Tips en adviezen voor de kraamperiode. Afdeling Verloskunde/Gynaecologie

Transcriptie

1 Tips en adviezen voor de kraamperiode Afdeling Verloskunde/Gynaecologie

2 Herstel Thuis zult u geleidelijk verder gaan herstellen. De tijd die nodig is voor het herstel na een bevalling is voor ieder persoon verschillend. Hygiëne Hygiëne is erg belangrijk in verband met infectiegevaar. Was daarom uw handen voor en na elke handeling. Strakke kleding wordt afgeraden, omdat deze stuwing in het kleine bekken veroorzaakt. De komende tijd (gemiddeld 4-6 weken) kunt u nog bloed of bruinige afscheiding via de vagina verliezen. Ook kunt u stolsels verliezen. Schrik hier niet van, ze kunnen erg groot zijn. Gedurende de periode van vloeien mag u niet in bad maar wel douchen. Het is belangrijk dat u regelmatig (om de 3 uur) naar het toilet gaat om te plassen, ook al heeft u geen aandrang. Dit draagt ertoe bij dat de baarmoeder goed kan samentrekken. Na het plassen altijd spoelen en uw kraamverband verschonen. Tampongebruik raden wij de eerste week na een bevalling af in verband met verhoogd infectiegevaar. Als het bloedverlies meer is dan normaal (meer dan een doordrenkt kraamverband per uur), als de afscheiding vies ruikt of u hoge (>38,5 C) koorts heeft, moet u contact opnemen met de verloskundige of de polikliniek gynaecologie op werkdagen tel: (0299) Baarmoeder Gedurende de kraamtijd heeft de baarmoeder de tijd nodig om weer samen te trekken tot bijna hetzelfde formaat als voor de zwangerschap. Zoals u hiervoor leest bevordert regelmatig plassen het samentrekken van de baarmoeder. Dit gaat vaak gepaard met naweeën die pijnlijk kunnen zijn. Hier kunt u paracetamol en/of een warmtepakking voor nemen. Episiotomie (knip) Soms is het noodzakelijk om een episiotomie te maken om de geboorte te bespoedigen. De eerste dagen na de bevalling kan dit pijnklachten geven. Dit wordt veroorzaakt door zwelling en trekkende hechtingen als gevolg van het genezingsproces. Om de zwelling te beperken is het belangrijk dat u met beide billen op een rechte, stevige ondergrond gaat zitten. Soms kan het gebruik van een lauwwarm zitbadje verlichting geven. Bespreek dit met uw kraamverzorgster, verpleegkundige, huisarts en/of verloskundige. Als u last heeft van uw uitwendige hechtingen dan kunnen deze in overleg met de verloskundige of huisarts vanaf de vijfde dag na de bevalling verwijderd worden.

3 Baby Borstvoeding Als uw baby wakker is en de indruk maakt te willen drinken dan mag u uw baby altijd proberen aan te leggen. Wordt uw kindje zelf niet wakker, dan raden wij u aan om elke 3 tot 4 uur even te proberen of hij/zij aan de borst wil. Leg uw baby goed aan en let daarbij op de volgende punten: Uw baby ligt in een rechte lijn en met het mondje op hoogte van de tepel. De lippen moeten naar buiten gekruld zijn en een groot deel van het tepelhof moet in het mondje zijn. De eerste paar zuigbewegingen doen misschien een beetje pijn, dat moet daarna weer weggaan. Het voeden op zich mag geen pijn doen. Bij aanhoudende pijn of smakgeluiden van de baby moet u opnieuw proberen aan te leggen. Het is niet erg als uw baby in de eerste uren de borst echt niet wil pakken. Als de kraamverzorgster komt kunt u met haar oefenen en verdere afspraken maken. Flesvoeding Flesvoeding wordt per voeding klaargemaakt. Zie hiervoor de doseringen en gebruiksaanwijzing op de verpakking. De fles, speen en fopspeen een keer per 24 uur uitkoken. Kunstverlossing Na een vacuümverlossing ziet en voelt u nog enkele dagen de afdruk van de vacuümcup op het hoofdje van uw baby als een blauwrode verdikking. De zwelling is binnen een dag bijna helemaal weg, de verkleuring verdwijnt na enkele dagen. Ook na een tangverlossing kan er enkele dagen een afdruk op de zijkant van het hoofdje van uw baby zichtbaar zijn. Uw baby kan na een tang- of een vacuümverlossing hoofdpijn hebben en soms wat misselijk zijn. Het advies is dan 24 uur wiegenrust; u mag uw baby dan alleen oppakken voor noodzakelijke handelingen zoals het verschonen en het geven van voeding. Ook schrijft de kinderarts soms pijnstilling voor. Temperatuur Wij raden u aan uw baby bij de eerst volgende voeding na thuiskomst te temperaturen. Hierna temperatuurt u uw baby 3 keer daags. De temperatuur van een baby hoort tussen de 36.8 en 37.5 graden te zijn. Soms is een kruik noodzakelijk. De kruik mag u met goed heet water uit de kraan vullen, de kruik vullen tot deze overloopt. Controleer

4 altijd of de kruik niet lekt! Leg de kruik bovenop het dekentje met een handbreedte afstand van uw baby. De dop van de kruik moet naar het voeteneinde wijzen. De baby huilt Wat kan de oorzaak zijn? honger er zit een boertje dwars darmkrampjes vieze luier lekker geknuffeld willen worden zuigbehoefte heeft het warm of koud Bij bijzonderheden of dringende vragen kunt u contact opnemen met de persoon die uw kraambed begeleidt. Schrijft u alle gegevens over de baby op zoals zijn/haar temperatuur, of en hoe vaak uw baby plast en/of poept en wanneer uw baby gedronken heeft, zodat de kraamverzorgende inzicht heeft in de eerste tijd na de geboorte.

5 Aantekeningen

6 Colofon Dit is een publicatie voor patiënten van het Waterlandziekenhuis Informatie adres: mei 2012