Adviezen voor thuis (neonaat) Afdeling Neonatologie/Kindergeneeskunde

Transcriptie

1 Adviezen voor thuis (neonaat) Afdeling Neonatologie/Kindergeneeskunde

2 Borstvoeding Als u uw kind op de afdeling reeds borstvoeding heeft gegeven, zal dit thuis alleen maar prettiger en rustiger gaan. Als uw kind goed drinkt zal het zelf zorgen dat het voldoende voeding naar binnen krijgt. Uw kind krijgt voldoende binnen wanneer het minimaal 6x per dag een flinke natte luier heeft en een tevreden indruk maakt. Als uw kind nog niet zo krachtig zuigt of als u twijfelt of het wel voldoende voeding krijgt is regelmatige controle van het gewicht in het begin nodig. U kunt hiervoor met het consultatiebureau in de buurt een afspraak maken. Ook kan het voorkomen dat dit gebeurt via de polikliniek. Voor de meeste kinderen die te vroeg geboren zijn of die na geboorte ziek zijn geweest is volledige borstvoeding bij het naar huis gaan nog niet helemaal mogelijk. De lactatiekundigen bieden begeleiding indien uw kind nog niet volledig aan de borst gaat of als u met de borstvoeding nog wat extra ondersteuning kunt gebruiken. Vaak heeft een van de lactatiekundigen van het ziekenhuis al kennis gemaakt met u en uw kind tijdens de opname. Indien dit niet het geval is dan kan de verpleging een afspraak met de lactatiekundigen regelen. Zij kunnen ook een folder geven over de bereikbaarheid van de lactatiekundigen en een folder met advies voor de eerst dagen thuis met betrekking tot de borstvoeding. Voedingstijden Uw kind kreeg bij ons meestal voeding op vaste tijden. Het is niet noodzakelijk dat u zich precies aan deze tijden houdt, zeker niet als u borstvoeding geeft. Zorg er wel voor dat uw kind alle voedingen krijgt met voldoende tijd (3 à 4 uur) ertussen. Bij borstvoeding mag het kind aan de eerste borst drinken zolang hij goed en stevig doordrinkt en dit goed voelt, daarna kunt u proberen de tweede borst aan te bieden. Als u volledige borstvoeding geeft en dit gaat goed dan kunt u voeden op verzoek. Voor te vroeg geboren kinderen kan drinken aan beiden borsten en voeden op verzoek soms nog niet haalbaar zijn. Advies over de duur van een voeding en voedingstijden krijgt u van de verpleegkundige of de lactatiekundige. Het klaarmaken van flesvoeding Het water voor de voeding mag gewoon uit de kraan komen, laat het water eerst

3 even lopen voordat u het opvangt voor gebruik. U voegt de voorgeschreven hoeveelheid poeder toe aan de juiste hoeveelheid water (meestal 1 schepje poeder op 30 cc water, zie pak). Eventueel kan ook bronwater zonder koolzuur gebruikt worden. De voeding, fles en speen in de koelkast bewaren, in verband met de hygiëne. Nooit restjes voeding bewaren en weer opwarmen. De fles, speen en fopspeen na elk gebruik afwassen (flessen en spenen kunnen ook in de afwasmachine) en goed drogen. Tussen de voedingen kunt u ze het beste in de koelkast bewaren. Aantal voedingen:... borstvoeding:... flesvoeding:... x... per dag in totaal minimaal... ml per 24 uur. Laatste gewicht:... Baden U kunt uw kind elke dag in bad doen, maar de eerste periode mag dit ook nog om de dag. Dit hangt af van de conditie en leeftijd van uw kind. De tijd waarop het badje gebeurd is niet belangrijk. Sommige kinderen slapen beter als ze s avond in bad gaan. Ontlasting Bij borstvoeding hebben de meeste kinderen de eerste weken, meerdere keren per dag ontlasting en is deze zacht en licht bruin/gelig van kleur. Na deze periode kan dit veranderen en hebben sommige kinderen 1 keer per 2 à 3 dagen ontlasting. Bij flesvoeding hebben de meeste kinderen dagelijks ontlasting. Warmte De eerste dagen na ontslag van uw kind is het handig om 2x per dag de temperatuur te meten. Als de temperatuur goed is kunt u hier mee stoppen en alleen nog temperaturen als u denkt dat er iets bijzonders is. U kunt meestal aan de handjes en voeten voelen of uw kindje het koud heeft. Als het lichaam/de voetjes warm zijn, dan is de temperatuur goed. Soms is een kruik noodzakelijk in de winter, dit hangt ook van de kamertemperatuur af. Het is niet nodig om uw kind steeds te temperaturen. Een goede temperatuur ligt tussen de 36.7 C en de 37.3 C. Is de temperatuur lager dan heeft uw kind een kruikje nodig, is deze hoger dan heeft het te warm en kunt u de kruik weg halen of wat kleren, muts of extra dekentje af doen.

4 Slapen Uw kind sliep tijdens de opname op de afdeling heel veel, meestal van voeding tot voeding. Het waak/slaapritme van uw kind zal de komende tijd veranderen. Hij/zij zal wat vaker wakker zijn, misschien voor de voeding al, of nog na de voeding. U kunt uw kind helpen met het ontwikkelen van zijn/haar slaapritme door hem/haar bij de eerste slaapsignalen (gapen, wegkijken, jengelen, drukker worden) wakker in zijn/haar bedje te leggen. De eerste drie maanden slaapt een kind nog niet zo diep en alle (pasgeboren) kinderen worden wel eens wakker uit hun slaapje, ook s nachts. Ze kunnen geluidjes maken, bewegen, uitstrekken en misschien wel even hun oogjes open doen of kort huilen. Pasgeboren kinderen worden na verloop van tijd wat langer wakker tussen de voedingen. U kunt samen met uw kind knuffelen of spelen. Ook kan uw kind leren om even alleen te zijn, alleen te spelen in de box of in een wippertje. Bij de eerste signalen van slaap legt u uw kind weer terug in zijn/haar bedje. Huilen Pasgeboren kinderen huilen allemaal. Het gewone huilen kan variëren van zacht huilen of jengelen tot intens huilen zelfs in de slaap. Als een kind echt wakker is en huilt kan een schone luier misschien helpen. Soms is een extra voeding nodig. Als uw kind helemaal niet te troosten is en/of in uw ogen veel huilt, neemt u dan contact op met het consultatiebureau. Rust, regelmaat en prikkelreductie Rust betekent verminderen van prikkels. U geeft uw kind rust door een vaste afwisseling van slapen en waken in een rustige omgeving. Vermijd prikkels zoals tv, te veel uitstapjes en te veel bezoek. Houding De meeste kinderen liggen de eerste periode op de afdeling Neonatologie op hun zij en soms zelfs op hun buik mits ze aan de monitor liggen. Thuis mag uw kind op zijn rug liggen waarbij u wel oplet dat het hoofdje afwisselend naar rechts of naar links gedraaid is. Dit om te voorkomen dat uw kind een voorkeur krijgt voor een kant en daardoor een plat hoofd krijgt. Kinderen mogen op hun buik liggen indien er iemand bij aanwezig is (bijvoorbeeld een korte periode in de box) dit is juist goed voor hun ontwikkeling.

5 Naar buiten Omdat uw kind een tijd binnen in het ziekenhuis is geweest, is het beter niet meteen met uw kind naar buiten te gaan. Neem hier de tijd voor en voer dit, afhankelijk van het jaargetijde, in de loop van enkele weken langzaam op. Bijvoorbeeld: eerst een kwartier en dan 20 minuten enz. Ook ten aanzien van bezoek is het beter om dit rustig aan te doen. Veel ouders vinden het fijn om eerst zelf een ritme thuis te vinden en daarna pas meer bezoek uit te nodigen. Het is ook beter om verkouden bezoek de eerste tijd nog even uit de buurt van uw kind te houden. Controle/nazorg De meeste kinderen die op de afdeling hebben gelegen komen voor controle nog terug bij de kinderarts en op de nazorgpoli. Van de verpleegkundige krijgt u een afsprakenkaart ter bevestiging van deze afspraken mee. Indien gewenst heeft u nog een afspraak met de lactatiekundige, dit kan eventueel ook telefonisch zijn. Wanneer u vragen heeft mag u de eerste week altijd naar de afdeling bellen. Telefoon (0299)

6 Colofon Dit is een publicatie voor patiënten van het Waterlandziekenhuis Informatie adres: juli 2012