Rijden onder invloed in Nederland in 1999-2007



Vergelijkbare documenten
Rijden onder invloed in Nederland in

Rijden onder invloed in Nederland in

Rijden onder invloed in Nederland in

Rijden onder invloed in Nederland in

Rijden onder invloed in Nederland in

Rijden onder invloed in Nederland in

Rijden onder invloed in Nederland in

Rijden onder invloed in Nederland in

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Rijden onder invloed in Nederland in 2003

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek

Nulmeting ten behoeve van het project Preventie rijden onder invloed uit sportkantines. Augustus 2011

Rijden onder invloed in Nederland in

Centraal Bureau voor de Statistiek

Fors minder verkeersdoden in 2013

SAMENVATTING. Speerpunt gordel. Achtergrond en doel perceptieonderzoek

Alcoholgebruik van automobilisten in Zeeland, juli 2003-juni 2004

Rijden onder invloed in Flevoland,

Persbericht. Lichte stijging verkeersdoden in Centraal Bureau voor de Statistiek

Rijden onder invloed in Zuid-Holland,

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

4 Onderzoeksverantwoording

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

Groningen. Samenhang. Samenwerking. Operationele prestaties. Kwaliteit

Definitieve resultaten eindejaarscontroles

Beknopte beschrijving van het alcoholgebruik van automobilisten in weekeindnachten

De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden

Rijden onder invloed in de provincie Flevoland,

Slachtofferschap onder burgers naar delictsoort, volgens de VMR en de IVM a

Vrouwen in politiek en openbaar bestuur. Voortgangsrapportage 2003

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen

Verkeersveiligheidsmonitor. Gemeente Slochteren

Rijden onder invloed in Nederland,

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek

Mentaal Weerbaar Blauw

Rijden onder invloed in de provincie Utrecht,

Landelijke peiling Nijmegen Resultaten eindmeting, januari 2006

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

Cijfers over stijging aantal dodelijke fietsongevallen in 2006

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

University of Groningen

Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel

ONDERZOEKSDOCUMENT: GEBRUIK VAN ALCOHOL ONDER JONGEREN, IN HET VERKEER

Vrouwen 8 Registratie Totaal. bijvoorbeeld. tijdstip toch. In de maand. januari zijn. Helaas is er wachtlijst.

Ontwikkeling leerlingaantallen

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

Waarom sociale hygiëne?

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

Tien nieuwe politieregio s Een beeld op basis van bestaande indicatoren stand per 1 januari 2010

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Invloed van sociale norm en pakkans op rijden onder invloed van alcohol (ROI)

Work related road safety trends and analysis in Belgium. PRAISE Madrid - October 1, 2015

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen

Graydon Kwartaal Monitor. Kwartaal

SEH-behandelingen naar aanleiding van GHBgebruik

Verkeersveiligheidsmonitor

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Rijden onder invloed in de provincie Utrecht,

Rijden onder invloed in Nederland,

Onderzoek Kooppogingen alcohol door jongeren

Geregistreerde criminaliteit, geweldsmisdrijven en overvallen

Rijden onder invloed in de provincie Noord-Holland,

Persoonlijke achtergrondgegevens burgemeesters

Kerncijfers verkeersveiligheid. Uitgave 2005

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?

Functioneren van een Kind met Autisme. M.I. Willems. Open Universiteit

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Meer doden onder fietsers, minder onder motorrijders. Meeste verkeersdoden onder twintigers

Persoonlijke achtergrondgegevens burgemeesters

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats

Analyse resultaten CVO 2014

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij

Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/ /2012

Effectiviteit van sancties in het verkeer

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol bij jongeren van 10 tot en met 24 jaar

Rijden onder invloed in Nederland,

Verkeersveiligheidsonderzoek naar jongeren in het verkeer. Actuele stand van zaken op basis van de politieregistratie

De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en. proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten

Rijden onder invloed in West-Zeeuws eh-vlaanderen,

1-meting ten behoeve van het project Preventie rijden onder invloed uit sportkantines. September 2012

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Transcriptie:

Rijden onder invloed in Nederland in 1999-2007 Ontwikkeling van het alcoholgebruik van automobilisten in weekendnachten November 2008

Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijden onder invloed in Nederland in 1999-2007 Ontwikkeling van het alcoholgebruik van automobilisten in weekendnachten November 2008

.................................................................................................. Colofon Rijden onder Invloed in Nederland in 1999-2007 Is een uitgave van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Dienst Verkeer en Scheepvaart (DVS) Postbus 5044 2600 GA Delft Informatie, online uitgave en bestellingen DVS-Loket Telefoon: (088) 7982 555 E-mail: dvsloket@rws.nl Internet: www.rijkswaterstaat.nl/dvs November 2008 Overname van (delen van) de inhoud van deze publicatie in gedrukte of digitale vorm is alleen toegestaan met bronvermelding. Hoewel de opgenomen gegevens zo goed mogelijk op juistheid en actualiteit zijn gecontroleerd, kan de samensteller geen aansprakelijkheid aanvaarden voor mogelijke fouten. 4 Rijden onder invloed 1999-2007

Inhoudsopgave........................................................................................ 1. Inleiding... 17 Het onderzoek ROI... 17 Onderscheid beginnende en ervaren bestuurders... 17 Leeswijzer... 18 Dankwoord... 18 2. Alcohol en verkeer... 20 Inleiding... 20 Effect van alcohol... 20 Alcohol en verkeersveiligheid... 21 Kosten van verkeersongevallen... 23 3. Ontwikkeling overtreders met BAG > 0.50 promille vanaf 1973 tot 2007... 24 Inleiding... 24 Ontwikkelingen vanaf 1973... 25 Landelijke ontwikkeling in 1999-2007... 26 Ontwikkeling naar hoofdregio en provincie... 28 Ontwikkeling naar politieregio... 29 Ontwikkeling naar geslacht en leeftijd... 31 Ontwikkeling naar dag en tijdstip... 34 Ontwikkeling naar herkomst... 37 Ontwikkeling naar gemeentegrootte... 39 4. Ontwikkeling beginnende en ervaren bestuurders... 41 Inleiding... 41 Verlaging van de alcohollimiet... 42 Resultaten in 2007... 43 5. Conclusies... 50 Conclusies... 50 6. Literatuurlijst... 52 7. Afkortingenlijst... 55 Bijlage A Onderzoeksverantwoording... 56 1. Doel van het onderzoek... 56 2. Onderzoeksopzet... 56 3. Alcoholtester... 60 4. Dataverwerking... 60 5. Resultaten onderzoek... 61 Bijlage B Statistische analyse van de tijdreeks... 63 5 Rijden onder invloed 1999-2007

Bijlage C Werkelijk aantal waargenomen staandehoudingen en aanhoudingen per politieregio, gebied en tijd... 65 Bijlage D Overzicht gebieden DVS-alcoholcontrole... 69 Bijlage E Het registratieformulier... 71 Bijlage F Maatregelen sinds 1974... 72 Bijlage G Overtreders naar regio en provincie... 74 Bijlage H Overtreders naar politieregio... 78 Bijlage I Overtreders naar geslacht en leeftijd... 84 6 Rijden onder invloed 1999-2007

Samenvatting............................................................................... Het onderzoek Rijkswaterstaat Dienst Verkeer en Scheepvaart (DVS), voorheen Adviesdienst Verkeer en Vervoer (AVV), voert jaarlijks onderzoek uit naar het rijden onder invloed van alcohol. Dit rapport gaat in op het onderzoek en beschrijft het alcoholgebruik van automobilisten in weekendnachten. Dit rapport richt zich op de jaren 1999 tot en met 2007. Jaarlijks worden voor het onderzoek, in samenwerking met de politie, 73 alcoholcontroles uitgevoerd, verspreid over 25 politieregio s. Om een representatief beeld van Nederland te krijgen, worden per politieregio in principe minimaal 2 controles per jaar gehouden. In totaal moet de steekproef minimaal 20.000 staandehoudingen zijn. De metingen betreffen een aselecte steekproef van automobilisten die in de nacht van vrijdag op zaterdag (vrijdagnacht) en van zaterdag op zondag (zaterdagnacht) tussen 22:00 en 04:00 uur aan het verkeer deelnemen. Van een persoon wordt een overtreding wettelijk vastgesteld, als hij bij de blaastest op straat de geldende alcohollimiet van 0,50 (ervaren bestuurders) of 0,20 (beginnende bestuurder) overschrijdt. Nationale ontwikkelingen Omwille van vergelijkbaarheid met de gegevens uit de voorgaande jaren, wordt eerst het onderscheid tussen beginnende en ervaren bestuurders losgelaten. De hiernavolgende cijfers hebben betrekking op de totale groep bestuurders met een BAG van 0,50 of meer. De groep beginnende bestuurders met een BAG tussen 0,20 en 0,49 wordt hier dus buiten beschouwing gelaten. Aan het einde van deze samenvatting wordt de groep beginnende bestuurders met een BAG van meer dan 0,20 afzonderlijk behandeld, evenals de groep ervaren bestuurders met een BAG van 0,50 of meer. In 2007 is het percentage bestuurders dat de alcohollimiet van 0,5 promille overschreidt in de weekendnachten 3,0%. Ten opzichte van 2006 is dit percentage gelijk gebleven. In de periode 2001-2007 is wel een trendmatige daling van het percentage overtreders te zien van gemiddeld 4,2% in 1999 tot 3,0% in 2007. Het aandeel overtreders in de weekendnachten met een promillage 1,3 is net als in 2006 0,4%. Deze groep zware drinkers is vanwege het veel hogere ongevalsrisico verantwoordelijk voor een onevenredig groot deel van de alcoholgerelateerde ongevallen. 7 Rijden onder invloed 1999-2007

Ontwikkeling naar hoofdregio en provincie De hoofdregio West-Nederland heeft in 2007 (net als in voorgaande jaren) het hoogste percentage overtreders, namelijk 3,8%. De hoofdregio met het laagste percentage gedurende de periode 1999-2007 is Noord-Nederland (1,4% in 2007). Als vervolgens naar de verdeling per provincie wordt gekeken, blijkt dat in 2007 Zuid-Holland de provincie is met het hoogste percentage overtreders (4,3%). In de provincie Groningen is het percentage overtreders het laagst, namelijk 1,3%. Ontwikkeling naar politieregio De politieregio met het hoogste percentage overtreders is Amsterdam- Amstelland (4,9%), terwijl de politieregio Groningen het laagste aandeel overtreders (1,3%) heeft. Ontwikkeling naar geslacht en leeftijd De meerderheid van de gecontroleerde bestuurders is van het mannelijk geslacht (69%). Bovendien bestaat de groep overtreders ook voor een grote meerderheid uit mannen (circa 82% in 2007). Het percentage van de mannelijke bestuurders dat in overtreding is, is in 2007 3,6%, terwijl dat onder vrouwelijke bestuurders 1,8% is. Er zijn geen significante veranderingen in 2007 ten opzichte van 2006. In tegenstelling tot 2006 heeft de leeftijdscategorie 35-49 jaar bij de mannen het hoogste percentage overtreders. In 2006 kwam het hoogste percentage overtreders nog uit de leeftijdscategorie 25-34 jaar. Het hoogste percentage overtreders bij vrouwen is te vinden in de leeftijdscategorie 25-34 jaar. Ontwikkeling naar dag en tijdstip De alcoholcontroles vinden zowel vrijdag- als zaterdagnacht plaats. In lijn met de vorige jaren ligt het percentage overtreders op vrijdagnacht op 3,5%. Op zaterdagnacht ligt dit percentage op op 2,6%. Net als alle voorgaande jaren (1999-2006), is het percentage overtreders in 2007 tussen 02:00-04:00u s nachts het hoogst. Het aandeel overtreders is in 2007 op vrijdag tussen 02:00-04:00u het grootst (7,3%), net als in alle voorgaande jaren. Op zaterdag tussen 22:00-00:00u is het percentage overtreders het laagst, namelijk 1,6% (2007). Ontwikkeling naar herkomst Over de jaren heen is de verdeling tussen de plaatsen waar de alcohol genuttigd wordt ongeveer gelijk. Het aandeel overtreders dat uit de horeca komt is al jaren het grootst (in 2007: 58%). De overtreders die bij vrienden alcohol genuttigd hebben (18%) en thuisdrinkers (11%) volgen. 8 Rijden onder invloed 1999-2007

In het zuiden en westen van het land drinken de overtreders de alcohol relatief vaker in de horeca, terwijl de overtreders uit het oosten vaker bij vrienden, kennissen of familie hun alcohol nuttigen. Ontwikkeling naar gemeentegrootte Het percentage overtreders is het grootst in gemeenten met meer dan 100.000 inwoners, net als in de voorgaande jaren. Het percentage overtreders in gemeenten met minder dan 50.000 inwoners is ten opzichte van 2006 gedaald van 2,9% naar 2,5%. Significant is dit verschil echter niet. Ontwikkeling beginnende en ervaren bestuurders In het voorgaande is een bestuurder als overtreder aangemerkt als de BAG-waarde hoger dan 0,5 promille was, ongeacht of het een beginnend of ervaren bestuurder betrof. Vervolgens wordt nu expliciet een onderscheid gemaakt tussen een beginnende bestuurder en een ervaren bestuurder. Beginnende bestuurders zijn bestuurders die het rijbewijs korter dan vijf jaar in het bezit hebben. De alcohollimiet voor deze groep is op 1 januari 2006 verlaagd naar 0,2. Het percentage overtreders (overtreders van de groep beginnende bestuurders ten opzichte van de totale groep gecontroleerde beginnende bestuurders) ligt in 2007 op 5,2% 1. Dit betekent dat 5,2% van de gecontroleerde beginnende bestuurders een alcoholpromilage van 0,2 of hoger had. 2,6% van de beginnende bestuurders had een alcoholpromillage van 0,5 of hoger. Van de ervaren bestuurders (bestuurders die vijf jaar of langer hun rijbewijs hebben) is 3,2% in overtreding geweest in 2007. Dat wil zeggen dat bij hen een promillage van 0,5 of hoger is geconstateerd. Het percentage overtreders is dus onder de beginnende bestuurders hoger dan onder de ervaren bestuurders. Hierbij moet wel opgemerkt worden dat voor de beginnende bestuurders een andere (strengere) alcohollimiet geldt dan voor de ervaren bestuurders. Het hoogste percentage overtreders onder de beginnende bestuurders is aangetroffen in de promillageklasse 0,20-0,49, namelijk 2,6%. Ongeveer 0,3% van de beginnende bestuurders is in 2007 aan te merken als zware drinker (>1,3 ). Bij de ervaren bestuurders is dit voor 0,4% het geval. Zowel bij de beginnende als bij de ervaren bestuurders is het percentage overtreders in de regio West het hoogst. In de provincie Utrecht is het aandeel overtreders onder de beginnende bestuurders het hoogst (6,8%). Het laagste percentage overtreders beginnende 1 Dit percentage is niet te vergelijken met het percentage van 2006, omdat toen een andere berekeningsmethode is gebruikt. 9 Rijden onder invloed 1999-2007

bestuurders is te vinden in de provincie Groningen (1,9%). Bij de ervaren bestuurders is het laagste percentage overtreders te vinden in de Drenthe en Groningen (1,4%). Zowel voor de beginnende als voor de ervaren bestuurders geldt dat het aandeel overtreders bij de mannen hoger is dan bij de vrouwen. Het percentage overtreders beginnende bestuurders is hoger onder 25- jarigen en ouder (8,5%) dan onder beginnende bestuurders in de leeftijd 18-24 jaar (4,6%). Ervaren bestuurders zijn het meest in overtreding als ze tussen 35 en 49 jaar oud zijn. Op vrijdag is voor zowel de beginnende als ervaren bestuurders het aandeel overtreders hoger dan op zaterdag. Tussen 22.00 en 00.00 uur worden het minst aantal beginnende bestuurders aangehouden. Het percentage overtreders is het hoogst op vrijdag tussen 02.00 en 04.00 uur (11,5% voor beginnende bestuurders en 7,6% voor ervaren bestuurders). Ongeveer de helft van de beginnende en ervaren bestuurders komt uit een horecagelegenheid. Verder heeft een vijfde van de overtreders bij vrienden of kennissen alcohol genuttigd. In de kleine en grote gemeenten ligt bij de beginnende bestuurders het percentage overtreders hoger dan in de middelgrote gemeenten. Bij de ervaren bestuurders ligt het overtredingspercentage voor alle gemeentegrootten op ongeveer hetzelfde niveau. 10 Rijden onder invloed 1999-2007

11 Rijden onder invloed 1999-2007

Summary............................................................................... Research The Centre for Transport and Navigation of the Ministry of Transport, Public Works and Water Management of the Netherlands conducts annual research into the effects of driving under the influence of alcohol. The research itself and the alcohol consumption of motorists during weekend nights are discussed in this report. The results presented in this report comprise the years 1999-2007. This survey is carried out in close collaboration with the Dutch Police and annually contains of 73 alcohol checks. These checks are spread amongst 25 Dutch police regions. In order to ensure a representative picture of the Netherlands, a minimum of 2 controls per police region per year are required. The sample must contain a minimum of 20.000 individual tests in total. The alcohol checks concern a random sample of motorists driving in the night of Friday on Saturday (Friday night) and of Saturday on Sunday (Saturday night) between 22:00 and 04:00 hours. The result of the test is the Blood Alcohol Concentration (BAC). A person is in breach of the law when the alcohol limit (BAC 0,50 g/l in case of an experienced driver; BAC 0,20 g/l in case of a novice driver) is exceeded. National developments In 2007, the percentage of offenders of the legal alcohol limit (BAC 0,50 g/l) in the weekend nights is 3,0% 2. With respect to 2006 this percentage has remained stable. In the period 2001-2007 however, a decrease in the percentage of offenders can be seen from 4,2% in 1999 up to 3,0% in 2007. The proportion of offenders during weekend nights with a legal BAC limit above 1.3 g/l is, similar to 2006, 0,4%. This group of heavy drinkers is responsible for a disproportionately large part of alcohol-related accidents, due to a much higher accident risk. Development by region and county The Western region of the Netherlands has the highest percentage of offenders in 2007 (3,8%), just as it was in previous years. The region showing the lowest percentage of offenders (1.4% in 2007) during the period 1999-2007 was the Northern region of the Netherlands. When 2 In order to ensure comparison with previous surveys, chapter 3 presents the development of alcohol consumption of motorists in weekend nights irrespective of type of driver (i.e. novice drivers or experienced drivers). 12 Rijden onder invloed 1999-2007

the results are examined county by county, it appears that in 2007 Zuid-Holland is the county with the highest percentage of offenders (4.3%). The percentage of offenders is the lowest (1.3%) in the county of Groningen. Development by police force region The police region with the highest percentage of offenders in 2007 is Amsterdam-Amstelland (4,9%), whereas the police region Groningen has the lowest share of offenders (1,3%). Development by sex and age The majority of drivers who were subjected to a breath test are male (69%). Moreover, the large majority of offenders are also men (approximately 82% in 2007). The percentage of male drivers in offence was 3.6% in 2007. Whereas only 1.8% of the female drivers were in offence. There are no significant changes in 2007, with respect to 2006. In contrast to last year, the highest percentage of male offenders belong to the age category of 35-49. In 2006, the highest percentage of offenders could be found in the age category 25-34. Amongst female drivers, the highest percentage of offenders was found in the age category of 25-34. Development by day and time The alcohol checks take place both Friday and Saturday night. The percentage of offenders on Friday night is 3,5%. This percentage is consistent with previous years. The percentage of offenders on Saturday night is 2,6%. Like in previous years (1999-2006), the percentage of offenders in 2007 is highest between 02:00-04:00h at night. In 2007, the proportion of offenders on Friday night is largest (7,3%) between 02:00-04:00h, which is similar to previous years. On Saturday night between 22:00-00:00h, the percentage of offenders is the lowest (1,6% in 2007). Development by origin Over the years, alcohol consumption has taken place in similar places as found today. The highest percentage of offenders had alcohol in catering establishments (58% in 2007). This pattern of development is already going on for years. Second and third largest groups are respectively persons who consumed alcohol at friends, relatives or family (18%) and people who consumed alcohol at home (11%). In the south and west of the Netherlands, offenders drink alcohol relatively more often in catering establishments, whereas offenders from the east consume their alcohol more often at friends, relatives or family. 13 Rijden onder invloed 1999-2007

Development by municipality size The percentage of offenders is largest in municipalities with more than 100,000 inhabitants, just like in previous years. The percentage of offenders in municipalities with less than 50,000 inhabitants has decreased from 2.9% in 2006 to 2.5% in 2007. However, this difference is not significant. Development of novice and experienced drivers Novice drivers are drivers who have had their driver license less than five years. Since 1 January 2006, the alcohol limit for this group has been reduced to 0.2 g/l. The percentage of offenders, that are novice drivers with respect to the total number of novice drivers included in the survey, was 5,2% in 2007. This figure is not comparable with the percentage of offenders among novice drivers in 2006 (1,0%), due to different calculation methods used in compiling the data. The percentage of offenders, that are experienced drivers with respect to the total number of experienced drivers included in this survey, was 3,2% in 2007. The above figures clearly indicate that the percentage of offenders among novice drivers was higher than that observed for experienced drivers. But care must be taken when comparing novice drivers and experienced drivers. Novice drivers exceed the alcohol limit more often, essentially due to stricter alcohol regulations. Regarding novice drivers, the highest percentage of offenders has been found in the BAC limit between 0,20-0,49 g/l (2,6%). Approximately 0,3% of that group fall under the category of heavy drinker, with a BAC limit over 1,3 g/, whereas this number is 0,4% in the case of experienced drivers. The Western region of the Netherlands has the highest percentage of offenders among both novice and experienced drivers in 2007. When the results are examined county by county, it appears that in 2007 Utrecht is the county with the highest percentage of offenders among novice drivers (6.8%). The percentage of offenders among novice drivers is the lowest (1.9%) in the county of Groningen. In contrast to novice drivers, the counties of Drenthe and Groningen have the lowest percentage of offenders among experienced drivers (1.4% in 2007). For both groups of drivers, the percentage of male offenders is higher than that of female offenders. The percentage of novice drivers in offence is the highest in the age category of 25 years and older (8,5%), compared to the age category 18-24 years (4,6%). The majority of experienced drivers in offence belong to the age category of 35-49 year (3,7%). 14 Rijden onder invloed 1999-2007

Regardless of type of group, the proportion of offenders is higher on Friday than Saturday. When comparing novice and experienced drivers, the proportion of drivers in offence is lowest in the period of 22:00-00:00h (3,0% in case of an experienced driver; 1,8% in case of a novice driver). The percentage of drivers in offence is the highest in the period of 02:00-04:00h (11,5% in case of an experienced driver; 7,6% in case of a novice driver). Approximately half of the offenders (novice drivers) come from catering establishments. Furthermore one fifth of the offenders has consumed alcohol at friends or relatives. The percentage of novice drivers in offence is largest in municipalities with less than 50.000 inhabitants (5,0%) and more than 100,000 inhabitants (6,6%). For experienced drivers in offence, the percentages are about the same regardless of the size of the municipality. 15 Rijden onder invloed 1999-2007

16 Rijden onder invloed 1999-2007

1. Inleiding............................................................................... Het onderzoek ROI Rijkswaterstaat Dienst Verkeer en Scheepvaart (DVS) voert jaarlijks een onderzoek uit naar het rijden onder invloed van alcohol. Dit rapport gaat in op het onderzoek en beschrijft het alcoholgebruik van automobilisten in weekendnachten. De resultaten hebben betrekking op de periode 1999 tot en met 2007. Als opdrachtgevers van het onderzoek fungeren het Directoraatgeneraal Mobiliteit (DGMo) en het Bureau Verkeershandhaving Openbaar Ministerie (BVOM). DGMo gebruikt de resultaten voor voorlichting, monitoring, evaluatie en advies aan de minister. Het BVOM volgt en evalueert de effecten van de inzet van de verkeershandhavingsteams met behulp van dit onderzoek. Tevens adviseert het BVOM hierover aan het College van Procureurs Generaal en de lokale arrondissementsparketten. Onderscheid beginnende en ervaren bestuurders Omdat op 1 januari 2006 de alcohollimiet voor beginnende bestuurders is verlaagd (zie ook hoofdstuk 4), is de potentiële groep overtreders in dit rapport ten opzichte van eerdere jaren uitgebreid. De groep beginnende bestuurders tussen 0,20 en 0,49 was vanaf die datum ook strafbaar. Omwille van vergelijkbaarheid met de gegevens uit de voorgaande jaren, wordt het onderscheid tussen beginnende en ervaren bestuurders in hoofdstuk 3 losgelaten. De cijfers uit hoofdstuk 3 hebben betrekking op de totale groep bestuurders. (het rode vlak in figuur 1.3). Dit is conform eerdere rapportages en bedoeld om trendanalyses te maken. De groep beginnende bestuurders tussen 0,20 en 0,49 wordt hier buiten beschouwing gelaten. In hoofdstuk 4 wordt de groep beginnende bestuurders (met een BAG van 0,20 of meer) als aparte groep behandeld (het blauwe vlak in figuur 1.3). Daarnaast worden in dit hoofdstuk de ervaren bestuurders met een promilage van 0,50 en meer als aparte groep behandeld. Het onderscheid tussen beide groepen wordt in onderstaand figuur afgebeeld. 17 Rijden onder invloed 1999-2007

............................... Figuur 1.3 Onderscheid tussen ervaren en beginnende bestuurders Leeswijzer Hoofdstuk 2 geeft een korte theoretische uitleg over de combinatie alcohol en verkeer. Tevens komt het effect van rijden onder invloed op de mens en vervolgens op de verkeersveiligheid aan bod. Hoofdstuk 3 bespreekt de ontwikkelingen van het alcoholgebruik. Ook komt de lange-termijn-ontwikkeling aan de orde. Hoofdstuk 4 beschrijft de ontwikkeling van de groep beginnende en ervaren bestuurders als aparte groepen. Hoofdstuk 5 beschrijft de conclusies. Hoofdstuk 6 geeft een overzicht van de gebruikte literatuur. Hoofdstuk 7 bevat een afkortingenlijst. In de bijlagen zijn tabellen met uitgebreide gegevens te vinden, bijvoorbeeld gegevens per politieregio of per leeftijdsklasse. Dankwoord DVS bedankt de betrokken politiekorpsen voor hun bijdrage aan het project. Regelmatig werken ook vrijwilligers van Veilig Verkeer Nederland (VVN) mee aan het onderzoek door tijdens de alcoholcontroles op straat de registratieformulieren (zie bijlage E) in te vullen. DVS is VVN bijzonder dankbaar voor deze hulp. 18 Rijden onder invloed 1999-2007

19 Rijden onder invloed 1999-2007

2. Alcohol en verkeer............................................................................... Inleiding Het merendeel van de bevolking weet dat alcohol van invloed is op de rijvaardigheid. Toch stappen jaarlijks veel mensen die teveel alcohol op hebben, achter het stuur. Dit hoofdstuk beschrijft het effect van de alcohol op de mens en vervolgens het effect van het drankgebruik op de verkeersveiligheid. Effect van alcohol Geconsumeerde alcohol wordt via de maag en de dunne darm opgenomen in het bloed en vervolgens door het hele lichaam verspreid. Alcohol die op deze wijze de hersenen bereikt, beïnvloedt het waarnemingsvermogen en het gedrag. Als gevolg daarvan stijgt de kans op een ongeval, als de desbetreffende persoon een voertuig bestuurt................................ Figuur 2.1 De relatieve ongevalskans afgezet tegen de BAG-waarde (in ) [Borkenstein et al, 1974] Gemiddeld neemt al vanaf 1 à 2 glazen de ongevalskans licht toe. Bij een promillage van 0,5 3 is de kans op een ongeval ongeveer anderhalf keer zo groot als zonder alcoholgebruik. Bij grotere hoeveelheden alcohol is die toename steeds groter [Borkenstein et al, 1974]. De relatieve ongevalskans staat in de onderstaande figuur afgezet tegen de BAG-waarde 4. Relatieve ongevalskans 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0 0,8 = ongevalskans is 2x zo groot 1,8 = ongevalskans is 17x zo groot 0,0 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0 1,2 1,4 1,6 1,8 BAG-waarde (in ) 3 Als vuistregel kan worden gesteld dat bij mannen een promillage van 0,5 wordt bereikt na het drinken van ongeveer 3 standaardglazen alcoholhoudende drank. Een standaardglas bevat 10 gram alcohol en leidt gemiddeld tot een promillage van 0,2 bij mannen en 0,3 bij vrouwen. Na 3 standaardglazen hebben mannen gemiddeld 30 gram alcohol in het bloed overeenkomend met ongeveer 0,5 promille. Bij vrouwen wordt dit promillage doorgaans al bereikt bij 2 standaardglazen. 20 Rijden onder invloed 1999-2007

Behalve op de ongevalskans (figuur 2.1), kan alcoholgebruik ook effect hebben op de ernst van het letsel. Autobestuurders met meer dan 1,5 alcohol in hun bloed hebben bij een verkeersongeval tot ongeveer 200 maal zo veel kans om het leven te komen dan nuchtere bestuurders [Borkenstein et al, 1974]. Alcohol en verkeersveiligheid De DVS heeft een database waarin alle door de politie geregistreerde verkeersongevallen staan. Bij elk geregistreerd ongeval is aangegeven of de politie heeft geconstateerd dat er alcohol in het spel was en zo ja, of de hoeveelheid alcohol strafbaar was (conform artikel 8 van de Wegen Verkeers Wet). Niet alle alcoholgerelateerde ongevallen worden geregistreerd. In Nederland is het bij een dodelijk ongeval alleen toegestaan om de bestuurder die het ongeval overleefd heeft, op alcohol (door middel van een blaastest of bloedonderzoek) te controleren. Bij een dodelijk ongeval waarbij slechts één auto betrokken is, mag bijvoorbeeld niet gecontroleerd worden of er alcohol in het spel was. Dit geldt ook voor een ongeval met twee voertuigen, waarbij beide bestuurders om het leven komen. Nederland kent geen post-mortem-onderzoek, waardoor het niet mogelijk is om een exacter aantal alcoholgerelateerde verkeersdoden vast te stellen. Het daadwerkelijke aantal ongevallen waarbij één van de betrokken bestuurders te veel alcohol ( 0,5 ) gedronken heeft, is daarom minimaal twee tot drie maal hoger dan het aantal door de politie geregistreerde alcoholongevallen. De Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) schatte in 2005 in dat circa 25% van alle verkeersdoden veroorzaakt worden door alcohol [Wegman en Aarts (red), 2005]. Het aantal alcoholgerelateerde ongevallen wordt om bovengenoemde reden op een andere wijze bepaald. Het aantal wordt afgeleid van het gemeten percentage rijden onder invloed en het verhoogde risico van rijden onder invloed (zie 2.2). Deze schattingsmethode wordt zowel voor het aantal doden als ziekenhuisgewonden bij alcoholongevallen gebruikt. 4 BAG is het aantal gram alcohol per liter bloed. 21 Rijden onder invloed 1999-2007

In tabel 2.1 staat het geschatte aantal alcoholdoden genoteerd, inclusief het percentage 5 ten opzichte van het totaal aantal verkeersdoden 6................................ Tabel 2.1 Aantal verkeersdoden als gevolg van alcohol en totaal aantal verkeersdoden in de periode 1999-2007 Jaar Verkeersdoden als Verkeersdoden Percentage gevolg van alcohol totaal...................................................... 1999 210 1.186 18% 2000 200 1.166 17% 2001 180 1.083 16% 2002 170 1.066 16% 2003 170 1.088 15% 2004 135 881 15% 2005 115 817 14% 2006 100 811 13% 2007 95 791 12% In de periode 1999-2007 is het aantal alcoholdoden weer verder gedaald, net als het aantal alcoholgerelateerde verkeersdoden ten opzichte van het totaal aantal verkeersdoden. Het werkelijk aantal ziekenhuisgewonden als gevolg van een alcoholongeval staat in tabel 2.2. De cijfers over 2007 zijn gebaseerd op een schatting. Eerdere cijfers zijn onlangs iets aangepast................................ Tabel 2.2 Aantal verkeersziekenhuisgewonden als gevolg van alcohol en totaal aantal verkeersziekenhuisgewonden in de periode 1999-2007 Jaar Ziekenhuisgewonden Ziekenhuisgewonden Percentage als gevolg van alcohol totaal.......................................................... 1999 3.500 19.410 18% 2000 3.200 18.600 17% 2001 3.000 18.110 16% 2002 3.000 18.380 16% 2003 2.900 19.040 15% 2004 2.800 18.060 15% 2005 2.500 17.680 14% 2006 2.100 16.750 13% 2007 7 2.200 18.000 12% Na een jarenlange daling is het aantal ziekenhuisgewonden als gevolg van alcohol in 2007 voor het eerst weer gestegen, net als het totaal aantal ziekenhuisgewonden door verkeersongevallen. 5 Dit percentage is exclusief de slachtoffers van ongevallen die veroorzaakt zijn door gecombineerd alcohol- en drugsgebruik. 6 Dit houdt niet in dat alcohol ook de oorzaak van het ongeval vormde. Het is ook mogelijk dat het ongeval door een andere reden is veroorzaakt. 7 Het aantal verkeersziekenhuisgewonden voor 2007 is gebaseerd op een schatting. 22 Rijden onder invloed 1999-2007

Kosten van verkeersongevallen De SWOV heeft voor 2005 een schatting gemaakt van de kosten als gevolg van verkeersongevallen, gebaseerd op cijfers van 2003. De totale kosten van verkeersongevallen bedragen bijna 12,3 miljard euro [SWOV, 2007]. Uit de tabel 2.1 en 2.2 kan worden afgelezen dat in 2005 bij 14,0% van alle ernstige ongevallen (zowel doden als ziekenhuisgewonden) alcohol in het spel was 8. Op basis hiervan kan worden gezegd dat de maatschappelijke kosten van de alcoholongevallen ongeveer 1,7 miljard euro in 2005 bedragen. 8 Dit houdt niet in dat alcohol ook de oorzaak van het ongeval vormde. Het is ook mogelijk dat het ongeval door een andere reden is veroorzaakt. 23 Rijden onder invloed 1999-2007

3. Ontwikkeling overtreders met BAG > 0.50 promille vanaf 1973 tot 2007............................................................................... Inleiding In dit hoofdstuk worden de resultaten van de groep overtreders met een BAG van meer dan 0,50 besproken. Niet alle overtreders komen in dit hoofdstuk aan de orde. De groep beginnende bestuurders met een BAG tussen 0,20 en 0,49 wordt hier buiten beschouwing gelaten. Het doel van dit hoofdstuk is om de resultaten van 2007 vergelijkbaar te maken met die van eerdere jaren. Om die reden is een BAG van meer dan 0,50 als criterium gehanteerd. Voor beginnende bestuurders is er per 1 januari 2006 een verscherping ingesteld, waarbij het wettelijk toegestane alcoholpromillage voor beginnende bestuurders is verlaagd naar 0,20. In hoofdstuk 4 wordt de groep beginnende bestuurders met een BAG van meer dan 0,20 afzonderlijk behandeld, evenals de groep ervaren bestuurders met een BAG van meer dan 0,50. Overtreder (in dit hoofdstuk) Een bestuurder die bij een blaastest op straat de geldende alcohollimiet van 0,50 overschrijdt. Percentage overtreders (in dit hoofdstuk) Het percentage bestuurders met een uitslag boven 0,50 ten opzichte van het totale aantal gecontroleerde bestuurders in de weekendnachten................................ Figuur 3.1 Onderscheid beginnende bestuurders en ervaren bestuurders In onderstaande figuur staat afgebeeld wat er in dit hoofdstuk besproken wordt. 24 Rijden onder invloed 1999-2007

De resultaten in dit hoofdstuk zijn vergelijkbaar met rapportages uit eerdere jaren. Ontwikkelingen vanaf 1973 In 2007 is het percentage overtreders 3,0. Dit percentage is hetzelfde als dat van 2006. (In bijlage C is het daadwerkelijk aantal staandehoudingen en aanhoudingen voor 2007 weergegeven.) Het rijden onder invloed in Nederland wordt al sinds 1973 gemeten (Mathijssen (1991), Noordzij et al (1978), Söder (1989 en 1990)). De volgende figuur geeft een overzicht van het percentage overtreders vanaf het begin van de metingen. Alleen de jaren waarin gemeten is, zijn weergegeven................................ Figuur 3.2 Ontwikkeling overtreders (in %) in de periode 1973-2007 16 14 12 Overtreders (in %) 10 8 6 4 2 0 1973 1975 1977 1979 1981 1983 1985 1987 1989 1991 1993 1995 1997 1999 2001 2003 2005 2007 Jaar Op 1 november 1974 werd de alcohollimiet van 0,5 ingevoerd. Aannemelijk is dat bestuurders in eerste instantie de pakkans hoog inschatten en minder onder invloed van alcohol reden. Het percentage overtreders lag in 1974 op circa 2%. Wellicht dat toen bleek dat de politie maar weinig bestuurders op alcohol controleerde, men weer meer onder invloed van alcohol is gaan rijden. Het aandeel overtreders steeg in 1977 naar 12%. Ook andere wettelijke maatregelen en verbeterde controleprocedures spelen een rol bij de verlaging van het alcoholgebruik in het verkeer. In bijlage F staat een compleet overzicht van alle maatregelen. 25 Rijden onder invloed 1999-2007

Landelijke ontwikkeling in 1999-2007 In tabel 3.1 staan de percentages van de gecontroleerde automobilisten weergegeven, uitgesplitst naar vijf promillageklassen. De laatste rij in de tabel toont het percentage overtreders ( 0,5 ) per jaar. Deze reeks staat in figuur 3.3 afgebeeld................................ Tabel 3.1 Ontwikkeling bestuurders (in %) naar promillageklasse in de periode 1999-2007 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007........................................................................ <0,2 90,3 90,2 90,8 91,1 91,7 92,2 92,8 92,6 92,9 0,2-0,49 5,5 5,4 5,1 4,8 4,6 4,4 4,4 4,4 4,1 0,5-0,79 2,2 2,5 2,3 2,3 2,1 1,8 1,4 1,6 1,6 0,8-1,29 1,3 1,3 1,2 1,3 1,2 1,0 0,8 1,1 1,1 >1,3 0,7 0,6 0,6 0,5 0,5 0,6 0,6 0,4 0,4........................................................................ 0,5 4,2 4,4 4,1 4,1 3,8 3,4 2,8 3,0 3,0............................... Figuur 3.3 Ontwikkeling overtreders (vanaf 0,5 ) in de periode 1999-2007 (in %) 5,0 4,5 4,2 4,4 4,0 4,1 4,1 3,8 Overtreders (in %) 3,5 3,0 2,5 2,0 3,4 2,8 3,0 3,0 1,5 1,0 0,5 0,0 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 J aar De jaren 2002-2005 laten een dalende trend in het percentage overtreders zien. Met 2005 tot 2007 erbij lijkt deze dalende trend wat af te vlakken. De komende metingen zullen uitwijzen of dit daadwerkelijk het geval is. In bijlage B staat meer uitleg over de statistische analyse van de tijdreeks. 26 Rijden onder invloed 1999-2007

In figuur 3.4 staan de vier promillageklassen vanaf 0,2 afgebeeld................................ Figuur 3.4 Ontwikkeling bestuurders (in %) naar vier promillageklassen (alleen 0,20 ) in de periode 1999-2007 Bestuurders per promilage-klasse (in %) 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 0,0 0,2-0,49 0,5-0,79 0,8-1,29 >1,3 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 J aar Er zijn geen significante verschillen geconstateerd tussen de jaren 2007 en 2006. De reeks 1999 tot en met 2007 vertoont voor alle promillageklassen een trendmatige daling. Het duidelijkst is dit te zien bij de klasse 0,2-0,49. Het aandeel overtreders in deze klasse is gedaald van 4,4% in 2006 naar 4,1% in 2007. Significant is deze daling echter niet. In de andere klassen is het percentage bestuurders nagenoeg hetzelfde gebleven. Het aandeel overtreders met een promillage 1,3 (zware drinkers) is net als in 2006 0,4%. Aangezien deze groep vanwege het veel hogere ongevalsrisico verantwoordelijk is voor een onevenredig groot deel van de alcoholgerelateerde ongevallen, blijft het van belang om de omvang van deze groep te verkleinen. 27 Rijden onder invloed 1999-2007

Ontwikkeling naar hoofdregio en provincie In de onderstaande tabel staat het percentage overtreders per hoofdregio en per provincie................................ Tabel 3.2 Overtreders (in %) naar hoofdregio en provincie in de periode 2002-2007 2002 2003 2004 2005 2006 2007........................................................ Hoofdregio Noord-Nederland Groningen 2,3 2,1 1,8 1,5 1,5 1,3 Friesland 2,7 2,8 2,4 1,8 2,4 1,6 Drenthe 1,6 1,2 1,9 1,1 1,4 1,5 Totaal Noord 2,2 2,1 2,0 1,5 1,8 1,4........................................................ Hoofdregio Oost-Nederland Overijssel 3,3 2,8 1,8 1,7 1,7 2,8 Flevoland 4,6 4,4 3,1 3,4 2,4 2,8 Gelderland 2,8 2,7 2,6 1,9 2,0 1,9 Totaal Oost 3,2 2,9 2,4 2,0 2,0 2,3........................................................ Hoofdregio West-Nederland Utrecht 3,5 3,2 2,7 2,6 2,2 2,5 Noord-Holland 4,9 4,7 3,9 3,1 3,1 4,0 Zuid-Holland 5,0 4,8 4,7 3,7 4,5 4,3 Zeeland 3,8 2,5 2,5 1,7 2,6 1,7 Totaal West 4,7 4,4 4,0 3,3 3,6 3,8........................................................ Hoofdregio Zuid-Nederland Noord-Brabant 5,1 4,1 4,1 3,9 4,1 3,3 Limburg 3,8 3,3 2,7 2,0 1,8 2,3 Totaal Zuid 4,7 3,8 3,7 3,3 3,4 3,0........................................................ Totaal Nederland 4,1 3,8 3,4 2,8 3,0 3,0 Evenals in 2006 heeft in 2007 de hoofdregio West-Nederland het hoogste percentage overtreders, namelijk 3,8%. De regio met het laagste percentage is Noord-Nederland (1,4% van de bestuurders is in overtreding), net als in alle voorgaande jaren. De provincie met het hoogste percentage overtreders is Zuid-Holland (4,3%). Als tweede volgt Noord-Holland met 4,0%. In de provincie Groningen is het percentage overtreders het laagst (1,3%), gevolgd door Drenthe (1,5%). In bijlage G staat een uitgebreide tabel naar vijf promillageklassen per hoofdregio en provincie. 28 Rijden onder invloed 1999-2007

Ontwikkeling naar politieregio Deze paragraaf behandelt de verdeling over de 25 politieregio s. In tabel 3.3 (zie volgende pagina) staat het percentage overtreders naar politieregio in de afgelopen zes jaar 9. 9 De onderstreepte waarden in de tabel geven aan dat minimaal 50% van de waarden is aangevuld, omdat in deze regio alcoholcontroles niet zijn uitgevoerd. Het is moeilijker over deze regio s een betrouwbare uitspraak te doen. Verder kon de politieregio Zaanstreek-Waterland niet volledig aangevuld worden in verband met het ontbreken van een deel van de gegevens over de meting in Purmerend van 2006. Voor de politieregio Kennemerland ontbraken in 2006 een deel van de gegevens van Haarlem. Aangezien Haarlem niet aangevuld hoefde te worden in 2007 kunnen de cijfers voor 2007 als betrouwbaar worden aangemerkt. Bij de vergelijking tussen 2006 en 2007 voor de politieregio Kennemerland is echter, evenals voor de regio Zaanstreek-Waterland, enige voorzichtigheid geboden. 29 Rijden onder invloed 1999-2007

............................... Tabel 3.3 Ontwikkeling overtreders (in %) naar politieregio in de periode 2002-2007 2002 2003 2004 2005 2006 2007.................................................................... Groningen 2,3 2,1 1,8 1,5 1,5 1,3 Friesland 2,7 2,8 2,4 1,8 2,4 1,6 Drenthe 1,6 1,2 1,9 1,1 1,4 1,5 IJsselland 2,0 1,8 1,5 1,2 2,1 1,8 Twente 4,3 3,6 2,1 2,1 1,4 3,7 Noord- en Oost- Gelderland 2,6 2,9 2,2 1,4 2,0 1,7 Gelderland-Midden 3,0 3,0 3,2 2,7 1,9 2,3 Gelderland-Zuid 2,9 2,0 2,5 1,8 2,2 1,6 Utrecht 3,5 3,2 2,7 2,6 2,2 2,5 Noord-Holland-Noord 4,2 4,5 4,0 3,8 2,8 4,0 Zaanstreek-Waterland 3,8 3,1 4,8 1,5 1,7 3,1 Kennermerland 5,0 6,0 4,2 3,9 4,3 2,6 Amsterdam-Amstelland 5,3 4,4 3,3 2,8 3,1 4,9 Gooi en Vechtstreek 7,0 5,9 4,4 3,2 4,1 4,1 Haaglanden 4,4 5,0 3,4 3,7 3,7 3,6 Hollands-Midden 4,8 3,3 4,0 2,7 4,0 4,3 Rotterdam-Rijnmond 6,3 6,3 6,3 4,8 5,4-10 Zuid-Holland-Zuid 3,5 2,9 4,3 2,6 4,2 2,7 Zeeland 3,8 2,5 2,5 1,7 2,6 1,7 Midden- en West- Brabant 4,6 4,3 5,1 5,8 5,2 4,4 Brabant-Noord 4,1 3,6 2,9 1,7 2,7 2,3 Brabant-Zuid-Oost 6,6 4,2 3,7 3,2 3,7 2,8 Limburg-Noord 2,3 2,2 1,6 1,4 1,9 1,8 Limburg-Zuid 5,1 4,3 3,6 2,6 1,8 2,7 Flevoland 4,6 4,4 3,1 3,4 2,4 2,8.................................................................... Totaal Nederland 4,1 3,8 3,4 2,8 3,0 3,0 De politieregio met het het hoogste percentage overtreders is Amsterdam-Amstellland (4,9%), terwijl Groningen het laagste aandeel overtreders heeft (1,3%). In bijlage H staat een tabel naar vijf promillageklassen per politieregio. 10 In Rotterdam-Rijnmond zijn de controles in 2007 niet doorgegaan. 30 Rijden onder invloed 1999-2007

Ontwikkeling naar geslacht en leeftijd Tijdens de alcoholcontroles op straat zijn het geslacht en de leeftijd van iedere gecontroleerde bestuurder vastgelegd. Het merendeel van de gecontroleerde bestuurders is van het mannelijk geslacht (69%). Bovendien bestaat de groep overtreders ook voor een grote meerderheid uit mannen (circa 82% in 2007). Het percentage van de mannelijke bestuurders dat in overtreding is, is in 2007 3,6%, terwijl dat onder vrouwelijke bestuurders 1,8% is 11. Er zijn geen significante veranderingen in 2007 ten opzichte van 2006 geconstateerd. In figuur 3.5 staat het percentage overtreders voor de periode 1999-2007 uitgesplitst naar geslacht................................ Figuur 3.5 Ontwikkeling overtreders (in %) naar geslacht in de periode 1999-2007 Overtreders (in %) 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 4,8 2,6 5,2 2,2 4,9 2,1 4,8 2,3 4,4 2,0 4,1 3,3 1,6 1,7 Man Vrouw 3,5 3,6 1,8 1,8 1,0 0,0 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 J aar Binnen de twee groepen is gekeken naar de vier leeftijdscategorieën (zie tabel 3.4) 12 : 18 tot en met 24 jaar; 25 tot en met 34 jaar; 35 tot en met 49 jaar; 50 jaar en ouder. 11 In 2007 is van 123 bestuurders het geslacht niet geregistreerd. Dit resulteert in een N van 28.721. 12 In 2007 is van 111 bestuurders de leeftijd niet geregisteerd. Dit resulteert in een N van 28.733. 31 Rijden onder invloed 1999-2007

In tabel 3.4 staat het percentage overtreders naar geslacht en naar leeftijd................................ Tabel 3.4 Ontwikkeling overtreders (in %) naar geslacht en leeftijd in de periode 1999-2007 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007.................................................................... Mannen 18 24 jaar 3,9 4,1 3,6 3,8 3,1 2,7 2,4 2,6 2,8 25 34 jaar 5,0 5,8 5,2 5,0 5,0 4,9 4,0 4,1 3,7 35 49 jaar 5,6 5,6 5,9 5,8 5,2 5,0 3,7 3,9 4,5 50 jaar en ouder 4,3 4,8 4,4 4,3 4,1 3,4 2,9 3,1 2,9 Totaal 4,8 5,2 4,9 4,8 4,4 4,1 3,3 3,5 3,6................................................................... Vrouwen 18 24 jaar 1,0 0,7 0,9 0,6 0,8 1,0 1,0 0,8 1,1 25 34 jaar 2,7 1,3 2,1 2,3 2,1 1,6 1,6 1,7 2,1 35 49 jaar 3,0 3,9 3,0 3,4 3,0 2,1 2,2 2,7 2,0 50 jaar en ouder 3,8 2,7 1,7 2,4 1,5 1,5 1,5 1,5 1,9 Totaal 2,6 2,2 2,1 2,3 2,0 1,6 1,7 1,8 1,8 32 Rijden onder invloed 1999-2007

............................... Figuur 3.6 Ontwikkeling mannelijke overtreders (in %) naar leeftijd in de periode 1999-2007 De volgende twee figuren zetten het percentage overtreders af tegen geslacht en leeftijd. Figuur 3.6 toont de mannelijke overtreders, figuur 3.7 betreft de vrouwelijke overtreders. 7,0 6,0 18 24 jaar 25 34 jaar 35 49 jaar 50 jaar en ouder Overtreders (in %) 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0............................... Figuur 3.7 Ontwikkeling vrouwelijke overtreders (in %) naar leeftijd in de periode 1999-2007 0,0 7,0 6,0 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 J aar 18 24 jaar 25 34 jaar 35 49 jaar 50 jaar en ouder Overtreders (in %) 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 0,0 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 Jaar Anders dan in 2006 heeft in 2007 de leeftijdscategorie 35-49 jaar bij de mannen het hoogste percentage overtreders (4,5% van de bestuurders uit deze groep was in 2007 in overtreding). In 2006 kwam het hoogste percentage overtreders nog uit de leeftijdscategorie 25-34 jaar. Bij vrouwen is juist het percentage overtreders uit de leeftijdscategorie 35-49 gedaald. In 2007 zijn er zowel bij de mannen als bij de vrouwen geen significante wijzigingen ten opzichte van 2006 geconstateerd. In bijlage I staat een tabel met daarin het geslacht en leeftijd, uitgezet naar de vijf promillageklassen. 33 Rijden onder invloed 1999-2007

Ontwikkeling naar dag en tijdstip De alcoholcontroles vinden zowel vrijdag- als zaterdagnacht plaats. De onderstaande figuur geeft het percentage overtreders, uitgesplitst naar dag weer 13................................ Figuur 3.8 Ontwikkeling overtreders (in %) naar dag in de periode 1999-2007 Overtreders (in %) 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 4,8 5,1 3,6 3,6 4,3 4,3 3,9 3,9 4,2 3,3 Vrijdag Zaterdag 3,7 3,5 3,6 3,5 3,1 2,3 2,4 2,6 1,0 0,0 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 J aar Voor alle jaren geldt dat het aandeel overtreders op vrijdag het hoogst is. De laatste jaren ligt het percentage overtreders op vrijdag rond de 3,5%. In 2007 was het percentage overtreders op zaterdag 2,6%. Ook is er een onderscheid gemaakt naar het tijdstip van de controle. Er zijn drie tijdsperioden: 22:00-00:00u; 00:00-02:00u; 02:00-04:00u................................ Tabel 3.5 Ontwikkeling overtreders (in %) naar tijd in de periode 1999-2007 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007.................................................................. 22:00-00:00u 2,3 2,5 2,2 2,5 2,1 2,1 1,6 1,8 1,7 00:00-02:00u 4,4 4,7 4,5 4,3 4,2 3,9 3,4 3,3 3,4 02:00-04:00u 8,7 8,4 8,0 7,6 7,2 5,9 5,4 6,2 6,1 13 De weging naar vrijdag en zaterdag, zoals besproken in 1.2.5 is niet toegepast op deze verdeling. Aangezien het juist gaat om het verschil tussen vrijdag en zaterdag is het weekendgemiddelde in deze analyse niet bruikbaar. 34 Rijden onder invloed 1999-2007

............................... Figuur 3.9 Ontwikkeling overtreders (in %) naar tijd in de periode 1999-2007 Overtreders (in %) 10,0 9,0 8,0 7,0 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 0,0 22:00-00:00u 00:00-02:00u 02:00-04:00u 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 J aar Net als alle voorgaande jaren is het percentage overtreders tussen 02:00-04:00u s nachts het hoogst 14. Tussen 22:00-00:00u is het percentage overtreders het laagst. Gedurende de jaren 1999-2007 is de daling van het percentage overtreders tussen 02:00-04:00u relatief sterker dan in de andere tijdsperiodes. De wijzigingen in 2007 zijn niet significant ten opzichte van 2006. 14 Hierbij moet worden opgemerkt dat het verkeersaanbod lager is dan gemiddeld en dus vrijwel iedere bestuurder staande wordt gehouden. Dit verhoogt de pakkans (zie bijlage A, paragraaf 2). 35 Rijden onder invloed 1999-2007

Vervolgens wordt gekeken naar de combinatie van dag en tijd................................ Tabel 3.6 Ontwikkeling overtreders (in %) naar dag en tijd in de periode 1999-2007 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007..................................................................... Vrijdag Tussen 22:00-00:00u 2,3 2,9 2,3 2,5 2,3 2,1 2,0 2,1 1,9 Tussen 00:00-02:00u 5,6 5,5 4,3 4,8 4,9 4,6 4,4 3,8 3,8 Tussen 02:00-04:00u 10,2 10,6 9,5 8,8 8,3 7,0 6,1 8,3 7,3 Zaterdag Tussen 22:00-00:00u 2,6 2,2 2,1 2,6 2,0 2,2 1,3 1,6 1,6 Tussen 00:00-02:00u 3,0 3,9 4,7 3,8 3,5 3,1 2,3 2,9 2,9 Tussen 02:00-04:00u 7,1 6,2 6,5 6,3 5,9 4,8 5,0 4,0 4,8 Het aandeel overtreders is in 2007 op vrijdag tussen 02:00-04:00u het grootst (7,3%). Op zaterdag is het percentage overtreders op hetzelfde tijdstip een stuk lager (4,8%). Het percentage overtreders is op beide dagen tussen 22.00-00.00u het laagst. 36 Rijden onder invloed 1999-2007

Ontwikkeling naar herkomst De onderstaande tabel geeft de gelegenheden weer, waar overtreders alcohol gedronken hebben 15................................ Tabel 3.7 Gelegenheid (in %) waar overtreders alcohol gedronken hebben in de periode 2002-2007 De percentages die de tabel toont, geven de verdeling over de verschillende mogelijkheden weer, en niet het percentage overtreders zoals in de voorgaande paragrafen het geval is. 2002 2003 2004 2005 2006 2007................................................................... In cafe, bar, restaurant of disco 53 55 50 52 55 58 Bij vrienden, kennissen of familie 23 19 25 25 21 18 Thuis 9 9 10 10 11 10 In sportkantine of clubhuis 6 8 5 5 6 5 Op het werk 6 5 6 6 4 5 Elders 3 4 4 2 3 4 Over de jaren heen is de verhouding tussen de diverse mogelijkheden van herkomst ongeveer gelijk gebleven. Al jaren komt ongeveer de helft van de overtreders uit een horecagelegenheid (in 2007: 58%). Daarnaast heeft in 2007 18% van de overtreders bij vrienden, kennissen of familie alcohol genuttigd. 11% heeft de alcohol thuis gedronken. Vervolgens wordt bekeken in hoeverre er verschillen zijn tussen de regio s wat betreft de gelegenheid waar alcohol gedronken wordt. In tabel 3.8 is dit voor de hele periode van 2002 tot en met 2007 weergegeven 16................................ Tabel 3.8 Gelegenheid (in %) waar overtreders alcohol gedronken hebben naar hoofdregio (in de hele periode 2002-2007) Noord Oost West Zuid Totaal.................................................................... In cafe, bar, restaurant of disco 49 48 55 57 54 Bij vrienden, kennissen of familie 20 26 22 19 22 Thuis 13 11 9 9 10 In sportkantine of clubhuis 8 6 5 8 6 Op het werk 9 6 6 4 5 Elders 1 3 3 3 3 15 In 2007 was van 101 overtreders de herkomst niet bekend. Dit resulteert in een N van 28.745. 16 Uitsplitsing naar afzonderlijk jaar is vanwege het geringe aantal waarnemingen niet mogelijk. Vandaar dat de waarnemingen voor de jaren 2002-2007 samen zijn genomen. 37 Rijden onder invloed 1999-2007

In het zuiden en westen van het land drinken de overtreders de alcohol relatief vaker in de horeca (gemiddeld 55% in west en zuid, tegen ongeveer 48% in noord en oost). Overtreders uit het oosten van het land nuttigen de alcohol juist relatief vaker bij vrienden, kennissen of familie. 38 Rijden onder invloed 1999-2007

Ontwikkeling naar gemeentegrootte Als laatste wordt de ontwikkeling naar gemeentegrootte 17 behandeld. Er worden drie categorieën onderscheiden: Minder dan 50.000 inwoners; Tussen 50.000 en 100.000 inwoners; Meer dan 100.000 inwoners................................ Tabel 3.9 Ontwikkeling overtreders (in %) naar gemeentegrootte in de periode 1999-2007 In de volgende tabel staan de overtreders naar gemeentegrootte weergegeven. 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007..................................................................... Minder dan 50.000 inwoners 3,3 3,4 3,2 3,3 2,7 2,5 2,0 2,9 2,5 50.000-100.000 inwoners 4,0 3,8 4,0 3,9 3,5 2,9 2,8 2,6 2,7 Meer dan 100.000 inwoners 5,0 5,5 4,9 4,9 4,7 4,4 3,5 3,3 3,7 Net als in de voorgaande jaren is in 2007 het percentage overtreders het hoogst in de grootste gemeenten. In 2006 was sprake van een sterke stijging van het percentage overtreders in de kleinste gemeenten. In 2007 is dit percentage weer gedaald. Significant zijn de verschillen tussen 2006 en 2007 echter niet. 17 De cijfers in deze paragraaf zeggen niets over de woonplaats van de overtreders, maar laten zien in welke gemeentegrootte de alcoholcontrole is gehouden. 39 Rijden onder invloed 1999-2007

40 Rijden onder invloed 1999-2007

4. Ontwikkeling beginnende en ervaren bestuurders............................................................................... Inleiding In dit hoofdstuk worden de resultaten van de groep beginnende en ervaren bestuurders besproken. De resultaten in dit hoofdstuk zijn niet vergelijkbaar met de resultaten uit hoofdstuk 3. In hoofdstuk 3 is een bestuurder als overtreder aangemerkt als de BAG-waarde hoger dan 0,5 promille was, ongeacht of het een beginnend of ervaren bestuurder betrof. In hoofdstuk 4 is expliciet een onderscheid gemaakt tussen een beginnende bestuurder en een ervaren bestuurder. Het percentage overtreders beginnende bestuurder is niet vergelijkbaar met het cijfer uit 2006, omdat toen een andere berekeningsmethode is gebruikt 18. Overtreder beginnende bestuurder Een beginnende bestuurder die bij een blaastest op straat de geldende alcohollimiet van 0,20 overschrijdt. Overtreder ervaren bestuurder Een ervaren bestuurder die bij een blaastest op straat de geldende alcohollimiet van 0,50 overschrijdt. Percentage overtreders beginnende bestuurder Het percentage beginnende bestuurders met een uitslag vanaf 0,20 ten opzichte van het totale aantal gecontroleerde beginnende bestuurders. Percentage overtreders ervaren bestuurder Het percentage ervaren bestuurders met een uitslag vanaf 0,50 ten opzichte van het totale aantal gecontroleerde ervaren bestuurders. Van de 28.844 bestuurders uit het onderzoek is van 5.180 niet genoteerd of het om een beginnende of ervaren bestuurder gaat. Op basis van de leeftijdsverdeling hebben deze 5.180 willekeurig een waarde voor deze variabele toegewezen gekregen (zie bijlage A, paragraaf 4 voor verdere uitleg). Uiteindelijk waren er na toewijzing in 2007 6.159 beginnende bestuurders en 22.685 ervaren bestuurders. 18 In 2006 was alleen van de overtreders ( 0,20 ) bekend of het een beginnend of ervaren bestuurder betrof. Vandaar dat destijds het percentage overtreders beginnend bestuurder is berekend door het totaal aantal overtreders beginnende bestuurders te delen door het totaal aantal gecontroleerde bestuurders. 41 Rijden onder invloed 1999-2007

Van 3 bestuurders kon niet bepaald worden of het een ervaren of een beginnend bestuurder betrof................................ Figuur 4.1 Onderscheid beginnende bestuurders en ervaren bestuurders In onderstaand figuur staat afgebeeld wat in dit hoofdstuk besproken wordt. Verlaging van de alcohollimiet Onder minister Peijs van Verkeer en Waterstaat is per 1 januari 2006 een wetsvoorstel van kracht geworden, waarbij het wettelijk toegestane alcoholpromillage voor beginnende bestuurders is verlaagd naar 0,2 promille. Internationale resultaten van verlaging alcohollimiet Een verlaging van de wettelijke alcohollimiet voor beginnende bestuurders is al eerder ingevoerd in een aantal staten van Noord- Amerika, in Australië en Oostenrijk. De verlaging lijkt een positief effect te hebben op de verkeersveiligheid. In Oostenrijk bijvoorbeeld is het aantal ernstige ongevallen waar beginnende automobilisten bij betrokken zijn in een periode van 5 jaar, gedaald met bijna 17% (Bartl et al (1997)). Ongevalsrisico voor beginnende bestuurders Onderzoek heeft aangetoond dat beginnende bestuurders relatief gezien vaker bij een alcoholongeval betrokken zijn dan de meer ervaren bestuurders. De beginnende bestuurder is een bestuurder, die korter dan vijf jaar een rijbewijs in bezit heeft. Een verklaring voor de grote betrokkenheid bij ongevallen is volgens de SWOV (Hurst et al (1994), Krüger et al (1995)) in de eerste plaats vanwege het gebrek aan ervaring als bestuurder (ook in nuchtere toestand). Ten tweede reageren jongeren (de grootste groep beginnende bestuurders) door hun (nog) lage tolerantie voor alcohol heftiger hierop dan ouderen. Het is ook mogelijk dat drugs een rol spelen, maar hierover is onvoldoende 42 Rijden onder invloed 1999-2007