2013 : januari t/m december. Scope 1 en 2 volgens ISO 14064-1



Vergelijkbare documenten
kwh 28,2 ton CO2 15,0 personenwagen in km km 0,22 kg CO2 / km 28,3 ton CO2 15,1 Subtotaal 56,5 ton CO2 30,1

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2014

Hoofdstuk 4 beschrijft ons plan van aanpak, inclusief de te nemen maatregelen in het bedrijf en vervoer (3.B.1 van CO 2 -Prestatieladder).

CO 2 -Voortgangsrapportage 2017-H1

3.C.1 Communicatie over de voortgang van CO 2 bij Prins Bouw.

CO 2 reductieplan: doelstellingen en voortgang Thales Transportation Systems 2 e half jaar 2015

CO2-prestatieladder Periodieke voortgangsrapportage 1e helft 2014

CO2-reductiedoelstellingen + voortgang

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2013

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2014

De doelstellingen luidt: 4% reductie veroorzaakt door elektraverbruik door het geheel over te stappen naar groene stroom in 2017.

Halfjaarlijkse rapportage footprint, doelstellingen en maatregelen

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2013

CO2 scope 3 verborgen Netto CO2-uitstoot 216 ton CO2 Tabel 1: CO 2-footprint Waalpartners 2016

De voortgangsrapportage van CO 2 reductie Visscher Oldebroek Jaar 2015

Verbruikte diesel Verbruikte benzine. Gasverbruik (M3) Elektraverbruik (kwh)

38,6. CO 2 (ton/jr) 2014

CO2-reductiedoelstellingen + voortgang

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

Energieaudit 2.A.3. Niveau 3 CO₂-prestatieladder Aqualectra. Aqualectra Flemingstraat 48 NL 1704 SL Heerhugowaard. Postbus AA Heerhugowaard

CO2-prestatieladder Periodieke voortgangsrapportage 1e+2e helft 2014

CO-2 Rapportage Inhoudsopgave. Electrotechnische Industrie ETI bv Vierde Broekdijk JD Aalten Kamer van koophandel Arnhem

Monitoring scope 1 en 2

Vebruikte diesel Verbruikte benzine. Gasverbruik (M3) Elektraverbruik (kwh)

CO 2 Voortgangsrapportage 2016

Voortgangsrapportage emissies scope 1, 2 en 3. Monitoring doelstellingen 2015 scope 1 en 2

De voortgangsrapportage van CO 2 -reductie Visscher Oldebroek Eerste half jaar 2016

Voortgangsrapportage Carbon Footprint eerste helft 2016 Takke Groep

Externe publicatie CO2 Prestatieladder

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2017

Doelstelling scope 2: IDDS wil in 2020 ten opzichte van %

Voortgangsrapportage Carbon Footprint eerste helft 2018 Takke Groep

CO2-reductieplan 2015

Carbon Footprint 2e helft 2015 (referentiejaar = 2010)

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2010, 2011 en 2012

CO2-reductiedoelstellingen

Derde voortgangsrapportage CO2-emissiereductie.

1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT

3.C.1 Voortgangrapportage CO Ter Riele

Monitoring scope 1 en 2

Voortgangsrapportage. Voortgang van CO 2 reductieplan van Genap B.V (tm juni) Copyright 2017 Genap B.V.

CO 2 -Voortgangsrapportage 2016 Prins Bouw B.V.

Half jaarlijkse rapportage Carbon Footprint 2014

Evaluatie en Voortgangsrapportage BRANDWIJK PROMO

CO2-reductieplan. Samen zorgen voor minder CO2. Rapportage M

CO 2 Voortgangsrapportage 2016 Prins Bouw B.V.

Monitoring scope 1 en 2

Energie en emissiebeleid

CO 2 -emissie voortgangsrapportage 2015 Centercon B.V.

Voortgangsrapportage Carbon Footprint eerste helft 2017 Takke Groep

Milieubarometerrapport 2016 (Som)

CO2-reductieplan Kuurman

Carbon Footprint 1e helft 2015 (referentiejaar = 2010)

Carbon Footprint Beheer Familie van Ooijen BV Rapportage januari december 2009 (referentiejaar)

Management review Coolmark B.V. Mei 2014

Milieubarometerrapport 2018

referentiejaar Emissies aantal FTE 29,5125

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2016

Emissies aantal FTE 23,6

Review CO 2 reductiedoelstellingen voestalpine WBN. Conform niveau 5 op de CO 2 -prestatieladder 2.2

3.C.1 Voortgangrapportage CO (1) Ter Riele

Voortgangsrapportage CO 2 -Prestatieladder 2018 H1

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2015

Hoogwaardig en veelzijdig

CO 2 Prestatieladder Voortgangsrapportage 2013 (1 e halfjaar) Periode: 1 januari t/m 30 juni 2013

Review CO2 reductiedoelstellingenvoestalpine WBN. Conform niveau 5 op de CO2-prestatieladder 2.1

Arnold Maassen Holding BV. Voortgangsrapportage scope 1 en 2 1e halfjaar 2014

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2016

Milieubarometerrapport 2017

Voortgangsrapportage CO 2 -Prestatieladder 2016

1. INLEIDING Rapportage

1. INLEIDING Rapportage

Carbon footprint 2017 (3.C.1) In de onderstaande tabellen staan de energieverbruiken van ICS Groep uitgedrukt in CO2-eq.

Opdrachtgever: Directie HKV lijn in water. 3.A.1 CO 2 -emissie inventaris eerste helft ten behoeve van de CO 2 -Prestatieladder

Periodieke rapportage e helft. N.C. Zwart Verhuur BV

Carbon footprint 2017 (3.C.1) In de onderstaande tabellen staan de energieverbruiken van ICS Groep uitgedrukt in CO2-eq.

Periodieke rapportage 2016 H2

Voortgangsrapportage. Voortgang van CO 2 reductieplan van Genap B.V (tm juni) Copyright 2016 Genap B.V.

CO2-reductieplan Kuurman

Energie Management Actieplan

Voortgangsrapportage Voortgang van CO2 reductieplan van Genap B.V (tm juni)

Milieubarometerrapport 2017

Carbon Footprint Rapportage 2014

CO2-prestatieladder Periodieke voortgangsrapportage 1e helft 2016

Periodieke rapportage 2 e helft 2016

Milieubarometerrapport 2017

CO2 reductiedoelstellingen C.S.C. Ceelen Sport Constructies Conform niveau 3 op de CO2-prestatieladder 3.0

Milieubarometerrapport 2017

Half jaarverslag 2017

De CO2 prestatieladder kent 3 scopes. Deze betreffend de uitstoot van CO2 als gevolg van de volgende activiteiten:

v Q1/Q2

CO 2 -Voortgangsrapportage 2018

5.B.1_1 Voortgangsrapportage Review Co₂-emissies 2015 H1 + H2. Conform Co₂-prestatieladder B.1 met 2.A A A B.

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2017

Periodieke rapportage 2014

Plan van Aanpak. CO 2 -footprint conform ISO CO 2 -reductiedoelen CO 2 -reductiemaatregelen

Milieubarometerrapport 2013 (Som van 2013)

CO 2 Prestatieladder Voortgangsrapportage Periode: 1 januari t/m 31 december 2014

Evaluatie en Voortgangsrapportage BRANDWIJK PROMO

Periodieke Rapportage 2 e helft 2016

Transcriptie:

CO 2- emissie rapportage 2013 : januari t/m december Scope 1 en 2 volgens ISO 14064-1 Vandervalk+degroot-groep Waalwijk, 15 juli 2014 Auteur(s): Arend-Jan Costermans Ed den Breejen Antoine Steentjes Joni Ann Hardenberg Geaccordeerd namens directie: Antoine Steentjes

Inhoudsopgave Inleiding 2 1. Brandstofverbruik vrachtwagens en bestelwagens 3 2. Brandstofverbruik lease-auto s 4 3. Gasverbruik voor verwarming 6 3.1. Gasverbruik algemeen 6 3.2. Gasverbruik Helma Reinigingsdienst BV 8 4. Elektriciteitsverbruik 9 Bijlage 1: CO 2 footprint 2012 en 2013 1

Inleiding Voor een inzicht in de CO 2 -prestaties van het jaar 2013, hebben we wederom de milieubarometer (Stimular) gebruikt. De gas-, water-, elektra en brandstof van alle vervoersmiddelen zijn ingevuld. De rapportageperiode loopt van januari tot en met december 2013. Als we de directe en indirecte emissie van 2013 vergelijken met het totaal van 2012, is er in verdeling nagenoeg geen verschil. In aantal ton CO 2 is wel een verandering in absolute getallen te zien: 2012 2013 verschil scope 1 8.779 8.428-351 ton CO 2 scope 2 267 274 7 ton CO 2 totaal 9.046 8.702-344 ton CO 2 Figuur 1 : scope 1 en 2 emissies vergelijking jaren in CO² In percentage is de reductie niet zichtbaar in onderstaand taartdiagram: Figuur 2 : scope 1 en 2 emissies 2012 figuur 3 : scope 1 en 2 emissies 2013 Wij hebben besloten om voor deze jaarrapportage in te zoomen op de grote afwijkingen / trends in het gas- en elektraverbruik enerzijds en anderzijds het brandstofverbruik van onze voertuigen. Deze zijn verantwoordelijk voor 99,6% van de scope 1 en 2 emissies. Tevens hebben wij gekozen om in dit rapport een logische volgorde van onze emissies te kiezen en niet de volgorde volgens de scope 1 en 2 emissies. Voor de toegepaste methodiek, betrouwbaarheid van gegevens, uitsluiten van onderdelen/parameters is geen verandering met die van het basisjaar 2012. Deze zijn te raadplegen in het Plan van Aanpak. 2

1. Brandstofverbruik vrachtwagens en bestelwagens Bij de controle van de gegevens van 2013 is gebleken dat er in de gegevens van het basisjaar 2012 een fout is gemaakt in het aantal RU+PU. Dit bleek na controle 10.000 uur te hoog te zijn geweest (foutieve dubbeltelling) in 2012. In het schema van reductiedoelstelling 1A hieronder is de correctie voor 2012 doorgevoerd. Het totaal aantal liters diesel en aantal RU+PU is in overeenkomstige mate afgenomen. Door de correctie van de RU+PU uren in 2012, lijkt nu een reductie van 1,2% gerealiseerd te zijn, maar dit verschil is 1 op 1 te herleiden uit de correctie. Desondanks zijn we tevreden met het resultaat, geen toename, maar wel meer inzicht. In het eerste jaar (2013) dat wij bewust met CO 2 -reductie aan de slag gaan, hadden wij gepland om het bewustzijn van medewerkers te verhogen van hun invloed en aandeel. Daarnaast hadden wij deze periode nodig om de betrouwbaarheid van de gegevens te controleren en verbeteren. Het van groot belang dat gegevens, verbruiksgegevens en dergelijke nauwkeurig, eenduidig en consequent genoteerd en doorgegeven worden. Tevens zijn wij op zoek geweest naar betrouwbare bronnen via leveranciers om onze gegevens te kunnen controleren. In onderstaand schema is de vergelijking van 2013 met basisjaar 2012 met betrekking van de doelstelling om het brandstofverbruik van vrachtwagens en bestelwagens binnen 5 jaar met in totaal 5% te reduceren. 1 A. Verlaging van het brandstofverbruik van de vrachtwagens en bestelwagens met 5% per productie- en reisuur jaar CO 2 scope 1 Milieugegeven Eenheid CO 2-equivalent 2012 Vrachtwagen (in liters) diesel 2.529.270 liter 7.929 ton CO 2 Bestelwagen (in liters) diesel 123.370 liter 387 ton CO 2 totaal 2.652.640 liter 8.316 ton CO 2 Aantal RU+PU 334.086,50 Aantal kg CO 2/ productie- en reisuur 24,89 2013 Vrachtwagen (in liters) diesel 2.419.090 liter 7.584 ton CO 2 Bestelwagen (in liters) diesel 106.275 liter 333 ton CO 2 totaal 2.525.365 liter 7.917 ton CO 2 Aantal RU+PU 321.529,95 Aantal kg CO 2/ productie- en reisuur 24,62 reductiepercentage 2013 Doelstelling t.o.v. referentiejaar 2012-0,50% - 1,20% 2014 Doelstelling t.o.v. referentiejaar 2012-1,50% 2015 Doelstelling t.o.v. referentiejaar 2012-4,00% 2016 Doelstelling t.o.v. referentiejaar 2012-4,50% 2017 Doelstelling t.o.v. referentiejaar 2012-5,00% CO 2 / productie- en reisuur Figuur 4 : vergelijking brandstofverbruik vrachtwagens en bestelwagens 2012 en 2013 3

2. Brandstofverbruik lease-auto s Zoals reeds tijdens de samenstelling van de halfjaarrapportage was geconcludeerd, is bij de analyse van de gegevens van het gehele jaar 2013 nogmaals bevestigd: registratie van kilometers werd in 2012 niet consequent door alle medewerkers gedaan. Doordat intern duidelijk is gemaakt aan de leaserijders dat deze gegevens van groot belang zijn voor het reductieplan, zien we in 2013 een toename van het aantal kilometers dat geregistreerd werd. Helaas is de vergelijking van 2012 en 2013 nu nog weinig zeggend, omdat we de gegevens van 2012 niet kunnen vertrouwen. Ondanks deze vervuiling van de cijfers is hieronder een vergelijking van de 2013 met 2012 opgesteld. We hebben de gegevens van 2012 en 2013 gecorrigeerd. Zoals we in eerste instantie (bij het opstellen van het basisjaar 2012) de totaaloverzichten overgenomen hebben, zijn we nu gaan kijken hoeveel maanden van het betreffende jaar met de leaseauto gereden is. Wanneer de geregistreerde aantal kilometers redelijk overeenkomen met het aantal kilometers van het leasecontract, is deze gevolgd. Bij een grote afwijking en wanneer de kilometerregistratie helemaal niet ingevoerd is, is gekeken naar het aantal kilometers op het leasecontract gedeeld door 12 (12 maanden in 1 jaar) maal het aantal maanden (tot op 0,5 maand nauwkeurig). Hierdoor is de betrouwbaarheid van de gegevens verbeterd. Met andere woorden: we vergelijken nu wel appels met appels en niet meer appels met peren. Na de analyse van de resultaten stellen we vast dat er in 2013: een toename is van 4 leaseauto s; bijna 12.000 liter meer brandstof is verbruikt; het gemiddelde brandstofverbruik per 100km nagenoeg gelijk is gebleven; het aantal ton CO 2 - per leaseauto ook nagenoeg gelijk is gebleven, lichtelijk is gestegen. De conclusie die we daaruit kunnen trekken zijn: bij bedrijfsgroei het nog belangrijker wordt om te kijken naar het soort leaseauto dat gekozen wordt, indien we als organisatie hierbij minder CO 2 -uitstoot willen behalen. Dat wil zeggen, dat we met de leasemaatschappij moeten kijken naar de inzet van hybride/elektrische leaseauto s. dat we moeten zoeken naar maatregelen waarbij minder kilometers gereden gaan worden. Technische ontwikkelingen om via internet te kunnen vergaderen, carpoolen etc. dat het bewustmaken van de bestuurders van hun aandeel in het terugdringen van CO 2 - uitstoot van groot belang is. Een gemiddeld brandstofverbruik per 100 km van rond de 6,5 liter is niet laag, dat zou beter moeten kunnen, zelfs met het huidige wagenpark. Zie onderstaande figuur 5. brandstofsoort aantal liter aantal kilometer gem verbruik per 100km gem verbruik per 100 km volgens bron:www.gemiddeldgezien.nl benzine 17.379 224.538 7,74 7,14 diesel 74.663 1.162.473 6,42 5,00 Figuur 5: vergelijking gemiddeld verbruik lease-auto s Maatregelen: bewustwording bij bestuurder creëren van hun aandeel in de CO 2 -reductie door middel van monitoring van verbruik en de rapportage van het verbruik aan de bestuurder; directie bij de keuze van een leaseauto als voorbeeld laten fungeren voor overige medewerkers die een leaseauto rijden; onderzoeken opties voor de aanpassing van leaseregelingen om de keuze voor zuinige auto s te stimuleren. We verwachten dat de analyse van de verbruiksgegevens de komende jaren steeds waardevoller gaat worden, naarmate de vervuiling kleiner wordt. Naast het feit dat leaserijders duidelijk is gemaakt dat het van belang is dat zij de kilometer registratie nauwkeurig moeten invullen, is de discussie intern op gang gekomen hoe er in de 4

toekomst minder CO 2 -uitstoot gerealiseerd kan worden. We verwachten dat de bewustwording van het individuele aandeel in de reductie, binnen enkele jaren zijn vruchten zal afwerpen. 1 B. verlaging van het gemiddelde brandstofverbruik per km met 5% per lease auto jaar CO 2 scope 1 Milieugegeven Eenheid CO 2-equivalent 2012 personenwagen (in liters) benzine 19.983 liter 55,6 ton CO 2 personenwagen (in liters) diesel 62.599 liter 196 ton CO 2 totaal 82.582 liter 252 ton CO 2 totaal aantal lease auto's 34,62 lease-auto's totaal aantal gereden km 1.261.244 km gem brandstofverbruik per 100km 6,55 liter ton CO 2 / per lease auto 7,28 2013 Personenwagen (in liters) benzine 17.379 liter 48,3 ton CO 2 Personenwagen (in liters) diesel 74.663 liter 234 ton CO 2 totaal 92.042 liter 282 ton CO 2 totaal aantal lease auto's totaal aantal gereden km gem brandstofverbruik per100 km 38,46 lease-auto's 1.387.011 km ton CO 2/ per lease auto 7,33 6,64 liter reductiepercentage reductie in gem brandstofverbruik per 100 km tov 2012 reductie in ton CO 2/per lease auto tov 2012 2013 Doelstelling t.o.v. referentiejaar 2012-0,50% + 1,37% + 0,83% 2014 Doelstelling t.o.v. referentiejaar 2012-1,50% 2015 Doelstelling t.o.v. referentiejaar 2012-4,00% 2016 Doelstelling t.o.v. referentiejaar 2012-4,50% 2017 Doelstelling t.o.v. referentiejaar 2012-5,00% Figuur 6 : vergelijking brandstofverbruik per kilometer per lease auto 2012 en 2013 5

3. Gasverbruik voor verwarming CO 2 scope 1 Milieugegeven 2012 2013 CO 2- equivalent Milieugegeven CO 2- equivalent verschil aardgas voor verwarming 115.543 m3 211 ton CO 2 125.422 m3 229 ton CO 2 9.879 aantal locaties 10 10 0 aantal ton CO 2 / per locatie 21,10 22,90 1,80 Figuur 7 : vergelijking totaal gasverbruik 2012 en 2013 De volgende zaken vallen op in de vergelijking van de gasverbruikscijfers tussen 2012 en 2013: 3.1. Gasverbruik algemeen Over het algemeen is er op alle locaties meer gasverbruik geweest in wintermaanden 2013 dan in 2012, dat hadden we reeds geconstateerd bij de analyse van het eerste half jaar van 2013. We hebben destijds ingezoomd op het aardgasverbruik van Waalwijk, Poeldijk en Wolvega (de drie grootste locaties) in het eerste half jaar van 2013. Dat bleek in het eerste half jaar van 2013 relatief hoger dan in het eerste half jaar van 2012. Voor de analyse voor deze jaarrapportage zijn we wederom uitgegaan van de vergelijking van dezelfde drie locaties. verbruik aardgas / emissie Waalwijk Poeldijk Wolvega 2012 (jan-dec) 2013 (jan-jun) 2013 (jan-dec) 21336 m³ 19633 m³ 26642 m³ 38,9 ton CO 2 35,8 ton CO 2 48,6 ton CO 2 17789 m³ 14796 m³ 19317 m³ 32,5 CO 2 27,2 ton CO 2 35,3 ton CO 2 16543 m³ 11648 m³ 16957 m³ 30,2 ton CO 2 21,3 ton CO 2 30,9 ton CO 2 percentage 2013 van 2012 (compleet) 125% 109% 102% Figuur 8 : vergelijking aardgasverbruik 2012 en 2013 Invloed van een koude winter Weersinvloeden geven een vertekenend beeld van de cijfers. Door te rekenen met gewogen graaddagen bij de vergelijking van het aardgasverbruik kunnen we de invloed van de wisselende buitentemperatuur minimaliseren. Het KNMI heeft in Nederland 34 weerstations die de etmaalgemiddelde buitentemperatuur meten. Voor Waalwijk hebben we gekozen voor het meetstation in Herwijnen, voor Poeldijk het meetstation in Hoek van Holland en voor Wolvega het meetstation in Marknesse. De berekening is gedaan met behulp van de Graaddagen calculator op de website van MinderGas. Door deze cijfers te combineren met onze meterstanden kunnen we redelijk nauwkeurig het gasverbruik verklaren. 6

verbruik (m³) januari t/m december 2012 januari t/m december 2013 gewogen graaddagen m³ / per gewogen graaddag verbruik (m³) gewogen graaddagen m³ / per gewogen graaddag % stijging /daling Waalwijk 21336 2988 7,14 26642 3161 8,43 18,0 % Poeldijk 17789 2771 6,42 19317 2960 6,53 1,7 % Wolvega 16543 3043 5,44 16957 3198 5,30-2,5 % Figuur 9 : vergelijking aardgas m3 / graaddagen Alle graaddagen van één jaar bij elkaar opgeteld geven een goede indicatie over of het een zwaar of een licht stookseizoen is geweest. In Nederland hebben we ongeveer 2800 'gewogen graaddagen' per jaar. Bij alle drie de locaties zien we dat het gemiddelde aantal graaddagen van 2800 per jaar ruim overstegen wordt. Conclusies die we hieruit kunnen trekken zijn: Dat in 2013 (voor deze drie locaties) in totaal 517 graaddagen meer zijn gemeten dan in 2012. Dit verklaart een deel van het verbruik; Tevens bevestigt wat we ook in de registraties zien dat meer dan 2/3 deel van de graaddagen cq, gasverbruik plaatsvindt in de eerste 6 maanden van het jaar. (Ongeveer 2800 gewogen graaddagen per jaar, tussenstand op 30 juni 2013 van alle drie de locaties rond de 2000 graaddagen.); Ondanks de weersinvloeden heeft Wolvega in het tweede halfjaar van 2013 een besparing kunnen realiseren. In deze periode is een nieuw verwarmingssysteem geplaatst en is men bewuster omgegaan met het instellen van de verwarming. Overige invloeden die weersinvloeden versterken De locatie in Waalwijk is in vele opzichten anders dan de overige locaties, in Waalwijk is er namelijk een constructiewerkplaats, een grote onderhoudswerkplaats en een stalling. De stalling wordt anders verwarmd dan een constructiewerkplaats. De extra grote stijging in het gasverbruik zal naast het feit dat het een koudere winter was dan in 2012, tevens meer effecten hebben door onderstaande situaties: Het regelmatig openen en sluiten van gewone en roldeuren in het centrale magazijn t.b.v. magazijnleveringen, waardoor veel warmte ontsnapt, Doordat de ruimtes in Waalwijk relatief groter zijn dan op de andere locaties, is kost het opnieuw verwarmen van de ruimte naar een bepaalde werktemperatuur extra veel van de verwarmingsinstallaties; Door de werkzaamheden die plaatsvinden in de constructiewerkplaats, is extra ventilatie nodig. Te denken aan lasrook en dergelijke. Voor ventilatie worden regelmatig de roldeuren (gedeeltelijk-) open gezet. Ook hierna geldt dat de verwarmingsinstallatie dan extra moet verwarmen. Maatregelen: De stalling wordt tevens verwarmd, maar we weten nog niet op welke tijdstippen, dit dienen we te onderzoeken om te kunnen bepalen of we daar verbetering/besparing kunnen realiseren; De mogelijkheden tot ventilatie en verwarming van de constructiewerkplaats en de werkplaats worden onderzocht. In de zomer van 2013 is een begin gemaakt met het verbeteren van de ventilatie t.b.v. het verminderen van lasrook; Verder onderzoek is nodig om meer te kunnen zeggen over de verschillen in het gasverbruik. 7

3.2. Gasverbruik Helma Reinigingsdienst BV Helma Reinigingsdienst BV heeft binnen de eerste 6 maanden van 2013 bijna net zoveel aardgas verbruikt als in 2012 het gehele jaar. Uiteindelijk komt het tot een stijging van totaal 16% van aardgas in 2013, uitgaande van de gegevens van aardgasverbruik in 2012. Helma gasverbruik totaal % van referentiejaar 2012 2012 22.845 m³ 100% 2013 januari t/m juni 21.865 m³ 96% 2013 totaal 26.485 m³ 116% Figuur 10 : vergelijking gasverbruik Helma Zoals al in de halfjaarrapportage vermeld werd, zijn de locaties die onder Helma vallen, dermate gewijzigd, dat gegevens van verschillende jaren niet met elkaar vergeleken kunnen worden. De huur van locatie aan de Nobelstraat 1 is per 1 september 2012 opgezegd en daarvoor in de plaats is de locatie aan de Einsteinstraat 6 toegevoegd. Tevens is het kantoor verbouwd op de locatie aan de Einsteinstraat 8. Het aantal werkplaatsen op kantoor is toegenomen zodat de medewerkers die voorheen op de locatie aan de Nobelstraat werkte nu tevens in het uitgebreide kantoor aan de Einsteinstraat 8 zijn ondergebracht. Oppervlakte van de kantoren en stalling zijn gewijzigd. Daarnaast waren registraties van de meterstanden van gas-, water- en elektra van diverse maanden in 2012 en 2013 onbekend. De beperkte aanwezige registraties van meterstanden sluiten onnauwkeurig aan op meterstanden die door de verschillende gasleveranciers op jaarafrekeningen en facturen aangegeven zijn. Nadat deze conclusies gemaakt waren heeft de afdeling KMA in september van 2013 controles van de registraties van meterstanden uitgevoerd. Daaruit bleek dat op dat moment en de maanden daarvoor in 2013 op de juiste wijze geregistreerd waren. We kunnen vanaf 2013 met zekerheid uitgaan van de eigen registraties van de meterstanden. Helaas is de vergelijking met het basisjaar minder betrouwbaar. We kunnen pas een gedegen analyse maken van de gegevens van 2013 met 2014, desondanks wordt, vanzelfsprekend, ook Helma zoals alle andere locaties betrokken bij het reduceren van gasverbruik. 8

4. Elektriciteitsverbruik De afname in het eerste halfjaar en de toename van het totale elektriciteitsverbruik over het gehele jaar in 2013, is niet toe te wijzen aan een specifiek uitgevoerde actie. Wij zullen op vestigingsniveau moeten gaan analyseren of er een toe- of afname is. Daarom is de doelstelling opgenomen om in 2014 op vestigingsniveau inventarisaties te doen naar de elektriciteitsverbruikers en op basis daarvan concrete acties in te zetten. verbruik elektriciteit aantal kwh waarvan nachtverbruik CO 2 ton 2012 563.331 173.810 256 2013 572.836 182.607 261 verschil stijging : 9.505 stijging : 8.797 stijging : 5 Figuur 11 : vergelijking elektriciteitsverbruik Desondanks hebben we in 2013 een aantal maatregelen genomen waarmee we het elektriciteitsverbruik willen verminderen: Sluimerverbruik tegengaan door medewerkers uit te leggen wat hun aandeel is. Zodat zij computers, beeldschermen en andere apparatuur uitzetten, wanneer deze niet gebruikt worden. Hetzelfde geldt voor het uitzetten van verlichting als er geen gebruik gemaakt wordt van een bepaalde ruimte; We zijn aan het onderzoeken waar bewegingsensoren ingezet kunnen worden en bij nieuwbouw zullen we zoveel mogelijk voor LED-verlichting kiezen. Momenteel wordt een nieuw lichtplan onder deze doelstellingen ontwikkeld voor de constructiewerkplaats in Waalwijk; Bij klimaatsystemen de mechanische ventilatie, indien aanwezig, aan te sluiten op een tijdschakelaar. Betrouwbaarheid gas-, water- en elektriciteitsverbruik Poeldijk Tijdens de analyse van de verbruik gegevens van de locatie Poeldijk is gebleken dat een deel van het totaalverbruik dat in 2012 en 2013 is meegenomen in de praktijk voor het zusterbedrijf ZRN zijn. De verdeling van het totale verbruikscijfer is 80% voor onze organisatie en de overige 20% voor rekening van ZRN (zand Recycling Nederland). We spreken hier daarom van een onzekerheid in de cijfers. Echter is het verschil zo klein en heeft het geen effect op de CO 2 -footprint, zodat we hebben besloten hierop geen correctie uitvoeren. 9

Bijlage 1: CO 2 footprint 2012 en 2013 CO 2 scope 1 2012 2013 Milieugegeven Eenheid CO 2 -equivalent Milieugegeven Eenheid CO 2 -equivalent verschil doelstelling -5% in 2017 vrachtwagen (in liters) diesel Goederenvervoer 2.529.270 liter 7.929 ton CO 2 2.419.090 liter 7.584 ton CO 2-345,0 bestelwagen (in liters) diesel Goederenvervoer 123.370 liter 387 ton CO 2 106.275 liter 333 ton CO 2-54,0 totaal aantal liters diesel 2.652.640 liter 8.316 ton CO 2 2.525.365 liter 7.917 ton CO 2-399,0 aantal totaal 252 227 aantal uren 334.087 uren 321.530 uren aantal kg CO 2 / per uur 24,89 24,62-1,20% Personenwagen (in liters) benzine Zakelijk verkeer 19.983 liter 55,6 ton CO 2 17.379 liter 48,3 ton CO 2-7,3 Personenwagen (in liters) diesel Zakelijk verkeer 62.599 liter 196 ton CO 2 74.663 liter 234 ton CO 2 +38,0 totaal aantal liters brandstof 82.582 liter 252 ton CO 2 92.042 liter 282,3 ton CO 2 +30,3 aantal personenwagens 34,62 38,46 aantal gereden km 1.261.244 1.387.011 gem brandstofverbruik per 100 km 6,55 6,64 +1,37 ton CO 2 per lease auto 7,28 7,33 Aardgas voor verwarming Brandstoffen 115.543 m3 211 ton CO 2 125.422 m3 229 ton CO 2-18,0 CO 2 scope 2 aantal locaties 10 10 aantal ton CO 2 / per locatie 21,10 22,90 +8,53% ton CO 2 Subtotaal 8.779 ton CO 2 Subtotaal 8.428,3 ton CO 2-350,7 Personenwagen in km Zakelijk verkeer 53.228 km 11,2 ton CO 2 65.196 km 14 ton CO 2 +2,8 Ingekochte elektriciteit Elektriciteit 563.331 kwh 256 ton CO 2 572.836 kwh 261 ton CO 2 +5,0 aantal vestigingen 10 10 Totaal (afgerond op hele getalen) Subtotaal 267,2 ton CO 2 Subtotaal 275 ton CO 2 +7,8 Totaal 9.046 ton CO 2 Totaal 8.703 ton CO 2-343 Compensatie 0 ton CO 2 Compensatie 0 ton CO 2 Netto CO 2 -uitstoot 9.046 ton CO 2 Netto CO 2 -uitstoot 8.703 ton CO 2-3,80% -343