Ik wil dat mijn pensioen goed geregeld is, want alleen AOW lijkt me niet genoeg Connie Becker, verkoopspecialist en caissière Albert Heijn Uw pensioen komt elke dag een stukje dichterbij De Ahold Pensioenregeling 2004 voor werknemers die zijn geboren vóór 1 januari 1950 en op 1 januari 2006 in dienst waren van Ahold
Waarom? Met ongeveer e 725,00 per persoon per maand voor iemand die gehuwd is of samenwoont, is de AOW geen vetpot. De meeste mensen hebben om prettig te kunnen leven meer geld nodig. Daarom bouwt u pensioen op. Bovendien biedt een goede pensioenregeling extra zekerheid voor het geval u vóór uw pensioendatum iets zou overkomen. De Ahold Pensioenregeling 2004 is heel flexibel en stelt u in staat om uw eigen keuzes te maken. Zo kunt u bijvoorbeeld zelf invloed uitoefenen op de hoogte van uw pensioen en de datum waarop u stopt met werken. In deze brochure leest u daar alles over. U neemt deel aan de Ahold Pensioenregeling 2004 als u vóór 1 januari 1950 geboren bent en op 1 janua ri 2006 reeds een dienstverband had bij een van de Nederlandse Ahold-ondernemingen. De pensioenregeling geldt natuurlijk ook voor parttimers. De premies en uitkeringen staan dan in verhouding tot het aantal uren dat u werkt. Hoe? Voor wie? Ahold Pensioenfonds zorgt voor een pensioenregeling op basis van middelloon. Uw pensioen wordt berekend aan de hand van het salaris dat u tijdens uw loopbaan bij Ahold gemiddeld verdient. Om uw pensioen te kunnen financieren betaalt Ahold het overgrote deel van de pensioenpremies. Zelf betaalt u ook een deel. De Ahold Pensioenregeling 2004 biedt u en uw gezin veel zekerheid. De regeling voorziet in een inkomen als u met pensioen gaat: prepensioen en ouderdomspensioen. Daarnaast voorziet de regeling in een inkomen voor eventuele nabestaanden als u overlijdt: het partner- en wezenpensioen. Uw prepensioen Zodra u 62 wordt, komt u in aanmerking voor prepensioen. Dit prepensioen wordt uitgekeerd tot uw 65ste, wanneer u ouderdomspensioen en AOW ontvangt. Werkt u bij Ahold, dan bouwt u vanaf 2004 (of het latere moment waarop u in dienst getreden bent) stap voor stap aan uw prepensioen. Elk jaar bouwt u 2% van uw pensioengevend salaris aan prepensioen op. Indien u reeds op 29 december 2003 in dienst van Ahold was, bouwt u bovendien extra prepensioen op volgens een overgangsregeling. Overigens is het niet verplicht om op uw 62ste te stoppen. U mag ook wat langer doorgaan of parttime blijven werken om langzaam af te bouwen. Eerder stoppen mag trouwens ook. Verderop in deze brochure leest u daar meer over. 2
Uw ouderdomspensioen Zodra u 65 wordt, ontvangt u ouderdomspensioen. Dit pensioen wordt uitgekeerd zolang u leeft. De hoogte van het ouderdomspensioen is gebaseerd op het salaris dat u in de loop der jaren gemiddeld bij Ahold verdient. Hoe langer u bij Ahold werkt, hoe meer pensioen u opbouwt. Uw ouderdomspensioen wordt berekend op basis van de zogenaamde pensioengrondslag. Deze pensioengrondslag is uw salaris plus vakantiegeld (samen het pensioengevend salaris ) verminderd met de zogenaamde franchise. Dit is een bedrag dat per CAO en per werkmaatschappij kan verschillen, maar bedraagt ongeveer e 19.000,00 (2011). De gedachte achter deze franchise is dat u te zijner tijd AOW ontvangt en dus niet over uw volledige salaris pensioen hoeft op te bouwen. Vanaf 2004 bouwt u elk jaar een ouderdomspensioen op van 2% van de pensioengrondslag. Toeslagen Voor de vaststelling van het pensioengevend salaris kijken we niet alleen naar uw vaste salaris. Ontvangt u een toeslag (zoals persoonlijke, diploma- of ploegentoeslag) dan telt deze meestal ook mee in de berekening. Overwerk en winstuitkeringen blijven buiten beschouwing. Extra zekerheid voor uw nabestaanden Mocht u komen te overlijden, dan valt uw salaris weg. Maar voor eventuele nabestaanden gaan de uitgaven natuurlijk gewoon door. Soms komen nabestaanden in aanmerking voor een Anw-uitkering (Algemene nabestaandenwet). Dit is een uitkering van de overheid. Lang niet iedereen ontvangt een Anw-uitkering. De uitkering is afhankelijk van het eigen inkomen van uw partner. Voor mensen die in 1950 of daarna geboren zijn, geldt bovendien dat zij doorgaans alleen een uitkering krijgen als zij kinderen hebben die jonger zijn dan 18. Zodra de kinderen ouder zijn, stopt de uitkering. Als u overlijdt, zorgt Ahold Pensioenfonds voor een uitkering voor uw nabestaanden. Ahold Pensioenfonds kent een partnerpensioen en een wezenpensioen. Partnerpensioen Het partnerpensioen bedraagt 70% van het te bereiken ouderdomspensioen. Dit is een levenslange uitkering aan uw partner zodra u overlijdt. Is uw partner jonger dan 65 jaar, dan wordt het partnerpensioen met 15% verhoogd totdat de 65-jarige leeftijd is bereikt. Komt u te overlijden na de pensioendatum, dan ontvangt uw partner een partnerpensioen van 70% van het ouderdomspensioen dat u zelf ontving. Het partnerpensioen is lager als u ooit gescheiden bent en uw ex-partner ook recht heeft op een gedeelte van het partnerpensioen. 3
Het partnerpensioen wordt uitgekeerd aan de partner met wie u voorafgaand aan uw pensionering getrouwd bent of met wie u een geregistreerd partnerschap heeft gesloten. Het partnerpensioen wordt ook uitgekeerd aan de partner met wie u een samenlevingsovereenkomst heeft. Dan moet u uw partner wel aangemeld hebben bij Ahold Pensioenfonds en uw partner moet door het fonds geaccepteerd zijn. Het partnerpensioen komt direct na het overlijden van de deelnemer, elke periode tot uitkering. Wezenpensioen Als u op het moment van overlijden kinderen heeft die jonger zijn dan 18 jaar of studerende kinderen die jonger zijn dan 27 jaar, keert Ahold Pensioenfonds een wezenpensioen uit. Het wezenpensioen bedraagt per kind 14% van het te bereiken ouderdomspensioen. Als beide ouders overlijden, dan wordt het wezenpensioen verdubbeld tot 28%. Beleid van Stichting Pensioenfonds Ahold met betrekking tot de toeslagverlening (indexering) Actieve deelnemers en arbeidsongeschikte deelnemers volgens Pensioenregeling 2006, 2004 en 1996 Uw pensioenfonds probeert ieder jaar uw opgebouwde pensioen te verhogen met de loonontwikkeling (van de voor u geldende CAO). Gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en arbeidsongeschikte deelnemers volgens Pensioenregeling 1987 Uw pensioenfonds probeert ieder jaar uw (opgebouwde) pensioen te verhogen met de prijsontwikkeling*. Deelnemers met een WIA-arbeidsongeschiktheidspensioen Uw pensioenfonds probeert ieder jaar uw WIA-arbeidsongeschiktheidspensioen te verhogen met de prijsontwikkeling*. Het Bestuur stelt ieder jaar de toeslagverlening vast. De verhoging zal per jaar nooit meer dan 5% bedragen. Uw pensioenfonds betaalt de toekomstige verhogingen van uw (opgebouwde) pensioen uit het beleggingsrendement. Er is geen geld gereserveerd voor toekomstige toeslagverlening. In de premie die door Ahold en de deelnemers wordt betaald, is een marge opgenomen om het vermogen van het pensioenfonds te verhogen. Hierdoor stijgt de kans dat een toeslag kan worden verleend. U hebt door deze verhoging en de verwachting voor de komende jaren niet meteen ook recht op verhogingen in de toekomst. 4
Het verlenen van toeslagen hangt af van de financiële positie van het pensioenfonds. Het Bestuur stelt ieder jaar vast of het pensioenfonds een toeslag kan verlenen. Als de financiële positie onvoldoende is, dan wordt in dat jaar de toeslag niet of slechts gedeeltelijk verleend. Het pensioenfonds heeft in 2009 bij De Nederlandsche Bank een herstelplan ingediend. In een herstelplan staan de maatregelen die het Bestuur neemt om de dekkingsgraad van het pensioenfonds te verhogen. Die maatregelen kunnen ook gevolgen hebben voor het toekennen van een toeslag. Op basis van de huidige dekkingsgraad, het beleggingsbeleid en het premiebeleid is een continuïteitsanalyse uitgevoerd. Een continuïteitsanalyse berekent de financiële situatie van een pensioenfonds in de toekomst bij verschillende economische scenario s. Volgens de continuïteitsanalyse is de verwachting dat, op langere termijn, circa 75% van de maximale toeslagverlening kan worden verleend. * = Consumenten Prijs Index-Alle Huishoudens, over de peilperiode oktober tot oktober Volop vrijheid De Ahold Pensioenregeling is bijzonder flexibel. Zo heeft u de vrijheid om: te stoppen met werken wanneer u wilt; te sparen voor extra pensioen; verschillende soorten pensioen uit te ruilen. U hoeft niet te wachten tot u 62 wordt om te stoppen met werken. Indien u dit wilt, kunt u al vanaf uw 55ste met prepensioen. Uiteraard is uw uitkering dan lager, want u heeft dan geen drie, maar wel tien jaar te overbruggen tot uw ouderdomspensioen. Bovendien bouwt u tussen uw 55ste en 62ste geen pensioen meer op. 5
Nóg een interessante mogelijkheid om uw pensioen naar uw hand te zetten is het zogenaamde uitruilen. Binnen de fiscale grenzen kunt u de verschillende soorten pensioen tot op zekere hoogte ruilen voor andere soorten pensioen. Bijvoorbeeld als u wat meer prepensioen wilt en wat minder ouderdomspensioen of andersom. Ook kunt u uw partnerpensioen laten omzetten in extra ouderdomspensioen voor uzelf. Het is zelfs mogelijk om de (pre)pensioenuitkering wat te laten variëren. Eerst wat hoger en daarna wat lager. Bij het prepensioen mag dit ook eerst lager en daarna wat hoger zijn; bij het ouderdomspensioen bestaat deze mogelijkheid niet. U ziet dat u uw inkomen heel persoonlijk kan afstemmen op uw wensen. Pensioenpremies Om pensioenen te kunnen financieren, worden er pensioenpremies betaald. Zelf betaalt u een vast percentage, thans 2,8% van het pensioengevend salaris, verminderd met een premiefranchise. Dit is een bedrag dat per CAO en werkmaatschappij kan verschillen maar bedraagt ongeveer e 16.000,00 (2011). Rekenvoorbeeld: Pensioengevend salaris 24.000,00 Premiefranchise 16.000,00 Pensioengrondslag 8.000,00 8,000,00 x 2,8% = 224,00. U betaalt dus 224,00 : 13 = 17,23 per periode. Uw pensioenpremie wordt periodiek ingehouden op uw brutosalaris. Daardoor betaalt u nu minder belasting en sociale premies. De uitkeringen die u te zijner tijd ontvangt, worden natuurlijk wel belast. Wat gebeurt er in bijzondere omstandigheden? U wordt arbeidsongeschikt Als u ziek bent, gaat uw pensioenopbouw door op dezelfde manier als voor uw ziekte. Als u vervolgens geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt wordt volgens de WIA (wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen), gaat uw pensioenopbouw ook door. Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid wordt uw pensioenopbouw gesplitst in een deel dat hoort bij uw arbeidsongeschiktheid en een deel dat hoort bij uw werkzaamheden bij Ahold. Als de mate van uw arbeidsongeschiktheid verandert, verandert de pensioenopbouw eveneens. In periodes van ziekte blijft u gewoon pensioenpremie betalen. Bij arbeidsongeschiktheid neemt Ahold Pensioenfonds de premie echter voor zijn rekening. Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid betaalt u de gebruikelijke premie voor het gedeelte van uw pensioenopbouw dat overeenkomt met uw werkzaamheden bij Ahold. 6
U verandert van werkgever Als u bij een vorige werkgever pensioenaanspraken heeft opgebouwd, kunt u deze rechten overdragen aan Ahold Pensioenfonds. Meld dit binnen zes maanden nadat u bij Ahold in dienst bent getreden. Als u vertrekt bij Ahold en bij een andere werkgever gaat werken, kunt u de pensioenaanspraken die u bij Ahold Pensioenfonds heeft opgebouwd, meenemen naar uw nieuwe pensioenfonds. Ook dan geldt dat u dit binnen zes maanden moet melden aan het nieuwe fonds. Als u meer wilt weten over de voor- en nadelen van overdracht, kunt u terecht bij onze Servicedesk. U gaat scheiden Als u gaat scheiden of een geregistreerd partnerschap of een samenlevings - overeenkomst beëindigt, heeft uw ex-partner wettelijk veelal recht op een deel van uw pensioenaanspraken. Dat geldt zowel voor ouderdoms- als partnerpensioen, al gelden daar verschillende regels voor. Als u en uw ex-partner geen gebruik willen maken van dit recht, moet u dit schriftelijk laten vastleggen, bijvoorbeeld in het echtscheidingsconvenant. Wij raden u aan om bij scheiding of bij beëindiging vroegtijdig contact op te nemen met de Servicedesk van Ahold Pensioenfonds. Zij kunnen aangeven wat de gevolgen voor uw pensioen zijn. Als uw ex-partner ook pensioen opbouwt, is het raadzaam om eveneens contact op te nemen met het andere pensioenfonds. Hoeveel pensioen krijgt u straks? Jaarlijks ontvangt u van Ahold Pensioenfonds een Uniform Persioenoverzicht (UPO). Hierin leest u hoeveel pensioen u inmiddels heeft opgebouwd. Op basis van de informatie uit het UPO kunt u berekenen of het nodig is om extra te sparen. Bijvoorbeeld om een pensioengat te vullen of om eerder te stoppen met werken. Bovendien kunt u de Pensioenplanner van Ahold Pensioenfonds raadplegen (www.aholdpensioenfonds.nl). De Pensioenplanner kent uw persoonlijke gegevens. Meer weten? Als u vragen heeft over uw pensioen, kunt u terecht bij onze Servicedesk. De Servicedesk is bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot 17.00 uur op 088-6592400. Meer informatie vindt u ook op de website: www.aholdpensioenfonds.nl. Disclaimer Deze brochure bevat een beknopte weergave van de Ahold Pensioenregeling 2004 en kan in verband met de leesbaarheid niet volledig zijn. Voor sommige bedrijfsonderdelen, CAO-gebieden en soorten dienst verband geldt deze regeling niet. U kunt aan de inhoud van deze brochure geen rechten ontlenen. Rechten kunnen uitsluitend worden ontleend aan het reglement dat van toepassing is. Het reglement kunt u opvragen bij Ahold Pensioenfonds. Uitgave: Ahold Pensioenfonds, Zaandam November 2011 IPB PF 11-06. Vroeger of later 7
U bent geboren voor 1950 en in dienst van Ahold op 1 januari 2006 En dan? U blijft deelnemen aan de Ahold Pensioenregeling 2004 Wat nu? U bouwt aan een goed pensioen Pensioenregeling Vroeger of later Ahold Pensioenfonds Postbus 3039 1500 HA Zaandam Servicedesk 088-659 24 00 www.aholdpensioenfonds.nl IPB PF 11-06