Handleiding Strategieles Sleutelschema niveau A Een onderdeel van Nieuwsbegrip XL zijn de strategielessen. De strategielessen zijn bedoeld om de strategieën voor begrijpend lezen bij de leerlingen te introduceren en aan te leren. Ook kunnen de leerlingen in de lessen met de strategieën oefenen. In elke strategieles staat één strategie voor begrijpend lezen centraal. In deze les is dat de strategie Visualiseren, die ten grondslag ligt aan het maken van een sleutelschema, een vast onderdeel van de Nieuwsbegriples. De les is opgebouwd rond de volgende kopjes: Wat doe je in deze les? Zo staat het in het stappenplan Zo werkt het Zo doe je het Nu oefenen Lukt het? Kopieer voor elke leerling het leerlingmateriaal van de strategieles Werken met sleutelschema's. Nieuwsbegripreporter Sam demonstreert het werken met een sleutelschema voor leerlingen. Deze pagina kan eventueel geplastificeerd worden, zodat leerlingen deze bij de basislessen erbij kunnen pakken, als hulpmiddel bij het invullen van een sleutelschema. De leerlingen kennen de strategie visualiseren. De leerlingen kennen verschillende sleutelschema's. De leerlingen weten waar ze sleutelschema's voor kunnen gebruiken. De leerlingen weten hoe ze een sleutelschema kunnen invullen. Wat doe je in deze les? Bespreek de inleiding en de doelen van deze les klassikaal. Wijs de leerlingen erop dat ze in elke Nieuwsbegriples een sleutelschema moeten invullen. Het is belangrijk dat de leerlingen deze les kunnen plaatsen als een verdieping van iets wat ze al vaker doen. De achterliggende strategie voor het maken van een sleutelschema is het visualiseren (voor de leerlingen: het maken van een plaatje of filmpje van de tekst in je hoofd). Je vormt je een beeld van de tekst met behulp van een sleutelschema. pagina 1 van 6
Maar tijdens het lezen visualiseer je ook in gedachten wat er in de tekst staat. Je maakt een soort filmpje in je hoofd. Het gaat in deze les dus om het oefenen met visualiseren én om het maken van sleutelschema's. Zo staat het in het stappenplan Welke sleutelschema s zijn er? Er zijn allerlei soorten sleutelschema s. In het leerlingmateriaal staan enkele voorbeelden. Een sleutelschema laat meestal zien welk verband er is tussen de informatie in de tekst. Een stroomschema laat bijvoorbeeld zien welke opeenvolgende gebeurtenissen er in de tekst plaatsvinden. Bespreek de verschillende voorbeelden. Het voordeel van het maken van een sleutelschema is dat je overzicht krijgt over de tekst. Zo werkt het Bespreek de uitleg over het invullen van een sleutelschema. Zo doe je het Nieuwsbegripreporter Sam demonstreert het werken met een sleutelschema voor leerlingen. Wijs de leerlingen erop dat ze deze kunnen gebruiken als hulpmiddel bij het invullen van een sleutelschema. Bij opdracht 1 oefenen ze met Hulp van Sam. Nu oefenen Oefenen met sleutelschema s (tweetal) 1. Laat de leerlingen de Hulp van Sam voor zich nemen. Lees eerst zelf één tekstballon hardop voor. Laat de volgende ballonnen door steeds een andere leerling hardop voorlezen. 2. Stel samen met de leerlingen vragen bij elke tekstballon aan de leerling die op dat moment 'Sam' is. Het gaat er daarbij om dat de leerlingen controleren of ze het snappen. Voorbeeldvragen: - Waarom moet je de belangrijkste woorden uit de tekst onderstrepen of op een los blaadje schrijven? - Welke sleutelschema s zijn er? - Kun je het plaatje of filmpje dat je in je hoofd van de tekst gemaakt hebt, gebruiken bij het invullen van een sleutelschema? Hoe doe je dat? pagina 2 van 6
Oefenen met plaatjes in je hoofd(samen) 1. Laat de leerlingen het stappenplan en de Hulp van Sam pakken. Geef aan dat in de les ook handige tips staan. De leerlingen lezen de tekst met het stappenplan. 2. Werk klassikaal. Behandel de stukjes tekst onder Verboden en Armoede zin voor zin en stel na elke zin sturende vragen waardoor de leerlingen de tekst gaan visualiseren. Soms laat u de leerlingen ook iets uitbeelden of tekenen. U kunt bijvoorbeeld de volgende vragen stellen/opdrachten geven: Verboden Kinderarbeid is verboden. Toch zijn er elke dag miljoenen kinderen aan het werk. Stel je dat eens voor. Zie je het voor je: miljoenen kinderen die werken? Vooral in Azië, Afrika en Zuid-Amerika. Waar liggen die werelddelen? Kun je ze aanwijzen op de wereldkaart? 218 miljoen kinderen onder de 14 jaar worden gedwongen om te werken. Hoe zou dat voelen, als je gedwongen wordt om te werken? Zou er iets van durven zeggen? Hiervan werken 132 miljoen kinderen in de landbouw. Deze kinderen werken met gevaarlijke machines of ze ademen gevaarlijke stoffen in. Hoe is dat voor je lichaam, als je gevaarlijke stoffen inademt? Het werk is zwaar, gevaarlijk en ongezond. Beeld maar eens uit hoe zwaar, gevaarlijk en ongezond werk eruit ziet. Hierdoor sterven elke dag 60 kinderen. Sommige kinderen worden mishandeld als ze niet hard genoeg werken. Zie je dit weer voor je? Armoede Kinderen moeten vaak werken omdat hun ouders arm zijn. Doordat de kinderen alleen maar aan het werk zijn, kunnen zij niet naar school. Kun je je voorstellen hoe het is als je niet naar school gaat, maar elke dag moet werken? Hoe zien de dagen er dan uit? Hierdoor kunnen ze later alleen ongeschoold werk doen. Wat voor werk is dat? Hoe vinden de kinderen het om dat soort werk te doen? Als die kinderen volwassen zijn blijven ze ook arm. Hun kinderen moeten dan ook werken. Hoe zouden de ouders van deze kinderen zich voelen? Zo komen ze in een vicieuze cirkel terecht en zal de kinderarbeid niet verdwijnen. Hoe ziet de vicieuze cirkel eruit? Teken het maar! pagina 3 van 6
Een sleutelschema invullen (samen) 1. Lees tekst 2 klassikaal. 2. Laat de leerlingen in tweetallen werken. Ze vullen woordenwebben over de tekst in. Wijs de leerlingen erop dat de uitleg in deze les en de Hulp van Sam mogen gebruiken. 3. Bespreek de opdracht klassikaal na. Bij deze tekst kun je voor verschillende sleutelschema's kiezen, bijvoorbeeld: Een woordenweb; Een bekend-benieuwd-geleerd-schema; Een stroomschema (een vicieuze cirkel is een voorbeeld van een stroomschema). De leerlingen hebben al een vicieuze cirkel van de tekst getekend. Laat onderstaand sleutelschema van de tekst zo mogelijk zien op het digitaal schoolbord: Kinderen moeten vaak werken omdat hun ouders arm zijn. Kinderen zijn alleen maar aan het werk Volwassenen blijven arm Kinderen kunnen niet naar school Als volwassene, kunnen ze alleen ongeschoold werk doen pagina 4 van 6
Hieronder staan de ingevulde woordenwebben bij de tekst Wolven in Nederland. mensen schoten vroeger wolven dood niet bang zijn voor wolven pasgeboren jongen jonge wolfjes tot twee jaar oud roedel wolven en mensensoorten Wolven mannetje en vrouwtje wolven vermijden contact met mensen muizen... sprookjes voedsel bevers wilde zwijnen reeën de wolf en de zeven geitjes Roodkapje en de grote boze wolf. pagina 5 van 6
Lukt het? De leerlingen vullen zelfstandig en individueel het schrijfkader in. Dit kan eventueel ook op een ander moment na de les, als herhaling van de theorie. Vraag de leerlingen wat ze van de les vonden en of de doelen van de les zijn gehaald. Wijs de leerlingen erop dat ze de Hulp van Sam ook bij de basislessen mogen gebruiken. Als ik een sleutelschema moet invullen bij een tekst, dan lees ik eerst de tekst met het stappenplan. Tijdens het lezen maak ik plaatjes in mijn hoofd. En ik zoek de dingen die ik nodig heb in de tekst. Ik onderstreep belangrijke woorden en zinnen of ik schrijf ze op een los blaadje op. Daarna vul ik de dingen in het sleutelschema in. Ik bekijk het sleutelschema nog eens goed. Ik lees nog eens goed wat ik heb ingevuld. En ik kijk of het duidelijk is. pagina 6 van 6