Datum 18 oktober 2005



Vergelijkbare documenten
Gelet op de artikelen 49 en 50 van de Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen;

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2011

Voorlopige wijziging bedragen WWB, IOAW en IOAZ per 1 januari 2012

BEELD VAN DE UITVOERING 2012

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2006

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ, Bbz en WWIK per 1 januari 2011

Voorlopige wijziging bedragen WWB, IOAW en IOAZ per 1 juli 2012

Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ, Bbz en WWIK per 1 januari 2011

Inleiding 1. Aanpassing kostendelersnormsystematiek 2. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wet uniformering loonbegrip

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2007

Wet Uniformering Loonbegrip Per 1 januari 2013

Wijziging bedragen. per 1 juli WWB, IOAW en IOAZ. Inleiding

Wijziging bedragen WWB, IOAW en IOAZ per 1 januari 2013

Afdeling Samenleving Richtlijn 330 Ingangsdatum:

Wijziging bedragen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2008

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

De zorgverzekeringswet

Wijziging bedragen Participatiewet

TOELICHTING BIJ HET BEELD VAN DE UITVOERING 2017

De raad van de gemeente Tholen. Tholen, 25 oktober 2016

Wijziging bedragen. WWB, IOAW, IOAZ en Bbz 2004 per 1 januari Inleiding

Vooraankondiging wijziging bedragen WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ en WIK per 1 januari 2004

Bent u ziekenfonds of particulier?

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 1 april 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Zorgverzekeringswet per 1 januari 2006 bij wonen in België en werken in Nederland

Zorgverzekeringswet. Zorgverzekeringswet

ARTIKEL II WET UITKERINGEN BURGER-OORLOGSSLACHTOFFERS

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

De Raad van de gemeente Ede,

Bijlage 4, bedoeld in artikel 7b, derde lid, Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004

R P 3 M E R A L. OKT r '"> No. Kcnnisi temen Afdoen Bespreken Advies

Bijlage 4, bedoeld in artikel 7b, derde lid, Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004

MEMO. Datum : 18 oktober : Raad van de gemeente Eemsmond. : College van burgemeester en wethouders

Financiële regeling voor langdurige minima: langdurigheidstoeslag

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van. 2012, Z-.;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Regeling zorgverzekering

Loonheffingen. Verwerking teruggaaf inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet en premies werknemersverzekeringen 2007

Toelichting meldingen na het verzenden van de aangifte loonheffingen

Nieuwsbrief Loonaangifte 2006

30238 Wijziging van een aantal socialeverzekeringswetten en enige andere wetten (Verzamelwet sociale verzekeringen 2006)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Financieringssystematiek Wet werk en bijstand

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Gemeente Noord Beveland

Tijdens het begrotingsonderzoek heb ik toegezegd u nog aanvullende informatie toe te zenden.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Wijziging bedragen WWB, WIJ, IOAW, IOAZ en WWIK per 1 juli 2010

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van [[Datum openlaten]], nr. [[nr. invullen]], ;

Kinderopvangtoeslag Een bijdrage in de kosten voor kinderopvang. Leuker kunnen we t niet maken. Wel makkelijker.

AMF een goed geregeld pensioen. Bulletin Algemeen Mijnwerkersfonds 2005

Datum Betreft antwoorden naar aanleiding van vragen van de leden Knops en Omtzigt

Toelichting foutmeldingen werknemersgegevens

.l,,. l,. l..,l,l,l.., l ll..

Loonheffingen. In deze mededeling vindt u informatie over de volgende onderwerpen:

Nota. 1. Inleiding. Samenleving. Advies. Doorkiesnummers: Telefoon Aan Het college van burgemeester en wethouders.

Uitwerking examentraining BKL Loonheffingen 2016/2017

Inleiding 1. Aanpassing kostendelersnormsystematiek 2. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ 3. Aanpassing vrijlating medisch-uren beperkten IOAW en IOAZ

Uitvoeringsbesluit collectieve zorgverzekering minima Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geertruidenberg;

Rekenregels per 1 januari 2008

Financiële effecten van de Participatiewet

Normenbrief normen per 1 januari 2018

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

BELEIDSREGEL GEMEENTELIJKE TEGEMOETKOMING (KOA-kopje) IN DE KOSTEN KINDEROPVANG 2013 GEMEENTE MENTERWOLDE

de Verordening tegemoetkoming kosten kinderopvang

Rapport. Datum: 3 mei 2007 Rapportnummer: 2007/084

Verordening individuele inkomenstoeslag 2015 GR Ferm Werk

Premiekorting voor jongere werknemer

Inleiding. Belastingdienst Document voorbeelden 'Wet arbeidsmarkt in balans' Pagina 1 van 33

Wanneer moet de sociale dienst een belastingaanslag betalen?

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Normenbrief 1 januari 2019

Zorgtoeslag 2007 Een bijdrage in de premiekosten van uw zorgverzekering. Zo geregeld!

B en W. nr d.d

Aanvragen zorgtoeslag. Ik regel het meteen!

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Algemene wet inzake rijksbelastingen. Wijziging Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 1998

Financiering Bijstand. Bastiaan Ouwehand Tim Mulder

vast te stellen: de volgende Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012-A gemeente Heerde.

Verordening individuele inkomens- en studietoeslag Zaanstad 2015

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deurne 2018

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 26 augustus 2010;

Tour de Zorg Etappe 2: De Bergetappe

Wijzigingen in de loonheffingskorting 2019 voor niet-inwoners van Nederland

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wijziging bedragen. WWB, IOAW en IOAZ. Inleiding

Nota SiSa tussen medeoverheden voor een aantal SZW uitkeringen. Circulaire SiSa

10. Een WBSO-verklaring

Tweemeting Uitstroomdoelstelling re-integratieondersteuning Voorlopige cijfers 2006 en eerste halfjaar 2007

Uitwerking examentraining BKL Loonheffingen 2018/2019

- Daarnaast is in 2012 de bijdrage van werkgevers verhoogd van ruim 700 miljoen naar ruim 1 miljard.

Transcriptie:

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Telefax (070) 333 40 33 Uw brief Onderwerp Verzamelbrief september / oktober 2005 Ons kenmerk Intercom/2005/78750 Datum 18 oktober 2005 Door middel van de Verzamelbrief informeer ik u over enkele relevante ontwikkelingen op het terrein van werk en inkomen. Deze maand bevat de brief informatie over de volgende onderwerpen: 1. Budgetten WWB 2005 en 2006 2. Digitaal klantdossier 3. Nieuw zorgstelsel: de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet op de zorgtoeslag 4. Invoering Loonaangifte 2006 en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet 5. Regels met betrekking tot uit- en aanbesteden van reïntegratiediensten 6. Levensvatbaarheidsonderzoek in het kader van het Bbz in relatie tot aanvullend onderzoek naar schuldsituatie van een zelfstandig ondernemer 7. Schatting belastbare inkomens 2006 ten behoeve van de aanvraag van toeslagen en voorlopige teruggave

1. Budgetten WWB 2005 en 2006 (zie bijlage pagina 9-12) Veel gemeenten hebben vragen gesteld over de gemeentelijke WWB-budgetten die op 30 september 2005 bekend werden gemaakt. Gemeenten willen weten waarom hun definitieve budget 2005 en voorlopige budget 2006 afwijkt van hetgeen zij verwacht hadden. In de toelichting op het gemeenteloket is vermeld dat die afwijking twee oorzaken heeft: - het macrobudget is verlaagd - de verdeelkenmerken zijn geactualiseerd. Verder is inmiddels duidelijk geworden dat bij de budgetten die op 30 september op het gemeenteloket zijn gepubliceerd de verdeelmaatstaf lage inkomens 15-64 jaar op een andere manier is berekend dan bij voorgaande budgetberekeningen. Vanuit oogpunt van consistentie herstel ik deze afwijking. Dit betekent dat de budgetten voor het inkomensdeel voor 2005 en 2006 worden aangepast. De aangepaste bedragen zijn vanaf vandaag op het gemeenteloket te lezen. In de bijlage licht ik een en ander toe. 2. Digitaal klantdossier Voor de zomer heb ik aan CWI gevraagd om, in afstemming met gemeenten en UWV, voor het einde van 2006 te zorgen voor de ontwikkeling van een digitaal klantdossier. Dit digitale dossier dient de gegevens en documenten van werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden te bevatten. Met dit digitale klantdossier wil ik de voorwaarden creëren voor een eenmalige vastlegging van cliëntgegevens. Daarom ben ik van plan om vanaf 2007 dubbele gegevensuitvraag in de keten van werk en inkomen te verbieden. De uitvoeringsorganisaties dienen toegang te krijgen tot dit digitale dossier. De cliënt zal op termijn ook dit dossier kunnen raadplegen. Door CWI is een projectorganisatie opgezet die wordt aangestuurd door een stuurgroep, waarin VNG en Divosa vertegenwoordigd zijn. Binnen het project is een deelproject gemeenten opgezet door het Coördinatiepunt ICT gemeenten van Divosa en VNG, met ongeveer 30 kopgroepgemeenten. Zij zetten op een rij wat nodig is om het digitale klantdossier bij gemeenten tot een succes te maken. De kopgroepgemeenten worden tijdens het hele traject nauw bij de ontwikkeling van het dossier betrokken. Vanuit het deelproject voor gemeenten worden afspraken met de ICT-leveranciers voorbereid en wordt de communicatie naar gemeenten geregeld. Onlangs heb ik overleg gevoerd met VNG en Divosa en een deel van de kopgroepgemeenten en heb ik bestuurlijk overleg gevoerd met de VNG over het digitaal klantdossier. In deze overleggen is de noodzaak van digitaal klantdossier door gemeenten onderschreven en is een aantal aandachtspunten aangedragen voor de uitwerking. Voor de eerste fase van het project (2005) heb ik een budget beschikbaar gesteld van 5 mln. Op korte termijn wordt een aantal onderzoeken verricht om de technische en functionele inrichting van het digitaal klantdossier verder aan te scherpen. Divosa en VNG zullen gemeenten via hun eigen kanalen op de hoogte houden van de ontwikkelingen. Het digitaal klantdossier zal o.a. als thema aan de orde komen op de Gemeentedagen van 26 oktober, 9 en 17 november a.s. 2

3. Nieuw zorgstelsel: de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet op de zorgtoeslag (zie bijlage pagina 13-15) Op 1 januari 2006 gaat de nieuwe zorgverzekering van start. Dit heeft gevolgen voor alle burgers van Nederland en daarmee ook voor de cliënten van Sociale Diensten. Het ministerie van VWS en Divosa werken samen met het Ministerie van SZW aan specifieke voorlichting voor Sociale Diensten over de gevolgen van deze stelselwijziging. In de bijlage bij deze brief kondigen we belangrijke momenten aan waar de burger mee te maken gaat krijgen. Voor elk belangrijk invoeringsmoment zult u van tevoren nog inhoudelijke informatie krijgen. De bedoeling hiervan is dat de Sociale Diensten de burger goed kunnen informeren. In een volgende verzamelbrief zal een update van de informatie worden gegeven. Het nieuwe zorgstelsel zal besproken worden in de VWS-workshop tijdens de SZWgemeentedagen. 4. Invoering Loonaangifte 2006 en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (zie bijlage pagina 16-21) Met ingang van 1 januari 2006 krijgen sociale diensten te maken met de gevolgen van de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) en de Wet administratieve lastenverlichting en vereenvoudiging in sociale verzekeringswetten (Walvis), inmiddels beter bekend als Loonaangifte 2006. Loonaangifte 2006 heeft geen gevolgen voor het recht op en de hoogte van gemeentelijke uitkeringen. De Zorgverzekeringswet maakt geen onderdeel uit van Loonaangifte 2006. De inkomensafhankelijke bijdrage van de Zvw heeft wel invloed op de gemeentelijke uitkeringen en daardoor ook op de loonaangifte. De gevolgen van Loonaangifte 2006 voor de sociale diensten hebben met name betrekking op de inrichting van de uitkeringsadministratie. Die dient te worden aangepast aan de gewijzigde informatie-uitwisseling met Belastingdienst en UWV en de gewijzigde loonaangiftesystematiek. In aansluiting op eerdere Verzamelbrieven is in de bijlage een overzicht opgenomen van de hoofdlijnen van Loonaangifte 2006. Daarin komen ook de gevolgen aan de orde die de per 1 januari 2006 inwerking tredende Zorgverzekeringswet heeft voor de premieheffing over uitkeringen ingevolge de WWB, IOAW, IOAZ en WWIK. Voorts wordt besproken hoe u aan nadere informatie over Loonaangifte 2006 kunt komen. Om misverstanden te voorkomen wijs ik op het volgende. Naast het implementatietraject voor sociale diensten loopt er een soortgelijk traject voor de gemeentelijke salarisadministraties, die door Belastingdienst en UWV geïnformeerd worden over Loonaangifte 2006. Gezien de verschillen tussen sociale diensten en salarisadministraties is het materiaal uit de afzonderlijke implementatietrajecten níet onverkort onderling uitwisselbaar! 3

5. Regels met betrekking tot uit- en aanbesteden van reïntegratiediensten De veranderingen in de regels met betrekking tot uit- en aanbesteden van reïntegratiediensten blijken tot onduidelijkheden te leiden bij gemeenten. Daarom wordt een en ander hieronder kort samengevat. Zie ook de verzamelbrieven van maart en juni 2005 voor meer informatie. Streven om uitbestedingsverplichting voor reïntegratie m.i.v. 1 januari 2006 te laten vervallen Op 3 juni jl. heeft het kabinet besloten om een voorstel tot wijziging van de WWB (i.c.artikel 7, vierde lid) naar het parlement sturen. In het wetsvoorstel, dat inmiddels in de Tweede Kamer ligt, wordt voor de gemeenten de uitbestedingsplicht van reïntegratiewerkzaamheden in de WWB en de hiermee corresponderende artikelen in de IOAW, IOAZ en WWIK afgeschaft. Dit zou betekenen dat gemeenten vanaf 2006 zelf kunnen beslissen in hoeverre ze een derde partij inschakelen om bijstandsgerechtigden en personen in de genoemde overige regelingen aan het werk te helpen. Tot nog toe zijn gemeenten verplicht een deel van hun budget uit te geven aan private reïntegratiebedrijven. Als het wetsvoorstel wordt aangenomen krijgen gemeenten straks volledige vrijheid en ze kunnen er dan ook voor kiezen om zelf reïntegratietaken uit te voeren. De aanbestedingsregels uit het Besluit SUWI zijn inmiddels vervallen De bijzondere procedureregels aanbesteding van reïntegratie werkzaamheden door UWV en gemeenten zijn vervallen (het betreffende besluit is gepubliceerd in het Staatsblad op 17 juni 2005, nr. 351). Dit betekent, dat zowel het voorschrift dat verschillende offertes dienen te worden gevraagd als het voorschrift voor de wijze van beoordeling van de offertes aan de hand van vergelijkbare kosten in artikel 4.1, derde lid, zijn vervallen. De colleges van burgemeester en wethouders mogen in hun verantwoording WWB over 2005 handelen alsof de aanbestedingsregels al vanaf 1 januari 2005 zijn vervallen. Dit betekent dat over het jaar 2005 geen financiële maatregelen aan gemeenten opgelegd worden voorzover tekortkomingen betrekking hebben op deze aanbestedingsregels. De Europese aanbestedingsregels blijven gelden Naast de aanbestedingsregels conform artikel 4.1 van het Besluit SUWI bestaan echter ook Europese aanbestedingsregels. Onlangs is het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten (Bao) gepubliceerd (Staatsblad nr. 408, d.d. 16 juli 2005). Dit besluit treedt per 1 december 2005 in werking. Met de publicatie van dit besluit geeft Nederland invulling aan de verplichting tot implementatie van de nieuwe aanbestedingsrichtlijn 2004/18/EG, welke in maart 2004 door het Europese parlement is aangenomen. Deze richtlijn vervangt onder andere de - in de tekst van de verzamelbrief van maart jl. nog genoemde - richtlijn 92/50/EEG. Naast de bepalingen in de aanbestedingsrichtlijn zijn ook de daaraan ten grondslag liggende fundamentele regels en beginselen van het EG-verdrag van belang, zoals de beginselen van non-discriminatie, gelijke behandeling en transparantie. Indien UWV en gemeenten uitbesteden, blijven deze Europese aanbestedingsregels onverkort van kracht. Voor een uitgebreide toelichting op de Europese aanbestedingsregels verwijs ik u naar de bijlage bij de verzamelbrief van maart jl. 4

Aanbesteden in relatie tot ESF Hoe zit het met de aanbestedingsrege ls in gevallen waarin een beroep wordt gedaan op ESFfinanciering? Het Agentschap SZW heeft in afstemming met de Europese Commissie de uitvoeringsvoorwaarden (met name de wijze van publicatie van de offerte-aanvraag) geconcretiseerd. Zie hierover meer in de Handleiding Projectadministratie ESF-3. Deze is te vinden op de website van het Agentschap: agentschap.szw.nl. 6. Levensvatbaarheidsonderzoek in het kader van het Bbz in relatie tot aanvullend onderzoek naar schuldsituatie van een zelfstandig ondernemer In het kader van bijstandsverlening krachtens het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004) aan gevestigde zelfstandigen geven enkele gemeenten in voorkomende gevallen aan daartoe gespecialiseerde bureaus opdracht tot het verrichten van een onderzoek naar de schuldensituatie (schuldverificatie). Een dergelijk onderzoek vindt plaats naast het al dan niet door een deskundige derde uitgevoerde levensvatbaarheidsonderzoek op grond van artikel 56, eerste lid, onderdeel b, Bbz 2004 en is aldus de desbetreffende gemeenten noodzakelijk om een volledig beeld te verkrijgen van de financiële situatie waarin de zelfstandige verkeert. Op grond van eerder genoemd artikel kunnen kosten van een aan derden opgedragen onderzoek inzake de verlening van algemene bijstand en bijstand ter voorziening in de behoefte aan bedrijfskapitaal aan zelfstandigen als bedoeld in artikel 2, Bbz tot aan een bepaald maximum voor 90% worden gedeclareerd bij het rijk. Blijkens de toelichting bij de Regeling financiering en verantwoording IOAW, IOAZ en Bbz 2004 wordt onder dit onderzoek verstaan, "een bedrijfseconomisch of bedrijfstechnisch onderzoek, waaronder begrepen de taxatie van vermogensbestanddelen, voorzover dit onderzoek noodzakelijk is voor de uitvoering van de Ioaz of het Bbz 2004". Uit deze definitie van het levensvatbaarheidsonderzoek blijkt dat dit onderzoek inzage dient te geven in de financiële situatie van de zelfstandige, waardoor de noodzaak van een extra onderzoek zoals schuldverificatie ontbreekt. Een aanvullend onderzoek als schuldverificatie kan om die reden en ook om reden dat een dergelijk onderzoek niet kan worden opgevat als een vervolgonderzoek als bedoeld in artikel 5, tweede lid, onderdeel b, Wfa IOAW/IOAZ en Bbz 2004, niet voor declaratie in aanmerking komen. Overigens is het wel mogelijk om de kosten verbonden aan schuldsanering te betrekken bij de vaststelling van de hoogte van de noodzakelijke kredietverstrekking. 5

7. Schatting belastbare inkomens 2006 ten behoeve van de aanvraag van toeslagen en voorlopige teruggave Momenteel is de Belastingdienst/Toeslagen bezig met het verzenden van aanvraagformulieren voor toeslagen (zorgtoeslag, huurtoeslag, toeslag kinderopvang). Op het aanvraagformulier moet het verwachte inkomen voor 2006 worden opgegeven. In verband hiermee is onderstaand een overzicht opgenomen van de desbetreffende bijstandsinkomens 2006, gebaseerd op de laatste inzichten ten aanzien van belasting en premies voor het jaar 2006. Het verwachte inkomen voor 2006 is ook van belang voor de aanvraag van een voorlopige teruggaaf. gehuwd, per partner 8.750,00 alleenstaande ouder - zonder toeslag 11.220,00 - met toeslag 16.060,00 alleenstaande - zonder toeslag 8.750,00 - met toeslag 13.590,00 jonger dan 21 jaar zonder kinderen alleenstaande 18, 19 of 20 jaar 2.660,00 gehuwden, beide partners < 21 jr 5.310,00 gehuwden, een partner < 21 jr, de ander > 21 12.930,00 jonger dan 21 jaar met kinderen alleenstaande ouder 5.730,00 gehuwden, beide partners < 21 jr 9.860,00 gehuwden, een partner < 21 jr, de ander > 21 17.760,00 6

Adres Belastingdienst CPP In de Verzamelbrief van juli/augustus stond informatie over het aanleveren van bestanden met sofi-nummers in november 2005 (bijlage pagina 31). Het adres waarnaar gemeenten zonder GemNet VT account hun gegevens kunnen sturen bevatte een fout kamernummer. Het juiste adres is: Belastingdienst CPP t.a.v. Kees Hollestein (K2.45) Roggestraat 111 7311 CC Apeldoorn Gemeentedagen 2005 Ik maak nog graag van deze gelegenheid gebruik om de Gemeentedagen 2005 onder de aandacht te brengen. De eerste is al op 26 oktober. Aanmelden kan nog via gemeenteloket.bijeenkomsten.szw.nl. Hoofdthema van de dagen is de effectiviteit van het reïntegratiebeleid. De WWB is goed uit de startblokken gekomen. Gemeenten maken steeds meer gebruik van de mogelijkheden die ze hebben. We lopen echter geen sprint, maar een marathon. Het is een kwestie van lange adem om lastige doelgroepen aan de slag of in ieder geval verder te helpen. Ik hoop dat de Gemeentedagen 2005 u daarbij een steuntje in de rug zullen geven. Wilt u de verzamelbrief in het vervolg digitaal ontvangen, dan kan dat. Stuur een e-mail met uw naam, gemeente, functie en e-mail adres naar verzamelbrief@minszw.nl. De eerste tijd zult u tevens de papieren versie blijven ontvangen. E-mail berichten die meer informatie bevatten dan bovenstaande onderwerpen, zullen niet worden beantwoord. Voor vragen met betrekking tot de verzamelbrief kunt u een e-mail sturen naar gemeenteloket@minszw.nl. De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, (H.A.L. van Hoof) 7

Bijlagen bij Verzamelbrief september 2005 8

1. Budgetten WWB 2005 en 2006 Algemeen Met de invoering van de Wet werk en bijstand is de declaratiesystematiek voor bijstandsuitkeringen volledig afgeschaft. Gemeenten krijgen sindsdien een budget waaruit zij de kosten van bijstandsuitkeringen kunnen voldoen. Een overschot mogen zij houden; een tekort moeten zij zelf dragen (in bepaalde gevallen is een aanvullende uitkering van het rijk mogelijk). Het gemeentelijk budget wordt globaal genomen in twee stappen bepaald. Allereerst wordt bepaald hoe groot het macrobudget moet zijn om alle uitkeringen in heel Nederland van te kunnen betalen. Hierbij speelt het Centraal Planbureau een belangrijke rol. Het CPB stelt een volumeraming op. Die is gebaseerd op het aantal uitkeringen in het voorgaande jaar, de verwachte ontwikkeling van de conjunctuur en de gevolgen van rijksbeleid (bijvoorbeeld de wijzigingen in de WAO en WW). De tweede stap is de verdeling van dit budget over gemeenten. Grote gemeenten krijgen hun budget toebedeeld op basis van objectieve verdeelkenmerken. Bij kleine gemeenten wordt het budget verdeeld op basis van het historisch aandeel in de uitgaven van alle kleine gemeenten samen. Het budget voor elke gemeenten wordt voorafgaand aan het uitvoeringsjaar vastgesteld. Omdat dan nog niet alle relevante gegevens bekend zijn en met name de conjunctuur een onzekere factor is, wordt het budget een jaar later (in september van het uitvoeringsjaar) definitief vastgesteld. Ook de verdeelkenmerken kunnen dan worden geactualiseerd. Daarna vindt geen nacalculatie meer plaats. Dat zou immers in strijd zijn met het beginsel dat gemeenten zelf financieel verantwoordelijk zijn en de opbrengst van een beter dan gemiddelde prestatie zelf mogen houden. Verlaging macrobudget 2005 De economie heeft zich in 2005 minder ongunstig ontwikkeld dan ten tijde van de berekening van de voorlopige budgetten (september 2004) werd verwacht. Bovendien kwam het aantal bijstandsuitkeringen in 2004 lager uit. Hierover heb ik u in het voorjaar geïnformeerd. In de zomermaanden hebben nog enkele kleinere bijstellingen plaatsgehad die te maken hadden met het niet of later doorgaan van maatregelen op rijksbeleid. U kunt hierbij denken aan de alimentatiewetgeving. De verlaging van het macrobudget 2005 bedraagt 7 procent. Dat is bijna evenveel als ik eerder heb aangekondigd. Ten opzichte van de indicatie die in het voorjaar is afgegeven op grond van de inzichten uit het Centraal Economisch Plan (CEP) is het budget nog een weinig verhoogd met 14 mln. Het definitieve budget 2005 komt hiermee uit op 4.564,6 mln. Dit komt overeen met een volume van 385.000. Hieronder is de opbouw weergegeven, waarbij u de vergelijking kunt maken met de opbouw zoals die september 2004 bestond. Opbouw t.b.v. budget 2005 bij voorlopig budget (september 2004) bij definitief budget (september 2005 Volume 2004 <65 345.000 337.000 Effect conjunctuur 34.000 + 15.000 + Effecten rijksbeleid 15.000 + 7.000 + Totaal <65 394.000 359.000 Volume >64 25.000 + 25.000 + Totaal aantal uitkeringen 419.000 (afgerond) 385.000 (afgerond) 9

Verlaging macrobudget 2006 Ook in 2005 verloopt de economie gunstiger dan eerder verwacht. Bovendien stijgt, zoals opgemerkt, het aantal bijstandsuitkeringen niet of nauwelijks. Eerder was verwacht dat er wel sprake zou zijn van een stijging in 2005. Het budget voor 2006 was aanvankelijk op die stijging berekend. Pas medio augustus 2005 werd duidelijk dat hiervan geen sprake was. De raming voor 2006 is daarop aangepast. U hebt hier pas voor het eerst iets over kunnen lezen in de begroting die op Prinsjesdag verscheen en in de berichten die over de begroting op het gemeenteloket zijn gepubliceerd. Ik begrijp dat dit bericht voor u in een laat stadium komt. De gevolgde methodiek vloeit echter voort uit de afspraken die ik met de VNG en ook met de Tweede Kamer heb gemaakt over het moment van budgetvaststelling. Juist door het macrobudget pas in september te bepalen kunnen alle relevante gegevens betrokken worden in de raming van een toereikend budget. Hiermee wordt voorkomen dat het budget teveel afwijkt van de werkelijke ontwikkeling van de bijstandsuitgaven. Het voorlopige macrobudget 2006 is vastgesteld op 4.338,1 mln. Dit komt overeen met een geraamd volume van 374.000. Hieronder is weergegeven hoe dit is opgebouwd en hoe het zich verhoudt tot de eerdere raming bij het indicatief budget. Opbouw t.b.v. budget 2006 Bij indicatief budget (juli 2005) Bij voorlopig budget (oktober 2005) Geraamd volume 2005 <65 362.000 340.000 Geraamd effect conjunctuur 14.000 + 3.000 + Geraamd effect rijksbeleid 3.000 + 5.000 + Totaal <65 379.000 348.000 Raming volume >64 27.000 + 27.000 + Totaal aantal uitkeringen 405.000 (afgerond) 374.000 (afgerond) Actualisatie verdeelmaatstaven Uitgangspunt is om de verdeling van het macrobudget zo goed mogelijk te laten aansluiten bij de actualiteit. Dat is van belang voor groeigemeenten. Ook voor andere gemeenten is dat echter van belang; het budget sluit dan beter aan bij recente ontwikkelingen van bijvoorbeeld de werkgelegenheid. Daarom wordt (dit jaar voor het eerst) bij de definitieve budgetvaststelling rekening gehouden met actuelere gegevens van de verdeelmaatstaven. In onderstaande tabellen is weergegeven welk peiljaar op de verschillende momenten is gehanteerd. Ook voor het bepalen van het zogeheten historisch kostenaandeel worden recentere gegevens gebruikt. Deze actualisatie leidt in sommige gevallen tot behoorlijke veranderingen in de budgetten voor individuele gemeenten. U kunt dit ook nagaan door de beschikking van het voorlopig budget 2005 te vergelijken met die van het definitief budget. Binnenkort zal ik op het gemeenteloket een overzicht laten plaatsen waarmee gemeenten kunnen zien hoe dat voor hun gemeente in zijn werk is gegaan. Ook de voorlopige budgetten voor 2006 wijken om deze reden af van het indicatieve budget dat eerder werd gepubliceerd. Ook hier zal ik via het gemeenteloket meer inzicht bieden in de achtergronden. 10

Verdeelkenmerken t.b.v. budget 2005 Peiljaar bij voorlopig budget Peiljaar bij definitief budget Lage inkomens 15-64 jaar (% van huishoudens 15-64 jaar met inkomen) 1999-2001 2000-2002 Eenouderhuishoudens 15-44 jaar (% van huishoudens 15-64 jaar) 2003 2004 Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen (% van inwoners 15-64 jaar) 2003 2004 Totaal allochtonen 15-64 jaar (% van inwoners 15-64 jaar) 2004 2005 Laag opgeleiden 15-64 jaar (% van inwoners 15-64 jaar) 2000-2002 2001-2003 Regionaal klantensurplus ( x 1.000) 2003 2004 Omgevingsadressendichtheid x woningen (x 1.000.000) 2003 2004 Werkzame beroepsbevolking (% van totale beroepsbevolking) 2000-2002 2002-2004 Banen handel, horeca en schoonmaak (% van banen COROP-niveau) 2001 2003 Procentuele banengroei in COROP-regio 2000 2002 2001-2003 Aantal banen (in % van totale beroepsbevolking op COROP-niveau) 2001 2003 Aandeel langdurig bijstandsgerechtigden 2001 (% huishoudens 15-64 jr) 2001 2001 Totaal aantal huishoudens 2003 2004 Historische kosten 2002 2003 Verdeelkenmerken t.b.v. budget 2006 Peiljaar bij indicatief budget Peiljaar bij voorlopig budget Lage inkomens 15-64 jaar (% van huishoudens 15-64 jaar met inkomen) 1999-2001 2000-2002 Eenouderhuishoudens 15-44 jaar (% van huishoudens 15-64 jaar) 2003 2004 Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen (% van inwoners 15-64 jaar) 2003 2004 Totaal allochtonen 15-64 jaar (% van inwoners 15-64 jaar) 2003 2005 Laag opgeleiden 15-64 jaar (% van inwoners 15-64 jaar) 2000-2002 2001-2003 Huurwoningen (in % van het totaal aantal woningen) 2003 2004 Regionaal klantenpotentieel (in % van het aantal inwoners) 2003 2004 Inwoners in stedelijk gebied (% van inwoners) 2003 2004 Werkzame beroepsbevolking (% van totale beroepsbevolking) 2001-2003 2002-2004 Banen handel en horeca in COROP-regio (% van banen) 2002 2003 Procentuele banengroei in COROP-regio 2000-2002 2001-2003 Aantal banen in COROP-regio (% van totale beroepsbevolking) 2002 2003 Netto arbeidsparticipatie van vrouwen in COROP-regio 2003 2004 Totaal aantal huishoudens 2003 2004 Historische kosten 2003 2003 Beschikkingen 2005 en budgetten 2006 aangepast Bij de berekening van de gemeentelijke budgetten wordt gebruik gemaakt van een aantal objectieve verdeelkenmerken. Een daarvan is het kenmerk aandeel huishoudens met een laag inkomen. Hierbij is bij de berekening van de budgetten van 30 september gebruik gemaakt van een iets andere definitie dan die gebruikelijk voor de budgetberekening WWB door het CBS wordt aangeleverd. Uit oogpunt van consistentie wordt dit hersteld. Deze correctie leidt tot een aanpassing van de verdeling ten opzichte van die op 30 september bekend werd gemaakt. Macro gezien gaat het in 2005 om de herverdeling van een bedrag van 33 miljoen euro (0,7% van het macrobudget) en van 27 miljoen euro (0,6%) voor 2006. Gemeenten, die al een definitieve beschikking voor het jaar 2005 hebben ontvangen (verzonden 6 oktober), krijgen een nieuwe beschikking. 11

De eerdere beschikking wordt ingetrokken. Ook de bedragen die op 30 september 2005 via het gemeenteloket zijn geplaatst worden herroepen en vervangen. Dit geldt zowel voor de definitieve budgetten 2005 als voor de voorlopige budgetten 2006. Toekomst Het moment waarop de budgetten bekend worden komt voor velen van u ongelegen. Ik begrijp dat. Toch zijn er goede redenen om de budgetten pas in september bekend te maken; op die manier kunnen de laatste informatie over de gevolgen van rijksbeleid en de laatste informatie over de ontwikkeling van de conjunctuur betrokken worden in de raming. Daarmee is zoveel mogelijk gewaarborgd dat er sprake is van een toereikend macrobudget. Desalniettemin ben ik met de VNG in overleg over de mogelijke voor- en nadelen van een ander moment van vaststelling of een andere manier van werken waarmee meer stabiliteit van de budgetten geboden kan worden. Verdere informatie In de toelichting bij de beschikkingen vindt u gespecificeerd welke gegevens zijn gebruikt voor de berekening van uw budgetten. SZW organiseert samen met Divosa en VNG op maandag 24 oktober in Utrecht een landelijke bijeenkomst van 10.00uur tot 12.00uur in het Beatrix Theater (Maurits Foyer), Mineurslaan 9. Tijdens deze bijeenkomst zal onder meer een presentatie worden gegeven over de totstandkoming van het budget 2005 en de voorlopige budgetten 2006, waarbij wordt ingegaan op de verdeelkenmerken. Meer informatie hierover vindt u binnenkort op het gemeenteloket. Verder organiseert Divosa een aantal bijeenkomsten op 20 oktober in de regio Noord en op 16 november in de regio Oost waar medewerkers van SZW toelichting zullen geven. Op het gemeenteloket is alle in deze brief beschreven informatie ook terug te vinden. Binnenkort vindt u daar ook gemeentespecifieke informatie. 12

3. Nieuw zorgstelsel: de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet op de zorgtoeslag Op 1 januari 2006 verdwijnt het verschil tussen de particuliere ziektekostenverzekering en het ziekenfonds en gaat de nieuwe zorgverzekering van start. Iedereen betaalt dan een nominale premie aan een zorgverzekeraar naar keuze. Daarnaast wordt over bruto-inkomens en uitkeringen een inkomensafhankelijke bijdrage ingehouden. Deze bijdrage, een soort zorgpremie, wordt aan de Belastingdienst afgedragen. De zorgverzekering kent een wettelijk vastgesteld basispakket dat gelijk is aan het huidige ziekenfondspakket. Iedereen kan zich bij elke verzekeraar verzekeren voor dit pakket. Een verzekeraar is verplicht om voor dezelfde polis aan iedereen dezelfde premie te vragen; in geval van een collectief contract is een korting mogelijk tot 10% op de nominale premie. Om deze nieuwe zorgverzekering voor iedereen betaalbaar te houden, wordt een pakket maatregelen ingevoerd, waaronder de zorgtoeslag in het kader van de AWIR, het vervallen van de procentuele ziekenfondspremie, verlaging van de AWBZ-premie en aanvullende fiscale maatregelen. De precieze invulling van het compensatiepakket en de inkomensgevolgen zijn met Prinsjesdag duidelijk geworden. De zorgtoeslag is een inkomensafhankelijke toeslag, die rechtstreeks aan de rechthebbende wordt uitbetaald. september 2005: de Belastingdienst/toeslagen verstuurt de aanvraagformulieren voor de zorgtoeslag. Hierbij wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van vooringevulde formulieren. 1 november 2005: rechthebbenden die het aanvraagformulier voor 1 november terugsturen, krijgen half december de zorgtoeslag voor januari 2006 uitbetaald. november- 16 december 2005: o de zorgverzekeraars sturen hun huidige cliënten een aanbod voor een ziektekostenpolis die nauw aansluit bij het pakket dat mensen nu hebben. Als mensen niet voor 1 maart reageren, zijn ze automatisch via deze polis verzekerd; o de eerste maandelijkse zorgtoeslag wordt uitbetaald in verband met de nominale premie van januari. 1 januari 2006: de nieuwe zorgverzekering gaat in. 1 mei 2006: iedereen moet verzekerd zijn, anders riskeert men een boete. Wat betekent dit voor gemeenten? Vragen cliënten Sociale diensten kunnen worden geconfronteerd met vragen over de nieuwe Zorgverzekeringswet en de zorgtoeslag. Voor het aanvragen van de zorgtoeslag kunnen cliënten worden doorverwezen naar Hulp en Informatie Punten (de oude HIPs voor de huursubsidie) of zorgverzekeraars. Beide partijen zullen voor een cliënt de relevante gegevens kunnen opvragen bij de Belastingdienst/Toeslagen, om een aanvraag voor de zorgtoeslag te kunnen doen. Meer informatie is te vinden op www.denieuwezorgverzekering.nl (het onderdeel Veelgestelde vragen is desgewenst ook in te bouwen in een eigen website sociale dienst) en via Postbus 51 (0800-8051). 13

Vragen gemeenten Gemeenten kunnen vragen over de Zorgverzekeringswet stellen aan het ministerie van VWS via het volgende emailadres: zvw@minvws.nl. Vermeld a.u.b. uw emailadres en telefoonnummer als u een vraag stelt. Collectieve (aanvullende) verzekeringen Voor zowel het basispakket als het aanvullende pakket kunnen gemeenten collectieve contracten afsluiten voor uitkeringsgerechtigden. De Zvw biedt de mogelijkheid dat het basisen aanvullende pakket bij verschillende verzekeraars wordt afgesloten. In de invoeringswet WWB is in artikel 10, tweede lid geregeld dat categoriale bijzondere bijstand kan worden verleend in de vorm van een collectieve aanvullende ziektekostenverzekering. In de toelichting bij deze bepaling is indertijd opgemerkt dat genoemde mogelijkheden worden herzien indien ontwikkelingen in het zorgstelsel daartoe aanleiding geven. Met deze zin werd gedoeld op de herziening van het zorgstelsel m.i.v. 1 januari 2006. Naar aanleiding van bovenstaande passage heb ik contact gezocht met het Ministerie van VWS. Het ministerie van VWS deelt mee dat het huidige basispakket van het ziekenfonds en het basispakket op grond van de nieuwe Zorgverzekeringswet identiek zijn. Aanvullend hierop kunnen personen -net als onder het huidige zorgstelsel- een aanvullende ziektekostenverzekering afsluiten. Op grond van deze informatie stel ik vast dat er geen ontwikkelingen zijn die aanleiding geven om de mogelijkheid om categoriale bijzondere bijstand te verlenen in de vorm van collectieve aanvullende ziektekostenverzekeringen te herzien. Ik heb dan ook besloten de mogelijkheid die artikel 10, tweede lid IwWWB biedt te handhaven. Het is hiervoor niet nodig de wet aan te passen. De bepaling in artikel 10, tweede lid IwWWB blijft ongewijzigd. Gemeenten kunnen derhalve categoriale bijzondere bijstand blijven verlenen in de vorm van een collectieve aanvullende ziektekostenverzekering. Gevolgen voor bijstand en bijzondere bijstand. De kosten voor de nominale ziektekostenpremie worden gerekend tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan en dienen te worden bestreden uit de bijstandsnorm of het daarmee qua hoogte vergelijkbare inkomen. Daarnaast geldt dat de zorgtoeslag die wordt toegekend uit hoofde van de AWIR wordt aangemerkt als een toereikende en passende voorliggende voorziening. Dit betekent dat in beginsel geen (bijzondere) bijstand kan worden verleend voor zorgkosten. Afdracht inkomensafhankelijke bijdrage aan Belastingdienst Met de inwerkingtreding van de Zorgverzekeringswet komt de werkgeverspremie Ziekenfondswet te vervallen. In de zorgverzekering is de werknemer zelf de inkomensafhankelijke bijdrage verschuldigd. De werkgever of uitkeringsinstantie houdt de verschuldigde bijdrage in op het loon of uitkering van personen jonger dan 65 jaar en draagt deze af aan de Belastingdienst. De werkgever of uitkeringsinstantie moet het bedrag van de ingehouden en afgedragen inkomensafhankelijke bijdrage volledig vergoeden aan de werknemer/cliënt. In deze verzamelbrief staat bij het onderdeel 'Loonaangifte 2006' wat dit voor de gemeente als uitkeringsinstantie zal betekenen (zie bijlage pagina 19). Ten aanzien van de bijstandsuitkeringen aan personen van 65 jaar of ouder geldt dat de gemeente hier niet optreedt als pseudo-werkgever en dat er dus geen vergoeding plaats vindt van de inkomensafhankelijke bijdrage ingevolge de Zvw. Meer informatie hierover is tevens terug te vinden op www.gemeenteloket.szw.nl. 14

Meer informatie De ministeries van VWS en SZW zullen in samenwerking met Divosa de komende tijd extra voorlichting voor gemeenten verzorgen. Zo heeft Divosa op 22 september een expertmeeting over het nieuwe zorgstelsel georganiseerd. Ook zal het nieuwe zorgstelsel in ieder geval op de komende gemeentedagen aandacht krijgen. Ook de VNG is volop bezig met voorlichting aan haar achterban. Op het VNGnet is onder Actuele thema's een volledige pagina gewijd aan het nieuwe zorgstelsel. 15

4. Invoering Loonaangifte 2006 en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet Informatie-uitwisseling met Belastingdienst en UWV Momenteel omvat de informatie-uitwisseling tussen de sociale dienst, Belastingdienst en UWV met name: o de periodieke aangifte loonbelasting en premie volksverzekeringen o de voorschotnota s van UWV o de jaaropgave aan de Belastingdienst o de jaaropgave aan het UWV. Met Loonaangifte 2006 komt dit te vervallen. De informatie-uitwisseling loopt dan via de loonaangifte (oftewel de aangifte loonheffingen) en de nieuwe loonaangiftesystematiek, die hierna beschreven worden. Werkgevers en andere inhoudingsplichtigen, zoals de sociale diensten, krijgen per 1 januari 2006 te maken met die aangifte loonheffingen. Vanaf die datum volstaat één gecombineerde aangifte aan de Belastingdienst. De sociale diensten hoeven vanaf 1 januari 2006 dus niet langer apart aangifte te doen voor loonbelasting, premie volksverzekeringen bij de Belastingdienst en voor premies werknemersverzekeringen bij UWV. Dit is het gevolg van de overheveling van de collecterende functie van UWV naar de Belastingdienst. De aangifte loonheffingen moet elektronisch worden aangeleverd bij de Belastingdienst. Omdat per 1 januari 2006 de Zorgverzekeringswet (Zvw) in werking treedt, moeten de sociale diensten vanaf die datum ook de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw die op de uitkering van de uitkeringsgerechtigde is ingehouden aan de Belastingdienst aangeven (via de aangifte loonheffingen) en afdragen. Alle gegevens die inhoudingsplichtigen verstrekken op de nieuwe loonaangiften komen straks in één polisadministratie. UWV en de Belastingdienst, maar onder andere ook het Centraal Bureau voor de Statistiek en het College voor zorgverzekeringen kunnen hiervan gebruik maken. Inhoud Loonaangifte Algemeen De loonaangifte is een periodieke verantwoording door een inhoudingsplichtige, in casu de gemeentelijke sociale dienst, van haar wettelijke verplichtingen ten aanzien van het uitbetalen van alle inkomsten uit inkomstenverhoudingen, in casu belaste uitkeringen ingevolge de WWB, IOAW, IOAZ en WWIK 1, en het inhouden en afdragen van belastingen en premies voor de betreffende uitkeringsgerechtigden. Tot die premies behoort ook de procentuele premie (inkomensafhankelijke bijdrage) voor de Zorgverzekeringswet (Zvw). Aangiftetijdvak De loonaangifte dient per aangiftetijdvak, in casu één kalendermaand, elektronisch te worden gedaan aan de Belastingdienst, en wel binnen één kalendermaand na afloop van de kalendermaand waarop die betrekking heeft. 1 Voor onbelaste uitkeringen wordt geen loonaangifte gedaan. Het betreft hier verstrekkingen bijzondere bijstand die niet onder het fiscale regime vallen, algemene bijstand in de vorm van een geldlening wegens overwaarde in de eigen woning (artkel50, tweede lid, WWB), zak- en kleedgeld (artikel 23 WWB), geldleningen op grond van artikel 48, tweede lid, onderdelen a en b WWB, WVG en ROA/VVTV. 16

Loonheffingsnummer De loonaangifte vermeldt onder meer het loonheffingsnummer (dit nummer vervangt het huidige loonbelastingnummer en het aansluitingsnummer bij UWV) en de naam van de inhoudingsplichtige. Collectief deel en een nominatief deel Voorts omvat de loonaangifte een collectief deel en een nominatief deel. Het collectieve deel (de collectieve aangifte) bevat de totaalbedragen. Het nominatieve deel geeft de specificaties per uitkeringsgerechtigde (de nominatieve aangiften). De aan die nominatieve aangiften ten grondslag liggende gegevens over de inkomstenverhouding 2 en uitkeringsgerechtigden 3 maken ook deel uit van het nominatieve deel en dienen ook in elke loonaangifte aangegeven te worden. Correcties De loonaangifte kan tevens correcties (zie hierna) bevatten op een voorafgaand aangiftetijdvak 4. In dat geval moet worden aangegeven op welk tijdvak of welke tijdvakken de correcties betrekking hebben. Ook deze correcties bestaan uit een collectief deel en een nominatief deel. Vervolgens wordt de afdrachtsberekening vermeld, zijnde het saldo van de correcties. De loonaangifte wordt afgesloten met een totaal generaal, zijnde het totaal te betalen bedrag voor het betreffende tijdvak plus of min de nog te betalen of te ontvangen bedragen van de correcties die bij de aangifte zijn opgegeven. Aanleveringsbericht De loonaangifte moet worden aangeleverd met een bericht dat onder meer gegevens bevat over de aanleveraar, datum en tijdstip aanmaak en gebruikt softwarepakket. Correcties en nabetalingen In de loonaangifte kan sprake zijn van het inzenden van correctieberichten over eerdere aangiften. Uitgangspunt voor correctieberichten is het herstellen van fouten. Te denken valt aan de volgende situaties: o Een aangifte op een foutief sofi-nummer leidt altijd tot een correctiebericht en intrekking van gedane aangifte op dat sofi-nummer. o Een correctiebericht moet worden ingezonden als blijkt dat op het moment van het betalen van loon/uitkering de beoordeling of het om een belaste of onbelaste uitkeringscomponent gaat achteraf onjuist blijkt te zijn. Dit is bijvoorbeeld het geval als ten onrechte een bepaalde vorm van bijstand buiten de heffing is gebleven. 2 Gegevens inkomstenverhouding zijn een code ter aanduiding van de inkomstenverhouding - bijvoorbeeld code 38 voor de WWB - datum aanvang inkomstenverhouding, datum einde inkomstenverhouding en code loonbelastingtabel. 3 Gegevens uitkeringsgerechtigde zijn sofi-nummer, naw-gegevens, nationaliteit en geslacht. 4 Het betreft hier correcties over een afgesloten tijdvak waarvan de uiterste aangiftedatum al is verstreken. Die moeten worden onderscheiden van de aanvullingen die vóór de uiterste aangiftedatum kunnen worden gedaan op een reeds ingediende loonaangifte. Bijvoorbeeld bij een aangifte die is gedaan op 15 juli 2006 en die een uiterste aangiftedatum kent van 31 juli 2006 kunnen tussen 15 juli en 31 juli 2006 aanvullingen worden gedaan. Voor aanvullingen kunnen andere regels worden gehanteerd dan voor correcties. 17

o Als in een later aangiftetijdvak blijkt dat de eerdere aangifte op de tijdvakgegevens datum aanvang inkomstenverhouding of datum einde inkomstenverhouding moet wijzigen, dan is een correctiebericht over het oorspronkelijke tijdvak noodzakelijk om de tijdvakgegevens in de Polisadministratie weer aan de werkelijkheid te laten voldoen. Als er in de naam of adresgegevens in eerdere aangiften een fout is gemaakt wordt geen correctiebericht ingestuurd. Bij de volgende reguliere aangifte worden de gegevens juist weergegeven. Correctieberichten dienen te worden onderscheiden van nabetalingen. Er hoeft geen correctiebericht ingezonden te worden indien het om alleen een nabetaling gaat zonder dat de tijdvakgegevens wijzigen. Een nabetaling wordt opgenomen in de reguliere loonaangifte over de periode waarin de nabetaling plaats vond. Loonaangifte en boete In de volgende gevallen kan de Belastingdienst een boete opleggen: o Als de aangifte niet of niet tijdig is ontvangen. o Als de aangifte onjuist of onvolledig is. o Als de correctie niet of niet tijdig ontvangen is. o Als de correctie onjuist of onvolledig is. o Als de betaling niet tijdig of onvolledig is. Naast deze boetes kan de Belastingdienst rente in rekening brengen. UWV en de Belastingdienst verwachten dat de aanlevering van gegevens over werknemers en uitkeringsgerechtigden (anders dan de belasting- en premiebedragen) bewerkelijk zal blijken te zijn. De Belastingdienst zal daarom in 2006 terughoudend zijn met het opleggen van boetes op dit punt, tenzij er sprake is van een duidelijk onwillige inhoudingsplichtige. Bij niet of te laat aangifte doen of betalen geldt het reguliere sanctiebeleid. Hoe zorgvuldiger wordt omgegaan met de gegevens die moeten worden ingevoerd in de loonaangifte, des te minder risico er is om een boete te krijgen van de Belastingdienst. Loonaangiftesystematiek o Uniform loonbegrip Momenteel hanteren UWV en Belastingdienst verschillende loonbegrippen: loon voor premies werknemersverzekeringen, uitkeringsloon en fiscaalloon. Door uniformering van het loonbegrip vervalt dit onderscheid. Het nieuwe loonbegrip neemt het fiscale loon als uitgangspunt. Omdat voor uitkeringen WWB, IOAW, IOAZ en WWIK geen premies ZW, WAO/WIA of WW worden afgedragen, wijzigt er in dat opzicht voor deze uitkeringen niets. Het nieuwe loonbegrip is voor genoemde uitkeringen echter wel van belang omdat het ook geldt voor het bijdrageinkomen Zorgverzekeringswet. o Bijstandspercentagetarief en herrekening Voor uitkeringen ingevolge de WWB blijft het bijstandspercentagetarief (BPT) van toepassing. Vanuit het netto bedrag aan uitkering en het BPT wordt voor het 18

nominatieve deel van de loonaangifte per cliënt maandelijks het bijbehorende bruto bedrag en bedrag aan loonheffingen (zijnde loonbelasting, premie volksverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage ingevolge de Zorgverzekeringswet) berekend. Het collectieve deel van de loonaangifte bevat de totaal bedragen. Evenals thans het geval is volgt eenmaal per jaar, in de aangifte over december, een herrekening met toepassing van het Rekenvoorschrift voor uitkeringen op grond van de Wet werk en bijstand. De aangifte van december is niets meer of minder dan de twaalfde aangifte; er is geen aparte, dertiende loonaangifte nodig. Voor de loonaangifte van december geldt (als voor alle loonaangiftes) een aangiftetermijn van een maand; de loonaangifte van december inclusief de herrekening moet dus uiterlijk 31 januari zijn ingestuurd. Gemeenten die thans maandelijks de herrekening toepassen, kunnen deze systematiek blijven volgen. o Inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet en werkgeversvergoeding De Zorgverzekeringswet (Zvw) kent naast de voor iedereen gelijke nominale premie een inkomensafhankelijke bijdrage. Deze inkomensafhankelijke bijdrage is - onder meer - verschuldigd over uitkeringen ingevolge de WWB, IOAW, IOAZ en WWIK. De inkomensafhankelijke bijdrage wordt volledig door de werkgever c.q. de uitkeringsinstantie als pseudo-werkgever vergoed. De facto krijgt de werknemer/uitkeringsgerechtigde de vergoeding niet in handen, want de werkgever/uitkeringsinstantie houdt de inkomensafhankelijke bijdrage in en draagt deze af aan de Belastingdienst. Door te regelen dat de werknemer de bijdrage verschuldigd is en dat die door de werkgever wordt vergoed valt de vergoeding onder het loonbegrip in de zin van de wet op de loonbelasting met als gevolg dat er loonbelasting over geheven kan worden. Ten aanzien van de bijstandsuitkeringen aan personen van 65 jaar of ouder geldt dat de gemeente hier niet optreedt als pseudo-werkgever en dat er dus geen vergoeding plaats vindt van de inkomensafhankelijke bijdrage ingevolge de Zvw. Van belang is dat dit als gevolg van de netto-systematiek van de bijstand niet tot een lagere netto uitkering leidt dan bij vergoeding van de inkomensafhankelijke bijdrage door de gemeente als pseudo-werkgever. De Zvw-bijdrage en -vergoeding zijn van invloed op de brutering van de bijstandsuitkeringen en op het bruto-nettotraject van uitkeringen ingevolge de IOAW, IOAZ en WWIK. o Voortschrijdend cumulatief rekenen Om het juiste bedrag van de bepaalde verschuldigde premies (werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw) te kunnen berekenen moet gebruik worden gemaakt van de systematiek van voortschrijdend cumulatief rekenen (VCR). Alleen met VCR is steeds een juiste toepassing van de franchise- en maximum premie/bijdrageloonbepalingen verzekerd. Voor uitkeringen ingevolge de WWB geldt dat conform de bestaande systematiek ook gerekend mag worden met ECR (eenmalig cumulatief rekenen) in de loonaangifte 19

over december. Bij uitkeringen ingevolge de IOAW, IOAZ en WWIK dienen de vereveningsbijdrage (= equivalent premie Algemeen werkloosheids fonds) en de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw wel met VCR te worden berekend. Gezien de hoogte van de betreffende franchise en premiemaxima zal VCR naar verwachting in een beperkt aantal situaties feitelijk toegepast moeten worden, bijvoorbeeld bij grote nabetalingen. Voor uitkeringen ingevolge de IOAW, IOAZ en WWIK geldt dat 2006 een invoeringsjaar is waarin toepassing van VCR nog niet verplicht is. o Bijstand in natura Voor de loonheffing zijn inkomsten in natura een eindheffingsbestanddeel (d.w.z. dat wel loonheffing plaatsvindt maar de inkomsten niet tot het verzamelinkomen voor de inkomstenbelasting worden gerekend). Algemene bijstand die op grond van artikel 57, aanhef en onderdeel b, WWB in natura wordt verstrekt, valt niet onder deze regel. Deze vorm van bijstand maakt onderdeel uit van de op de gebruikelijke wijze belaste normbijstand 5. o Kasstelsel Voor 2006 geldt dat Loonaangifte 2006 geen wijziging brengt in de mogelijkheid om de in januari 2006 uitbetaalde uitkering over december 2005 voor de belasting- en premieaangifte toe te rekenen aan 2005. o Verrekeningen over de jaargrens en tussen uitkeringsinstanties onderling Met betrekking tot Verrekeningen over de jaargrens en tussen uitkeringsinstanties onderling ontvangt u zo spoedig mogelijk nadere informatie. Daarin zal ook worden ingegaan op de consequenties voor de debiteurenadministratie. Informatiebronnen Voor nadere informatie over Loonaangifte 2006 en de Zvw verwijs ik u naar de volgende bronnen. o Impactanalyse Coördinatiepunt ICT Gemeenten Het Coördinatiepunt ICT Gemeenten heeft een zeer volledige analyse gemaakt van de impact van Loonaangifte 2006 voor de ICT van sociale diensten. Hierbij is een werkgroep betrokken, bestaande uit vertegenwoordigers van gemeenten, automatiseerders, zelfbouwers, Belastingdienst, UWV en de Ministeries van Financiën en SZW. De impactanalyse bevat onder meer een uitgebreide set vragen en antwoorden die in de werkgroep zijn behandeld. De impactanalyse is per 1 oktober 2005 beschikbaar en zal ook op www.gemeenteloket.szw.nl worden geplaatst. De set vragen en antwoorden is al op die site geplaatst. 5 Bijzondere bijstand die in natura wordt verstrekt zal, ook na invoering van Loonaangifte 2006, in de regel onbelast zijn. 20