Mandaatbesluit Coevorden-Emmen SZW 2010 Het college van burgemeester en wethouders van Coevorden; overwegende, dat voor de uitvoering van taken op het terrein van de sociale zekerheid met de gemeente Emmen is overeengekomen dat de uitvoering daarvan door de de gemeente Emmen zal plaatsvinden; dat ter uitvoering van artikel 7 van de daartoe afgesloten deelovereenkomst d.d. 17 mei 2010 de daarmee samenhangende bevoegdheden gemandateerd worden aan de uitvoeringsorganisatie (de afdeling inkomen van de dienst publiek) van de gemeente Emmen; gelezen het collegevoorstel van de projectleider samenwerking WWB d.d. 15 maart 2010; gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet en artikel 7, vierde lid, van de Wet werk en bijstand; b e s l u i t e n: vast te stellen het volgende: MANDAATBESLUIT Coevorden-Emmen bevoegdheden SZW 2010. Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder: a. besluit: een besluit als bedoeld in artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht of een beslissing op grond van het privaatrecht; b. mandaat: -De om in naam van het college van burgemeester en wethouders van Coevorden besluiten te nemen. -De volmacht/machtiging, in naam van het college van burgemeester en wethouders van Coevorden, tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, tot het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn. c. WWB: Wet werk en bijstand; IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen IOAW: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers Bbz 2004: het Besluit bijstandverlening zelfstandigen WIJ: de Wet investeren in jongeren Wk: Wet op de kinderopvang Artikel 2 1. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Coevorden mandateert aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen de uitvoering van de WWB, IOAZ, IOAW, Bbz, WIJ, Wk voor zover het betreft de uitvoering van de bevoegdheden binnen het overeengekomen taakveld, overeenkomstig hetgeen in het Mandaatoverzicht Coevorden-Emmen SZW 2010 is opgenomen. 2. Het mandaat strekt zich niet uit tot de in artikel 7, 9, 10 en 55 van de WWB, artikel 45 van de WIJ, de IOAW en IOAZ genoemde reintegratievoorziening zoals uitgewerkt in de reintegratieverordening van de gemeente Coevorden. Artikel 3 Het college van burgemeester en wethouders van Coevorden verleent aan het college van 1
burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen de in artikel 10:9 van de Awb vereiste toestemming om voor de in artikel 2 bedoelde uitvoering ondermandaat te verlenen aan ondergeschikten. Artikel 4 Ter zake van de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden opgenomen in het bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte Mandaatoverzicht Coevorden-Emmen SZW. 2010 gelden de volgende bepalingen: a. bij afwezigheid van de (onder)mandaathouder wordt de, indien noodzakelijk voor de voortgang van de werkzaamheden en gelet op de aard van de, uitgeoefend door de medewerker die hem normaliter vervangt of kan vervangen; een en ander ter beoordeling van de direct-leidinggevende van de betrokken (onder)mandaathouder; b. het besluit moet passen binnen het bestaande beleid c.q. binnen de wettelijke regels; c. de met het te nemen besluit c.q. de te verrichten handeling gemoeide kosten moeten passen binnen het beschikbare budget; d. de genomen besluiten c.q. de verrichte handelingen dienen, voorzover dit in het Mandaatoverzicht Coevorden-Emmen SZW 2010 is opgenomen, periodiek ter kennis te worden gebracht van het oorspronkelijk bevoegde bestuursorgaan; omtrent de vorm en de frequentie maakt de (onder)mandaathouder afspraken met het oorspronkelijk bevoegde bestuursorgaan; e. indien het college van burgemeester en wethouders de beslissing heeft genomen ondertekent de (onder)mandaathouder de beslissing namens hem; Artikel 5 (mandaat en ondertekeningsmandaat) 1. Een krachtens mandaat genomen besluit moet vermelden dat het besluit namens het college van burgemeester en wethoudrs van Coevorden is genomen. Dit moet uit de volgende ondertekening blijken: Het college van burgemeester en wethouders van Coevorden, namens dezen, Functie (onder)mandaathouder, Handtekening Naam (onder)mandaathouder. de burgemeester van Coevorden, namens deze, Functie (onder)mandaathouder, Handtekening Naam (onder)mandaathouder. 2. Als er sprake is van ondertekeningsmandaat, als bedoeld in artikel 4, onder e, moet dit ook uit het besluit blijken. De ondertekening geschiedt dan als volgt: Overeenkomstig het door het college van burgemeester en wethouders van Coevorden genomen besluit, Functie (onder)mandaathouder, Handtekening Naam (onder)mandaathouder. Artikel 6 Ingeval van ondermandaat en indien in concrete gevallen een apart mandaatbesluit wordt genomen, zijn de bepalingen van dit besluit van overeenkomstige toepassing. 2
Artikel 7 1. Bij de afdeling Bedrijfsvoering en Ondersteuning, team Planning en Kwaliteit van de gemeente Coevorden wordt een openbaar Mandaatregister bijgehouden, waarin dit besluit en de in artikel 3, genoemde (onder)mandaten worden ingeschreven en gedeponeerd. 2. De afdeling Bedrijfsvoering en Ondersteuning, Team Planning en Kwaliteit van de gemeente Coevorden evalueert het Mandaatbesluit en het mandaatoverzicht tenminste 1 keer per jaar en doet voor zover nodig voorstellen aan het college van burgemeester en wethouders voor aanpassing daarvan. Artikel 8 Dit besluit treedt in werking op de dag na die waarop het is bekend gemaakt. Artikel 9. 1. Dit besluit kan worden aangehaald als Mandaatbesluit Coevorden-Emmen SZW 2010. 2. Gelijktijdig met de inwerkingtreding van dit besluit vervalt het Algemeen mandaatbesluit Coevorden 2003 voor zover dat betrekking heeft op de in dit besluit geregelde bevoegdheden. 3. Op grond van het in lid 3 genoemde Algemeen mandaatbesluit Coevorden 2003 verleende ondermandaten blijven van kracht op voor deze datum genomen besluiten. Aldus besloten in de vergadering van burgemeester en wethouders van Coevorden d.d. 27 april 2010., burgemeester., secretaris. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen stemt ingevolge artikel 10:4 Awb in met de opgedragen bevoegdheden. Emmen, 27 april 2010. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen,, burgemeester., secretaris. 3
Mandaatoverzicht Coevorden-Emmen SZW 2010 Behoort bij mandaatbesluit d.d. 27april 2010 V = volmacht M = mandaat Mg =machtiging 1. ALGEMEEN Nr. Omschrijving Mandaatgever Soort Ondermandaat Bijzonderheden 1. Het verzenden van ontvangstbevestigingen van bij het gemeentebestuur ingekomen verzoeken, zienswijzen, bezwaarschriften, bedenkingen en beroepschriften, alsmede het doen uitgaan van brieven die uitsluitend mededelingen, inlichtingen of feitelijke informatie bevatten, alsmede het verstrekken van statistische gegevens 2. Het stellen van een termijn om een aanvraag met gegevens en bescheiden, dan wel met een vertaling of een samenvatting aan te vullen, alsmede te beslissen om een aanvraag niet te behandelen als bedoeld in artikel 4:5 Awb. 3. Het direct afwijzen van een herhaalde aanvraag bij het ontbreken van nieuwe feiten of omstandigheden op grond van artikel 4:6 van de Awb 4. Besluit tot termijnverlenging van een te geven beschikking (artikel 3:18 Awb) en de kennisgeving van een nieuwe termijn als beschikking niet binnen de bij wettelijk voorschrift bepaalde termijn kan worden gegeven (artikel 4:14 Awb) 5. Het horen van belanghebbenden zoals bedoeld in de artikelen 4:7 en 4:8 van de Awb 6. Besluit om, indien er sprake is van een omstandigheid genoemd in artikel 4:11 en 4:12 Awb, het horen achterwege te laten 7. Het vaststellen en uitbetalen van de verschuldigde dwangsom bij niet tijdig beslissen als bedoeld in artikel 4:18 Awb 8. Het terugvorderen van onverschuldigd betaalde dwangsommen bij niet tijdig beslissen als bedoeld in artikel 4:20 Awb B&W Mg Ja B&W Mg Ja 4
Nr. Omschrijving Mandaatgever Soort Ondermandaat Bijzonderheden 9. Het vaststellen van de verplichting tot betaling van een geldsom als bedoeld in artikel 4:86 Awb 10. Het verrekenen van een geldschuld met een bestaande vordering als bedoeld in artikel 4:.93 Awb 11. Het verlenen van uitstel van betaling als bedoeld in artikel 4:94 Awb 12. Het verlenen van een voorschot vooruitlopend op de vaststelling van een verplichting tot betaling van een geldsom als bedoeld in artikel 4:95 Awb 13. Het intrekken en wijzigen van het besluit tot uitstel van betaling en verlening voorschot als bedoeld in artikel 4:96 Awb 14. Het vaststellen van de verschuldigde wettelijke rente als bedoeld in artikel 4:99 Awb 15. Het schriftelijk aanmanen tot betaling van de schuldenaar die in B&W Mg Ja verzuim is als bedoeld in artikel 4:112 Awb 16. Het in rekening brengen van een vergoeding voor de B&W Mg Ja aanmaning als bedoeld in artikel 4:113 Awb 17. Het invorderen bij dwangbevel als bedoeld in 4.4.4.2 Awb B&W Mg Ja 18. Het vaststellen van aanvraagformulieren zoals bedoeld in artikel 4:4 Awb 19. het nemen van beslissingen ingevolge de Wet Bescherming Persoonsgegevens 20. Het beslissen op verzoeken om informatie op grond van de Wet Openbaarheid van Bestuur 21. Het aanwijzen van toezichthouders op grond van art. 76a van de Wet werk en bijstand (WWB), art. 45a Wet Werk en inkomens kunstenaars (Wwik); art. 53a Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAZ), art. 88 van de Wet investering in jongeren (WIJ) 5
Specifiek Nr. Omschrijving Mandaatgever Mandataris Soort Ondermandaat Bijzonderheden 22. Besluiten tot het verlenen van bijstand met de daaraan verbonden verplichtingen ingevolge de WWB en BBZ 23. Het afstemmen van de bijstand ingevolge de WWB en de Maatregelenverordening WWB 24. Het verlenen van een toeslag, het verlagen van de bijstandsnorm, dan wel de toeslag op grond van de WWB en de Toeslagenverordening WWB 25. Het nemen van besluiten in het kader van de langdurigheidstoeslag op grond van artikel 36 WWB en de verordening langdurigheidstoeslag gemeente Coevorden 26. Het terugvorderen en invorderen van de bijstand ingevolge artikel 58, 59 en 60 van de WWB 27. Het doorzenden van de aanvraag naar een andere gemeente op grond van artikel 42 WWB 28. Het verlenen van een voorschot in afwachting van het besluit over de bijstandsverlening ingevolge artikel 52 WWB 29. Het verhalen en invorderen van kosten van bijstand ingevolge artikel 61 en 62 WWB 30. Het nemen van besluiten in het kader van de Ioaw, Ioaz, Bbz, incl. terugvorderings en invorderingsbesluiten 31. Het doen van aangifte van valsheid in geschrifte in het geval van fraude met uitkeringsgelden ingevolge de WWB, WIJ, Ioaw, Ioaz en Bbz op grond van aritikel 160, lid 1, onder f Gemeentewet en de richtlijn Sociale zekerheidsfraude. 32. Het beslissen tot terugvordering en verhaal in recht van uitkeringen verleend op grond van artikel 42, 43 en 44 WWV 33. Het verlenen van ontheffing van de verplichtingen gericht op de arbeidsinschakeling op grond van artikel 9, lid 2 en 9a WWB 34. Het nemen van besluiten tot opschortings, herziening of intrekking op grond van artikel 54 van de WWB 35. Het nemen van besluiten in het kader van de bijdrage voor de kinderopvang als bedoeld in deartikel 22 Wet Kinderopvang en de verordening kinderopvang gemeente Coevorden B&W Mg Bij besluit op 1 e aanvraag om uitkering ingevolge de WWB 6
Nr. Omschrijving Mandaatgever Mandataris Soort Ondermandaat Bijzonderheden 36. Het doorzenden van een aanvraag op grond van art. 16 WIJ B&W Mg ja 37. Het vaststellen van een recht op inkomensvoorziening op grond van art. 25 WIJ 38. Het verhogen of verlagen van de norm op grond van art. 30 t/m 34 WIJ, annex art. 6 Toeslagenverordening WIJ 39. Het verlenen voorschot op grond van art. 37 WIJ 40. Het opschorten, herzien of intrekken van het recht op de inkomensvoorziening op grond van art.40 WIJ 41. Het verlagen bedrag inkomensvoorziening op grond van art. 41 WIJ, annex art. 3 Toeslagenverordening WIJ 42. Het vragen van inlichtingen van de werkgever op grond van art. 48 WIJ B&W Mg ja 43. Het vragen van inlichting van instanties op grond van art. 49 WIJ 44. Het verstrekken van inlichtingen aan instanties op grond van art. 50 WIJ 45. Het doorgeven van vermoeden misdrijf uitkering op grond van art.52 WIJ 46. Het terugvorderen, verhalen en invorderen van inkomensvoorziening op grond van art. 54 t/m art. 57 WIJ 47. Het afstemmen van de inkomensvoorziening ingevolge de WIJ en de Maatregelenverordening WIJ B&W Mg ja B&W Mg ja B&W Mg ja 48. Het uitvoeren van de handhavingsverordening WWB en WIJ 49. Het doorzenden van de aanvraag Ioaw naar andere gemeente en het aanhangig maken van een domiciliegeschil op grond van art. 12 Ioaw 50. Het vragen van inlichtingen aan de belanghebbende op grond van art. 13 Ioaw 7
Nr. Omschrijving Mandaatgever Mandataris Soort Ondermandaat Bijzonderheden 51. Het vaststellen welke gegevens in ieder geval moeten worden verstrekt en de wijze waarop dit moet gebeuren op grond van art. 14 Ioaw 52. Het vaststellen van het recht op uitkering Ioaw op grond van art. 15 Ioaw 53. Het opschorten, herzien of intrekken van het recht op uitkering Ioaw op grond van art. 17 Ioaw 54. Het opschorten van het recht op uitkering Ioaw bij afwijking adres op grond van art. 17a Ioaw 55. Het nemen van besluiten omtrent terug- en invordering, en verrekening op grond van artt. 25 t/m 28 Ioaw 56. Het vragen van inlichtingen aan personen, de werkgever en instanties op grond van artt. 44 en 45 Ioaw 57. Het melden van een vermoeden van misdrijf naar andere organen op grond van art. 47 Ioaw 58. Het verstrekken van inlichtingen aan andere instanties op grond van art. 48 Ioaw 59. Het indienen van het beeld van de uitvoering op grond van art. 54 Ioaw 60. Het verstrekken van inlichtingen aan de minister op grond van art. 55 Ioaw 61. Het doorzenden van de aanvraag Ioaz naar andere gemeente en het aanhangig maken van een domiciliegeschil op grond van art. 12 Ioaz 62. Het vragen van inlichtingen aan de belanghebbende op grond van art. 13 Ioaz 63. Het vaststellen welke gegevens in ieder geval moeten worden verstrekt en de wijze waarop dit moet gebeuren op grond van art. 14 Ioaz 64. Het vaststellen van het recht op uitkering Ioaz op grond van art. 15 Ioaz 8
Nr. Omschrijving Mandaatgever Mandataris Soort Ondermandaat Bijzonderheden 65. Het opschorten, herzien of intrekken van het recht op uitkering Ioaw op grond van art. 17 Ioaz 66. Het opschorten van het recht op uitkering Ioaz bij afwijking adres op grond van art. 17a Ioaz 67. Het nemen van besluiten omtrent terug- en invordering, en verrekening op grond van artt. 25 t/m 28 Ioaz 68. Het vragen van inlichtingen aan personen, de werkgever en instanties op grond van artt. 44 en 45 Ioaz 69. Het melden van een vermoeden van misdrijf naar andere organen op grond van art. 47 Ioaz 70. Het verstrekken van inlichtingen aan andere instanties op grond van art. 48 Ioaz 71. Het verstrekken van inlichtingen aan de minister op grond van art. 55 Ioaz 72. Het definitief vaststellen van het netto-inkomen en het nemen van nadere beslissingen over de verleende bijstand op grond van art. 12 Bbz 73. Het verlenen van bijstand aan de zelfstandige ter gedeeltelijke aflossing of volledige betaling van een bedrijfsschuld op grond van art. 17 Bbz 74. Het ambtshalve omzetten van de bijstand in een bedrag om niet op grond van art. 21 Bbz 75. Het onderzoeken of het bedrijf of zelfstandig beroep nog levensvatbaar is op grond van art. 23 lid 3 Bbz 76. Het besluiten over het verlenen van bijstand voor de voorbereidingskosten op grond van art. 29 Bbz 77. Het beslissen op de aanvraag Bbz op grond van art. 35 Bbz 78. Het opleggen van verplichtingen voor een doelmatige bedrijfsvoering en het opleggen van verplichtingen bij een geldlening en borgtocht op grond van artt. 38 en 39 Bbz 79. Het besluiten op verzoeken tot uitstel of verlaging van de betaling op grond van art. 41 Bbz 9
Nr. Omschrijving Mandaatgever Mandataris Soort Ondermandaat Bijzonderheden 80. Het besluiten over het meewerken aan een schuldenregeling op grond van art. 42 Bbz 81. Het terugvorderen en invorderen van verleende bijstand op grond van artt. 44 t/m 47 Bbz 82. Het verstrekken van inlichtingen aan de minister op grond van art. 55 Ioaz 83. Het beslissen op de aanvraag om een sociaal medische indicatie op grond van art. 23 Wk 84. Het beslissen op de aanvraag om een tegemoetkoming op grond van art. 26 Wk 85. Het vragen van inlichtingen op grond van art. 28 Wk 86. Het beslissen over de voortzetting van de aanspraak op tegemoetkoming op grond van art. 35 Wk 87. Het invorderen van aan de gemeente verschuldigde bedragen op grond van art. 38 Wk 10
Bijlage Awb Afdeling 10.1.1. Mandaat Artikel 10:1 Onder mandaat wordt verstaan: de om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen. Artikel 10:2 Een door de gemandateerde binnen de grenzen van zijn genomen besluit geldt als een besluit van de mandaatgever. Artikel 10:3 1. Een bestuursorgaan kan mandaat verlenen, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de zich tegen de mandaatverlening verzet. 2. Mandaat wordt in ieder geval niet verleend indien het betreft een : a. tot het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften, tenzij bij de verlening van die in mandaatverlening is voorzien; b. tot het nemen van een besluit ten aanzien waarvan is bepaald dat het met versterkte meerderheid moet worden genomen of waarvan de aard van de voorgeschreven besluitvormingsprocedure zich anderszins tegen de mandaatverlening verzet; c. tot het beslissen op een beroepschrift; d. tot het vernietigen van of tot het onthouden van goedkeuring aan een besluit van een ander bestuursorgaan. 3. Mandaat tot het beslissen op een bezwaarschrift of op een verzoek als bedoeld in artikel 7:1a, eerste lid, wordt niet verleend aan degene die het besluit waartegen het bezwaar zich richt, krachtens mandaat heeft genomen. 4. Indien artikel 5:53 van toepassing is, wordt mandaat tot het opleggen van een bestuurlijke boete niet verleend aan degene die van de overtreding een rapport of proces-verbaal heeft opgemaakt. Artikel 10:4 1. Indien de gemandateerde niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van de mandaatgever, behoeft de mandaatverlening de instemming van de gemandateerde en in het voorkomende geval van degene onder wiens verantwoordelijkheid hij werkt. 2. Het eerste lid is niet van toepassing indien bij wettelijk voorschrift in de tot de mandaatverlening is voorzien. Artikel 10:5 1. Een bestuursorgaan kan hetzij een algemeen mandaat hetzij een mandaat voor een bepaald geval verlenen. 2. Een algemeen mandaat wordt schriftelijk verleend. Een mandaat voor een bepaald geval wordt in ieder geval schriftelijk verleend indien de gemandateerde niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van de mandaatgever. Artikel 10:6 1. De mandaatgever kan de gemandateerde per geval of in het algemeen instructies geven ter zake van de uitoefening van de gemandateerde. 2. De gemandateerde verschaft de mandaatgever op diens verzoek inlichtingen over de uitoefening van de. Artikel 10:7 De mandaatgever blijft bevoegd de gemandateerde uit te oefenen. Artikel 10:8 1. De mandaatgever kan het mandaat te allen tijde intrekken. 2. Een algemeen mandaat wordt schriftelijk ingetrokken. Artikel 10:9 1. De mandaatgever kan toestaan dat ondermandaat wordt verleend. 2. Op ondermandaat zijn de overige artikelen van deze afdeling van overeenkomstige toepassing. Artikel 10:10 Een krachtens mandaat genomen besluit vermeldt namens welk bestuursorgaan het besluit is genomen. Artikel 10:11 1. Een bestuursorgaan kan bepalen dat door hem genomen besluiten namens hem kunnen worden ondertekend, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de zich hiertegen verzet. 2. In dat geval moet uit het besluit blijken, dat het door het bestuursorgaan zelf is genomen. Artikel 10:12 Deze afdeling is van overeenkomstige toepassing indien een bestuursorgaan aan een ander, werkzaam onder zijn verantwoordelijkheid, volmacht verleent tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, of machtiging verleent tot het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn. 11