5C heeft raakvlakken met meerdere themagebieden. De Achmea H5C is voornamelijk in te delen in het themagebied Participatie & Cohesie. 31 Olympisch Vuur 2028 draagt zorg voor de landelijke coördinatie op de uitvoering van het Olympisch Plan 2028 onder aansturing van het Dagelijks Bestuur. Het Program Office ondersteunt de alliantiepartners bij het boeken van resultaten op de drie speerpunten van het Olympisch Plan 2028. 32 http://evenementenevaluatie.nl/info, 2013 33 http://evenementenevaluatie.nl/richtlijnen, 2013 Sportieve Legacy van side events 26

3.3 Analyse model De centrale vraag in de evaluatie van het VWS beleidskader pilots sportevenementen was: Wat zijn succesvolle aanpakken van side events voor het vergroten van maatschappelijke spin-off bij sportevenementen? DSP-Groep 34 heeft antwoord proberen te geven op bovenstaande vraag en een conceptueel kader ontwikkeld voor maatschappelijke spin-off. DSP-Groep heeft van NOC*NSF steun gekregen om 11 pilots te onderzoeken waaronder het WK Tafeltennis 2011, WK Turnen 2010 en het WK CP Voetbal 2011. Doel van het onderzoek was om te leren van de ervaringen die waren opgedaan bij voorgaande (top)sportevenementen en van de 11 toegewezen pilots. Op basis van de ervaringen kon DSP-Groep een kader vormen en handvatten ontwikkelen die organisatoren van side events een richtlijn biedt en ondersteunt. Het kader dat DSP-Groep heeft gevormd is uiteindelijk schematisch weergegeven in een vliegwiel (figuur 6). Dit vliegwiel biedt managers een kader door maatschappelijke spin-off van side events in te delen in verschillende maatschappelijke thema s. Na het bepalen van het thema van de side events kan een manager aan de hand van een vijftal sturingselementen vragen beantwoorden die bepalend zijn voor de inrichting van de side events. Figuur 5 Analyse model van DSP-Groep: Het vliegwiel. 34 DSP-Groep is een onderzoeksinstelling die deel uitmaakt van de WESP Sportieve Legacy van side events 27

3.3.1 Toelichting gebruik van het vliegwiel Het vliegwiel van DSP-Groep wordt voor dit onderzoek gebruikt als kader waarbinnen het onderzoek plaatsvindt. Het vliegwiel biedt managers niet alleen een richtlijn tijdens de ontwerpfase van het project maar het biedt ook derde partijen, zoals subsidieverstrekkers, controlerende partijen maar ook onderzoekers, een kader waarbinnen side events geanalyseerd kunnen worden. Het vliegwiel kan ingezet worden door derde partijen omdat het de keuzes die een organisator van side events moet maken om maatschappelijke spinoff te genereren weergeeft. Het vliegwiel concretiseert de maatschappelijke spin-off van side events. Het vliegwiel concretiseert de maatschappelijke spin-off van side events met verschillende doeleinden. Deze doeleinden zijn gekaderd in 6 themagebieden: Gezondheid & Vitaliteit, Participatie & Cohesie, Beleving & Ervaring, Economie & Werk, Milieu & Innovatie en Imago & Identiteit. De doelstellingen van de Achmea H5C zijn het verhogen van de sportparticipatie en de cohesie in de buurt en wijken. Dit onderzoek concentreert zich van de 6 themagebieden alleen op het themagebied: Participatie & Cohesie. Binnen het themagebied komt de organisator voor verschillende keuzes te staan over het invullen van de side event. De keuzes zijn weergegeven in 5 sturingselementen: Organisatie, Looptijd, Schaalniveau, Intensiteit en Doelgroep. De 5 sturingselementen bieden een kader waarbinnen de side events geanalyseerd worden. De programma onderdelen van de Achmea H5C worden ontleed tot de 5 sturingselementen en vervolgens worden de sturingselementen gebruikt om de Achmea H5C te analyseren. De Achmea H5C heeft een specifieke doelstelling, namelijk het verhogen van de sportparticipatie van de jeugd van Nederland. Welke keuzes worden er gemaakt per sturingselement om deze doelstelling te behalen maar vooral: Wat zijn op basis van onderzoek de juiste keuzes voor het behalen van de doelstelling van de Achmea H5C? Door dieper onderzoek per sturingselement wordt getracht de gemaakte keuzes van de Achmea H5C te analyseren en op basis van onderzoek weer te geven of deze keuzes de juiste zijn. Waar nodig komt het onderzoek tot aanbevelingen voor volgende side events die zich net als de Achmea H5C richten op het verhogen van de sportparticipatie van de jeugd in Nederland. De 5 sturingselementen worden in de volgende paragraaf kort toegelicht. Sportieve Legacy van side events 28

3.3.2 Sturingselementen Het vliegwiel van DSP-Groep bestaat uit 6 themagebieden en 5 sturingselementen. De 5 sturingselementen bieden een kader waarbinnen de side events geanalyseerd worden. De 5 sturingselementen worden hieronder kort beschreven. 35 Doelgroep Met een gerichte aanpak kunnen side events geschikt zijn om nieuwe doelgroepen te bereiken. Voor een gerichte aanpak is het echter essentieel om duidelijk in kaart te brengen wat je doelgroep is. Wanneer duidelijk is wat je doelgroep(en) is, is het zeer belangrijk om de activiteiten van en de communicatie over de side events aan te passen aan de doelgroep(en). Alleen dan is een gerichte aanpak mogelijk. Schaalniveau Het schaalniveau van de side events hangt vaak samen met de schaal van het hoofdevenement. Het schaalniveau duidt de reikwijdte van de side events aan. Beperken de effecten van de side events zich tot de gemeente of regio, of heeft het een landelijke of zelfs internationale reikwijdte? Intensiteit De mate van intensiteit van de side events bepaald de mate van betrokkenheid van de deelnemers en/of toeschouwers. Het is per doelstelling verschillend wat de benodigde mate van intensiteit is. De mate van intensiteit is te onderscheiden in drie niveaus: Ik zie - De minimale betrokkenheid van de deelnemers en/of toeschouwers. Bijvoorbeeld het zien van een bericht in de krant. Ik beleef - De deelnemers en/of toeschouwers worden al meer betrokken en zien iets met emoties. Bijvoorbeeld het bijwonen van een wedstrijd en meeleven met de sporters. Ik doe mee - De deelnemers en/of toeschouwers doen mee met de side events. Zij participeren. 35 DSP-Groep, 2012 Sportieve Legacy van side events 29

Looptijd Niet de looptijd van de side events maar de looptijd van de spin-off is hier van belang. De organisatie moet van tevoren bepalen of de spin-off van korte of lange duur moet zijn. Wellicht kost het genereren van spin-off op de korte termijn minder energie dan het genereren van spin-off op de lange termijn. Naast het streven van korte- of lange termijn spin-off kan er een keuze worden gemaakt of de spin-off gericht is op bepaalde gebieden, bijvoorbeeld het verhogen van de sportparticipatie of cohesie in één wijk. De looptijd van de spin-off hangt tevens af van het type evenement: breedtesport of topsport, eenmalig of een jaarlijks evenement. Organisatie Worden de side events georganiseerd door een tijdelijke projectorganisatie of vanuit een structureel samenwerkingsverband? Deze keuze is één van de belangrijkste keuzes die een organisator moet maken bij het inrichten van de side events. Het type evenement is hierin een belangrijk aspect. Wanneer de side events lange termijn doelstellingen hebben en daarbij een hoge intensiviteit bedragen is een structureel samenwerkingsverband de voornaamste optie. Sportieve Legacy van side events 30

3.5 Deskresearch per sturingselement De 5 sturingselementen bieden een kader waarbinnen de side events worden geanalyseerd. De Achmea H5C heeft een specifieke doelstelling, namelijk het verhogen van de sportparticipatie van de jeugd van Nederland. Deze doelstelling valt binnen het themagebied Participatie & Cohesie. Welke keuzes worden er binnen het themagebied Participatie & Cohesie gemaakt per sturingselement om deze doelstelling te behalen, maar vooral: Wat zijn gerichte aanbevelingen voor side events die zich, net als de Achmea High Five Challenge, richten op het verhogen van de sportparticipatie van de jeugd in Nederland? De 5 sturingselementen hebben veel raakvlakken met elkaar. Door onderzoek wordt duidelijk hoe de sturingselementen het beste moeten worden ingericht voor het verhogen van de sportparticipatie. Per sturingselement is onderzoek gedaan naar de juiste inrichting voor het behalen van de gestelde doelstelling. Vervolgens wordt met de bevindingen de Achmea H5C per sturingselement geanalyseerd. Het toepassen van de bevindingen op de Achmea H5C leidt vervolgens tot aanbevelingen voor de Achmea H5C en side events die zich, net als de Achmea H5C, richten op het verhogen van de sportparticipatie van de jeugd in Nederland. Sportieve Legacy van side events 31

3.5.1 Doelgroep DSP-Groep heeft de volgende conclusie getrokken met betrekking tot de doelgroep voor een succesvolle aanpak van side events: De juiste doelgroep is erg bepalend voor het succes van de side events. De keuze voor de juiste doelgroep moet aansluiten bij de visie en doelstellingen van de organisatie. Organisatoren die een duidelijke keuze maken voor de doelstellingen en doelgroep en daarbij een bijbehorende aanpak en communicatie ontwikkelen voor de bepaalde doelgroep hebben meer kans op het succesvol genereren van spin-off. 36 De Achmea H5C heeft een duidelijke keuze gemaakt voor de doelgroep en de doelstellingen. Omdat de Achmea H5C zich specifiek richt op kinderen en jongeren is het mogelijk om dieper onderzoek te doen naar de optimale aanpak voor soortgelijke side events, waar de conclusie van DSP-Groep oppervlakkig blijft omdat dit onderzoek zich richtte op side events voor meerdere doelstellingen (zowel culturele-, economische- en innovatieve side events). Per programma onderdeel richt de Achmea H5C zich op een kleinere, meer specifieke doelgroep. De activiteiten van het programma onderdeel zijn toegepast op de doelgroep. De doelgroepen per programma onderdeel. 37 Programma onderdeel Doelgroep - Urban Tour Kinderen en jongeren tussen 10 en 14 jaar - Sportdagen Kinderen en jongeren tussen 8 en 14 jaar - Fakkelestafette Kinderen en jongeren tussen 8 en 18 jaar - Clinics Kinderen en jongeren tussen 4 en 21 jaar - Toppers bij jou op school Kinderen en jongeren tussen 8 en 18 jaar De programma onderdelen van de Achmea H5C zijn voornamelijk ingericht op het enthousiast maken van kinderen en jongeren voor sport. Op deze wijze wil de Achmea H5C haar doelstelling, het verhogen van de sportparticipatie onder kinderen en jongeren, behalen. In de sportagenda 2016 van NOC*NSF wordt een grafiek weergegeven die de verdeling van de sportparticipatie in Nederland weergeeft. In deze grafiek is duidelijk te zien dat het percentage sportparticipatie onder kinderen snel stijgt. Er is weinig (maar zeker nog wel) winst te behalen bij het verhogen van de sportparticipatie onder kinderen. 36 DSP-Groep, 2012 37 Projectplan Achmea High Five Challenge, 2012 Sportieve Legacy van side events 32

Figuur 6 Grafiek sportparticipatie, NOC*NSF Vanaf circa 12 jaar stijgt de grafiek minder snel, vanaf circa 14 jaar daalt de grafiek snel tot circa 20 jaar waarna de grafiek nog steeds daalt maar gestaag een constant niveau vindt. De zogeheten drop-out of uitstroom vindt sterk plaats vanaf de puberteit. Naast het verhogen van het percentage is er veel winst te behalen op het tegengaan van deze uitstroom. Het gemiddelde percentage zal over de jaren dan toenemen. NOC*NSF geeft in de Sportagenda 2016 weer dat het behouden van sporters een element is in de strategie om de sportparticipatie te verhogen: De sport focust op het behoud van actieve sporters en werving van niet-sporters. 38 Naast de verdeling tussen kinderen en jongeren (basis- en voortgezet onderwijs) kan er ook een verdeling worden gemaakt tussen sportende en niet sportende kinderen. Uit verschillende literatuur blijkt een duidelijk verschil weer te geven in de aanpak van sportstimulering tussen kinderen en jongeren die wel - of niet sporten. De verschillen worden hieronder toegelicht. De verdeling tussen kinderen en jongeren wordt hierin meegenomen. 38 NOC*NSF, 2012 Sportieve Legacy van side events 33

Sportende kinderen en jongeren Het boek Sportieve Recreatie 39 omschrijft zowel manieren om kinderen en jongeren aan het sporten te krijgen als aanpakken om kinderen en jongeren aan het sporten te houden. Het boek richt zich voornamelijk op sportieve recreatie 40 en benadrukt de tussenstap tussen niet sporten en georganiseerd sporten, bijvoorbeeld in verenigingsverband. De periode dat kinderen naar de middelbare school gaan en de puberteit in gaan heeft sport niet meer de hoogste prioriteit. De hele periode van het voortgezet onderwijs staat in het teken van proefwerken en examens. In deze periode vinden veel jongeren een plaats in het sportief bewegen dat bij hen past, of ze stappen uit de sport. 41 Vanaf het voortgezet onderwijs weten jongeren wat zij willen bereiken door middel van sport, bijvoorbeeld het verbeteren van het lichaam of het verbeteren van de skills. Een groep gaat door met de wedstrijdsport en een groep wendt zich van de sport af of kiest voor ongeorganiseerde sport zoals fitness, dans en zwemmen. Deze sporten worden niet in georganiseerd verband gedaan. Een goed middel om de uitstroom van jongeren tegen te gaan is door het sportaanbod te flexibiliseren en jongeren een rijk sportief aanbod aan te bieden. Scholen hebben voldoende expertise met de vakleerkracht LO in huis om leerlingen na schooltijd extra sport aan te bieden. Ook kunnen scholen een combinatiefunctionaris 42 aanstellen om dit beleid te ondersteunen. Leerlingen krijgen na schooltijd de mogelijkheid te blijven sporten, al dan niet in georganiseerd verband maar wel via het onderwijs, wat de uitstroom van jongeren die sporten verlaagd. 43 Een advies in dit traject is dat jongeren zelf inbreng hebben in de keuze van het sportaanbod. 44 De uitstroom vindt voornamelijk plaats onder kinderen die de puberteit in gaan en jongeren worden. Hierboven wordt een voorbeeld 45 toegelicht hoe de uitstroom onder jongeren zoveel mogelijk kan worden tegengegaan. Jongeren stoppen met georganiseerd sport maar blijven toch sporten, onder georganiseerde sport vanuit het onderwijs. 39 Buisman & Wiel, van der, 2010 40 Actief, ongedwongen bewegen, gericht op plezier en voldoening van het bewegen zelf. (Sportieve Recreatie, 2012) 41 Buisman & Wiel, van der, 2010 42 Een onlangs ingezet beleid om combinatiefunctionarissen aan te stellen. De combinatiefunctionaris is zowel in het onderwijs als de sport werkzaam om de sportparticipatie van de jeugd te stimuleren. 43 Buisman & Wiel, van der, 2010 44 De inbreng van jongeren in het bepalen van het sportaanbod wordt later in dit hoofdstuk ook behandeld onder paragraaf 5.5: Organisatie. 45 In het adviesraport worden meerdere voorbeelden toegelicht om jongeren aan het sporten te krijgen. Daarnaast zijn er vele voorbeelden te vinden in de werkvormenbundel van NISB: Meedoen en meebewegen, hoe doe je dat? 2005. Sportieve Legacy van side events 34

Waar jongeren ontdekken wat zij zelf belangrijk vinden van sport en sport vooral als middel zien om bijvoorbeeld fit te worden, zien kinderen vaker de sport als doel: Het is leuk om te doen. Om de uitstroom van kinderen te verminderen kan, net als bij jongeren, de tussenstap worden begeleid via het onderwijs: Kinderen stoppen met georganiseerde sport om verschillende redenen maar blijven sporten door bijvoorbeeld naschoolse activiteiten. Als kinderen plezier houden in het bewegen en de naschoolse activiteiten zich voornamelijk richten op het actief, ongedwongen bewegen, gericht op plezier en voldoening van het bewegen zelf. 46 Waar het aanbod van sport via het onderwijs kan werken als tussenstap om de uitstroom te verminderen kan het tevens een middel zijn om kinderen en jongeren die niet sporten te stimuleren voor de sport. Hierboven wordt voornamelijk de uitstroom van kinderen en jongeren uit de georganiseerde sport behandeld. Naast het opvangen van de uitstroom in een soort tussenstap waarbij kinderen en jongeren wel blijven, is er tevens de strategie om uitstroom bij de verenigingen tegen te gaan. Het boek Jeugdsport. Een verhaal apart 47, leert verenigingen een beleid op te stellen om de uitstroom tegen te gaan. De focus ligt voornamelijk op het behoud van plezier in de sport. Het moeten winnen en presteren is vaak een reden om te stoppen voor kinderen. Het gericht zijn op het winnen van de wedstrijd is zeker niet één van de belangrijkste redenen om aan sport te gaan doen, zeggen kinderen die met sporten gaan beginnen. De overheersende nadruk op winnen is één van de belangrijkste oorzaken om met sport op te houden, zeggen kinderen die ophouden met sport. Winnen is wel belangrijk maar samen met andere spelen is nog belangrijker, zegen basisschoolkinderen, zwel jongens als meisjes. 48 De literatuur 49 staat vol met voorbeelden en aanbevelingen voor verenigingen om de uitstroom tegen te gaan. Naast de voorbeelden uit het boek Jeugdsport. Een verhaal apart, zijn er onderzoeken te vinden die ons leren hoe kinderen en jongeren betrokken te houden bij de sport 50. Als we dit vertalen naar side events van (top)sportevenementen leert dit ons hoe om te gaan met kinderen en jongeren en wat motiveert ze te gaan, of blijven, sporten. Kinderen en jongeren vereisen beiden een andere aanpak. Voor het ontwikkelen van het 46 Buisman & Wiel, van der, 2010 47 Buisman & Middelkamp, 2001 48 Buisman & Middelkamp, 2001 49 Net als de Achmea H5C maakt alle gebruikte literatuur binnen deze studie onderscheid in de volgende leeftijdsgroepen: Jonge kinderen (peuter en kleuters), 4 8 jaar; Kinderen, 8 12 jaar (doelgroep van de Achmea H5C); Jongeren, 12 18 jaar (doelgroep van de Achmea H5C). 50 Bijvoorbeeld het model van Coté. Dit model wordt in de volgende paragraaf toegelicht. Dit model is zowel toepasbaar op kinderen die niet- als kinderen die wel sporten. Sportieve Legacy van side events 35

juiste sportaanbod kan zowel naar kinderen als jongeren worden geluisterd wat zij graag willen. De bovenstaande paragraaf richt zich voornamelijk het behouden van kinderen binnen hun huidige sportvereniging. Plezier en ontwikkeling binnen de sport staan hier voorop. Het side event programma Join the table heeft een andere strategie toegepast waarbij tevens plezier voorop staat. In het kader van het WK Tafeltennis 2011 zette de organisatie in lokale sportverenigingen (voetbal, hockey etc.) een tafeltennistafel in de kantine en liet de sportverenigingen zelf kleine toernooitjes organiseren. De winnaars per sportvereniging mochten meedoen in regionale finales. Dit is een praktijkvoorbeeld van het verbreden van het (sportieve) perspectief van de kinderen. Kinderen (die al sporten) ervaren andere sporten op een leuke en sportieve manier. De Achmea H5C heeft op een soortgelijke wijze de Urban Tour en Sportdagen ingezet. Kinderen en jongeren konden kennismaken met verschillende sporten (al dan niet met een urban 51 tintje). De sporten werden in een ongeorganiseerd en recreatief verband aangeboden. Deze strategie werkt ook bij kinderen die nog niet sporten. 51 Het sportaanbod van de Urban Tour bestond uit alle 9 EYOF-sporten, maar dan in een urban -variant aangeboden. Kinderen en jongeren kunnen deze variant altijd en overal in de stad uitvoeren. Sportieve Legacy van side events 36

Niet sportende kinderen en jongeren Hierboven wordt het verbreden van het (sport)perspectief van de kinderen toegelicht als strategie om kinderen meer te laten sporten. Uiteraard werkt deze methode ook op kinderen die nog niet sporten. Kinderen komen in aanraking met sport en wanneer zij met meerdere komen, zoals de Urban Tour en Sportdagen, krijgen zij een breed beeld van wat voor sporten er allemaal zijn. Dit zegt overigens niet dat het aanbieden van één sport, zoals de breedtesportcampagne van het WK Tafeltennis 2011 en de Clinics van de Achmea H5C, geen effect heeft op kinderen. Een doelgerichte campagne leert kinderen hoe de sport is die zij op dat moment uitvoeren. Wanneer zij naar een sportvereniging gaan voor deze sport weten zij wat ze kunnen verwachten. Het plezier dat zij ervaren tijdens de clinic ervaren zij nu weer op de sportvereniging. Een belangrijke factor binnen het stimuleren van kinderen en jongeren voor sport is het begrijpen van de motivaties per leeftijdsgroep. Het sportaanbod dient vraaggericht te zijn en sluit aan op zowel de motivaties als de leeftijdsgroep van de kinderen en jongeren. 52 Ewing en Seefelt (1989) 53 zijn onderzoekers die in de Verenigde Staten onderzoek hebben gedaan naar de beweegredenen van kinderen om te sporten. Dit onderzoek is gehouden onder 8.000 kinderen en heeft een verdeling van 49% jongens en 51% meisjes. De motieven worden in een tabel weergegeven in de volgende rangorde: Boys Girls 1. To have fun 1. To have fun 2. To improve my skills 2. To stay in shape 3. For the excitement of competition 3. To get exercise 4. To do something I m good at 4. To improve my skills 5. To stay in shape 5. To do something I m good at 6. For the challenge of competition 6. To be part of a team Figuur 7 Motieven van kinderen om te sporten 52 NOC*NSF, 2012 53 Buisman & Wiel, van der, 2010 Sportieve Legacy van side events 37

Een belangrijk gegeven uit dit onderzoek is dat bij zowel jongens als meisjes het plezier voorop staat, vóór de competitieve motivatie. Het creëren van plezier in sport is voor de organisatie de centrale opgave. Enjoyment was identified as a major motivating factor and was consistently reported as a much more important factor than competition or success 54 Daarnaast zal er een gedifferentieerd aanbod moeten komen waar kinderen met verschillende motivaties hun plezier uit halen. Niet alle kinderen willen aan een competitie deelnemen. Er moet rekening worden gehouden dat kinderen die competitie niet attractief vinden meer plezier halen uit dans, boogschieten, surfen of zwemmen en er zijn nog vele voorbeelden te noemen waar geen competitie-element in zit. Deze (ongeorganiseerde) sporten worden ook wel gezien als sportieve recreatie, een tussenstap tussen niet sporten en structureel sporten in georganiseerd verband. Bovenstaande tabel is gericht op de motivatie van kinderen om te gaan sporten, niet voor jongeren. Jongeren geven meer prioriteiten aan het verbeteren van hun vaardigheden en het lichamelijk fit worden. Sporten als fitness, dans en recreatief zwemmen blijken zeer populaire sporten onder jongeren. Allen sporten zonder competitief element. 55 De verschillende motieven per leeftijdsgroep worden tevens weergegeven in het model van Côté et. al (2007): Côté s Devolopmental Model of Sport Participation (DMSP) 56 Figuur 8 Côté s Devolopmental Model of Sport Participation (DMSP) 54 Buisman & Wiel, van der, 2010. p. 86 55 Buisman & Wiel, van der, 2010 56 Bailey et. al, 2010 Sportieve Legacy van side events 38