EUROPESE CENTRALE BANK MAANDBERICHT FEBRUARI 2004. Op alle publicaties van de ECB in 2004 staat een motief van het EUR 100-biljet.



Vergelijkbare documenten
STATISTIEKEN VAN DE ECB EEN KORT OVERZICHT

Mario Draghi, President van de ECB, Vítor Constâncio, Vice-President van de ECB, Frankfurt am Main, 3 september 2015

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM OPGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

PERSBERICHT. Eerste publicatie van MFI-rentestatistieken voor het eurogebied 1

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM OPGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

EUROPESE CENTRALE BANK MAANDBERICHT

STATISTIEKEN VAN DE ECB EEN KORT OVERZICHT AUGUSTUS 2005

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Recepten voor duurzame groei Beschouwingen naar aanleiding van het Jaarverslag 2014 van de Nationale Bank van België

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO- ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken

PERSBERICHT. DE GECONSOLIDEERDE WEEKSTAAT VAN HET EUROSYSTEEM per 4 januari 2002

Door staf van het Eurosysteem samengestelde macro-economische projecties voor het eurogebied

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009

Technische aannames betreffende de rente, de wisselkoersen, de grondstoffenprijzen en het begrotingsbeleid

EUROPESE CENTRALE BANK MAANDBERICHT

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

Technische aannames betreffende de rentes, de wisselkoersen, de grondstoffenprijzen en het begrotingsbeleid

E U R O P E S E C E N T R A L E B A N K 2005 M A A N D B E R I C H T 2005 M A A R T

Kentering op de Europese woningmarkten

EUROPESE CENTRALE BANK MAANDBERICHT JUNI In 2005 verschijnt in alle publicaties van de ECB een motief van het bankbiljet van EUR 50.

Door staf van het Eurosysteem samengestelde macro-economische projecties voor het eurogebied

Monetaire beleidsinstrumenten van de ECB

Technische aannames betreffende de rente, de wisselkoersen, de grondstoffenprijzen en het begrotingsbeleid

Financiële instellingen en bedrijven geven minder schuldpapier uit in 2010

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

Werkloosheid in de Europese Unie

Beleggingen institutionele beleggers 1,5 biljoen euro in 2010

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

Kredietverlening aan Nederlandse bedrijven loopt terug

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Technische aannames betreffende de rente, de wisselkoersen, de grondstoffenprijzen en het begrotingsbeleid

Driemaandelijkse beslissing van de Nationale Bank van België inzake het contracyclische bufferpercentage (1 januari 2016): 0 %

Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

1. Financiële en monetaire ontwikkelingen S2. 2. Economische bedrijvigheid S Prijzen en kosten S Wisselkoersen en betalingsbalans S35

Technische aannames betreffende de rente, de wisselkoersen, de grondstoffenprijzen en het begrotingsbeleid

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

AEGON Equity Fund. vierde kwartaal 2006

De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2018 nam het bbp met 1,4 % toe

Technische aannames betreffende de rente, de wisselkoersen, de grondstoffenprijzen en het begrotingsbeleid

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU?

Centraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden

Voorjaarsprognose : naar een licht herstel

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2017 neemt het bbp met 1,7 % toe

Projecties betreffende het internationale klimaat. Projecties voor de reële bbp-groei

Oktober Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur :

EUROPESE CENTRALE BANK

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

Marktontwikkelingen varkenssector

Centraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden

Markt voor onderhandse derivaten in korte tijd sterk gekrompen

Terugblik. Maandbericht mei 2018

De Minister van Financiën Ir. J.R.V.A. Dijsselbloem Postbus EE Den Haag. DNB-analyse effecten langdurig lage rente

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

Voorjaarsprognoses 2013: EU-economie herstelt langzaam van een aanhoudende recessie

september MARKTCOMMENTAAR

BEKNOPTE INLEIDING OP CENTRAAL BANKIEREN EN MONETAIR BELEID IN HET EUROGEBIED

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog

Economische voorjaarsprognoses 2015: herstel wint aan kracht dankzij economische rugwind

DOOR MEDEWERKERS VAN HET EUROSYSTEEM SAMENGESTELDE MACRO-ECONOMISCHE PROJECTIES VOOR HET EUROGEBIED

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

Uitdagingen voor het Europees monetair beleid en het Belgisch economisch beleid na de crisis

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting:

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting:

De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016

Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2015 t/m 31 maart 2015

Gemengde verwachtingen institutionele beleggers over vastgoed

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2014 t/m 31 december 2014

De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017

QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak?

Ondernemersvertrouwen stabiliseert in februari

EUROPESE CENTRALE BANK MAANDBERICHT MAART In 2006 verschijnt in alle publicaties van de ECB een motief van het bankbiljet van EUR 5.

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

ECONOMISCHE VOORUITZICHTEN 2003

10889/10 VP/mg DG G I

Winstgroei en buffers ondersteunen investerings herstel

Voorbeeldcasussen workshop DELFI-tool t.b.v. de LWEO Conferentie Auteurs: Íde Kearney en Robert Vermeulen

L 330/20 Publicatieblad van de Europese Unie

Centraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden

Persbericht. Economische groei in de eerste negen maanden 4,1% Centraal Bureau voor de Statistiek

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni Samenvatting:

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad

Macro-economisch scorebord 2015K4

kortlopende kredieten langlopende kredieten buitenlandse banken1

PERSBERICHT Brussel, 19 januari 2016

Centraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden

Transcriptie:

EUROPESE CENTRALE BANK MAANDBERICHT FEBRUARI 00 Op alle publicaties van de in 00 staat een motief van het EUR 0-biljet.

Europese Centrale Bank, 00 Adres Kaiserstrasse 9 0 Frankfurt/Main Duitsland Postadres Postfach 0 9 00 Frankfurt/Main Duitsland Telefoon +9 9 0 Internet www.ecb.int Fax +9 9 0 00 Telex ecb d Dit is tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van de Directie van de. De vertalingen worden gemaakt en gepubliceerd door de nationale centrale banken. Alle rechten voorbehouden. Het maken van kopieën voor educatieve en nietcommerciële doeleinden is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. De statistieken in deze uitgave zijn afgesloten op februari 00. ISSN -0 Print versie ISSN 7-00 Online versie

INHOUD TEN GELEIDE ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN IN HET EUROGEBIED 9 De externe omgeving van het eurogebied 9 Monetaire en financiële ontwikkelingen Prijzen en kosten 9 Productie, vraag en de arbeidsmarkt Wisselkoers- en betalingsbalansontwikkelingen Kaders: De resultaten van de enquête naar de bancaire kredietverlening in het eurogebied van januari 00 Liquiditeitsverhoudingen en monetairebeleidstransacties van november tot en met januari 00 Verwachtingen binnen de particuliere sector met betrekking tot de inflatie en de economische bedrijvigheid in het eurogebied: de resultaten van de Survey of Professional Forecasters (SPF) 00-I en andere beschikbare indicatoren Een beoordeling van de huidige en toekomstige economische omstandigheden volgens enquêtes van de Europese Commissie ARTIKELEN De economieën van de toetredingslanden op de drempel van de Europese Unie 9 Ontwikkelingen in de financiële balans van de particuliere sector in het eurogebied en de Verenigde Staten De invloed van fair value accounting op het Europese bankwezen vanuit het oogpunt van financiële stabiliteit 7 STATISTIEKEN VOOR HET EUROGEBIED S Overzicht van de monetaire-beleidsmaatregelen van het Eurosysteem Publicaties van de Europese Centrale Bank sinds 00 LIJST VAN TERMEN I IV IX

AFKORTINGEN LANDEN BE DK DE GR ES FR IE IT LU NL AT PT FI SE UK JP US België Denemarken Duitsland Griekenland Spanje Frankrijk Ierland Italië Luxemburg Nederland Oostenrijk Portugal Finland Zweden Verenigd Koninkrijk Japan Verenigde Staten ANDERE AFKORTINGEN bbp bruto binnenlands product BIS Bank voor International Settlements BPM IMF Balance of Payments Manual (e editie) CD s depositocertificaten c.i.f. c.i.f. aan de grens van het importerende land CPI consumptieprijsindex Europese Centrale Bank EMI Europees Monetair Instituut EMU Economische en Monetaire Unie ESCB Europees Stelsel van Centrale Banken ESR 9 Europees System van Rekeningen 99 EU Europese Unie EUR euro f.o.b. f.o.b. aan de grens van het exporterende land HICP geharmoniseerde consumptieprijsindex ILO Internationale Arbeidsorganisatie IMF Internationaal Monetair Fonds MFI s monetaire financiële instellingen NACE Rev. Statistische indeling van de economische bedrijvigheid in de Europese Gemeenschap PPI Producentenprijsindex SITC Rev. Standard International Trade Classification (revision ) Conform het binnen de Gemeenschap bestaande gebruik worden de landen van de EU in dit Bericht gerangschikt in alfabetische volgorde van de namen in de nationale talen.

TEN GELEIDE In zijn op februari 00 gehouden vergadering heeft de Raad van Bestuur van de besloten de minimale inschrijvingsrente voor de basisherfinancieringstransacties van het Eurosysteem onveranderd te laten op,0%. De rentetarieven voor de marginale beleningsfaciliteit en de depositofaciliteit werden eveneens onveranderd gelaten, op respectievelijk,0% en,0%. Het besluit de voornaamste rentetarieven van de op hun lage niveaus te handhaven weerspiegelt het oordeel van de Raad van Bestuur dat er geen fundamentele wijzigingen in de middellange-termijnvooruitzichten voor prijsstabiliteit zijn. Dienovereenkomstig blijft de monetaire-beleidskoers passend. De Raad van Bestuur was van oordeel dat de inflatoire risico's beperkt zouden moeten blijven door enigszins gunstigere invoerprijsontwikkelingen, terwijl de economische situatie in het eurogebied zich verder zou moeten herstellen in lijn met de eerdere verwachtingen. De Raad van Bestuur zal nauwlettend alle ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op zijn beoordeling van de risico's voor prijsstabiliteit op de middellange termijn, nauwlettend blijven volgen. Ten aanzien van de wisselkoersen benadrukte de Raad van Bestuur wederom met name stabiliteit en bleef de Raad bezorgd over buitensporige wisselkoersbewegingen. Om te beginnen met de economische analyse, blijven de meest recente gegevens betreffende de productie in het eurogebied alsook enquêteresultaten betreffende het producentenvertrouwen consistent met aanhoudende economische groei rond de jaarwisseling, zowel in de verwerkende als de dienstensector. Vooruitblikkend, zou de externe omgeving van het eurogebied zich gunstig moeten blijven ontwikkelen. Met name kan worden verwacht dat robuuste reële bbp-groei in de economieën van de belangrijkste handelspartners van het eurogebied de buitenlandse vraag naar goederen en diensten uit het eurogebied zal ondersteunen, hoewel de uitvoergroei enigszins zou kunnen worden geremd door de daling van het prijsconcurrentievermogen. De condities voor een verbetering van de binnenlandse vraag zijn eveneens gunstig. Investeringsactiviteiten zouden niet alleen moeten profiteren van mondiale trends in de vraag, maar ook van de door bedrijven geleverde inspanningen de productiviteit en winstgevendheid te verbeteren, van het lage rentepeil en van over het algemeen gunstige financieringscondities. De groei van de particuliere consumptie, die tot dusverre nogal gematigd is gebleven, kan eveneens worden verwacht zich te herstellen in overeenstemming met een stijging van het reëel beschikbare inkomen. Dit algehele beeld van een geleidelijk economisch herstel wordt weerspiegeld in alle beschikbare voorspellingen uit zowel officiële als particuliere bronnen en lijkt te worden bevestigd door de ontwikkelingen op de financiële markten. Op de kortere termijn blijven de risico's voor dit hoofdscenario evenwichtig. Over langere tijdshorizons bezien, houden de onzekerheden verband met de hardnekkige onevenwichtigheden in enkele regio's van de wereld en hun mogelijke repercussies voor de houdbaarheid van de mondiale economische groei. Wat betreft de prijsontwikkeling, daalde de HICP-inflatie op jaarbasis in december 00 naar,0%. Hetzelfde cijfer werd door Eurostat geraamd voor januari 00. In de loop van dit jaar zou de inflatie tot onder % moeten dalen en daarna in overeenstemming moeten blijven met prijsstabiliteit. Hoewel de mondiale in Amerikaanse dollars luidende grondstoffenprijzen gedurende de afgelopen maanden een stijgende trend hebben laten zien, drukt de appreciatie van de euro over de afgelopen maanden de effecten daarvan op de binnenlandse prijzen. Daarnaast zullen de loonontwikkelingen naar verwachting bescheiden blijven in de context van hoge werkloosheidscijfers en een geleidelijk economisch herstel. Recente gegevens betreffende de arbeidskosten lijken de beoordeling van een afvlakking van de loonstijgingen globaal te bevestigen. Over het geheel genomen blijft de inflatoire druk beperkt - een beoordeling die wordt gedeeld door alle beschikbare voorspellingen.

Gegeven de conditionele aard van een zich op de toekomst richtende evaluatie, is het uiteraard van belang zich bewust te zijn van alle elementen van risico voor de vooruitzichten voor prijsstabiliteit. Daarnaast is het noodzakelijk de inflatieverwachtingen nauwlettend te volgen. Wat betreft de monetaire analyse, is de M- groei op jaarbasis zich gedurende de afgelopen maanden slechts langzaam blijven matigen. Dit geeft aan dat er sprake is van een nogal geleidelijke verschuiving van portefeuilles van monetaire activa naar langere-termijn financiële activa die niet in M zijn begrepen. Daarnaast draagt het lage renteniveau bij aan de aanhoudend krachtige groei van zeer liquide activa. Tegelijkertijd weerspiegelt de groei van de leningen aan de particuliere sector de effecten van zowel de lage rente als van een verbetering van het economisch klimaat. De krachtige monetaire groei van de laatste paar jaren betekent dat er aanzienlijk meer liquiditeit in het eurogebied beschikbaar is dan nodig is voor financiering van niet-inflatoire groei. Of de geaccumuleerde overliquiditeit zich op de middellange termijn zal vertalen in inflatoire druk hangt af van de mate waarin de portefeuilleherschikkingen die in het verleden hebben plaatsgevonden worden teruggedraaid en van de toekomstige sterkte van de economische groei. Indien de overliquiditeit zou aanhouden, dan zou deze op de middellange termijn kunnen leiden tot inflatoire druk. Samenvattend blijft de economische analyse aangeven dat het hoofdscenario voor de prijsontwikkeling op de middellange termijn in overeenstemming is met prijsstabiliteit. De onderlinge toetsing met de monetaire analyse verandert dit beeld niet. Wat betreft begrotingsbeleid, zijn er verschillende belangrijke aangelegenheden die om grote aandacht vragen. Ten eerste zal de tenuitvoerlegging van het begrotingsbeleid in overeenstemming dienen te zijn met de vorig jaar door overheden gedane toezeggingen. In dit verband wordt thans een grondige beoordeling van de nieuwe Stabiliteitsprogramma's van lidstaten uitgevoerd. Gezonde overheidsfinanciën zijn nodig ter ondersteuning van een stabiel macro-economisch kader, dat op zijn beurt het vertrouwen versterkt en de investeringen, groei en werkgelegenheid in het eurogebied bevordert. Ten tweede deelt de Raad van Bestuur, wat betreft het institutionele kader voor het begrotingsbeleid, de bezorgdheid van de Europese Commissie ten aanzien van de in november vorig jaar bekendgemaakte conclusies van de Ecofin-Raad. De Commissie is de hoedster van het Verdrag en van het Pact voor Stabiliteit en Groei. De respecteert de beslissing van de Commissie juridische duidelijkheid te willen verkrijgen over de tenuitvoerlegging van het Pact. De ziet daarnaast geen noodzaak tot wijziging van het Verdrag en beschouwt het Pact voor Stabiliteit en Groei in zijn huidige vorm als geschikt. De Raad van Bestuur is het met de Commissie eens dat de tenuitvoerlegging van het Pact voor Stabiliteit en Groei verder zou kunnen worden verbeterd, met name in termen van de analyse van structurele onevenwichtigheden en de versterking van stimulansen voor gezond begrotingsbeleid in goede economische tijden. De duidelijkheid en afdwingbaarheid van het begrotingskader dienen te worden verbeterd. Een stabiel macro-economisch kader is noodzakelijk om het groeipotentieel van het eurogebied te vergroten, maar is op zichzelf niet voldoende. Bevordering van de werkgelegenheid en van de arbeidsproductiviteit en het beste gebruik van technologische en wetenschappelijke vooruitgang in de context van een verouderende maatschappij, vereisen alle structurele hervormingen - op begrotingsterrein en in de financiële, product- en arbeidsmarkten. De Lissabon-strategie verschaft de voor voortgang benodigde blauwdruk. De verantwoordelijkheid voor de tenuitvoerlegging ervan ligt echter bij overheden, parlementen en de sociale partners. De Raad van Bestuur steunt ten sterkste de huidige inspanningen in een aantal lan-

den om met structurele hervormingen voortgang te maken. Tegelijkertijd deelt de Raad ten volle de mening dat additionele maatregelen nodig zijn, zoals recentelijk nog eens benadrukt door de Commissie in haar voortgangsverslag inzake de tenuitvoerlegging van de Lissabon-strategie en de prioriteiten voor 00. Alle betrokken partijen moeten het grote publiek ervan overtuigen dat iedereen van dergelijke structurele hervormingen profijt zou hebben, en wel in termen van groei, meer en betere banen, en hogere inkomens. MAANDBERICHT Ten geleide Dit nummer van het bevat drie artikelen. In het eerste artikel wordt een overzicht gegeven van enkele van de belangrijkste macro-economische en structurele kenmerken van de economieën van de toetredende landen vlak vóór hun lidmaatschap van de Europese Unie. In het tweede artikel wordt een vergelijking gemaakt van de belangrijkste ontwikkelingen op de terreinen van besparingen, financieringen en investeringen, alsmede van de daaruit voortvloeiende trends in de schuldenlast en het financiële vermogen, van nietfinanciële vennootschappen en huishoudens in het eurogebied en in de Verenigde Staten sinds het midden van de jaren negentig. In het derde artikel wordt een overzicht gegeven van het huidige debat in de banksector over de invloed op deze sector van een bredere toepassing van fair value accounting. 7

ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN DE EXTERNE OMGEVING VAN HET EUROGEBIED ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN De externe omgeving van het eurogebied De versnelling van de mondiale economische bedrijvigheid en handel heeft zich voortgezet en de vooruitzichten voor de externe omgeving blijven gunstig. Het herstel van de mondiale vraag en de wereldhandel heeft zich dankzij het gunstige financieringsklimaat verbreed en heeft aan kracht gewonnen. De prijzen van grondstoffen, vooral die van andere grondstoffen dan olie, bleven stijgen. ONTWIKKELINGEN IN DE WERELDECONOMIE Recente gegevens geven een verdere verbetering van de mondiale economische verhoudingen te zien en duiden op een verbreding van het herstel in de meeste regio s. In de Verenigde Staten bleef de economische bedrijvigheid zich krachtig herstellen en bedroeg de reële bbp-groei in het vierde kwartaal,0% (van kwartaal op kwartaal, op jaarbasis), tegen,% in het derde kwartaal van 00. De groei van de werkgelegenheid is evenwel in de afgelopen maanden tot stilstand gekomen, al lijkt dit tot dusverre geen invloed te hebben op de algehele kracht van het economisch herstel. Het consumentenvertrouwen is op een hoog peil gebleven en uit de beschikbare cijfers valt op te maken dat het herstel van de investeringen door bedrijven nog immer krachtig is. Met name de stevige interne liquiditeitspositie van Amerikaanse bedrijven en het gunstige financieringsklimaat blijven een stimulans vormen voor de investeringen door particuliere ondernemingen. De prijsstijgingen hebben zich goeddeels gestabiliseerd. De CPI-inflatie op jaarbasis steeg van,% in november tot,9% in december, terwijl de deflator van de particuliere consumptieve uitgaven met uitzondering van voedingsmiddelen en energie in de laatste drie maanden van 00 ongeveer % aangaf. Tijdens de vergadering op januari 00 heeft het Federal Open Market Committee besloten de doelstelling voor de federal funds rate te handhaven op %. De Japanse economie zet het geleidelijke herstel voort. Ondanks de koersstijging van de yen is de voornaamste motor van de economische groei een aanhoudende toename van de uitvoer als gevolg van de fors gestegen 0 - - - - Grafiek Belangrijkste ontwikkelingen in de grote geïndustrialiseerde economieën Productiegroei ) (mutaties in procenten per jaar; kwartaalgegevens) eurogebied Verenigde Staten Japan 999 000 00 00 00 Inflatie ) (mutaties in procenten per jaar; maandgegevens) eurogebied Japan Verenigde Staten 0 999 000 00 00 00 Bronnen: Nationale gegevens, BIS, Eurostat en berekeningen van de. ) Voor het eurogebied zijn gegevens van Eurostat gebruikt, voor de Verenigde Staten en Japan nationale gegevens. Voor alle landen zijn de bbp-cijfers voor seizoen gecorrigeerd. ) Op basis van de HICP. 0 - - 0 - - 9

mondiale vraag. De sterke buitenlandse vraag begint langzaamaan ook door te werken in de binnenlandse sector, wat heeft geleid tot een stijging van de industriële productie in november met,0% ten opzichte van de voorgaande maand. De consumptieve bestedingen bleven echter achter. Er bleef sprake van lichte deflatie: de CPI daalde in december met 0,% ten opzichte van het voorgaande jaar, terwijl de CPI met uitzondering van verse voedingsmiddelen met 0,% terugliep. Op 0 januari verhoogde de Bank van Japan haar doelstelling voor het uitstaande bedrag aan bij haar aangehouden rekeningen-courant van JPY 7.000-.000 miljard tot JPY 0.000-.000 miljard. In het Verenigd Koninkrijk hield de economische bedrijvigheid in het vierde kwartaal van 00 aan en versnelde de reële bbp-groei met 0,9% op kwartaalbasis, wat neerkomt op een groei van,% op jaarbasis. De belangrijkste drijfkracht achter deze productiegroei blijkt de dienstensector te zijn geweest, terwijl de industriële productie geen groei liet zien. De detailhandelsverkopen in het vierde kwartaal van 00 duiden op blijvend hoge consumptieve bestedingen, die het gevolg zijn van een sterke groei in de kredietopneming door huishoudens en een sterke huizenmarkt. De HICP-inflatie is in december stabiel gebleven met een stijging van,% op jaarbasis, ruim onder de doelstelling van %. In Azië met uitzondering van Japan hield de sterke groei van de economische bedrijvigheid in de regio aan. Gedreven door investeringen in vaste activa kwam in 00 de bbp-groei op jaarbasis in China op 9,% uit, het hoogste niveau van de afgelopen zeven jaar, terwijl de CPIinflatie sterk steeg tot,% (jaar-op-jaar) in december. De economische bedrijvigheid bleef zich ook in de toetredingslanden en Latijns Amerika herstellen, zij het in een trager tempo dan in Azië met uitzondering van Japan. DE GRONDSTOFFENMARKTEN De olieprijzen stegen in januari tot hun hoogste niveau sinds maart 00. De prijs van een vat ruwe Brent-olie bereikte op februari USD 9, (EUR,7). Deze stijging was het gevolg van de sterke vraag in de Verenigde Staten en Azië en het historisch lage peil van de handelsvoorraden in de Verenigde Staten. De OPEC heeft de olieprijzen boven de door haar vastgestelde bovengrens van USD laten uitkomen. Bovendien hield de in de tweede helft van 00 waargenomen scherpe stijging van de prijzen (in Amerikaanse dollars gemeten) van andere grondstoffen in januari 00 aan, voornamelijk als gevolg van de aangetrokken mondiale vraag (zie Grafiek ). De prijzen van ander grondstoffen zijn sinds begin juli met % gestegen. VOORUITZICHTEN VOOR DE EXTERNE OMGEVING De externe omgeving van het eurogebied blijft zich naar verwachting gunstig ontwikkelen. Het herstel van de mondiale economische bedrijvigheid en de wereldhandel heeft zich verbreed en heeft aan kracht gewonnen, onder meer als gevolg van het gunstige financieringsklimaat en een heropleving van de binnenlandse vraag. Grafiek Belangrijkste ontwikkelingen op de grondstoffenmarkten 0 0 ruwe olie, Brent (USD per vat; links) grondstoffen m.u.v. olie (USD; index 000 = 0; rechts) I II III IV 00 00 Bronnen: Datastream en HWWA-Institut für Wirtschaftsforschung, Hamburg. 0 90

ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN De externe omgeving van het eurogebied De risico s voor de vooruitzichten van de wereldeconomie lijken globaal genomen in evenwicht in de meeste regio s. Een positief punt is dat de mondiale economische bedrijvigheid kan aantrekken als de productiviteitsgroei, met name in de Verenigde Staten, even robuust blijft als in de afgelopen maanden. De belangrijkste neerwaartse risico s houden verband met de aanhoudende externe onevenwichtigheden in de belangrijkste regio s van de wereldeconomie en de mogelijke gevolgen daarvan voor de duurzaamheid van de mondiale groei.

MONETAIRE EN FINANCIËLE ONTWIKKELINGEN. MONETAIRE ONTWIKKELINGEN De tekenen die wezen op matiging van de groei op jaarbasis van M sinds de zomer van 00 werden bevestigd door de cijfers over december 00. Nu de omstandigheden op de financiële markten zich hebben verbeterd en de onzekerheid over de economische vooruitzichten is afgenomen lijken de deelnemers aan het economische verkeer geleidelijk te zijn overgegaan tot een herschikking van hun beleggingen, van monetaire activa naar, niet tot M gerekende, financiële activa voor de langere termijn. Tegelijkertijd verloopt de matiging van de M-groei relatief traag, mogelijk althans deels als gevolg van het lage renteniveau. In deze omgeving is de groei op jaarbasis van MFI-leningen aan de particuliere sector in het laatste kwartaal van 00 toegenomen. Deze stijging was grotendeels het gevolg van de groei in de kredietverlening aan huishoudens. Over het geheel genomen blijft er in het eurogebied, ondanks de matiging van de M-groei, sprake van een liquiditeitsniveau dat aanzienlijk hoger ligt dan noodzakelijk is voor het financieren van niet-inflatoire economische groei. HET RUIME MONETAIRE AGGREGAAT M Het ruime monetaire aggregaat M vertoonde van november op december 00 een traag groeitempo. De twaalfmaands groei van dit aggregaat, dat met,7% in juli een hoogtepunt bereikte, daalde van 7,% in november tot 7,% in december (zie Grafiek ). De cijfers over december bevestigen derhalve de in de zomer van 00 ingezette neerwaartse tendens in de groei van M. Stijgende aandelenkoersen, een steeds steiler verlopende rendementscurve, afnemende onzekerheid op de financiële markten en steeds betere economische vooruitzichten lijken beleggers ertoe hebben aangezet hun portefeuille voorzichtig te herschikken ten gunste van langerlopende financiële activa. Tegelijkertijd werd de monetaire groei nog steeds gestimuleerd door de lage alternatieve kosten van het aanhouden van geld. Dit verklaart mogelijk deels waarom de normalisatie van de groei van M betrekkelijk langzaam verloopt. Ondanks de matiging van de M-groei sinds afgelopen zomer was er in december nog steeds aanzienlijk meer liquiditeit in het eurogebied dan noodzakelijk was voor het financieren van niet-inflatoire groei. Of deze overliquiditeit zich op de middellange termijn zal vertalen in inflatoire druk zal in het bijzonder afhangen van de mate waarin eerder verrichte portefeuilleherschikkingen worden teruggedraaid en van de wijze waarop de economie zich gaat ontwikkelen. Een aanhoudende situatie van overliquiditeit kan op de middellange termijn tot inflatiedruk leiden, met name als deze vergezeld gaat van duurzame economische groei. BELANGRIJKSTE COMPONENTEN VAN M In december 00 bleef er sprake van een krachtige twaalfmaands groei van het enge monetaire aggregaat M (zie Tabel ). Dit houdt deels verband met de voortgaande aanzienlijke liquiditeitsopbouw binnen en buiten het eurogebied. Er zijn nog geen Grafiek De groei van M en de referentiewaarde (mutaties in procenten per jaar; voor seizoen en kalendereffecten gecorrigeerd),0 9,0,0 7,0,0,0,0,0 M (voortschr. driemaands gecentreerd gemiddelde van de twaalfmaands groei) M (twaalfmaands groei) referentiewaarde ( /%),0 999 000 00 00 00 Bron:.,0 9,0,0 7,0,0,0,0,0,0

ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN Monetaire en financiële ontwikkelingen Tabel Overzicht monetaire variabelen voor het eurogebied (mutaties in procenten per jaar; kwartaalcijfers zijn gemiddelden; voor seizoen en kalendereffecten gecorrigeerd) Uitstaand bedrag Twaalfmaands groeipercentages als percentage 00 00 00 00 00 00 van M ) I II III IV nov. dec. M Chartale geldomloop Girale deposito s M M (= overige kortlopende deposito s) Deposito s met een vaste looptijd tot en met twee jaar Deposito s met een opzegtermijn tot en met drie maanden M M M (= verhandelbare instrumenten) M,,,,0 7,0,0,,9 0,0, 9,,, 0, 7, 7,, 7,,,7,, 0,0 9,, 9,,, 9, 9,0,7 -,,, 7,,,, 9,,7 -,, 7,9, 7,,7,,,7 -,0,7 7,, 7,,,0,, -,, 7,, 7, Kredietverlening aan ingezetenen van het eurogebied Kredietverlening aan de overheid Leningen aan de overheid Kredietverlening aan de particuliere sector Leningen aan de particuliere sector Langerlopende financiële passiva (m.u.v. kapitaal en reserves) 9,0,,,,9,,9,,,,, 7,,, -, -0,,0,,,9,7,,,,7,0,7,,0,,9,,,,,,,,,7,7 Bron:. ) Per de ultimo van de laatst beschikbare maand. Als gevolg van afronding kunnen zich verschillen voordoen. duidelijke tekenen die wijzen op een vertraging van de toename van chartaal geld, zelfs nu de chartale geldomloop de niveaus nadert zoals die vóór de overgang op de chartale euro waren geraamd. Bovendien bleef de vraag naar deze categorie deposito s gevoed worden door de lage alternatieve kosten van het aanhouden van girale deposito s. De twaalfmaands groei van de totale kortlopende deposito s met uitzondering van girale deposito s bleef met,% in december globaal stabiel. Het tempo waarin de deelnemers aan het economische verkeer sinds medio 00 kortlopende termijndeposito s (met een vaste looptijd tot en met twee jaar) vervangen door kortlopende spaardeposito s (met een opzegtermijn tot en met drie maanden) lijkt aanzienlijk te zijn afgenomen. De vertraging in dit vervangingsproces, die valt af te leiden uit de groeicijfers van deposito s met kortere looptijd, houdt waarschijnlijk verband met de stabilisatie sinds augustus 00 van het ecart tussen de rentevergoedingen van MFI s op deze deposito s. Het groeitempo op jaarbasis van in M opgenomen verhandelbare instrumenten, dat met,% in april 00 een hoogtepunt bereikte, is verder afgenomen van,% in november tot,% in december. Dit past in het beeld van beleggers die hun beleggingsportefeuille vanwege het verbeterde klimaat op de financiële markten voorzichtig aan het herschikken zijn ten gunste van meer risicovolle activa die niet in M zijn begrepen. BELANGRIJKSTE TEGENPOSTEN VAN M Bij de belangrijkste tegenposten van M op de geconsolideerde balans van de MFI-sector blijkt dat de groei op jaarbasis van de door de MFI s aan de particuliere sector verstrekte leningen in december 00 licht is gedaald (zie Tabel ). De gegevens met betrekking tot het gehele laatste kwartaal van 00 laten echter zien dat er duidelijk sprake is van een stijging van de kredietverlening. De toegenomen vraag naar leningen vanuit de particuliere sector tegen het einde van het jaar hield waarschijnlijk verband met de verbeterde economische vooruitzichten en de nog altijd lage stand van de bancaire debetrente in het eurogebied.

Tabel Leningen van MFI s aan de particuliere sector (kwartaalultimocijfers; niet voor seizoen en kalendereffecten gecorrigeerd) Uitstaand Twaalfmaands groeipercentages bedrag als percentage 00 00 00 00 00 00 van het totaal ) III IV I II III IV Niet-financiële vennootschappen Tot en met jaar Meer dan tot en met jaar Meer dan jaar Huishoudens ) Consumptief krediet ) Woninghypotheken ) Overige kredietverlening Verzekeringsinstellingen en pensioenfondsen Overige niet-monetaire financiële intermediairs,9,,,7,,,, -, -, -,0 0, -0,9 -,0 7,,9,,,,,,,,,,,, 9,,9,9,9,,,,,,9,,,, 7,0 7, 7,7 7, 7, 7, 7, 9,,,,,,7, 0,,9 -, 7,,7,,9 7,,,9,9,,0,9 Bron: Monetaire en bancaire statistieken van de. Toelichting: Voor nadere gegevens wordt verwezen naar de voetnoten bij Tabel. in "Statistieken voor het eurogebied" en de desbetreffende Technische aantekeningen. ) Per de ultimo van het laatst beschikbare kwartaal. Leningen per sector als percentage van de totale leningen van MFI s aan de particuliere sector; uitsplitsingen naar looptijd en bestedingsdoel als percentage van de leningen van MFI s aan de desbetreffende sector. Als gevolg van afronding kunnen zich verschillen voordoen. ) Conform de definitie in ESR 9. ) De definities van consumptief krediet en woninghypotheken zijn in het eurogebied niet geheel homogeen. Een uitsplitsing van de kredietverlening door MFI s naar kredietnemercategorie (zie Tabel ) laat zien dat huishoudens een aanzienlijke bijdrage hebben geleverd tot de stijging van de kredietverlening. De twaalfmaands groei van woninghypotheken liep verder op van 7,% in het derde kwartaal tot 7,% in het vierde kwartaal. De aanhoudende groei van deze categorie leningen vindt waarschijnlijk zijn oorsprong in het nog altijd lage niveau van de hypotheekrente en de scherpe stijging van de huizenprijzen in sommige eurolanden. De twaalfmaands groei van het consumptief krediet en andere soorten kredietverlening aan huishoudens nam in het vierde kwartaal eveneens toe. De twaalfmaands groei van de kredietverlening door MFI s aan niet-financiële vennootschappen bleef daarentegen in het laatste kwartaal van 00 globaal ongewijzigd (,%, tegen,% in het kwartaal daarvoor) en daarmee binnen de marge /-% waarbinnen deze variabele zich al ruim een jaar beweegt. Bij de interpretatie van deze cijfers dient te worden beseft dat de aanzienlijke stijging van de twaalfmaands groei van de kredietverlening aan niet-monetaire financiële vennootschappen in december mogelijk deels het gevolg is van de groei van de kredietverlening aan niet-financiële vennootschappen via financiële intermediairs (b.v. special purpose vehicles ). De resultaten van de in januari 00 gehouden enquête naar kredietverlening onder banken van het Eurosysteem duiden op een aanhoudende daling van het netto percentage banken dat aangeeft zijn acceptatiecriteria voor leningen aan ondernemingen in de laatste drie maanden te hebben aangescherpt. Bovendien is het netto percentage banken dat melding deed van aanscherping van de kredietacceptatiecriteria voor huishoudens laag gebleven (zie Kader ). De twaalfmaands groei van de ruimer gedefinieerde totale kredietverlening door MFI s aan de particuliere sector (waarin naast leningen ook door MFI s aangehouden aandelen en deelnemingen, alsmede door de particuliere sector uitgegeven effecten met uitzondering van aandelen zijn begrepen) bedroeg in december 00,7%, tegen,0% in november. De groei op jaarbasis van de kredietverlening door MFI s aan de overheid bleef met,% relatief hoog.

ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN Monetaire en financiële ontwikkelingen Deelnemers aan het economische verkeer bleven in december sterk investeren in langerlopende deposito s en bankobligaties. De groei op jaarbasis van door MFI s uitgegeven langerlopende financiële passiva (uitgezonderd kapitaal en reserves) bleef in december onveranderd met,7%. Wat betreft de ontwikkelingen op de kortere termijn nam de zesmaands groei op jaarbasis in deze categorie toe tot,% in december, het hoogste niveau sinds maart 99 het begin van de gegevensreeks. De relatief steile rendementscurve en de afname van de volatiliteit op de obligatiemarkten hebben wellicht bijgedragen aan de sterke vraag naar langerlopende deposito s en bankobligaties. Grafiek Ontwikkeling M en tegenposten (twaalfmaands stromen, ultimocijfers; EUR miljard; voor seizoen en kalendereffecten gecorrigeerd) De twaalfmaands groei van het netto externe vermogen van de MFI-sector in het eurogebied daalde in december verder tot EUR 9 miljard, EUR miljard onder het hoogtepunt van juni 00. De mutaties in het netto externe vermogen van MFI s worden in hoge mate veroorzaakt door transacties die plaatsvinden tussen deelnemers aan het economische verkeer in het eurogebied met uitzondering van MFI s en niet-ingezetenen van het eurogebied, en die door de MFI-sector in het eurogebied worden vereffend. Volgens betalingsbalansgegevens (beschikbaar tot en met november) was de daling van het twaalfmaands mutatietempo van het netto externe vermogen van MFI s na juni voornamelijk het gevolg van het feit dat ingezetenen van het eurogebied meer buitenlandse obligaties en aandelen hebben aangekocht. De informatie over de tegenposten van M overziende zijn er aanwijzingen, hoofdzakelijk als gevolg van de ontwikkelingen van het netto externe vermogen van MFI s en door MFI s uitgegeven langerlopende financiële passiva, dat beleggers hun portefeuille hebben gewijzigd ten gunste van niet in M begrepen activa. Tegelijkertijd werd de groei van M opnieuw aangewakkerd door het aantrekken van de twaalfmaands groei van door MFI s verstrekte kredieten aan ingezetenen van het eurogebied in het vierde kwartaal van 00 (zie Grafiek ). 00 00 00 00 0 0-0 -00 M II 00 III 00 IV 00 Kredietverlening aan de particuliere sector () Bron:. M = ++ +. Kredietverlening aan de overheid () Netto externe activa () Langerlopende financiële passiva (m.u.v. kapitaal en reserves)() Overige tegenposten (m.i.v. kapitaal en reserves) () Kader DE RESULTATEN VAN DE ENQUÊTE NAAR DE BANCAIRE KREDIETVERLENING IN HET EUROGEBIED VAN JANUARI 00 Begin januari 00 heeft het Eurosysteem de vijfde enquête naar de bancaire kredietverlening gehouden. Via deze enquête wordt informatie verkregen over de vraag- en aanbodverhoudingen op de kredietmarkten in het eurogebied, als aanvulling op de bestaande statistieken omtrent de bancaire rentevoeten en kredietverlening. In dit Kader worden de belangrijkste resultaten voor het vierde kwartaal van 00 en de verwachtingen voor het eerste kwartaal van 00 belicht en vergeleken met die uit de enquête van oktober 00. Hierbij moet worden bedacht dat de bij de enquête gestelde vragen betrekking hebben op de veranderingen die in de afgelopen drie maanden hebben plaatsgevonden en op de veranderingen die voor de komende Een uitgebreider verslag is te vinden op de website van de. 00 00 00 00 0 0-0 -00

Tabel A Veranderingen in acceptatiecriteria voor leningen aan ondernemingen en in de vraag naar leningen of kredietfaciliteiten voor ondernemingen (netto percentages) Acceptatie criteria Vraag naar leningen Leningen aan kleine en middelgrote ondernemingen Acceptatie criteria Vraag naar leningen Leningen aan grote ondernemingen Acceptatie criteria Vraag naar leningen Kortlopende leningen Acceptatie criteria Vraag naar leningen Langlopende leningen Acceptatie criteria Vraag naar leningen Januari 00 April 00 Juli 00 Oktober 00 Januari 00 Afgelopen drie maanden Volgende drie maanden Afgelopen drie maanden Afgelopen drie maanden Volgende drie maanden Afgelopen drie maanden Afgelopen drie maanden Volgende drie maanden Afgelopen drie maanden Afgelopen drie maanden Volgende drie maanden Afgelopen drie maanden Afgelopen drie maanden Volgende drie maanden Afgelopen drie maanden - 9 0-9 7-7 -9 9 0-9 - -9-9 - 9-7 9-0 -7-9 - -0-7 0-9 7-0 - 9-7 0-7 7 Toelichting: Voor de acceptatiecriteria heeft het netto percentage betrekking op het verschil tussen de som van de percentages voor "aanzienlijk strenger" en "enigszins strenger" en de som van de percentages voor "iets soepeler" en "aanzienlijk soepeler". Voor de vraag naar leningen heeft het netto percentage betrekking op het verschil tussen de som van de percentages voor "aanzienlijk toegenomen" en "enigszins toegenomen" en de som van de percentages voor "iets afgenomen" en "aanzienlijk afgenomen". De uitkomsten voor het eurogebied zijn de geaggregeerde nationale uitkomsten, gewogen met het aandeel van de totale uitstaande bedragen aan nationale leningen in het totale uitstaande bedrag aan in het eurogebied aan ingezetenen van het eurogebied verstrekte leningen. drie maanden worden verwacht. De gegeven antwoorden worden vervolgens in het algemeen geanalyseerd aan de hand van het verschil ( netto percentage ) tussen het aantal banken dat bijvoorbeeld antwoordt dat de acceptatiecriteria zijn aangescherpt en het aantal banken dat aangeeft dat deze criteria zijn versoepeld. Daarbij wordt gekeken naar zowel het niveau van deze netto percentages als naar de veranderingen daarin in de loop van de tijd. De resultaten van de in januari 00 gehouden enquête naar de bancaire kredietverlening, die zijn gebaseerd op de antwoorden van alle deelnemende banken, wijzen op een aanhoudende daling van het netto percentage banken dat aangeeft de afgelopen drie maanden de acceptatiecriteria voor leningen aan ondernemingen te hebben aangescherpt. Tegelijkertijd is het netto percentage banken dat aangeeft de acceptatiecriteria voor leningen aan huishoudens te hebben aangescherpt laag gebleven. Ondernemingen Uit een nadere beschouwing van de voor ondernemingen toegepaste criteria blijkt dat het netto percentage banken dat aangeeft de acceptatiecriteria voor leningen aan ondernemingen te hebben aangescherpt, is gedaald van % in oktober 00 tot 7% in januari 00 (zie Tabel A). Dit percentage spoort globaal met wat de banken in oktober 00 voor het vierde kwartaal hadden verwacht (zie de grafiek, linkerdeel). De daling van het netto percentage banken dat in januari 00 aangaf de acceptatiecriteria te hebben aangescherpt gold voor alle categorieën leningen, met uitzondering van die aan kleine en middelgrote ondernemingen. De factoren die het meest werden genoemd als oorzaken van de aanhoudende daling van de netto aanscherping van de acceptatiecriteria voor leningen aan ondernemingen gedurende het vierde kwartaal van 00 waren een belangrijke afname van het ingeschatte risico met betrekking tot de algemene economische bedrijvigheid en tot de vooruitzichten per sector of onderneming. De voorwaarden die bij de acceptatie van leningen of de fiattering van kredietfaciliteiten in januari 00 ten opzichte van oktober 00 het sterkst waren versoepeld betroffen de rentemarges op zowel de risicovollere als de gemiddelde leningen en de omvang van de lening of de kredietfaciliteit.

ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN Monetaire en financiële ontwikkelingen Grafiek Acceptatiecriteria voor leningen of kredietfaciliteiten (netto percentages) gerealiseerd verwacht 0 70 0 0 0 0 0 0 - BEDRIJFSKREDIET WONINGHYPOTHEKEN CONSUMPTIEF KREDIET IV I II III IV I IV I II III IV I IV I II III IV I 00 00 00 00 00 00 00 00 00 0 70 0 0 0 0 0 0 - Toelichting: Het netto percentage heeft betrekking op het verschil tussen de som van de percentages voor "aanzienlijk strenger" en "enigszins strenger" en de som van de percentages voor "iets soepeler" en "aanzienlijk soepeler". De "gerealiseerde" waarden hebben betrekking op de periode waarin de enquête is gehouden. De "verwachte" waarden zijn de netto percentages berekend uit de door de banken in de vorige enquête gegeven antwoorden. Zo zijn de "verwachte" waarden voor het eerste kwartaal van 00 gebaseerd op de resultaten van de enquête van januari 00. De uitkomsten voor het eurogebied zijn de geaggregeerde nationale uitkomsten, gewogen met het aandeel van de totale uitstaande bedragen aan nationale leningen in het totale uitstaande bedrag aan in het eurogebied aan ingezetenen van het eurogebied verstrekte leningen. Wat de verwachtingen ten aanzien van de acceptatiecriteria voor leningen aan ondernemingen voor het eerste kwartaal van 00 betreft, is het netto percentage banken dat een aanscherping verwacht toegenomen (zie Tabel A). Dit is enigszins verrassend gezien het in het algemeen toenemende vertrouwen in de economie van het eurogebied. Ten aanzien van de vraag naar leningen of kredietfaciliteiten van de zijde van ondernemingen, gaf per saldo % van de banken in januari 00 aan dat zij de afgelopen drie maanden met een sterkere vraag waren geconfronteerd, terwijl in oktober 00 per saldo 7% van de respondenten nog had aangegeven dat de vraag zwakker was (zie Tabel A). Als belangrijkste redenen voor de toegenomen vraag naar leningen van de kant van ondernemingen werden financieringsbehoeften met betrekking tot investeringen in vaste activa, voorraden en werkkapitaal, alsmede bedrijfsherstructureringen en fusies en acquisities genoemd. De toename van de vraag leek met name aanzienlijk bij de kleine en middelgrote ondernemingen. Huishoudens Met betrekking tot huishoudens gaf per saldo % van de banken aan in het vierde kwartaal van 00 de op woninghypotheken toegepaste acceptatiecriteria te hebben aangescherpt (zie Tabel B). Dit cijfer is globaal gelijk aan dat uit de enquête van oktober 00 en spoort met de uit die enquête blijkende verwachtingen voor het vierde kwartaal (zie grafiek, middelste deel). Een netto percentage van % van de responderende banken gaf in januari 00 aan gedurende het vierde kwartaal van 00 de acceptatiecriteria voor consumptief krediet en overige leningen aan huishoudens te hebben aangescherpt (tegen % in oktober 00). Dit is in overeen- 7

Tabel B Veranderingen in acceptatiecriteria voor leningen aan huishoudens en in de vraag naar leningen voor huishoudens (netto percentages) Januari 00 April 00 Juli 00 Oktober 00 Januari 00 Afgelopen drie maanden Woninghypotheken Volgende drie maanden Vraag naar leningen Afgelopen drie maanden Consumptief krediet en overige leningen Afgelopen drie maanden Acceptatiecriteria Acceptatiecriteria Volgende drie maanden Vraag naar leningen Afgelopen drie maanden 0 9-9 - 9 9 - -7 - Toelichting: Voor de acceptatiecriteria heeft het netto percentage betrekking op het verschil tussen de som van de percentages voor "aanzienlijk strenger" en "enigszins strenger" en de som van de percentages voor "iets soepeler" en "aanzienlijk soepeler". Voor de vraag naar leningen heeft het netto percentage betrekking op het verschil tussen de som van de percentages voor "aanzienlijk toegenomen" en "enigszins toegenomen" en de som van de percentages voor "iets afgenomen" en "aanzienlijk afgenomen". De uitkomsten voor het eurogebied zijn de geaggregeerde nationale uitkomsten, gewogen met het aandeel van de totale uitstaande bedragen aan nationale leningen in het totale uitstaande bedrag aan in het eurogebied aan ingezetenen van het eurogebied verstrekte leningen. stemming met wat bij de vorige enquête voor het vierde kwartaal werd verwacht (zie de grafiek, rechterdeel). Het globaal ongewijzigde netto percentage banken dat aangaf de acceptatiecriteria voor woninghypotheken in het vierde kwartaal van 00 te hebben aangescherpt was de resultante van een iets hogere risico-inschatting met betrekking tot de huizenmarkt enerzijds en verbeterde verwachtingen ten aanzien van de algemene economische bedrijvigheid anderzijds. Daarnaast werd ook een verminderde risico-inschatting met betrekking tot de kredietwaardigheid van consumenten genoemd als factor die heeft bijgedragen aan de daling van de netto aanscherping van de acceptatiecriteria voor consumenten. Wat de verwachtingen voor het eerste kwartaal van 00 betreft, gaven de banken aan een geringe stijging van de netto aanscherping van de acceptatiecriteria voor woninghypotheken en consumptief krediet te verwachten (zie Tabel B). Wat betreft de vraag naar leningen door huishoudens blijkt uit de enquête van januari 00 dat per saldo een geringer aantal banken aangaf dat de vraag naar woninghypotheken iets minder was gestegen (%, tegen % in oktober 00) (zie Tabel B). Per saldo gaven de banken aan dat de vraag naar consumptief krediet en overige leningen aan huishoudens in januari 00 ten opzichte van de situatie in oktober 00 sterker was gedaald.. UITGIFTE VAN EFFECTEN De twaalfmaands groei van schuldbewijzen uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied is in november 00 licht afgenomen. De twaalfmaands groei van genoteerde aandelen uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied bleef relatief beperkt op een niveau dat sinds juli 00 grotendeels ongewijzigd is gebleven. SCHULDBEWIJZEN De twaalfmaands groei van schuldbewijzen uitgegeven door ingezetenen van het eurogebied daalde in november 00 licht tot,9%, tegen 7,% in oktober (zie Grafiek ). Dit weerspiegelde een daling met,0 procentpunt van de twaalfmaands groei bij de uitgifte van kortlopende

ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN Monetaire en financiële ontwikkelingen Grafiek Uitsplitsing naar sector van door ingezetenen van het eurogebied uitgegeven schuldbewijzen (mutaties in procenten per jaar) totaal MFI s niet-monetaire financiële vennootschappen niet-financiële vennootschappen overheid 0 0 Grafiek Uitsplitsing naar sector van door ingezetenen van het eurogebied uitgegeven genoteerde aandelen (mutaties in procenten per jaar) totaal MFI s niet-monetaire financiële vennootschappen niet-financiële vennootschappen,0,,0,0,,0 0 0,,,0,0 0 0,,,0,,0,,0,0 0, 0, 0 0 000 00 00 00 Bron:. Toelichting: Aangezien de groeicijfers berekend zijn op basis van financiële transacties zijn daarin geen herrubriceringen, herwaarderingen, wisselkoersmutaties en andere niet uit transacties voortvloeiende mutaties begrepen. 0,0 000 00 00 00 Bron:. Toelichting: Aangezien de groeicijfers berekend zijn op basis van financiële transacties zijn daarin geen herwaarderingen en andere niet uit transacties voortvloeiende mutaties begrepen. 0,0 schuldbewijzen tot 7,% in november. Bij de uitgifte van langerlopende schuldbewijzen bleef het jaarlijkse groeitempo in november grotendeels ongewijzigd op,9%. Per sector beschouwd bedroeg de groei op jaarbasis van door MFI s uitgegeven schuldbewijzen in november 00,%, iets minder dan in oktober (zie Tabel ). In de bedrijvensector met uitzondering van de MFI s, waarin zowel niet-monetaire financiële vennootschappen als nietfinanciële vennootschappen zijn begrepen, daalde het twaalfmaands groeitempo van de uitgifte van schuldbewijzen van oktober op november 00 met 0, procentpunt tot,%. Deze daling was deels toe te schijven aan een afname van de twaalfmaands groei van schuldbewijzen uitgegeven door niet-monetaire financiële vennootschappen tot 7,% in november, tegen 9,0% in oktober. De aanhoudend hoge twaalfmaands groeicijfers in deze sector waren in enkele landen geconcentreerd en zijn deels het gevolg van de gebruikmaking door niet-financiële vennootschappen en MFI s van speciale dochterondernemingen voor het aantrekken van middelen op de obligatiemarkten. De twaalfmaands groei van rechtstreeks door niet-financiële vennootschappen uitgegeven schuldbewijzen daalde eveneens licht, tot 9,% in november. Afgezien van de daling in november bleef het groeitempo op jaarbasis van de uitgifte van schuldbewijzen door de bedrijvensector met uitzondering van MFI s relatief hoog, onder meer als gevolg van het relatief lage rendement op bedrijfsobligaties. In de overheidssector daalde de groei op jaarbasis van de schuldbewijzen uitgegeven door de centrale overheid tot,% in november, tegen,% in de maand ervoor. De sector overige overheid, vooral bestaande uit regionale en lokale overheden, bleef in november in een hoog tempo 9

Tabel Effectenemissies door ingezetenen van het eurogebied Emittent Uitgifte van schuldbewijzen: MFI s Niet-monetaire financiële vennootschappen Niet-financiële vennootschappen Overheid waarvan: Centrale overheid Overige overheid Uitgifte van genoteerde aandelen: MFI s Niet-monetaire financiële vennootschappen Niet-financiële vennootschappen Uitstaande Twaalfmaands groei (mutaties in procenten per jaar) ) bedragen (EUR miljard) 00 00 00 00 00 00 00 III IV I II III okt. nov..,9,7,,9 7,,9.,,,7,,,,7,,, 9,0 7, 77,0,,,0 9, 9,.7,7,,7,,,.9,,,7,7,, 09,,,,0,,.,0 0,7,,,, 9 0, 0, 0,7,0,0, 07 0, 0,,0,,9,9., 0,,,0,0 0,7 Bron:. ) Kwartaalgemiddelde van twaalfmaands groeipercentages op maandbasis voor genoteerde aandelen en schuldbewijzen. schuldbewijzen uitgeven. De aanhoudend sterke uitbreiding van de uitgifte-activiteit in deze sector is het gevolg van de grote financieringsbehoefte van de lokale overheden in enkele eurolanden. GENOTEERDE AANDELEN De groei op jaarbasis van de uitgifte van genoteerde aandelen door ingezetenen van het eurogebied bedroeg in november,%, en bevindt zich daarmee sinds juli 00 op dit relatief lage niveau (zie Grafiek en Tabel ). Bij uitsplitsing naar sector zien we dat de groei op jaarbasis van genoteerde aandelen uitgegeven door niet-financiële vennootschappen, goed voor circa driekwart van het totale uitstaande bedrag aan genoteerde aandelen, in november daalde tot 0,7%, van,0% in de maand daarvoor. Met name het aantal beursintroducties op aandelenmarkten in het eurogebied bleef in 00 laag, terwijl een meer actief gebruik werd gemaakt van vervolgemissies door niet-financiële vennootschappen in het eurogebied. Wat de toekomst betreft hebben meer niet-financiële vennootschappen verklaard van plan te zijn aandelen uit te geven in 00, hetgeen wijst op een waarschijnlijke opleving van de uitgifte-activiteit op de aandelenmarkten in het eurogebied. De groei op jaarbasis van door MFI s uitgegeven genoteerde aandelen steeg tot,% in november, tegen,0% in de maand ervoor, waarschijnlijk als gevolg van de pogingen van de MFI s om hun balans te versterken. Voor niet-monetaire financiële vennootschappen nam de groei op jaarbasis in november eveneens toe en wel tot,9%, tegen,9% in de maand ervoor.. GELDMARKTRENTE De geldmarktrente daalde in de loop van januari 00 licht, voornamelijk bij de langere looptijden. Als gevolg daarvan is de helling van de geldmarktrendementscurve vlakker geworden. Gedurende het grootste deel van de periode van eind december 00 tot en met februari 00 bewoog de daggeldrente, afgemeten aan de EONIA, zich iets boven de minimale inschrijvingsrente van % voor de basis-herfinancieringstransacties van het Eurosysteem. De daggeldrente gaf enige fluctuaties te zien tegen het einde van de reserve-aanhoudingsperiode op januari 00, als gevolg van veranderingen in de beoordeling van de liquiditeitsverhoudingen (zie Grafiek 7 en Kader ). 0

ECONOMISCHE EN MONETAIRE ONTWIKKELINGEN Monetaire en financiële ontwikkelingen Kader LIQUIDITEITSVERHOUDINGEN EN MONETAIRE-BELEIDSTRANSACTIES VAN NOVEMBER TOT EN MET JANUARI 00 In dit Kader wordt een overzicht gegeven van het liquiditeitsbeheer van de gedurende de reserve-aanhoudingsperioden die eindigden op december 00 en januari 00. Grafiek A biedt een beknopte weergave van de ontwikkeling van liquiditeitsfactoren gedurende de beschouwde periode. Liquiditeitsbehoefte van het bancaire systeem De liquiditeitsbehoefte van banken nam gedurende de beschouwde periode aanzienlijk toe ten gevolge van een seizoensgebonden toename van in omloop zijnde bankbiljetten. Bankbiljetten, die de grootste autonome factor vormen (dat wil zeggen een factor die normaal gesproken niet voortkomt uit het gebruik van monetaire-beleidsinstrumenten), bereikten op december 00 een historisch hoogtepunt van EUR 9, miljard. Op basis van daggemiddelden zorgden de autonome factoren voor een liquiditeitsverkrapping van EUR, miljard in de beschouwde periode, meer dan in enige andere periode sinds de invoering van de euro. Daarentegen bleven de reserveverplichtingen, die de andere grote bron van de liquiditeitsbehoefte van banken vormen, stabiel rond EUR, miljard. De overreserves (dat wil zeggen op rekeningen-courant bij het Eurosysteem aangehouden tegoeden boven de reserveverplichtingen) waren hoger dan normaal (EUR 0,79 miljard in de eerste reserve-aanhoudingsperiode en EUR 0, miljard in de tweede). Dit hield waarschijnlijk verband met het lage niveau van de basisrentetarieven van de (met lage alternatieve kosten voor het aanhouden van overreserves) en een grote- Grafiek A Liquiditeitsbehoefte van het bankwezen en de liquiditeitsvoorziening (EUR miljard; naast elke post worden daggemiddelden voor de gehele periode gegeven) Grafiek B De EONIA en het beroep op de permanente faciliteiten (schaal links: rente in procenten per dag; schaal rechts: dagelijks beroep op de permanente faciliteiten in EUR miljard) 00 0 00 0 0 basis-herfinancieringtransacties: EUR,07 miljard langerlopende herfinancieringstransacties: EUR,00 miljard rekening-couranttegoeden: EUR, miljard Reserveverplichtingen: EUR,7 miljard Autonome factoren: EUR,9 miljard 00 0 Liquiditeids 00 voorziening 0 0,00,7,0, depositofaciliteit marginale beleningsfaciliteit EONIA marginale rentevoet basis-herfinancieringstransacties minimale inschrijvingsrente basis-herfinancieringstransacties bandbreedte tussen de marginale beleningsrente en de depositorente,0,0,0 Marginale beleningsfaciliteit 0-0 -0 - -00-0 -00 nov 00 dec. 00 0-0 -0 - -00-0 -00 jan. 00 Liquiditeits behoefte,00,7,0,,00 nov. 00 dec. 00 0,0 -,0 -,0 -,0 jan. 00 Deposito faciliteit