Boven-Rijn/Waal. Maatregelenboek Een overzicht van mogelijke rivierverruimende maatregelen in het stroomgebied



Vergelijkbare documenten
IJssel. Maatregelenboek Een overzicht van mogelijke rivierverruimende maatregelen in het stroomgebied

Neder-Rijn/Lek. Maatregelenboek Een overzicht van mogelijke rivierverruimende maatregelen in het stroomgebied

PKB Ruimte voor de Rivier Investeren in veiligheid en vitaliteit van het rivierengebied

Witteveen+Bos, RW /torm/027 definitief d.d. 26 maart 2012, toelichting aanvraag watervergunning

Zomerbedverlaging Beneden-IJssel. Kampen

De Biesbosch gelegen tussen de verstedelijkte Randstad en de Brabantse Stedenrij.

Gemeente Zwolle. Morfologisch gevoeligheidsonderzoek Westenholte. Witteveen+Bos. Willemskade postbus 2397.

Doel van de informatiebijeenkomst

Rivierverruiming Uiterwaarden Neder-Rijn

Notitie Visie op ruimtelijke kwaliteit Zomerbedverdieping. Bosch Slabbers d.d. 16 december 2011

Ministerie van Economische Zaken Dienst Regelingen T.a.v. De heer T. van Hattum Postbus EK 'S-GRAVENHAGE

1 Verslag 2 effectbepaling Rivierkundige effecten Via15 Depots Scherpekamp

Rivierkundige beoordeling Duurzaam Beheer Project Stroomlijn

3Maatregelen benedenrivierengebied korte termijn

Ruimte voor de Rivier

notitie Grondbank GMG 1. INLEIDING

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Ontwerp Weelde in de Beuningse uiterwaarden 2015

Culemborg aan de Lek

Bijlage: Beschrijving enveloppen

Overstromingen en wateroverlast

Behoort bij besluit namens burgemeester en wethouders. Floor van Beek Omgevingsvergunningverlener

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 - Nederland als leefomgeving

Inschatting van de verandering van de overschrijdingskans als gevolg van hoogwaterverlagende maatregelen langs de Rijn - rapport 229 -

IJsselsprong Zutphen. Nota Ruimte budget 20 miljoen euro. Planoppervlak 160 hectare

Module Het Rivierengebied

~INSPRAAK. Samenvatting Millieueffectrapport Ruimte voor de Rivier

Om in aanmerking te komen voor een beoordeling op basis van Artikel 6d moet de verlaging van waterstanden ten minste 1 cm bedragen.

OV Datum: 29 januari 2016

Rijkswaterstaat Ministerie van tnftastructuur en Milieu

tot wijziging van de bijlagen I en II van de Waterwet (aanpassingen Ruimte voor de Rivier)

Ruimte voor de Rivier - praktijktoepassing met Simona. Simona Gebruikersmiddag, 12 juni 2013

Opbouw presentatie. Kansen voor waterplanten langs de Rijntakken. 15 december 2011 Gerben van Geest Deltares. - Achtergrond;

Burgemeester en wethouders van Venlo, ter attentie van de heer L. Rooden, Postbus 3434, 5902RK Venlo

Hoogwatergeul Varik Heesselt

AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING VOOR PROGRAMMA STROOMLIJN

Bijlandse Waard. Herinrichting voor veiligheid, natuur en beleving

Gebied: De Drie Polders

Land + Water jaargang 40, nummer 9, pag , Auteurs: M.T. Duits H. Havinga J.M. van Noortwijk ISBN

Bos in de Rijntakken. Jaap Ex. Projectleider beheerplannen Natura 2000 Rijntakken en Loevestein Provincie Gelderland

De meerwaarde van kleiwinning in kaart gebracht


Plan IJsselsprong 'Alles in 1 keer'- blauwe envelop - Variantkeuze

: KRW Bentinckswelle : Aanvulling op aanvraag watervergunning LW-AF

ONTWERPBESCHIKKING D.D. 5 NOVEMBER ZAAKNUMMER VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

2Perspectieven voor benedenrivieren: een lange termijn visie

Een scherpe blik op de Sallandse IJssel

1 ADVIESNOTA ZOMERBEDVERLAGING BENEDEN-IJSSEL

Vechtpark Hardenberg Schetsontwerpen Baalder uiterwaard & Radewijkerbeek. 5 juli 2016

~INSPRAAK. PKB deel 1 Ruimte voor de Rivier. ~ Ontwerp Planologische Kernbeslissing ~ Nota van Toelichting

Hoogwatermaatregelen Mook en Middelaar, Gennep en Bergen

2 rivieren: natuurlijke systeem

Baseline SteenGoed. Inleiding. A overzicht alle hoogwatervrije terreinen. B selectie hoogwatervrije terreinen

Keerperiode In het inlaatbeleid wordt er onderscheid gemaakt in twee periodes: De zomerperiode De winterperiode

Samenvatting PlanMER, obstakelverwijdering Elst

Maascollege. Waterstanden in de Maas, verleden, heden, toekomst

Ruimte voor rivier en bever in De Schellen, deel II

PLAN-MER VOOR HET BESTEMMINGSPLAN AFFERDENSE EN DEESTSE UITERWAARDEN

Help! Het water komt!

AK samenvatting H4. Het stroomstelsel is de hoofdrivier met alle zijtakken, het bestaat uit drie delen:

Samenvatting. Inleiding

Het rivierklei-landschap

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Rivierkundige beoordeling Gendtse Polder

Waterberekeningen Waalweelde West. Als bijdrage aan de ruimtelijke plannen voor de waterveiligheid

Dijkteruglegging Oosterhout. Bewonersavond Dijkteruglegging Oosterhout

INTRODUCTIE. Verkenning Hoenwaard Verkenning Hoenwaard 2030; voorstel aan de bestuurders. Zwolle. Hattem. Wapenveld

Ruimte voor de rivier de IJssel

Samen werken aan de Midden Waal

Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch

Vastgesteld in Provinciale Staten van Gelderland: 8 juli 2015

Ruimte voor de Rivier Hoe zat dat ook al weer?

het noordelijk deel (nabij de woningen) en het zuidelijk deel. Vanwege de invloed naar de omgeving is alleen het noordelijk deel beschouwd.

VISIE INRICHTING EN BEHEER VAN DE ROSANDEPOLDER

Versie Omschrijving Auteur(s) Datum 1 D J Timmer Aanvullende tekst par 3.3.3

w>«v r ''"Mei Ingekomen GEMEENTE BRUMMEN: Datum 6 februari 2012 Onderwerp reactie op motie over dijkverlegging Cortenoever november 2011

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4, Nederland Wateroverlast

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Grote nevengeul. Gans. Gans Aanvullen met materiaal uit het projectgebied, van dezelfde of betere milieukwaliteit

MEMO. Toelichting op maatregelen Oranjebuurt in de Lier.

Duiven. Introductie. Bron:

Hydraulische beoordeling nieuwe waterkering Alexander, Roermond. WAQUA-simulaties ten behoeve van Waterwetaanvraag

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4


Informatieavond Buffer Noord 23 juni 2015

Plan IJsselsprong 'Alles in 1 keer'- blauwe envelop - Variantkeuze

Kansen voor waterplanten langs de Rijntakken. 18 oktober 2012 Gerben van Geest Deltares

Hoogwatergeul Veessen-Wapenveld in het Basispakket

: Ruud Tak. MEMO/Landschappelijke inpassing uitbreiding Roekenbosch te Blitterswijk 1. 1 artikel 3.1. Verordening ruimte provincie Brabant 2014

Startnotitie m.e.r. Millingerwaard

Rivierkundige effecten voorkeursalternatief Millingerwaard

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ruimte voor de Waal - Nijmegen Verificatie Ruimtelijk Plan Hydraulica

Datum: 30 augustus 2016 Betreft: Hoogwatergeul Varik Heesselt, alternatief plan Ir. Spaargaren

ONTWERPBESLUIT ONTGRONDINGENWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Panorama s Rijnwaardense Uiterwaarden. versie december 2013

Rivierkundige berekeningen Randwijkse Waard Rivierkundige analyse

N.v.t. Nee (art. 5) Natuur. Riet en Ruigte. Stadsweide Roermond. Maaien. Waterstaat Stroomvoerend rivierbed. Nee (art. 9) N.v.t. Natuur. Nee (art.

Transcriptie:

Boven-Rijn/Waal Maatregelenboek Een overzicht van mogelijke rivierverruimende maatregelen in het stroomgebied september 23 Ruimte voor de Rivier

Voorwoord Met gepaste trots presenteren we het maatregelenboek Planstudie Ruimte voor de Rivier. Hiermee worden op overzichtelijke wijze alle mogelijke maatregelen voor rivierverruiming langs de Rijntakken in kaart gebracht. De maatregelen komen voort uit eerdere studies, zoals Spankracht, en uit de nauwe en interactieve samenwerking tussen de projectorganisatie en haar directe omgeving, vertegenwoordigd in klankbordgroepen, gemeenten en waterschappen. Het maatregelenboek bestaat uit vier delen: Boven-Rijn/Waal, Neder-Rijn/Lek, IJssel en Benedenrivieren. Een overzicht in deze verschijningsvorm geeft U de kans in alle rust te ontdekken welke maatregelen mogelijk zijn, waar ze liggen en wat ze in grote lijn inhouden. Om U een indruk te geven wat er met een maatregel wordt bereikt, is van iedere maatregel een aantal kenmerken (effecten) vermeld. We hebben getracht door een heldere ordening, opmaak en rijk gebruik van beeldmateriaal, dit maatregelenboek zo gebruiksvriendelijk mogelijk te maken. Zo zijn de maatregelen per type geordend, heeft elk type maatregel een eigen opmaak en is de hoeveelheid tekst beperkt. Het doel van de PKB Ruimte voor de Rivier is een pakket van maatregelen vast te stellen waarmee de noodzakelijke waterstanddaling wordt bereikt. In de planstudie onderzoeken we welke van de hier gepresenteerde mogelijke maatregelen in dit pakket opgenomen kunnen worden. Dit is de reden dat er in dit boek wordt gesproken over mogelijke maatregelen, want niet alle 6 maatregelen zullen uitgevoerd worden. Met dit maatregelenboek kunnen wij samen de discussie voeren over welke maatregelen uiteindelijk overblijven en over hoe ons rivierengebied er in de toekomst uit zal zien. Ik wens u veel inspiratie toe! Ton Sprong Projectdirecteur Ruimte voor de Rivier Den Haag, september 23 3

4

Overzicht hoofdstukken Voorwoord 3 1 Inleiding 7 2 Het maatregelenboek 8 Legenda Uiterwaard maatregelen uitklapper 3 Uiterwaard maatregelen 4 Lopende projecten / recentelijk uitgevoerd 5 Knelpunten 6 Kleinschalige dijkverleggingen 7 Grootschalige dijkverleggingen 8 Retentie 9 Groene rivieren 1 Overige maatregelen 5

6

1 Inleiding Dit Maatregelenboek is de papieren weergave van alle mogelijke rivierverruimende maatregelen die in de Blokkendoos zijn opgenomen. De Blokkendoos is een computerprogramma dat is ontworpen om de effecten van mogelijke rivierverruimende maatregelen in beeld te brengen. Het is een beslissingsondersteunend middel in de planstudiefase voor de Planologische Kernbeslissing (PKB) Ruimte voor de Rivier. In de Blokkendoos (en dus ook het Maatregelenboek) zijn alle maatregelen opgenomen uit de (eerdere) Spankrachtstudie. De discussie of deze maatregelen ingezet worden voor de korte termijn zal bij het samenstellen van de maatregelenpakketten volop gevoerd worden. De code van een maatregel in dit boek komt overeen met de code in de Blokkendoos. Via die code zijn Blokkendoos en Maatregelenboek gekoppeld. Omdat de Blokkendoos een ondersteunend instrument is, zijn alle maatregelen die een rol in de discussie kunnen spelen opgenomen. In het Maatregelenboek zijn in totaal bijna 6 mogelijke maatregelen opgenomen, onderverdeeld in: Uiterwaardmaatregelen Knelpunten Binnendijkse maatregelen Overige maatregelen Het Maatregelenboek is een losbladig document, omdat er altijd wijzigingen kunnen optreden. Nieuwe versies van pagina s kunnen dan makkelijk worden ingevoegd in het boek zonder dat dit grote consequenties heeft voor de opmaak van het gehele boek. Niet alle uiterwaarden zijn in de ontwerpsessies (najaar 22) uitgewerkt. Bij een aantal uiterwaarden wordt er op dit moment al gewerkt aan het opstellen van een inrichtingsplan. Er is voor gekozen om voor deze uiterwaarden de benodigde informatie "af te tappen" van het lopende proces. Ook de recent uitgevoerde projecten zijn niet uitgewerkt in de ontwerpsessies. Elk hoofdstuk heeft een andere kleuraanduiding, zichtbaar bovenaan de pagina. Vanaf het begin van ieder nieuw hoofdstuk start de paginanummering opnieuw. Bij het zoeken naar een maatregel kunt u in het overzicht bekijken welke kleur bij de maatregel hoort. Vervolgens kunt u op de eerste pagina van het betreffende hoofdstuk de pagina opzoeken. Hoofdstuk 2 geeft een algemene omschrijving van alle maatregelen die in het boek voorkomen. Daarna worden in hoofdstuk 3 als eerste de uiterwaardmaatregelen in woord en beeld beschreven. Naast een korte omschrijving van de uiterwaard zijn de maatregelen gevisualiseerd middels bewerkte luchtfoto s. Daarnaast is de geschetste variant uit de ontwerpsessies gepresenteerd. In een tabel staan de belangrijkste effecten kort weergegeven. Hoofdstuk 4 behandelt de lopende en recent uitgevoerde projecten. De contouren van de projecten staan weergegeven op een luchtfoto. Hoofdstuk 5, knelpunten; 6 kleinschalige dijkverleggingen; 7 grootschalige dijkverleggingen; 8 retentie en 9 groene rivieren zijn door middel van contouren op luchtfoto s of kaarten in beeld gebracht. Daarnaast staan de effecten omschreven in een tabel. Als laatste, in hoofdstuk 1 worden de overige maatregelen, bijvoorbeeld kribverlaging, beschreven. 7

2 Het maatregelenboek Uiterwaardmaatregelen De uiterwaardmaatregelen zijn het resultaat van de ontwerpsessies zoals die in september en november 22 zijn gehouden. Tijdens die sessies zijn er per uiterwaard gemiddeld twee mogelijke ontwerpen gemaakt. Daarnaast is er altijd de mogelijkheid om een uiterwaard met rust te laten. Bij het maken van de ontwerpen is veel rekening gehouden met de aanwezige waarden, zoals de landschappelijke, natuurwetenschappelijke en cultuurhistorische waarden. Er zijn maatregelen waarbij de functie landbouw gehandhaafd blijft. In dat geval is uitgegaan van het verlagen van de uiterwaard tot een niveau waarbij een acceptabel productieniveau intact blijft (minimaal 6% van de landbouwgebruikswaarde ten opzichte van binnendijkse gronden, waarbij een zomerkade gehandhaafd blijft). Bij varianten waar sprake is van natuurontwikkeling is de terreinverlaging afgestemd op de mogelijk te realiseren ecotopen (moeras, natuurlijk grasland, etc.). Bij de aanleg van geulen is er van uitgegaan dat "de overkant" bereikbaar blijft. In een aantal gevallen betekent dit dat een brug aangelegd moet worden. De brug is ook begroot. Knelpunten In het studiegebied ligt een groot aantal zogenaamde "hydraulische knelpunten". Dit zijn plekken waar om uiteenlopende redenen de doorvoer van het hoge water wordt geremd. Het kan daarbij gaan om: Hoogwatervrije terreinen Hoge kades dwars op de stroomrichting van de rivier, bruggenhoofden en veerstoepen Vernauwingen van het winterbed Hoogwatervrije terreinen. In de uiterwaarden ligt een groot aantal hoogwatervrije terreinen. Van origine gaat het veelal om steenfabrieksterreinen. Maar in de loop der jaren is er ook allerlei andere bedrijvigheid op dit soort terreinen ontstaan. Soms is de bedrijvigheid gestopt en liggen de terreinen er verlaten bij. In hoeverre een hoogwatervrij terrein een knelpunt vormt is sterk afhankelijk van de ligging en de omvang. Vaak gaat het ook om een combinatie van een terrein en de hoog gelegen weg er naar toe. Als maatregel is in de Blokkendoos het verwijderen van het hoogwatervrije terrein opgenomen. In het merendeel van de gevallen komt dat neer op het afgraven van het terrein tot het maaiveld van het omliggende terrein. Daarbij is er na afgraven uitgegaan van de functie natuur en het ecotoop natuurlijk grasland. Hoge kades dwars op de stroomrichting van de rivier, bruggenhoofden en veerstoepen. Het gaat hier om kades die dwars op de stroomrichting bij maatgevende omstandigheden liggen. Juist deze "dwars ligging" geeft opstuwing. Ook veerstoepen en bruggenhoofden veroorzaken opstuwing. De kades kunnen worden verlaagd of worden verwijderd. Beide mogelijkheden zijn in de Blokkendoos opgenomen. Vaak vormt het verlagen of verwijderen van een kade ook een onderdeel van een ontwerp voor een uiterwaard. Dubbelingen zijn er bij het bouwen van de Blokkendoos uit gehaald. Bruggenhoofden kunnen doorlatend worden gemaakt en veerstoepen kunnen worden gestroomlijnd. Vernauwingen van het winterbed. Op een aantal plaatsen langs de rijntakken ligt de winterdijken naar verhouding dicht tegenover elkaar. Het winterbed van de rivier wordt als het ware ingesnoerd. Er ontstaat een flessenhals die bij hoge afvoeren bovenstrooms tot een hogere waterstand leidt. Een goede oplossing om meer water door te laten is om aan een - of aan beide kanten van de rivier de dijk te verleggen. Over het algemeen zal het gaan om kleinschalige dijkverleggingen (voorlopig is als grens een oppervlakte nieuw buitendijks van maximaal 25 ha gebruikt). Bij kleinschalige dijkverleggingen is er van uit gegaan dat de functie landbouw wordt omgezet in natuur met als ecotoop natuurlijk grasland. Eventueel aanwezige andere ecotopen blijven gehandhaafd. 8

Het maatregelenboek Binnendijkse maatregelen In de Spankrachtstudie is een groot aantal mogelijke binnendijkse maatregelen bekeken. Het gaat daarbij om: Grootschalige dijkverleggingen Groene rivieren Retentiegebieden Grootschalige dijkverleggingen. Het gaat hierbij om het over een grote lengte verleggen van de winterdijk. Eigenlijk wordt hiermee het winterbed over een grote lengte verbreed. Groene rivieren. Het gaat hier in feite om een nieuwe rivierloop in het binnendijkse gebied, die alleen bij extreem hoge afvoeren watervoerend zal zijn. Naar verwachting zal zo n groene rivier 1 keer per 5 jaar vol water stromen. Aan weerskanten van de groene rivier zullen uiteraard dijken moeten worden aangelegd, die even hoog zullen zijn als de dijken langs de rivier. Het begrip "groen" houdt in dat het huidige grondgebruik (veelal landbouw) blijft gehandhaafd. Maar een inrichting met meer natuur behoort ook tot de mogelijkheden. Een bijzondere vorm van een groene rivier zijn de zogenaamde bypasses. Bij een aantal steden is de rivier zo ingesnoerd, dat een nieuwe rivierloop over een relatief korte afstand al veel effect kan hebben. Naast een "groene" variant is ook gekeken wat het effect zal zijn indien een "blauwe" variant wordt gemaakt. Daarbij wordt niet het huidige grondgebruik gehandhaafd, maar wordt het maaiveld zover verlaagd dat er continue water staat. Retentiegebieden. Bij retentiegebieden gaat het om gebieden waar bij extreme hoge afvoeren water tijdelijk "wordt geparkeerd". Als de waterstand weer zakt wordt het gebied weer geleegd. In de geselecteerde gebieden is relatief weinig bebouwing aanwezig. In tegenstelling tot andere rivierverruimingsmaatregelen werkt het effect van retentie stroomafwaarts door. Immers een deel van de hoogwaterpiek wordt weggenomen en daar profiteert het hele gebied benedenstrooms van het inlaatpunt van. Overige maatregelen Er is nog een aantal maatregelen die moeilijk in beelden zijn vast te leggen, omdat ze niet gebiedsspecifiek of duidelijk begrensd zijn. Het gaat om: Kribaanpassingen Zomerbedverdieping Reductie zijdelingse toestroming (alleen langs de IJssel) Kadeverlaging of kadeverwijdering Kribaanpassingen. Door de hoogte en de vorm van de kribben (zogenaamde strekdammen langs de rivier) aan te passen wordt de stromingsweerstand voor het rivierwater verlaagd. Het water stroomt er makkelijker overheen. Dit zal bij zeer hoge afvoeren een paar centimeter waterstanddaling tot gevolg kunnen hebben. Kribaanpassing is een maatregel die je niet "per krib" uitvoert, maar per traject. In de Blokkendoos is de maatregel dus per traject opgenomen. Niet overal kan deze maatregel op een zelfde manier worden ingezet. De manier waarop en dus ook de effectiviteit van deze maatregel wordt bepaald door scheepvaartkundige randvoorwaarden. Zomerbedverdieping. Bij deze maatregel wordt het zomerbed van de rivier verdiept. Deze maatregel is alleen op de meer benedenstroomse delen van de rivier effectief. Dat zijn ook de delen waar de rivier van nature sedimenteert (zand en klei afzet). Dat zal tot gevolg hebben dat er regelmatig moet worden gebaggerd om de nieuwe diepte te handhaven. Nadeel van deze maatregel is ook dat het kan leiden tot verdroging binnendijks. 9

Het maatregelenboek Reductie zijdelingse toestroming. De IJssel is de enige rijntak waar de zijdelingse toestroming een fors aandeel heeft in de maatgevende hoogwaterstand op de rivier. Via allerlei zijstromen (oude IJssel, Twente kanaal, etc.) komt er water in de hoofdstroom. Het reduceren van deze zijdelingse toestroming in tijden van zeer hoge afvoeren leidt benedenstrooms tot aan Kampen tot een minder hoge waterstand. In de Blokkendoos zijn twee mogelijke situaties opgenomen, namelijk het reduceren van de zijdelingse toestroming met 25% en 5%. Of en op welke wijze dit kan worden gerealiseerd zal in overleg met de betreffende waterschappen en aan de hand van verdere studies bekeken moeten worden. Integrale kadeverlaging en kadeverwijdering. Bij de knelpunten zijn al die kades opgenomen die substantieel het water opstuwen. Bij de maatregel integrale kadeverlaging en kadeverwijdering gaat het om het verlagen respectievelijk verwijderen van alle overige dwarskaden. Alle kleine beetjes helpen. Ook al vormt een kade niet direct een knelpunt, een zekere opstuwing heeft elke kade. In de Blokkendoos is daarom deze maatregel opgenomen. Effecten In het Maatregelenboek zijn bij een groot aantal maatregelen in een apart kader de belangrijkste effecten in beeld gebracht. Het is een selectie uit de ruim 1 kolommen met effecten die in de Blokkendoos zitten. De in het Maatregelenboek opgenomen effecten maken het mogelijk een snel beeld te vormen van de betreffende maatregel. Opgenomen zijn: MHW-winst (m) Oppervlakte maatregel (m 2 ) Volume vergraving (1 m 3 ) Verandering areaal landbouw (ha) Verandering areaal met natuurwaarde (ha) Kosteneffectiviteit (m2/m ) MHW-winst. Hier staat aangegeven hoeveel meter de maatgevende hoogwaterstand daalt als de maatregel wordt uitgevoerd. Daarbij is de informatie die er op dit moment beschikbaar is in een model ingevoerd dat dit berekent. Als te zijner tijd besloten wordt om de betreffende maatregel uit te voeren en er na de PKB procedure in een vervolgprocedure een inrichtingsplan wordt opgesteld, wordt de MHW-winst opnieuw bepaald. Deze kan afwijken van hetgeen nu is berekend. Oppervlakte maatregel. De oppervlakte van de maatregel is hier uitgedrukt in hectares. Bij dijkverleggingen gaat het om het areaal dat toegevoegd wordt aan het winterbed (uitgedijkt wordt). Bij een paar knelpunten, zoals het verlagen van een kade, is de eenheid geen hectare, maar strekkende meters. Ruimtelijke kwaliteitsscore. Het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit is een van de doelstellingen van de planstudie. In aparte sessies is met de omgeving de regionale ruimtelijke kwaliteit gedefinieerd. Die kwaliteit is vertaald naar een koers per gebied (bijvoorbeeld een uiterwaard). Alle maatregelen zijn geconfronteerd met deze koersen en beoordeeld in hoeverre het uitvoeren van de maatregel een (zeer) positieve, neutrale of (zeer) negatieve bijdrage levert aan de koers. Er zijn vijf klassen onderscheiden (++, +,, -, --). Volume vergraving. Hier staat in m 3 het volume grond dat vrij komt als de betreffende maatregel wordt uitgevoerd. Een verdere onderverdeling van dit volume is in de Blokkendoos opgenomen. De maatregelen in de Blokkendoos zijn heel concreet. Waarom zijn ze zo concreet als het bij de Planologische Kernbeslissing nog niet gaat om het opstellen van inrichtingsplannen? Dat heeft te maken met de zekerheid die nodig is om uiteindelijk voor een maatregelenpakket te kiezen, met name op het vlak van waterstandseffect en kosten. Het gebeurt nog helaas te vaak dat als na een besluit een plan verder wordt uitgewerkt "de verlaging van de maatgevende hoogwaterstand en of de kosten tegen vallen". Voorbeeld: Het waterstandsverlagend effect van een maatregel wordt door twee zaken bepaald; de mate waarin de doorvoercapaciteit van de rivier wordt vergroot en de verandering van de zogenaamde ruwheid van het terrein. Bij de doorvoercapaciteit gaat het om het vergroten van de doorsnede waardoor het water kan stromen. Kort gezegd gaat het om breder (zoals bij het verleggen van een dijk) en/of dieper maken (zoals bij het verlagen van een uiterwaard), hoe meer water er doorheen kan stromen. De ruwheid van het terrein bepaalt hoe snel het water kan stromen. Hoe ruwer een gebied, hoe meer weerstand het water ondervindt, hoe minder snel het water wordt afgevoerd. De ruwheid wordt in belangrijke mate bepaalt door de aanwezige vegetatie. Moeras is ruwer dan grasland en geeft dus meer weerstand. Maar ook obstakels (kades, steenfabrieksterreinen) kunnen de doorstroming belemmeren. Een vergroting van de ruwheid kan het effect van het vergroten van de doorvoercapaciteit teniet doen. De mate waarin dit gebeurt, is mede afhankelijk van de plek waar de doorvoercapaciteit wordt vergroot of waar er meer ruwheid komt. Het vergroten van de doorvoercapaciteit op een stuk waar die al meer dan voldoende is heeft weinig zin. Het vergroten van de ruwheid in zo n gebied kan wel grote gevolgen hebben. Ook het vergroten van de doorvoercapaciteit in een gebied waar water amper kan stromen (stroomluwe delen) heeft weinig effect. Meer ruwheid in deze gebieden heeft ook weinig effect. Of en de mate waarin een maatregel een waterstandverlagend effect heeft wordt dus door veel factoren bepaald. Om een goede berekening te kunnen maken moeten die factoren wel bekend zijn. Er moet dus bekend zijn waar en hoeveel er in een uiterwaard wordt verlaagd en welke vegetatie verwacht mag worden. 1

Het maatregelenboek Verandering areaal landbouw. Hier is opgenomen de verandering van het areaal landbouw ten opzichte van de huidige situatie. Hier zal het vaak gaan om een afname van het areaal. Deze afname heeft voor het grootste deel de toename van het areaal natuur tot gevolg. Hier is niet in beeld gebracht de arealen waar de landbouw als functie blijft gehandhaafd, maar waar er wel sprake kan zijn van een achteruitgang van de landbouwkundige waarden (verlies NGE s). Dit effect is wel in de Blokkendoos opgenomen. Verandering areaal met natuurwaarde. Hier is opgenomen de verandering van het areaal met natuurwaarde ten opzichte van de huidige situatie. De verandering kan negatief zijn (dus in feite een afname), maar zal over het algemeen positief zijn, omdat bij het merendeel van de maatregelen sprake is van een omzetting van de huidige functie naar de functie natuur. /bedrijven. Een aantal maatregelen zal gevolgen hebben voor de aanwezige opstallen. Zo zullen bij het verlagen van een steenfabrieksterrein eventueel aanwezige woningen en bedrijven moeten verdwijnen. Bij de ontwerpsessies voor de uiterwaarden is veelal rekening gehouden met aanwezige bebouwing. Bij de buitendijkse maatregelen en de kleinschalige dijkverleggingen gaat het in feite om het verlies aan woningen en bedrijven. Alleen waar er sprake is van verlies aan bebouwing is dat in het Maatregelenboek in beeld gebracht. Voor het bovenrivierengebied zijn de binnendijkse maatregelen (nog) niet op een zelfde niveau uitgewerkt als de buitendijkse maatregelen. Bij de binnendijkse maatregelen gaat het hier om woningen en bedrijven die binnen de contour van de maatregel liggen. Kosten. De kosten worden voor een belangrijk deel bepaald door de wijze van verwerking van het vrijkomende volume grond. Omdat er meerdere mogelijkheden van verwerken zijn, zijn er vier verwerkingsscenario s opgesteld (met name voor het bovenrivierengebied). Per scenario zijn de kosten (in miljoenen euro s) bepaald. In het Maatregelenboek zijn alleen de kosten opgenomen die voortvloeien uit het verwerkingsscenario "storten in bestaande zandgaten". De andere scenario s zijn terug te vinden in de Blokkendoos. De opgenomen kosten zijn totaalkosten, dus zowel de directe als de indirecte kosten en inclusief allerlei opslagen vanwege onzekerheden, etc. Kosteneffectiviteit. De kosteneffectiviteit is de verhouding van de "kosten" en de "mate van daling van de maatgevende hoogwaterstand ("oppervlakte MHW-winst"). Hoe hoger het getal hoe effectiever de maatregel vanuit kosten overwegingen is. Dit getal staat nooit op zich zelf. Het kan namelijk zijn dat een maatregel die bijna niets kost, maar ook bijna geen MHW-winst oplevert hoog "scoort" bij kosteneffectiviteit. Maatregelen, die geen MHW-winst geven voldoen niet aan het doel en vallen eigenlijk af. De kosteneffectiviteit moet dus altijd in samenhang met de MHW-winst worden bekeken. 11

Legenda Legenda bij hoofdstuk Uiterwaardmaatregelen (foto links op iedere pagina) permanent water moeras / plasdras natuurlijk grasland stroomdal grasland nieuwe kade nieuwe dijk strang / geul stroomrichting tijdens inundatie doorvoer tijdens hoog water kade verwijderen / doorlatend maken kade verlagen verwijderen obstakel doorlatend maken landbouw / cultuurlijk grasland dynamische ruigte bos stroomrichting rivier

3 Uiterwaard maatregelen Inhoud Code Naam Pagina W6-1 Millingerwaard 2 W8-1 Gendtsche waarden 3 W9-1 Groenlanden 4 W9-2 Groenlanden 5 W11-1 Buiten Ooy 6 W11-2 Buiten Ooy 7 W11-3 Buiten Ooy 8 W12-1 Nijmegen 9 W12-2 Nijmegen 1 W13-1 Oosterhoutse weilanden 11 W13-2 Oosterhoutse weilanden 12 W13-3 Oosterhoutse weilanden 13 W14-1 Moespotsche Waard 14 W14-2 Moespotsche Waard 15 W14-3 Moespotsche Waard 16 W15-1 Loenensche buitenpolder 17 W15-2 Loenensche buitenpolder 18 W16-1 Ewijcksche Waard 19 W16-W18-1 Ewijcksche Waard + Winsensche Waarden 2 W17-1 Wolferensche Waard 21 W18-2 Winsensche Waarden 22 W18-3 Winsensche Waarden 23 W19-1 Hiensche uiterwaarden 24 W21-1 Ochtensche buitenpolder (Gouverneurse polder) 25 W21-2 Ochtensche buitenpolder 26 W21-3 Ochtensche buitenpolder 27 W22-1 Drutensche Waarden oost 28 W22-2 Drutensche Waarden oost 29 W23-1 IJzendoorn 3 Code Naam Pagina W25-1 Willemspolder 31 W25-2 Willemspolder 32 W26-W28-1 Wamelsche Uiterwaard + Dreumelsche Waard noord 33 W26-W28-2 Wamelsche Uiterwaard + Dreumelsche Waard noord 34 W28-1 Dreumelsche Waard-zuid 35 W3-1 Stiftsche Waarden 36 W3-2 Stiftsche Waarden 37 W31-1 De Kop 38 W31-2 De Kop 39 W32-1 Heeseltsche middenplaat 4 W36-1 Rijswaard 41 W36-3 Rijswaard 42 W36-W38-1 Rijswaard en Kerkenwaard 43 W37-1 Zaltbommel 44 W4-1 Crobsche waard 45 W4-2 Crobsche waard 46 W42-1 Herwijnensche bovenwaard 47 W42-2 Herwijnensche bovenwaard 48 W42-3 Herwijnensche bovenwaard 49 W43-1 Ruyterwaard 5 W43-2 Ruyterwaard 51 W44-1 Herwijnensche Benedenwaard 52 W45-1 Brakelsche Benedenwaarden 53 W45-2 Brakelsche Benedenwaarden 54 W45-3 Brakelsche Benedenwaarden 55 W45-W48-4 Brakelsche Benedenwaarden en Munnikenland 56 W47-1 Dalemsche Waard 57 W47-2 Dalemsche Waard 58

Uiterwaard maatregelen Wat is uiterwaardvergraving? Het geheel of gedeeltelijk verlagen van de uiterwaarden. Dit kan gebeuren door vlaksgewijze verlaging of door lijnvormige afgravingen, waardoor geulen kunnen ontstaan die bij een bepaalde waterstand in de rivier gaan meestromen. Vaak is sprake van een combinatie van beide typen vergraving. Wat gebeurt er bij uiterwaardvergraving? De uiterwaarden van een rivier maken onderdeel uit van het winterbed. Gedurende een hoogwater stromen deze waarden mee als waterafvoer en doen dienst als waterberging. Het water dat bij hoog water de uiterwaard instroomt, heeft tussen de zomerkaden en winterdijk een lagere stroomsnelheid dan in de hoofdstroom. Hierdoor kunnen fijnere kleideeltjes neerslaan, waardoor de uiterwaarden in de loop der jaren steeds hoger zijn komen te liggen. Hiermee heeft de rivier zelf het doorstroomprofiel van het winterbed verkleind. Met uiterwaardvergraving zijn grote waterstandeffecten te bereiken. Relevante locaties voor uiterwaardvergraving In het kader van de planstudies zijn in het najaar van 22 ontwerpsessies georganiseerd met de regio. Op interactieve wijze is voor alle uiterwaarden verkend op welke wijze er extra ruimte voor de rivier te realiseren is. Elke uiterwaard is gemiddeld genomen in 2 varianten uitgewerkt. Een aantal uiterwaardmaatregelen is ontworpen op aanvulling van bestaande al uitgevoerde projecten of projecten waar al plannen voor zijn en bijna worden uitgevoerd. Het gaat om de uiterwaardmaatregelen W19 de Hiensche uiterwaarden en W3 de Stiftsche uiterwaarden. Een aantal uiterwaardmaatregelen bevat naast uiterwaard verlaging ook een kleinschalige of grootschalige dijkverlegging. Deze maatregelen zijn dan gedeeltelijk ook binnendijks. Het gaat om de uiterwaardmaatregelen W12_1 Nijmegen W13_3 Oosterhoutsche weilanden W14_3 Moespotsche waard W21_1 Gouverneursche polder W3_1 Stiftsche uiterwaarden W42_3 Herwijnensche bovenwaard W45_3 Brakelsche benedenwaarden W45_W48_1 Brakelsche benedenwaarden en Munnikenland De beschrijving van de maatregelen staan in dit hoofdstuk. Tevens is een contour weergegeven in hoofdstuk 6 voor de uiterwaardmaatregelen met kleinschalige dijkverleggingen en in hoofdstuk 7 voor de uiterwaardmaatregelen met grootschalige dijkverleggingen. 1

Millingerwaard W6-1 De Millingerwaard is een grote uiterwaard met grootschalige natuurontwikkeling en ligt aan de linkeroever van de Waal ten westen van Millingen. Het landschap kan worden getypeerd als een halfopen cultuur/natuurlandschap. In deze variant wordt het hoogwatervrije terrein van De Beijer afgegraven. Daarnaast worden er drie kades afgegraven. In het zuidelijke deel wordt het maaiveld verlaagd zodat er dynamische ruigte kan ontstaan. De Kaliwaal ten zuiden van het reeds lopende project in de Millingerwaard wordt verondiept. Natuur is de hoofdkoers van deze uiterwaard. Subkoers is recreatief medegebruik. Uitvoering van de maatregelen van deze variant heeft een positieve bijdrage op de Ruimtelijke Kwaliteit. Afgraven hoogwatervrij terrein Afgraven van 3 kades Afgraven maaiveld en ontwikkelen tot dynamische ruigte Kaliwaal verondiepen,38 327,4 + Volume vergraving (1 m 3 ) 12 Verandering areaal landbouw (ha) -,9 Verandering areaal met natuurwaarde (ha) 14,3 1 1 76,97 4,25 2

Gendtsche waarden W8-1 De Gendtsche waarden liggen aan de rechteroever van de Waal. Het landschap kan worden getypeerd als een landbouwgebied. Het grootste deel van de Gendtsche waarden bestaat uit een lopend project, maar de Kommerwaard, het smalle deel tussen de Bemmelsche waarden en de Gendtsche waarden, valt daar niet onder. In deze variant wordt het maaiveld afgegraven en ontwikkeld als natuurlijk grasland. Natuur is de hoofdkoers van deze uiterwaard. Subkoers is recreatief medegebruik. Uitvoering van de maatregelen van deze variant heeft een positieve bijdrage op de Ruimtelijke Kwaliteit. Afgraven maaiveld en ontwikkelen tot natuurlijk grasland,13 158, + Volume vergraving (1 m 3 ) 658 Verandering areaal landbouw (ha) -26,2 Verandering areaal met natuurwaarde (ha) 26,7 26,68 5,92 3

Groenlanden W9-1 De Groenlanden ligt aan de linkeroever van de Waal ten noorden van het dorp Ooij. Het landschap kan worden getypeerd als een halfopen cultuurlandschap. Het gebied heeft een natuurlijk karakter, er is veel water en moeras en er zijn zandstrandjes aanwezig. In deze variant wordt de Bisonbaai verondiept en het maaiveld ten oosten en westen van de Bisonbaai wordt afgegraven zodat natuurlijk grasland kan ontstaan. De toegankelijkheid voor recreatie wordt zoveel mogelijk gehandhaafd. Natuur is de hoofdkoers van deze uiterwaard. Subkoers is recreatief medegebruik. Uitvoering van de maatregelen van deze variant heeft een positieve bijdrage op de Ruimtelijke Kwaliteit (bijdrage aan natuurontwikkeling). Verlagen kade Verondiepen waterplas Afgraven maaiveld en ontwikkelen tot natuurlijk grasland,19 194, + Volume vergraving (1 m 3 ) 683 Verandering areaal landbouw (ha) -15,4 Verandering areaal met natuurwaarde (ha) 18, 19,54 9,93 4

Groenlanden W9-2 De Groenlanden ligt aan de linkeroever van de Waal ten noorden van het dorp Ooij. Het landschap kan worden getypeerd als een halfopen cultuurlandschap. Het gebied heeft een natuurlijk karakter, er is veel water en moeras en er zijn zandstrandjes aanwezig. In deze variant wordt de kade aan de oostzijde van de Bisonbaai verlaagd. De strang vanuit de Bisonbaai wordt niet aangetakt aan de rivier om de kwaliteit van het (zwem)water in de plas te beschermen. De toegankelijkheid voor recreatie wordt zoveel mogelijk gehandhaafd. Natuur is de hoofdkoers van deze uiterwaard. Subkoers is recreatief medegebruik. Uitvoering van de maatregelen van deze variant heeft een positieve bijdrage op de Ruimtelijke Kwaliteit (natuur iets dynamischer, toename overstromingen). Verlagen kade Graven strang, niet aangetakt,2 252,2 + Volume vergraving (1 m 3 ) 463 Verandering areaal landbouw (ha) -2,2 Verandering areaal met natuurwaarde (ha) 3,1 19,32 13,5 5

Buiten Ooy W11-1 Buiten Ooy ligt aan de linkeroever van de Waal ten oosten van NIjmegen. Het landschap kan worden getypeerd als een halfopen cultuurlandschap. Het gebied heeft een natuurlijk karakter, er is veel water en moeras en er zijn zandstrandjes aanwezig. In deze variant worden de kades om het natuurmonument de Oude Waal gehandhaafd en zo nodig aangelegd. Het knelpunt De Vlietberg wordt verwijderd en ontwikkeld tot dynamische ruigte. Het overige deel van de uiterwaard wordt verlaagd en ontwikkeld tot natuurlijk grasland. Door dit gebied komt een strang die niet is aangetakt. Natuur is de hoofdkoers van deze uiterwaard. Subkoers is recreatief medegebruik. Uitvoering van de maatregelen van deze variant heeft een zeer positieve bijdrage op de Ruimtelijke Kwaliteit (natuur iets dynamischer, toename overstromingen). mogelijk toekomstbeeld Afgraven maaiveld en ontwikkelen tot natuurlijk grasland Knelpunt verwijderen en ontwikkelen tot dynamische ruigte Verlagen zomerkades Aanleggen nieuwe zomerkades Graven strang, niet aangetakt,42 526,7 ++ Volume vergraving (1 m 3 ) 1611 Verandering areaal landbouw (ha) -51,3 Verandering areaal met natuurwaarde (ha) 53,6 77,6 6,83 6

Buiten Ooy W11-2 Buiten Ooy ligt aan de linkeroever van de Waal ten oosten van Nijmegen. Het landschap kan worden getypeerd als een halfopen cultuurlandschap. Het gebied heeft een natuurlijk karakter, er is veel water en moeras en er zijn zandstrandjes aanwezig. In deze variant worden de kades om het natuurmonument de Oude Waal gehandhaafd en zo nodig aangelegd. Het knelpunt De Vlietberg wordt verwijderd en ontwikkeld tot natuurlijk grasland. Door dit gebied komt een strang die benedenstrooms is aangetakt. Het land tussen de rivier, strang en de kades wordt verlaagd tot natuurlijk grasland. Natuur is de hoofdkoers van deze uiterwaard. Subkoers is recreatief medegebruik. Uitvoering van de maatregelen van deze variant heeft een positieve bijdrage op de Ruimtelijke Kwaliteit (ontwikkeling nieuwe hoogdynamische natuur, bestaande natuurwaarden gaan verloren). mogelijk toekomstbeeld Afgraven maaiveld en ontwikkelen tot natuurlijk grasland Knelpunt verwijderen Kades verwijderen Graven strang, eenzijdig aangetakt Volume vergraving (1 m 3 ) Verandering areaal landbouw (ha) Verandering areaal met natuurwaarde (ha),75 1,4 + 3437-59,9 53,5 15 168,4 5,94 7

Buiten Ooy W11-3 Buiten Ooy ligt aan de linkeroever van de Waal ten oosten van Nijmegen. Het landschap kan worden getypeerd als een halfopen cultuurlandschap. Het gebied heeft een natuurlijk karakter, er is veel water en moeras en er zijn zandstrandjes aanwezig. In deze variant wordt het knelpunt De Vlietberg níet verwijderd. Er komt een strang die doorloopt tot in de jachthaven bij Nijmegen. Het natuurmonument de Oude Waal wordt voor 95% gehandhaafd. Natuur is de hoofdkoers van deze uiterwaard. Subkoers is recreatief medegebruik. Uitvoering van de maatregelen van deze variant heeft een onbekende bijdrage op de Ruimtelijke Kwaliteit (is niet gescoord). mogelijk toekomstbeeld Graven strang Volume vergraving (1 m 3 ) Verandering areaal landbouw (ha) Verandering areaal met natuurwaarde (ha),32 425, 926-1,6 11,6 4,3 1,55 8

Nijmegen W12-1 De uiterwaard bij Nijmegen ligt in een halfopen stedelijk landschap aan de linkeroever van de Waal. De smalle deels voormalige uiterwaard is volledig bebouwd. In deze variant wordt naast de toegang tot het Maas-Waalkanaal de uiterwaard verlaagd tot natuurlijk grasland. Ooibos is hier niet mogelijk, omdat vanuit de verkeerspost een goed zicht op de rivier moet blijven bestaan. Ook het terrein van de elektriciteitscentrale wordt verlaagd en ingericht als stadspark met zachthoutooibos. In de strook tussen de elektriciteitscentrale en Waalhaven wordt de dijk naar achteren gelegd. De uiterwaard die ontstaat wordt verlaagd en gesaneerd. In deze strook is mogelijk ruimte voor wonen op palen. Stedelijk uitloopgebied is de hoofdkoers van deze uiterwaard. Subkoers is natuur. Uitvoering van de maatregelen van deze variant heeft een positieve bijdrage op de Ruimtelijke Kwaliteit. Aanleggen zomerkade voor de haven Afgraven maaiveld en ontwikkelen tot natuurlijk grasland Afgraven maaiveld en ontwikkelen tot zachthout ooibos Afgraven maaiveld en geschikt maken voor wonen op palen Kleinschalige terugverlegging,14 188,2 + Volume vergraving (1 m 3 ) 99 Verandering areaal landbouw (ha), Verandering areaal met natuurwaarde (ha) 1,9 3,73 5,48 9

Nijmegen W12-2 De uiterwaard bij Nijmegen ligt in een halfopen stedelijk landschap aan de linkeroever van de Waal. De smalle uiterwaard is volledig bebouwd.in deze variant wordt het terrein rond de elektriciteitscentrale verlaagd tot natuurlijk grasland met op een paar locaties zachthoutooibos. Het gebied krijgt als functie stadspark. Stedelijk uitloopgebied is de hoofdkoers van deze uiterwaard. Subkoers is natuur. Uitvoering van de maatregelen van deze variant heeft een positieve bijdrage op de Ruimtelijke Kwaliteit (er ontstaat een stedelijk uitloopgebied en ontwikkeling stadsfront). Aanleggen zomerkade voor de haven Afgraven maaiveld en ontwikkelen tot natuurlijk grasland Afgraven maaiveld en ontwikkelen tot zachthout ooibos Volume vergraving (1 m 3 ) Verandering areaal landbouw (ha) Verandering areaal met natuurwaarde (ha),19 249,7 + 162, 1,3 5,7 49,3 1

Oosterhoutse weilanden W13-1 De Oosterhoutsche weilanden liggen aan de rechteroever van de Waal ten zuiden van Oosterhout. Het landschap kan worden getypeerd als open cultuurlandschap met een natuurlijk karakter. Er ligt veel water (voornamelijk kolken van zandwinning) in de uiterwaard. Aan de rivier vinden we zandstrandjes. In deze variant wordt een strang, een nevengeul en een roeibaan gegraven. De waterplas in de uiterwaard wordt verondiept. Het maaiveld wordt afgegraven en ontwikkeld tot natuurlijk grasland. Bosontwikkeling (hardhout ooibos) wordt alleen langs de dijk gestimuleerd. Natuur is de hoofdkoers van deze uiterwaard. Subkoers is recreatief medegebruik. Uitvoering van de maatregelen van deze variant heeft een positieve bijdrage op de Ruimtelijke Kwaliteit. Graven strang Graven nevengeul Graven roeibaan Afgraven maaiveld en ontwikkelen tot natuurlijk grasland Verondiepen waterplas Plaatselijk Bosontwikkeling,17 163,6 + Volume vergraving (1 m 3 ) 151 Verandering areaal landbouw (ha) -98, Verandering areaal met natuurwaarde (ha) 12,1 23,8 7,9 11

Oosterhoutse weilanden W13-2 De Oosterhoutsche weilanden liggen aan de rechteroever van de Waal ten zuiden van Oosterhout. Het landschap kan worden getypeerd als open cultuurlandschap met een natuurlijk karakter. Er ligt veel water (voornamelijk kolken van zandwinning) in de uiterwaard. Aan de rivier vinden we zandstrandjes. In deze variant wordt een nevengeul gegraven die aantakt op de nevengeul in Lent. De waterplas in de uiterwaard wordt verondiept. Het maaiveld wordt afgegraven en ontwikkeld tot natuurlijk grasland. Natuur is de hoofdkoers van deze uiterwaard. Subkoers is recreatief medegebruik. Uitvoering van de maatregelen van deze variant heeft een positieve bijdrage op de Ruimtelijke Kwaliteit. Graven nevengeul Afgraven maaiveld en ontwikkelen tot natuurlijk grasland Verondiepen waterplas,26 418,5 + Volume vergraving (1 m 3 ) 317 Verandering areaal landbouw (ha) -45,1 Verandering areaal met natuurwaarde (ha) 43,1 44,93 9,31 12

Oosterhoutse weilanden W13-3 De Oosterhoutsche weilanden liggen aan de rechteroever van de Waal ten zuiden van Oosterhout. Het landschap kan worden getypeerd als open cultuurlandschap met een natuurlijk karakter. Er ligt veel water (voornamelijk kolken van zandwinning) in de uiterwaard. Aan de rivier vinden we zandstrandjes. In deze variant wordt de dijk verlegd en de bebouwing verwijdert. Verder wordt er een strang gegraven. Het maaiveld wordt afgegraven en ontwikkeld tot natuurlijk grasland. Natuur is de hoofdkoers van deze uiterwaard. Subkoers is recreatief medegebruik. Uitvoering van de maatregelen van deze variant heeft een onbekende bijdrage op de Ruimtelijke Kwaliteit. Verwijderen bebouwing Graven strang Afgraven maaiveld en ontwikkelen tot natuurlijk grasland Dijk verlegging,65 197,6 Volume vergraving (1 m 3 ) 235 Verandering areaal landbouw (ha) -14,8 Verandering areaal met natuurwaarde (ha) 23,5 36,26 3,27 13

Moespotsche Waard W14-1 De Moespotsche waard ligt aan de linkeroever van de Waal ten noordoosten van Beuningen. Het landschap kan worden getypeerd als open stedelijk industrieel landschap en open cultuurlandschap. In de uiterwaard ligt een grote waterplas van een ontgronding en de haven van Weurt. Daarnaast vinden we er een steenfabriek en zandstrandjes. In deze variant wordt het maaiveld afgegraven en ontwikkeld tot natuurlijk grasland. De kades worden afgegraven en de hoogwatervrije terreinen worden gestroomlijnd. De waterplas zal worden verondiept en er wordt een nevengeul gegraven. Bestaande bossen worden gehandhaafd. Natuur is de hoofdkoers van deze uiterwaard. Uitvoering van de maatregelen van deze variant heeft een zeer positieve bijdrage op de Ruimtelijke Kwaliteit. Graven nevengeul Afgraven maaiveld en ontwikkelen tot natuurlijk grasland Afgraven kades Stroomlijnen hoogwater vrije terreinen Verondiepen waterplas,17 1693,6 ++ Volume vergraving (1 m 3 ) 1599 Verandering areaal landbouw (ha) -34,1 Verandering areaal met natuurwaarde (ha) 46, 121,26 13,97 14

Moespotsche Waard W14-2 De Moespotsche waard ligt aan de linkeroever van de Waal ten noordoosten van Beuningen. Het landschap kan worden getypeerd als open stedelijk industrieel landschap en open cultuurlandschap. In de uiterwaard ligt een grote waterplas van een ontgronding en de haven van Weurt. Daarnaast vinden we er een steenfabriek en zandstrandjes. In deze variant wordt het maaiveld afgegraven en ontwikkeld tot natuurlijk grasland. De kades worden afgegraven en de hoogwatervrije terreinen worden gestroomlijnd. De waterplas zal worden verondiept. Een fabriek wordt verwijderd. Natuur is de hoofdkoers van deze uiterwaard. Uitvoering van de maatregelen van deze variant heeft een positieve bijdrage op de Ruimtelijke Kwaliteit. Graven nevengeul Afgraven maaiveld en ontwikkelen tot natuurlijk grasland Afgraven kades Stroomlijnen hoogwater vrije terreinen Verwijderen fabriek Verondiepen waterplas,13 244,1 + Volume vergraving (1 m 3 ) 2525 Verandering areaal landbouw (ha) -41,6 Verandering areaal met natuurwaarde (ha) 54,6 2 14,32 14,57 15

Moespotsche Waard W14-3 De Moespotsche waard ligt aan de linkeroever van de Waal ten noordoosten van Beuningen. Het landschap kan worden getypeerd als open stedelijk industrieel landschap en open cultuurlandschap. In de uiterwaard ligt een grote waterplas van een ontgronding en de haven van Weurt. Daarnaast vinden we er een steenfabriek en zandstrandjes. In deze variant wordt de dijk verlegd en het nieuwe buitendijkse gebied ontwikkeld tot natuurlijk grasland. Natuur is de hoofdkoers van deze uiterwaard. Uitvoering van de maatregelen van deze variant heeft een onbekende bijdrage op de Ruimtelijke Kwaliteit. Dijkverlegging,73 123,9 Volume vergraving (1 m 3 ) Verandering areaal landbouw (ha) -36,4 Verandering areaal met natuurwaarde (ha) 4,3 1 1 2,49 6,8 16

Loenensche buitenpolder W15-1 De Loenensche buitenpolder ligt aan de rechteroever van de Waal ten zuiden van Loenen. Het is een smalle uiterwaard met een agrarisch karakter. In de uiterwaard ligt een camping. In het westen wordt het gebied begrensd door de A5. In deze variant wordt een strang gegraven. De ontwikkeling van natuurlijk grasland wordt gestimuleerd maar de uiterwaard wordt niet afgegraven. Ook wordt de ontwikkeling van hardhoutooibos gestimuleerd maar alleen in de stroomluwe delen van de uiterwaard. Natuur is de hoofdkoers van deze uiterwaard. Subkoers is landbouw en cultuurhistorie. Uitvoering van de maatregelen van deze variant heeft een positieve bijdrage op de Ruimtelijke Kwaliteit. Graven strang Plaatselijk bosontwikkeling stimuleren (hardhoutooibos) Ontwikkeling stimuleren van natuurlijk grasland.1 153,5 + Volume vergraving (1 m 3 ) 533 Verandering areaal landbouw (ha) -53,9 Verandering areaal met natuurwaarde (ha) 58,8 41,34 3,71 17

Loenensche buitenpolder W15-2 De Loenensche buitenpolder ligt aan de rechteroever van de Waal ten zuiden van Loenen. Het is een smalle uiterwaard met een agrarisch karakter. In de uiterwaard ligt een camping. In het westen wordt het gebied begrensd door de A5. In deze variant wordt het maaiveld afgegraven en ontwikkeld tot natuurlijk grasland. Daarnaast worden de kades afgegraven. Natuur is de hoofdkoers van deze uiterwaard. Subkoers is landbouw en cultuurhistorie. Uitvoering van de maatregelen van deze variant heeft een neutrale bijdrage op de Ruimtelijke Kwaliteit. Afgraven maaiveld en ontwikkelen tot natuurlijk grasland Afgraven kades,35 566,5 Volume vergraving (1 m 3 ) 1255 Verandering areaal landbouw (ha) -62,4 Verandering areaal met natuurwaarde (ha) 67,2 6,53 9,36 18

Ewijcksche Waard W16-1 De Ewijcksche Waard is gelegen aan de linkeroever van de Waal ter hoogte van Winssen. De Ewijcksche Waard bestaat voornamelijk uit natuur en een waterplas. De uiterwaard wordt doorsneden door de snelweg A5. In de Ewijckse Waard wordt een strang aangelegd die aangetakt zal worden op de aan te leggen strang in de Winsensche waarden en dynamische ruigte zal worden ontwikkeld. De koers voor deze uiterwaard is natuur. Uitvoering van de maatregelen van deze variant levert een positieve bijdrage aan deze koers. Graven en aantakken strang Afgraven maaiveld en ontwikkelen tot dynamische ruigte,24 422,6 + Volume vergraving (1 m 3 ) 488 Verandering areaal landbouw (ha) -3,6 Verandering areaal met natuurwaarde (ha), 15,36 27,52 19

Ewijcksche Waard + Winsensche Waarden W16-W18-1 De Ewijcksche Waard en de Winsensche Waarden zijn gelegen aan de linkeroever van de Waal ter hoogte van Winssen. De Ewijcksche waard bestaat voornamelijk uit natuur en een waterplas. De Winsensche waarden bestaan uit een open cultuurlandschap met een agrarisch karakter met plaatselijk bosschages. De uiterwaard wordt doorsneden door de snelweg A5. In deze variant wordt een strang aangelegd en de gehele uiterwaard reliëfvolgend verlaagd en ontwikkeld tot natuurlijk grasland. Het rivierduin waar zich waardevol stroomdalgrasland bevindt, wordt niet afgegraven en het stroomdalgrasland ontwikkeld en behouden. In de Ewijckse waard wordt de strang doorgetrokken, de uiterwaard verlaagd en dynamische ruigte ontwikkeld. De koers voor deze uiterwaard is natuur met subkoers landbouw. Uitvoering van de maatregelen van deze variant levert een zeer positieve bijdrage aan deze koers. Graven strang Afgraven maaiveld en ontwikkelen natuurlijk grasland Behouden rivierduin met stroomdalgrasland (niet ontgraven),65 1222,3 ++ Volume vergraving (1 m 3 ) 2715 Verandering areaal landbouw (ha) -79,5 Verandering areaal met natuurwaarde (ha) 16,6 1 137,75 8,87 2

Wolferensche Waard W17-1 De Wolferensche Waard is een smalle uiterwaard gelegen aan de rechteroever van de Waal. De uiterwaard wordt gekenmerkt door een open cultuurlandschap met een agrarisch karakter met enkele natuurelementen en een waterplas. In deze uiterwaard wordt een strang aangelegd en de totale uiterwaard afgegraven en ontwikkeld tot natuurlijk grasland. Het rivierduin met stroomdalgrasland blijft behouden. De koers voor deze uiterwaard is natuur. Uitvoering van de maatregelen van deze variant levert een positieve bijdrage aan deze koers. Graven strang Afgraven maaiveld en ontwikkelen tot natuurlijk grasland Behouden en ontwikkelen rivierduin met stroomdalgrasland,6 84,2 + Volume vergraving (1 m 3 ) 356 Verandering areaal landbouw (ha) -21,7 Verandering areaal met natuurwaarde (ha) 21,9 28,25 2,98 21

Winsensche Waarden W18-2 De Winsensche waarden is gelegen aan de linkeroever van de Waal ter hoogte van Winssen. De uiterwaard bestaat uit een open cultuurlandschap met een agrarisch karakter met plaatselijk bosschages. De uiterwaard wordt doorsneden door de snelweg A5. In variant 2 wordt een strang aangelegd en de gehele uiterwaard reliëfvolgend verlaagd en ontwikkeld tot natuurlijk grasland. Het rivierduin waar zich waardevol stroomdalgrasland bevindt, wordt niet afgegraven Het stroomdalgrasland wordt ontwikkeld en behouden. De koers voor deze uiterwaard is natuur met subkoers landbouw. Uitvoering van de maatregelen van deze variant levert een positieve bijdrage aan deze koers. Graven nevengeul Afgraven maaiveld en ontwikkelen natuurlijk grasland Behouden rivierduin met stroomdalgrasland (niet ontgraven),121 2178,4 + Volume vergraving (1 m 3 ) 294 Verandering areaal landbouw (ha) 4,6 Verandering areaal met natuurwaarde (ha) -47,9 1,1 21,76 22

Winsensche Waarden W18-3 De Winsensche waarden is gelegen aan de linkeroever van de Waal ter hoogte van Winssen. De uiterwaard bestaat uit een open cultuurlandschap met een agrarisch karakter met plaatselijk bosschages. De uiterwaard wordt doorsneden door de snelweg A5. In variant 3 wordt de gehele uiterwaard reliëfvolgend verlaagd en de landbouwfunctie behouden. De koers voor deze uiterwaard is natuur met subkoers landbouw. Uitvoering van de maatregelen van deze variant levert een negatieve bijdrage aan deze koers. Stroomdalgrasland behouden Afgraven maaiveld en ontwikkelen natuurlijk grasland Behouden rivierduin met stroomdalgrasland (niet ontgraven),56 174,7 - Volume vergraving (1 m 3 ) 154 Verandering areaal landbouw (ha) 8,5 Verandering areaal met natuurwaarde (ha) -1,9 53,98 19,91 23

Hiensche uiterwaarden W19-1 Deze uiterwaard is gelegen nabij Dodewaard op de rechteroever van de Waal en heeft momenteel, naast enkele grote plassen, vooral een agrarisch karakter. De uiterwaard wordt landschappelijk gedomineerd door de voormalige kerncentrale in het gebied. Het betreft alleen het meest oostelijke deel van de uiterwaard en sluit aan op de aanwezige plassen. In deze uiterwaard wordt het maaiveld verlaagd. Op de verlaagde uiterwaard zal natuurontwikkeling plaatsvinden, vooral in de vorm van natuurlijk grasland. Recreatief medegebruik van deze uiterwaard maakt nadrukkelijk onderdeel uit van deze variant. Dit omvat onder meer het behouden van de geul De Strang als schaatsbaan inclusief een zone ernaast. Ook vanaf het bezoekerscentrum van de kerncentrale zal recreatief gebruik van de uiterwaard mogelijk zijn. De kerncentrale zelf zal als landmark en als (jong) cultuurhistorisch monument behouden blijven. De koers voor deze uiterwaard is natuur met subkoers bedrijfsterrein. Uitvoering van de maatregelen van deze variant levert een positieve bijdrage aan deze koers. Graven strang Verlagen zomerkade en dwarskade Afgraven maaiveld en ontwikkelen tot natuur Behoud kerncentrale,13 196,3 + Volume vergraving (1 m 3 ) 184 Verandering areaal landbouw (ha) -31,3 Verandering areaal met natuurwaarde (ha) 28,2 4,18 4,89 24

Ochtensche buitenpolder (Gouverneurse polder) W21-1 De Ochtense buitenpolder (Gouverneursche Polder) is gelegen nabij de gemeente Ochten op de rechteroever van de Waal. De uiterwaard heeft momenteel vooral een agrarisch karakter, maar wordt tevens gekenmerkt door oude strangen met beplantingselementen en graslanden (weidevogelgebied). Er zijn drie varianten ontworpen die betrekking hebben op het oostelijke deel van deze uiterwaard. Deze variant omvat een dijkverlegging (kleinschalig, de Snor, 329) en een verlaging van een hoogwatervrij terrein in het stroomopwaarts (oostelijk) gelegen deel van de uiterwaard nabij de Snor. In dit deel zal een oevergeul worden gerealiseerd. Het centrale deel van de uiterwaard zal worden verlaagd en hierin zullen een aantal strangen worden gerealiseerd. Het beheer van dit verlaagde gebied zal gericht zijn op de ontwikkeling van natuurlijk grasland. De zone bij de winterdijk zal worden gehandhaafd om de karakteristieke openheid van het gebied te behouden. Tevens worden de zomer- en dwarskade verlaagd om zo een betere doorstroming van het gebied te realiseren. De koers voor deze uiterwaard is landbouw met subkoers natuur en stedelijk uitloopgebied. Uitvoering van de maatregelen van deze variant levert een negatieve bijdrage aan deze koers. mogelijk toekomstbeeld Dijkverlegging Graven oevergeul Verwijderen hoogwatervrij terrein Aanleg strangen Verlagen zomer- en dwarskade Afgraven maaiveld en ontwikkelen tot natuur Volume vergraving (1 m 3 ) Verandering areaal landbouw (ha) Verandering areaal met natuurwaarde (ha),61 177,5-192 -67,8 7, 2 16,5 1,16 25

Ochtensche buitenpolder W21-2 De Ochtense buitenpolder (Gouverneursche Polder) is gelegen nabij de gemeente Ochten op de rechteroever van de Waal. De uiterwaard heeft momenteel vooral een agrarisch karakter, maar wordt tevens gekenmerkt door oude strangen met beplantingselementen en graslanden (weidevogelgebied). Net als in de andere varianten omvat deze variant het verlagen van een deel van de uiterwaard tot natuurlijk grasland en het verlagen van de zomer - en dwarskade. Deze variant gaat echter ook uit van een beperkte ooibosontwikkeling in de stroomluwe delen van het gebied. In tegenstelling tot W-21-1 worden er geen oevergeul en strangen gegraven en wordt het hoogwatervrije terrein niet verlaagd en de dijk niet teruggelegd. De koers voor deze uiterwaard is landbouw met subkoers natuur en stedelijk uitloopgebied. Uitvoering van de maatregelen van deze variant levert een negatieve bijdrage aan deze koers. mogelijk toekomstbeeld Verlagen zomer- en dwarskade Afgraven maaiveld en ontwikkelen tot natuur Ontwikkelen ooibos,2 2,8 - Volume vergraving (1 m 3 ) 797 Verandering areaal landbouw (ha) -5, Verandering areaal met natuurwaarde (ha) 46,7 33,16,8 26