MAP-meetpunten: lichte vooruitgang al lijkt het soms een

Vergelijkbare documenten
MAP-meetpunten : alleen West-Vlaanderen gaat vooruit

copyright Proeftuinnieuws

Coördinatiecentrum voorlichting en begeleiding duurzame bemesting - CVBB

Coördinatiecentrum Voorlichting en Begeleiding duurzame Bemesting - CVBB

Rode MAP-meetpunten met duidelijke invloed van land- en tuinbouw : CVBB pakt ze aan!

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Coördinatiecentrum voorlichting en begeleiding duurzame bemesting - CVBB

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Coördinatiecentrum voorlichting en begeleiding duurzame bemesting - CVBB

MIRA-T Kwaliteit oppervlaktewater. Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten DPSIR

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen

Arbeidsmarktbarometer 2011 Basisonderwijs en Secundair onderwijs

Nitraatgehalte in de meetplaatsen van het MAP-meetnet

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Coördinatiecentrum Voorlichting en Begeleiding duurzame Bemesting - CVBB

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Juli 2014

Arbeidsmarkt Antwerpen JUNI 2018

Arbeidsmarkt in Zuid-Oost-Vlaanderen

Arbeidsmarkt West-Vlaanderen JUNI 2018

Arbeidsmarkt Onderwijs

Donderdag 28-jan 6:30 8:27 11:54 12:54 15:34 17:23 19:20

Meetresultaten verzuring en vermesting

Arbeidsmarkt Onderwijs

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

Vastgoedbericht juni 2008

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Februari 2012

Definitieve resultaten eindejaarscontroles

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarktbarometer 2012 Basisonderwijs en Secundair onderwijs

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Augustus 2014

Arbeidsmarkt Onderwijs

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Januari 2012

Arbeidsmarkt Limburg JUNI 2018

Arbeidsmarkt Vlaams-Brabant JUNI 2018

Leningen oversluiten Het oversluitonderzoek

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw

Inhoud. Nota in het kader van de coördinatieopdracht monitoring asielinstroom van het Agentschap Integratie en Inburgering

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Juni 2013

Ontwikkeling leerlingaantallen

Arbeidsmarkt Onderwijs

De arbeidsmarkt onderwijs

Projectwerking PIBO-Campus Sander Smets onderzoeker akkerbouw PIBO-Campus

Arbeidsmarkt Onderwijs

1.1 Aantal levend geborenen dat bij geboorte woont in het Vlaamse Gewest sinds 2001

Meetresultaten verzuring 1 HET MEETNET VERZURING

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Oktober 2013

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Regionale verdeling van de notariële vastgoedindex

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996

Coördinatiecentrum voorlichting en begeleiding duurzame bemesting - CVBB

Arbeidsmarkt Onderwijs

HET VERLOOP VAN DE SOCIAALECONOMISCHE INDICATOREN EN DE CONJUNCTUUR IN WEST-VLAANDEREN 1 :

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Juli 2012

De grootste autosite van België

In tabel 1 zie je de eenmaandsrendementen van het aandeel LUXA over 2005, steeds afgerond op twee decimalen.

notarisbarometer 101,6 99, ,2 99,8 94,1 Belgisch vastgoed zet de economische crisis een hak

nr. 631 van GUY D'HAESELEER datum: 24 januari 2017

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB).

Niet Werkende Werkzoekenden en jeugdwerkloosheid in de arbeidsmarktregio FoodValley april 2012 april 2013

Hotels en gelijkgestelde inrichtingen

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater December 2014

Arbeidsmarkt Oost-Vlaanderen JUNI 2018

Dienstencheques Situatie eind december 2017 Aangekochte cheques tijdens de maand Aan de ondernemingen uitbetaalde cheques tijdens

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater September 2014

Toestand van het watersysteem januari 2019

Dienstencheques Situatie eind november 2018 Aangekochte cheques

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Februari 2013

Cijfermateriaal basisregistratie

Leningen oversluiten Oversluitonderzoek 2017

Extra investeringen nodig in wegenbouw Toestand blijft moeilijk ondanks stabilisatie eerste helft 2015

Dienstencheques Situatie eind februari 2017 Aangekochte cheques tijdens de maand Aan de ondernemingen

Dienstencheques Situatie eind oktober 2017 Aangekochte cheques tijdens de maand Aan de ondernemingen

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen

nr van JORIS VANDENBROUCKE datum: 23 juni 2017 aan BEN WEYTS Belbus De Lijn - Reservatie- en planningstool cover (2)

Arbeidsmarkt Onderwijs

Sprekende Cijfers Woningmarkt regio Noord-Holland. Sprekende Cijfers. Kwartaalbericht Q4 Woningmarkt Regio Noord-Holland

GEMIDDELDE PRIJZEN EVOLUTIE 2017 S1 2018

Dienstencheques Situatie eind februari 2019 Aangekochte cheques

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Oktober 2014

NOTARISBAROMETER S LANDBOUWGRONDEN LANDBOUWGRONDEN GEMIDDELDE PRIJZEN EN OPPERVLAKTE IN

VLM - acties rond de Heulebeek. Charline Vanneste Celhoofd Bedrijfsdoorlichting Mestbank Regio West

MAP5 Het oog op een betere waterkwaliteit met respect voor de bodem

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater September 2013

Vastgoedbericht oktober 2008

plage-lestijden onderwijzer

Terugblik op MAP5 24/01/2019

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak

Transcriptie:

MAP-meetpunten: lichte vooruitgang al lijkt het soms een processie van Echternach Vorig jaar maakten we een eerste grondige analyse van de MAP-meetpunten. Met het beëindigen van het winterjaar 212-213 eind juni is het hoog tijd om dit opnieuw te doen. De berekeningen zijn gebaseerd op de beschikbare gegevens van augustus 213 voor het winterjaar 212-213. In deze analyse werden de gegevens van de 778 meetpunten meegenomen, zes minder dan vorig jaar (vier minder in Limburg en twee minder in Vlaams-Brabant). Geschrapte meetpunten werden niet meer in de analyses meegenomen, ook niet in de cijfers van de voorgaande meetjaren. De rode MAP-meetpunten Tijdens het meetjaar (winterjaar) 212-213 kleurden 27 MAP-meetpunten (MP) (26,6%) op een totaal van 778 rood. Het voorgaande meetjaar waren er dat nog 214 (27,%) en het meetjaar daarvoor 21 (27,6%). Hiertegenover staan 71 (73,4%) groene meetpunten. Er treden opnieuw verschuivingen op: 37 nieuwe rode punten worden gecompenseerd door 44 nieuwe groene punten, een daling van 7 rode punten ten opzichte van het vorige meetjaar. We zetten dus opnieuw een stap in de goede richting, de trend van rode meetpunten in Vlaanderen blijft dalend. Maar ook dit jaar blijkt dat de jaareffecten niet eenduidig zijn: een daling in de ene provincie gaat gepaard met een stijging in de andere. Alleen Antwerpen en Oost-Vlaanderen tonen de laatste vier jaar een dalende trend. Limburg en Vlaams-Brabant vertonen recentelijk een stijgende trend en West-Vlaanderen gaat op en neer met een mooie daling in het laatste meetjaar (Figuur 1).

Aantal meetpunten Aantal meepunten Aantal meetpunten 9 Vlaanderen: 778 meetpunten 18 Antwerpen: 13 meetpunten 8 16 7 14 6 12 1 4 8 3 6 2 4 1 2 4-9-1 1-11 11-12 12-13 4-9-1 1-11 11-12 12-13 14 Limburg: 124 meetpunten 18 Oost-Vlaanderen: 164 meetpunten 12 1 8 16 14 12 1 6 8 4 2 6 4 2 4-9-1 1-11 11-12 12-13 4-9-1 1-11 11-12 12-13 12 Vlaams-Brabant: 114 meetpunten 2 West-Vlaanderen: 223 meetpunten 1 2 8 6 1 4 1 2 4-9-1 1-11 11-12 12-13 Meetjaar 4-9-1 1-11 11-12 12-13 Meetjaar blijft rood wordt rood wordt groen blijft groen Figuur 1. - Evolutie in de rode en groene MAP-meetpunten tijdens de laatste vier meetjaren en vergelijking met het meetjaar 24-2 Er zijn grote verschillen in de evolutie tussen de provincies (Figuur 2). West- Vlaanderen (-11; 97 rode MP), Antwerpen (-; 28 rode MP) en Oost-Vlaanderen (-3; 21 rode MP) boeken vooruitgang, terwijl Limburg (+9; 38 rode MP) en Vlaams-Brabant (+3; 23 rode MP) erop achteruit gaan. Alleen Oost-Vlaanderen, met 12,8% van de meetpunten rood, voldoet aan de doelstelling van maximaal 16% rode MAP-meetpunten tegen eind 214. Antwerpen volgt met 18,3% en Vlaams-Brabant met 2,2%. Vlaams-Brabant was tot 211 de beste leerling uit de klas maar heeft de voorsprong de voorbije twee jaar verloren. Limburg deed ook een grote stap achteruit (3,6% rode MP) en valt daarmee terug op het niveau van 24-2. West-Vlaanderen, nog steeds de provincie met het hoogste percentage rode MAP-meetpunten, boekt vooruitgang en eindigt op 43,%. Globaal kleurden 26,6% van de MAP-meetpunten in Vlaanderen het voorbije meetjaar rood.

Aantal meetpunten 6 4 3 27 16 14 12 1 8 11 84 136 86 88 16 2 1 17 37 44 Vlaanderen 6 4 2 23 27 17 2 11 1 1 4 7 8 9 2 Antwerpen Limburg Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen blijft rood wordt rood wordt groen blijft groen Figuur 2. - Verschuivingen van de inkleuring van de MAP-meetpunten tijdens het meetjaar 212-213 Een kaart van de MAP-meetpunten is te vinden in Figuur 3. Het valt op dat de nieuwe rode punten voor een groot deel te wijten zijn aan éénmalige overschrijdingen (< 7 mg/l NO 3 -, de blauwe punten op de kaart, 21 stuks). In West-Vlaanderen zijn alle nieuwe rode meetpunten (9) te wijten aan éénmalige overschrijdingen, gevolgd door Limburg (), Vlaams-Brabant (4), Oost- Vlaanderen (2) en Antwerpen (1). De andere nieuwe rode meetpunten (de roze punten op de kaart, 16 stuks) zijn te vinden in Limburg (6), Vlaams-Brabant (4), Antwerpen (4) en Oost-Vlaanderen (1). Blauwe punten hebben bij de vorige evaluatie geen aanleiding gegeven tot bijkomend focusgebied. In de meetjaren 28-29, 29-21, 21-211, 211-212 hadden respectievelijk 2, 7, en 2 meetpunten één overschrijding ten opzichte van 67 in het afgelopen meetjaar. Hiervan waren er 12, 48, 19 en 2 meetpunten het meetjaar ervoor groen ten opzichte van 2 in het afgelopen meetjaar. Eénmalige overschrijdingen zijn dus een jaarlijks terugkerend fenomeen. Door de éénmalige overschrijding kleuren deze MAP-meetpunten rood. Het blijft wenselijk om de punten met een groen verleden anders te beoordelen.

Figuur 3. - Verandering van de inkleuring van de MAP-meetpunten in Vlaanderen op het einde van het meetjaar 212-213 De overschrijdingen Het aantal overschrijdingen is met 3,3% gedaald van 747 naar 722 (Figuur 4). Voor Vlaanderen is de daling in het aantal overschrijdingen continu maar er zijn veel schommelingen in de provincies. De gezamenlijke daling (-72) van de provincies Antwerpen (-32), Oost-Vlaanderen (-22) en West-Vlaanderen (-18) wordt gedeeltelijk teniet gedaan door de stijging van Limburg (+34) en Vlaams- Brabant (+13). Exact de helft van de overschrijdingen (361) zijn gemeten in West- Vlaanderen. Antwerpen en Oost-Vlaanderen hebben het laagste aantal overschrijdingen ooit. Vlaams-Brabant steeg de laatste twee jaar en Limburg gaat op en neer met ook een stijging dit jaar. Deze twee provincies hadden het laagste aantal overschrijdingen in respectievelijk 21-211 en 211-212. Na de status quo van vorig jaar hebben Oost- en West-Vlaanderen dit jaar terug een daling ingezet. Het aandeel van de overschrijdingen in het totaal aantal metingen die werden uitgevoerd is licht gedaald tot 13,4% voor Vlaanderen. In de provincie Limburg is dit aandeel 23,%, gevolgd door West-Vlaanderen met 17,9%. In de andere provincies is dit aandeel aanzienlijk lager (6,9-8,6%).

8 6 Vlaanderen 14 12 1 Antwerpen 4 2 369 1467 28 4421 431 4721 4682 82 882 827 747 722 8 6 4 2 187 212 11 79 836 18 972 13 141 163 18 76 1 Limburg 2 Oost-Vlaanderen 8 1 6 4 2 67 26 611 6 4 21 493 18 142 163 126 16 1 1312 119 92 887 96 96 17 133 12 93 94 72 9 8 7 6 4 3 2 1 6 713 93 9 3 66 81 2 3 29 4 3 27-28 28-29 Vlaams-Brabant 29-21 21-211 211-212 212-213 3 2 2 1 1 168 743 27-28 1743 17 179 172 168 46 462 379 379 361 28-29 West-Vlaanderen 29-21 21-211 211-212 212-213 Meetjaar Meetjaar Figuur 4. - Aantal metingen met overschrijding (rood) en zonder overschrijding (groen) van de MAP-meetpunten De daling van het aantal overschrijdingen weerspiegelt zich ook in het aantal overschrijdingen per MAP-meetpunt. In 211-212 waren er 2 MAP-meetpunten met slechts één overschrijding (Figuur ). Dit aantal is het afgelopen meetjaar gestegen tot 67 meetpunten: 8 (+) in Antwerpen, 11 (+4) in Limburg, 11 (+3) in Oost-Vlaanderen, 1 (-2) in Vlaams-Brabant en 27 (+) in West-Vlaanderen. Wanneer we de winterjaren 21-211 en 211-212 met elkaar vergelijken zien we dat het aantal rode MAP-meetpunten met één tot drie overschrijdingen is gestegen van 112 naar 141. Dat aantal is in het laatste meetjaar teruggevallen tot 119. Het aantal MAP-meetpunten met meer dan drie overschrijdingen was gedaald van 13 naar 73 en is het laatste meetjaar terug gestegen tot 88. Het aantal meetpunten met vier, vijf en acht overschrijdingen is immers sterk gestegen.

Cumulatief aandeel (%) Aantal meetpunten 8 7 6 4 3 2 1 67 21-211 211-212 2 212-213 46 43 36 31 33 28 21 21 18 18 1 17 14 1 12 13 11 7 7 7 7 3 4 4 4 4 4 4 3 2 3 1 1 1 2 3 4 6 7 8 9 1 11 12 13 Aantal overschrijdingen per meetpunt per meetjaar Figuur. - Verdeling van de MAP-meetpunten in Vlaanderen volgens het aantal overschrijdingen per MAP-meetpunt tijdens het meetjaar. Merk op: het aantal metingen en dus ook het aantal overschrijdingen per MAP-meetpunt kan variëren van enkele metingen tot maximaal 13 per meetjaar. Het is positief dat meer dan een derde (het meetjaar ervoor wat dit slechts een vierde) van de rode meetpunten maar één overschrijding heeft. De eenmalige overschrijdingen maken slechts 9,3% van alle overschrijdingen uit maar geven wel aanleiding tot het rood kleuren van 32,4% van de rode punten (Figuur 6). De meetpunten met één tot drie overschrijdingen vertegenwoordigen samen 27% van de overschrijdingen maar ze veroorzaken wel bijna 7% van de rode meetpunten. Hopelijk kan hier het volgend jaar vooruitgang worden geboekt. 1 9 8 7 6 4 3 2 1-94 96 98 1 1 1 89 86 8 98 1 1 94 71 88 83 7 71 47 64 4 32 Rode meetpunten 42 Overschrijdingen 27 18 9 1 2 3 4 6 7 8 9 1 11 12 13 Meetpuntklasse (aantal overschrijdingen per meetpunt) Figuur 6. - Cumulatieve verdeling van de rode meetpunten en de overschrijdingen over de meetpuntklassen (klassering aan het hand van het aantal overschrijdingen per meetpunt) voor het meetjaar 212-213 Als we dit verder per provincie bekijken vallen enkele zaken op (Figuur 7): - Terwijl er vorig jaar (211-212 t.o.v. 21-211) in alle provincies een verschuiving naar links was, is deze trend dit jaar alleen te zien in Antwerpen, Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen. In Limburg en Vlaams- Brabant is er een globale stijging.

Aantal meetpunten Aantal meetpunten - In Antwerpen en Vlaams-Brabant zijn er zo goed als geen punten met veel overschrijdingen meer. Slechts in één punt in Vlaams-Brabant en in één punt in Antwerpen werden meer dan acht overschrijdingen vastgesteld. - Het aantal punten met één overschrijding is in alle provincies toegenomen en deze met twee en drie overschrijdingen zijn afgenomen. In een deel van die laatste punten werd dit jaar ofwel maar één ofwel opnieuw meer overschrijdingen opgetekend. 3 2 2 1 1 Winterjaar 212-213 Antwerpen Limburg Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen 3 Winterjaar 211-212 2 2 1 1 Antwerpen Limburg Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen Figuur 7. - Verdeling van de MAP-meetpunten per provincie volgens het aantal overschrijdingen tijdens het meetjaar. Merk op: het aantal metingen (en dus ook het aantal overschrijdingen) per MAP-meetpunt kan variëren van enkele metingen tot maximaal 13 per meetjaar.

Aantal overschrijdingen Seizoensinvloeden Het aantal overschrijdingen tijdens het jaar (Figuur 8) neemt sterk toe in het winterseizoen en het laagste aantal overschrijdingen wordt in de zomer gemeten. Het afgelopen meetjaar waren de overschrijdingen echter meer verspreid over het jaar. Juli is normaal een van de maanden met het minst aantal overschrijdingen. Echter, in juli 212 verviervoudigde het aantal overschrijdingen bijna ten opzicht van juli 211. De winterpiek in 212-213 was minder uitgesproken dan het meetjaar voordien. In 211-212 werden we immers geconfronteerd met een droog najaar gevolgd door een regenrijke periode. 2 18 16 14 12 1 8 6 4 2 jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr mei jun 21-211 211-212 212-213 Winterjaar Figuur 8. - Verdeling van de overschrijdingen over de maanden van het jaar voor de drie laatste meetjaren De wijzigingen in de verdeling van de overschrijdingen over het jaar verschilt naargelang de provincie (Figuur 9). Antwerpen vertoont nog steeds een opvallende winterpiek als gevolg van uitspoeling door de regen. Deze is minder uitgesproken voor West-Vlaanderen en Limburg. De verhoogde overschrijdingen in juli 212 zijn duidelijk afkomstig van West- Vlaanderen en toe te wijzen aan uitspoeling ten gevolge van de lokaal zware regenval in die maand (17 l/m 2 in Koksijde). In andere regio s was de neerslag veel lager. Deze uitzonderlijke weersomstandigheden zorgden voor 61 overschrijdingen in West-Vlaanderen in juni, een maand waarin er normaal gezien bijna geen overschrijdingen zijn. Meer dan de helft van de rode meetpunten in West-Vlaanderen was hierdoor van bij de eerste meetmaand al rood! De toename in Limburg was over het hele jaar gespreid terwijl deze in Vlaams- Brabant vooral in augustus en september 212 gesitueerd is. Hier is de invloed toe te wijzen aan regen in combinatie met drainagewater en/of stikstofrijke bronnen. De overschrijdingen in mei werden dan weer veroorzaakt door lokaal hevige regenbuien die zorgden voor afspoeling van de meststoffen die juist op

Aantal overschrijdingen Aantal overschrijdingen Aantal overschrijdingen het veld waren gebracht. Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant blijven een vlakke verdeling tonen. De verklaring hiervan ligt in het feit dat een aantal MAP-meetpunten van bij de bron al beladen zijn met nitraten. Bij een 3-tal daarvan wordt aan het MAPmeetpunt zelfs een nitraatgehalte gemeten dat gelijkaardig is aan of lager is dan aan de bron. Daar zal de aanpak moeten verschuiven van oppervlaktewater naar grondwater. Hierbij zal het intrekgebied bepaald moeten worden en zullen de activiteiten verschuiven naar het intrekgebied zonder het afstroomgebied uit het oog te verliezen. Dit verhoogt de complexiteit maar ook de snelheid waarmee vooruitgang kan worden geboekt. De vraag rijst ook of deze meetpunten geen aparte beoordeling vereisen, meer gericht op grondwater dan op oppervlaktewater. Afgelopen meetjaar was er in geen enkele provincie een maand zonder overschrijdingen. De vorige meetjaren liet Vlaams-Brabant af en toe een meetmaand zonder overschrijdingen optekenen. 3 3 2 2 1 1 Antwerpen 3 2 Limburg 1-3 2 Oost-Vlaanderen 1 -

Aantal overschrijdingen Aantal overschrijdingen 3 2 Vlaams-Brabant 1-12 1 8 6 4 2 21-211 211-212 212-213 Winterjaar West-Vlaanderen Figuur 9. - Verdeling van de overschrijdingen over de maanden van het jaar voor de drie laatste meetjaren en voor elke provincie De oorzaken van de overschrijdingen Met de werking van het CVBB is er meer duidelijkheid gekomen over de oorzaken van de overschrijdingen: - voor een beperkt deel van de rode MAP-meetpunten (1 à 2%) ligt de oorzaak van de overschrijding buiten Vlaanderen. Het gaat om waterlopen die vanuit Nederland en Frankrijk met nitraatrijk water Vlaanderen binnenstromen. - Bij een 1% van de rode meetpunten ligt een laag debiet (en veelvuldige droogstand) in combinatie met een sterke invloed van drainagewater aan de basis van de overschrijdingen. Bij het merendeel van deze meetpunten is er slechts water in de beek aanwezig wanneer de drainages lopen. Men meet dus als het ware drainagewater met doorgaans een laag debiet. - Bij 74% van de rode meetpunten zijn er een of meerdere invloedsfactoren van landbouw en/of niet-landbouw, die leiden tot overschrijdingen van de norm van mg nitraat/liter. Bij de factor landbouw is dat vooral invloed van akkerbouwen voedergewassen en vollegrondsgroenten. Maar ook glastuinbouw, fruitteelt en sierteelt worden meermaals vermeld. Bij de factor niet-landbouw spreken we van invloed van stikstofrijke bronnen van huishoudelijk afvalwater en vermoedens van lozingen. Bij heel wat van deze meetpunten is er een invloed van drainagewater zoals ook in de groep meetpunten met laag debiet in combinatie met sterke invloed van drainage. In ruim de helft van de rode meetpunten wordt het debiet in grote mate bepaald door drainagewater, een rechtstreeks gevolg van het fijnmazig MAP-

meetnet waar vele meetpunten fel stroomopwaarts zijn gelegen. - 13% van de meetpunten staan in de groep meetpunten met een specifiek plan van aanpak. Het gaat om meetpunten waarvoor reeds een invloedsfactor (landbouw en/of niet-landbouw) werd genoteerd maar waar de situatie nog niet helemaal duidelijk is en nog verder onderzoek door de CVBB-medewerkers nodig is. Voor de meetpunten met oorzaak buiten Vlaanderen, laag debiet/droogstand in combinatie met sterke invloed van drainagewater en invloedsfactor nietlandbouw werden dossiers ingediend bij de VMM. Het overleg met de VMM verloopt constructief en voor een aantal dossiers werden reeds alternatieve voorstellen naar voren gebracht die moeten leiden tot oplossing van het probleem (schrapping of vervanging/verschuiving van de betrokken meetpunten). De eventuele gevolgen van deze dossiers zijn nog niet opgenomen in deze evaluatie. De besprekingen met de VMM zijn immers nog lopende en de alternatieve voorstellen moeten nog worden bekrachtigd. Bij twee groepen meetpunten werden bijkomende bedenkingen geformuleerd: - Bij de waterlopen met laag debiet en veelvuldige droogstand wordt de bedenking gemaakt of het betrokken meetpunt nog als een relevant meetpunt is te beschouwen en wordt de vraag gesteld om een minimum debiet op te nemen als bijkomend criterium voor de MAP-meetpunten oppervlaktewater. -Voor de meetpunten met invloedsfactor stikstofrijke bronnen wordt de vraag gesteld om de betrokken meetpunten te schrappen als meetpunt oppervlaktewater en ze onder te brengen bij het meetnet grondwater of in een afzonderlijke groep. Deze MAP-meetpunten horen eigenlijk niet thuis in het meetnet oppervlaktewater, de oorzaak van de overschrijding moet niet worden gezocht in het afstromingsgebied rond het MAP-meetpunt maar wel in het intrekgebied van de stikstofrijke bron. Deze beide voorstellen maken eveneens deel uit van het nog lopende overleg. De dossiers mogen echter onze ogen niet verblinden. Een groot deel van de rode MAP-meetpunten wordt beïnvloed door een factor landbouw. In een aantal gevallen is de oorzaak gekend en wordt er volop ingezet op de remediëring ervan. In een aantal is er nog minder duidelijkheid. Deze vormen de zogenaamde diffuse gebieden, waar de oorzaken van de overschrijdingen niet bij een beperkt aantal bedrijven of situaties te zoeken zijn maar bij het merendeel, zo niet alle grondgebruikers in het afstroomgebied van het MAP-meetpunt. Bij deze meetpunten zal massaal worden ingezet op een verfijning van de bemesting. Deze actie is reeds gestart bij de vergaderingen van de waterkwaliteitsgroepen (WKG) eind 212 - begin 213 en het intensief begeleiden via de individuele bedrijfsbegeleiding. Deze acties zullen komend seizoen verder geïntensiveerd worden ter voorbereiding van het bemestingsseizoen 214.

Besluit Het afgelopen meetjaar waren er zeven rode meetpunten minder. Een stap in de goede richting, het meetjaar ervoor was er immers maar één rood meetpunt minder. Opvallend daarbij is dat de daling in het aantal overschrijdingen beperkter was (22) dan het voorgaande meetjaar (8). Naarmate er meer punten komen met slechts enkele overschrijdingen kan er sneller vooruitgang worden geboekt in de reductie van de rode meetpunten. Eén derde van de rode meetpunten heeft maar één overschrijding, 6% heeft drie of minder overschrijdingen. Ongeveer een derde van de overschrijdingen geeft aanleiding tot het rood kleuren van ongeveer twee derde van de MAP-meetpunten. We zien dat het aantal punten met één overschrijding toeneemt, maar één overschrijding maakt van een MAP-meetpunt nog steeds een rood punt. Mogelijks kan dit volgend jaar bijkomende winst opleveren. Er blijft een harde kern van permanent rode punten waarbij we nog geen volledige duidelijkheid hebben van de oorzaken. Het CVBB zal samen met de betrokken landbouwers inzetten op een diepgaande analyse (met o.a. residuanalyses op het einde van 213) om de mogelijke oorzaken in deze gebieden te vinden. Want enkel als de oorzaken gevonden zijn, kan er ook naar oplossingen worden gezocht. De acties in het kader van MAP4 (CVBB en Dienst bedrijfsadvies van VLM) hebben zeker geleid tot een groeiende bewustwording van de bemestingsproblematiek bij de land- en tuinbouwers. De eerste stap is duidelijk gezet, nu volgt de drempel om de bemestingsstrategie effectief te wijzigen. Dit wordt een werk van lange adem (4- jaar?) en met intense, nietaflatende inzet. Men mag niet verwachten dat een dergelijke ommezwaai op korte tijd zal gebeuren. R. De Vis Lid dagelijks bestuur CVBB D. Coomans Algemeen coördinator CVBB B. Catteeuw, M. Verhaeghe, J. De Nies, G. Latet & K. Geerinckx Provinciale coördinatoren CVBB J. Sanders Consulent Boerenbond Met dank aan Johan Sanders voor de verwerking van de gegevens en het maken van de vele grafieken.