AOC OOST Almelo Groot Obbink 01-09-2013
. is een eenvoudiger soort verbrandingsmotor. Op het titelblad zag je een doorsnede van een tweeslagmotor De drijfstang is letter. De zuiger is letter. De krukas is letter. Deze motor heeft geen kleppen maar poorten. Dit soort motortjes vind je op kleine voertuigen en werktuigen. Sommige leerlingen komen met een bromfiets op school. 1. Hoe oud moet je zijn om op een bromfiets of snorfiets te mogen rijden? jaar 2. Heb je ook een soort rijbewijs nodig? 3. Hoe heet dit rijbewijs? 4. Wat is de toegestane maximumsnelheid op de weg buiten de bebouwde kom? binnen de bebouwde kom? voor een bromfiets km / u. km / u. een snorfiets km / u. km / u. 5. Er zijn motoren, bromfietsen en snorfietsen. Bij welke moet je altijd een helm dragen?. Hoe werkt nu de motor van een bromfiets? Lees gauw verder. 24
Herkenning van een 2 slagmotor aan de buitenkant. 1. De uitlaatpoort zit hoger aangesloten op de cilinder dan de inlaatpoort. 2. De motor heeft geen oliepijlstok of olievuldop of olieaftapstop. De 2 slagmotor heeft geen olie in het carter, maar wordt gesmeerd door de olie die in de benzine zit (dit heet dan mengsmering) De mengverhouding benzine en olie is erg verschillend. In de meeste gevallen is 1 liter olie gemengd met 25 liter benzine voldoende. Het carter is luchtdicht. De motor moet hier het gasmengsel binnen zuigen. Omdat er geen olie in het carter zit, kan men de motor in alle standen gebruiken. Omdat de motor alles doet in 1 omwenteling van de krukas ( zijn 2 slagen) heet deze motor een 2 slagmotor. Maak de volgende vragen: 1. Waaraan kun je een tweeslagmotor herkennen? Noem er 2......................................................................................................................... 2. Hoe wordt een tweeslagmotor gesmeerd?............................................................... 3. Je wilt 10 liter mengsmering maken. Hoeveel benzine en olie heb je nodig?.............................................................................................................................. 25
Werking van de motor. Zuiger gaat naar boven. Zuiger gaat naar beneden. Als de zuiger verder Onder de zuiger. Onder de zuiger naar beneden gaat Aanzuigen van nieuw Gasmengsel word word het gasmengsel gasmengsel samengeperst. door de spoelpoort Boven de zuiger Boven de zuiger naar boven gedrukt. Samen persen van. Verbranding van het het gasmengsel gasmengsel en uitlaten van de verbrandingsresten Doordat de zuiger omhoog gaat ontstaat er een onderdruk in het carter. Hierdoor wordt het nieuwe gasmengsel in het carter aangezogen. Als de zuiger daarna naar benden gaat, stroom dit gasmengsel door de spoelpoort naar de compressieruimte. Zuiger gaat naar boven. Nu wordt het gasmengsel samengeperst = compressie. De vonk van de bougie ontsteekt het gasmengsel waardoor de zuiger naar beneden gedrukt wordt. Hierdoor wordt de krukas aangedreven. Daarna kunnen de verbrandingsresten door de uitlaatpoort weg. De kam ( K) op de zuiger voorkomt dat er geen onverbrande gassen direct door de uitlaat poort verloren gaat. 26
Dikwijls zijn er 2 of meer spoelpoorten voor een betere en snellere cilindervulling te krijgen. De bolkopzuiger en de plaatsing van de spoelpoorten zorgen er voor dat er geen onverbrand gasmengsel door de uitlaatpoort verloren gaat. Storingen 1. Koolaanslag door de onvolledige verbranding van olie uit de mengsmering vindt er koolafzetting plaats op de zuiger en de cilinderkop en in de uitlaat. Door goede mengsmering te gebruiken geeft dit tegenwoordig nauwelijks meer problemen. 2. Vette bougie Dit komt door te rijke smering. 3. Lekkage van het carter Dit kan ontstaan bij de lagers van de krukas, die door het cilinderblok steekt. ( afdichtingsringen) Gevolg is: de motor zuigt valse lucht aan waardoor hij moeilijk start of niet loopt. 4. Motor gaat 4 takten. Normaal vindt er een verbranding plaats elke keer als de zuiger boven komt. In dit geval slaat hij een keer over, dus hij geeft een verbranding na 4 slagen in plaats van na 2 slagen. Oorzaken kunnen zijn: te veel of te weinig toeren of te hoog toerental van de motor. Kleur de : Benzinetank Geel Carburateur Geel Luchtfilter Blauw Inlaatpoort Blauw Uitlaatpoort Rood Spoelpoort Oranje Carter Oranje Zuiger Bruin Zuigerpen Groen Drijfstang Groen Krukas Bruin Bougie Rood Nieuw gasmengsel Samengeperst gasmengsel Blauw Rood 27
Motor en onderdelen De inlaat en uitlaat zitten niet op gelijke hoogte aan de cilinder. Er zit geen olie in het carter, want er is geen olieaftapplug of oliepeilstok te zien. Dit is een luchtgekoelde cilinder van een 2 slagmotor. De uitlaatpoort en de inlaatpoort is duidelijk te zien. De uitlaatpoort zit hoger op de cilinder aangesloten dan de inlaatpoort. Om te voorkomen dat de uiteinden van de compressieveren in de openingen van uitlaatpoort of inlaatpoort of spoelpoort zouden komen, zijn de compressieveren geborgd. Ze kunnen nu niet verdraaien. Zuiger met drijfstang Borgpennetje Bolkopzuiger met 2 compressieveren. Om de ruimte tussen zuiger en cilinder goed af te dichten. Let op: Er zitten geen olieschraapveren om de zuiger bij een 2 slagmotor. 28
Invullen: 1 = 2 = 3 = 4 = 5 = 6 = 7 = 8 = 9 = 10 = 11 = 12 = In kleuren van het figuur kleur de inlaatpoort en het carter en de spoelpoort geel. Kleur de compressieruimte (= ruimte boven de zuiger) en de uitlaatpoort rood Kleur de zuiger blauw Geef de drijfstang een groene kleur. Schrijf een de letter B bij de bougie. Probeer met je eigen woorden hieronder op te schrijven hoe deze motor werkt Deze motor werkt als volgt: 29
Je gaat nu bij een 1 cilinder 2 slagmotor kijken hoe deze werkt. Gebruik goed passend gereedschap. Leg alle onderdelen, moeren en bouten in een bakje. Werk voorzichtig en netjes. 1. Haal de bougiedop van de bougie af. 2. Draai de bougie met de bougiesleutel los en met de hand eruit. 3. Neem een goed passende pijpsleutel of dopsleutel en draai de moeren van de cilinderkop los. 4. Haal de cilinderkop van de motor en leg deze omgekeerd op de werkbank in verband met beschadigingen. 5. Verwijder de koppakking van de cilinder. Is deze nog goed? 6. Hoeveel zuigers zie je? 7. Meet nu met een schuifmaat de boring van de cilinder. De boring van de cilinder is mm. 8. Draai nu aan het vliegwiel en zet de zuiger eerst in het bovenste dode punt en daarna in het onderste dode punt. 9. Meet de slag die de zuiger gemaakt heeft. De slag van de zuiger is mm. 10. Een beweging van de zuiger van boven naar beneden of omgekeerd noemen we een slag. Dus: 1 keer ronddraaien aan de krukas zijn 2 zuigerslagen. 11. De ruimte die je in de cilinder ziet noemen we cilinderinhoud. De gaten in de cilinder noemen we poorten. 12. Hoeveel poorten heeft de cilinder? 13. De uitlaatpoort is nummer. Hierdoor gaan de uitlaatgassen naar buiten. 14. De inlaatpoort is nummer. Hierdoor komt het gasmengsel binnen. 15. Omdat het gasmengsel van de ruimte beneden de zuiger naar de ruimte boven de zuiger moet, zijn er spoelpoorten nodig. Kijk waar de spoelpoorten zitten. De spoelpoorten zijn nummer. 16. Er zijn bij deze motor spoelpoorten. 30
17. Draai de moeren onderaan de cilinder los. (demonteer de cilinder) 18. Trek de cilinder voorzichtig omhoog. (denk om de cilindervoetpakking) 19. Hoeveel compressieveren heeft deze?. 20. Probeer voorzichtig de compressieveren te draaien. Lukt dit wel of niet? 21. Je ziet dat de compressieveren op hun plaats blijven door pennetjes. Dit noemen we borgpennetjes. 22. Is de zuiger bol of vlak aan de bovenkant? 23. Waarom? (kijk goed naar de uitlaatpoort en de spoelpoort en denk aan het verbrande gasmengsel en het nieuwe gasmengsel dat in de cilinder komt.). 24. Monteer nu weer de cilindervoetpakking. 25. Doe een druppel olie aan de binnenkant van de cilinder en op de buitenkant van de zuiger. Monteer de cilinder op de juiste wijze. Let hierbij op uitlaatpoort. 26. Leg nu de koppakking op de cilinder en monteer de cilinderkop. 27. Draai de moeren beurtelings, kruisgewijs en met gelijke kracht vast. 28. Draai de bougie met de hand in de cilinderkop. Draai de bougie voorzichtig vast met een bougiesleutel en sluit de bougiekabel aan. 29. Maak alles netjes schoon en ruim het gebruikte gereedschap netjes op. 30. Laat je docent alles controleren. (oude motor wegzetten) 31. Geef de onderdelen een naam. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 31
31. In het begin van deze les heb je gewerkt aan een oude motor. Bereken nu de cilinderinhoud van deze motor. Inhoud = oppervlak x hoogte, dus Cilinderinhoud = zuigeroppervlak x slag Zuigeroppervlak = 3,14 x r x r (r is de helft van de boring). Vul nu in: Zuigeroppervlak = 3,14 x x = cm2 Slag = cm ---------------------- X Cilinderinhoud = cm3 (cc) 32. Opmerking: Als je dit goed hebt uitgerekend, is dit iets minder dan 50 cc. Want 50 cc of meer is de cilinderinhoud van motoren. 33. Welke soort brandstof heeft deze motor nodig? 34. Hoe wordt deze motor gesmeerd? 35. Op welke wijze wordt deze motor gekoeld? 36. Als deze motor 4000 omwentelingen (=toeren) per -minuut maakt, hoe vaak vonkt dan de bougie per minuut? 37. Ruim alles weer netjes op. 32
Tot slot van deze opdracht beschrijf je de werking van de tweeslagmotor. Ga de werking van het 2-slagproces na bij de volgende tekeningen. 1 ste slag. De zuiger gaat naar. Wat gebeurt er onder de zuiger? Wat gebeurt er boven de zuiger? 2 de slag. De zuiger gaat naar. Wat gebeurt er onder de zuiger? Wat gebeurt er boven de zuiger? Kleur in deze drie tekeningen: de inlaatgassen blauw de uitlaatgassen rood Aan het eind van de 2 de slag wordt er gespoeld. Wat gebeurt er onder de zuiger? Wat gebeurt er boven de zuiger? 33
34