Werkblad Waterrapport 1 - Kleur van het water



Vergelijkbare documenten
Diertjes vangen en bekijken

Opdrachtenboekje. Waterkant

Veldonderzoek. Deel 1. Biologisch onderzoek. Onderzoek van het water van het Apeldoorns Kanaal.

WATERKWALITEIT IN HET BEATRIXPARK

Oude bomen. Opdracht 1 - Bijzondere bomen. Opdracht 2 De leeftijd van een boom meten. Benodigdheden

vergelijk blije vissen helder water HEEL HELDER 100 KRAAKHELDER!

Op de website smartkidslab.nl vind je de meetinstrumenten en uitleg hoe je aan de slag kunt.

ONDERZOEKSBLAD WATER LEEFT GROEP 7-8

Ga je mee op watersafari?

Visje,visje, in de sloot. Waterdiertjes vangen en bekijken

Piramidetocht. Namen: Colofon. Uitgave 2015 Nationaal Park Weerribben-Wieden Veldopdrachten:

Waterleven. Doel: Aan de hand van het determineren van de beestjes die in de sloot voorkomen conclusies trekken over de waterkwaliteit.

Opdrachten thema. Veluwe

zoetwateronderzoek b i o d o e n.n l > biologie / mens en natuur / landbouw > natuur en milieu > zoetwateronderzoek

1e klas. BiNaSch slootwateronderzoek. Deze reader is van: Scala Rietvelden Vakgroepen natuurkunde, scheikunde en biologie 1e klas. Klas:.

ANTWOORDBLADEN WATEREXCURSIE. 1 Tekenblad bij Opdracht 1. Naam van de school: Naam van de sloot of de straat langs de sloot: Jullie namen:

Een project van het IVN Veldhoven / Vessem voorjaar 2009

Werkblad slootdiertjes

In het water. Allemaal beestjes. Onderzoeken. Scheppen. Dit heb je nodig: Schepnetje. Dit heb je nodig: Petrischaaltje Zoekkaart Waterdiertjes Loep

In de troebele sloot kunnen daarentegen geen boten varen en deze zal dus, volgens ons, veel minder vervuild zijn.

2. Maak met de 4 buizen een vierkant op de grond. Dit is het zoekraam.

Lopen er beesten op het water? De sloot in al haar lagen

Bijlage VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 2. Deze bijlage bevat informatie.

Veldwerkkist Water. docentenhandleiding

Dossiernummer: Projectnummer:

Onderzoeksrapport. onderdeel van het. Vissenschool Lespakket. Dit onderzoeksrapport is van:

Opdrachtkaarten Lente

Voorbereiding post 4. Mondjes open mondjes dicht Groep 7-8

Voorbereiding post 4. Mondjes open mondjes dicht Groep 7-8

DE DAPPERE REIZIGER WERKBLAD DE STEKELBAARS: 1. DE STEKELBAARS IN BEELD 2. DAPPERE REIZIGER. De stekelbaars is een veelvoorkomend visje in Nederland.

Plantenkennis Waterplanten

Rapportage project: Vaststellen van de nulsituatie in de gemeente Noordenveld bij de vijverpartij de vijfde verloting.

Bijlage VMBO-GL en TL

Chemisch wateronderzoek 1. klimaatstad. water leeft 2. Abio. klimaatstad

Waterkwaliteitsbepaling m.b.v. Macrofauna

Voorbereiding post 4. Mondjes open mondjes dicht Groep 3-4

Praktijkopdrachten groep 7/8.

Waterproefjes. Drijvende punaise. Nodig schaal vloeipapier punaises met platte metalen kop afwaszeep

Leg voorzichtig een vloeipapiertje op het water. wel of niet in het riool?

Voorbereiding post 4. Mondjes open mondjes dicht Groep 1-2

BIOLOGIE Bovenbouw P.O. Fris viswater

Het kiemen van zaden

Opdrachtkaarten Herfst

Observatie van de wegberm

Les 5 Een goede bodem

ONDERZOEKERS:...(vul je naam in) Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :...

Waterplanten in het algemeen:

lesbrieven vervuild water avonturenpakket de uitvinders en het werkbladen Lesbrief 2:

Voorbereiding post 4. Mondjes open mondjes dicht Groep 5-6

7-12 jaar Scharrelavontuur jaar Scharrelavontuur

Bomen in drie seizoenen

Aan de slag met uw watergang Dit moet u weten over onderhoud aan watergangen

Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :...

Diepte-/profielschouw Kromme Rijngebied 2014

Ook$met$kinderen$van$0$/$4$jaar$de$natuur$in!

* Bloemen van heel dichtbij *

Ontdek je mee het leven in vijver en sloot? Zeg niet gewoon vis tegen een vis. Visinitiatie en Visdeterminatie voor de 3 de graad

De Dender ontspringt in... en mondt uit in de... in de stad... Deze stad dankt zijn naam hieraan.

van een plant en zonlicht nodig heeft om te leven voor zuurstof die mensen nodig hebben om te leven bakjes met tuinkers 10 min.

WATER LEEFT Chemisch wateronderzoek

Je onderzoekt de grond in jouw buurt. In de grond zitten miljoenen micro-organismen. Bijvoorbeeld

weinig microben vergelijk jouw data

Inleiding Doelgroep Opzet van de lescyclus Algemeen doel Doelstellingen... 4

Bomen in drie seizoenen

Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen BBL. 2.1 Namen 1 Hoe komen planten en dieren aan hun naam? De naam van een plant of een dier kan: *

Speurtocht in Wetland Passewaay

Natuurpad. Haarlemmermeerse bos

Natuurpad. Haarlemmermeerse bos

Opdrachten thema. Veluwe

VOORBEELD WETENSCHAPPELIJK VERSLAG

MINIDIERENSAFARI - veldwerkopdrachten met ongewervelden-

Rivierenhof. Ontdekkingstocht voor gezinnen

Werkblad: Vind me dan

Rust en Recreatie. een verhitte discussie. Veldwerkopdracht voor de onderbouw havo/vwo

lesbrieven water verzamelen avonturenpakket de uitvinders en de verdronken rivier leerlingen werkblad Lesbrief 1:

Krabbenscheer in de Krimpenerwaard. Resultaten van het herintroductieproject en tips voor natuurvriendelijk slootonderhoud

Voorbereiding post 3. Allemaal beestjes Groep

De composthoop Een composthoop bij school

Spiegelplas en Ankeveense plassen

Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 8 Les 1

pantoffeldiertje onder de microscoop

Kwaliteitsbaggeren. Waarom, hoe en waar laten we de bagger? Gerard ter Heerdt. Laagveensymposium Nieuw leven in het veen Workshop 31 mei 2018

Doe- pad Watertorenweg. Achtergrond informatie voor de begeleider. Groep 5-6

De Gouden Ham. Onderzoek blauwalgen. Rapportage : Augustus 2007.

Opdrachtenboekje Veldwerk klas 1 Mondriaan College Oss Mei/Juni 2006

Regenwormen Tijdstip: in september, oktober en november, na een regenbui.

De Gouden Ham. Onderzoek blauwalgen. Rapportage : September 2007.

Opdrachten Oevergroep

m a t e r i a a l z e n d i n g

Inventarisatielijst water

Voorbereidende onderzoeken. Baggeren Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder

Bollen en knollen Les 1: bollen en knollen... 2 Werkblad bol en knol... 4 Bol en knol stripverhaal... 5 Achtergrondinformatie... 6

De traditionele microscopen onderscheiden we de gewone of biologische microscoop en de stereo microscope.

Stel je voor: je zit in een helikopter boven het water en je maakt een foto. Je ziet op je foto bijvoorbeeld de takken van bomen, een brug en gras.

Handleiding. Geschikte tijd uitvoering jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec

Biotoopstudie water. 1ste en 2 de graad secundair onderwijs Veldwerkboekje

Experimenten KIT. werkboekje. Dokter in de wetenschap: Klas:

Veelgestelde vragen schouw buitengewoon onderhoud

Papier recyclen. Inlage

GROEP 1-2. Wat valt er buiten te BELEVEN?!

Transcriptie:

Werkblad Waterrapport - Kleur van het water Water in sloten, plassen, meren en rivieren kan allerlei verschillende kleuren hebben door de stoffen die erin opgelost zijn. Meestal betekent helder en lichtgekleurd water dat het water van goede kwaliteit is, maar soms is het toch verontreinigd met (kleurloze) gifstoffen. Weten dat de kleur van het water iets kan zeggen over de waterkwaliteit. - bakje. Kijk over het oppervlak van het water. Welke kleur heeft het? 2. Kijk daarna in het water. Welke kleur heeft het nu?. Doe wat water in een bakje en bepaal weer de kleur. 4. Geef in het waterrapport aan of het water: - Helder/lichtgroen of lichtbruin is. - Donkergroen of bruin is. - Grijs/zwart of helder levenloos is.

Werkblad Waterrapport 2 - Hoe ruikt het water? Schoon water ruikt fris. Water gaat stinken als er teveel resten van planten en dieren of andere materialen op de bodem liggen. Als het water gezond is worden zulke resten afgebroken door kleine diertjes en bacteriën. Zij maken er voedingsstoffen van voor de waterplanten. Als er teveel dode planten en dieren zijn, blijven ze liggen en komen er teveel meststoffen in de sloot. Hierdoor gaan uiteindelijk alle organismen dood. De rotting van de resten veroorzaakt de stank. Weten dat de geur van het water iets zegt over hoe gezond het water is. -bakje. Ga bij de waterkant staan en probeer te ruiken hoe het water ruikt. Het water heeft: geen opvallende geur/stinkt. 2. Schep een beetje water in een bakje en ruik opnieuw. Het water: heeft geen opvallende geur/stinkt.. Geef op het waterrapport aan of het water geen opvallende geur heeft of stinkt.

Werkblad Waterrapport - Hoeveel ondergedoken planten zie je? Niet alleen op, maar ook in het water leven planten. Deze planten noemen we ondergedoken waterplanten. Ze leven helemaal onder water, dus ook de bladeren komen niet boven het water uit. Deze planten maken veel zuurstof waardoor er ook veel verschillende soorten waterdieren in het water kunnen leven. Weten dat veel ondergedoken waterplanten betekent dat er veel zuurstof is en het water dus meestal gezond is. -2 paaltjes of andere voorwerpen waarmee je een punt kunt markeren. Zet een paaltje of iets dergelijks in de grond bij de oever van het water. 2. Loop 0 passen langs het water en zet dan weer een paaltje in de grond bij de oever.. Loop nu tussen de twee paaltjes langs het water en kijk goed of je ondergedoken planten ziet. 4. Let op: Planten die boven het water uitsteken of planten met bladeren die op het water drijven tellen niet mee! 5. Schat nu hoeveel procent van het water vol zit met ondergedoken planten. Kijk of : - Het water bijna helemaal vol zit met ondergedoken waterplanten (meer dan 75%) - Ongeveer de helft van het water vol zit met ondergedoken waterplanten (ongeveer 25 75%) - Er weinig ondergedoken waterplanten te zien zijn (5 25%) - Er bijna of helemaal geen ondergedoken waterplanten te zien zijn (0 5%). 6. Noteer je antwoord ook in het waterrapport.

Werkblad Waterrapport 4 -Hoeveel kroos of flab ligt er op het water? Kroos is een klein plantje dat op het water drijft. Flab bestaat uit hele dunne draadalgen die samenklonteren tot een groen-gele wattendeken, die glad en glibberig aanvoelt. Teveel kroos of flab op het water zorgt ervoor dat licht niet meer in het water kan doordringen. Zonder licht kunnen de ondergedoken waterplanten niet meer groeien en wordt er geen zuurstof meer gemaakt. Weten dat veel kroos of flab slecht is voor de waterkwaliteit. - 2 paaltjes of andere voorwerpen waarmee je een punt kunt markeren. Zet een paaltje of iets dergelijks in de grond bij de oever van het water. 2. Loop 0 passen langs het water en zet dan weer een paaltje in de grond bij de oever.. Loop nu tussen de twee paaltjes langs het water en kijk goed of je kroos of flab ziet. 4. Schat nu hoeveel procent van het wateroppervlak bedekt is met kroos of flab. Kijk of: - Er geen of heel weinig kroos of flab op het water drijft (0 25%) - Er op minder dan de helft van het water kroos of flab drijft (ongeveer 25 50%) - Er op meer dan de helft van het water kroos of flab drijft (meer dan 50%) 5. Noteer je antwoord ook in het waterrapport.

Werkblad Waterrapport 5 - Hoe breed is de strook met oevervegetatie? Met oevervegetatie bedoelen we de planten die met hun wortels in het water staan maar die voor het grootste deel boven water uitsteken. Ze zijn onmisbaar voor dieren die in en bij het water leven. Denk maar eens aan een libelle. De larve van de libelle leeft in het water en jaagt op kleine waterdieren die tussen de planten leven. Een volwassen libelle leeft boven water tussen de waterplanten die in de oever staan. Niet alleen voor de libelle, maar ook voor veel andere dieren is een goede oevervegetatie erg belangrijk. Weten dat oeverplanten belangrijk zijn voor gezond water. - 2 paaltjes of andere voorwerpen waarmee je een punt kunt markeren - meetstok. Zet een paaltje of iets dergelijks in de grond vlakbij de oever. 2. Loop 0 passen langs het water en zet dan weer een paaltje in de grond bij de oever.. Bepaal nu met behulp van de meetstok hoe breed de strook van oevervegetatie is. Je meet dus vanaf de kant de breedte van de strook water waar planten boven het water uitsteken. Doe drie metingen, eentje bij het eerste paaltje, eentje halverwege tussen de paaltjes en eentje bij het laatste paaltje. a. Breedte bij het eerste paaltje : cm b. Breedte halverwege : cm c. Breedte bij het laatste paaltje : cm 4. Bereken het gemiddelde van de drie metingen: cm (a) + cm (b) + cm (c) = cm 5. Vul op het waterrapport in: - De gemiddelde breedte van de oevervegetatie is 20 cm of minder - De gemiddelde breedte van de oevervegetatie is meer dan 20 cm - Er is geen oevervegetatie aanwezig.

Werkblad Waterrapport 6 - Hoe ver kun je in het water kijken? Voor ondergedoken waterplanten is het belangrijk dat zonlicht in het water kan doordringen, anders kunnen ze niet groeien. Voor dieren zijn deze planten belangrijk. Zij leven namelijk van de zuurstof die de planten met behulp van zonlicht maken en kunnen zich tussen de planten verschuilen. Weten dat gezond water meestal een hoge lichtgrens heeft. (helder water). - Secchi schijf. Laat de Secchi schijf ongeveer meter uit de kant voorzichtig in het water zakken tot een diepte waarop je de zwarte en witte vlakken van de schijf niet meer kunt onderscheiden. Als je dit vanaf een steiger of bruggetje kan doen is dat nog beter. Zorg dat het touw, waaraan de Secchi schijf hangt, zo recht mogelijk boven het water blijft. 2. Kijk goed naar de knoop vlak boven het wateroppervlak en haal de schijf nu langzaam omhoog. Tel het aantal knopen dat onder water zat en nu boven water komt.. De afstand tussen de knopen is 0 cm. Bereken de lichtgrens door de volgende som uit te rekenen: aantal knopen x 0 cm = cm 4. Vul op het waterrapport in: - De secchi schijf is zichtbaar op de bodem of de lichtgrens is meer dan 50 cm; - De lichtgrens is 25-50 cm; - De lichtgrens is minder dan 25 cm.

Werkblad Waterrapport 7 Hoe diep is het water bij de kant? De diepte van water heeft grote invloed op de planten en dieren die in het water leven. In een ondiepe oeverstrook groeien meer water- en oeverplanten, zodat daar ook meer waterdieren kunnen voorkomen. Weten dat de diepte van het water iets zegt over hoeveel planten en dieren er kunnen leven. - Meetstok - 2 paaltjes of andere voorwerpen waarmee je een punt kunt markeren. Zet een paaltje of iets dergelijks in de grond bij de oever van het water. 2. Loop 0 passen langs het water en zet dan weer een paaltje in de grond bij de oever.. Doe drie metingen, eentje bij het eerste paaltje, eentje halverwege tussen de paaltjes en eentje bij het laatste paaltje. Steek om de diepte te bepalen de meetstok op 60 cm (ongeveer je armlengte) van de kant in het water en lees af hoe diep het is. a. Diepte bij het eerste paaltje : cm b. Diepte halverwege : cm c. Diepte bij het laatste paaltje : cm Bereken het gemiddelde van de drie metingen: cm (a) + cm (b) + cm (c) = cm 4. Vul op het waterrapport in: De gemiddelde waterdiepte is 20 cm of minder. De gemiddelde waterdiepte is meer dan 20 cm.

Werkblad Waterrapport 8 - Hoe dik is de baggerlaag? Op de bodem van het water ligt vaak een baggerlaag. Die bestaat uit grond, dode planten, dode dieren en allerlei stoffen die in het water zijn gekomen. In gezond water leven kleine waterdiertjes en bacteriën die van de bagger leven en voedingstoffen maken voor de planten. Als de baggerlaag te dik is komen er teveel voedingstoffen in het water. Het wateroppervlak groeit dan dicht met planten. Het water onder de planten krijgt geen zonlicht meer en alles wat daar leeft gaat dood. Weten dat gezond water geen dikke baggerlaag heeft. - Meetstok - Secchi schijf. Meet eerst de totale diepte van het water en de bagger door de meetstok op ongeveer op 60 cm ( je armlengte ) uit de kant in het water te steken. Duw de stok met kracht naar beneden totdat die niet dieper kan. Haal de stok nu naar boven en noteer hoe diep de stok in het water is geweest: a. Totale diepte van water + bagger: cm 2. Meet nu de diepte van het water door de Secchi schijf op de zelfde plaats tot op de bodem te laten zakken.. Kijk goed naar de knoop vlak boven het wateroppervlak en haal de schijf nu langzaam omhoog. Tel het aantal knopen dat onder water zat en nu boven water komt. De afstand tussen de knopen is 0 cm. b. Diepte van het water: knopen x 0 cm = cm 4. De dikte van de baggerlaag kun je nu berekenen door de diepte van het water (b) af te trekken van de totale diepte (a): Dikte van de baggerlaag: a - b = cm 5. Noteer in het waterrapport of: - De baggerdikte minder dan 20 cm is; - De baggerdikte meer dan 20 cm is.

Werkblad Waterrapport 9 Welke waterdieren leven er in het water? Sommige waterdieren kunnen beter tegen watervervuiling dan andere. In water met een goede kwaliteit leven meestal veel verschillende soorten waterdieren. Weten dat hoe meer verschillende soorten waterdieren er in het water leven hoe gezonder het water is. - Schepnet - Bakje - Zoekblad waterdieren - Loeppotjes. Vul je bakje met wat slootwater. 2. Steek je schepnet in het water en trek het voorzichtig door het water, niet te ver uit de kant. Als er waterplanten zijn kun je daar ook goed tussen vissen.. Haal het net uit het water en maak het voorzichtig leeg in de bak. 4. Tel hoeveel verschillende soorten beestjes je vindt (je mag vaker dan keer het net door het water halen). 5. Doe de beestjes die je beter wilt bekijken in een loeppotje. 6. Probeer van 5 beestjes de naam te vinden met behulp van de zoekkaart en noteer de naam in het waterrapport. 7. Noteer in het waterrapport of: - Er -5 verschillende soorten waterdieren in het water voorkomen; - Er 5-5 verschillende soorten waterdieren in het water voorkomen; - Er meer dan 5 verschillende soorten waterdieren in het water voorkomen. 8. Laat de gevangen waterdieren weer los.

Werkblad Waterrapport 0 Welke planten leven er in en bij het water Planten zijn een belangrijk voedselbron voor waterdieren. Ze maken bovendien de zuurstof, die waterdieren nodig hebben. Ook geven ze de oeverranden stevigheid en kunnen waterdieren zich tussen de planten verstoppen. Weten dat veel verschillende plantensoorten betekent dat het water gezond is. - Zoekblad of gids van water- en oeverplanten - Schepnet Tip Het determineren van planten (bepalen welke soort het is) is best moeilijk. Let goed op waar de plant groeit, hoe groot hij is en of er bloemen aan groeien. Kijk ook hoe de nerven over de bladeren lopen.. Loop maximaal 0 passen langs de oever van het water en probeer te tellen hoeveel verschillende soorten planten er in en aan het water groeien. 2. Probeer van 5 (liefst bloeiende) planten met behulp van de zoekkaart de naam te vinden. Noteer de namen op het waterrapport (als de planten te ver weg uit de oever groeien kun je ze met behulp van het schepnet naar de kant proberen te halen).. Noteer of er in en aan het water: - 0 5 verschillende plantensoorten groeien; - 5 0 verschillende plantensoorten groeien; - 0 of meer verschillende plantensoorten groeien.

Werkblad Waterrapport 0 Welke planten leven er in en bij het water Planten zijn een belangrijk voedselbron voor waterdieren. Ze maken bovendien de zuurstof, die waterdieren nodig hebben. Ook geven ze de oeverranden stevigheid en kunnen waterdieren zich tussen de planten verstoppen. Weten dat veel verschillende plantensoorten betekent dat het water gezond is. - Zoekblad of gids van water- en oeverplanten - Schepnet Tip Het determineren van planten (bepalen welke soort het is) is best moeilijk. Let goed op waar de plant groeit, hoe groot hij is en of er bloemen aan groeien. Kijk ook hoe de nerven over de bladeren lopen.. Loop maximaal 0 passen langs de oever van het water en probeer te tellen hoeveel verschillende soorten planten er in en aan het water groeien. 2. Probeer van 5 (liefst bloeiende) planten met behulp van de zoekkaart de naam te vinden. Noteer de namen op het waterrapport (als de planten te ver weg uit de oever groeien kun je ze met behulp van het schepnet naar de kant proberen te halen).. Noteer of er in en aan het water: - 0 5 verschillende plantensoorten groeien; - 5 0 verschillende plantensoorten groeien; - 0 of meer verschillende plantensoorten groeien.

Waterrapport Invulblad Naam Locatie van de meting Klas: Tijdstip van de meting:.kleur water Opdracht Kenmerken Omcirkel het goede antwoord -Helder/lichtgroen of lichtbruin -Donkergroen of bruin -Grijs/zwart of helder levenloos 2. Hoe ruikt het water? -Geen opvallende geur 2 -Stank. Ondergedoken planten -25-75% -5-25% of meer dan 75% -0-5% 4. Kroos of flab -Minder dan 25% -25-50% -Meer dan 50% 5. Breedte oevervegetatie -Meer dan 20 cm -Minder dan 20 cm -Geen oevervegetatie 6. Lichtgrens water -Bodem of meer dan 50 cm -25 50 cm -Minder dan 25 cm 7. Dikte baggerlaag -Minder dan 20 cm -Meer dan 20 cm 8. Waterdieren* - 5 soorten -5 5 soorten -Meer dan 5 soorten 9. Waterplanten* -0 5 soorten -5 0 soorten -Meer dan 0 soorten Totaalscore 0 5 2 5 2 0 5 5

Waterrapport Invulblad Indicatie waterkwaliteit Zeer goed 28-6 Goed 9-27 Matig - 8 Slecht 8-0 Bij werkblad 9 Noteer hieronder de namen van 5 waterdieren die je gevonden hebt:. 2.. 4. 5. Bij werkblad 0 Noteer hieronder de namen van 5 waterplanten die je gevonden hebt:. 2.. 4. 5.