Weer thuis na de bevalling Adviezen voor moeder en baby



Vergelijkbare documenten
Weer thuis na de bevalling. Adviezen voor moeder en baby

Gynaecologie / Verloskunde Kraamafdeling Verpleegafdeling B2. Patiënteninformatie. De eerste dagen na de bevalling. Slingeland Ziekenhuis

Tips en adviezen voor de kraamperiode. Afdeling Verloskunde/Gynaecologie

Weer naar huis Aandachtspunten voor kraamvrouw en baby

Maatschap Gynaecologie. Informatie bij ontslag (kraamvrouwen)

Adviezen pasgeborene. Verloskunde. alle aandacht. (die buiten kantoortijd naar huis. gaan)

De eerste dagen thuis

Net bevallen De eerste 6 weken na je bevalling

Leefregels en adviezen voor de kraamvrouw

Het kraambed. We omringen jou en je kind met de beste zorg

De eerste uren thuis met uw baby (praktische informatie voor ouders)

De eerste uren thuis met uw baby

U mag dagelijks een douche nemen. De vagina alleen spoelen met water. Baden mag pas indien u geen helderrood bloed meer verliest.

flesvoeding adviezen voor thuis

Informatie voor kraamvrouwen

Thuis herstellen na een bevalling. Verpleegafdeling Oost 43

Informatie over de kraamtijd

Weer naar huis na uw bevalling

Het verzorgen van de baby

Ontslag uit het Moeder&Kind Centrum

Plassen Waarschuw de verloskundige/huisarts als je binnen vier uur na de bevalling nog niet of alleen maar kleine beetjes kunt plassen.

Moeder en baby. Adviezen

Tips voor na de bevalling

Na een keizersnede naar huis

Flesvoeding. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Met uw baby naar huis

checklist borstvoeding

Bevallen, de eerste uren thuis

De eerste 24 uur na je bevalling en je kraamtijd

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Met uw baby naar huis

Informatie voor kraamvrouwen en hun partners

Praktische zaken rondom verzorging en voeding van uw baby

TIPS KRAAMBED VOOR IN EN NA HET. Kring Verloskundigen

Als uw kindje naar huis toe mag

Kraamtijd ABC UW ZORG, ONZE PASSIE

Patiënteninformatie. Diabetes en Borstvoeding

Bijlage 2. Informatie over kunstmatige zuigelingenvoeding

Voedingsadviezen en andere praktische tips voor thuis Met de baby naar huis

Informatie voor kraamvrouwen

Patiënteninformatie. Informatie over het geven van flesvoeding

Kraamtijd. Tips en adviezen voor de kraamvrouw

Maatschap Gynaecologie. Informatie bij ontslag Kraamvrouwen

INFORMATIE OVER BORSTVOEDING FRANCISCUS VLIETLAND

na de bevalling naar huis zorg voor moeder en pasgeboren baby

Eindelijk naar huis 1

Naar huis met uw baby

Met uw baby naar huis

Gynaecologie / Verloskunde Kraamafdeling. Patiënteninformatie. Flesvoeding. Slingeland Ziekenhuis

KRAAMTIJD ABC. Voorlichting en instructie aan de ouder(s) en verzorger(s) bij ontslag uit het ziekenhuis

Flesvoeding. Vrouw-kindeenheid

Praktische zaken Aangifte Consultatiebureau

Kunstvoeding geven aan uw baby

Eindelijk thuis afdeling 9B/9C. Uw kind mag binnenkort naar huis. Met deze folder willen wij u extra houvast geven voor de eerste periode thuis.

Ontslag in zicht. Wat u moet weten wanneer u met ontslag gaat op verpleegafdeling C2N

PATIËNTEN INFORMATIE. Uw kind thuis. en dan...?

Signalen dat het kind niet goed is aangelegd Voeden: hoe lang en wanneer

Thuis herstellen na een keizersnede. Verpleegafdeling Oost 43

Borstvoeding en diabetes mellitus

H Informatie voor de kraamvrouw

Fototherapie Informatie voor ouders

Kraamafdeling. Informatieboekje voor kraamvrouwen die worden opgenomen op de kraamafdeling

Baby met ontslag. Moeder en Kind Centrum. Beter voor elkaar

Fototherapie. Informatie voor ouders/verzorgers

Praktische informatie bij de start van borstvoeding

Borstvoeding en diabetes

Afdeling Kind & Jeugd/ verloskunde INFORMATIE OVER BORSTVOEDING DE EERSTE WEKEN

Pijnlijke tepels of tepelkloven

Ontslag van de afdeling neonatologie

Inleiding Soort voeding Starten met de voeding

Ontslag couveusekinderen

Leefregels na een operatie

Flesvoeding. Albert Schweitzer ziekenhuis september 2014 pavo 1145

1 Flesvoeding Wanneer geef je je kind een voeding? Welk merk? Hoeveel melk doe je in de fles?... 1

Het keizersnede boek

Flesvoeding Praktische tips

Flesvoeding. Vrouw-kindeenheid

na de bevalling naar huis zorg voor moeder en pasgeboren baby

Afdelingsgebonden informatie Verpleegafdeling VED2 / afdeling Verloskunde

Kinderafdeling. Uw kind komt naar huis

Flesvoeding praktische tips

Inhoudsopgave Inleiding... 1 Flesvoeding... 1 Hoeveelheid voeding... 1 Aantal voedingen per dag... 2 Bereiding van voeding... 2 Spenen...

INFORMATIEAVOND BORSTVOEDING

Kunstvoeding. Ziekenhuis Gelderse Vallei

Inleiding 3. Verwachtingen en mogelijkheden 3. Vóór de operatie 4. De opname 4. Wat gebeurt er bij de operatie? 5.

Met uw baby naar huis

Plak hier het geboortekaartje van uw kindje.

Klinisch bevallen in het Elkerliek ziekenhuis

Klinisch bevallen in het Elkerliek ziekenhuis

Uw baby thuis en dan?

Informatie over het geven van flesvoeding

Maatschap Gynaecologie. (sub)totaalruptuur

Het geven van sondevoeding door middel van hevelen aan uw kind thuis

Je begeleidt een kraamvrouw bij het geven van borstvoeding aan de pasgeborene

H Informatie voor de kraamvrouw

Borstvoeding. Informatie voor kraamvrouwen. Patiënteninformatie Borstvoeding informatie voor kraamvrouwen

Gebroken vliezen. Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen.

Kraamtijd Informatie voor kraamvrouwen

Borstverkleining. Poli Plastische Chirurgie

Transcriptie:

Weer thuis na de bevalling Adviezen voor moeder en baby

U bent bevallen in het Radboudumc. U gaat nu weer naar huis. In deze folder vindt u adviezen voor de kraamperiode. Als u na het lezen nog dringende vragen heeft of zich ongerust maakt, neem dan contact op met uw eigen verloskundige. Uw kraambed wordt begeleid door: Zij zijn te bereiken op telefoonnummer: Aanvullende adviezen/afspraken: Uw telefonische nacontrole wordt verricht op: door: Adres Bezoekadres Afdeling Verloskunde Hoofdingang Geert Grooteplein-Zuid 10, route 794 6525 GA Nijmegen Contact Afdeling Verloskunde 024-361 34 01 Verloskamers 024-361 66 77 of 024-361 47 42 1

2

Baby Temperatuur Het is belangrijk dat uw baby het niet te koud heeft. Meet daarom thuis gedurende de eerste 24 uur elke drie uur de lichaamstemperatuur (voor de voeding) en daarna in ieder geval drie keer per dag. De normale temperatuur is tussen de 36.5 en 37.5 C. Als uw baby ongeveer 36.0 C heeft, leg dan twee kruiken in het bedje. Bij een temperatuur van ongeveer 36.5 C is één kruik voldoende, en bij 37 C is een kruik niet nodig. Bij een te lage temperatuur kunt u uw baby ook een mutsje opdoen. Kruik Controleer de kruik voor gebruik op lekken (de rubberen ring mag niet uitgedroogd zijn). Doe voor het vullen eerst een kopje koud water in de kruik (tegen verbranding). Doe vervolgens een kruikenzak om de kruik en leg hem een handbreed van uw baby af, met de dop naar beneden. Uw baby mag niet tegen de kruik aan liggen. Leg daarom tussen de kruik en uw baby twee dekentjes of andere lagen. Gebruik geen zeiltje of warmwaterzak. Voeding Algemeen Was altijd eerst uw handen voordat u uw baby gaat voeden of verzorgen. Zo voorkomt u infecties. Door uw baby voor de voeding te verschonen, wordt deze goed wakker. Trek voldoende tijd uit voor een voeding, zodat u op uw gemak kunt voeden. Zorg voor een rustige omgeving, zeker bij borstvoeding. Doe uw baby liever niet in bad na de voeding, hij/zij kan dan misselijk worden en gaan spugen. Borstvoeding Leg uw baby de eerste dagen vaak aan en reageer op signalen. Luister en kijk naar de baby. Wanneer de baby niet meer slaapt en zuig-/ zoekbeweging gaat maken kan hij/zij worden aangelegd. 3

De baby moet in het begin minimaal acht tot twaalf keer per 24 uur worden aangelegd. Na twee á drie dagen minstens om de twee á drie uur borstvoeding geven. Geef bij voorkeur elke voeding beide borsten. Laat de baby zolang hij wil uit de eerste borst drinken (mits goed aangelegd), wacht dan even op een boertje en laat hem vervolgens uit de tweede borst drinken. De volgende voeding wordt dan weer begonnen met de borst waaruit het laatst gedronken is. Wanneer de borstvoeding goed verloopt, zal in een normale situatie een voeding niet langer duren dan 30 minuten. Als dit echter regelmatig langer dan een half uur is, kunt u het beste overleggen met de verloskundige of kraamverzorgende. Als u uw baby van de borst haalt, heft u eerst het vacuüm op door uw pink in een mondhoekje te doen. Als u borstvoeding geeft is het belangrijk dat u voldoende drinkt en rust neemt. Tijdens de eerste dagen kan de baarmoeder samentrekken met het geven van borstvoeding, deze buikpijn wordt naweeën genoemd. U mag hier zonodig een paracetamol voor innemen. Een pijnlijke rode plek op de borst en temperatuursverhoging kunnen wijzen op een (dreigende) borstontsteking. Raadpleeg bij deze klachten uw verloskundige of huisarts. Bij borstvoeding heeft uw baby extra vitamine K nodig om (zeldzame) bloedingproblemen te voorkomen. Het is de bedoeling dat u hiermee op de achtste dag na de bevalling begint, gedurende drie maanden. Vitamine K kan rechtstreeks in het mondje worden gedruppeld of met een klein lepeltje worden gegeven. Daarnaast wordt geadviseerd uw baby vanaf de achtste dag 10 microgram vitamine D te geven. Dit is zonder recept te koop en is verkrijgbaar op olie en waterbasis. Stuwing De eerste vier dagen na de geboorte komt de melkproductie op gang. De borsten worden zwaarder en gespannen. Bij flinke stuwing zijn ze pijnlijk en hebben soms een glanzende rode huid. Juist dan is het van belang dat er 4

vaak wordt aangelegd. De productie moet worden afgestemd op de behoefte van het kind. Vaak voeden in wisselende houdingen en mee masseren tijdens het voeden bevorderen het optimaal leegdrinken van de borst. Warme kompressen (kruik, warme luier) en borstmassage vlak voor de voeding verbeteren de toeschietreflex en verlichten de pijn. Bij een gespannen borst is het moeilijk om de tepel te pakken en bestaat het risico dat de baby geen houvast krijgt op het onderliggende borstweefsel. Dit kan leiden tot beschadiging van de tepels. De voeding verloopt beter als de tepelhof vlak voor het aanleggen voorzichtig wordt leeg gemasseerd of afgekolfd. Draag een stevige BH, maar zeker geen afknellende BH. Raadpleeg de kraamverzorgende bij vragen over voeding en stuwing. Voor meer informatie over het geven van borstvoeding zie de brochure Borstvoeding van het Radboudumc. Flesvoeding Overleg met de verloskundige, kraamverzorgster of wijkverpleegkundige van het consultatiebureau de hoeveelheid voeding die u aan uw baby moet geven. De leidraad is dat u uw baby zes tot acht keer per dag voedt. Tussen twee voedingen mag maximaal vier uur zitten. Maak de voeding klaar zoals de fabrikant van de voeding aangeeft. Als richtlijn geldt tot de achtste dag de voeding met 10 ml per dag ophogen. Overleg met de verloskundige, kraamverzorgster of consultatiebureauarts de hoeveelheid voeding die u aan uw baby moet geven. Controleer voordat u de fles geeft of de voeding niet te warm is door een druppel voeding op de binnenkant van uw pols te laten vallen. Dit mag niet te warm aanvoelen. Navelstomp Het is verstandig om de eerste twaalf uur, bij iedere verschoning, de navel op nabloeden te controleren. Waarschuw bij een navelbloeding de verloskundige. Verder hoeft u het naveltje alleen goed droog te houden. 5

Urine Uw baby moet binnen 48 uur na de geboorte een keer geplast hebben. Hierna moet dit oplopen tot vijf à zes plasluiers per 24 uur. In een papieren luier (Pamper) is het moeilijk te zien of uw baby geplast heeft. Door een katoenen doekje (washandje) in de luier te leggen wordt het wel goed zichtbaar. Soms zit er een roestbruin vlekje in de luier dat op bloed lijkt, dit zijn urinekristallen. Meld dit, samen met hoe vaak uw baby geplast heeft, aan de kraamverzorgende. Ontlasting De eerste ontlasting wordt meconium genoemd. Dit ziet er zwart, kleverig en taai uit. Door de billetjes bij het verschonen in te vetten met vaseline zijn ze gemakkelijker schoon te maken. Na de meconium komt een bruine overgangsluier, daarna komen de gewone poepluiers. Bij borstvoeding kan uw baby bij elke voeding een poepluier hebben, deze ontlasting kan dun zijn en er groen/gelig uitzien. De darmen van uw baby moeten wennen aan de voeding. Het krijgen van ontlasting kan daarom variëren van zes keer per dag tot eenmaal per zes dagen. Hyperbilirubinemie (geelzien) De eerste dagen na de geboorte kan uw baby geelzien omdat bilirubine net na de geboorte nog niet goed kan worden afgebroken. Als de baby geel ziet dan zal de verloskundige of huisarts, indien nodig, wat bloed uit het hieltje afnemen en dat laten onderzoeken om te kijken of het bilirubinegehalte niet te hoog is. Als het bilirubinegehalte te hoog is, zal uw baby opgenomen worden en onder een speciale (blauwe) lamp worden gelegd, waardoor de afbraak verbetert en het bilirubinegehalte in het bloed afneemt. Neonatale screening (hielprik) De verloskundige of een gespecialiseerd verpleegkundige van het kraamcentrum komt tussen de vierde en de zevende dag na de geboorte voor de hielprik. Met dit onderzoek kunnen meerdere aandoeningen worden opgespoord voordat de baby er schade van krijgt. Voor meer informatie zie: www.rivm.nl/hielprik. 6

Slapen Algemeen Het is raadzaam om het eerste half jaar uw baby bij u op de slaapkamer te laten slapen. U kunt het dan goed in de gaten houden. Leg het wel in een eigen wiegje, liever niet bij u in bed. Zie richtlijn veilig slapen. Houding Het advies is om baby s niet op de buik of op de zij te laten slapen, maar op de rug. De kans op wiegendood is hierdoor nog kleiner dan het anders is. Huilen Als uw baby blijft huilen kan het zijn dat: Uw baby het te koud of te warm heeft. Uw baby voeding nodig heeft of een boertje moet laten. Uw baby een vieze luier heeft. Uw baby niet lekker ligt of even geknuffeld wil worden. Er gewoon niets aan de hand is. Soms kunt u uw baby troosten door deze op uw vinger te laten zuigen. Bad Trek voldoende tijd uit voor het baden van uw baby. U kunt het ook s avonds doen als uw partner thuis is. Houd er ook rekening mee bij het afspreken van bezoek. Zorg er voor dat de badruimte lekker warm is. Zorg ook voor warme kleertjes, bijvoorbeeld door ze om een kruik te wikkelen. Zet voor het baden alles klaar zodat u uw baby niet alleen op de commode hoeft te laten liggen. Moeder Kraambedcontroles en nacontrole U bent uit het ziekenhuis ontslagen en zult nu de rest van uw kraamtijd thuis (of in het Ronald McDonaldhuis) doorbrengen. Aldaar zult u worden gecontroleerd door de kraamverzorgende en de verloskundige die in uw regio werkzaam is, voor in 7

deze folder staat vermeld welke verloskundigenpraktijk dit is en op welk nummer zij bereikbaar zijn. Deze verloskundige zal door ons worden gebeld, de kraamzorg zult u zelf moeten bellen om uw thuiskomst te melden. Twee tot drie weken na de bevalling vindt een telefonische nacontrole plaats. De afspraak hiervoor vindt u op pagina 1 van deze folder. In sommige gevallen kan de controle plaatsvinden bij de verloskundige in uw regio. Hiervoor dient u zelf een afspraak te maken. Ook in dit geval krijgt u een telefonische afspraak vanuit het Radboudumc. Wanneer u tijdens de weken voor de nacontrole vragen heeft over de dagen rondom de bevalling, schrijft u deze dan op. Het is geen probleem om deze te bespreken tijdens de nacontrole. Algemeen Het verwerken van de bevalling is zowel lichamelijk als emotioneel voor iedere vrouw anders. Belangrijk is om te luisteren naar uw lichaam en voldoende rust te nemen. Probeer s middags zo lang mogelijk te rusten. Als u slaapproblemen heeft, geef dit dan door aan uw verloskundige of huisarts. Het is normaal dat u na de bevalling emotioneel wat labiel bent, gemakkelijk huilt en overgevoelig reageert. Meestal gaat dat na een paar dagen vanzelf over. Als dit niet zo is, kunt u hierover contact opnemen met uw huisarts of verloskundige Door de zwangerschap zijn de banden van de baarmoeder uitgerekt en hebben tijd nodig om te herstellen. Til en rek daarom de eerste zes weken na de bevalling niet teveel (vul het babybadje bijvoorbeeld met emmers water). Neem de eerste week twee keer per dag uw lichaamstemperatuur op en daarna bij gevoel van koorts. Breng uw verloskundige of huisarts op de hoogte bij een temperatuursverhoging boven de 38 graden. 8

Hygiëne Als gevolg van onder andere verminderde weerstand en bloedverlies bent u gevoeliger voor infecties. Hygiëne is daarom erg belangrijk. Neem regelmatig een douche en verschoon geregeld uw ondergoed en maandverband. Zolang u vloeit mag u niet in bad. Vloeien en plassen Vloeien In de baarmoeder zit een wond doordat de placenta van de wand is losgekomen. Door samentrekkingen van de baarmoeder worden de bloedvaten weer dichtgedrukt. In de 1e week na de bevalling heeft u bloedverlies dat zoveel kan zijn als een flinke menstruatie. Daarna wordt het geleidelijk minder en binnen zes weken is het meestal over. De eerste dagen kunt u een stolsel verliezen, dat zo groot kan zijn als een vuist. Neem bij stolselverlies, aanhoudend ruim vloeien of riekende afscheiding contact op met uw verloskundige of huisarts. Plassen Het is belangrijk dat u regelmatig uitplast, bijvoorbeeld voor elke voeding, omdat een volle blaas de baarmoeder verhindert om goed samen te trekken. Spoel in verband met de hygiëne altijd na met water, dit helpt ook tegen schrijnen. Eventueel kunt u onder de douche plassen. Belangrijk: waarschuw uw verloskundige als u binnen zes uur na de bevalling nog niet kan plassen of steeds alleen maar kleine beetjes plast. Hechtingen Het is belangrijk dat u de hechtingen goed schoon houdt door regelmatig maandverband te verwisselen en een keer per dag te douchen en goed te drogen. Als uw hechtingen pijnlijk zijn, kunt u paracetamol innemen. Een gekoeld maandverband kan ook de pijn verlichten. Hiervoor kunt u een natgemaakt maandverband invriezen. Doe dit vervolgens in een plastic boterhamzakje met daaromheen een washandje, en houdt het tegen de pijnlijke plek aan. 9

De hechtingen lossen vanzelf op. Als u er veel last van heeft, kan de verloskundige rond de zesde of zevende dag één of meer hechtingen verwijderen. Bekkenbodemspiertraining Gedurende de zwangerschap en de bevalling verliest de bekkenbodem een deel van zijn stevigheid. Dit verlies van stevigheid kan ervoor zorgen dat u ongecontroleerd urine en/of ontlasting verliest. Om uw bekkenbodem weer op goede sterkte te krijgen, en het ongecontroleerde urine-/ontlastingverlies te verhelpen is het belangrijk dat u bekkenbodemspieroefeningen gaat doen na de kraamtijd. U kunt hier het beste veertien dagen na de bevalling mee beginnen. Op de site www.corewellness.nl is een gratis dvd te bestellen met daarop de beste oefeningen voor het herstel van uw bekkenbodem. Op de site www.tena.nl is nog meer informatie te vinden over ongecontroleerd urineverlies. Wanneer u zes weken na de bevalling nog steeds veel klachten heeft van uw bekkenbodem bespreek dit dan tijdens de nacontrole. Menstruatie Bij borstvoeding is de kans groot dat het een aantal maanden duurt voordat u een menstruatie heeft. De menstruatie komt meestal vanzelf weer op gang na het stoppen van de borstvoeding. Geeft u geen borstvoeding dan komt de menstruatie vaak zes tot acht weken na de bevalling op gang. Anticonceptie U kunt snel na de bevalling weer zwanger worden, bespreek daarom de anticonceptie met uw verloskundige of huisarts. Zeker bij kunstvoeding of bijvoeding. Maar ook bij borstvoeding bent u niet volledig beschermd. 10

U bent bevallen in het Radboudumc. Wij streven er naar dat u op de dag van ontslag voor 11:00 uur naar huis kunt. Voordat u echter naar huis gaat, willen we de punten uit deze folder met u doornemen om het ontslag zo goed mogelijk te laten verlopen. Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft of u maakt zich ongerust, meld dat dan tijdens de visite of neem, na thuiskomst, contact op met uw verloskundige. Parteur: (naam) Ontslagdatum: Verloskundige nazorg begeleidt door: (naam) tel. Nr. Verloskundige / Arts-assistent: Ontslaggesprek Nagesprek parteur Plaatsgevonden Niet nodig Telefonisch gepland Ontslag medicatie en advies...... Uw nacontrole na 6 weken vind plaats bij: 1 e lijns verloskundige Radboudumc (vul in) Vindt niet plaats Kinderarts: - Ontslaggesprek ja nee - Onderzoek voor ontslag ja nee - Nacontrole (indien ja op: ) ja nee - Gepland onderzoek (indien ja op: ) ja nee - Medicatie / advies (zie hieronder) ja nee - Recept ja nee Medicatie/Advies Kinderarts: 11

Verpleegkundige: Kraamzorg geregeld nee ja Onderzoek gepland nee ja: Ontslagpapieren mee nee ja U heeft een telefonische nacontrole op: Checklist ontslag kraamvrouwen Kraamvrouw - Mobiel ja nee - Normaal bloedverlies ja nee - Fundus onder de navel ja nee - Temperatuur goed ja nee - Bloeddruk goed ja nee - Urineren goed ja nee Baby - Temperatuur goed ja nee - Binnen 48 uur geurineerd ja nee - Binnen 48 uur ontlasting gehad Ja nee - Gewichtsverlies niet meer dan 10% ja nee Instructies met betrekking tot: - Bloedverlies ja nee - Buikpijn ja nee - Koorts ja nee - Riekende afscheiding ja nee - Hygiëne ja nee - Borstvoeding/flesvoeding ja nee Notities: 12

02-2015-3554 Adres Afdeling Verloskunde Hoofdingang Geert Grooteplein-Zuid 10, route 794 6525 GA Nijmegen Contact Afdeling Verloskunde 024-361 34 01 Verloskamers 024-361 66 77 of 024-361 47 42 Radboud universitair medisch centrum