Barmhartigheid in het concrete leven van iedere dag Br. René Stockman, f.c. Toen het heilig jaar van de Barmhartigheid werd aangekondigd, zag ik daar onmiddellijk een band in met de congregatie van de Broeders van Liefde en een buitenkans om eens grondig na te denken over wat barmhartigheid in het leven van iedere dag kan betekenen. Want barmhartigheid is inderdaad een andere naam van liefde, en is barmhartigheid niet de voelbare afstraling van Gods liefde op ons leven via zijn medelijden met ons en zijn vergeving voor ons? De reflecties zijn uiteindelijk uitgegroeid tot verschillende conferenties die ik onder de vorm van een retraite voor medebroeders wou aanbieden, en nog een stap verder werden het finaal hoofdstukken van een nieuw boek: Barmhartigheid wil Ik, geen offers. Liefde en barmhartigheid zijn geen abstracte begrippen, maar zijn integendeel zeer concreet en moeten zich uiten in onze intenties, attitudes en concrete gedragingen in het dagelijkse leven. Deze woorden van Paus Franciscus hebben me bijzonder aangesproken en hebben me ertoe aangezet om de reflecties, de conferenties en het boek niet af te sluiten zonder de barmhartigheid een heel concrete invulling te geven. Het werden zeven concrete richtlijnen die ons kunnen helpen om meer barmhartige mensen te worden: steeds mensen van compassie en vergeving. Bij gelegenheid van deze boekvoorstelling wens ik heel kort een wandeling te maken doorheen deze zeven concrete richtlijnen, noem het stapstenen, die ons kunnen helpen, zo hoop ik het toch, om meer barmhartige medemensen te worden. 1. De grondhouding van Jezus in eigen leven cultiveren. Bij Jezus drukt de barmhartigheid zich uit in een zeer concrete sympathie voor de mens die Hij ontmoet, een sympathie die zich verder ontwikkelt in medelijden en vergiffenis, zoals reeds aangegeven de twee uitdrukkingen van barmhartigheid. De goddelijke barmhartigheid die persoonlijk, universeel en mateloos is, in lijn met zijn liefde, moet een aanvang nemen en gestalte krijgen in de concrete ontmoeting met de medemens, om het gevaar te voorkomen dat het anders een theoretisch en abstract concept blijft en wordt. Wat medelijden betekent leert Jezus ons via het verhaal van de barmhartige Samaritaan en wordt sterk verwoord in de werken van barmhartigheid en wordt nog versterkt door het woord van de Heer: Alles wat je gedaan hebt voor één der geringsten van mijn broeders, heb je voor Mij gedaan (Mt. 25, 40). Wat vergiffenis betreft weten we hoe moeilijk het is om deze toe te laten in ons leven. Iedere keer dat we het onze Vader bidden worden we uitgenodigd om vergeving te vragen en vergeving te schenken: En vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren. We kunnen ons dan ook concreet afvragen met wie we in onmin 1
leven, met wie we een geschil hebben, of door wie we onrechtvaardig of onheus behandeld worden. We moeten weten een stop te zetten op onze spontane reactie van verweer, verdediging, wraak door deze vervangen door vergeving en de wil tot verzoening. Dan zullen we iedere avond onze dag kunnen afsluiten met de woorden van de lofzang van Simeon: Laat nu, Heer, volgens uw Woord, uw dienaar in vrede gaan (Lc. 2, 29). Want vergeving en verzoening brengt steeds vrede teweeg. 2. De gulden regel toepassen thuis, in de werksituatie, in de eigen cultuur. Wat ge niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet, of positief uitgedrukt: Behandel anderen altijd zoals je zelf wilt worden behandeld. Dat is de gulden regel die we in alle religies terugvinden en die de aanzet is om de andere met liefde en barmhartigheid tegemoet te gaan. Het is inderdaad slechts de minimale houding die we moeten ontwikkelen om met anderen vredevol samen te leven, maar het is een goede startblok op onze weg naar meer barmhartigheid. Het komt erop aan ons regelmatig de vraag te stellen, in onze thuissituatie, in onze werksituatie, of we deze gulden regel echt toepassen. De vraag luidt dan: onze houding, onze woorden, ons zwijgen, ons handelen: zouden we deze eveneens graag op onszelf toegepast zien? Het is een eenvoudige vraag maar die ons voor een echte spiegel plaatst. 3. Barmhartig omgaan met zichzelf. In ieder leven komen kwetsuren, frustraties voor, en sommigen kennen slechts twee houdingen: vluchten of vechten. Ofwel gaat men op de vlucht in een oppervlakkig bestaan, in drank en genot, ofwel blijft men vechten en deze negatieve zaken in het leven voortdurend oprakelen. Mensen zouden moeten leren om met meer mededogen om te gaan met hun eigen verleden om te komen tot die zo belangrijke zelfaanvaarding. Op het pad van het mededogen klinkt het: Aanvaard jezelf, omhels je schaduw, wees vriendelijk naar jezelf. Het is echt bevrijdend wanneer mensen stoppen om steeds op de tenen te willen staan en zichzelf beter te willen voordoen dan wat ze in werkelijkheid zijn. Of maskers ophouden om hun eigen zelf voor de omgeving weg te steken. Barmhartig omgaan met zichzelf betekent daarom dat men zichzelf aanvaardt zoals men is en geen bitterheid toelaat voor gebeurtenissen uit het verleden. Het verleden is gepasseerd, we kunnen daar niets meer aan veranderen, alleen moeten we proberen er iets uit te leren. Het heeft evenmin zin om angst te hebben voor de toekomst. Laat de toekomst op ons af komen, in vertrouwen op Gods Voorzienigheid. Hierbij hoort ook dat we verdriet in ons leven moeten toelaten en daar voldoende ruimte aan geven. Het komt erop aan gelukkig te zijn met wat we hebben en met wat we zijn en voldoende humor bewaren om nu en dan eens goed te lachen met onszelf. We moeten 2
onszelf niet steeds zo ernstig nemen. Toen iemand aan Paus Franciscus vroeg hoe hij erin slaagt om die grote opdracht waartoe hij geroepen is zonder te grote spanningen te vervullen, antwoordde hij dat hij zichzelf iedere morgen in de spiegel bekijkt en eens goed lacht met zichzelf. We moeten dat misschien ook eens proberen! 4. Eigen lijden en zondigheid ervaren als een leerschool. En zo komen we tot onze vierde stapsteen: ons eigen lijden en onze eigen zondigheid kunnen ervaren als een leerschool. Wat betekent dat? Het lijden nodigt ons uit om met de zwakke kant van ons leven rekening te houden en dit te aanvaarden. Het leert ons ook gevoelig te worden voor het lijden van de andere en echt medelijden te ontwikkelen. Mensen die weinig hebben geleden hebben het soms moeilijk om empathie te tonen voor het lijden van de andere. Lijden versterkt de capaciteit tot medelijden, stimuleert dus de barmhartige grondhouding. Dit is ook zo met onze zondigheid. Wanneer we denken zonder zonde te zijn, zullen we ons heel vlug beter voelen dan de andere en het heel moeilijk hebben om zelf vergevend in het leven te staan. Mensen die heel streng zijn voor anderen, zijn soms heel blind voor eigen tekorten en zonden. Mensen die de barmhartigheid van God mogen ervaren in hun leven, zullen ook gemakkelijker barmhartigheid kunnen tonen naar anderen toe. 5. Ons leven spiritueel voeden om onze barmhartigheid steeds verder uit te zuiveren. Wanneer we barmhartigheid in ons leven willen laten groeien, dan moeten we ons plaatsen onder Gods barmhartigheid en het is met Zijn barmhartigheid dat we echt barmhartige mensen kunnen worden. Hiermee betreden we de vijfde stapsteen. Het is een illusie te denken dat we barmhartig kunnen worden louter vanuit onze eigen krachten. We hebben voortdurend Gods genade, zijn liefde en barmhartigheid nodig. Barmhartigheid kan beschouwd worden als een spirituele act, een spirituele grondhouding, die dan ook spiritueel moet gevoed worden. Dit voedsel zullen we vinden in het Woord en in de Sacramenten. Ons iedere dag opnieuw plaatsen onder het Woord van God, opdat dit woord in ons levend zou kunnen worden, dat is de vrucht van een spiritueel leven. En in de sacramenten, vooral het sacrament van het doopsel, de biecht, de eucharistie en het viaticum, komt Gods barmhartigheid over ons en tot ons. Tijdens dit jaar van Barmhartigheid worden we opgeroepen om een speciale aandacht te hebben voor het weldoende sacrament van de biecht. Heel praktisch is het dagelijks gewetensonderzoek, waarbij we ons niet in de eerste plaats de vraag stellen wat we verkeerd hebben gedaan, maar de vraag stellen in welke mate we vandaag barmhartig zijn geweest. 6. Barmhartig leren omgaan met elkaar. Hier kunnen de werken van barmhartigheid ons op weg zetten om de medemens zowel lichamelijk als spiritueel te respecteren, bij te staan en hen onze liefde te tonen. Het zou 3
goed zijn, zoals reeds aangegeven, om deze 14 werken van barmhartigheid een plaats te geven in ons dagelijks gewetensonderzoek. En u weet, het zijn er 14, niet de zeven die we zojuist via de gedichten hebben beluisterd. Ze zijn onze zesde stapsteen. De werken van barmhartigheid, zoals we deze kennen in de traditie van de Kerk, geven een concrete invulling en vertaling van het liefdesgebod dat omwille van zijn radicaliteit soms onbereikbaar lijkt. Hoe kunnen we immers de andere beminnen zonder voorwaarden, zonder wederkerigheid, radicaal en mateloos, iedereen zonder uitzondering, zelfs onze vijand. Het liefdesgebod in zijn radicaliteit kan ons het onbehaaglijk gevoel geven altijd onder de maat te blijven. Daarom heeft de Kerk het wijs geoordeeld, uitgaande van het voorbeeld van Jezus zelf, van zijn woorden die Hij sprak en van de daden die Hij stelde en in lijn met wat Hij zei over het eindoordeel: Wat ge voor één van Mijn geringste broeders en zusters gedaan hebt, dat hebt ge voor Mij gedaan (Mt. 25, 40), om heel concrete daden voor te stellen die ons moeten brengen in de richting van het liefdesgebod en het oordeelscriterium, en die ons ook kunnen helpen om te groeien in deze liefde zonder maat. Uitgangspunt is dat we Jezus zelf zien, ontmoeten en beminnen in de medemens die we helpen, en dat heeft Jezus heel duidelijk aangegeven in het overlopen van de oordeelscriteria. Onze liefde tot God laat zich meten in onze heel concrete liefde voor de medemens die honger had, die dorstig was, ziek was, vreemdeling was of in de gevangenis zat, naakt of stervend was of zelfs dood was. Het gaat hier om één van de mooiste bladzijden van het evangelie, zo sterk op ons leven van iedere dag betrokken. Het werd, zoals reeds gezegd, de praktische en haalbare invulling van het overrompelende liefdesgebod om iedereen te beminnen, zelfs onze vijanden. Maar naast de lichamelijke werken van barmhartigheid heeft de Kerk het wijs geoordeeld deze aan te vullen met meer spirituele grondhoudingen. Want een daad wordt maar barmhartig wanneer ze vanuit en met een liefdevolle grondhouding wordt verricht. De hele lijst van de lichamelijke werken van barmhartigheid kan men immers schrijven op de rekening van de filantropie, de pure menselijke hulpverlening. Vele sociale acties hebben te maken met voedselverschaffing, met het beschikbaar stellen van zuiver drinkwater, met de zorg voor zieken, het opvangen van vluchtelingen, enz. Filantropie gaat uit van een nood, en wanneer deze nood is gelenigd, eindigt de actie. Bij een werk van barmhartigheid, bij caritas, is de liefde het eerst en volgt de actie uit deze liefde, de actie is er de consequentie van, en de liefde blijft voortbestaan ook als de nood is gelenigd. En bij caritas is iedere ontmoeting met de medemens die we helpen een echte Jezus-ontmoeting: we worden uitgenodigd, in lijn met het woord van Jezus bij de oordeelscriteria, om Hem te zien, te ontmoeten en te beminnen. Ieder werk van barmhartigheid, hoe lichamelijk dit ook wordt uitgedrukt, zal steeds vanuit een spirituele grondhouding moeten worden verricht. Het zijn derhalve de spirituele werken van barmhartigheid die steeds als grondhouding aanwezig zullen zijn bij het verrichten van de lichamelijke werken van barmhartigheid. U kent ze nog? De onwetenden onderrichten, de twijfelden goede raad geven, de bedroefden troosten, de dwalenden vermanen, de lastigen geduldig verdragen, de zondaars vergeven, en voor allen bidden: voor de levenden en de doden. Dit laatste werk van barmhartigheid is eigenlijk heel sterk. Als men alles heeft gedaan wat mogelijk is voor een andere, kan men nog steeds met dat gevoel van onvoldaanheid blijven zitten. 4
We zijn nog steeds onder de maat gebleven. Er rest ons dan te bidden opdat God zou voltooien wat wij mensen zijn begonnen. En we kunnen dit ook doen voor onze geliefde doden: misschien is niet alles gezegd, niet alles vergeven aan diegene die ons is ontvallen. Laten we dan maar bidden voor hem of haar en aan God vragen om het laatste woord van vergeving en verzoening uit te spreken. 7. Iedere dag een goede daad stellen. En we eindigen onze concrete stapstenen met een raadgeving van de scouts: laten we proberen iedere dag een goede daad te stellen: het bewust stellen van een goede daad, een daad van barmhartigheid, zij het als compassie of als vergeving. We moeten ervan uitgaan dat een kleine daad grote gevolgen kan hebben. Een goede daad is tenslotte een daad waarmee we de menswaardigheid van de andere promoveren. En dat is toch barmhartigheid in het concrete leven! Ik eindig met een m.i. heel diepe tekst van Paus Benedictus XVI die hij uitsprak op 30 maart 2008 op de zondag van de Goddelijke Barmhartigheid. Ik bied hem graag als bezinning aan voor onderweg. Inderdaad, barmhartigheid is de centrale kern van de evangelische boodschap, het is de echte naam van God, het gelaat waarmee Hij zichzelf heeft laten kennen in het Oude Testament en volledig in Jezus Christus, die de incarnatie is van de creatieve en verlossende liefde. Moge deze barmhartige liefde ook schijnen op het gelaat van de Kerk en zich tonen in de sacramenten, speciaal in het sacrament van de verzoening, in de werken van barmhartigheid zowel in gemeenschap als individueel verricht. Mag alles wat de Kerk zegt en doet steeds Gods barmhartigheid uitstralen. Wanneer de Kerk een ongekende waarheid in herinnering moet brengen of een bedreigd goed verdedigen, dat ze het altijd mag doen met een barmhartige liefde, zodat iedereen leven mag hebben en wel in overvloed. Het is de Goddelijke Barmhartigheid die vrede brengt in de harten, dat er ook vrede mag vloeien in de wereld, vrede tussen de verschillende volkeren, culturen en religies. 14 maart 2016 5