Samen leven - Samen leren - Samen werken SCHOOLGIDS 2016 2017

Samen leven - Samen leren - Samen werken SCHOOLGIDS 2016 2017 Schoolgids 2016-2017 Pagina 1

INHOUD 1. Een woord vooraf pagina: 3 2. De school algemeen pagina: 4 3. Waar de school voor staat pagina: 5 4. De organisatie van het onderwijs pagina: 6 5. Zorg voor kinderen en speciale zorg pagina: 8 6. Naar het Voortgezet Onderwijs pagina: 15 7. Functies en taken binnen de school pagina: 16 8. Ouder(s)/verzorger(s) pagina: 17 9. Ontwikkelingen en verworvenheden pagina: 19 10. Stichting PRODAS pagina: 22 11. Praktisch pagina: 24 12. Tot slot pagina: 28 Hoorns Model Mariaschool Vakantierooster en studiedagen Samenstelling van het team Overige externe adressen Schoolgids 2016-2017 Pagina 2

1. EEN WOORD VOORAF Deze schoolgids geeft in het kort informatie over hoe wij op onze school werken. Wij hopen dat u mede door het lezen van deze schoolgids een goed beeld krijgt van onze school. Heeft u vragen over de inhoud van deze schoolgids of behoefte aan een nadere toelichting, neemt u dan contact op met de directeur. Om de sfeer te proeven en een totaalbeeld te krijgen van de school, kunt altijd vrijblijvend een afspraak maken door contact op te nemen met school. Gedurende het schooljaar wordt u maandelijks van het nieuws op de hoogte gehouden door de nieuwsbrief. Ook treft u veel informatie aan op onze website www.mariaschoolsomeren.nl en onze Facebookpagina. Wij hopen u met deze schoolgids van dienst te zijn en wensen u een prettig schooljaar toe samen met uw kind(eren). Met vriendelijke groeten, mede namens het team, Eke Loven Directeur Schoolgids 2016-2017 Pagina 3

2. DE SCHOOL ALGEMEEN Het schoolgebouw De Mariaschool ligt in het centrum van het dorp. Een centrale ligging, vlak bij voorzieningen als kinderdagverblijf, peuterspeelzaal, bibliotheek, heemkundevereniging, verzorgingstehuis, gezondheidscentra, kerk en cultureel centrum De Ruchte. Het schoolplein grenst direct aan een park. Het gebied waarin de school ligt heeft veel mogelijkheden om ons onderwijs vorm te geven. Een goed voorbeeld hiervan is ook de kunstspeeltuin De Hasselbraam - eigenlijk een buitenlokaal - aan de Laan ten Roode, een initiatief van de cultuurcommissie en de leerlingen. De tuin is sinds augustus 2006 in gebruik en in 2013 gedeeltelijk vernieuwd. Het is een ontmoetingsplaats, ook buiten de schooltijden om, met onder andere een podium, slangenbanken, spinnenwebbedden, hangbollen en wilgentenen hutten. Een tuin, die stimuleert, uitdaagt en ook omwonenden prikkelt om mee te doen. Verder maken wij op sommige momenten nog gebruik van externe locaties. Voor bewegingsonderwijs maken we vanaf groep 3 gebruik van Sporthal de Postel en bij vieringen van cultureel centrum De Ruchte. De Mariaschool telt dit schooljaar 13 groepen en bijna 300 leerlingen. Het onderwijsteam bestaat uit 21 personen, huishoudelijk en administratief ondersteund door 4 personen. Schoolgids 2016-2017 Pagina 4

3. WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT De Mariaschool is een school waar je ontmoet en waar gewerkt wordt met hoofd, hart en handen. Een dynamische school met structuur (rust, ruimte, regelmaat) en een pedagogisch klimaat waar ieder kind zich welkom, gezien, gewaardeerd, gerespecteerd, veilig en geborgen voelt. Een school waar bewust ruim aandacht wordt besteed aan sociale vaardigheden, homogene en heterogene samenwerking, normen en waarden. Leren van en met elkaar. Respect voor ieders eigenheid. Elk kind heeft het recht om in de eigen omgeving, samen met leeftijdgenootjes, optimaal te groeien, te leren en zich te ontwikkelen. Het team van de Mariaschool staat open voor diversiteit en gaat vanzelfsprekend uit van verschillen geen kind is hetzelfde elk kind heeft specifieke talenten elk kind heeft een eigen dynamiek. De principes van Human Dynamics zijn zowel in het werken met kinderen als in de samenwerking met collegae en ouder(s)/verzorger(s), fundamenteel verankerd. Ouder(s)/verzorger(s) zijn erg betrokken in dit proces: Zij praten en denken mee. Passend onderwijs in de meest brede zin van het woord is een voortdurend punt van aandacht. Het individueel volgen van de voortgang en ontwikkeling van kinderen in goed en betrokken overleg met de ouder(s)/verzorger(s) is voor onze school essentieel. Daar waar nodig bekijken we samen op welke manier extra zorg geboden kan worden. Als school willen we ook graag een KIVA school zijn, dat wil zeggen dat we pesten zoveel mogelijk voorkomen en er samen een fijne school van maken. Samen vieren we levensbeschouwelijke momenten, tijden van het jaar en omstandigheden van het moment. Schoolgids 2016-2017 Pagina 5

4. DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS Schoolorganisatie Op de Mariaschool zitten leerlingen van ongeveer gelijke leeftijd in homogene groepen. Zij doorlopen in principe een zelfde jaarprogramma. In groep 1-2 werken we met heterogene en homogene groepen, afhankelijk van het aantal leerlingen. De leraar gaat uit van een positieve benadering en stimuleert welbevinden en betrokkenheid. Hij kijkt naar verschillen en differentieert - daar waar mogelijk- naar aanleg, tempo, dynamiek, niveau, interesse en ontwikkeling. Groepering en groepsgrootte Hoeveel groepen de school heeft, hangt af van het aantal kinderen dat de school bezoekt. Kinderen die gedurende het schooljaar de leeftijd van 4 jaar bereiken stromen in tot 1 juni. De maximale groepsgrootte is niet gekoppeld aan een getal. Afhankelijk van het aantal leerlingen in een bepaalde leeftijdscategorie is het soms ook noodzakelijk groepen te combineren. Wij gaan zeer zorgvuldig en onderwijskundig verantwoord te werk bij het formeren van (combinatie-)groepen. Vanzelfsprekend worden ouder(s)/verzorger(s) altijd tijdig hierover geïnformeerd. Basisvaardigheden In de groepen 1 en 2 besteedt de leerkracht aandacht aan sociaal-emotionele ontwikkelingen en voorbereidende oefeningen op het gebied van lezen, schrijven, taal en rekenen. Daarbij maakt de leerkracht gebruik van: spel, Wizwijs, schrijfmethode, KiVa, de computer, het digitale schoolbord, allerlei ontwikkelingsmaterialen, diverse activiteiten en de Piramidemethode rond een thema waarin alle belangrijke ontwikkelingsgebieden van kinderen worden gestimuleerd. Met het methodische lees-, schrijf- en rekenonderwijs starten we in principe in groep 3. Kernactiviteiten in de onderbouw Taalactiviteiten Doelstelling: taalontwikkeling stimuleren en verder ontwikkelen U kunt daarbij denken aan activiteiten als het verwoorden van gedachten, luisteren naar verhalen en vertellingen, navertellen, gesprekactiviteiten, dramatiseren, fantasiespelen, auditieve oefeningen, spelen met klanken, woorden en zinnen, muzikale activiteiten, etc. Werken met ontwikkelingsmateriaal Doelstelling: de gehele ontwikkeling van een kind stimuleren en ontwikkelen In groep 1 en 2 maken we bij alle activiteiten gebruik van ontwikkelingsmateriaal. De leraar biedt een rijke speel- leeromgeving aan. Ter bevordering van het zelfstandig werken, werken de kinderen met het takenbord. Mogelijkheden van het takenbord: - Gerichte opdrachten. De leraar heeft hier een sturende rol in. De leerlingen werken/spelen individueel of in kleine groepjes aan spel/taken rondom het thema. - Werken met ontwikkelingsmateriaal gecombineerd met arbeid/spelen naar keuze. - Ervaringsgericht werken via spel en eigen inbreng. Bewegingsactiviteiten Doelstelling: de lichamelijke mogelijkheden en de relatie kind met de wereld om hem heen ontwikkelen en uitbreiden d.m.v. bewegen. We maken daarbij gebruik van de speelplaats, de speelzaal, het klim- en klautermateriaal, het spelmateriaal en diverse spelen. Expressieactiviteiten Doelstelling: het laten verkennen en leren beheersen van diverse manieren om eigen gevoelens en gedachten te uiten. - Spontaan uiten van eigen gedachten en gevoelens d.m.v. woord, gebaar, muziek. - Het vrij uiten van gedachten en gevoelens door het creëren van iets. Activiteiten in onder- midden- en bovenbouw Taal, Lezen en Rekenen. In groep 3 hanteren wij de methoden Veilig Leren Lezen, Wizwijs en Piramide, vanaf groep 4 Taalactief 4 en Estafette en vanaf groep 6 Blits. Wizwijs wordt gebruikt als leidraad voor een ononderbroken interactieve leerlijn voor alle leerlingen. Vanaf groep 6 krijgen de kinderen ook Engelse les m.b.v. de methode Groove me. Wereld oriënterende vakken Per vakgebied is sprake van een duidelijke chronologische opbouw die is afgestemd op het niveau en bevattingsvermogen van de leerlingen. In groep 3 en 4 maken we daarbij onder andere gebruik van Piramide, het aanbod en de materialen van de Nederlandse Onderwijs Televisie. De groepen 3 tot en met 8 gebruiken de methode Naut, Brandaan en Meander. Naar aanleiding van sommige onderwerpen maken de leerlingen ook projecten die zij presenteren aan de andere leerlingen. De lessen worden aangevuld en verlevendigd met uitzendingen van de onderwijstelevisie, excursies etc. Bij techniek werken alle leerlingen vanaf groep 1 in een aangepaste vorm aan of met techniek. Schoolgids 2016-2017 Pagina 6

Expressie activiteiten De eigen leraar verzorgt de expressievakken muziek, tekenen en handvaardigheid. De opbouw en gehanteerde technieken zijn afgestemd op het ontwikkelingsniveau van de leerlingen. Voor expressie activiteiten gebruiken we de methode: Moet je doen, een bronnenboek voor tekenen, handvaardigheid, drama, dans en muziek. Op het gebied van dramatische expressie krijgen de leerlingen, naast het gebeuren in de eigen groep, een aantal keren per schooljaar de kans om zich te presenteren tijdens de diverse weeksluitingen: Boekenweek, Sint-Nicolaas, Kerstmis, Carnaval, etc. De leerlingen van de groepen 1 en 2 treden minstens eenmaal per jaar op voor ouder(s)/verzorger(s) en grootouder(s). De leerlingen van groep 8 verzorgen een gevarieerd optreden voor ouder(s)/verzorger(s) en leraren tijdens de afscheidsavond. Tijdens de kerstviering met de hele school in de Lambertuskerk zijn ook de ouder(s)/verzorger(s) welkom. Lichamelijke opvoeding In de lessen lichamelijke opvoeding ligt het accent op veel en veelzijdig bewegen. De leerlingen krijgen in de groepen 1 en 2 enkele keren per week bewegingslessen. De leerlingen van groep 3 krijgen een maal per week een les lichamelijke oefening. De groepen 4 t/m 8 krijgen tweemaal per week een les lichamelijke opvoeding. De ene les is gericht op bewegingsonderwijs, de andere les staat in het teken van spel. De groepen 3 t/m 8 maken gebruik van sporthal De Postel, de groepen 1-2 van de speelzaal. Dit schooljaar starten een aantal groepen met een pilot van Natuurlijk Bewegen. We houden u via de Nieuwsbrief of de mail op de hoogte. Groepsgebonden en groepsoverstijgende activiteiten Gedurende het schooljaar zijn er naast het dagelijkse lesrooster diverse activiteiten. Een aantal activiteiten zijn groepsgebonden. Excursies, IVN-wandelingen, schoolkamp groep 8, bibliotheekbezoek, CUVOSO-activiteiten etc. Andere activiteiten zijn in meer of mindere mate voor alle groepen: Spelenkermis, Kinderboekenweek, Boekenbal, Mariadag, Sinterklaas, Kerstvieringen, juffendag, carnavalsviering, de Sprokkeldagen voor alle leerlingen en de jaarsluiting. Genoemde activiteiten worden grotendeels bekostigd met gelden uit de jaarlijkse ouderbijdrage. Dit met uitzondering van het kamp groep 8. De stichting CUVOSO [Culturele Vorming Someren] regelt in samenwerking met BISK [Brabants Instituut voor School en Kunst] jaarlijks een gevarieerd aanbod in de vorm van projecten en voorstellingen op het gebied van zang, dans, film, toneel etc. De bibliotheek stelt ons in de gelegenheid gebruik te maken van een project leesbevordering voor de groepen 1-8: De Rode Draad. Een gevarieerd aanbod van projecten, activiteiten en bibliotheekbezoeken afgestemd op het niveau van de leerlingen. Kampen Prehistorisch dorp Eindhoven groep 6 Elk schooljaar gaan de leerlingen van groep 6 voor een 2-daags verblijf naar het Prehistorisch dorp in Eindhoven. Na voorlichting en inventarisatie starten de voorbereidingen om aan het eind van het schooljaar [periode mei- juni] naar het Prehistorisch dorp te gaan. Schoolverlaterskamp groep 8 Groep 8 gaat in de laatste periode drie dagen op schoolverlaterskamp. Sprokkeldagen De sprokkeldagen zijn 2 dagen waarin de kinderen op kamp gaan met hun klas en hun meester of juf(fen). De groepen 1 t/m 4 gaan na de meivakantie op sprokkeldagen. Zij hebben dan een leuke afsluiting van het jaar. Omdat (vooral) de kleuters nog zo jong zijn in, kiezen we ervoor om later in het schooljaar te gaan. De groepen 5 t/m 8 gaan aan het begin van een nieuw schooljaar. Dit is half-eind september. Een mooie gelegenheid om elkaar buiten school om beter te leren kennen. Fijn voor de kinderen, maar ook voor de meester of juf. Je maakt elkaar dan op een andere manier mee dan wanneer je in de klas zit met elkaar. Voor de groepen 6 en 8 worden op deze manier de kampen beter over het jaar verspreid. Schoolgids 2016-2017 Pagina 7

5. ZORG VOOR KINDEREN EN SPECIALE ZORG Plaatsing van een kind op school De Mariaschool staat open voor alle leerlingen tussen de 4 en 12/13 jaar. Tijdens het aanmeldingsgesprek bespreken we de voorwaarden met elkaar. Ouder(s)/verzorger(s) die hun kinderen aan ons toevertrouwen, onderschrijven de uitgangspunten en doelstellingen van ons onderwijs. Aanmelden kan altijd, het liefst na afspraak, zodat wij u goed kunnen informeren over de gang van zaken bij ons op school. Aanmelden kan ook tijdens een open dag. De aankondiging vindt u in weekblad t Contact. Bovendien is er altijd de mogelijkheid voor een rondleiding en/of gesprek. Instromen van nieuwe leerlingen gebeurt op de eerste schooldag na hun vierde verjaardag. Van kinderen die in de periode na de meivakantie tot vier weken na de eerste schooldag in het nieuwe schooljaar 4 jaar worden, wordt in overleg met de directie bepaald wanneer ze starten. Nieuwe leerlingen worden altijd door de leraar uitgenodigd voor een kennismaking met school, groep en leraar. Mocht een wisseling van [Prodas] school binnen Someren in het belang van het kind nodig blijken, dan kan dat in principe alleen aan het einde van een schooljaar. Intake Na de inschrijving en voordat een leerling op school komt, is er overleg met de peuterspeelzaal en/of kinderdagverblijf mogelijk. De leraren hanteren daarbij het overdrachtsformulier. De verkregen informatie kan voor de leraar van wezenlijk belang zijn. In verband met verdere begeleiding van het kind vinden we goede communicatie met de ouder(s)/verzorger(s) en tijdige uitwisseling van ervaringen en informatie erg belangrijk. Daarom vindt voor of direct na aanmelding een gesprek met de ouder(s)/verzorger(s) plaats. Nadat het kind op school is gestart, volgt binnen 6 weken een intakegesprek tussen de ouder(s)/verzorger(s) en de leerkracht. Vorderingen van leerlingen Dagelijkse observatie en regelmatig toetsen is een onderdeel van de door onze school gehanteerde methoden. De landelijke Cito-toetsen zijn een wezenlijk onderdeel van ons Leerling-Volg-Systeem. De Cito-toetsen stellen ons mede in de gelegenheid om eventuele problemen tijdig te signaleren. Deze nemen we enkele malen per jaar volgens een vast toets-rooster af. In groep 8 nemen we de Eindtoets af. De uitslag hiervan staat los van het advies met betrekking tot de schoolkeuze voortgezet onderwijs. Wij informeren de betrokken ouder(s)/verzorger(s) hierover tijdig en uitgebreid. Het welbevinden van leerlingen is voor de leerlingen van groep 1 en 2 opgenomen in het programma KIJK en voor de groepen 3 tot en met 8 in het leerlingvolgsysteem Looqin. Verslaggeving over leerlingen In de Groepsmap verzamelt de groepsleraar onder andere gegevens uit observatie, resultaten van methodegebonden toetsen, resultaten van overige opdrachten etc. In de groepsdossiers LVS houden we per vakgebied groepsoverzichten en individuele leerling-grafieken digitaal bij. Deze grafieken kunt u te allen tijde in overleg met de leraar inzien en bespreken. Alle hierboven genoemde gegevens vormen de basis voor het rapport dat de leerlingen van de groepen 1 tot en met 7 drie keer per jaar krijgen: In november, maart en juni/juli. De leerlingen van groep 8 krijgen twee keer per jaar een rapport (november en juni/juli) en daarbij een onderwijskundig rapport (januari). Uit de gegevens van het rapport kunt u de ontwikkeling van uw kind lezen. Ieder kind heeft een eigen rapportmap met daarin de eigen rapportgegevens. Bij elk rapport neemt uw kind de rapportmap mee naar huis, zodat u deze samen kunt bekijken. Na een week neemt uw kind de map weer mee naar school; we bewaren hem daar totdat het volgende rapport verschijnt. Specifieke gegevens, verslagen, handelingsplannen, onderzoeken etc. zijn per leerling opgenomen in een digitale overdracht map van elke afzonderlijke groep. De leerkrachten houden voor elk kind vanaf groep 1 t/m groep 8, een kindjournaal bij voor intern gebruik. Overdracht naar nieuwe leerkracht Bij de overgang naar een volgende jaargroep spreken de betrokken leraren alle leerlingen door. Indien nodig wordt een leerling besproken tijdens een bouwoverleg. Een bouwoverleg is een maandelijks moment waarbij de leerkrachten van de onder-, midden- en bovenbouw met elkaar vergaderen/overleggen. De warme overdracht In de laatste week van het schooljaar draagt de huidige leerkracht de leerlingen over aan de nieuwe leerkracht en licht daarbij alle gebruikelijke documenten toe. Schoolgids 2016-2017 Pagina 8

Bespreking leerlingen met ouder(s)/verzorger(s) De betrokkenheid van ouder(s)/verzorger(s) in dit proces is van essentieel belang. Elk kind heeft een eigen team : ouder(s)/verzorger(s), leerkracht, school en eventuele andere begeleiders. Het kind staat centraal. Goed samenwerken, in het belang van het kind, vraagt om teambuilding. Vanaf schooljaar 2016/2017 starten we met een nieuwe vorm van communiceren met u als ouder(s)/verzorger(s). Aan het begin van het schooljaar nodigen we u uit voor een startgesprek. In de loop van het schooljaar gaan we met u in gesprek tijdens de ouder-(kind)-inloop. Hieronder leest u wat deze gesprekken inhouden. Startgesprek In de eerste periode van het schooljaar nodigt de nieuwe leerkracht de ouders uit voor een startgesprek (ergens tussen 16.00 uur en 17.00 uur). Voor elk gesprek wordt 20 minuten ingepland. Doel van dit gesprek: - Persoonlijke kennismaking tussen ouders en de nieuwe leerkracht (kinderen zijn hierbij niet aanwezig). - Delen van specifieke informatie (open gesprek). Uw kind staat centraal. - Delen van verwachtingen. - Vaststellen van een gezamenlijke ambitie. Wat willen we dit schooljaar bereiken? - In de groepen 7 en 8 ook het bespreken van voorlopig advies c.q. preadvies. - SAMEN een goede start van het schooljaar maken. De ouders van de kinderen in de groepen 1 die na 1 januari zijn ingestroomd, hebben al een intake gesprek gehad. Zij worden niet uitgenodigd indien er geen sprake is van een andere leerkracht. Indien er behoefte is kan er natuurlijk altijd een afspraak gemaakt worden in deze periode. Mocht uw kind wel een nieuwe leerkracht krijgen, dan wordt u natuurlijk uitgenodigd voor een startgesprek. Ouder-(kind)-inloop Vanaf de herfstvakantie tot het einde van het schooljaar worden ouder-(kind)/inloop data gepland. Voor de groepen 1 6 tweemaal per maand. Voor de groepen 7 en 8, vanwege de adviesgesprekken medio schooljaar, eenmaal per maand. De data worden opgenomen in de jaarkalender die ouders bij de start van het schooljaar digitaal ontvangen. Ouder-(kind)-inloop vindt altijd op het einde van de dag plaats (16.00 17.00 uur). Hiermee houden we rekening met ouders die op deze dagen werken. Ouders kunnen zich te allen tijde aanmelden voor een Ouder-(kind)-inloop. Het is altijd goed en in het belang van het kind om wederzijds informatie en ervaringen te delen. Ook als alles goed en naar verwachting verloopt! Natuurlijk kan een specifieke zorg, problematiek, ontvangen rapport ook reden zijn om een afspraak te maken. Het is ook mogelijk dat de leerkracht ouders voor een Ouder-(kind)-inloop uitnodigt. In de groepen 6-8 is het wenselijk dat de kinderen bij het gesprek aanwezig zijn. In schooljaar 2015-2016 hebben de kinderen zelf aangegeven via een afgenomen enquêtes dit fijn en waardevol te vinden. In de lagere groepen is dit natuurlijk ook mogelijk indien de betrokken ouder(s)/verzorger(s) hiervoor, in overleg met de leerkracht, kiezen. Indien een leerkracht incidenteel en noodgedwongen moet afwijken van tijden of data zoals opgenomen in de jaarkalender, wordt het alternatief tijdig in de nieuwsbrief vermeld. Afwijking qua datum en tijd is in voorkomende gevallen, in goed overleg met betrokken ouder(s)/verzorger(s) en leerkracht(en), natuurlijk altijd mogelijk. Binnen het team is de afspraak gemaakt dat na het startgesprek altijd nog minimaal 1 contactmoment in de loop van het schooljaar volgt. Ouders en leerkrachten die reeds ervaring hebben opgedaan met ouderspreekuren zijn eenduidig: - Anders dan tijdens de tien-minuten gesprekken is er ruimte en tijd om elkaar uitgebreid te spreken; het kind staat centraal. - Ouders voelen zich beter gehoord en serieus genomen. Anders dan bij de ouderavonden waarbij de tijd altijd beperkt is en in een korte tijdspanne alle gesprekken plaatsvinden. - Je zit als ouder en leerkracht kort op zaken die gebeuren waardoor je eenvoudiger en vaak effectiever kunt bijsturen. Door de spreiding over het jaar is het makkelijker om gemaakte afspraken direct op school c.q. thuis te effectueren. - Indien gewenst is er gemakkelijker een vervolgafspraak te plannen. - Ouders ervaren in deze opzet geen drempel om tijdig in gesprek te gaan. Evaluatie Via een digitale enquête voor ouders, kinderen en leerkrachten evalueren we deze nieuwe opzet medio 2017 en stellen deze waar nodig bij. Schoolgids 2016-2017 Pagina 9

Procedure bij zorgen Tijdens de groepsconsultatie bespreken de groepsleraar, de interne begeleider (al of niet in het bijzijn van de schoolbegeleider) leerproblemen, lichamelijke problemen, sociaal-emotionele problemen en mogelijke oplossingen. Per leerling wordt een consultatieformulier ingevuld of aangevuld. Een en ander kan resulteren in een plan van aanpak. In de meeste gevallen gaat dat niet verder dan extra hulp en aandacht in de klas door de groepsleraar. De groeps en handelingsplannen van leerlingen worden opgenomen in de map Leerlingenzorg van de betreffende groep. Het is mogelijk dat een kind op de prioriteitenlijst geplaatst wordt. In dat geval volgen we de vorderingen nauwlettend en bespreken de interne begeleider en de groepsleerkracht een en ander regelmatig door tijdens een gepland overleg. Mocht het nodig zijn dat op een breder vlak zorg nodig is, dan wordt een leerling besproken in het ZAT (Zorg Advies Team). Dit gebeurt altijd met instemming van de ouder(s)/verzorger(s). In het ZAT hebben naast school ook de Gemeente, de GGD en de politie zitting. Voorzieningen Als school beschikken we over een ondersteuningsplan (zie website). Hierin staat specifiek beschreven welke ondersteuning wij als school kunnen bieden. In veel gevallen is extra hulp in de vorm van een aangepast programma, extra instructie, extra oefening (op school, thuis), een iets andere benadering, overleg met de ouder(s)/verzorger(s), minimumstof of juist iets extra s, een hulpgroepje in de klas etc. de oplossing voor het gerezen probleem. Dit is natuurlijk niet altijd het geval. Een probleem kan dusdanig van aard zijn dat het een nadere analyse vergt. Dit kan in eerste instantie gebeuren door een van de interne begeleiders. De gevolgde werkwijze, de gebruikte middelen en de al dan niet behaalde resultaten, zijn regelmatig onderwerp van gesprek. Indien het gewenste resultaat uitblijft, is het mogelijk om na overleg en met instemming van de betrokken ouder(s)/verzorger(s), een nader onderzoek te laten verrichten door een psycholoog en/of pedagoog van een begeleidingsdienst. De uitslag van een dergelijk onderzoek kan, in goed overleg met de ouder(s)/verzorger(s), leiden tot een andere aanpak op school en/of thuis, deskundige begeleiding op school gedurende een korte periode, het inschakelen van andere externe hulpverleners of verwijzing naar Speciaal Onderwijs. Kosten voor een dergelijk onderzoek gaat via cofinanciering en wordt vooraf met de ouder(s)/verzorger(s) besproken. Plaatsing en verwijzing, Passend Onderwijs De Wet Passend Onderwijs is ingegaan per 1 augustus 2014. Scholen krijgen daarmee een zorgplicht; elk kind heeft recht op passend onderwijs op de eigen school, eventueel met extra ondersteuning in de klas, op een andere reguliere school of in het speciaal onderwijs. Om aan alle kinderen daadwerkelijk een goede onderwijsplek te kunnen bieden, vormen regionale en speciale scholen samen een regionaal samenwerkingsverband. De scholen in het samenwerkingsverband maken afspraken over de ondersteuning aan leerlingen en de bekostiging daarvan. SWV Helmond-Peelland PO draagt bij aan passend onderwijs voor alle kinderen in de (deel)gemeenten Asten, Boekel, Deurne, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze, Helmond, Laarbeek, Nuenen en Someren. De aangesloten onderwijsinstellingen c.q. de schoolbesturen zijn grotendeels gevestigd in deze regio. Ook zijn er enkele schoolbesturen voor met name speciaal onderwijs, die hun hoofdvestiging buiten de regio hebben, maar wel onderwijs en ondersteuning bieden aan leerlingen binnen Helmond-Peelland. Binnen de regio maken ruim 27.000 leerlingen gebruik van de aanwezige onderwijsvoorzieningen. Het samenwerkingsverband heeft verschillende ambitie-doelstellingen geformuleerd. De belangrijkste hiervan zijn: het zorgen voor een dekkend netwerk aan voorzieningen om te voorzien in een passend ondersteuningsaanbod, goede samenwerking met de zorgpartners, het vormgeven van educatief partnerschap met ouder(s)/verzorger(s), het verhogen van het niveau van de basisondersteuning. Dit alles binnen transparante afspraken rondom inzet van de beschikbare financiële mogelijkheden. Niet elke leerling ontwikkelt zich op dezelfde manier en in hetzelfde tempo. Na tijdig en goed overleg met de ouder(s)/verzorger(s), eventueel ondersteund door nader onderzoek van de zijde van de schoolbegeleidingsdienst, zou gekozen kunnen worden voor de mogelijkheid van doublure. Indien deze optie niet wenselijk blijkt of na toepassing niet het gewenste resultaat tot gevolg heeft, zal gedacht moeten worden aan verwijzing. Een en ander uiteraard in overleg met de betrokken ouder(s)/verzorger(s). Indien leraren en/of ouder(s)/verzorger(s) signaleren dat leerproblemen en/of sociaal-emotionele problemen veroorzaakt zouden kunnen worden door een mogelijk bovengemiddelde intelligentie van de leerling, is nader overleg school-ouder(s)/verzorger(s), nader onderzoek en specifieke gerichte hulp noodzakelijk. Schoolgids 2016-2017 Pagina 10

Begaafdheid Elk kind heeft van nature behoefte aan uitdaging, prikkeling, acceptatie, bevestiging en waardering. Zorgverbreding betekent recht doen aan de behoeften en mogelijkheden van elk kind als autonoom individu binnen de mogelijkheden van onze school en de afzonderlijke teamleden. Unaniem zijn we als team van mening dat zorgverbreding zich niet moet beperken tot leerlingen die, in didactisch opzicht, aan de onderkant, in problemen geraken. Ook kinderen die op grond van ons jaarklassensysteem meer aankunnen dan datgene wat we van hen vragen, verdienen uitdrukkelijk aandacht. Het jarenlang onder vragen van leerlingen met meer dan gemiddelde capaciteiten kan uiteindelijk leiden tot didactische en sociaal-emotionele problemen. Tijdige signalering samen met een goede en open communicatie tussen de school en ouder(s)/verzorger(s) en zo nodig een helder plan van aanpak, is van essentieel belang. Op het moment dat de leerlingen op onze school in groep 1 instromen, start de betreffende leraar een procedure om in korte tijd zoveel mogelijk informatie van elk kind te verzamelen. De verzamelde informatie geeft een eerste indicatie van het begaafdheidsniveau van de kinderen. Huiswerk Onze leerlingen krijgen vanaf groep 5 huiswerk. Cijfers over specifieke zorg voor leerlingen Het afgelopen schooljaar heeft de intern begeleider leerlingen besproken met diverse externe deskundigen van begeleidingsdiensten en instituten voor speciaal onderwijs. Het aantal leerlingen dat: - behandeld werd voor dyslexie door externen in school: 4 - ambulant werd begeleid (i.v.m. LGF): 2 - verwezen is naar het speciaal basisonderwijs: 0/1 - een screening mrt heeft gehad: 27 (groep 2) - een interne mrt-training gevolgd heeft: (bekostiging door ouder(s)/verzorger(s)/school) 4 (groep 2) - een weerbaarheidstraining volgde [groep 7 en 8]: 44 + 33 - onderzoek: 4 Jeugd Netwerk Someren Het JNS bestaat uit een groep mensen die bij elkaar komen om problemen met kinderen te bespreken of signalen op te vangen over kinderen die in de problemen dreigen te komen. De lijnen zijn heel kort, want de volgende instanties hebben zitting in het JNS: - de GGD, - de wijkverpleegkundige, - het algemeen maatschappelijk werk, - zorgcoördinatoren van het Varendonck College Someren-Asten, - de politie [buurtbrigadier], - de jongerenwerker, - JPP [Jeugd Preventie Project] - bureau Jeugdzorg - Homestart - leerplichtambtenaar - gespecialiseerde gezinszorg, video-hometraining - Intern begeleider van De Brigantijn namens de basisscholen Het basisonderwijs is ook vertegenwoordigd. Als iemand kinderen al lang in beeld heeft en vroegtijdig gedragsproblemen kan aangeven, is het de leraar of IB-er van de basisschool wel. Het is de taak van de IB-er om ervoor te zorgen dat de signalen vanuit het basisonderwijs in het JNS binnenkomen. Enerzijds om preventief te kunnen werken en onze zorg indien nodig al vroegtijdig om te kunnen zetten in actie, anderzijds om alle instanties erop voor te bereiden. Ouder(s)/verzorger(s) kunnen zelf via alle bovengenoemde instanties, maar in dit geval dus via de school kinderen inbrengen wanneer zij denken dat dingen niet lopen. De school [IB-er] kan op een bijeenkomst van het JNS zelf aanwezig zijn en een zorgleerling inbrengen met toestemming van ouder(s)/verzorger(s). Lukt dit de school niet zelf, dan geeft zij in een gesprek met de IB-er van De Brigantijn aan welke leerling(en) de school graag ingebracht wil hebben en waarom. Het JNS koppelt altijd terug wat er afgesproken is. Schoolgids 2016-2017 Pagina 11

De opvoed ondersteuner; voor hulp of vragen bij opvoeden en opgroeien Iedereen heeft wel eens vragen over opvoeden en opgroeien. Soms vindt u het antwoord bij de mensen om u heen. En soms wilt u uw vraag stellen aan een deskundige. U kunt dan terecht bij de opvoedondersteuners van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Deze jeugdprofessionals zijn er voor kleine en grote vragen van ouders en jongeren. En hebben zij niet meteen een antwoord, dan helpen zij u verder op weg met informatie, adviezen of begeleiding. Het uitgangspunt is altijd wat u zelf wilt en kunt. Als daarbij extra professionele hulp nodig is, kan de opvoedondersteuner die voor u inschakelen. Hoe helpen de opvoedondersteuners u? Er zijn verschillende manieren waarop de opvoedondersteuner u helpt: Een telefonisch gesprek met direct antwoord op uw vraag of doorverwijzing naar de juiste plaats; een gesprek op een locatie bij u in de buurt of op bezoek bij u thuis om de vraag helder te krijgen en gerichte tips waarmee u aan de slag kunt; een cyclus van een aantal gesprekken waarin u zelf stap voor stap aan de slag gaat. Zij werken onder meer met de methodiek positief opvoeden. Deze methodiek richt zich op het versterken van de band tussen ouders en kinderen, het bevorderen van wenselijk gedrag, het aanleren van nieuwe vaardigheden bij kinderen en het leren omgaan met ongewenst en storend gedrag van kinderen. Heeft u een grotere hulpvraag, dan maakt u samen met de opvoedondersteuners een plan. Daarbij wordt er gekeken naar wat u zelf kunt, eventueel met hulp van familie, buren of vrienden, en waar u extra hulp bij nodig heeft. Heeft u langdurige gespecialiseerde hulp nodig, dan kunnen de opvoedondersteuners de juiste hulp voor u inschakelen. Waar vindt u de opvoedondersteuners? Bij u in de buurt! Ze zijn gekoppeld aan: Het consultatiebureau Huisartsen Basisscholen en middelbaar voortgezet onderwijs Peuterspeelzalen en kinderdagverblijven De opvoedondersteuner die aan onze school verbonden is mevrouw Sandra de Gooijer, 06-14523453 Sandra.deGooijer@levgroep.nl. Haar werkdagen zijn maandag, dinsdag en donderdag. Schoolgids 2016-2017 Pagina 12

Jeugdgezondheidszorg: een gezonde keuze voor alle leerlingen Onze school werkt samen met het team Jeugdgezondheidszorg van de GGD. Dit team bestaat uit een jeugdarts, jeugdverpleegkundige, assistente, psycholoog en een preventiemedewerker. Gelukkig gezonde kinderen Wat kan Jeugdgezondheid betekenen voor u en uw kind? Gezond en veilig (op)groeien gaat bij de meeste kinderen vanzelf. Als ouder of verzorger gaat u voor het beste voor uw kind, zodat hij of zij kan opgroeien in een veilige en stimulerende omgeving. Maar kinderen op de basisschool ontwikkelen zich razendsnel. En dat roept ook wel eens twijfels, vragen of zorgen op. Dan kan Jeugdgezondheid helpen. Jeugdgezondheid Onze school werkt samen met het team Jeugdgezondheid van de GGD Brabant-Zuidoost. Het team bestaat uit een jeugdarts, jeugdverpleegkundige, assistent en een medewerker gezondheidsbevordering. De jeugdverpleegkundige neemt deel aan de zorgstructuur van de school. Wat kunnen zij voor u en uw kind betekenen? Zit uw kind in groep 2 of 7? Dan ontvangt u een uitnodiging voor een gezondheidsonderzoek. Tijdens dit onderzoek kijken de medewerkers van het team naar de lichamelijke, psychische en sociale ontwikkeling van uw kind. Denk aan groei, gewicht, leefstijl, spraak en taal, maar ook aan schoolverzuim en gedrag. Misschien heeft u zelf vragen? Tijdens het onderzoek kunt u die stellen. Even praten. Mijn dochter in groep 3 is nog niet helemaal zindelijk. Mijn zoon van 9 vindt het moeilijk om met andere kinderen samen te spelen. Zijn die driftbuien van mijn kind normaal en hoe kan ik daar het best mee omgaan? Een lastige eter aan tafel.. Voor dit soort vragen kunt u altijd terecht bij het team Jeugdgezondheid. Praten met een deskundige van Jeugdgezondheid biedt vaak nieuwe inzichten en helpt u verder. Zij bieden een luisterend oor, geven hulp en advies en informatie die helpt. Als het nodig is verwijzen ze door. Extra informatie Betrouwbare en actuele informatie over opgroeien en opvoeden vindt u op de website www.informatiediehelpt.nl De informatie is ontwikkeld door de Stichting Opvoeden.nl in samenwerking met wetenschappers en deskundigen uit de praktijk en is getoetst door ouders. Inentingen In het jaar dat uw kind 9 jaar wordt, krijgt hij of zij de laatste twee inentingen tegen DTP (Difterie, Tetanus en Polio) en BMR (Bof, Mazelen en Rode hond). Meisjes van 12 jaar krijgen ook de vaccinatie tegen HPV (baarmoederhalskanker). De GGD verstuurt hiervoor uitnodigingen en vaccineert op een aantal centrale locaties in de regio. Altijd welkom Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken voor een gezondheidsonderzoek of gesprek? U kunt contact opnemen met de sector Jeugdgezondheid Kijk op de website www.ggdbzo.nl/ouders Stuur een e-mail naar: mijnkindendeggd@ggdbzo.nl o Vermeld altijd de voor- en achternaam en geboortedatum van uw kind Bel de GGD Brabant-Zuidoost via: 088 0031 414 op maandag t/m vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur. Schoolgids 2016-2017 Pagina 13

De GGD doet meer - De GGD helpt scholen bij projecten over bijvoorbeeld overgewicht, genotmiddelen, pesten en seksualiteit. - Medewerkers van de GGD kijken of de school schoon en veilig is en geven hierbij advies. - Zij verzorgen voorlichtingsbijeenkomsten en cursussen voor ouders, scholen en kinderen. - Ze ondersteunen scholen om hoofdluis te voorkomen en te bestrijden - Elke 4 jaar doet de GGD een groot onderzoek naar de gezondheid van alle kinderen van 0 t/m 11 jaar en van 12 t/m 17 jaar. Met de resultaten uit deze onderzoeken kunnen onder andere gemeenten en scholen hun beleid en activiteiten ontwikkelen. CENTRUM VOOR JEUGD EN GEZIN Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is gevestigd in De Zorgpoort, Zandstraat 94 te Helmond. U kunt bij het CJG terecht met alle vragen over opvoeden en opgroeien, maar natuurlijk hebben de medewerkers van het CJG niet direct op alle vragen een antwoord. Zij helpen u wél altijd verder op weg met informatie, adviezen of begeleiding. Het uitgangspunt daarbij is altijd wat u zelf wilt en kunt. Medewerkers helpen u op weg op de volgende manieren: Een telefonisch gesprek met direct antwoord op uw vraag of doorverwijzing naar de juiste plaats. Een gesprek op een locatie bij u in de buurt of bezoek thuis om een probleem helder te krijgen en/of met gerichte tips om het aan te pakken. Een cyclus van 3 á 4 gesprekken waarin u zelf stap voor stap aan de slag gaat. We werken onder andere met de methodiek positief opvoeden. De methodiek richt zich op het versterken van de band tussen ouder(s)/verzorger(s) en kinderen, het bevorderen van wenselijk gedrag, kinderen nieuwe vaardigheden aanleren en kunnen omgaan met ongewenst of storend gedrag van kinderen. Een vraag aan het CJG? Neem contact op via 0800-5566555 of stel uw vraag per mail: info@cjghelmond.nl Kijk ook eens op de website voor meer informatie: www.cjghelmond.nl Schoolgids 2016-2017 Pagina 14

6. NAAR HET VOORTGEZET ONDERWIJS Schoolkeuze Voortgezet onderwijs Tijdens de informatieavond aan het begin van het schooljaar schetsen de leraren van groep 7 en 8 in grote lijnen wat in het nieuwe schooljaar m.b.t. de schoolkeuze zoal staat te gebeuren. Tijdens de ouderavonden van groep 7, later in het jaar, bespreekt de leerkracht met u een mogelijke richting voor het vervolgonderwijs. In de eerste helft van het schooljaar wordt in groep 8 de nodige aandacht besteed aan de schoolkeuze, ook buiten de school. Het voortgezet onderwijs zelf verzorgt informatieavonden en open dagen voor leerlingen en ouder(s)/verzorger(s) uit het basisonderwijs. Via de school ontvangen de leerlingen de benodigde informatie en uitnodigingen. Tijdens de ouderavonden in januari (groep 8) bespreken we de definitieve adviezen. De procedure op weg naar het advies is als volgt: - In oktober/november proefeindtoets; eventueel gesprekken zorgleerlingen - In januari krijgen de ouder(s)/verzorger(s) tijdens de ouderavond het Onderwijskundig rapport, het OKR. Hierin staan de bevindingen en de vorderingen van het kind op de basisschool, met het definitieve advies. - In maart is de aanmelding voor het Voortgezet Onderwijs - In april is de Eindtoets Basisonderwijs, op onze school gebruiken we hiervoor de adaptieve toets van Route 8 Een beperkt aantal leerlingen komt in aanmerking voor extra ondersteuning in het VO. Ouder(s)/verzorger(s) van deze leerlingen worden tijdig geïnformeerd. School meldt deze leerlingen aan bij het SWV Helmond Peelland. Het SWV start na aanmelding een procedure op en doet een uitspraak over of het kind wel of niet in aanmerking komt voor deze extra ondersteuning. Verder hanteren wij een goed leerlingvolgsysteem. In onze regio bestaat een eenduidig beleid met betrekking tot de aanmelding voor het vervolgonderwijs. Cijfers over schoolverlaters In het afgelopen schooljaar zijn vanuit twee groepen 8, 44 leerlingen vertrokken naar het voortgezet onderwijs. Hiervan gingen: 5 naar VMBO-b met LWOO, 1 naar VMBO-b 5 naar VMBO-k, 10 naar VMBO-gt, 2 naar HAVO-kansklas 15 naar HAVO/VWO 2 naar Atheneum-TTO [tweetalig] 2 naar VWO-TTO [tweetalig] 2 naar Gymnasium In goed overleg met ouder(s)/verzorger(s) en de ontvangende scholen voor Voortgezet Onderwijs zijn alle leerlingen geplaatst. Schoolgids 2016-2017 Pagina 15

7. FUNCTIES EN TAKEN BINNEN DE SCHOOL De directeur heeft de zorg voor de dagelijkse leiding van de school. Daarnaast is zij commissielid t.b.v. het algemeen management van Stichting Prodas. De groepsleraar is verantwoordelijk voor het onderwijs in zijn of haar groep. De interne begeleiders coördineren de zorg voor het lerende kind en adviseren en begeleiden leraren. Het Kivateam bestaat uit geschoolde leerkrachten die ondersteunen bij Kiva lessen en daar waar nodig een ondersteuningsgroep aansturen. De bouwcoördinator coördineert zaken die specifiek zijn voor de Onderbouw, groep 1 en 2, de Middenbouw groep 3, 4 en 5 en de Bovenbouw, groep 6, 7 en 8. De informatie-communicatie-technologen(ict-ers) zijn leraren, die zorg dragen voor onderwijs met behulp van digitale apparatuur [o.a. computers]. De taalcoördinatoren zijn de leerkrachten die vernieuwingen en verbeteringen op het gebied van taalonderwijs begeleiden, coördineren en formuleren. De rekencoördinatoren zijn leraren die alle ontwikkelingen op het gebied van rekenen/wiskunde volgen. Ook zij begeleiden leraren, coördineren het rekenonderwijs en formuleren beleid t.a.v. rekenen / wiskunde. De leescoördinatoren coördineren en initiëren leesbelevingsactiviteiten op school-, groeps- en bovenschools niveau. De cultuurcoördinatoren dragen zorg voor de begeleiding van alle cultuur educatieve zaken in en om de schoolorganisatie. De preventiemedewerker coördineert de bedrijfshulpverlening, het veiligheidsbeleid, verleent medewerking aan het verrichten van een risico-inventarisatie en evaluatie, adviseert en overlegt met de medezeggenschapsraad. De Media Coach begeleidt kinderen, ouder(s)/verzorger(s) en collega s in hun reis over de digitale snelweg. De Media Coach maakt ze bewust, laat ze kritisch kijken en wil ze actief maken in de wereld die steeds meer digitaal wordt/lijkt te worden. De onderwijsassistentes ondersteunen de leerkrachten in de groep. De administratieve medewerkster ondersteunt één dag per schoolweek de directie en het personeel met alle administratieve werkzaamheden. De conciërges zijn voor velerlei ondersteunende en huishoudelijke taken aan de school verbonden. Deskundigheidsbevordering van leraren/onderwijsassistenten Deskundigheidsbevordering heeft tot doel op een systematische wijze de bekwaamheid van de leraren en onderwijsassistenten op peil te houden en verder te ontwikkelen. Nascholing is gericht op het bevorderen van de professionaliteit van de individuele leraar en het bevorderen van verantwoord schoolbeleid. Het vormt tevens een bijdrage aan het in gang zetten van vernieuwingen. Wijze van vervanging bij afwezigheid De vervanging van leraren wordt door de directie in goed overleg met de afdeling personeelszaken van Stichting Prodas geregeld. In incidentele gevallen is geen vervanging mogelijk. Dan bestaat de mogelijkheid dat uw kind thuis moet blijven. Echter nooit op de eerste dag van afwezigheid van een leraar. Mocht deze situatie onverhoopt voorkomen, dan wordt u schriftelijk geïnformeerd. Begeleiding en inzet van stagiaires Een bijzondere taak van de school is het begeleiden van stagiaires. De Mariaschool stelt plaatsen beschikbaar aan stagiaires van Pedagogische Hogescholen en R.O.C. s t.b.v. leraren in opleiding, klassen- en onderwijsassistenten en andere onderwijsondersteunende assistenten. Schoolgids 2016-2017 Pagina 16

8. OUDER(S)/VERZORGER(S) Betrokkenheid De betrokkenheid van de ouder(s)/verzorger(s) wordt op onze school op prijs gesteld, uitgaande van het feit dat de leraren de uiteindelijke eindverantwoording op zich blijven nemen. Ouder(s)/verzorger(s) kunnen altijd hun mening en/of ideeën kenbaar maken aan leraren, directie, oudervereniging en medezeggenschapsraad. Contact met de ouder(s)/verzorger(s) verloopt via: * Informatieavonden * Inloopmomenten * Ouder-(kind)-inloop * Afspraken met directie, interne begeleider * Tussentijdse afspraken met betreffende leraren * Klassenouder(s)/verzorger(s) * Projectparticipatie * Medezeggenschapsraad * Oudervereniging Informatievoorziening * Startgesprekken * Ouder-(kind)-inloop * Met vragen, mededelingen, klachten, wensen etc., kunnen ouder(s)/verzorger(s) zich altijd wenden tot de leraar en/of directie, na schooltijd of volgens afspraak. Voor een korte mededeling kunt u natuurlijk ook voor schooltijd bij de leraren terecht. * Eén maal per maand ontvangt u informatie via de nieuwsbrief. Deze kunt u ook lezen op de website. * Op de website van de Mariaschool en op de Facebookpagina vindt u informatie in overvloed. Speciale bijeenkomsten * Indien mogelijk organiseert school in samenwerking met de oudervereniging elk schooljaar een thema-avond voor de ouder(s)/verzorger(s) van alle leerlingen. * Elk schooljaar verzorgen de leerlingen van groep 1-2 een uitvoering voor ouder(s)/verzorger(s) en de grootouder(s). * In de laatste schoolweek nemen kinderen van groep 8 met hun ouder(s)/verzorger(s), tijdens een speciale avond, afscheid van onze school. Ouderhulp Tijdens tal van activiteiten ervaren wij een enorme betrokkenheid en hulp van ouder(s)/verzorger(s). * Computeruur groepen 1-2 * Klassenouder * Projecten, vieringen, excursies, feesten en dergelijke voor alle groepen * Jaarlijkse schoolactiviteit voor alle groepen * Sprokkeldagen * Klusochtend (eerste woensdag van de maand) Inspraak Via het lidmaatschap van de Oudervereniging of de Medezeggenschapsraad kunt u actief meedenken over heel wat schoolse aangelegenheden. Iets voor u? Verslagen van de MR liggen ter inzage op school. Ideeën! Of iets anders? Laat het een lid van de medezeggenschapsraad weten! Medezeggenschapsraad Wat is een medezeggenschapsraad (MR)? Medezeggenschap, (inspraak) van personeel en ouder(s)/verzorger(s) is bij wet geregeld. Zo heeft de MR niet alleen een adviserende rol, maar ook instemmingsrecht. De medezeggenschapsraad adviseert op het gebied van bijvoorbeeld beleid, onderwijsvormen, schoolbudget, ARBO en veiligheid op school. Circa 6 keer per jaar vindt een vergadering plaats. Waarom is een MR belangrijk? Zowel ouder(s)/verzorger(s) als leerkrachten hebben invloed op het beleid van de school. De inzichten en ideeën van ouder(s)/verzorger(s) en leerkrachten hoeven niet altijd overeen te komen met die van de directie. Daarom is het goed dat zowel de vertegenwoordigers van ouder(s)/verzorger(s) en de vertegenwoordigers van leerkrachten in overleg met de directie tot bepaalde standpunten komen. In sommige situaties is het voor u als ouder prettig om bepaalde onderwerpen via de MR met de directie te delen of bespreekbaar te maken. Om dit zo anoniem mogelijk te kunnen doen en om de mogelijke drempel die er is te verlagen kunt u uw bespreekpunten kenbaar maken via het mailadres van de MR: mrmariaschoolsomeren @gmail.com. Als MR stellen we het wel op prijs als u eerst zelf probeert in gesprek te gaan met de leerkracht of directie. Mocht dit niet lukken dan ondersteunt de MR u daar graag bij. Schoolgids 2016-2017 Pagina 17

Oudervereniging De belangrijkste doelen van de oudervereniging, sinds de oprichting in 2003, zijn: de contacten en de samenwerking tussen de school en de ouder(s)/verzorger(s) te bevorderen en te onderhouden, het beheren van de ouderbijdrage, het behulpzaam zijn en/of adviseren bij de taakvervulling van de school het coördineren van de op school werkzame werkgroepen. Het bestuur van de oudervereniging wordt gevormd door de ouder(s)/verzorger(s). Vanuit de schoolorganisatie is een leraar de contactpersoon. Financiën van de oudervereniging staan los van de financiën van school. De vereniging is écht van de ouder(s)/verzorger(s) en niet een onderdeel van de school zelf. Onze oudervereniging wordt zeer gewaardeerd. Ouderbijdrage Om kosten van bepaalde projecten en andere activiteiten op school te kunnen financieren vraagt de oudervereniging een financiële bijdrage per kind. De bijdrage wordt rechtstreeks aan de kinderen besteed. Het innen van de ouderbijdrage gebeurt vroeg in het schooljaar, nadat de hoogte daarvan is vastgesteld tijdens de jaarvergadering van de oudervereniging. De ouderbijdrage is vrijwillig. Indien de gevraagde bijdrage u voor problemen stelt, schroomt u dan zeker niet om contact op te nemen met het dagelijks bestuur van de oudervereniging of met de directie. Naast de ouderbijdrage vragen we u geen andere financiële bijdrage. Hoofdluis [oudervereniging] Hoofdluis komt vrij frequent voor. Iedereen kan in principe hoofdluis krijgen, want luizen zijn overlopers. Hoofdluis krijg je van een ander. Op hoofdluis rust nog steeds een taboe. Veel ouder(s)/verzorger(s) gaan ervan uit dat hun kind geen hoofdluis kan krijgen. Men schrikt dikwijls als men bij zichzelf of bij een van de kinderen toch hoofdluis ontdekt. Als dit gebeurt, vertellen ze dat niet aan anderen. Voor een effectieve hoofdluisbestrijding is medewerking van álle volwassenen die met kinderen te maken hebben van essentieel belang. Als u thuis hoofdluis opmerkt, dient u meteen de school te informeren. Om de hoofdluiscontrole uit te voeren hebben enkele ouder(s)/verzorger(s) van onze school een specifieke instructie gekregen van de GGD. Wanneer bij de schoolbevolking hoofdluis wordt geconstateerd, moet de school de ouder(s)/verzorger(s) op de hoogte brengen en een en ander bespreken met de kinderen. Bij voortdurende hoofdluisconstatering bij hetzelfde kind kan, in het belang van alle kinderen op school, het kind geweigerd worden totdat het kind behandeld is en hoofdluis vrij is. De commissie kan school adviseren om de GGD in te schakelen om ouder(s)/verzorger(s) te benaderen, ondersteuning en voorlichting te geven in het behandelen van hoofdluis. Blijken die maatregelen onvoldoende, dan is de school aangewezen op de afdeling JGZ van de GGD. De GGD Zuidoost Brabant heeft een leidraad Hoofdluisbestrijding samengesteld voor alle scholen. Deze leidraad is op school ter inzage. Voor uitgebreide informatie verwijzen wij u daarom naar het hoofdluisprotocol op onze website. Klik hier voor het hoofdluisprotocol. Verkeerscommissie [oudervereniging] De leden van deze commissie werken aan een verkeersveilige school- en woonomgeving voor alle kinderen. Deze commissie maakt zich sterk voor: Een goede veilige oversteekvoorziening door brigadier-ouder(s)/verzorger(s). Veilige schoolroutes. Goede afspraken met betrokkenen. Afnemen verkeersexamens. Controle veiligheid fietsen. Het onderhouden van alle activiteiten t.b.v. het Brabants Verkeersveiligheidslabel Dodehoekproject (groep 1-3-5-7) Verkeersveiligheid De Mariaschool ligt aan een drukke doorgaande weg. Wekelijks zorgen brigadiers, volgens een vast rooster, voor een veilige weg van en naar school. De brigadiers zijn voor deze taak speciaal geïnstrueerd. De werkgroep verkeersouder(s)/verzorger(s) initieert, in samenwerking met de afdeling 3VO Someren en verkeersouder(s)/verzorger(s) van andere Somerense scholen, diverse activiteiten zoals fietscontrole, parkeerproblematiek, oversteken, verkeersdiploma praktijk etc. De werkgroep komt regelmatig bij elkaar en bespreekt de actuele situatie m.b.t. verkeer en verkeersveiligheid. Schoolgids 2016-2017 Pagina 18