Trendbreuk in rijksuitgaven

Vergelijkbare documenten
Directe subsidies voor kunsten, erfgoed en media

Trendbreuk in rijksuitgaven

1 Inleiding. 1.1 Aanleiding tot de verkenning. 1.2 Beleidscontext

Kunst & cultuur, het investeren waard? Onderzoek naar economische betekenis

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De omvang van de kunst- en cultuursector: inkomsten in 2009 en verwachtingen voor 2013

.., Algemene Rekenkamer. BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Gen era a Binnenhof AA Den Haag

Quick Scan BIS-instellingen

2 9 JAN.2015 Bestuurlijke reactie op conceptrapport 'Zicht op bezuinigingen, bezuiniging op cultuur'

CULTUUR IN BEELD Heeft u de app Cultuur in Beeld 2016 al gedownload?

Bijlage 1: Bijlagen van hoofdstuk 1 van de mediabegrotingsbrief 2016

Voorpublicatie Totale investeringen in Wetenschap en INnovatie (TWIN)

Verdieping: Het huishoudboekje van Nederland

Aan Van Datum Ministerie van OCW Rebel

Stadsschouwburg Utrecht

Begroting 2015 Meta-data Monitor streefdoelen cultuur en media

Bijlage 1: Bijlagen van hoofdstuk 1 van de mediabegrotingsbrief 2017

Uitslag onderzoek Bezuinigen op kunst en cultuur? EenVandaag Opiniepanel 18 oktober deelnemers

Evaluatie Kunst- en Cultuurbeleid Thema s Kunst- en Cultuurbeleid

Sander Bersee Directeur Directie Erfgoed en Kunsten 19 november 2015

Bezuiniging op cultuur

5,6. Praktische-opdracht door een scholier 2583 woorden 20 december keer beoordeeld

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus AE Den Haag. Datum 6 december 2010 Betreft uitgangspunten cultuurbeleid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus AE Den Haag

Quick Scan meerjarig gesubsidieerde fondsinstellingen

ECSD/U Lbr. 14/092

De gereserveerde 15 miljoen euro voor Maastricht Culturele Hoofdstad wordt over de hele provincie ingezet voor culturele doeleinden.

Raad voor Cultuur Prins Willem Alexanderhof BE..DEN HAAG. Datum Betreft adviesaanvraag culturele basisinfrastructuur

Ondersteunende data ten behoeve van Tweede Kamerdebat cultuurbegroting 30 nov 2015

Stichtingenoverzicht OCW

Cultuur & Collegeakkoorden

Beleidskaders regionaal CULTUUR beleid. Beleid, trends en toekomstverwachtingen

Aan de leden van de Commissie Cultuur van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA DEN HAAG

Eerste Kamer der Staten-Generaal

PS2008WMC Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 5

De Begroting van het Volk 2012

33750 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2014

De Geefwet en donaties aan cultuur in Nederland *1. René Bekkers, Saskia Franssen,

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mr. M.C. van der Laan

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Publiek gefinancierd energieonderzoek In opdracht van het ministerie van Economische Zaken

Beleidsregels Projectsubsidies Cultuur Midden-Drenthe

Provinciale Staten van Noord-Holland

Datum 10 november 2017 Overzicht van maatregelen arbeidsmarktpositie culturele en creatieve sector

Internationaal cultuurbeleid Benjamin van der Helm Sr. Beleidsmedewerker Internationaal Cultuurbeleid Ministerie van Buitenlandse Zaken

Dames en heren, meneer de staatssecretaris,

2012D40118 LIJST VAN VRAGEN

Minieme toename uitgaven cultuur en sport

CREATIVE TWINNING VOORLICHTINGSBIJEENKOMST 22 JANUARI Aan deze presentatie kunnen geen rechten worden ontleend

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Cultuurbeleid. Ontwikkelingen in onze samenleving en in de culturele. groei van het aantal inwoners in de stedelijke gebieden, hebben

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bijlage 1: Bijlagen van hoofdstuk 1 van de mediabegrotingsbrief 2015

Programma 4 Vitaal Drenthe: Welzijn, jeugdzorg, onderwijs en sport en cultuur

- Daarnaast is in 2012 de bijdrage van werkgevers verhoogd van ruim 700 miljoen naar ruim 1 miljard.

Samenvatting Advies Bezuiniging Cultuur

NEDERLANDERS & OVERHEIDSBUDGET ONTWIKKELINGS- SAMENWERKING ONDERZOEKSREEKS

Nederlanders & Overheidsbudget Ontwikkelingssamenwerking. onderzoeksreeks

31700 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2009

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Leidraad modelbegroting Activiteitenprogramma s

Datum 25 mei 2016 Reactie op vragen van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de positie van de popmuziek

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 4 van het Besluit op het specifiek cultuurbeleid;

Crowdfunding - erfgoedbrede campagnes

Voorstel aan de raad. Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel:

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill.

cultuur in beeld 2012

Datum 24 augustus 2015 Betreft Reactie brief Eerste Kamer Uitgangspunten cultuurbeleid

Culturele Basisinfrastructuur

TOERISME en RECREATIE. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 3 e editie. Opzet en inhoud

Gevolgen bezuinigingen publieke omroep dwingen politiek tot scherpe keuzes

Tweede Kamer der Staten-Generaal

VERGADERING GEMEENTERAAD d.d.. AGENDA NR. Vul agendanr in. VOORSTEL Kunst- en cultuurbeleid Gennep De Kunst van Samen. Aan de Gemeenteraad

Cultureel ondernemerschap in de knel?

4. Samenwerking. 78 Hoofdstuk 6

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bezuiniging op cultuur

RECREATIE EN TOERISME. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Cultuureducatiebeleid. in Haarlem

LIJST 4 - AANWENDING OVERGEDRAGEN KREDIETEN - JAAR 2007

A: Beleidsdeel. Wat willen we bereiken en wat gaan we doen

Bijlagen bij het cultuurconvenant

Bijlage 2 - Ontwikkeling ledental

De feiten over stille bezuinigingen in het primair onderwijs

Samenvattend is het saldo van ombuigingen en intensiveringen als volgt:

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Voorpublicatie Totale investeringen in Wetenschap en INnovatie (TWIN)

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG.. Datum 23 oktober 2014 Betreft uitwerking brief talentontwikkeling

Musea in Nederland 2016

Effect indicator Aantal activiteiten totaal

AH Z Antwoord van minister Bussemaker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 12 november 2013)

Een nadere analyse van de ontwikkeling van de franchise in de periode

Budget Educatie en Participatie Projecten (BEPP)

32123 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2010

Experimenteel reglement: Innovatieve partnerprojecten

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw mr. M.C. van der Laan

Transcriptie:

94 Boekman 95 Sociaal-liberaal cultuurbeleid Dossier cijfers Trendbreuk in rijksuitgaven kunst en cultuur Bastiaan Vinkenburg Dit artikel gaat over geld dat het rijk besteedt aan kunst en cultuur. Is dat veel? Ach, het betreft slechts een half procent van de totale uitgaven van het rijk, en dit bescheiden aandeel neemt sterk af. Het rijk gaf in 21 ongeveer 1 miljard euro uit aan kunst en cultuur, bijna geheel opgebracht door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Eerst wordt uitgewerkt waaraan deze 1 miljard euro werd besteed in 21, het jaar waarin het kabinet-rutte I werd beëdigd. Het cultuurbeleid van dat kabinet werd geformuleerd in 211 en de bezuinigingen gingen in per 213, bij de start van de nieuwe vierjarige cultuurnotaperiode, kort na aanvang van het paarse kabinet-rutte II. De financiële gevolgen van het cultuurbeleid van het vorige (tweede) paarse kabinet werden ook pas later zichtbaar, in 21, bij de start van de cultuurnota 21-24. Om inzicht te geven in de financiële gevolgen van het cultuurbeleid van diverse kabinetten, worden de uitgaven van het rijk aan kunst en cultuur dan ook vergeleken in de jaren 2, 21, 21 en 213. Uitgaven 21 onder de loep De Nederlandse professionele, gesubsidieerde sector kunst en cultuur heeft volgens onderzoek van Berenschot een omvang van ongeveer 5,25 miljard euro per jaar. Het rijk droeg daaraan in 21 bijna 1 miljard euro bij, dat is 19 procent van alle inkomsten van de cultuursector, vrijwel geheel via het ministerie van OCW. In 21 gaf de rijksoverheid in totaal 272 miljard euro uit, volgens de rijksbegroting 21. Het ministerie van OCW kwam daarbij op de derde plaats met in totaal 36,5 miljard euro aan uitgaven, na het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW, 67 miljard euro) en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS, 64 miljard euro). OCW besteedde dit geld vooral aan onderwijs en wetenschap. Kunst en cultuur neemt dus een zeer bescheiden plaats in de uitgaven van OCW in, met 991 miljoen euro in 21. Dat geldt ook voor het mediabudget, goed voor 92 miljoen euro in 21. In deze uitgaven aan media van OCW zit een klein deel voor kunst en cultuur, namelijk dat voor het Muziekcentrum van de Omroep (MCO, 31 miljoen euro in 21), en het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid heeft ook een erfgoedfunctie. Ook enkele andere ministeries besteedden in 21 geld aan kunst en cultuur, zoals het ministerie van Buitenlandse Zaken aan het Tropenmuseum en het Institut Néerlandais. De uitgaven van het ministerie van OCW aan kunst en erfgoed staan in artikel 14 van de rijksbegroting. Nadere uitwerking van de manier waarop de uitgaven van OCW worden besteed, leert dat van de 991 miljoen euro in 21, er 571 miljoen euro werd besteed aan subsidies van instellingen en kunstenaars, direct als basis infrastructuur (BIS) en indirect via de publieke fondsen. De overige 422 miljoen euro kwam ten

95 Dossier cijfers goede aan onder meer monumentenzorg, archieven, museale huisvesting, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), het bestuursdepartement en een aantal programma s, waaronder Beelden voor de Toekomst. In het cultuurbeleid van het kabinet-rutte I werd nadrukkelijk gesproken over bezuinigingen op kunstsubsidies. Erfgoed zou van de regerings- en gedoogpartijen meer buiten schot mogen blijven. Het is in dat kader interessant om de verdeling tussen kunsten en erfgoed in de uitgaven van OCW nader te bekijken. OCW besteedde in 21 45 procent aan kunsten (449 miljoen euro), waaronder de podiumkunsten, beeldende kunsten, film, vormgeving, architectuur, amateurkunst en cultuurparticipatie vallen. OCW besteedde 35 procent aan erfgoed en cultuurbeheer (342 miljoen euro), waaronder de musea, (archeologische) monumenten en archieven vallen. Verder besteedde OCW 11 procent aan letteren en bibliotheken (112 miljoen euro). Daarbij moet worden opgemerkt dat vrijwel alle lokale bibliotheken door gemeenten worden gefinancierd. Ten slotte ging 9 procent (88 miljoen euro) van de bestedingen van OCW in 21 naar de RCE, het Nationaal Archief (NA), het Instituut Collectie Nederland (ICN) en het bestuursdepartement. Uitgaven 2 onder de loep In 2 eindigde de cultuurnotaperiode 1997-2 Pantser of ruggengraat, waarin het cultuurbeleid van de laatste jaren van het eerste paarse kabinet werd uitgevoerd, evenals dat van de beginjaren van het tweede paarse kabinet. De totale bestedingen van OCW aan kunst en cultuur waren toen 592 miljoen euro. Dat is 4 miljoen euro minder dan in 21. Dat lijkt een enorm verschil, maar dat valt in feite mee, of eigenlijk tegen. Er moet immers rekening worden gehouden met de inflatie, die in 21 ten opzichte van 2 22 procent is (op basis van de consumentenprijsindex volgens het CBS). Maar vooral de apparaats- en overige kosten waren veel lager, omdat de rijksdiensten die nu van OCW geld krijgen, in 2 nog niet onder deze begroting vielen. OCW besteedde in 2 255 miljoen euro aan kunsten (43 procent, vergelijkbaar aandeel) en maar liefst 285 miljoen euro aan erfgoed en cultuurbeheer (48 procent), dat is, rekening houdend met inflatie, evenveel als in 21. OCW besteedde in 2 39 miljoen euro (7 procent) aan letteren en bibliotheken. Ten slotte ging 2 procent (15 miljoen euro) naar overige bestedingen, maar dus zonder de kosten voor (de voorgangers van) RCE, NA en ICN. In 21, bij het ingaan van de cultuurnotaperiode 21-24 Cultuur als confrontatie, dus halverwege de regeerperiode van het tweede paarse kabinet, is een toename van de bestedingen van OCW te zien, sterker dan de inflatie. De bestedingen werden ook anders verdeeld. Er ging aanzienlijk meer naar kunsten, namelijk 337 miljoen euro (51 procent), met een sterke groei voor vooral podiumkunsten en relatief gezien ook beeldende kunsten. Erfgoed en cultuurbeheer bleven achter met 26 miljoen euro (4 procent). Letteren en bibliotheken kregen 43 miljoen euro (7 procent) en er waren net iets meer overige bestedingen (17 miljoen euro, 3 procent), nog zonder de kosten voor RCE, NA en ICN. Die laatste kosten kwamen pas vanaf 24 op de OCW-begroting te staan, toen voor 95 miljoen euro extra. De kosten daarvoor zijn sindsdien op de begroting gebleven, zonder verder te stijgen. Ontwikkeling van 2 tot en met 21 Een grote sprong in de uitgaven aan kunsten is in de jaren na 21 niet meer voorgekomen. De groei aan uitgaven voor kunsten bleef sindsdien zelfs achter bij de inflatie. De andere posten zijn harder gestegen, soms vanwege incidentele regelingen. De meeste uitgaven die OCW doet hebben een structureel karakter en worden vastgelegd via de vierjaarlijkse Cultuurnota. Er zijn echter enkele bestedingen met een meer incidenteel karakter, die mogelijk zijn gemaakt doordat het rijk in enkele jaren een deel van de aardgasbaten via het Fonds Economische Structuur versterking (FES-gelden) heeft geïnvesteerd in kunst en cultuur. Dit betrof in 25 en 26 respectievelijk 98 miljoen euro en 14 miljoen euro voor restauratieachterstanden bij monumenten (via de regeling Kanjermonumenten), binnen het budget

96 Boekman 95 Sociaal-liberaal cultuurbeleid van erfgoed en cultuurbeheer. Vanaf 27 is een oplopend bedrag binnen letteren en bibliotheken besteed aan het programma Beelden voor de Toekomst, ten behoeve van digitaliseringsprojecten. In 21 was dit uiteindelijk 47 miljoen euro, waarna dit programma is gestopt. De ontwikkeling van 2 tot 21 inclusief incidentele bestedingen ziet er als volgt uit: Als deze incidentele uitgaven vanuit FES-gelden buiten beschouwing worden gelaten, dan is de ontwikkeling van de structurele uitgaven van OCW aan kunst en cultuur behoorlijk stabiel te noemen. Daarbij wordt de sprong in apparaat en overig verklaard door de toevoeging van de rijksdiensten aan deze begroting per 24. De totale bestedingen van OCW volgen in de jaren 2 tot en met 28 ongeveer de inflatie, om daarna in 29 licht te dalen en in 21 op het niveau van 28 te eindigen. Als de incidentele gelden apart worden gezet, ziet de ontwikkeling er als volgt uit: 1. 9 8 7 6 5 4 3 2 1 1. 9 8 7 6 5 4 3 2 1 21 29 28 27 26 25 24 23 22 21 2 21 29 28 27 26 25 24 23 22 21 2 Letteren en bibliotheken Erfgoed en cultuurbeheer Kunsten Incidenteel (FES) Letteren en bibliotheken (excl. FES) Erfgoed en cultuurbeheer (excl. FES) Kunsten Figuur 1: Ontwikkeling van de rijksuitgaven aan kunst en cultuur, 2-21, inclusief incidentele bestedingen Figuur 2: Ontwikkeling van de rijksuitgaven aan kunst en cultuur, 2-21, exclusief incidentele bestedingen

97 Dossier cijfers Trendbreuk sinds 211 In 211 presenteerde het kabinet-rutte I de bezuinigingen op kunst en cultuur. Deze zouden in eerste instantie ingaan per 214, maar na overleg met onder andere de G4 is besloten om de vierjarige systematiek aan te houden en de bezuinigingen te laten ingaan per 213. Wel is in 213 en 214 incidenteel geld gereserveerd voor frictiekosten als gevolg van de reorganisaties en liquidaties van structureel gesubsidieerde instellingen. Het kabinet heeft besloten tot een bezuiniging op de uitgaven in artikel 14 van 2 miljoen euro ten opzichte van de structu rele bestedingen in 21. Dit bedrag is verdeeld in een korting van 127 miljoen euro op subsidies, en een beperking van 65 miljoen euro voor uitgaven op veel overige posten, zoals museale huisvesting en diverse programma s en regelingen. Ook de kosten voor het bestuursdepartement vallen nu niet meer onder dit begrotingsartikel. Verder is het programma Beelden voor de Toekomst afgelo pen, waardoor deze incidentele uitgaven wegvielen, in 21 nog goed voor 47 miljoen euro. In onderstaande tabel zijn de uitgaven in 21 en 213 met elkaar vergeleken, op basis van de rijksbegroting 212. miljoen euro 21 213 verschil Totale uitgaven Incidenteel: reservering frictiekosten Structurele uitgaven kunst en cultuur 991 991 846-1 746-15% -24% Cultuursubsidies (Basisinfrastructuur) Kunsten subsidies, incl. publieke cultuurfondsen Erfgoed en cultuurbeheer subsidies incl. publieke cultuurfondsen Letteren en bibliotheken subsidies incl. publieke cultuurfondsen 571 39 155 26 437 263 147 27-22% -33% -5% 4% Anders dan cultuursubsidies Monumenten Archieven incl. Nationaal Archief Beelden voor de Toekomst Musea huisvesting en anders Overige kunsten Overige erfgoed en cultuurbeheer Overige letteren en bibliotheken RCE Bestuursdepartement 421 11 49 47 45 59 6 42 53 1 39 14 45 22 55 14 31 37-27% -5% -8% -1% -51% -7% 133% -26% -3% -1% Tabel 1: Rijksuitgaven kunst en cultuur 21 versus 213 (artikel 14 rijksbegroting)

98 Boekman 95 Sociaal-liberaal cultuurbeleid Onderstaande grafiek laat zien hoe de uitgaven per sector worden beperkt als gevolg van de bezuinigingen van het kabinet-rutte I. In tabel 1 valt op dat op de subsidies voor kunsten 33 procent wordt bezuinigd, op de subsidies voor erfgoed 5 procent en op de subsidies voor letteren en bibliotheken niets, maar wel op de overige bestedingen aan letteren en bibliotheken. Overigens is in de rijksbegroting 212 7 miljoen euro voor Eye Filmmuseum opgenomen (onder Overige erfgoed). Met die toevoeging is de bezuiniging op erfgoed zelfs beperkt tot 1 procent. De trendbreuk door het kabinetsbeleid van Rutte I tekent zich scherp af. Het bedrag dat in de rijksbegroting staat opgenomen voor 215 voor kunst en cultuur is 74 miljoen euro, met dus nog een lichte teruggang ten opzichte van 213 als de incidentele frictiekosten buiten beschouwing blijven. De totale ontwikkeling van 2 tot en met 215 (op basis van de uitgaven tot en met 211 en de rijksbegrotingen vanaf 212) ziet er als volgt uit, waarbij voor 213 en 214 de reservering voor frictiekosten als incidentele uitgaven is benoemd: 5 45 4 35 3 25 2 15 1 5 21 213 Kunsten (excl. frictie) Erfgoed en cultuurbeheer (excl. FES) Letteren en bibliotheken (excl. FES) Grafiek 1: Verminderde uitgaven per sector in het paarse kabinet- Rutte II, als gevolg van de bezuinigingen van kabinet-rutte I

99 Dossier cijfers Bastiaan Vinkenburg is adviseur en onderzoeker voor de kunst- en cultuursector bij Berenschot De uitgaven zijn per 215 dus in absolute cijfers lager begroot dan die in de jaren 24 t/m 21. Rekening houdend met een inflatie van 3 procent over 15 jaar is de besteding van het rijk aan kunst en cultuur in 215 meer dan 5 procent lager begroot dan deze in 2 was. Het aandeel voor kunst en cultuur in de totale rijksuitgaven zal daarbij zijn gedaald van,6 procent tot ongeveer,4 procent, tenzij het kabinet-rutte II met een nieuw cultuurbeleid en andere bestedingen komt. 1. 9 8 7 6 5 4 3 2 1 215 214 213 212 211 21 29 28 27 26 25 24 23 22 21 2 Incidenteel (FES / Frictie) Letteren en bibliotheken (excl. FES) Erfgoed en cultuurbeheer (excl. FES) Kunsten Figuur 3: Ontwikkeling van de rijksuitgaven aan kunst en cultuur, 2-215, exclusief incidentele bestedingen