Kijkwijzer Ruimtelijke Kunst



Vergelijkbare documenten
Beeldbeschrijving. Kunstnijverheid. Kijkwijzer

Mens in actie. Zo groot ben jij!

Kijkwijzer Ruimtelijke Kunst

Ze hebben daarbij o.a. kennis opgedaan over diverse beeldaspecten op het gebied van kleurtoepassing en compositie, ruimte en perspectief.

Voorbereidend gesprek Vragen die de leerkracht kan stellen: Introductielessen Primair Onderwijs Introductieles 1: Schetsen voor het schoolplein

OP BEZOEK BIJ DE BEELDHOUWER VORMEN, BOUWEN & BEDENKEN LEES- EN VERTELTEKST GROEP 3 T/M 4

Spiekkaart Kunst. Pagina 1 van Over kunst en kunstenaars. U t o p i a r t 2 7 S p i e k k a a r t K u n s t.

Kijkwijzer. Beeldbeschrijving. FotografieVMBO

Opdrachten voor groep 5 en 6. Museum schatjes. Kies je eigen museumschat

Aan het werk! Kijkwijzer voor het VMBO bij de tentoonstelling Mens en Werk

Introductie. Kunst 1.1

Kijkwijzer. niveau** BEELDBESCHRIJVING SCHILDERIJEN. SPECIAL: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst Noot voor de leerling

kijkwijzer vanaf 12 jaar

Wat heb je nodig? Fotocamera, pen, papier, KIJKWIJZER galerie/ atelier, SPIEKBRIEF: telefoneren, afspraak maken en vragen maken.

André Volten Utopia. speurtocht jaar

Wild Beest. Opdrachtenboekje. Basisonderwijs groep 5 t/m 8

GONZÁLEZ, PICASSO & VRIENDEN KIJKWIJZER VMBO EN HAVO/VWO 1 EN 2

beeldanalyse-kunstbeschouwing

Verslag CKV museum Rijksmuseum

3 CA: kunstwerk verwoording eigen mening 3 Datum: verwerking recensie + extra folders 1 Paraaf docent

OP BEZOEK BIJ DE BEELDHOUWER VORMEN, BOUWEN & BEDENKEN LEES- EN VERTELTEKST GROEP 3 T/M 6

Mijn Mokum is een project voor NT2 cursisten. Het is gemaakt door het Amsterdam Museum.

ZOEKEN NAAR DE VOLMAAKTE VORM NIVEAU ++

Auditieve oefeningen. Boek van de week: Verhaalbegrip: Taalbewustzijn:

Werkblad: Vind me dan

KIJKWIJZER BEELDASPECTEN

KIJKWIJZER BEELDASPECTEN

Lesbrief voor leerlingen: hoe ontwerp je een omslag voor een boek

MUSEUMLES IN HET VAN ABBEMUSEUM Groep 7 en 8

H.A.N.G. PLEKKEN. Heel Aardig? Niet Geweldig! > OP BEZOEK BIJ HET NAI

Opdracht 1 Nodig: kleurpotloden of stiften, poster Maak je huis mooi.

JONG GELEERD MONDRIAAN EN DE STIJL VOOR KLEUTERS. LEES- EN VERTELTEKST s GROEP 1 2

5.1 Zes poten en vier vleugels

ART DECO - PARIS KIJKWIJZER

Zelfportret Op vier verschillende manieren.

Méér en mooi : Verzamelen. Lees- en verteltekst groep 3 t/m 5

JE EIGEN BUURT OMSTREEKS 1935

ZOEKEN NAAR DE VOLMAAKTE VORM NIVEAU ++

- schilderijen - Voortgezet. Onderwijs

AAN DE SLAG IN JE KLAS MET HEDENDAAGSE KUNST DE KUNSTWERKEN VAN MAARTJE KORSTANJE

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

De vorm en samenstelling van het monument. De omgeving van het monument. 1) Hoe heet het plein waar het monument zich bevindt? één personage.

Kijkwijzer beeldbeschrijving

b. Bekijk het laatste deel van de maquette, de kwelders. Waarom staat daar geen dorpje, denk je?

Hallo ik ben TECH. Wij gaan samen in het technieklokaal een mobieltjeshouder maken. We moeten ons eerst goed voorbereiden op school.

Welkom bij buitenplaats Kasteel Wijlre!

Doelen: - De leerlingen weten dat talent, hard werken en een goede voorbereiding belangrijk zijn als je beroemd wilt worden;

ZAAIEN EN WIEDEN SPEURTOCHT

KUNSTWERKJE, KUNSTWERKJE AAN DE WAND... NIVEAU ++

Johan Creten Naked Roots/ Naakte Wortels SPEUR TOCHT 8 TOT 12 JAAR

Kijkwijzer VMBO (Foto s details: Piet Vos tenzij anders vermeld)

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Minidisco Thema: Wat is er?

Dit weet ik er al over:

1 ste OPDRACHT - Maquette

CENTRAAL MUSEUM DE WERELD VAN UTRECHT. Werkblad voortgezet onderwijs. Goed om te weten:

iedereen is creatief! Misschien vergeten we dat wel eens omdat we te druk zijn met school, opruimen en werk.

Speklappen en rookworsten

Goede start met VVE!

Informatieboekje activiteiten TALENTtijd e en 2 e leerjaar Kader

EXPRESSIEF SCHILDEREN HET KLEURRIJKE PALET VAN JAWLENSKY. LEES- EN VERTELTEKST s GROEP 4 T/M 6

DOWN TO EARTH LOGBOEK

ONTDEKKINGSTOCHT IN S.M.A.K GENT RAOUL DE KEYSER OEUVRE

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

beeldende vakken CPE GL en TL tekenen, handenarbeid, textiele werkvormen, audiovisuele vormgeving

DOCENTENHANDLEIDING & DRAAIBOEK VORM EN KLEURDAGEN 2 de LEERJAAR. HERBERT VISSER COLLEGE woensdag 26 en donderdag 27 november 2014

Werkboekje Grote Wetenschapsdag

Opdracht 1 Hoe werden mensen vroeger begraven? Je krijgt een fotoblad met oude grafmonumenten, zoals een piramide en een hunebed.

FICTIEDOSSIER NEDERLANDS LEERJAAR 3 EN 4 BK

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de kerstperiode

Museumles leerlingen NAAM:

Grappig - gek - onheilspellend - sexy - eng - mooi - science fiction - vervreemdend

LESBRIEF BIJ VOORSTELLING WOLFJE VAN THEATERGROEP ARTHUR GROEP 3-4-5

Vollenhove Wonen op een havezate

Weet wat je kan. Zelfvertrouwen

Docent HET HOUTEN HUIS

Competentie: Leergebied: Zuid Nederland. Constructies

Werkstukken en presentaties

DE STIJL OF TOCH JE EIGEN STIJL? NIVEAU ++

Uit de kunst. 6 tot 9 jaar. Het laatste oordeel

START VAN DE LESSENSERIE: INSPIRATIE OPDOEN!

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Rekentijger - Groep 4 Tips bij werkboekje A

Groep: Schrijf achter elk dier waar je denkt dat het woont. a) De mensen in het clipje laten aan andere mensen zien dat het hun huis en tuin is.

Oppervlakte op het schoolplein versie A

Tref woorden inhoud * interpretatie titel * verhaal van de fotograaf

ONVERGETELIJK Kunst bespreken met mensen met dementie en hun dierbaren

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

1. Van je juf of meester krijg je een plaatje. Bekijk je plaatje goed. 3. Zoek samen nog vier klasgenoten met een ander plaatje.

GROEP 1-2. Wat valt er buiten te BELEVEN?!

Archeologen logboek Namen:....

Examen VMBO-GL en TL. beeldende vakken CPE GL en TL. gedurende 720 minuten. tekenen, handenarbeid, textiele werkvormen, audiovisuele vormgeving

Persoonsgegevens. Plak hier je pasfoto of een tekening van jezelf. Naam: Geboortedatum: Jongen: Meisje: Naam docent: Klas/Groep: Naam school: Datum:

1. Een bocht. 2. Spiegelen

SPEURTOCHT IK ZIE IK ZIE WAT JIJ NIET ZIET

Fenomena. Jouw werkbladen. In NEMO. Ontdek zélf hoe de wereld werkt! Mijn naam: Fenomena Groep 7-8 Leerlingen In NEMO versie

Een les cardboards maken in aansluiting op het dag project Een beestenboel op school.

Transcriptie:

Kijkwijzer Ruimtelijke Kunst Beeldbeschrijving *

Inhoudsopgave Deel I Deel II Deel III Deel IV Deel V Basisopdrachten Wat is het? Techniekverkenning Beeldbeschrijving Opdrachten voor thuis of in de klas 3 4 6 & 11 7 & 12 15 pagina Deze kijkwijzer gaat over ruimtelijke kunstwerken. Ruimtelijke kunstwerken zijn driedimensionaal. Dat wil zeggen dat ze een hoogte, breedte en diepte hebben. Je kunt er dus omheen lopen. De ruimtelijke kunstwerken die we hier bedoelen zijn geen gebruiksvoorwerpen, zoals bijvoorbeeld een theepot of een stoel. Het gaat hier om beeldhouwkunst en installatiekunst. Vandaag kies je zelf één ruimtelijk kunstwerk in het museum om te bekijken en opdrachten over te maken. Je docent vertelt je of je de hele kijkwijzer maakt of bepaalde delen, alleen of in groepjes. Bij een aantal opdrachten moet je goed kijken of er omheen lopen. Let op: je mag de kunstwerken niet aanraken! Gebruik bij het maken van de opdrachten een potlood. Potloden en een clipboard om op te schrijven, zijn te krijgen bij de informatiebalie in de hal. Hier kun je ook een plattegrond vragen. u

Deel 1 Basisopdrachten Kies in het museum één ruimtelijk kunstwerk dat je aandacht trekt. Weet je niet precies waar ruimtelijke kunst in het museum te vinden is? Dan kan de informatiebalie je verder helpen. Lees wat er staat op het bijschrift (het bordje naast het kunstwerk). Wie heeft het gemaakt? Heeft het kunstwerk een titel? Zo ja, wat is die titel? Wanneer is het gemaakt? Hoogte Breedte Diepte Waarom heb je dit werk gekozen? 0 mooi 0 lelijk 0 spannend 0 vreemd 0 vrolijk 0 somber 0 origineel 0 iets anders Hoe groot is het ongeveer, denk je? Gebruik de liniaal aan de zijkant van de bladzijde. Pas op: niets aanraken! u 1 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29

Deel 2 Wat is het? Beeldhouwkunst en installatiekunst zijn twee soorten ruimtelijke kunst die veel verschillen van elkaar. Maak de volgende opdracht om er achter te komen wat voor een soort kunstwerk jij hebt gekozen. Lees de omschrijving van beeldhouwkunst en installatiekunst: Beeldhouwkunst is een vorm van kunst waarbij de kunstenaar beelden maakt. Om beelden te maken kan de kunstenaar uit hout snijden, uit steen hakken, boetseren met klei of gieten met brons. Tegenwoordig maken kunstenaars ook beelden van andere materialen, zoals plastic en ijzer. ó Artistide Mailol, Ile de France, 1921-1925 Axel & Helena van der Kraan, Paard, 1988 u

Installatiekunst is een kunstvorm die nog niet zo heel lang bestaat. Installaties worden meestal opgebouwd uit verschillende voorwerpen. Voorwerpen die je vaak tegenkomt in installaties zijn meubels, afval en gebruiksvoorwerpen. Soms komt er ook film, geluid of tekst in voor. ó Ricardo Brey, zonder titel, 1994 Jouw kunstwerk is een: E E 0 beeldhouwwerk ga verder op bladzijde 6 0 installatie ga verder op bladzijde 11 u

Beeldhouwkunst: Deel 3 - Techniekverkenning -> Materiaal en techniek A Lees op het bijschrift van welk materiaal het door jou gekozen kunstwerk is gemaakt. Kruis aan welk materiaal op het bijschrift staat: 0 keramiek 0 brons 0 steen 0 gips 0 hout 0 kunststof 0 verschillende materialen, namelijk 0 anders, namelijk Uit hout en steen worden beelden meestal gehakt. Er wordt dus materiaal weggehaald om het beeld te maken. Wat je weghaalt kun je niet meer terugplakken. Bij bronzen beelden wordt meestal eerst een model van klei of was gemaakt. Om het model heen wordt daarna brons gegoten. Klei en was kun je met je handen vormen, dit heet boetseren. Je kunt bij boetseren gemakkelijk stukjes klei of was die je hebt weggehaald terugplakken. Keramiek wordt ook van klei gemaakt. Je kunt er stukken afhalen en weer terugplakken. Keramiek wordt gebakken om het hard te maken. Kunststof en gips worden in een mal gegoten. Een mal is een holle vorm. De kunstenaar maakt eerst een beeld. Daar omheen maakt hij de mal, bijvoorbeeld van rubber. Wanneer de kunstenaar de rubbervorm van het beeld afhaalt kan hij er kunststof of gips in gieten. Dit krijgt dan precies dezelfde vorm als het beeld dat hij eerst maakte. Een mal is handig, want je kunt er meerdere keren een beeld in gieten. ó B Kruis aan wat van toepassing is: (meerdere antwoorden mogelijk) u 0 het kunstwerk is uitgehakt 0 het kunstwerk is geboetseerd 0 het kunstwerk is gegoten

Beeldhouwkunst: Deel 4 - Beeldbeschrijving A Wat beeldt het kunstwerk uit? 0 een vrouw 0 een man 0 een kind 0 een dier, namelijk een Wat stelt het voor? Lijkt het beeld op iets uit de werkelijkheid? Kruis aan hoe sterk het beeld jou aan de werkelijkheid doet denken. 0 iets anders, namelijk B Vorm Maak een schets van het beeld. Teken alleen de belangrijkste vormen. 0 heel sterk 0 een beetje 0 helemaal niet $ u

$ Om beelden kun je heen lopen. Het beeld ziet er anders uit vanaf een andere plek. Als je bijvoorbeeld aan de zijkant ervan staat. Maak een schets van de zijkant van het beeld. Teken alleen de belangrijkste vormen. Zijn er openingen in het beeld dat je gekozen hebt? Zou je bijvoorbeeld je hand of vinger erdoor heen kunnen steken? Let op: Dit mag je niet echt proberen. Geef in je schets aan met een pijl waar de opening zit. u

Kijk naar de vorm van je beeld. Er zijn geometrische en organische vormen. Geometrisch vormen kun je meten, bijvoorbeeld vierkanten, driehoeken en cirkels. Organische vormen zijn vormen die je niet makkelijk kunt meten. Het zijn onregelmatige vormen, zoals bijv. de vorm van vruchten en wolken. ó Welk soort vormen komt het meest voor in jouw beeld? Hoe staat het beeld tentoongesteld? 0 geometrische vormen 0 organische vormen 0 op een sokkel (dat is bijv. een blok hout waar het op staat) 0 in een vitrine (zo heet een glazen kast waarin je dingen tentoonstelt) 0 op de vloer van de zaal 0 op een andere manier, namelijk Waar in de zaal staat het beeld? 0 in het midden 0 aan de zijkant 0 in een hoek 0 anders Vaak hebben beelden de kleur van het materiaal waarvan ze zijn gemaakt. Soms zijn ze beschilderd. Wat is de kleur van het beeld? Is het beschilderd? 0 ja 0 nee u

C Functie Wat wil de kunstenaar volgens jou met het kunstwerk? 0 een verhaal, gebeurtenis of situatie vertellen 0 personen en/ of gebeurtenissen (uit het verleden) aan je laten zien 0 gevoelens of emoties laten zien 0 je aan het denken zetten 0 alleen vormen laten zien 0 iets anders: Vaak helpt de titel je te begrijpen waar het beeld over gaat. Is dat hier ook zo? 0 ja 0 nee Bedenk zelf een nieuwe titel voor het kunstwerk. - einde beeldbeschrijving beeldhouwkunst - u 10

Installatiekunst: Deel 3 - Techniekverkenning -> Materiaal en techniek A Onderdelen Een installatie bestaat meestal uit meerdere onderdelen. Je kunt dingen uit het dagelijks leven terugzien in een installatie. Maar de kunstenaar kan sommige onderdelen ook zelf hebben gemaakt. Uit hoeveel delen/ dingen bestaat de installatie ongeveer die jij gekozen hebt? Soms moet je schatten. Zitten de verschillende onderdelen van de installatie aan elkaar vast? 0 ja 0 nee B Materiaal Kruis aan wat voor materiaal de kunstenaar heeft gebruikt. (meerdere antwoorden mogelijk) 0 gebruiksvoorwerpen, bijvoorbeeld spullen uit het dagelijks leven 0 kosteloos materiaal, bijvoorbeeld afval 0 dingen die hij/zij zelf heeft gemaakt, bijvoorbeeld een schilderij 0 hout 0 ijzer 0 plastic 0 iets anders, namelijk u 11

Installatiekunst: Deel 4 - Beeldbeschrijving A Maak een schets van wat je ziet Inhoud $ u 12 Een installatiekunstwerk is altijd driedimensionaal. Je kunt er dus omheen lopen. Soms kun je er zelfs in, op of tussendoor lopen. Streep in de volgende zin door wat niet van toepassing is: Je kunt door de installatie heen om de installatie heen onder de installatie door over de installatie heen in de installatie lopen.

B Vorm Kijk naar de vorm van je installatie. Er zijn geometrische en organische vormen. Geometrisch vormen kun je meten, bijvoorbeeld vierkanten, driehoeken en cirkels. Organische vormen zijn vormen die je niet makkelijk kunt meten. Het zijn onregelmatige vormen, zoals bijv. de vorm van vruchten en wolken. ó Noem de drie meest opvallende onderdelen van de installatie. Omcirkel achter elk onderdeel wat voor soort vorm het is. 1.) = geometrische/ organische vorm 2.) = geometrische/ organische vorm 3.) = geometrische/ organische vorm Bij installatiekunst wordt soms gebruik gemaakt van licht. Met licht kun je iets extra laten opvallen. Het trekt je aandacht. Kruis aan wat van toepassing is: 0 de installatie geeft zelf licht 0 er schijnt speciaal licht op de installatie 0 er is alleen het licht van de zaal zelf Installaties kunnen heel groot zijn. Soms nemen ze een hele zaal in beslag. De installatie: 0 beslaat de hele zaal 0 de helft van de zaal 0 een klein deel van de zaal Soms horen er geluiden, films, dia s, tekeningen en/of foto s bij een installatie. Kruis aan wat er bij jou installatie hoort: 0 geluid 0 film 0 dia( s) 0 tekening(en) 0 foto( s) 0 teksten 0 niets van dat alles u 13

In een installatiekunstwerk soms ook beweging voor. Doordat er een motor in de installatie zit, of gewoon door de lucht. Zijn er onderdelen die bewegen? 0 Ja. Welke onderdelen bewegen er? 0 Nee C Functie Wat wil de kunstenaar volgens jou met het kunstwerk? 0 een verhaal, gebeurtenis of situatie vertellen 0 personen en/ of gebeurtenissen (uit het verleden) aan je laten zien 0 gevoelens of emoties laten zien 0 zijn/haar mening geven 0 je aan het denken zetten 0 alleen vormen laten zien 0 iets anders: Vaak helpt de titel je te begrijpen waar het beeld overgaat. Is dat hier ook zo? 0 ja 0 nee Bedenk zelf een nieuwe titel voor het kunstwerk. - einde beeldbeschrijving installatiekunst - u 14

Deel 5 - Opdracht voor thuis of in de klas Doen In de Wonderkamers van het Gemeentemuseum staan veel beeldhouwwerken. Bijvoorbeeld bij de groep kunstwerken over kind. Denk terug aan toen jezelf nog een kind was. Wat vond je toen leuk? Waar speelde je mee? ø Werk het thema kind ruimtelijk uit. Je mag zelf bedenken op welke manier. Je kunt bijvoorbeeld een spelend kind maken en zelfs speelgoed verwerken in je ruimtelijk werk. Maak eerst een paar schetsen van verschillende kanten van je werkstuk. Werk deze schetsen daarna uit in een ruimtelijk werk. ø Je kunt voor je werkstuk gebruik maken van schoolmaterialen, zoals klei, hout of ijzerdraad of misschien juist van gevonden voorwerpen. Loop bijvoorbeeld na de pauze een rondje door school of over het plein om spullen te vinden. ø Vergelijk wanneer je klaar bent de schetsen en het eindresultaat: Is het geworden zoals op de schets? Of heb je dingen moeten veranderen? Zo ja, wat? mei 2006 Gemeentemuseum Den Haag afdeling Educatie Tekst: Eva Kooijmans (stagiaire) Eindredactie: Jet van Overeem Vormgeving: Irene de Groot (stagiaire) u 15

Rodin - Het bronzen tijdperk - 1876