De Nederlandse filmsector Noodzaak van investering en kwaliteitsverbetering



Vergelijkbare documenten
logoocw Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag 12 juli 2005 DK/B&B/05/26052 Filmstimuleringsbeleid

Tweede Kamer der Staten Generaal - Woordvoerders voor Cultuur en Media

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

MONITOR ECONOMISCHE EFFECTEN VAN DE STIMULERINGSMAATREGEL FILMPRODUCTIE IN NEDERLAND. Juli 2014 December 2017

Sectoranalyse Film en Beeldcultuur Utrecht Raadsinformatiebijeenkomst 14 september 2017

Creative Europe Programma en Europe For Citizens Calls en deadlines 2014

6. Film en televisie. 6.1 Nederlands Filmfonds

Creatief Europa. programma

CREATIEF EUROPA ( )

Intentieovereenkomst tussen het Ministerie van. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en. Rabobank met betrekking tot het Revolverend

Beleidsplan Tellus Film Fundering

Tweede Kamer der Staten-Generaal

EEN NIEUWE POOT ONDER DE NEDERLANDSE FILMPRODUCTIE Advies inzake de opzet en inzet van een nieuwe stimuleringsmaatregel

Aangrijpingspunten voor beleid inzake streekproducten

EVALUATIE VAN DE STIMULERINGSMAATREGELEN VOOR DE NEDERLANDSE FILM,

De wijzigingen ten opzichte van de originele versie (doc. 5799/00) staan vetgedrukt, terwijl weggelaten passages met vierkante haken zijn aangegeven.

Met deze brief beantwoorden wij, mede namens de minister van Economische Zaken de motie Bergkamp/Monasch 1 over de Nederlandse filmindustrie.

ONDERSTEUNING VERTONING VLAAMSE AUTEURSFILM

Een gezonde democratie kan niet zonder gezonde publieke omroep. D66 Thema afdeling Media Visiedocument

ZAKELIJKE BEOORDELING IN DE OVERGANGSPERIODE, GELDIG VOOR ALLE ORGANISATIES

Waar staat Ondernemers voor Ondernemers voor?

Financiering. (Alternatieve) Financiering en Voorwaarden. Financiering - MCN

Dames en heren, Verhalen zijn ook een belangrijk onderdeel van het werk van de Nederlandse Publieke Omroep. Wij willen onze rol blijven spelen in het

TABEL ZAKELIJKE BEOORDELING IN DE OVERGANGSPERIODE, GELDIG VOOR ALLE ORGANISATIES

ons kenmerk ECSD/U

PEILING MET ALTERNATIEVEN

Bijlage 1: Beschrijving Seed Capital

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

CV Key of Time/Tijdslot

Enquête MEDIA Desk Vlaanderen

From Beauty to Business: CultuurInvest

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

DORDRECHT. Aan. de gemeenteraad

OVERGANGSBEPALINGEN VOOR BEWEGINGEN VOORTGANGSRAPPORT 2018

Nationale Filmconferentie Extended #1: Recoupment (8 juni 2017)

Schouwburg & Filmtheater Agnietenhof, plek van cultuur en ontmoeting

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Verkiezingsprogramma D66 Gelderland nu investeren in de toekomst

Informatie bijeenkomst Gemeenten Cinema Digitaal Filmtheater t Hoogt 17 maart

Kunst & cultuur, het investeren waard? Onderzoek naar economische betekenis

Programma Zelfbouw Rotterdam

NATIONALE COALITIE DIGITALE DUURZAAMHEID BEGINSELVERKLARING. CONCEPT 4 juni 2007 DE UITDAGING

LinkedIn als marketingtool gebruiken, zo doet u dat!

logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage 21 september 2004 DK/F/04/44793

ons kenmerk ECFD/U Lbr. 15/039

Geachte Tweede Kamer commissieleden voor cultuur,

Crowdfunding in België De status van crowdfunding in België

NEDERLANDSE PARTICIPATIE AAN HET MEDIA PROGRAMMA

9146/16 dui/sv 1 DG E - 1C

FUNCTIEPROFIEL. VOORZITTER RAAD VAN TOEZICHT EN LID RAAD VAN TOEZICHT (profiel bedrijfsvoering)

E-dOC Nr 1 9 JUL Datun. Directie. Ter behandeling ;i;in. oqaffvi'f inq door bewindspersoon 1. D Advies aan/atdoening door iid MT-OCW

Onderwerp oprichten stedelijke stichting brede buurtschool

Met hartelijke groet, Simone Delorme Johan de Ruiter Floris van der Schot Oene Gerritsma

Marketing Call to action

KBO Zeeland. beleidsplan

FILMHUIS MECHELEN. De betere film in de binnenstad

Silvia Costa Vaststelling van het programma Creatief Europa ( ) (COM(2018)0366 C8-0237/ /0190(COD))

ons kenmerk BAOZW/U Lbr. 11/028

Hoofdstuk 4 De marketing- omgeving

MKBi-Groeifonds Obligaties

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS - BESLUIT

Op weg naar Invest-MRA (werktitel)

Raamconvenant landelijk overleg aansluiting sector kunstonderwijs werkveld

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Intentieverklaring. " Borger-Odoorn: een ondernemende gemeente "

Stichting ter bevordering van het onderwijs aan Hoogbegaafde kinderen en jongeren

PROTOCOL TELEDOC ALGEMENE VOORWAARDEN CRITERIA AANVRAGERS: CRITERIA FILMPLAN:

N.V. Ontwikkelingsmaatschappij Utrecht

BIJLAGEN. bij. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Bijlage VWO. management & organisatie. tijdvak 2. Informatieboekje. VW-0251-a-13-2-b

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

HET BOEKEN MANIFEST LEZEN WAT JE WENST, WANNEER JIJ DAT WENST, IN IEDER DOOR JOU GEWENST FORMAAT. #MYNEXTREAD

Toelichting op de gewijzigde reglementen van het Filmfonds per 1 februari en 1 maart 2018

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Steunmaatregel SA (2013/N) Nederland Wijzigingen in de Suppletieregeling Filminvesteringen

Jaarverslag 2013 & The solar powered mobile cinema brings unseen films to unusual places

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Meerjarenbeleidsplan Stichting Platform Levensverhalen 2015/2016

Raad voor cultuur Raad voor cultuur Raad voor cultuur

Kansen pakken als partner van de gemeente

Beleidsplan Innovatie en perspectief

FACTS & FIGURES Bioscoopbezoek Mathijs De Baere

Talpa verhoogt voorgenomen bod op TMG naar 6,35 per TMG Aandeel

CREATIVE EUROPE ( )

The Netherlands of

Klanten vinden, binden, boeien en behouden Realiseer, optimaliseer en registreer uw Social Media succes!

Speech Annet Bertram,DG Wonen, namens de minister van VROM bij Jubileumbijeenkomst SVN 5 oktober 2006 te Rotterdam

Tweede Kamer der Staten-Generaal

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Terms of Reference voor een evaluatie van de activiteiten van het Jan Vrijmanfonds, het Hubert Balsfonds en de Rijksakademie voor Beeldende Kunsten.

VVV

The Netherlands of

De open data hobby voorbij

Strategie HV Haarlemmerland 25 september 2013 Ter bespreking ALV

Verdrag van de Raad van Europa inzake cinematografische coproductie (herzien); Rotterdam, 30 januari Den Haag, 22 mei 2017

Transcriptie:

Wil de Nederlandse filmsector een rol van betekenis spelen in het veranderend medialandschap, dan zal flink moeten worden geïnvesteerd in de productie, distributie en vertoning van film. Voor kwaliteitsversterking is een verdergaande professionalisering en organisatie van de Nederlandse filmsector gewenst. Dat is een doorbraak in een sector die lange tijd gekenmerkt werd door een sterke versnippering en onderlinge verdeeldheid. De Nederlandse filmsector Noodzaak van investering en kwaliteitsverbetering Willemien van Aalst en Jacqueline Gerritsma De audiovisuele media-industrie is wereldwijd onderhevig aan grote veranderingen 1. De gesloten, verticaal georganiseerde mediaconcerns maken plaats voor internationaal wisselende samenwerkingsrelaties. Bedrijfsonderdelen binnen een concern moeten concurreren met elkaar, met externe bedrijven en met bedrijfsonderdelen van andere mediaconcerns. Dit proces zal leiden tot globalisering van ontwikkeling en productie van films. Het zal dan ook steeds moeilijker worden om per land een complete filmindustrie in stand te houden. Films met een nationale- of regionale identiteit zullen ongetwijfeld blijven bestaan, maar het proces van het totstandkomen van deze films zal een mondiaal karakter dragen. De integratie van film in het mediacircuit zal verder toenemen. De filmproductie zal in steeds mindere mate een aparte tak van industrie zijn. De filmproductie gaat onderdeel uitmaken van een veel groter opererende mediaindustrie, waar niet het medium maar de content het uitgangspunt is. Content zal in diverse formats worden aangeboden, afhankelijk van het type afzetkanaal, passend bij het veranderende consumptiepatroon. Een grotere pluriformiteit in presentatievormen en distributiekanalen is het gevolg. De traditionele bioscoopfilm zal vermoedelijk niet verdwijnen, maar alternatieve versies, afgeleid van dezelfde inhoud, zullen in toenemende mate worden geproduceerd (korte versies, series, computerspelletjes, dvd, internet, merchandising et cetera). De digitalisering van de audiovisuele media introduceert nieuwe vormen van productie, distributie en vertoning. Tegelijkertijd worden bestaande verspreidings- en vertoningsmogelijkheden overbodig of gedeeltelijk vervangen. De verwachting is dat de bioscoop en het filmtheater, waar mensen collectief en passief een film consumeren, blijven bestaan. Televisie en internet gaan, naar verwachting, meer en meer samen, waardoor de traditionele manier van televisiekijken zal veranderen. Met het oog op de zich snel ontwikkelende informatiemaatschappij is om culturele èn economische redenen een sterke nationale audiovisuele industrie gewenst. De Nederlandse filmsector dient hierin een belangrijke rol te spelen. Om adequaat op deze internationale (technologische) ontwikkelingen te reageren, moeten ook de Nederlandse problemen worden opgelost. Onderstaand wordt een schets gegeven van de maatregelen die onlangs zijn genomen en de knelpunten die nog spelen. Productie Sinds twee jaar tracht de sector, met steun van de ministeries van Econo- 75

mische Zaken, Financiën en Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, een oplossing te vinden voor knelpunten ten aanzien van gebrek aan financiële middelen, productievolume en bedrijfscontinuïteit. Hiertoe is een aantal op elkaar afgestemde stimuleringsmaatregelen ontwikkeld. De stimuleringsmaatregelen zijn gericht op het aantrekken van risicodragend kapitaal, om zo het productievolume en de bedrijfscontinuïteit van productiemaatschappijen te vergroten. Het uiteindelijke doel is de bedrijfstak film te versterken, de commerciële potentie te vergroten en de markt internationaal te verbreden. De maatregelen volgen hieronder. Stichting Investeringsfaciliteit voor de Film en Fine B.V. In januari 1999 heeft de Stichting Investeringsfaciliteit voor de Film, een initiatief van het ministerie van Economische Zaken, een besloten vennootschap opgericht, Film Investeerders Nederland B.V. FINE B.V. functioneert als intermediair tussen filmproducenten en (potentiële) financiers. Fine B.V. selecteert op grond van kwaliteit en te verwachten rentabiliteit filmprojecten, geschikt voor een groot publiek en primair bestemd voor de bioscoop. Voor deze geselecteerde projecten wordt risicodragend kapitaal aangetrokken. Fine B.V. participeert zelf ook risicodragend in filmprojecten. Hiertoe heeft de B.V. een bedrag van 12,5 miljoen gulden beschikbaar, dat verstrekt is door het ministerie van Economische Zaken, in de vorm van een achtergestelde renteloze lening. Het ministerie van Economische Zaken heeft in samenwerking met het ministerie van Financiën een aantal fiscale stimuleringsmaatregelen uitgewerkt. Deze maatregelen zijn van positieve invloed op het rendement en het risico van de investeerder. Deze voor de investeerder gunstige maatregelen zijn gegarandeerd tot 1 januari 2002. In de twee jaar dat de regeling nu bestaat, is in totaal voor 40 films ongeveer ƒ 450 miljoen aan commanditair kapitaal opgehaald. Het project Telefilm richt zich op de samenwerking tussen de filmsector en de publieke omroep en op promotie en imagoverbetering van het Nederlands drama. In 1997 is het pilotproject Telefilm van start gegaan. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen heeft hiertoe een bedrag beschikbaar gesteld van 5,3 miljoen gulden. Het project Telefilm is zeer succesvol gebleken Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen onderschrijft dit succes, zo is gebleken uit de extra incidentele bijdrage aan het project Telefilm in 1999 en de extra investering van 25 miljoen voor de periode 2001-2004. Distributie en vertoning De inspanningen voor een beter filmklimaat in Nederland hebben een beperkt bereik als ze niet gepaard gaan met maatregelen om distributie en vertoning van films te stimuleren. Het gaat immers altijd om het bereiken van een, bij voorkeur zo groot en divers mogelijk, publiek. Dit publiek zal in toenemende mate benaderd worden via verschillende kanalen. De nieuwe technologische mogelijkheden op dit terrein zijn legio. De bioscoop zal zich in toenemende mate moeten gaan onderscheiden. In het gevecht om de consument zijn in 76

de laatste jaren de zogenaamde multi- en megaplexen ontstaan. Deze bieden de consument een uitgaanservaring in een imposant gebouw met grote schermen, superieure beeld- en geluidstechniek en een breed aanbod van films. Deze multiplexen waar mainstream films worden geprogrammeerd, richten zich primair op het grote publiek. De verwachting is dat het bioscooppubliek in de komende jaren zal groeien. De belangstelling voor kwaliteitscinema lijkt toe te nemen, vooral onder hoog opgeleiden. Hier ligt de kans een nichemarkt te bedienen. Vertoningscentra waar gespecialiseerde of nieuwe formules worden aangeboden hebben zeker kans van slagen. Te denken valt aan een vertoningsplaats voor de Nederlandse film, of een bioscoop voor documentaires. In Amsterdam is in de afgelopen jaren een plan ontwikkeld voor een Nationaal Filmtheater. Een technisch hoogwaardig geoutilleerd theater met zes zalen, groot en klein, met in totaal 1200 stoelen, waar kwaliteitsfilms vertoond worden, naast documentaires en dramaproducties. De filmvertoningen krijgen een extra dimensie door het organiseren van inleidingen, discussies, tentoonstellingen en festivals. De diversiteit van zalen maakt het mogelijk goed in te spelen op deze specifieke doelstellingen. In het Nationaal Filmtheater komen filmsector en publieke omroep samen. Zowel documentaires en dramaproducties van de publieke omroep, alsmede door de Nederlandse filmfondsen gefinancierde films krijgen met de komst van het Nationaal Filmtheater een vast platform. Financiering van het theater gaat uit van één belegger het Sociaal Fonds Bouwnijverheid die het Nationaal Filmtheater op eigen risico wil bouwen. Er is een zakelijk plan waar de publieke omroep, NRC Handelsblad en Stichting Doen risicodragend kapitaal voor beschikbaar hebben gesteld. Echter, het plan komt nog niet van de grond omdat de Amsterdamse politiek terughoudend reageert. Dit verschijnsel zien we ook in andere steden waar initiatieven worden genomen die een antwoord moeten geven op de multiplex/megaplex-ontwikkeling van de commerciële bioscoopconcerns. Zo is de gemeenteraad in Utrecht al jaren verdeeld over het initiatief om in deze stad een Artplex te bouwen. Dit is een theater voor de kwaliteitsfilm, dat zich op het niveau van techniek en comfort kan meten met dat van de multiplex. Een positieve uitzondering vormt de gemeente Nijmegen. Onlangs is in Nijmegen het eerste Artplex van Nederland geopend, LUX. Het filmtheater Cinemariënburg is de exploitant. LUX heeft vijf filmzalen, een multifunctionele zaal, een grote theaterzaal, een café en een foyerruimte. In het nieuwe gebouw worden niet alleen kwaliteitsfilms vertoond, maar ook wordt een veelheid van activiteiten georganiseerd op het terrein van theater, muziek, debat en multimedia. Gesteld kan worden dat Nederlandse gemeenten, op een enkele uitzondering na, tot op heden onvoldoende voorwaarden scheppen om de distributie en vertoning van films in Nederland te bevorderen. De steun die het rijk, middels 77

een groot aantal stimuleringsmaatregelen, geeft aan de productie van film, kan als gevolg van de weifelende opstelling van gemeenten wel eens zijn doel voorbij schieten. Promotie en marketing Promotie en marketing zijn essentiële instrumenten voor het in de markt zetten van een product. Dit geldt ook voor film. De Amerikaanse filmindustrie is koploper in deze, gezien de grote campagnes die worden opgezet bij de uitbreng van een nieuwe film. In het productiebudget van een Amerikaanse film is een substantieel bedrag gereserveerd voor promotie en marketing ter financiering van billboards, commercials op televisie, op internet en in de bioscoop, advertenties in dag-, week- en maandbladen, enzovoort. In Nederland wordt vooralsnog relatief weinig aandacht besteed aan de promotie en marketing van films. De post promotie en marketing vormt vaak de sluitpost op de begroting. De ontwikkelingen waar de Nederlandse filmsector voor staat, vragen om een andere attitude op dit terrein. Professionalisering van de Nederlandse filmsector impliceert meer investering in tijd, geld en knowhow op het terrein van promotie en marketing. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen onderkent dat promotie en marketing meer aandacht moeten krijgen. Onlangs heeft het ministerie een regeling goedgekeurd ter stimulering van de promotie en marketing van Nederlandse speelfilms. Deze regeling houdt in dat het Nederlands Fonds voor de Film extra subsidies kan verstrekken voor filmpromotie. Ook kan het Fonds knowhow leveren. Hiertoe heeft het Nederlands Fonds voor de Film een overeenkomst gesloten met een Engels expert op dit gebied. In de afgelopen periode zijn maatregelen genomen die een structurele impuls moeten geven aan de Nederlandse filmindustrie. Het is nu aan de bedrijfstak zelf om initiatieven als FINE B.V., Telefilms en fiscale maatregelen op te pakken en de Nederlandse filmindustrie verder te ontwikkelen. Dit stelt eisen aan de (organisatie van de) Nederlandse filmsector. Het is cruciaal dat de krachten van de verschillende filmorganisaties gebundeld worden. Zonder een dergelijke bundeling kan de Nederlandse filmsector niet aan de ontwikkelingen meedoen. Internationalisering en nieuwe marktpartijen maken samenwerking tussen organisaties meer dan ooit nodig. De bedrijfstak zal gezamenlijk moeten optrekken bij het uitbouwen van de filmindustrie. Belangrijk hierbij is dat expertise en informatie op elkaar worden afgestemd. Zie voor de voorgestelde maatregelen de opsomming hiernaast. Noodzakelijke maatregelen Nederlandse filmsector. versterken continuïteit productiemaatschappijen en andere filmmakers. kwaliteitsverbetering en imagoversterking van de Nederlandse film. versterking van distributie en vertoning. investeren in promotie en marketing. samenhang tussen verschillende belangengroepen. een coördinerend expertisecentrum Federatie Filmbelangen In het voorjaar van 2000 is een stap gezet in de richting van samenwerking en bundeling van krachten. De 9 grootste belangen- en beroepsverenigingen uit de sector hebben de Federatie Filmbelangen opgericht. De Federatie behartigt de belangen van de audiovisuele bedrijfstak met het doel deze bedrijfstak te versterken. De Federatie treedt voor de aangeslotenen op 78

naar politiek en omroepen. Naast deze functie richt de Federatie zich ook op de interne regulering en functioneert als schakel tussen de verschillende verenigingen/ doelgroepen. De Federatie entameert discussies over continuïteit, kwaliteitsversterking film en randvoorwaarden. Om tot een effectieve belangenbehartiging te komen zal de Federatie een visie moeten ontwikkelen op de toekomst van de Nederlandse filmindustrie en keuzes moeten maken. Professionele belangenbehartiging is afhankelijk van informatie uitwisselen en (formele en informele) netwerken. Voor zowel de Federatie als voor de individuele organisaties moet dit leiden tot professionalisering van de filmsector en kwaliteitsverbetering van zowel producten als productiebedrijven. Conclusie De Nederlandse filmsector is in potentie in staat om een sterke bedrijfstak te worden. De sector kan een factor van betekenis zijn binnen de zich snel ontwikkelende informatiemaatschappij. Een eenzijdige impuls voor de filmproductie zal onvoldoende vruchten afwerpen, als niet parallel aan deze ontwikkeling investeringen worden gedaan op het gebied van distributie, vertoning en promotie. Immers, het doel van alle stimuleringsmaatregelen is het bereiken van een groter en meer divers publiek. Het is evident dat het slagen van deze exercitie in belangrijke mate afhangt van een professionele, goed samenwerkende, Nederlandse filmsector. Het succes van de Federatie Filmbelangen zal in belangrijke mate afhangen van de inzet van de professionals in de filmsector zelf. Indien over enkele jaren gesteld zou worden dat de Federatie Filmbelangen zichzelf overbodig heeft gemaakt, de talrijke verenigingen zijn opgeheven en er sprake is van één brancheorganisatie voor de Nederlandse filmsector, is de missie van de Federatie Filmbelangen pas echt geslaagd. 1 De hier in het kort geschetste ontwikkelingen zijn gebaseerd op het rapport De scope van de bios, QRA, Rob Boonzajer Flaes, Amsterdam, april 1999. In dit rapport wordt een uitgebreide samenvatting gegeven van enkele recente studies over de te verwachten ontwikkelingen op het terrein van film en andere audiovisuele media.

80