Conceptverslag van de Raadsvergadering van 7 februari 2013.



Vergelijkbare documenten
Conceptverslag van de Raadsvergadering van 19 november 2012.

Het is goed om het grote belang van die rol hier te midden van u, de gemeenteraadsleden, nog maar eens te onderstrepen.

Algemene beschouwingen CDA Weert

REGLEMENT VAN ORDE 2. Jongeren Organisatie Vrijheid en Democratie. Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE

De Provinciewet en de Rekenkamer

Follow up onderzoek naar minimabeleid

Toespraak commissaris van de Koning Max van den Berg, beëdiging burgemeester Peter den Oudsten, Stadhuis Groningen, 6 januari 2015

Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11).

Notitie raadsvragen in soorten en maten

Gemeente n Eergen op Zoom

Hoofdstuk 2. Contact maken, inlichtingen verstrekken en onderhandelen

Wettelijk kader integriteit

Beschikbaarstelling krediet overdracht woonwagenlocaties Geulweg en Taandel

Reglement van orde voor de raad, verordening op de raadscommissies en huishoudelijk reglement van het presidium

Verboden handelingen en gedragscode raadsleden Artikel 15 Opleggen geheimhoudingsplicht Artikel 25

Toespraak bij de beëdiging van burgemeester Han Noten t.g.v. zijn herbenoeming als burgemeester van Dalfsen op 30 januari 2017

- C O N C E P T - M.M. van der Wyck-Helmer (VVD)

Werkboek Het is mijn leven

Agenda. 1. Opening 2. Vaststellen agenda 3. Beëdiging van de leden van de nieuwe raad 4. Sluiting

Gemeentewet, overzicht van de artikelen betreffende de Rekenkamer

Met gegrauw en gesnauw bereik je niks

Initiatiefvoorstel Beter debatteren in commissie en raad

Rapport. Rapport over een klacht over de Sociale Verzekeringsbank te Zaanstad. Datum: 5 februari 2015 Rapportnummer: 2015/021

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Gemeente Hattem Verordening op de raadscommissies gemeente Hattem. gelezen het voorstel van het presidium d.d. 16 februari 2017,

Toespraak bij de aflegging van de ambtseed door burgemeester Onno van Veldhuizen van Enschede, 2 oktober 2015

BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis. Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid

GESTRUCTUREERDE VRAGENLIJST BEWUSTWORDINGSGESPREK KANDIDAAT DB-LEDEN

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 10 december Beleidsplan Re-integratiebeleid

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht)

C O N C E P T. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 maart 2017, corsanummer ;

Verordening individuele studietoeslag 2015 GR Ferm Werk

Initiatiefvoorstel. I. in te stemmen met genoemd initiatiefvoorstel;

De muur. Maar nu, ik wil uitbreken. Ik kom in het nauw en wil d r uit. Het lukt echter niet. De muur is te hoog. De muur is te dik.

18 DECEMBER 2008: Besluit project Atalanta ( project dierenpark / centrum / theater)

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Onderwerp : Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 januari 2015.

Dhr. S. Nieuwkoop (gemeentesecretaris) wethouders drs. P.W.J. Hoek, F.J.A. Hommel, mr. G.J. Harmsen, Wethouder C.L. van Dis MBA

Besluitenlijst gemeenteraad Hengelo Ov. Pag. 1

Gemeenteraad Landsmeer

U heeft bij de Nationale ombudsman een klacht ingediend. En dan?

Pagina 1

Interview protocol (NL)

Meerjarenprogramma begroting en 2 e concernbericht 2013.

gemeente Bronckhorst Raadsbesluit besluit: Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Behorende bij raadsvoorstel met nummer: /11

De perspectief nota en de najaarsnota lieten een positief beeld zien.( ).

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Raadsvoorstel Registratienr: [ 38024] Onderwerp Conceptbegroting Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking West-Brabant

Notitie namens Westland Verstandig door Peter Duijsens inzake alternatief voorstel op het eerder besproken concept spreektijdregeling

Dhr. S. Nieuwkoop (gemeentesecretaris) wethouders drs. P.W.J. Hoek, F.J.A. Hommel, mr. G.J. Harmsen, Wethouder C.L. van Dis MBA

Verordening Rekenkamer Utrecht (2013)

Donderdag 1 september a.s. om uur in de Raadzaal stadhuis. Agenda (versie 23 augustus)

Agenda Raadscommissie Ruimte. Datum: 4 oktober Datum: 13 oktober Raadszaal (Stadhuis) Vanaf agendapunt IX.8. voort te zetten op:

Geachte leden van de gemeenteraad van Losser, Geachte heer Sijbom, beste Michaël, geachte familie, geachte aanwezigen

Op 31 januari 2017 heeft uw raad een aantal moties aangenomen. Met deze brief berichten wij u over de wijze waarop de afhandeling plaats zal vinden.

Praktische zaken. Waar wordt de ideeënmarkt gehouden? De ideeënmarkt wordt gehouden in de hal van het gemeentehuis.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Verordening individuele studietoeslag

b e s l u i t : Verordening rekenkamercommissie Meppel

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Onderzoek werknemers met kanker

iiiiiiiiiiiiiniiiiihii Oosterhout 2 mi m gemeente Aan de gemeenteraad r.van.haaf@oosterhout.nl IO Zienswijze project A27 Houten Hooipolder

Verordening Tegenprestatie Participatiewet 2015

BESLUITEN- EN ACTIELIJST GEMEENTERAADSVERGADERING. Datum vergadering

Ik ben David de Graaf

Reglement van orde voor de raadscommissies

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Politieke bijdrage fractie PvdA begroting Voorzitter,

Handleiding besloten vergaderingen en het opleggen van geheimhouding

RAPPORTAGE WACHTKAMERINTERVIEWS

Communiceren met de achterban

VOORBEELD / CASUS. Een socratisch gesprek volledig uitgeschreven

Dit boekje is van... Mijn naam is: Mijn gezinsvoogd heet: Het telefoonnummer van de gezinsvoogd is:

overwegende dat het college ten behoeve van de personen uit de doelgroep loonkostensubsidie kan verstrekken aan de werkgever van deze doelgroep;

Onze proclaimer leest u op: Hallo dan,

Rapport. Rapport over een klacht over het UWV te Amsterdam. Datum: 6 maart 2015 Rapportnummer: 2015/049

18 tips om te werken aan je eigen inzetbaarheid

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2014/67

Klantmeting Wmo 'direct beschikken' Onderzoek in het kader van Ontwikkelagenda AmSZ

B en W-nummer ; besluit d.d Onderwerp

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Renkum 2015

Vragen en antwoorden over de motiemarkt. Praktische zaken

Samenvatting uit het Tevredenheidsonderzoek 2012 / 2013

Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

De volgende wethouders zijn aanwezig: mevr. A.P.L.M. Slenter-Jamar en de heren A.G. van der Maas en W.H.M.J. Schenkelaars.

2. Vaststelling agenda. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.

Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014

gemeente Eindhoven Betreft vergadering van dinsdag 10 april 2012, locatie Raadszaal, aanvang 20:30 uur

Behoort bij V.R. 2010/110 Gewijzigd exemplaar * is aangevuld

Gemeente Kerkraãe. Ontwerpbesluit raadsvergadering d.d De raad van de gemeente Kerkrade;

iiiiiiiiioiiiniiiui Registratienummer:

gemeente Eindhoven Betreft openbare vergadering van 10 december 2014, locatie commissiekamer Stadhuis, aanvang uur, einde uur.

Allemaal in ontwikkeling. Door: Rieke Veurink / Fotografie: Kees Winkelman

Omgaan met klachten volgens de BOOS-formule

Besluit gemeenteraad. De raad van de gemeente Someren; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 november 2014;

HOE WERKT DE GEMEENTE? Het beïnvloeden van beleid en besluitvorming

RAPPORT CLIËNTAUDIT 2012 / BLIK op WERK KEURMERK. DaAr Werkmaatschappij van Stichting GGnet. 1 Inhoudsopgave

Transcriptie:

1 Conceptverslag van de Raadsvergadering van 7 februari 2013. Tijd: 19.30 uur. Plaats: Stadhuis, Stadserf, Breda. CONCEPT-AGENDA I. Opening. II. III. IV. Mededelingen. Vaststellen van de agenda. Actualiteitenuur. Elke reguliere vergadering van de raad vangt aan met het actualiteitenuur. Het raadslid dat vragen wil stellen, dient onder aanduiding van het onderwerp de daarover te stellen vragen ten minste 24 uur voor aanvang van de vergadering in bij de voorzitter. Hierbij geeft de vragensteller ook aan of de vragen gericht zijn aan het college of aan de overige raadsfracties. Per onderwerp wordt aan de vragensteller het woord verleend om één of meer vragen aan de overige fracties of het college c.q. de burgemeester te stellen en een toelichting daarop te geven. Nadat de vragen zijn gesteld en beantwoord door het college of de fracties, zijn interrupties toegestaan. V. Vaststellen van de notulen van de vergadering van de Raad van de gemeente Breda d.d. 20 december 2012. VI. Voorstellen ter besluitvorming. 1. Verzamelde punten: a. Wijziging samenstelling raadscommissies. b. Vaststellen bestemmingsplan Binnenstad 2013. (Ar) c. Vaststellen bestemmingsplan Woongebied Bavel, Gilzeweg 14. (Ar) d. Voteren krediet jaarschijf 2013 van het Meerjarenplan Onderwijshuisvesting 2013-2014. (Bo) e. Ontwerpverklaring van geen bedenkingen voor de functiewijziging en kleinschalige verbouwing van het gebouw aan de Claudius Prinsenlaan 12-14/hoek Chassésingel (Stadskantoor, gebouw C) ten behoeve van de NHTV. (Ar) f. Brandweerkazerne aan de Tramsingel. (B) 2. Installatie van de heer A.P.M. (Jos) van Etten als commissielid namens de fractie Breda 97 en de heer J.W.J. (Jos) Koniuszek als commissielid niet raadslid namens de fractie GroenLinks. Naar analogie van de benoeming van raadsleden dienen ook commissieleden die geen raadslid zijn, een eed dan wel een verklaring en belofte af te leggen alvorens zij hun functie als commissielid daadwerkelijk mogen vervullen. 3. Installatie van mevrouw D.G. Smiers en de heer M.A.A.M. Simons als respectievelijk voorzitter en lid, tevens plaatsvervangend voorzitter, van de Commissie Ombudsman. Alvorens zij hun functie in deze door de raad op 20 december 2012 ingestelde commissie mogen vervullen, dienen beiden de ingevolge de Gemeentewet voorgeschreven eed of de verklaring en belofte af te leggen. 4. Werken@Breda; op weg naar werk. Nota re-integratie participatie 2013-2014. (M) (3) De gemeenteraad stelt met deze nota Werken@Breda, op weg naar werk, het beleidskader vast op het terrein van re-integratie, participatie en armoede voor de periode 2013 en 2014.

2 De nota geeft het beleidskader weer voor de gemeentelijke aanpak in de komende jaren. Deze aanpak wordt uitgewerkt in een aantal actielijnen. De uitvoering van de actielijnen in deze nota ligt bij de ATEA Groep, de Directie Ontwikkeling en de Directie Dienstverlening, dit in samenwerking met het maatschappelijk middenveld, de ondernemers en werkgevers en het onderwijs. 5. Structuurvisie Breda 2030; keuzenota. (Ar) (7) Dit raadsvoorstel brengt de belangrijkste richtinggevende keuzen voor de verdere ontwikkeling van de stad in samenhang in beeld ten behoeve van verdere uitwerking in fase 3. Tevens worden in de notitie Reikwijdte en detailniveau voor de MER van de Structuurvisie Breda 2030 de criteria benoemd voor een milieubeoordeling van de Structuurvisie. 6. Evaluatie reclamebeleid 1998/1999 en nieuw reclamebeleid Breda 2020. (Be) (2) Het nieuwe reclamebeleid spitst zich toe op: * Het vergroten van de kwaliteit van de openbare ruimte door buitenreclame zorgvuldig in te passen; * Het vereenvoudigen van de regelgeving op het gebied van reclame; * Het vinden van een goede balans tussen enerzijds de kwaliteit van de openbare ruimte en anderzijds een optimalisatie van gemeentelijke opbrengsten uit buitenreclame. 7. Beleidskader aanpak huiselijk geweld West-Brabant Van Handelingsverlegen naar Verantwoordelijkheid. (M) (2) Breda heeft als centrumgemeente de verantwoordelijkheid op West-Brabantse schaal het beleid vorm te geven op het gebied van huiselijk geweld en ook de aanpak op regionaal niveau te faciliteren. Breda ontvangt hiervoor middelen van het rijk en van de regio. Daarnaast is iedere gemeente volgens de Wet maatschappelijke ondersteuning verplicht (lokaal) beleid te maken en regie te voeren in de aanpak van huiselijk geweld. 8. Ontwerpverklaring van geen bedenkingen Realisering hondenpension aan Den Dogdreef 13. (Ar) (2) Betreft een aanvraag voor het realiseren van een hondenpension om dit als nevenactiviteit naast het agrarisch bedrijf ter plaatse te starten. Het verzoek past in het functieverruimingsbeleid zoals dat door de raad is vastgesteld. 9 Ontwerp-begroting 2013 en Meerjarenraming 2014-2016 Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant. (Ak) (2) Op 1 november 2012 heeft de raad besloten deel te nemen aan de Gemeenschappelijke Regeling van de Omgevingsdienst Midden- en West Brabant. De Omgevingsdienst geeft Provinciale Staten en de gemeenteraden de gelegenheid om voor 1 maart 2013 een zienswijze op de begroting en de meerjarenraming kenbaar te maken. VII. Rondvraag. Raadsleden kunnen hier vragen van procedurele of huishoudelijke aard stellen. VIII. Sluiting. Aan het slot van de vergadering wordt afscheid genomen van de heer K.H.D.M. (Klaas) Dijkhoff die onlangs ontslag heeft genomen als raadslid van de gemeente Breda. De benoeming van zijn opvolger is voorzien in de raadsvergadering van 21 maart 2013. (..) Spreektijd in minuten per fractie in eerste termijn.

3 AANWEZIGEN A.A. AARTSEN (VVD), B.E.A. ADANK (VVD), P. BAKKER (GROENLINKS), L.A.M.C. VAN BEEK (CDA), P.J.L.M. DE BEER (D66), B.P. VAN DEN BERG (B 97), M.A.E. DE BIE (D66), S. BIJLSMA (PVDA), R. BLANKENSTEIN (PVDA), P.L.A.L. BOS (D66), S. VAN MOURIK-VAN DER BRUGGEN (PVDA), K.H.D.M. DIJKHOFF (VVD), P.J. ELBERTSE (CDA), P.J.L. ERNST (VVD), R.A.C. GIEBELS (PVDA), E. GROENEWEG (CDA), M. HAAGH-REIJNE (PVDA), A. HARDORFF (PVDA), E.P.M.M. VAN HASSELT-BLANKERS, PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER (VVD), M.C. VAN HEMEL (D66), F.M. HENDRICKX (CDA), C.A. VAN DER HORST (VVD), A.E.G. DE JONG (TON), R.J.F.M. KLUIJTMANS (D66), A. KOGER (GROENLINKS), A.J.J.M. LIPS (CDA), P.J. VAN LUNTEREN (SP), H. VAN MAANEN (VVD), J.NOUHI (PVDA), S.E. VAN OOSTERHOUT (VVD), J.H. VAN DER SANDEN (SP), S. SCHOKKER (GROENLINKS), M. SPAPENS (SP), D.J. QUAARS (VVD), J. STUBENITSKY (LEEFBAAR BREDA), F.H.W. SZABLEWSKI (PVDA), E. ÜÇERLER (CDA), D.M.L. VUIJK (B 97). WETHOUDERS: S. AKINCI (GROENLINKS), A. ARBOUW (VVD), B. BERGKAMP (CDA), S. BOELEMA (D66), C. MEEUWIS (VVD). BURGEMEESTER: P.A.C.M. VAN DER VELDEN (VOORZITTER). PLAATSVERVANGEND RAADSGRIFFIER: A. SCHOENMAKERS. AFWEZIGEN P.H. SCHELTENS (GROENLINKS). RAADSGRIFFIER: P.PIKET.

4 I. OPENING. Mag ik vragen de plaatsen in te nemen? Ik open de vergadering. Mag ik u allen verzoeken te gaan staan? Dames en heren, leden van de raad, geachte familie van Anita Kokx, geachte aanwezigen. Op 29 december is Anita Kokx geheel onverwacht overleden. Anita Kokx was tot 1997 ruim 3 jaar lid van de raad en vervolgens in 1999 opnieuw 7 jaar. In de raadsperiode 2002-2006 was Anita Kokx tevens voorzitter van de raadscommissie Economische Zaken, Cultuur en Grondbedrijf en, zoals ik bij haar afscheid van de raad in 2006 al aangaf, een sociaaldemocraat in hart en nieren, zeer bekend om haar enorme dossierkennis maar ook met een zeer grote inzet op het terrein van de volkshuisvesting en de herstructurering waarin zij telkens weer haar grote maatschappelijke betrokkenheid wist te etaleren, getuige ook haar interview in BN De Stem van januari 2009. En ik citeer: Natuurlijk moet je niet niks doen. Je moet afgeleefde huizen opknappen of vervangen en als de openbare ruimte versleten is, moet je die aanpakken. Maar voor verbetering van leefbaarheid is veel meer nodig. Cruciaal zijn de rol en opvattingen van de bewoners. Anita Kokx bracht die betrokkenheid al voor haar raadslidmaatschap nadrukkelijk tot uiting. Van 1981 tot 1994 was zij bestuurslid van de Bredase sociaal culturele instelling Vertizontaal, vandaag de dag Surplus Welzijn geheten. Na haar succesvolle doctoraalstudie sociale geografie aan de universiteit van Utrecht, gevolgd door een cum laude promotie tot doctor, was Anita Kokx aan de universiteit werkzaam als onderzoeker. Zij publiceerde onder andere in dat verband in 2008 als mede auteur het rapport Effecten van stedelijke herstructurering op wijken en bewoners. En in 2011 werd een aantal artikelen van haar hand opgenomen in het boek Jongeren, sloop en sociale stijging. Sinds 2010 werkte Anita Kokx als postdoctoraal onderzoeker in het onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat en onderzocht ze diverse bestuurlijke vraagstukken rondom klimaatadaptatie in stedelijke gebieden. Zelf heb ik als burgemeester en raadsvoorzitter gedurende haar raadslidmaatschap zeer plezierig met haar mogen werken. Zij was, zoals ik al zei, een oprecht sociaaldemocraat. Maar ik heb het als bijzonder knap ervaren hoe zij op ogenschijnlijk gemakkelijke wijze haar academische studie en promotie met haar raadslidmaatschap wist te combineren, maar vooral niet te vergeten met de zorg voor haar gezin, dat al eerder indringende momenten van persoonlijk leed heeft moeten ondergaan. Voor de fractie Partij van de Arbeid heeft Anita Kokx een flinke, mooie bijdrage geleverd aan duurzaamheid. Zij was een kei in ruimtelijke ordeningsvragen en bescherming van het landschap was voor haar heel essentieel. En veel fractiegenoten en raadsleden uit de commissie Bouwen en wonen zullen haar Handen af van de Rith nog wel heugen want ze zette zich fors in voor het voorkomen en beperken van verdere verglazing die de openheid van de prachtige landschappen zouden kunnen aantasten. Anita Kokx is 55 jaar geworden. Leden van de raad en aanwezigen, onze gedachten gaan uit naar haar naasten die Anita Kokx, echtgenote, moeder en oma erg zullen missen. Ik verzoek u allen om een minuut stilte. Ik dank u wel. Ik schors voor een kort moment de vergadering zodat de familie en aanwezigen in rust de vergaderzaal kunnen verlaten. SCHORSING. II. MEDEDELINGEN. Mag ik vragen de plaatsen in te nemen? De vergadering gaat verder. Bericht van verhindering is ontvangen van het lid de heer Scheltens. Het lid mevrouw Giebels komt later. Op uw tafel treft u aan het addendum bij de Keuzenota bij de Structuurvisie Breda 2030, de ingekomen vragen met toelichting voor het actualiteitenuur en de aangekondigde conceptmoties en amendementen, die echter pas onderdeel van de beraadslagingen vormen nadat ze ook daadwerkelijk zijn ingediend. Tijdens de vergadering worden er enkele foto s gemaakt door onze medewerker de heer Van Opstal, dit om onder meer het jaarverslag van actueel beeldmateriaal te kunnen voorzien.

5 In verband met het afscheid van de heer Dijkhoff die vanavond zijn laatste vergadering als lid van de raad bijwoont, wil ik de vergadering vanavond op een ordentelijk tijdstip, zijnde ongeveer 23.00 uur, proberen af te sluiten. Ik stel u voor de vergadering voor om de agendapunten die dan nog niet behandeld zijn, zo nodig morgenmiddag om 16.00 uur voort te zetten. Dus ik hoop dat we met elkaar, Ja dat heeft de reden met alles wat ons te wachten staat in dit huis ook en ook elders. Dus ik nodig u allen uit om een bijdrage te leveren. Dan heb ik vernomen dat, gezien vragen die gesteld zijn door het CDA over de Fyra, dat de heer Akinci een korte mededeling daarover wil doen. Het woord is aan wethouder Akinci. WETHOUDER AKINCI: Dank u, voorzitter. Het is niet alleen vanwege de vragen die ik vandaag zag maar ook überhaupt vanwege de actualiteit van het dossier dat ik u een mededeling wil doen. Met betrekking tot de Fyra heeft u al kennis kunnen nemen van de raadsbrief met als bijlage een brief van het college aan de vaste Kamercommissie die rond het onderwerp bestaat en de staatssecretaris, waarin wij als gemeente gepleit hebben voor hetzelfde wat overigens in de vragen van mevrouw Van Beek stond, namelijk het feit dat de tussenoplossing, een intercityverbinding van Den Haag via Rotterdam en Antwerpen naar Brussel, nooit een eindoplossing kan zijn. Van die brief heeft u kennis kunnen nemen. Dat is ook het standpunt, niet alleen van de gemeente Breda, maar ook van de provincie en van de Nederlandse Spoorwegen. Prima dat er nu een tijdelijke tussenoplossing is voor het falen van de Fyra maar dat kan geen eindoplossing zijn. Het is ook geen alternatief want de intercityverbinding Den Haag - Brussel levert op geen enkele manier de beoogde reistijdwinst op, voor Breda al helemaal niet maar ook niet voor passagiers in Den Haag. Ook zij zijn gebaat bij een cross platform, overstappen in Rotterdam en een bijna 40 minuten snellere verbinding met Brussel, 40 minuten sneller dan nu met een IC zou zijn. Dus wij blijven met een aantal partners gewoon pleiten voor een volledige uitrol van het Fyra netwerk. Wat ons betreft, en ook dat zeggen we samen met de provincie: van de verbinding van twee uur op termijn, op snelle termijn op naar een verbinding van één uur, zodat iedereen snel in Antwerpen kan zijn. III. VASTSTELLEN VAN DE AGENDA. Dan kom ik bij vaststellen van de agenda. Niemand van u daarover opmerkingen? Dan is de agenda aldus conform het concept vastgesteld. IV. ACTUALITEITENUUR. Er zijn aanmeldingen ontvangen van D66, cameratoezicht in de binnenstad. Nog anderen? Dan geef ik het woord aan de heer De Beer. Gaat uw gang. mijnheer De Beer. DE HEER DE BEER: Dank u wel, voorzitter. Geacht college, Breda kent een prachtig centrum met veel aantrekkingskracht. Door het afwisselende winkelaanbod wordt onze binnenstad bezocht door duizenden toeristen per week en geniet ook de Bredase burger met volle teugen van een winkeldagje in eigen gemeente. Onze binnenstad kent ook een afwisselend horeca aanbod. Daar genieten we allemaal het hele jaar door van en in het aanstaande carnavalsweekend is het in ons Kielegat natuurlijk extra genieten. Veiligheid in een gebied als de binnenstad dat wekelijks horden mensen op bezoek heeft, is een belangrijke randvoorwaarde voor het succes van Breda winkelstad en Breda uitgaansstad. D66 Breda is dan ook van mening dat veiligheid het beste geborgd wordt door een mix van instrumenten: een goed onderhouden en verlichte buitenruimte, sociale cohesie, aanwezige politie, samenwerking met horecabedrijven, een gezond stukje burgerschap maar ook middelen op het vlak van toezicht en handhaving. En in deze laatste categorie speelt cameratoezicht in de binnenstad ook een rol. Wat D66 betreft, dient dat cameratoezicht enkel gericht ingezet te worden op een wijze die de privacy niet nodeloos schendt. Het is immers onnodig om 24 uur per dag iedere vierkante meter van het grondgebied van de gemeente Breda te registreren. Het is dan ook niet effectief want het is dan ook niet te organiseren dat de beelden live worden bekeken door politie of andere functionarissen van handhaving of toezicht. En dat live meekijken met beelden zodat er

6 daadwerkelijk ingegrepen kan worden als het fout gaat, is precies ook zo n punt wat D66 een belangrijke randvoorwaarde vindt. Dan kan cameratoezicht meerwaarde bieden. En juist op dat punt wil ik uw college enkele vragen stellen. Afgelopen week zijn er in het opsporingsprogramma Bureau Brabant beelden vertoond van een gewelddadig misdrijf in de binnenstad van Breda, dat plaats vond in de nacht van 21 op 22 december. Op de beelden wordt een bezoeker van onze binnenstad in elkaar geslagen en op een bedreigende wijze minutenlang door enkele straten gejaagd. De beelden houden de gemoederen dan ook flink bezig en worden veelvuldig gedeeld op Twitter en op Facebook. Bij deze beelden wordt nadrukkelijk gesteld dat deze feiten zich afspelen tijdens een drukke uitgaansavond tussen 2.30 uur en 3.00 uur. Er is niet direct ingegrepen door de politie op dat moment zelf. Dat maakt dat filmpje wel duidelijk. Het voorval duurde immers minutenlang. En de daders zijn nog niet gepakt. En dat roept bij ons de vraag op of de camera s wel op de juiste wijze worden ingezet. Onze fractie leefde altijd in de veronderstelling dat beelden live worden bekeken op uitgaansavonden en dat zagen wij ook bevestigd tijdens de keren dat fractieleden van ons meedraaiden met de politie op uitgaansavonden. Wij kunnen ons niet voorstellen dat dit beleid onlangs gewijzigd zou zijn zonder dat wij daarvan in kennis gesteld worden. De eerste vraag is dan ook: is het zo dat de camerabeelden op uitgaansavonden live worden bekeken zodat agenten op straat direct ter plaatse gestuurd kunnen worden? De tweede vraag is waarom dat niet in de nacht van 21 op 22 december is gebeurd. En dan voorzitter, de politie vermoedt dat de daders door het Stadserf zijn gevlucht naar de Grote Markt. Dat dit slechts een vermoeden is, impliceert dat daar geen beelden van zijn, en dat, terwijl het hier vol hangt met camera s. Daarom nog twee aanvullende vragen. Zijn er geen beelden van het Stadserf van de nacht van 21 op 22 december en zo nee, hoe is dat mogelijk en zo ja, waarom zijn deze niet ter beschikking gesteld aan de politie? En tot slot: op welke wijze borgt het college dat de camerabeelden in de toekomst wel op alle uitgaansavonden live worden bekeken en zo bijdragen aan beëindiging van misdrijven op het moment dat ze worden gepleegd? DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER MEVROUW VAN HASSELT (hierna te noemen de plaatsvervangend raadsvoorzitter): Dank u wel. Ik geef het woord aan burgemeester Van der Velden. BURGEMEESTER VAN DER VELDEN: Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Ik onderschrijf dat de veiligheid in een gebied als de binnenstad absoluut een belangrijke randvoorwaarde is voor het succes van Breda winkelstad en Breda uitgaansstad. Zoals D66 aangeeft, weten wij dit samen en proberen wij dat ook te realiseren met onze partners door een integrale aanpak. En het cameratoezicht op de openbare weg maakt daar deel van uit. Onze aanpak werkt met elkaar goed. En wij zijn een uitgaansstad met een goede reputatie. Dat neemt niet weg dat helaas ook in Breda geweldsincidenten plaats vinden. En het waarborgen van de veiligheid in onze stad is een zaak van blijvende actieve aandacht. Onderdeel daarvan is het blijven streven naar een optimaal gebruik van het cameratoezicht. En zo zijn er bijvoorbeeld recent verbeteringen aangebracht. Uitbreiding van de cameracentrale met een derde werkplek en cameratoezicht in een deel van de Halstraat. En binnenkort worden nog een aantal punten verder verbeterd, onder andere extra camera s op het Kasteelplein. Vanuit de effectiviteit en efficiency overwegingen alsook de bescherming van de privacy is dit cameratoezicht beperkt naar gebied en tijd. En ook u wijst nogmaals op de noodzaak daarvan. Het cameratoezicht vindt alleen plaats in de drukste uitgaansstraten en gedurende de drukste uren. Op donderdag, vrijdag en zaterdagnacht worden de camera s die daar geplaatst zijn, live uitgekeken van 22.00 uur s avonds tot 5.00 uur in de ochtend. En dat vindt plaats vanuit de gemeentelijke cameracentrale onder regie van de politie. Bij incidenten of dreigende incidenten kan, zoals u ook aangeeft, de politie dan ook onmiddellijk reageren. Dat is geborgd. Het zijn echter alleen de camera s die in het kader van het horecatoezicht op grond van artikel 151c Gemeentewet zijn geplaatst, die live kunnen worden uitgekeken. Deze hangen in de straten die door mij zijn aangewezen. De straat waar het voorval plaats vond, is niet een van die aangewezen straten. Het betrof geen opname van gemeentelijke camera s en dus ook geen camera s die door de politie live worden uitgekeken. Het zijn opnamen van particuliere camera s. En camera s van particulieren mogen eigen bezit in beeld brengen voor bewakingsdoeleinden. En in de praktijk kan daarbij een stukje openbare ruimte in beeld komen, zeker in de binnenstad. En de politie kan die beelden vorderen op grond van het Strafrecht. De gemeente heeft daarin geen rol voor wat betreft het particuliere toezicht, enkel voor het eigen toezicht, en ook niet als dit particuliere toezicht de privacy van derden zou schenden, bijvoorbeeld als de camera ook inkijk biedt bij de bovenbuurman. Dit is ten principale een kwestie van de verhouding tussen burgers onderling. En daarin heeft de registratiekamer een toezichthoudende

7 rol, doch in de praktijk zal een burger de schending van zijn privacy door een andere burger zelf aanhangig moeten maken en daar zijn ook voorbeelden van. Ook het Stadserf valt niet onder het cameratoezicht op het uitgaansgebied. De camera s op het Stadserf zijn van de gemeente als eigenaar en hangen daar ter beveiliging van het eigen gebouw en parkeerterrein. Het strafrechtelijk onderzoek of vordering naar deze zaak behoort niet tot de competentie van ons college. Het is dan aan het Openbaar Ministerie om te bepalen of die opnamen worden opgevraagd. En de gemeente is niet verzocht om opnamen van deze avond beschikbaar te stellen. DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER: Dank u wel. Mijnheer De Beer, heeft u behoefte aan een reactie? DE HEER DE BEER: Ja, dank u wel, voorzitter. Dank voor de beantwoording. Aan de hand daarvan heb ik nog twee aanvullende vragen. Allereerst of u dit voorval, maar misschien ook andere gebeurtenissen van de afgelopen periode, wilt meenemen in een beknopte evaluatie over de afbakening van de gebieden waar u artikel 151c, als ik het goed heb onthouden, waarin u die afbakening met ons nog eens wilt bespreken in de commissie Bestuur. Daar wil ik het eigenlijk bij laten. Dat is de belangrijkste vraag die ik op dit moment heb. DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER: Dank u wel. Zijn er nog andere aanvullende vragen van de fracties? Nee, niemand. Dan geef ik u graag het woord terug. BURGEMEESTER VAN DER VELDEN: Volmondig zeg ik daar ja op. Omdat ik denk dat hier een aantal interessante leermomenten voor ons vanuit de openbare orde, publieke zaken, aan verbonden is. En ik kan u zeggen dat ik daarover al het gesprek ben aangegaan. En ik zeg u dat gaarne toe. DE PLAATSVERVANGEND RAADSVOORZITTER: Dank u wel. V. VASTSTELLEN VAN DE NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE BREDA D.D. 20 DECEMBER 2012. Geen opmerkingen ontvangen. Mag ik daarmee vaststellen dat de notulen zijn vastgesteld? Aldus. VI. VOORSTELLEN TER BESLUITVORMING. 1. VERZAMELDE PUNTEN. De verzamelde punten a tot en met f. Wie van u wenst een stemverklaring af te leggen? De heer Stubenitsky, Mijnheer Vuijk. Gaat uw gang. Mevrouw Schokker. Mijnheer Stubenitsky. DE HEER STUBENITSKY: Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, het gaat om het vaststellen bestemmingsplan Binnenstad 2013, nummer 1b. Wij zijn tegen het gedeelte waarin over de winterterrassen gesproken wordt omdat hier in onze ogen een grote rechtsongelijkheid schuilt. En we willen daarover praten bij de Integrale Visie Binnenstad. Indien nodig zullen wij zelf voor gespreksstof zorgen. Dank u zeer. Mijnheer Vuijk, Breda 97. DE HEER VUIJK:

8 Dank u wel, voorzitter. Ook wij hebben de discussie over de winterterrassen eventjes open gelaten. Maar vanwege pragmatische redenen zullen wij ook dit stuk bespreekbaar maken tijdens de Integrale Visie op de Binnenstad. Dank u wel. Dank u. Mevrouw Schokker, GroenLinks. MEVROUW SCHOKKER: Ja voorzitter, een stemverklaring ten aanzien van punt c, Gilzeweg 14. GroenLinks gaat akkoord met het voorstel, uitgaande van het feit dat als er binnen 2 jaar niet gebouwd wordt, dat dan de vergunning weer ingetrokken wordt en daarna ook de bouwmogelijkheid uit het bestemmingsplan wordt gehaald. Dank u zeer. Dan zijn daarmee de voorstellen van de verzamelde punten aangenomen met inachtneming van de afgelegde stemverklaringen. 2. INSTALLATIE VAN DE HEER A.P.M. (JOS) VAN ETTEN ALS COMMISSIELID NIET RAADSLID NAMENS DE FRACTIE BREDA 97 EN DE HEER J.W.J. (JOS) KONIUSZEK ALS COMMISSIELID NIET RAADSLID NAMENS DE FRACTIE GROENLINKS. Ik nodig dan nu bij punt 2 de heren van Etten en Koniuszek uit om naar voren te komen. Mag ik u allen vragen te gaan staan? Geachte heer Van Etten, geachte heer Koniuszek, u heeft bij de uitoefening van uw functie met dezelfde belangen en dilemma s te maken als de raadsleden. Naar analogie van de raadsleden dienen ook commissieleden niet raadslid alvorens hun functie uit te kunnen oefenen, eveneens een eed of een verklaring en belofte af te leggen. U heeft er beiden voor gekozen om de verklaring en belofte af te leggen en ik zal eerst de tekst voorlezen waarna u antwoordt met: dat verklaar en beloof ik. De verklaring en belofte. Ik verklaar dat ik om tot lid van de raadscommissie benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik verklaar en beloof dat ik om iets in deze functie te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk, enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik beloof dat ik getrouw zal zijn aan de grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik al mijn plichten als lid van de raadscommissie naar eer en geweten zal vervullen en ten aanzien van mij bij het vervullen van het lidmaatschap ter kennis gekomen stukken en informatie nauwgezet dezelfde geheimhoudingsplicht, indien en voor zover deze geldt voor leden van de raad, in acht zal nemen en dezelfde zorgvuldigheid zal betrachten als te verwachten is van de leden van de raad. Mijnheer van Etten. DE HEER VAN ETTEN: Dat verklaar en beloof ik. De heer Koniuszek. DE HEER KONIUSZEK: Dat verklaar en beloof ik. Daarmee is dit moment officieel afgerond en daarmee wordt met deze installatie een extra betekenis aan uw commissielidmaatschap gegeven. U draagt immers bij aan het besturen van de stad en dat gaat zeker niet zomaar. Het kost tijd, het kost moeite. En ik wil u gaarne een bloemetje aanbieden en veel succes toewensen. Dank u wel. 3. INSTALLATIE VAN MEVROUW D.G. SMIERS EN DE HEER M.A.A.M. SIMONS ALS RESPECTIEVELIJK VOORZITTER EN LID, TEVENS PLAATSVERVANGEND VOORZITTER, VAN DE COMMISSIE OMBUDSMAN.

9 Dames en heren, gezien de agenda wil ik verder gaan. Alvorens de leden hun functie in de door de raad op 20 december 2012 ingestelde Commissie Ombudsman mogen vervullen, dienen beiden de ingevolge de Gemeentewet voorgestelde eed of de verklaring en belofte af te leggen. Het lid van de commissie de heer Buijs verblijft thans in het buitenland en zal daarom in de raadsvergadering van 21 maart geïnstalleerd worden. Ik nodig graag mevrouw Smiers en de heer Simons uit naar voren te komen. En mag ik u vragen op te staan? Geachte mevrouw Smiers, geachte heer Simons, u heeft er beiden voor gekozen de verklaring en belofte af te leggen. Ik zal eerst de tekst voorlezen waarna u antwoordt met: dat verklaar en beloof ik. De verklaring en belofte. Ik verklaar dat ik om tot ombudsman benoemd te worden rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik verklaar en beloof dat ik om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk, enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik verklaar en beloof dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als ombudsman naar eer en geweten zal vervullen. Mevrouw Smiers. MEVROUW SMIERS: Dat verklaar en beloof ik. DE HEER SIMONS: Dat verklaar en beloof ik. Hiermee is ook dit moment officieel afgerond. U bent beiden ook lid van de Regionale Commissie Ombudsman die werkzaamheden verricht voor de gemeente Oosterhout en de gemeente Aalburg, maar ook voor de Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking West-Brabant. U bent bekend met en ook in onze regio. En u heeft inmiddels een ruime ervaring met de ombudsfunctie. En daarbij heeft u reeds de nodige mediation vaardigheden ingezet. En dit sluit zeker aan bij ons streven van dit gemeentebestuur om mediation als instrument optimaal te benutten, bij zowel de eerste behandeling van de klacht door het college als bij de afdoening door uw commissie. En zoals u onlangs in BN De Stem liet optekenen, is het zeker inderdaad de kunst om de angel uit het conflict te halen en af te pellen tot de kern van het echte probleem is bereikt. Het bespaart ons zoveel en zoveel zaken en energie daarna. Ik feliciteer u met uw benoeming, zie uit naar de bijzondere resultaten van uw commissie en onderstreep dat graag met een bloemetje. 4. WERKEN@BREDA, OP WEG NAAR WERK. NOTA RE-INTEGRATIE PARTICIPATIE 2013-2014. 1 e termijn. We gaan nu verder met de agenda. Er zijn 2 termijnen. De spreektijd per fractie is gemaximeerd, zoals op de raadsagenda per punt is aangegeven. Aan de orde is agendapunt 4. Spreektijd in 1 e termijn 3 minuten. Wie wenst hierover het woord? Het woord is aan mevrouw Groeneweg namens de CDA fractie. MEVROUW GROENEWEG: Voorzitter, ik heb de verkeerde pagina voor me, voorzitter. Even kijken. Voorzitter, - want ook de 3 minuten zijn aan het lopen -, we steunen het beleid. Er is een evenwicht tussen werkgevers en werknemersinstrumenten en er is een activerend armoedebeleid. Ik ga in 3 minuten in op 3 aspecten. Als eerste arbeidsmarkt. De werkgeversbenadering is bijzonder goed uitgewerkt, mede door onze voorstellen. De deur van de arbeidsmarkt moet open voor de moeilijker bemiddelbare doelgroep. In het verlengde daarvan hebben wij meegeschreven aan de motie over de brainstormsessie in het kader van de voorgenomen quotumregeling voor arbeidsgehandicapten. Binnen het CDA staan wij uiterst kritisch tegenover de quotumregeling. Er kleven naast voordelen ook veel nadelen aan. Maar als die quotumregeling er dan toch komt, laten we dan om de tafel gaan om er het beste van

10 te maken. Mocht uiteindelijk de quotumregeling toch niet doorgaan, dan hebben we in ieder geval meer inzicht in de beren op de weg die werkgevers zien en kunnen we daarop inspelen. Ten tweede de ambities en de financiële degelijkheid. We willen zoveel mogelijk bereiken met het beschikbare budget, het budget dat sterk is gekrompen. Met de toezeggingen dat de resultaten per euro goed worden gevolgd en waar nodig tot bijstellingen zullen leiden, kunnen wij vooruit. De toezegging dat wij als raad hierover ook informatie zullen krijgen, is belangrijk in het kader van onze controlefunctie. En dan drie. Als het CDA hebben we in het hele traject en in deze nota zwaar ingezet op een positieve benadering en het belonen van eigen initiatief en vrijwilligheid. Dat werkt beter dan alleen opdragen en straffen. Ik geef een voorbeeld. Toen ik een jaar geleden bij de Straatraad was, was men hevig ontdaan over de verplichte tegenprestatie die in het vooruitzicht werd gesteld. Wat komt er over ons heen? De simpele vraag: wat zou je zelf willen en kunnen doen als tegenprestatie, gaf meteen een totaal andere energie en mensen kwamen onmiddellijk met ideeën. Met een amendement op de verordening inzake Werk en Bijstand hebben we als CDA deze positieve benadering verankerd en vrijwilligerswerk kan nu ook een tegenprestatie zijn. Dat was de start van meer initiatieven en ook afgelopen 16 januari komt in de Straatkrant: Straatraad en Atea gaan samenwerken. Fantastisch toch? Vanuit deze positieve benadering nog het volgende. Uit gesprekken met Bredanaars die te maken hebben met aanvragen van bijstandsuitkeringen, inclusief Bijzondere Bijstand, is gebleken dat snelheid van groot belang is. Het is niet alleen prettig snel te weten waar je aan toe bent. 8 Weken lang is behoorlijk lang als je krap zit. Het is ook belangrijk omdat, als het lang duurt voor het geld in de knip zit, mensen eerder schulden gaan maken. Er wordt gewerkt aan verkorting van de procedure voor het aanvragen van de bijstand, is mij verteld. Wij vinden dat de verkorting van de doorlooptijd in de nota thuishoort zodat het ook onderdeel uitmaakt van het formele beleid. Daarom dienen wij samen met de PvdA, Leefbaar en de SP het volgende amendement in onder het motto: snel geld in de knip om schulden te vermijden. Besluit het voorliggende ontwerp raadsbesluit te wijzigen als volgt: de Nota Werken@Breda, bijlage bij raadsbesluit 40427, vast te stellen met dien verstande dat aan actielijn 4 activerend armoedebeleid, punt 6, samenhang met schuldhulpverlening, pagina 42-43, wordt toegevoegd: de doorlooptijd van de aanvraag tot besluit over een toekenning van een uitkering wordt tot een minimum beperkt, enerzijds omdat wij kwaliteit willen leveren, anderzijds om te voorkomen dat mensen schulden aangaan omdat zij tijdelijk geen inkomsten hebben. In 2013 wordt de gemiddelde doorlooptijd tussen aanvraag en besluit terug gebracht tot maximaal 50% van de wettelijke termijn. Is ondersteund door CDA, Partij van de Arbeid, Leefbaar Breda, SP. Maakt deel uit van de beraadslagingen. MEVROUW GROENEWEG: Tot zover in de 1 e termijn, voorzitter. Dank u zeer. Het woord is aan mevrouw Koger, namens GroenLinks. Gaat uw gang mevrouw. MEVROUW KOGER: Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Een prima nota die we hier bespreken. En ik moet zeggen dat we die al drie keer hebben besproken, misschien al vaker. Dus ik wil over de nota niet zoveel meer zeggen. Maar ik wil wel iets zeggen over een opmerking die ik diverse keren heb geplaatst in de commissievergaderingen over dit soort onderwerpen, over dit onderwerp, namelijk dat ik moeite heb met zinsnedes als: iedereen kan iets, iedereen doet iets, of maatschappelijk nuttig bezig zijn. Tenzij, daar gaat het om, en dan kan ik er misschien wel mee leven, tenzij ik het mag uitleggen aan de hand van het volgende verhaal waarbij ook ik het heb over maatschappelijk nuttig bezig zijn. En mijn verhaal heet Mart. Ik woonde vroeger in een straat met veel kinderen. De babyboomers speelden toen nog op straat. En dat kon nog. Maar Mart was mijn buurjongen. Mart was, zoals we dat toen noemden, zwaar spastisch. Hij zat in een rolstoel, kon haast niet praten vanwege zijn spasmen, maar had een enorm gevoel voor humor. Mart had ook heel verstandige ouders. Hij werd niet weg gestopt zoals toen nog wel eens voor kwam, maar hij mocht gewoon naar buiten. En Mart speelde dus ontzettend vaak mee, als buut bij verstoppertje, als een van de twee doelpalen, en rijden met Mart, daar werd om gevochten. En hij had de grootste lol. Toen er bij ons aan het eind van de straat een brug werd gebouwd, was er een nieuw spel ontworpen of bedacht namelijk Mart

11 zo hard mogelijk van de brug afduwen en kijken wie het verst met hem kwam, totdat hij een keer met kar en al in de sloot verdween. We hebben hem er uit gehaald en we hebben op onze donder gekregen van zijn ouders. Maar waarom vertel ik dit verhaal nou over Mart? Mart was van ongelooflijk grote maatschappelijke waarde. Hij heeft me al heel jong geleerd het afwijkende waardevol te vinden. Dank u wel. Ik dank u zeer. Het woord is aan mevrouw Van der Sanden namens de SP. MEVROUW VAN DER SANDEN: Dank u wel, voorzitter. Na ruim 2 jaar is het dan zover. Vandaag gaan we de nota Werken@Breda vaststellen. Laten we beginnen met het goede nieuws. De SP is blij dat de gemeente re-integratie grotendeels in eigen hand heeft genomen. Sinds 2006 heeft onze fractie zich verzet tegen de commerciële reintegratiebureaus die dik geld verdienen over de rug van Bredase werklozen. Na jaren van protest verscheen het rapport van de Rekenkamer met een vernietigend oordeel over de re-integratie. En nu is er dan Atea, leerwerkbedrijf van de gemeente, dat Bredanaars probeert te begeleiden naar werk. Een positieve ontwikkeling. Maar deze nota zou meer zijn. In de raad van 20 december 2010 werd een motie ingediend door de gezamenlijke coalitiepartijen die de aanzet gaf tot deze nota. Het zou een brede visie worden waarbij re-integratie, maatschappelijke ondersteuning, participatie en armoedebeleid samen in een breder perspectief zouden worden geplaatst. Een heleboel zaken zijn genoemd in deze nota. In de afgelopen 2 jaar is er goed geluisterd naar alle betrokkenen en de commissie. Toch is wat de SP betreft, de link met het armoedebeleid onvoldoende. Want de reden om de motie destijds in te dienen, was het voorstel van het college om de langdurigheidstoeslag te halveren. En juist over dat soort onderdelen van het armoedebeleid vinden we niets terug in dit voorstel. Na lang aandringen ontvingen we deze week wel een brief van de wethouder met de aanpassingen van het armoedebeleid. Maar die gaan we pas op 26 februari bespreken. En daarin wordt de langdurigheidstoeslag gewoon gelaten zoals het is. Voorzitter, ik begrijp helemaal niets van deze gang van zaken. Ik begrijp de wethouder niet dat hij ons deze nota laat vaststellen terwijl we pas volgende maand het armoedebeleid gaan bespreken. Waarom hebben we deze 2 onderwerpen niet tegelijk besproken? En dan inhoudelijk. Deze vraag heb ik ook al in de commissie gesteld maar er geen antwoord op gekregen van de wethouder. De langdurigheidstoeslag werd destijds gehalveerd zodat mensen geprikkeld zouden worden om aan het werk te gaan. Ik wil nu graag weten van de wethouder:hoeveel mensen hebben nu daadwerkelijk een baan gevonden door deze maatregel? Heeft de wethouder cijfers die aantonen dat het halveren van de langdurigheidstoeslag heeft geholpen om meer mensen uit de bijstand te krijgen? Of was het toch gewoon een keiharde bezuiniging? En ik begrijp ook de coalitiepartijen niet. Mevrouw Koger van GroenLinks heeft vurig gepleit voor een integrale nota en heeft samen met collega s daar een motie over ingediend waar ik het net over had. En nu zegt ze in de commissie dat het armoedebeleid later besproken kan worden. Dat hoeft helemaal niet tegelijk met die nota Werken@Breda, terwijl dat nou juist de essentie was van de motie van 2 jaar geleden. Kan mevrouw Koger mij uitleggen waarom zij gedurende die 2 jaar van gedachten is veranderd? Wat voor zin heeft een motie als u er zelf niet aan vast houdt? U lijkt zo wel een tandeloze tijger. En die zijn in het Bredase circus blijkbaar nog niet verboden. Waar ik me ook nog steeds aan stoor, is de suggestie dat mensen met een uitkering maar gewoon een baan moeten gaan zoeken en dat alle problemen dan zijn opgelost. Natuurlijk moet iedereen die kan werken, zijn best doen om een baan te vinden. Wilt u afronden mevrouw? U bent over de 3 minuten. MEVROUW VAN DER SANDEN: Ik ben bijna klaar. De realiteit is dat er nauwelijks vacatures zijn. Mensen zoeken zich rot maar worden overal afgewezen. En ook de Economische Barometer is hier somber over. Er zijn grote groepen in de kaartenbakken van de Sociale Dienst die niet kunnen werken. Wilt u afronden?

12 MEVROUW VAN DER SANDEN: Ik wil dit nog even inleiden. Ik heb een vraag. Nee, nee, we hebben de afspraak gemaakt met elkaar. Dus ik vind dat u echt nu een punt moet zetten. MEVROUW VAN DER SANDEN: Nou mijn voorganger was ook iets langer, Nee dat is niet, Ik heb het hier precies staan. MEVROUW VAN DER SANDEN: Oké, goed. Kan de wethouder mij uitleggen hoe deze grote groep mensen, 65% waar nauwelijks perspectief op werk is, zelf zijn positie kan verbeteren en uit de armoede kan komen als hij zelf in de nota al aangeeft dat werken voor hen niet haalbaar is? Dank u wel. Het woord is aan mevrouw Haagh, Partij van de Arbeid. MEVROUW HAAGH: Dank u wel, voorzitter. Werk, werk, werk. Drie speerpunten van de Partij van de Arbeid. Werk, werk, werk, ook de beste vorm van participatie die er is. Daarom is het behandelen van deze nota belangrijk. Maar hoe positief je ook kunt staan tegenover de ambities die in deze nota staan, zo hard zijn ook de feiten en de realiteit van vandaag de dag, want we hebben te maken met een zorgwekkende Economische Barometer die we deze week gepresenteerd kregen en een voor Breda ongekend harde groei van de bijstandcijfers. En we zijn daar bezorgd over als Partij van de Arbeid. Het tij gaat niet zomaar gekeerd worden. En daarom zien wij het ook als een grote uitdaging om juist op dit terrein van Sociale Zaken en participatie te zoeken naar een verruiming van budget zodat er meer ruimte is om mensen daadwerkelijk naar betaald werk te begeleiden. Dat is een investering voor onze stad die een discussie waard is als we het hebben over prioriteiten voor belangrijke beleidsterreinen. Ik ga in op 3 punten, voorzitter. Ik kan het pleidooi van mevrouw Van der Sanden herhalen. Dat is het pleidooi geweest wat wij in de commissie gedaan hebben: behandel dit samen met het armoedebeleid. We deden voorstellen als Partij van de Arbeid, al in juni 2012, om bij bepaalde doelgroepen, - en dan heb ik het met name over gezinnen met kinderen en mensen met hoge zorgkosten -, voor een verruiming in dat armoedebeleid te kijken. En dat moet geschakeld zijn aan dit participatiebeleid. Want je zult het maar net zijn. Je zult maar net op dat trapje van de participatieladder staan dat de afstand naar betaald werk nog net even niet voor jou in beeld komt. Dan moet je in Breda kunnen terug vallen op een goede inkomensondersteuning zodat je volwaardig mee kunt blijven doen in de maatschappij. Een strijd die ik heb gestreden in de commissie met verbazing dat de coalitiepartijen er toch voor kozen om nu de participatienota zo te behandelen. Dus dan maar even naar de inhoud van die nota. Want die is wel belangrijk. De nota Werken@Breda. Er is goed geluisterd naar betrokkenen, naar cliënten. Er is ook geluisterd naar de gemeenteraad. En er is ook geluisterd naar de ideeën van de Partij van de Arbeid. De aandacht voor zelfredzaamheid die men kan terug vinden in de nota juichen we toe. Het gaat niet meer alleen om eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht waar we eerst deze wethouder Sociale Zaken steeds over hoorden. Maar ook het bouwen aan zelfredzaamheid heeft een plek gekregen en daar zijn we blij mee. Daarnaast ook de aandacht voor de jongeren zonder uitkeringen, brede invulling van de tegenprestatie en een goede bejegening van de klanten door klantmanagers. Ruimte voor innovatieve ideeën zoals de scharrelondernemers. Het zijn goede dingen waarvoor we hard ons best hebben gedaan en ze staan erin. We zijn daar blij mee. En ze staan ook nog goed beschreven door de mensen die ook zo hard aan het leerwerkbedrijf hebben moeten werken. Maar dan kom ik bij mijn laatste punt voorzitter. En dat is aandacht voor een specifieke groep en dat is een groep mensen met een arbeidshandicap. Wij willen heel graag toe naar een Breda dat koploper is als het gaat om het goed begeleiden naar betaald werk van mensen met een arbeidshandicap. En straks krijgen we te maken met een participatiewet waarin een quotumregeling staat. Mevrouw Groeneweg keek even naar de beren op de weg; ik kijk naar de kansen die er zijn.

13 Kunt u tot een afronding komen mevrouw Haagh? MEVROUW HAAGH: Jazeker, dat kan ik. Het is een regeling waar de laatste discussie nog niet over gedaan is maar die wel de werkgevers regionaal en lokaal mede verantwoordelijk maakt voor het goed integreren van mensen met een arbeidshandicap in het betaald werk. En daarom dienen wij een motie in om daar in ieder geval een goede start mee te maken hier in Breda op weg naar het goed voorbereid zijn op de komst van de participatiewet door een brede discussie te starten. Ik dien hem in namens een aantal partijen maar die ziet u vanzelf staan. Verzoekt het college voor de zomer 2013 een open brainstormsessie te organiseren met onder andere lokale en regionale werkgevers, cliëntenraden en maatschappelijke organisaties zoals stichtingen, betrokken ondernemers, BZW, RPA, over de voor- en nadelen en kansen en bedreigingen van de quotumregeling. De uitkomsten van deze brainstorm te benutten om arbeidsgehandicapten en werkgevers sneller bij elkaar te brengen en de begeleiding van de doelgroep arbeidsgehandicapten naar regulier werk tot een succes te maken in Breda. Eventuele kosten die verbonden zijn aan de brainstormsessie te financieren uit het flexbudget dat onderdeel uitmaakt van het totale participatiebudget van Werken@Breda. Is ondersteund door Partij van de Arbeid, CDA, VVD, D66, GroenLinks, SP. Maakt deel uit van de beraadslagingen. Het woord is aan mevrouw Van Maanen namens de VVD. MEVROUW VAN MAANEN: Voorzitter, werk, werk, werk. De PvdA zei het en ik dacht: het is wel een mooi haakje want ook wij zijn voor werk, werk, werk. In de eerste plaats vormt werk de belangrijkste bron van welvaart voor iedereen. En omdat mensen die werken belasting betalen, kunnen we samen voorzieningen in stand houden zoals zorg en armoedebeleid. Werken is daarnaast een instrument bij uitstek om armoede, ongezondheid en sociale ongelijkheid te bestrijden. En werk is van groot belang voor het welbevinden van het individu. Het is een belangrijke bron van inkomen, het draagt bij aan sociale integratie en maatschappelijke participatie en het biedt het individu ontplooiingsmogelijkheden. Dus ja, werk, werk, werk. Het is daarom dat de VVD vindt dat arbeidsparticipatie hoog op de prioriteitenagenda van de gemeente hoort te staan. En tegelijkertijd vinden we het ook prima dat er wat minder middelen beschikbaar zijn. Want als wij van de werkenden vragen om een deel van hun inkomen af te staan voor gemeenschappelijke doelen, dan mag men van de overheid verwachten dat het geld efficiënt en effectief wordt ingezet. De opdracht is dus om met minder geld meer te bereiken. En met het voorstel dat het college nu aan de raad voorlegt, is hiervoor een belangrijke stap gezet. Complimenten daarvoor. Het college is ambitieus en dat is goed. En hoewel het lastig zal worden, -want afgelopen maandag hebben we de economische barometer naar ons toe gekregen en die is gepresenteerd en daarin zie je dat in 2013 het aantal banen nog verder terug zal lopen. Dus het zal nog lastig genoeg zijn om de ambities die in dit voorstel staan, waar te maken. Dat is ook de reden dat we het erg goed vinden dat de verbinding die gelegd wordt door dit college met het bedrijfsleven, dat dat gedaan wordt, want het werk begint toch wel met werkgelegenheid. We vragen een maatschappelijke bijdrage van mensen met een uitkering. Hier staat de VVD volledig achter. Het is belangrijk om draagvlak te houden voor de solidariteit van de werkenden voor de niet werkenden. En het is activerend en het dwingt mensen om mee te blijven doen. Het blijft altijd je eigen verantwoordelijkheid om er alles aan te doen wat in je macht ligt om zo snel mogelijk weer aan het werk te komen als je even zonder werk zit. De overheid is er om je een steuntje in de rug te geven als dat nodig is. Dat is de toon die uit dit voorstel spreekt. En de VVD is daarmee dus akkoord. Dan wil ik nog even een reactie op het amendement van het CDA geven. Wij zijn een groot voorstander van een zo snel mogelijke doorlooptijd. Dus daarin vinden we elkaar. Wij zouden echter liever zien dat u dat in een motie giet omdat we ook helemaal niet zo goed weten hoe nu de doorlooptijden zijn. Dus laten we nou eens uitzoeken hoe de doorlooptijden nu zijn, welke verbeteringen we daarin kunnen aanbrengen en dan de opdracht geven aan het college om dat te laten doen en dat dan terug laten komen in de commissie. Dus als u dat zou willen doen, dan kunnen wij uw motie van harte ondersteunen. Dank u zeer. Tot slot nog,

14 MEVROUW HAAGH: Voorzitter, mag ik nog een vraag stellen aan mevrouw Van Maanen? Mevrouw Haagh. MEVROUW HAAGH: Ik hoor u praten over belangrijke prioriteiten, belangrijke ambities, maar het moet ook wel met wat minder kunnen. Nou, het is niet een beetje minder, het is de helft van het budget. Er is nogal weinig over,wat dat betreft, van het participatiegeld. Maar als nou blijkt dat de ambities niet waargemaakt worden, als nou blijkt dat de groei van het bijstandsbestand zoals dat nu plaats vindt, door gaat in plaats van dat het beter wordt, bent u dan nog bereid om echt aan die prioriteiten vast te houden en echt ook andere keuzes in deze stad te maken zodat werk, werk, werk, realiteit gaat worden voor veel meer mensen? MEVROUW VAN MAANEN: Dat hangt er van af hoe effectief het is. Welke keuzes stelt u dan voor? MEVROUW HAAGH: Dan is er dus meer geld nodig om meer mensen naar werk te begeleiden. Ik ben benieuwd of u dan bereid bent, want u zegt, als we de middelen hebben maken we de prioriteiten wel waar, maar als u die nou eens niet waar maakt en de ambities? Valt er dan te praten over een andere prioriteitsstelling als het gaat om de verdeling van de budgetten in Breda? MWEVROUW VAN MAANEN: Nou, over als dan dingen vind ik het lastig om in de toekomst te spreken. Kijk, als we naar het verleden kijken, dan is er ook wel heel erg veel geld besteed aan re-integratie van mensen wat volledig mislukt is. Dus ik denk dat we wel voorzichtig moeten zijn. Het is niet altijd zo dat als je extra geld inzet dat ook extra effectiviteit oplevert. Dus ik denk dat je moet kijken: welke prioriteiten stellen we, welke doelen hebben we en wat is daarvoor nodig om dat te bereiken. En dan ben ik altijd bereid om daar naar te kijken. Goed. Er is een 2 e termijn. Ik geef het woord aan mijnheer Stubenitsky. Voorzitter, mag ik even een puntje van orde. Ik zit een tijdje naar mijnheer Bos te kijken, en enorm integer en gewaardeerd lid. En in al zijn bescheidenheid krijgt hij geen contact met u. Ik weet niet, hij zit misschien al wel 5 minuten te seinen, dus misschien dat u misschien een actievere rol als voorzitter zou willen aannemen. Dan kan mijnheer Bos ook zijn rol meespelen. Ik, Mijnheer Bos kan dan het woord vragen en even richting, Ik heb dat inderdaad niet waargenomen. Nee. DE HEER BOS: Ik wil de heer Van Lunteren bedanken voor deze bijval. Ik waardeer zeer hoe hij mij toespreekt. Ik denk dat ik het ook eventueel zelf zou hebben kunnen oplossen. Maar wel bedankt voor deze interventie. Het woord is nu aan de heer Stubenitsky. DE HEER BOS: Maar nog even kort. Want de reden waarom ik seinde, is misschien nog wel even handig om aan te geven,

15 Ja. DE HEER BOS: En is dat ik dan ook straks graag even het woord zou willen voeren. Dus dat had ik nog niet doorgegeven. Dank u wel. Maar ik had dadelijk nog willen vragen wie nog meer het woord wenste want mij was opgevallen dat nog niet iedereen het woord had gevraagd. Mijnheer Stubenitsky. DE HEER STUBENITSKY: Ja dank u wel, voorzitter. Ik kan mij helemaal vinden in de nota, zeker na de verbeteringen die het college na de behandeling van de conceptnota heeft aangebracht op aanwijzingen van de commissie. En ik wil toch even praten over het amendement van mevrouw Groeneweg. En oké, ik ga in dit geval met de billen bloot. Want als ik daardoor in de toekomst mensen kan helpen, heb ik dat er wel voor over. Ik heb het zelf een jaar of vijf geleden meegemaakt. Je raakt je inkomen kwijt, komt bij een instantie terecht en wordt vervolgens van het kastje naar de muur gestuurd. Alleen al om ingeschreven te worden, heb ik mijn computer onbekwaam moeten laten verklaren, onder andere omdat ik niet meer wist of ik op 1 september of op 3 september 1959 voor het eerst naar de ULO ging. En ik wilde geen verkeerde informatie verstrekken. Toen ik 5 weken verder was en op donderdagmiddag naar mijn klantmanager belde omdat de portemonnee leeg was en het weekend voor de deur stond en ik graag om een voorschot wilde bedelen, kreeg ik van een collega van hem te horen dat ik s morgens tussen 9 en 11 had moeten bellen. En toen ik voorstelde om de volgende morgen dan maar te bellen, was het antwoord dat mijn klantmanager een lang weekend vrij was en ik dinsdagmorgen om 9.00 uur de eerste zou zijn. Toen na een paar maanden alles redelijk op rolletjes liep, heb ik mijn ervaringen met de gang van zaken, die ik nauwgezet op papier had gezet, aan een hoge ambtenaar overhandigd in de hoop dat er wat van geleerd zou worden. Ik heb er niets meer over gehoord. Ik sta volledig achter het amendement van mevrouw Groeneweg. Dank u wel. Dank u zeer. Andere leden van uw raad? De heer Bos. DE HEER BOS: Dank u wel, voorzitter. Ik denk dat ik allereerst een compliment wil maken over het proces wat we met deze notitie hebben doorlopen. Er is in verschillende fasen, op verschillende momenten, gewisseld over het tot stand komen van die notitie. En elke keer is er, denk ik, op een hele passende wijze gehoor gegeven aan de input die is gegeven. Allereerst dus een compliment over het proces. Maar ook over de inhoud. Ik denk dat er met deze notitie een hele heldere notitie ligt waarmee ook helder wordt aangegeven waarom we deze notitie hebben en ook wat we willen bereiken. En de doelen die we willen bereiken, zijn ronduit ambitieus te noemen maar zijn wel realistisch. Zo wil de notitie bereiken, - tenminste, door de uitvoering van de notitie natuurlijk -, dat in 2013 een structurele vermindering van het aantal mensen met een gemeentelijke uitkering met 110 personen zal plaats vinden en in 2014 0% stijging van het aantal mensen met een gemeentelijke uitkering. Een verhoging van het aantal zorg- en sociale activeringswerkplekken ten behoeve van mensen met een gemeentelijke uitkering, van 300 in 2013 en 350 in 2014. 20% van de cliënten met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, die geen perspectief hebben, moeten een verbeterde positie krijgen door de participatie. En dan komen er ook nog klanttevredenheidsonderzoeken om te zien of die notitie ook goed wordt uitgevoerd. Ik vind dat ronduit heldere doelstellingen waaraan ik graag namens D66 steun geef. Met betrekking tot de motie van de PvdA: die steunen wij graag. Wij vinden eigenlijk dat je door te faciliteren in het bij elkaar brengen van verschillende partijen, dat je daarmee als het ware in ieder geval bewustwording genereert van de mogelijkheden en de kansen zeg maar die daar liggen vanuit werkgevers en vanuit de gemeente voor de mensen met een arbeidshandicap. Wij steunen die motie graag. Met betrekking tot het amendement van het CDA zeggen wij: moeten we nou vanaf hier met elkaar opleggen dat wij de doorlooptijd minimaal maken? Is dat niet een oproepen van. Als je het omgekeerde zou zeggen, van we laten hem maximaal worden, dat is natuurlijk niet de bedoeling.

16 Ik wacht het antwoord van de wethouder af maar ik denk dat wij niet zo diep in de uitvoering zeg maar moeten ingrijpen met deze opmerking van het CDA. Dus die motie steunen wij niet. Amendement, dank u wel. Tot slot wil ik nogmaals, - en er is al veel gesproken over deze notitie in de verschillende bijeenkomsten in de commissie -, wil ik toch nogmaals een compliment maken voor de ambtenaren die een bijdrage hebben gegeven aan deze notitie. Een mooi document, en ik denk een van de voorbeelddocumenten als het aan mij zou liggen, van hoe notities er uit zouden moeten zien. Dank u wel. Dank u wel. Het woord is aan mijnheer, MEVROUW GROENEWEG: Voorzitter, mag ik nog een vraag stellen? Ik vroeg me het volgende af. U zegt dat het uitvoering is mijnheer Bos, ons amendement. Maar op het moment dat wij niet aangeven van doe het sneller, wie moet dat dan wel doen? Laten we dat dan helemaal, We zeggen toch met elkaar dat we dienstverlening hoog in het vaandel hebben staan en klantgerichtheid. Dan moeten we dat toch ook handen en voeten geven als raad? DE HEER BOS: Ja maar ik denk, Ik vind het een bijzondere opmerking vanuit de gedachte dat ik er van uit ga dat elke afdeling binnen de gemeente probeert dingen zo snel mogelijk te doen en dat de opmerking vanuit dat perspectief niet nodig zou moeten zijn. Helder. Het woord is aan mijnheer De Jong, Trots op Nederland. Gaat uw gang. DE HEER DE JONG: Dank u, voorzitter. Ja, ook wij vinden het een prima nota: werk, werk, werk. Mevrouw Haagh heeft het al gezegd. Ook wij zijn met de SP, blij dat de re-integratie nu zelf ter hand wordt genomen door Atea in plaats van door dure re-integratiebureaus. Dat biedt de ruimte naar mijn idee en ja, daar liggen ook de kansen. Ook naar de toekomst toe, als de babyboomers echt allemaal met pensioen zijn, liggen daar naar mijn idee de kansen. En ja, dan moet je op het vinkentouw zitten. En je zit beter op het vinkentouw als je dicht bij het vuur zit. Vandaar dat wij blij zijn dat Atea het ter hand heeft genomen. Voor wat betreft de integratie van arbeidsgehandicapten, steunen wij de motie van de PvdA, hoewel wij onze twijfels hebben bij het quotuminstrument. Voor een oudere wetgeving is dat al eerder geprobeerd en heeft dat nooit succes gehad maar baat het niet dan schaadt het niet en we vinden het een sympathieke nota. Voor wat betreft de snelheid van de aanvragen, die kunnen wij niet steunen. En daar hebben wij toch wel een paar opmerkingen nog over. In het amendement staat dat een spoedproces extra werk met zich mee brengt en 2 bullits daaronder dat de totale hoeveelheid werk vermindert bij een kortere doorlooptijd bij het proces. Dat zijn dus 2 argumenten die wij niet kunnen rijmen. En de wetgever heeft een aantal beslistermijnen gegeven, op basis van onderzoek. Zomaar concluderen dat het wel tot de helft verminderd kan worden, zonder nadere onderbouwing of onderzoek, dat gaat ons te ver en dat kunnen wij niet steunen. Dank u wel. Nog andere leden van uw raad? Ik kijk alle kanten op en alle hoeken rond. Dan is het woord aan wethouder Meeuwis. Nee, ik begrijp dat meerderen graag op deze stoel zitten maar dat zit er toch niet in vanavond. Dat kan mevrouw Van Hasselt voortreffelijk. Dus het woord is aan de heer Meeuwis. En u heeft het een en ander gevraagd. Ik vraag wel aan de wethouder om ook met de tijd enigszins rekening te houden. Gaat uw gang wethouder. WETHOUDER MEEUWIS: Gaat mijn tijd pas in als ik aan de onderwerpen begin of,

17 Die is al lang ingegaan. Gaat uw gang. WETHOUDER MEEUWIS: Want ik zou nog iets willen zeggen over de schermen want het is echt niet om aan te zien. Ik dacht dat die kleuren u wel zouden aanspreken. Gaat uw gang. DE HEER VUIJK: We kijken vanavond door een roze bril. WETHOUDER MEEUWIS: Voorzitter, ik wil de commissie bedanken voor hun bijdrage in 1 e termijn. Het is al door een aantal mensen gezegd: dit belangrijke stuk werk is raadsbreed in goed overleg tot stand gekomen. We hebben er volgens mij met z n allen in geïnvesteerd om tot een gedragen beleid te komen als het gaat over het belangrijke onderwerp als participatie. Ik hoor ook wat kritische geluiden uit de raad,met name als het gaat over de koppeling met het armoedebeleid. We hebben dat gewisseld in de commissie. Het college heeft daarom ook besloten om na het vaststellen van de nota, om de regels rondom armoedebeleid, om die zo snel mogelijk aan u te doen toekomen zodat u in uw eindoordeel voor de nota waarin het armoedebeleid als flankerend beleid wordt aangedragen, om dat wel mee te kunnen laten wegen in uw besluitvorming vanavond. En ik wilde dus de inhoudelijke vragen ten aanzien van de notitie rondom het armoedebeleid ook graag doorverwijzen naar de behandeling van die armoederegels of beleidsregels in de aanstaande commissie. MEVROUW VAN DER SANDEN: Voorzitter, als ik daar even op mag reageren. Het is toch heel erg raar dat je het armoedebeleid.., Het is een onderdeel van de nota Werken@Breda, vervolgens komen er nieuwe regels met betrekking tot het armoedebeleid, en dat gaan we dan pas volgende maand behandelen. We hebben dat nu wel toegestuurd gekregen en daar staan een heleboel dingen in waar ik helemaal niet blij mee ben. Maar daar kan ik nu niks over zeggen omdat we dat in de commissie nog gaan behandelen. Waarom dan niet 3 weken eerder gekomen met die nieuwe regels of deze nota een maand uitgesteld zodat we het integraal hadden kunnen behandelen? We zijn hiermee bezig sinds 2010. Die maand had daar volgens mij ook nog wel bij gekund zodat we het gewoon gezamenlijk hadden kunnen oppakken. Ik vind het een hele rare gang van zaken. De wethouder. WETHOUDER MEEUWIS: Voorzitter, ik ken de opvattingen van mevrouw Van der Sanden. Die hebben dit ook in de commissie zo gewisseld. Ik heb toen wel vastgesteld dat een meerderheid van deze raad wel er de voorkeur aan gaf om vaart te maken met zeg maar de kaders van het beleid die we in de nota Werken@Breda hebben vastgelegd. En ook met de toezegging dat de beleidsregels rondom armoedebeleid, - dat was op verzoek van de CDA fractie-, dat die wel met terugwerkende kracht op 1 januari in zouden gaan, dus dat daar geen vertraging in zou ontstaan. Dus in die zin maken we snelheid en houden we tegelijkertijd zorgvuldigheid volgens mij voldoende in acht. Als ik kijk, zijn er relatief weinig vragen gesteld. Het heeft zich toegespitst op een amendement wat u heeft ingediend en een motie. Ik begin even met de motie van de Partij van de Arbeid en anderen. Ik kan u alleen maar prijzen in deze aanpak. Ik snap uw zorgen als het gaat over het quotabeleid. Het is niet helemaal het Bredase model om dit soort dingen af te dwingen denk ik. Ik denk dat we er alle baat bij hebben en ook een overlegstructuur in Breda hebben die liever middels overleg tot goede afspraken komt. Ik denk overigens dat de quotaregeling een uitstekende stok achter de deur kan zijn voor dit overleg. En ik denk dat het college de motie rondom het overleg rondom die quotaregeling ook graag ter hand zal nemen. Nou ja goed, ik kan ook tellen, dus in die zin zal die ook aangenomen worden. En dat lijkt ons een uitstekende aanvulling op datgene wat we eerder hebben besproken en in de nota hebben ingezet. Dan ten aanzien van het amendement, daar wilde ik het volgende over zeggen. Het college wil u graag in overweging geven om dit niet in deze vorm te doen. Wij hanteren in Breda wettelijke beslistermijnen conform de Algemene Wet Bestuursrecht van 8 weken. Dat is, - en de heer De Jong gaf dat ook aan -, niet zomaar een willekeurige grens, dat is een grens, een termijn, die ook op

18 basis van onderzoek tot stand gekomen is en waarin een bepaalde hoeveelheid taken en diensten worden gedaan met een bepaalde formatie die daarbij hoort. Als je dat korter wil, wordt het niet per definitie efficiënter, maar dat kan juist betekenen dat je pieken met meer formatie moet oppakken. En daar zit dus een risico in dat je met een termijn, met een termijnenverwachting werkt, die je dus dan vervolgens niet kunt waarmaken tenzij je grote organisatiekosten maakt om dat te doen. We hebben daarnaast de mogelijkheden om met overbruggingsuitkeringen of wettelijke voorschotten mensen die daardoor in de problemen zouden komen, te helpen. We hebben daarnaast ook de ambitie om met zaken als sprintbemiddeling mensen waarvan we weten op het moment dat ze zich melden voor een uitkering, dan melden ze zich bij de klantmanager, melden zich bij het loket, dat is de meest kansrijke periode om mensen naar werk te bemiddelen, die eerste periode. Hoe langer mensen in een uitkering zitten, - daar hebben we het eerder over gehad -, hoe lastiger dat vaak blijkt te zijn. Die groep die zich net meldt, is daar vaak het beste in te bedienen. Dat doen we ook en het zou dus zonde zijn als je dat soort sprintbemiddeling, die ook 4 weken duurt, dus zou moeten opofferen omdat daar aan het einde automatisch een uitkering staat. Dus ik zou zeggen: ik geef in overweging om het niet als regelamendement in een nota vast te spijkeren. Het college is uiteraard bereid om te zoeken naar ruimte die er organisatorisch is binnen de andere opdrachten die u het college ook heeft gegeven over met minder formatie taken te doen in het kader van uw bezuinigingambitie, onze bezuinigingsambitie, dus daar een andere vorm in te kiezen en dit niet als zonder nader onderzoek zo in de nota in te amenderen. Voorzitter, dank u wel. 2 e termijn. Wie van u voor een 2 e termijn? Het woord is aan mevrouw Groeneweg, CDA. MEVROUW GROENEWEG: Dank u wel, voorzitter. Ik ga vooral even in op het amendement want er wordt steeds gezegd dat dat extra geld zou kosten. Bij bijna alle processen, zowel bij de PTT destijds als bij wat je nu ziet, bijvoorbeeld in de ziekenhuizen, bijvoorbeeld bij de mammacarcinomen, daar was vroeger altijd een doorlooptijd van 3 weken en tegenwoordig kun je binnen 2 weken terecht en in 4 uur ben je helemaal gediagnosticeerd. En dat gaat niet meer geld kosten maar dat levert geld op. Omdat iedere keer je anders afspraken moet maken, terug wordt gebeld, wat de heer Stubenitsky ook zegt, dan ga je toch weer bellen, van kan ik toch niet een voorschot krijgen, en dan moet daar weer over beslist worden. In zijn algemeenheid is het zo dat hoe sneller je het doet, des te minder werk het wordt. En bovendien kunnen we allemaal wel zeggen dat het wettelijke termijnen zijn, maar die mensen zitten wel gewoon 8 weken zonder geld in zijn algemeenheid. Dan kun je wel zeggen dat het wettelijke termijnen zijn maar wat doen we daar dan aan? Want die mensen zitten wel in de problemen. Je zou bijvoorbeeld ook zo n Jumbosysteem kunnen hanteren van een kassa erbij op het moment dat het heel erg pieken is. Dat is toch een kwestie van werk organiseren en niet zozeer van extra formatie inzetten. Maar toch, en ik denk dat ik met mijn collega s die dat wel goed zouden vinden, zou ik graag het amendement willen omzetten naar een motie met wel met die verstande dat ik echt vind dat wij naar die snelle afwikkeling toe moeten. En ik weet niet maar dat kan toch, nietwaar voorzitter? Ja? Dus dan trekken we het amendement in en dan brengen we er een motie voor in de plaats die hopelijk wat meer tegemoet komt aan alle bezwaren die ik hoor van de wethouder en andere partijen hier in de zaal. Als u het mij aanreikt. Verzoekt het college de huidige doorlooptijden tussen aanvragen van algemene en bijzondere bijstand ter besluit te inventariseren. Te analyseren hoe het proces zo kan worden vorm gegeven dat doorlooptijden tot een minimum worden beperkt. Aan de raad in mei de uitkomsten van deze analyse voor te leggen. Aan de raad een voorstel te doen voor gemiddelde doorlooptijden die ambitieus en haalbaar zijn. Eventuele kosten die verbonden zijn aan de inventarisatie en analyse te financieren uit het flexbudget dat onderdeel uitmaakt van het van het totale participatiebudget van Werken@Breda. Maakt deel uit van de beraadslagingen. Dan geef ik het woord aan mevrouw Van der Sanden, namens de SP. Gaat uw gang, mevrouw.

19 MEVROUW VAN DER SANDEN: Dank u wel, voorzitter. Het begint er op te lijken dat wethouder Meeuwis er een gewoonte van gaat maken om vragen van mij gewoon niet te beantwoorden. Dus ik ga het nog een keer proberen, net zoals vorige keer in de commissie over kinderen in armoede. Ik heb 2 keer, in de commissie en in mijn 1 e termijn, gevraagd, in 2010 is de langdurigheidstoeslag gehalveerd met het idee van dat dat een zeg maar verkeerde prikkel was. Als mensen die langdurigheidstoeslag kregen, dan zouden ze nooit gaan werken want dan kregen ze dat geld toch wel een keer per jaar. Daarom is toen die uitkering gehalveerd. En het idee was dat mensen dan allemaal meteen aan het werk zouden gaan. Dus ik wil nog een keer de wethouder vragen: hoeveel mensen zijn er nu daadwerkelijk gaan werken door deze maatregel? Heeft de wethouder cijfers die aantonen dat het halveren van die langdurigheidstoeslag heeft geholpen om meer mensen uit de bijstand te krijgen? Mevrouw Van Maanen. MEVROUW VAN MAANEN: Voorzitter, ter interruptie. Ik vraag me toch af wat de SP nou vindt als het gaat over mensen stimuleren naar werk. Bent u het niet met ons eens dat een financiële prikkel mensen wel kan helpen om wat harder hun best te doen om naar werk te zoeken? MEVROUW VAN DER SANDEN: Een positieve financiële prikkel zal zeker helpen. Als mensen merken dat wanneer ze ergens een baan accepteren, dat ze daar financieel op vooruit gaan, dan gaan ze natuurlijk aan de slag. We hebben het nu over mensen die in een uitzichtloze situatie zitten, die meer dan 3 jaar op bijstandsniveau leven, die ook volgens de gegevens die in de nota staan, niet of nauwelijks bemiddelbaar zijn naar werk. U weet ook heus wel, U roept we steeds werk, werk, werk. Maar dan moeten die vacatures, vacatures, vacatures, er ook wel zijn en die zijn er niet. Dus mensen komen nu gewoon niet aan een baan, zitten gewoon in de financiële ellende, kregen voorheen nog als gezin 450,-- en nu nog 250,--. En ik wil weten of die korting van die langdurigheidstoeslag van die zeer slecht bemiddelbare groep, daar zitten ook mensen bij die niet kunnen werken omdat ze bijvoorbeeld arbeidsgehandicapt zijn, ook daarvoor is die langdurigheidstoeslag gewoon gekort, zwaar verminderd. Die mensen kunnen gewoon niet aan de slag. Dus ik wil nog steeds graag weten, die maatregel, die toen genomen is, MEVROUW VAN MAANEN: Voorzitter, MEVROUW VAN DER SANDEN: heeft dat gewerkt om meer mensen aan een baan te helpen? Ik denk het niet. En zeg dat dan gewoon. Zeg dan gewoon: dat is gewoon een keiharde bezuiniging. Die mensen worden gewoon gepakt en het heeft niks te maken met werk. Mevrouw Van Maanen. MEVROUW VAN MAANEN: Voorzitter, kijk de SP weet net zo goed als de VVD dat een heleboel mensen zeggen van nou, als ik er op achteruit ga op het moment dat ik ga werken, wat met de armoedeval gewoon bekend is dat dat gebeurt, hoe meer geld je mensen geeft in een bijstandssituatie, hoe groter de drempel wordt om te gaan werken. Want dan krijgen mensen blijkbaar minder en dan zijn ze niet meer bereid om te gaan werken. En dat weet de SP ook. Dus dan weten we ook dat het andersom ook zo werkt, dat als je de financiële prikkel geeft, dat ze meer bereidheid hebben om te gaan werken. Dat kan de SP toch ook toegeven dan? Mevrouw Van der Sanden. Gaat u verder en tracht u mogelijk tot enige afronding te komen. MEVROUW VAN DER SANDEN: Ja dat verhaal is het enige wat ik altijd hoor van de VVD. Maar hoe ze al die mensen dan aan het werk krijgen met deze situatie en met deze arbeidsmarkt, dat hoor ik nooit. Er zijn al die mensen

20 die niet kunnen werken, wat ik net al aangaf, omdat ze daar niet toe in staat zijn en die worden nog steeds gepakt met dit soort maatregelen. MEVROUW VAN MAANEN: En nou nog een ding dan voorzitter. Want wij hebben nog steeds allerlei mensen uit Roemenie en Polen die werk in Nederland komen doen. Dus wat dat betreft, is het niet zo dat er absoluut geen werk is. Mevrouw an der Sanden. En ik stelvoor dat u tot een afronding probeert te komen. MEVROUW VAN DER SANDEN: Ja, daar word ik echt even stil van. Dan had ik nog een vraag gesteld aan de wethouder. Er is een grote groep, 65% van de kaartenbak bij de Sociale Dienst heeft niet of nauwelijks perspectief op werk en er is ook geen geld om hen te helpen bij het vinden van werk. Toch blijft de wethouder zeggen dat werk eigenlijk de enige manier is om uit de armoede te komen. Kan de wethouder mij uitleggen hoe deze grote groep mensen zelf zijn positie kan verbeteren en uit de armoede kan komen als hij zelf al aangeeft dat werken voor hen niet haalbaar is? Dan nog even over de motie van de Partij van de Arbeid. Die hebben wij natuurlijk gesteund omdat alles wat we hier doen om arbeidsgehandicapten aan een baan te helpen, wij van harte steunen. En landelijk stonden wij ook zij aan zij met de PvdA voor het behoud van de sociale werkvoorziening in het comité Armoede werkt niet. Maar de nieuwe participatiewet van de PvdA staatssecretaris Klijnsma is niet meer dan een sterfhuisconstructie voor de sociale werkplaats. Dus ik hoop dat mevrouw Haagh de belangen van arbeidsgehandicapten net zo vurig gaat verdedigen bij haar partijgenoten in Den Haag dan dat zij het hier doet in de raad. En nog een opmerking over het amendement van het CDA wat nu gewijzigd is in een afgezwakte motie. Ik snap dat wel. Het CDA wil natuurlijk graag dat andere coalitiepartners meetekenen dus dan moet je wel. Ik vind het een beetje jammer want ook wij horen heel vaak klachten van mensen die 8 weken of langer moeten wachten voor een eerste uitkering. En het gaat om een bijstandsuitkering. Dus het zijn mensen die vaak al bijvoorbeeld uit een WW uitkering komen. Nu kun je zeggen, als je WW termijn er op zit, dan zijn je reserves al dusdanig terug gelopen dat er geen dikke spaarrekening meer is. Als je dan 8 weken moet wachten op geld, dan heb je gewoon een serieus probleem. Want de huur en gas en licht en telefoon en verzekeringen moeten wel gewoon betaald worden. Dus het zou toch heel erg mooi zijn, die 50% waar het CDA het over heeft, dat er na 4 weken een uitkering komt of in ieder geval een voorschot op de uitkering die net zo hoog is als de uitkering zodat je in ieder geval gewoon je rekeningen kunt betalen Kunt u afronden, mevrouw Van der Sanden? MEVROUW VAN DER SANDEN: en al niet meteen een betalingsachterstand hebt bij al die instanties. Dus ja, ik had gehoopt dat ze het amendement zouden handhaven. Maar we zullen ook de motie steunen omdat alles beter is dan niks. Dank u wel. Mevrouw Van Maanen, VVD. MEVROUW VAN MAANEN: Voorzitter, nog even naar het CDA. Dank dat jullie bereid zijn om het amendement om te zetten in een motie. Wij kunnen daarmee instemmen, omdat we ook in de eerste plaats wel eens willen weten hoe het er nu voorstaat met de doorlooptijden en vervolgens dan een smart haalbare doelstelling kunnen weergeven voor hoe het eventueel sneller en beter kan. Nog even wil ik reageren op wat SP en PvdA zeggen over het flankerend armoedebeleid, dat dat nu niet een onderdeel van Werken@Breda is. Wat de VVD betreft, is dat helemaal niet zo n groot probleem. Want in het document Werken@Breda wordt de link gelegd naar flankerend beleid, namelijk het armoedebeleid. Het is ook geen onderdeel, zoals de SP zegt, van Werken@Breda maar flankerend beleid. En zo is bijvoorbeeld onderwijs ook geen onderdeel van Werken@Breda maar wel een belangrijk flankerend beleid. En dat behandelen we ook niet tegelijkertijd. Dus wat ons betreft, is de volgorde zo prima.