Voorwoord 4. Inleiding 7. Toerisme internationaal, in Europa en Vlaanderen 9. 1. Internationale context 10



Vergelijkbare documenten
Voorwoord 4. Inleiding 7. Toerisme internationaal, in Europa en Vlaanderen Internationale context 10

toerisme vlaanderen Toerisme in Kerncijfers 2010

Toerisme in Vlaanderen

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-juni

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-september

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-juli

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-augustus

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-april

Voorwoord 4. Inleiding 7. Internationale context 9. Verblijfstoerisme in Vlaanderen De lange termijn trends De voornaamste trends 17

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Bron: Cijfers FOD Economie-ADSEI 2015: definitieve cijfers 2016: voorlopige (!

TOERISTISCHE AANKOMSTEN EN OVERNACHTINGEN IN 2010

Toerisme Vlaanderen i.s.m. Kennisbeheer. Foto s. Inlichtingen. Toerisme in cijfers online. Verantwoordelijke uitgever

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-september

De positie van de Vlaamse kust op de Belgische reismarkt

Nederlander minder op vakantie in 2010

Hotels - cijfermatige trends (tot 2013)

Toerisme in Kerncijfers editie 2015

Verblijfstoerisme Oost-Vlaanderen Analyse aankomsten en overnachtingen

Voorwoord 4. Inleiding 7. Internationale context 9. Verblijfstoerisme in Vlaanderen De langetermijntrends 14

Verblijfstoerisme Oost-Vlaanderen 2017 Analyse aankomsten en overnachtingen

Toerisme in Kerncijfers editie 2016

Toerisme in Kerncijfers editie 2013

TOERISME IN KERNCIJFERS editie 2018

Verblijfstoerisme Oost-Vlaanderen 2016

Aankomsten en overnachtingen

Toerisme in perspectief

Staten Generaal 2013 Kennisintro

Aankomsten en overnachtingen

Cijfermatige trends in de hotelsector

TRENDRAPPORT KUST

Toerisme in perspectief

Toerisme in cijfers Tourism in figures aantal overnachtingen naar verblijfsmotief 2013 number of overnight stays by motive of stay 2013

Toerisme in perspectief

Toerisme in cijfers 2011

TOERISME IN KERNCIJFERS editie 2017

Verblijfstoerisme Oost-Vlaanderen 2015

Toerisme in cijfers 2011

Toerisme in Cijfers Tourism in Figures. Aantal aankomsten per maand, 2016 Number of arrivals by month, 2016

Toerisme in Kerncijfers editie 2014

TRENDRAPPORT KUST

Toerisme in perspectief. NBTC Holland Marketing Afdeling Onderzoek

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen (voorlopige cijfers)

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

Wie is de Vlaamse toerist? Zeeuwse ondernemers in Gent, 21 april 2015

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-oktober

Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-mei

Toerisme in perspectief. NBTC Holland Marketing Afdeling Research

Toerisme in perspectief. NBTC Holland Marketing Afdeling Research

N B T C A F D E L I N G R E S E A R CH M A A R T TOERISME IN PERSPECTIEF

67,3% van de jarigen aan het werk

Hotels en gelijkgestelde inrichtingen

Aanleiding & doelstelling

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

Werkloosheid in de Europese Unie

De arbeidsmarkt in februari 2015

De Nederlandse vakantiemarkt Trends & verwachting. Vakantiebeurs 12 januari 2016 Ad Schalekamp & Kees van der Most

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17

Toerisme in perspectief. NBTC Holland Marketing Afdeling Research

De arbeidsmarkt in april 2015

Ondanks crisis toch toename van aantal vakanties

De buitenlandse handel van België

Toerisme Reisonderzoek

Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14. Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie

toerisme in cijfers tourism in figures 2010

VERBLIJFSTOERISME TOERISTISCHE GASTEN IN WEST-BRABANT

Regionale verdeling van de vastgoedactiviteit

De arbeidsmarkt in maart 2015

Toerisme in perspectief. NBTC Holland Marketing Afdeling Research

Collectieve logiesverstrekkende bedrijven 2 GEWESTEN BRUSSEL HOOFDSTEDELIJK GEWEST Kerncijfers

De arbeidsmarkt in augustus 2015

toerisme in cijfers tourism in figures 2011

Vakanties van Nederlanders,

Belgische kledingsector : redelijk goed klimaat in 2007 maar dreigende onweerswolken in 2008

Bedrijfsvoering Dienst Communicatie

Toerisme in cijfers Tourism in figures 2013

toerisme in cijfers tourism in figures aantal aankomsten naar logiesvorm 2011 number of arrivals by type of accommodation 2011

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

40 jaar reisgedrag van de Belgen

De positie van de autocar op de Belgische reismarkt

N B T C A F D E L I N G R E S E A R CH N O V E M B E R TOERISME IN PERSPECTIEF

De arbeidsmarkt in mei 2015

Toerisme in cijfers Tourism in figures XL

Toerisme in perspectief Juli NBTC Holland Marketing Intell & Insights

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB).

TRENDRAPPORT DE PANNE

Toerisme in perspectief. NBTC Holland Marketing Afdeling Research

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 25 september 2006 (27.09) (OR. fr) 13098/06 ADD 1 ELARG 113 ACCTR 17

De arbeidsmarkt in juni 2015

De buitenlandse handel van België

De arbeidsmarkt in oktober 2014

De arbeidsmarkt in november 2015

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Vakantiegedrag. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van jou verwacht? Factoren die van invloed zijn op vakantiegedrag. Wat is vakantiegedrag?

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken

nr. 571 van LYDIA PEETERS datum: 18 april 2017 aan JOKE SCHAUVLIEGE Appel- en perenteelt - Interventievergoedingen

Kortcyclische arbeid, Op de teller!

Toerisme in Caribisch Nederland 2016

De arbeidsmarkt in december 2014

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten

TOERISME EN RECREATIE ALGEMEEN

Transcriptie:

toerisme in cijfers 28

toerisme in cijfers g 28

Voorwoord 4 Inleiding 7 Toerisme internationaal, in Europa en Vlaanderen 9 1. Internationale context 1 2. Economische situatie en vakantiegedrag buurlanden 12 2.1 De Duitse markt 12 2.2 De Britse markt 13 2.3 De Franse markt 16 2.4 De Nederlandse markt 19 3. Economische situatie en vakantiegedrag in Vlaanderen 23 3.1 Economische situatie in België 23 3.2 Het vakantiegedrag in Vlaanderen 23 3.3 De lange vakanties van de Vlamingen 24 3.4 De korte vakanties van de Vlamingen 27 Verblijfstoerisme in Vlaanderen 24-28 beschrijvend overzicht 31 1. De voornaamste trends 32 2. De binnenlandse markt 34 3. De buitenlandse markt 36 4. De belangrijkste buitenlandse markten 38 5. De voornaamste trends naar motief 41 6. Kust, kunststeden, Vlaamse regio s 44 7. De voornaamste trends naar logiesvorm 45 8. Het logiesaanbod 47 2

Verblijfstoerisme in Vlaanderen 24-28 statistisch overzicht 49 Overnachtingen 28 51 Evolutie overnachtingen 24-28 61 Evolutie overnachtingen per marktland 24-28 71 Aankomsten 28 87 Evolutie aankomsten 24-28 97 Evolutie aankomsten per marktland 24-28 17 Logiesaanbod 28 123 Evolutie verhuursector 24-28 127 Overnachtingen naar motief 28 131 Overnachtingen per maand 28 139 Wegwijs 149 Verklaringen van begrippen, werkmethoden en afkortingen 151 Lijst van tabellen 157 Lijst van grafieken en figuren 161 3

Voorwoord Een warm welkom in deze elfde uitgave van ons statistisch jaarboek Toerisme in Cijfers 28. Toerisme Vlaanderen startte deze reeks 1 jaar geleden met als doel het inzicht in en het begrip van de toeristische sector te verbeteren. Ondertussen is de publicatie uitgegroeid tot een vaste waarde die u een klare kijk biedt op de trends van vraag en aanbod in toeristisch Vlaanderen. We kunnen er niet omheen, de financiële crisis heeft lelijk huis gehouden sinds het najaar van 28. Banenverlies, koopkrachtvermindering, stockoverschotten, dalende productie, het zijn allemaal gevolgen van de ergste economische recessie sinds de jaren 3 van de vorige eeuw. Daar waar er tot in de herfst van 28 nog forse groei zichtbaar was in de toerismestromen over de ganse wereld, worden tekenen van verval al zichtbaar tegen eind 28. Het is nu al duidelijk dat quasi alle Europese bestemmingen in 29 sterk negatieve groeicijfers zullen optekenen. Verwacht wordt dat het wereldwijde toerisme in 21 nog niet zal herstellen, maar ook niet verder achteruit zal gaan. Anderzijds kunnen andere externe factoren, zoals een eventuele escalatie van de verspreiding van het Mexicaans griepvirus, ook nog roet in het eten gooien maar deze Toerisme in Cijfers handelt over 28, en toont nog grotendeels positieve resultaten. De dienst Planning & Onderzoek volgt de evoluties op de voet. Hou zeker onze website www.toerismevlaanderen. be/cijfers in het oog voor de recentste gegevens omtrent inkomend en binnenlands toerisme. Op deze website vindt u tevens Toerisme in Cijfers XL. Deze online publicatie gaat in een uitgebreide reeks van ongeveer 75 tabellen dieper in op de aankomst- en overnachtingcijfers. Ondertussen is de invoering van het nieuwe logiesdecreet in Vlaanderen (bijna) een feit. Op 1 januari 21 start het omschakelingsproces dat onder andere de vele gastenkamers en huurvakantiewoningen in Vlaanderen een wettelijke plaats geeft in de 4

kwaliteitszorg van het toeristische logiesproduct. Dit traject is niet zonder gevolg voor de statistiekreeksen van morgen. Onze diensten zullen alles in het werk stellen om deze omschakeling zo vlot mogelijk te laten verlopen, en zullen de beschikbaarheid van betrouwbare evolutiecijfers van het verblijfstoerisme in Vlaanderen trachten te verzekeren. Een woord van dank gaat uit naar de Algemene Directie Statistiek van de Federale Overheidsdienst Economie, waarvan we gegevens kregen die in deze publicatie voor u werden geanalyseerd. Mocht u opmerkingen of aanvullingen hebben, dan bent u welkom bij de dienst Planning & Onderzoek van Toerisme Vlaanderen, waarvan u de coördinaten vindt in de binnenkaft. Peter De Wilde administrateur-generaal Toerisme Vlaanderen 5

Inleiding In Toerisme in Cijfers 28 zetten we voor het elfde jaar op rij de belangrijkste trends en bevindingen voor wat betreft het internationale toerisme en de toerismestromen van, naar en in onze regio op een rijtje. Deze trends zijn gevat in een beschrijvend en cijfermatig onderdeel. De publicatie opent met het beschrijvende luik dat op zijn beurt twee hoofdstukken bevat. Het eerste hoofdstuk geeft een aantal trends weer op internationaal en Europees niveau. Daarnaast komen ook de recente evoluties in het vakantiegedrag aan bod van de voor onze regio belangrijkste marktgebieden. De voornaamste internationale marktgebieden voor onze bestemming zijn de buurlanden: Nederland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. Het binnenland is, wat het volume betreft, de grootste markt voor onze toeristische industrie. Op basis van vakantieonderzoeken, uitgevoerd in de respectievelijke marktgebieden, worden de recente verschuivingen in het vakantiegedrag van de toeristen in kaart gebracht. Daarnaast knopen we terug aan met enkele interessante economische indicatoren over deze markten. Het tweede beschrijvende hoofdstuk geeft aan welke belangrijke trends waargenomen worden in het verblijfstoerisme. Aan de hand van de gegevens, verzameld door de FOD Economie Algemene Directie Statistiek (het voormalige Nationaal Instituut voor de Statistiek), wordt een analyse gemaakt van het commerciële verblijfstoerisme naar herkomstland, bestemmingsregio in ons land, logiesvorm, verblijfsmotief en verblijfsperiode. We bespreken de evoluties van de laatste vijf jaren. Het statistische luik bestaat uit een katern tabellen en een katern grafieken. De voorgestelde informatie heeft telkens betrekking op het commerciële verblijfstoerisme. De Algemene Directie Statistiek registreert in de verschillende soorten commerciële logiesverstrekkende bedrijven het aantal aankomsten en het aantal overnachtingen door toeristen. Het betreft zowel overnachtingen van vakantiegangers als zakenlui. Deze overnachtingen en aankomsten vormen het basisgegeven in de tabellenkatern. Beide gegevens worden voorgesteld voor het meest recente beschikbare jaar (i.c. 28) of voor de periode 24-28. De jaartabellen geven een overzicht naar logiesvorm, de evolutietabellen geven totale overnachtingcijfers (dan wel aankomstcijfers) weer. Qua bestemming zijn tabellen aangemaakt voor België, de drie Gewesten, Vlaanderen (Vlaams + Brussels Gewest), de kust, de kunststeden en de Vlaamse regio s. De kunststeden zijn: Antwerpen, Brugge, Brussel, Gent, Leuven en Mechelen. Qua herkomstlanden werden naast alle EU-landen nog een aantal andere belangrijke marktgebieden waar Toerisme Vlaanderen actief is, opgenomen. De katern met de grafieken heeft betrekking op de overnachtingen van 28. Voor de verschillende bestemmingsregio s wordt per herkomstland zowel het motief van het verblijf nagegaan als de spreiding van het verblijf over het kalenderjaar. Een belangrijk inhoudelijk verschil tussen het tweede beschrijvende hoofdstuk en het statistische luik is, dat in het beschrijvende hoofdstuk alle gegevens in verband met het verblijfstoerisme in ons land (in tekst en tabellen) inclusief commercieel huurlogies aan de kust zijn. Om praktische redenen zijn de verhuurcijfers in het statistische luik niet geïntegreerd op tabelniveau, doch als afzonderlijk deel opgenomen. Vanaf 24 registreert de Algemene Directie Statistiek enkel nog verhuurcijfers van logies aangeboden door verhuurkantoren aan de kust. Hierdoor is er een verschil met de edities van Toerisme in Cijfers van vóór 24. Toen waren ook een beperkt aantal huurvakantieovernachtingen buiten de kust nog opgenomen en een aantal huurvakantiewoningen die niet via verhuurkantoren werd verhuurd. Aan het einde van de publicatie worden een aantal begrippen en werkmethoden nader toegelicht. U vindt er eveneens een lijst met alle voorgestelde tabellen zowel uit het beschrijvende als het statistische luik. Aan de hand van deze lijsten kan de lezer snel navigeren naar het onderdeel dat zijn interesse wegdraagt. Indien u geïnteresseerd bent in meer detailcijfers kan u steeds online terecht op www.toerismevlaanderen.be/ cijfers, in Toerisme in Cijfers XL. U vindt er extra tabellen per verblijfsmotief, verblijfsperiode (qua indicatoren) en ook voor de individuele kunststeden, de provincies en alle Vlaamse toeristische regio s. Veel leesplezier 7

toerisme internationaal, in Europa en Vlaanderen

1. Internationale context Evolutie van het internationale toerisme Jaarlijks schetst de World Tourism Organization (UNWTO) het aantal internationale aankomsten en de ontvangsten uit toerisme. Enkel buitenlandse aankomsten, zowel zakelijke als recreatieve, worden in deze cijfers meegerekend. Het millenniumjaar 2 was een absoluut topjaar. Daarna volgden een aantal jaren van vertraagde groei. Sinds 24 gaat het toerisme wereldwijd weer sterk vooruit. Ook de invloed van de tsunami eind 24, bleef voor het wereldwijde toerisme eerder beperkt. Eind 28 wordt gekenmerkt door de financiële crisis. Deze blijkt zijn effect niet te missen. De cijfers voor het voorjaar laten nog vermoeden dat het een absoluut topjaar zou worden maar de laatste drie maanden worden gekenmerkt door een lager aantal aankomsten dan dezelfde periode het jaar voordien waardoor de groei beperkt blijft tot +2%. Dit resulteert in 922 miljoen buitenlandse aankomsten wereldwijd. In 27 bedroeg de toename nog +7%. De gemiddelde jaarlijkse groei sinds 1995 bedraagt +4%. Een analyse van de cijfers van de crisis maken nu al een aantal trends duidelijk. Er wordt meer gekozen voor nabije bestemmingen. Een tweede vakantie wordt sneller achterwege gelaten. Europa ontvangt veruit de meeste toeristen; 53% van alle aankomsten wereldwijd, met Frankrijk als topbestemming. Het aantal internationale aankomsten in Europa blijft in 28 ongeveer constant. Hiermee scoort Europa het minst goed van alle continenten. West- en Noord-Europa ontvangen zelfs minder toeristen dan in 27. De sterke euro speelt het toerisme naar Europa nog steeds parten. De concurrentie met goedkope buitenlandse bestemmingen wordt hierdoor steeds groter, zowel voor reizigers van buiten als binnen Europa. De ontwikkeling van de low cost vliegreizen heeft het aantal reizen binnen Europa echter doen toenemen. Azië en de Pacific komen op de tweede plaats. Met 184 miljoen aankomsten genereren zij 2% van de aankomsten wereldwijd. De groei blijft er in 28 beperkt tot +1%. Dit is heel wat lager dan de jaren voordien. In 27 bedroeg de groei zelfs nog +1%. Opvallend is dat de vertraging al optreedt voor de crisis. Het gebrek aan low cost vliegtuigmaatschappijen en de stijgende prijzen in de luchtvaart onder invloed van de hoge olieprijzen hebben het reizen binnen Azië al afgeremd voor de crisis. In China, de belangrijkste bestemming in Azië en nummer 4 in de wereld, hebben de Olympische Spelen toeristen eerder tegengehouden om naar het land te reizen, uit schrik voor hoge prijzen en de drukte door het evenement. Binnen deze regio zijn er ook duidelijke verschillen. Het aantal aankomsten in Oceanië gaat achteruit met -1%, terwijl in Zuid-Oosten Zuid-Azië nog een stijging met +3% te noteren valt. Op het Amerikaanse continent, dat wel voordeel haalt uit de sterke euro, gaat het aantal internationale aankomsten vooruit met +3%. Het continent zorgt voor 16% van alle internationale aankomsten wereldwijd. Twee derde hiervan is voor Noord-Amerika. Opvallend is de vooruitgang van Centraal-Amerika, waar het aantal aankomsten in 28 groeit met +7%, al blijft het aantal aankomsten er wel laag, 8 miljoen. Het Midden-Oosten stijgt jaar na jaar sterk. De gemiddelde jaarlijkse groei sinds 1995 bedraagt dan ook +11%. Ook in 28 blijft de groei heel sterk, +17% en lijkt de regio nog geen last te hebben van de crisis. 1

Tabel 1: Internationale aankomsten 199-28 (aantal x 1..) 199 1995 26 27 28 % 28 Trend 7-8 GJG 95-8 Afrika 15 2 41 45 47 5% +3% +7% Noord-, Midden- en Zuid-Amerika 93 19 136 143 147 16% +3% +2% Azië en Pacific 58 86 167 182 184 2% +1% +6% Europa 281 322 462 487 489 53% +% +3% Midden-Oosten 1 14 41 47 55 6% +17% +11% Wereld 456 55 85 94 922 1% +2% +4% Bron: UNWTO In de tabel van de ontvangsten zijn de bedragen uitgedrukt in dollar en in actuele prijzen. In totaal bedragen de ontvangsten uit het internationaal toerisme in 28 944 miljard dollar of 642 miljard euro. Het internationaal passagierstransport zit hier niet in. Dit genereert ook nog eens 165 miljard dollar. Het aandeel van de verschillende werelddelen is bij de ontvangsten vergelijkbaar met dat bij de aankomsten. Europa haalt net de helft van het totaal binnen. Dit aandeel is iets kleiner dan bij de aankomsten wat er dus op wijst dat de toerist in Europa iets minder heeft gespendeerd dan gemiddeld wereldwijd. Het omgekeerde is waar voor de nummers twee en drie in de lijst, respectievelijk Azië en Pacific en de Amerika s. De twee kleinere spelers, Afrika en het Midden- Oosten, ontvangen dan weer relatief minder gulle toeristen. De top drie van landen met de hoogste ontvangsten is in 28 dezelfde als bij de aankomsten maar in een andere volgorde. De Verenigde Staten ontvangen de meeste inkomsten, gevolgd door Spanje en dan pas Frankrijk. De ontvangsten, uitgedrukt in constante prijzen in dollar, zijn toegenomen met +6%. De invloed van de crisis die ingetreden is eind 28, lijkt dus niet zichtbaar. De verdere verzwakking van de dollar speelt echter een belangrijke rol want wanneer de ontvangsten worden omgerekend naar euro is er zelfs een daling met bijna -1%. Omgerekend naar lokale munten is er een toename van +2%. De twee jaren daarvoor bedroeg de toename in lokale munten telkens meer dan +5%. De bespreking van de evolutie gaat verder in lokale munten en constante prijzen, in vergelijking met de tabel zullen er dus duidelijke verschillen zijn. Europa ziet de inkomsten uit het internationaal toerisme dalen met ongeveer -1% tegenover 27. Binnen Europa is het enkel Centraal- en Oost-Europa dat zijn inkomsten ziet toenemen. In Azië en de Pacific valt er een toename waar te nemen. Deze bedraagt bijna +4%. Dit is wel heel wat minder dan de twee jaren voordien toen het groeiritme telkens rond de +1% lag. In Zuid-Oost-Azië blijft de groei zelfs beperkt tot +1%. Het is de zwakst presterende regio binnen dit werelddeel. De jaren daarvoor kende de regio telkens de sterkste vooruitgang binnen Azië met toenames van +15% en meer. De Amerika s gaan van alle werelddelen het sterkst vooruit: +5%. Toch is ook dit iets minder dan het jaar voorheen. Toen bedroeg de toename +6%. De groei is voornamelijk te wijten aan Noord-Amerika waar de inkomsten gestegen zijn met +7%. Ook Zuid-Amerika kent groei. Centraal-Amerika en de Caraïben zien hun inkomsten dan weer dalen. Net zoals bij de aankomsten zijn in het Midden-Oosten eveneens de inkomsten uit het internationaal toerisme fors toegenomen, met +17%. In Afrika zijn de inkomsten dan weer gedaald met -2%. Dit is de sterkste daling van alle werelddelen. In Noord-Afrika dalen de inkomsten zelfs met -5% tegenover 27. Tabel 2: Internationale ontvangsten 199-28 (in miljard US$) 199 1995 26 27 28 % 28 Trend 7-8 GJG 95-8 Afrika 5 8 24 29 3 3% +4% +11% Noord-, Midden- en Zuid-Amerika 69 1 153 171 188 2% +1% +5% Azië en Pacific 41 77 153 187 28 22% +11% +8% Europa 143 213 378 435 474 5% +9% +6% Midden-Oosten 4 9 27 35 45 5% +3% +13% Wereld 263 47 735 857 944 1% +1% +7% Bron: UNWTO 11

2. Economische situatie en vakantiegedrag buurlanden 2.1 De Duitse markt g Economische situatie in Duitsland Met 82 miljoen inwoners heeft Duitsland het hoogste bevolkingsaantal onder onze buurlanden. Het BBP is in 28 beperkt toegenomen. In vergelijking met Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk doet Duitsland het goed. Per capita is het BBP vergelijkbaar met dat van Frankrijk maar ligt lager dan dat van België en Nederland. De inflatie is in 27 en 28 telkens toegenomen. De inflatie ligt wel lager dan in België, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. De werkloosheid ligt in Duitsland relatief hoog maar sinds 25 is de werkloosheid wel jaarlijks gedaald, ook in 28. g Het vakantiegedrag van de Duitsers De Forschungsgemeinschaft Urlaub und Reisen (FUR) geeft elk jaar in de Reiseanalyse een beschrijving van het reisgedrag van de Duitse bevolking ouder dan 14 jaar. De Duitse korte vakanties (van één tot en met drie overnachtingen) en zakenreizen zijn niet opgenomen in dit onderzoek. Driekwart van de bevolking ouder dan 14 jaar, of ongeveer 49 miljoen Duitsers, onderneemt in 28 minstens één vakantie. De vakantieparticipatie ligt in 28 hoger dan in 27. Het aantal vakanties per Duitse vakantieganger, de frequentie, blijft stabiel in 28. In 27 was er nog een lichte daling. Door de hogere vakantieparticipatie ligt het totale aantal Duitse vakanties (64 miljoen) opnieuw hoger dan het jaar voordien. Dat aantal ligt wel nog lager dan in 26. Voor het eerst sinds 24 is het aantal buitenlandse vakanties opnieuw toegenomen. In het binnenland worden 2 miljoen vakanties doorgebracht, dit is een kleine stijging ten opzichte van 27. Tabel 3: Evolutie van een aantal economische indicatoren voor Duitsland 24-28 en BBP 28 24 25 26 27 28 Populatie (x 1.) 82.532 82.51 82.438 82.315 82.218 Evolutie BBP 1 +1,2% +,8% +3,% +2,5% +1,3% Werkloosheidsgraad 9,8% 1,7% 9,8% 8,4% 7,3% Inflatie +1,8% +1,9% +1,8% +2,3% +2,8% Bron: Eurostat 1 op basis van constante prijzen BBP (miljoen euro) BBP per capita (euro) België 344.26 32.269 Duitsland 2.491.4 3.32 Frankrijk 1.95.85 3.588 Nederland 594.68 36.245 Verenigd Koninkrijk 1.816.86 29.686 12

Tabel 4: Vakantieparticipatie van de Duitsers 26-28 (vakanties) 26 27 28 Participatie 74,7% 74,8% 76,2% Frequentie 1,33 1,3 1,3 Aantal vakanties (mln) 64,4 62,9 64, Aantal binnenlandse vakanties (mln) 2,7 19,8 2, Aantal buitenlandse vakanties (mln) 43,8 43,1 44, Bron: FUR Van de Duitse vakantiegangers gaat ongeveer één op drie in eigen land op reis, een ander derde gaat richting Middellandse Zee en de andere bestemmingen moeten het doen met het overige derde. De favoriete buitenlandse vakantiebestemming van de Duitsers is Spanje: bijna een vijfde van de buitenlandse vakanties gaat in die richting. Spanje stabiliseert in 28 na de grote terugval het jaar voordien. Ook Italië stagneert en blijft, zij het nipt, de tweede vakantiebestemming van de Duitsers. Turkije blijft sterk groeien en heeft Italië bijna ingehaald. Ook Frankrijk en Oostenrijk mochten in 28 meer Duitsers ontvangen. Griekenland en de Noordse landen verliezen sterk. In Griekenland gaat het zelfs over een daling van bijna een kwart Duitse vakanties. België heeft een aandeel van,4%, wat neerkomt op naar schatting 27. Duitse reizen van 4 of meer nachten. Voor 58% van de buitenlandse reizen maken de Duitsers gebruik van reisbemiddeling. De keuze voor package tours en andere reizen geboekt bij een reisagent blijft enigszins stabiel de laatste drie jaar. Voor een binnenlandse reis wordt slechts in 22% van de gevallen beroep gedaan op reisbemiddeling. Gemiddeld besteden de Duitsers 974 euro op vakantie. Rekening houdend met de inflatie is dit bijna even veel als in 27 (977 euro), maar wel 62 euro minder dan in 26. De gemiddelde verblijfsduur van de Duitsers schommelt al een aantal jaren rond 12,5 nachten, ook in 28 is dit niet anders. Tabel 6: Kenmerken van de buitenlandse vakanties van de Duitsers 26-28 26 27 28 Transportmiddel Wagen/Mobilhome/Caravan 33,1% 34,6% 34,5% Vliegtuig 54,3% 52,7% 52,4% Bus 9,% 8,5% 8,6% Trein 1,4% 1,7% 1,7% Andere 2,2% 2,5% 2,8% Reisbemiddeling Met reisbemiddeling 58% 57% 58% Tabel 5: Buitenlandse vakanties van de Duitsers 26-28 (aantal x 1..) 26 27 28 % 28 Trend 7-8 Spanje 9, 8,2 8,3 18,8% +1,% Italië 4,7 4,6 4,6 1,5% +,4% Zonder reisbemiddeling 42% 43% 42% Bestedingen (pp/per vakantie) Per persoon in euro 988 95 974 Reisduur (gemiddeld) Aantal nachten 12,7 12,5 12,5 Bron: FUR Turkije 3,7 3,8 4,5 1,2% +16,8% Oostenrijk 3,7 3,7 4, 9,% +6,9% Noordse landen* 2,1 2,2 2, 4,5% -9,9% Frankrijk 1,7 1,7 1,8 4,1% +5,5% Griekenland 2, 2,3 1,7 3,9% -23,7% Andere 16,9 16,7 17,2 39,1% +3,3% Totaal buitenland 43,7 43,1 44, 1% +2,% Bron: FUR *Noorwegen, Finland, Zweden, Denemarken Het vliegtuig wordt door meer dan de helft van de Duitsers gekozen als transportmiddel voor buitenlandse vakanties. Na de daling in 27 gaat het aandeel van het vliegtuig in 28 nog eens beperkt achteruit. Het aandeel was nochtans al jaar na jaar toegenomen tot 26. Het aandeel van de trein, de wagen en de bus blijft ongeveer stabiel in vergelijking met 27. 2.2 De Britse markt g Economische situatie in het Verenigd Koninkrijk Het Verenigd Koninkrijk telt meer dan 61 miljoen inwoners. Het BBP stijgt tot 27 erg goed. In 28 is het groeiritme echter heel wat afgezwakt. Het BBP per capita bedraagt in 28 bijna 3. euro, de laagste waarde onder onze buurlanden. Het zwakke Britse pond speelt hierin een rol. Ook de inflatie ligt in 28 heel wat hoger dan de voorgaande jaren. De werkloosheid lag in 24 het laagst. Daarna zien we een stijging, maar met een werkloosheidsgraad van 5,6% doet het Verenigd Koninkrijk het nog steeds meer dan behoorlijk. 13

Tabel 7: Evolutie van een aantal economische indicatoren voor het Verenigd Koninkrijk 24-28 en BBP 28 24 25 26 27 28 BBP (miljoen euro) BBP per capita (euro) Populatie (x 1.) 59.7 6.6 6.426 6.817 61.176 Evolutie BBP 1 +3,% +2,2% +2,9% +2,6% +,7% Werkloosheidsgraad 4,7% 4,8% 5,4% 5,3% 5,6% Inflatie +1,3% +2,1% +2,3% +2,3% +3,6% Bron: Eurostat 1 op basis van constante prijzen België 344.26 32.269 Duitsland 2.491.4 3.32 Frankrijk 1.95.85 3.588 Nederland 594.68 36.245 Verenigd Koninkrijk 1.816.86 29.686 Bron: Euromonitor g Het vakantiegedrag van de Britten De International Passenger Survey (IPS) onderzoekt jaarlijks het reisgedrag van, naar en in het Verenigd Koninkrijk. Iedereen vanaf 16 jaar komt in aanmerking voor het onderzoek, ongeacht het motief of de lengte van verblijf. Korte verblijven tot en met drie nachten en dagtrips worden in deze survey meegerekend en zowel vakanties, zakenreizen als verblijven bij vrienden en familie komen in aanmerking. In onderstaande tabellen zijn de dagtrips opgenomen in de cijfers met betrekking tot de bezoeken. De overnachtingcijfers sluiten de dagtrips logischerwijze uit. Het aantal Britse buitenlandse bezoeken is in 28 licht afgenomen. Het aantal overnachtingen daarentegen neemt wel toe en ligt op het hoogste peil in jaren. De buitenlandse daguitstappen zijn sterk afgenomen, -18%. Van de 2,1 miljoen daguitstappen gaan er 364. richting België, een forse daling ten opzichte van 27 (-2%). Tabel 8: Buitenlandse bezoeken en overnachtingen van de Britten 26-28 (aantal x 1.) 26 27 28 Trend 7-8 Aantal bezoeken 69.536 69.45 69.11 -,6% Waarvan daguitstappen 2.76 2.632 2.161-17,9% Aantal overnachtingen 71.268 689.643 73.281 +2,% Bron: IPS Het aantal bezoeken binnen Europa is sterker gedaald dan het totale aantal bezoeken. Ze vormen wel nog 8% van alle buitenlandse bezoeken. De verre bestemmingen worden dus populairder. De twee topbestemmingen zijn heel duidelijk afgescheiden van de rest. Het gaat om Spanje en Frankrijk. Spanje kent een status quo terwijl Frankrijk terugvalt naar zijn niveau van 26. Op de derde plaats verdringen de Verenigde Staten Ierland. Het aantal Britse bezoeken aan de Verenigde Staten neemt toe met +2%, terwijl de bezoeken aan Ierland met bijna -7% dalen. Ierland blijft wel vierde voor Italië, waar het aantal Britse bezoeken ook gedaald is. De opvallendste stijgers binnen Europa zijn Turkije en Portugal waar het aantal toeneemt met respectievelijk +26% en +16%. Duitsland kan de groei sinds de Wereldbeker voetbal vasthouden in 27 en 28. Griekenland en Nederland zijn de grootste verliezers met respectievelijk -17% en -1%. Ook België ziet het aantal Britse bezoeken in 28 dalen, met -4% tot 1,8 miljoen. Buiten Europa ontvangt India, na de Verenigde Staten, de meeste Britten, bijna 1 miljoen. Opvallend is dat de twee volgende niet-europese bestemmingen heel sterke groeiers zijn. In Egypte neemt het aantal Britse bezoeken toe met +3% en in de Verenigde Arabische Emiraten met +27%. Canada, dat in 26 nog voor deze landen stond, verliest zo zijn positie van derde niet- Europese bestemming. 14

Tabel 9: Buitenlandse bezoeken van de Britten 26-28 Tabel 1: Buitenlandse overnachtingen van de Britten 26-28 (aantal x 1.) 26 27 28 % 28 Trend 7-8 Spanje 14.428 13.869 13.819 2,% -,4% Frankrijk 1.854 11.21 1.855 15,7% -3,1% Ierse Republiek 4.682 4.25 3.921 5,7% -6,8% Italië 3.38 3.569 3.372 4,9% -5,5% Duitsland 2.698 2.686 2.73 3,9% +,6% Portugal 1.937 2.177 2.531 3,7% +16,3% Griekenland 2.436 2.511 2.96 3,% -16,5% Nederland 2.41 2.239 2.8 2,9% -1,3% Turkije 1.48 1.532 1.936 2,8% +26,4% België 1.815 1.87 1.787 2,6% -4,4% Polen 1.236 1.552 1.578 2,3% +1,7% Overig Europa 7.886 7.777 7.818 11,3% +,5% Europa 55.17 55.188 54.424 78,9% -1,4% Verenigde Staten 3.986 3.923 4.3 5,8% +2,% India 958 972 956 1,4% -1,6% Egypte 694 51 664 1,% +3,2% Verenigde Arabische Emiraten 495 513 651,9% +26,9% Canada 716 664 626,9% -5,7% Australië 593 532 511,7% -3,9% Overige wereld 6.924 7.148 7.176 1,4% +,4% Totaal 69.536 69.45 69.11 1% -,6% Bron: IPS (aantal x 1.) 25 26 27 % 27 Trend 7-8 Spanje 137.842 131.795 131.299 18,7% -,4% Frankrijk 7.74 71.12 71.137 1,1% +,2% Italië 24.721 26.174 25.57 3,6% -2,5% Portugal 18.179 21.262 24.179 3,4% +13,7% Griekenland 27.126 26.674 23.246 3,3% -12,9% Turkije 16.48 16.214 22.541 3,2% +39,% Ierse Republiek 22.134 21.474 19.47 2,8% -9,6% Polen 13.514 16.438 17.697 2,5% +7,7% Cyprus 16.876 15.141 15.846 2,3% +4,7% Duitsland 13.881 13.237 14.979 2,1% +13,2% Nederland 9.45 9.25 8.469 1,2% -6,2% Zwitserland 6.898 7.391 7.755 1,1% +4,9% Oostenrijk 5.237 4.938 6.63,9% +22,8% Malta 5.423 5.11 5.523,8% +1,2% België 5.55 5.285 4.759,7% -1,% Overig Europa 33.24 32.425 33.761 4,8% +4,1% Europa 426.517 423.496 432.168 61,5% +2,% Verenigde Staten 52.645 51.688 55.11 7,8% +6,6% India 23.557 24.986 24.61 3,4% -3,7% Australië 25.2 21.21 2.334 2,9% -3,3% Pakistan 19.163 15.384 15.192 2,2% -1,2% Canada 11.84 1.864 1.647 1,5% -2,% Thailand 1.22 9.456 9.98 1,4% +4,8% De volgende gegevens hebben betrekking op de Britse overnachtingen in het buitenland. Hierdoor sluiten we de daguitstappen logischerwijze uit. Het totaal aantal Britse overnachtingen is toegenomen. De toename is in Europa even sterk als het totaal. Het marktaandeel van Europa is hier wel heel wat kleiner dan bij de bezoeken, ondanks dat bij de bezoeken ook de dagtrips mee tellen. De verblijfsduur van reizen buiten Europa is dan ook een stuk hoger. De topbestemmingen zijn ook hier Spanje en Frankrijk. Het verschil in marktaandeel tussen beide is wel groter dan bij de bezoeken. Het aantal Britse overnachtingen is er in 28 relatief stabiel gebleven. Op de derde plaats komen ook hier de Verenigde Staten. Daarna komt Italië dat op de voet gevolgd wordt door meerdere landen. De sterkste stijger is Turkije waar het aantal Britse overnachtingen met bijna +4% is toegenomen. In 27 was het aantal nog stabiel tegenover 26. Andere sterke stijgers zijn Oostenrijk, Duitsland en Portugal. België verliest -1%. Overige wereld 132.54 132.748 135.861 19,3% +2,3% Totaal 71.268 689.643 73.281 1% +2,% Bron: IPS Bij de verre bestemmingen valt op dat de verdeling bij de overnachtingen heel anders is dan bij de bezoeken. Landen als India, Pakistan, Australië en Thailand doen het opvallend goed door een lange verblijfsduur. Landen als Egypte en de Verenigde Arabische Emiraten zijn dan weer minder belangrijk bij de overnachtingen. De meeste verre bestemmingen gaan licht achteruit in 28. De Verenigde Staten en Thailand vormen de uitzondering. De tunnelverbinding wint verder aan belang voor een bezoek aan België. 46% komt nu via deze weg. Het vliegtuig wint terug een beetje terrein. Bijna een vijfde van de Britse bezoekers vliegt nu naar België. Dit gaat allemaal ten koste van de boot. In 26 en 27 was de boot nog even belangrijk als de Tunnel. Twee jaar later bedraagt het verschil 12 procentpunt. 15

Tabel 11: Transportmiddel van de Britse bezoeken naar België 26-28 Tabel 12: Britse bezoeken in België naar motief 26-28 26 27 28 Vliegtuig 22,4% 16,8% 19,3% Boot 38,8% 41,1% 34,4% Tunnel 38,8% 42,1% 46,3% Totaal 1% 1% 1% Bron: IPS 26 27 28 Vakantie 49,3% 53,7% 5,1% Zaken 28,7% 25,1% 29,8% Bezoek familie of vrienden 1,6% 11,8% 9,7% Andere 11,5% 9,3% 1,4% Totaal 1% 1% 1% Bron: IPS Het belangrijkste doel voor een bezoek aan België is vakantie. Dit is het geval voor de helft van de bezoeken. Zaken vormt het motief voor 3% van de bezoeken. De vakanties en het bezoek aan familie of vrienden hebben in aandeel licht ingeleverd ten voordele van de zakenreizen en andere motieven. In totaal besteden de Britten in België in 28 449 miljoen pond of 564 miljoen euro. Per bezoek komt dit neer op gemiddeld 251 pond of 315 euro. Wanneer rekening gehouden wordt met de inflatie, is het totaal bestede bedrag in België gedaald met 16 miljoen pond. In euro is deze daling veel groter doordat het pond in 28 sterk is verzwakt. In totaal ontvangt België in 28 14 miljoen euro minder van de Britse toeristen. Dit betekent 42 euro minder per bezoeker. In vergelijking met 26 is dit zelfs 47 euro minder. Tabel 13: Bestedingen Britse bezoeken in België 26-28 (aantal x 1..) 26 27 28 2.3 De Franse markt g Economische situatie in Frankrijk In pond 423 441 449 In euro 62 644 564 Bron: IPS Frankrijk telt bijna 64 miljoen inwoners. Dit is net iets meer dan het Verenigd Koninkrijk. Net zoals het Verenigd Koninkrijk doet Frankrijk het economisch goed tot 27. Het BBP groeide jaar na jaar. In 28 is de groei echter heel minimaal gebleven. Het BBP per capita ligt nu iets boven de 3. euro. Frankrijk scoort hiermee wel minder goed dan België, maar is vergelijkbaar met Duitsland. Ook voor de inflatie betekent 28 een trendbreuk. De inflatie was al een aantal jaar na elkaar aan het dalen maar in 28 is er opnieuw een stijging. Deze stijging is een sterke stijging. Het is iets wat ook in de meeste andere buurlanden voorkomt. De werkloosheidsgraad blijft in Frankrijk met 7,8% vrij hoog. Al is die in 28 voor de tweede maal na elkaar duidelijk gedaald en bedraagt nu minder dan 9%. Tabel 14: Evolutie van een aantal economische indicatoren voor Frankrijk 24-28 en BBP 28 (indicator) 24 25 26 27 28 BBP (miljoen euro) BBP per capita (euro) Populatie (x 1.) 62.252 62.638 62.999 63.392 63.753 Evolutie BBP 1 +2,5% +1,9% +2,2% +2,3% +,4% Werkloosheidsgraad 9,3% 9,3% 9,2% 8,4% 7,8% Inflatie +2,3% +1,9% +1,9% +1,6% +3,2% Bron: Eurostat 1 op basis van constante prijzen België 344.26 32.269 Duitsland 2.491.4 3.32 Frankrijk 1.95.85 3.588 Nederland 594.68 36.245 Verenigd Koninkrijk 1.816.86 29.686 Bron: Euromonitor 16

g Het vakantiegedrag van de Fransen In Le Suivi de la Demande Touristique des Français wordt jaarlijks door INSEE, DGCIS en TNS-Sofres het vakantiegedrag van de Fransen onderzocht en in kaart gebracht. Door middel van een maandelijkse enquête worden 2. inwoners van Frankrijk ouder dan 15 jaar ondervraagd. Een vakantie is gedefinieerd als elk recreatief verblijf van minimum één nacht, omwille van ontspanning, rust of bezoek aan familie, vrienden of kennissen, buiten de eigen woning. Een korte vakantie duurt één tot drie nachten, terwijl een lange vakantie minimum vier nachten beslaat. Opgelet, de methodologie van de studie is gewijzigd. Hierdoor zijn de resultaten niet meer vergelijkbaar met die in de vorige edities van Toerisme in Cijfers. De vakantieparticipatie van de Fransen, of het aandeel van de bevolking dat tenminste eenmaal per jaar een vakantie onderneemt, bedraagt 8% in 28. Het aandeel reizende Fransen is in vergelijking met 27 gelijk gebleven; in vergelijking met 26 is er een daling. De vakantiefrequentie gaat eveneens achteruit. In 28 waren er in totaal 212,6 miljoen Franse vakanties. Dit betekent 13 miljoen vakanties minder dan een jaar voordien. Zowel het aantal binnenlandse als buitenlandse vakanties is gedaald; respectievelijk met -5% en -4%. In absolute aantallen is dit vooral merkbaar in het binnenland aangezien 9 op de 1 van de Franse vakanties doorgaan in eigen land. Tabel 16: Korte en lange vakanties van de Fransen 26-28 (aantal x 1..) 26 27 28 % 28 Trend 7-8 Korte vakanties 116,1 116,7 19,9 51,7% -5,9% Lange vakanties 17,5 18,9 12,7 48,3% -5,6% Totaal 223,6 225,6 212,6 1% -5,8% Bron: INSEE, DGCIS, TNS-Sofres Het aantal Franse overnachtingen bedraagt in 28 meer dan 1,1 miljard. Dit zijn er 56 miljoen minder dan het jaar voordien. De daling van het aantal overnachtingen is minder sterk dan deze van het aantal vakanties. Dit duidt op een iets langere verblijfsduur. Het aantal overnachtingen tijdens korte vakanties is sterker gedaald dan die bij de lange vakanties. In 27 was het aantal overnachtingen tijdens de lange vakanties nog gelijk gebleven, bij de korte vakanties was er toen ook al een afname. Tabel 17: Korte en lange vakanties van de Fransen 26-28 (overnachtingen) (aantal x 1..) 26 27 28 % 28 Trend 7-8 Korte vakanties 215,9 213,8 21,6 14,9% -5,7% Lange vakanties 1.191, 1.191, 1.147, 85,1% -3,7% Totaal 1.46,9 1.44,8 1.348,6 1% -4,% Bron: INSEE, DGCIS, TNS-Sofres Tabel 15: Totale vakantieparticipatie van de Fransen 26-28 (korte + lange vakanties) 26 27 28 Participatie 81,2% 8,% 79,9% Frequentie 4,9 5, 4,7 Aantal korte + lange vakanties (mln) 223,6 225,6 212,6 Aantal binnenlandse vakanties (mln) 22, 24,1 191,9 Aantal buitenlandse vakanties (mln) 21,2 21,3 2,4 Bron: INSEE, DGCIS, TNS-Sofres 52% van alle vakanties hebben een verblijfsduur van maximum drie nachten. Hun aantal is in 28 met -5,9% afgenomen tegenover het jaar voordien. Ook het aantal lange vakanties gaat met meer dan -5% achteruit. De trend naar meer korte vakanties is dus in Frankrijk doorbroken. Ook in 27 was het aantal lange vakanties al sterker gestegen dan het aantal korte vakanties. Spanje en Italië zijn nog steeds de twee meest geliefde buitenlandse bestemmingen voor de Fransen. Na de sterke daling van Spanje in 27, blijft het aantal Franse vakanties er nu min of meer stabiel. Italië verwelkomt 2,3 miljoen Fransen in 28, waarmee het aantal daalt met -13%. Het Verenigd Koninkrijk en Ierland zien het aantal Franse vakantiegangers sterk toenemen in 28 en komen daardoor op een stevige derde plaats. Het zwakke pond maakt het Verenigd Koninkrijk duidelijk populair bij de Fransen. Het aantal Franse vakanties in België en Luxemburg is in 28 status quo gebleven. Hierdoor zakken ze naar de vierde plaats. In 27 overnachtten er iets meer Fransen dan in het Verenigd Koninkrijk en Ierland. Duitsland kent een forse stijging met +27% en zit zo België en Luxemburg op de hielen. Afrika is de belangrijkste verre bestemming, gevolgd door het Amerikaanse continent. Het aantal vakanties naar Afrika stijgt tegenover 27, maar bedraagt nog steeds minder dan in 26. Amerika ontvangt opnieuw ongeveer evenveel Franse toeristen als in 26. De forse toename in 27 kon dus niet aangehouden worden. Azië en Oceanië kennen een daling van bijna -1%. 17

Tabel 18: Buitenlandse korte en lange vakanties van de Fransen 26-28 Tabel 19: Buitenlandse korte en lange vakanties van de Fransen 26-28 (overnachtingen) (aantal x 1..) 26 27 28 % 28 Trend 7-8 Spanje 3,6 3,3 3,3 16,3% +2,1% Italië 2,5 2,6 2,3 11,2% -13,3% Verenigd Koninkrijk/Ierland 1,2 1,2 1,5 7,5% +32,3% België/G.H. Luxemburg 1,2 1,2 1,2 6,% +,2% Duitsland,9,8 1,1 5,2% +27,1% Totaal Europa 14,2 14,5 13,8 67,3% -5,% Afrika 3,4 3,1 3,2 15,9% +6,4% Amerika 1,4 1,7 1,4 6,9% -16,4% Azië, Oceanië 1,4 1,5 1,3 6,5% -9,8% D.O.M., T.O.M.-gebieden,8,7,7 3,3% +3,2% Totaal buitenland 21,2 21,3 2,4 1% -4,3% Bron: INSEE, DGCIS, TNS-Sofres (aantal x 1..) 26 27 28 % 28 Trend 7-8 Spanje 33,6 28,1 3,1 14,8% +7,% Italië 18,4 2,8 19,8 9,7% -4,5% Verenigd Koninkrijk/Ierland 7,9 6,4 9, 4,4% +42,1% Duitsland 5,3 4,9 6, 2,9% +22,% België/G.H. Luxemburg 4,6 4, 3,9 1,9% -3,5% Totaal Europa 11,5 11,7 19,3 53,6% -1,2% Afrika 37,6 35,5 37,4 18,3% +5,4% Amerika 22,7 27,5 22,6 11,1% -17,8% Azië, Oceanië 22,1 23,3 2,5 1,% -12,2% D.O.M., T.O.M.-gebieden 12,4 12,3 13,8 6,8% +11,9% Totaal buitenland 25,3 29,3 23,9 1% -2,6% Bron: INSEE, DGCIS, TNS-Sofres Wat betreft het aantal nachten is de top drie dezelfde: Spanje op kop, gevolgd door Italië en de Britse eilanden. De evolutie van de overnachtingen in deze landen is vergelijkbaar met die van het aantal vakanties, zij het iets positiever. België en Luxemburg komen op de vijfde plaats. Er zijn 3,9 miljoen overnachtingen genoteerd, een lichte daling ten opzichte van 27 maar -14% minder dan in 26. België en Luxemburg zijn bestemmingen waar de gemiddelde verblijfsduur relatief kort is. Het aandeel is dan ook duidelijk kleiner bij de overnachtingen dan bij de vakanties. In Duitsland verblijft de Franse toerist gemiddeld langer, waardoor het voor België en Luxemburg komt. Daarenboven laat Duitsland in 28 een sterke stijging optekenen van het aantal Franse overnachtingen. De verre bestemmingen hebben, zoals verwacht, een groter aandeel bij de overnachtingen dan bij de vakanties, meer dan 46%. Ook hier is het Afrikaanse continent koploper. In 28 stijgt het aantal Franse overnachtingen met +5%. Op de tweede plaats komt Amerika. Het aantal overnachtingen is er sterk gedaald zelfs iets sterker dan het aantal Franse vakanties. Dit wijst erop dat de vakanties er iets korter geworden zijn. Gezien het grote aantal binnenlandse vakanties maken de Fransen massaal gebruik van de wagen of mobilhome. Ten opzichte van 27 zijn de aandelen van de transportmiddelen slechts zeer beperkt gewijzigd. De auto verliest een klein beetje van haar populariteit, de trein wint een beetje. De duur van lange vakanties is in 28 licht toegenomen. Die van de korte vakanties bleef stabiel. In 27 waren beide nog gedaald. Tabel 2: Kenmerken van de vakanties van de Fransen 26-28 (korte + lange vakanties) 26 27 28 Transportmiddel Wagen/Mobilhome/Caravan 78,3% 78,3% 77,9% Trein 12,6% 12,6% 13,% Vliegtuig 6,2% 6,4% 6,3% Bus 2,% 1,9% 1,8% Andere,9%,8% 1,% Reisduur Korte vakanties (in nachten) 1,86 1,83 1,83 Lange vakanties (in nachten) 11,1 1,9 11,2 Bron: INSEE, DGCIS, TNS-Sofres 18

2.4 De Nederlandse markt g Economische situatie in Nederland Nederland telt bijna 16,5 miljoen inwoners en scoort erg goed op de verschillende economische indicatoren, ook nog in 28. Het BBP is wel minder sterk gestegen dan de twee jaren voordien, maar de toename is vergelijkbaar met die in 24 en 25. Per capita ligt het BBP heel wat hoger in Nederland dan in onze andere buurlanden. Het gaat om 2% meer in vergelijking met de andere landen. De inflatie is toegenomen, maar in vergelijking met de andere buurlanden blijft ze beperkt. De werkloosheid, die al laag lag in Nederland, is in 28 nog verder gedaald en ligt nu onder de 3%. Tabel 21: Evolutie van een aantal economische indicatoren voor Nederland 24-28 en BBP 28 (indicator) 24 25 26 27 28 Populatie (x 1.) 16.258 16.36 16.334 16.358 16.45 Evolutie BBP 1 +2,2% +2,% +3,4% +3,5% +2,1% Werkloosheidsgraad 4,6% 4,7% 3,9% 3,2% 2,8% Inflatie +1,4% +1,5% +1,7% +1,6% +2,2% Bron: Eurostat 1 op basis van constante prijzen BBP (miljoen euro) BBP per capita (euro) België 344.26 32.269 Duitsland 2.491.4 3.32 Frankrijk 1.95.85 3.588 Nederland 594.68 36.245 Verenigd Koninkrijk 1.816.86 29.686 g Vakantiegedrag van de Nederlanders Sinds 198 brengt het Continu Vakantie Onderzoek (CVO) het vakantiegedrag van de Nederlanders nauwkeurig in kaart. Op een viertal meetmomenten per jaar wordt er bij 6. respondenten online gepeild naar het vakantiegedrag gedurende de drie voorliggende maanden. Alle relevante informatie over de verblijven buiten de eigen woning, voor ontspanning of plezier met minstens één overnachting, wordt verzameld. Elke Nederlander, ongeacht zijn leeftijd, komt in aanmerking voor het onderzoek. Een onderscheid wordt gemaakt naar korte vakanties tot en met drie overnachtingen en lange vakanties vanaf vier overnachtingen. In 28 klimt de vakantieparticipatie van de Nederlanders tot de tweede hoogste waarde ooit. Enkel in 23 was de participatiegraad hoger, namelijk 81,8%. Ook de frequentie, of het gemiddeld aantal vakanties per vakantieganger, was voordien slechts één maal hoger dan in 28. De Nederlanders nemen gedurende het jaar 28 gemiddeld bijna drie vakanties. Samen brengt dat het totale aantal vakanties op net geen 36 miljoen. Dat is de allerhoogste waarde sinds de start van het Continu Vakantie Onderzoek. Daarnaast wordt nog een record gebroken, voor het eerst zijn er meer buitenlandse vakanties (51%) ondernomen dan binnenlandse. In vergelijking met de Vlamingen ondernemen de Nederlanders wel relatief veel binnenlandse vakanties. Tabel 22: Totale vakantieparticipatie van de Nederlanders 26-28 (korte + lange vakanties) 26 27 28 Participatie 8,5% 8,7% 81,6% Frequentie 2,78 2,82 2,84 Aantal korte + lange vakanties (mln) 34,5 35,2 35,9 Aantal binnenlandse vakanties (mln) 17,8 17,6 17,4 Aantal buitenlandse vakanties (mln) 16,8 17,6 18,5 Bron: CVO 19

Twee derde van de Nederlandse vakanties duurt minstens vier nachten, een derde is van kortere duur. De groei van het totaal aantal vakanties in 28 is enkel en alleen te danken aan een hoger aantal lange vakanties. Zij gaan met bijna +6% vooruit. In het segment van de korte vakanties zijn in 28 ruim een half miljoen vakanties minder ondernomen (-4%). Tabel 23: Korte en lange vakanties van de Nederlanders 26-28 (aantal x 1.) 26 27 28 % 28 Trend 7-8 Korte vakanties 12.18 12.798 12.28 34% -4,% Lange vakanties 22.366 22.352 23.627 66% +5,7% Totaal 34.546 35.15 35.97 1% +2,2% Bron: CVO zijn er in 28 bijna een miljoen Nederlandse lange vakanties in België. Iets meer dan de helft daarvan vindt plaats in Wallonië, de overige in Vlaanderen. Oostenrijk is de enige significante daler in de top 1. Tabel 25: Buitenlandse lange vakanties van de Nederlanders 26-28 (aantal x 1.) 26 27 28 % 28 Trend 7-8 Frankrijk 2.192 2.94 2.373 15,7% +13,3% Duitsland 1.634 1.738 1.878 12,4% +8,1% Spanje 1.454 1.513 1.732 11,5% +14,5% Oostenrijk 1.122 1.127 1.69 7,1% -5,2% België 896 924 968 6,4% +4,7% Italië 824 884 947 6,3% +7,1% Turkije 634 64 759 5,% +18,5% Griekenland 642 731 729 4,8% -,3% Negen op tien Nederlandse vakantieovernachtingen vinden plaats tijdens een lange vakantie, een op tien tijdens een korte. De trend in het aantal vakanties wordt doorgetrokken bij het aantal overnachtingen. De gemiddelde verblijfsduur blijft nagenoeg hetzelfde. Tabel 24: Korte en lange vakanties van de Nederlanders 26-28 (overnachtingen) (aantal x 1.) 26 27 28 % 28 Trend 7-8 Korte vakanties 26.88 28.261 27.222 1% -3,7% Lange vakanties 238.516 242.137 252.945 9% +4,5% Totaal 265.324 27.398 28.167 1% +3,6% Bron: CVO In 28 tellen we bijna +9% meer buitenlandse vakanties vanuit Nederland. Sinds jaar en dag voert Frankrijk de top tien van de buitenlandse bestemmingen aan. Na vijf jaar achteruitgang mag Frankrijk in 28 weer meer Nederlandse vakantiegangers ontvangen. Duitsland en Spanje vervolledigen de top drie en gaan beiden goed vooruit. Turkije, dat in 26 een forse daling onderging als gevolg van de aanslagen in Istanbul en vogelgriep, herstelt goed, evenals Tsjechië dat sinds 25 een forse terugval kende. De Verenigde Staten hebben in 28 +21% meer Nederlanders ontvangen, onder invloed van de zwakke dollar. België gaat het tweede jaar op rij vooruit, na een daling in 25 en 26. In het totaal Tsjechië 321 313 383 2,5% +22,5% Verenigde Staten 327 39 373 2,5% +2,6% Andere 3.476 3.619 3.883 25,7% +7,3% Totaal Buitenland 13.523 13.894 15.94 1% +8,6% Bron: CVO Ook het aantal overnachtingen tijdens buitenlandse lange vakanties is fors gestegen. Spanje, Turkije en de Verenigde Staten van Amerika zijn de grote winnaars. Zij groeien +15% tot +27%. De grootste absolute groei in aantal overnachtingen zien we in de som van andere bestemmingen (+ 4,5 miljoen overnachtingen). Met andere woorden, verder gelegen bestemmingen zitten in de lift. Voor België is de balans nipt negatief. Ondanks bijna +5% groei van het aantal vakanties naar ons land, gaat het aantal overnachtingen achteruit. De oorzaak hiervan is een dalende gemiddelde verblijfsduur. Het is alleen Vlaanderen dat Nederlanders verliest, in Wallonië is er groei. 2

Tabel 26: Buitenlandse lange vakanties van de Nederlanders 26-28 (overnachtingen) Tabel 28: Buitenlandse korte vakanties van de Nederlanders 26-28 (overnachtingen) (aantal x 1.) 26 27 28 % 28 Trend 7-8 Frankrijk 3.231 28.692 3.947 17,1% +7,9% Spanje 17.337 17.622 2.341 11,3% +15,4% Duitsland 13.426 14.753 15.87 8,8% +7,6% Italië 11.725 11.814 12.665 7,% +7,2% Oostenrijk 11.97 11.1 11.226 6,2% +1,1% Turkije 6.816 7.13 8.864 4,9% +24,8% Griekenland 7.191 8.737 8.368 4,6% -4,2% België 7.568 7.76 7.719 4,3% -,5% Verenigde Staten 5.416 4.754 6.29 3,3% +26,8% Zwitserland 3.536 4.268 4.426 2,5% +3,7% Andere 45.14 49.58 54.86 3,% +9,1% Totaal Buitenland 159.358 166.182 18.542 1% +8,6% Bron: CVO We zagen reeds dat het totale aantal korte vakanties terugloopt. Voor de buitenlandse bestemmingen zijn er zwaardere verliezen dan voor de binnenlandse. Samen verliezen de buitenlandse bestemmingen -8,2% (de binnenlandse -2,4%). België verliest in absolute cijfers de meeste Nederlandse korte vakanties. In 28 zijn er dat -17. minder dan in 27. Dat komt neer op een daling van het aantal overnachtingen met -16% of -41.. De daling is het grootst in Wallonië, zowel absoluut als relatief. Wallonië, dat bijna een kwart van de overnachtingen tijdens Nederlandse korte vakanties in België genereert, verliest bijna -3%, Vlaanderen verliest -1%. Hiermee is de sterke groei van 27 volledig teniet gedaan. Ook Groot-Brittannië en Duitsland leveren fors in. Verder gelegen korte vakantiebestemmingen boeken dan weer winst. Zo zijn Spanje, Zweden, Rusland en zelfs Turkije grote klimmers op de korte vakantiemarkt, zij het met kleinere volumes. (aantal x 1.) 26 27 28 % 28 Trend 7-8 Duitsland 2.127 2.685 2.511 32,2% -6,5% België 2.21 2.617 2.27 28,3% -15,7% Frankrijk 1.24 1.323 1.279 16,4% -3,3% Groot-Brittannië 621 725 545 7,% -24,9% Spanje 259 28 39 4,% +1,4% Andere 924 769 954 12,2% +24,1% Totaal buitenland 7.372 8.399 7.85 1% -7,1% Bron: CVO De wagen is en blijft het meest favoriete transportmiddel voor een Nederlandse vakantie. Maar het marktaandeel is dalend ten voordele van het vliegtuig (13% begin deze eeuw, 18% nu). De trein wint beetje bij beetje terrein, terwijl de bus alsmaar meer interesse verliest. Vooral voor reizen naar België is in 28 plots veel meer van de trein gebruik gemaakt dan in 27. Dat maakt dat de wagen -5 procentpunt moet prijsgeven. Gemiddeld besteedt de Nederlander in 28 14 euro per persoon aan een korte vakantie. Voor een korte vakantie in België is dat 174 euro. Een lange vakantie mag gemiddeld 573 euro kosten, een naar België 256 euro. Rekening houdend met de inflatie kan gesteld worden dat de bestedingen per persoon voor een korte vakantie ongeveer gelijk gebleven zijn in vergelijking met 27. Specifiek in België geven de Nederlanders meer uit dan het jaar voordien. Het verschil bedraagt 28 euro. Voor een lange vakantie zijn de uitgaven toegenomen met 21 euro, in België blijft de toename beperkt tot 13 euro. Tabel 27: Buitenlandse korte vakanties van de Nederlanders 26-28 (aantal x 1.) 26 27 28 % 28 Trend 7-8 Duitsland 937 1.213 1.118 33,2% -7,8% België 1.31 1.172 1.2 29,8% -14,5% Frankrijk 532 551 532 15,8% -3,5% Groot-Brittannië 272 322 226 6,7% -29,8% Spanje 97 19 115 3,4% +5,7% Andere 361 295 37 11,% +25,3% Totaal Buitenland 3.229 3.662 3.363 1% -8,2% Bron: CVO 21

Tabel 29: Kenmerken van de vakanties van de Nederlanders 26-28 (korte + lange vakanties) Alle bestemmingen (binnen- en buitenland) België 26 27 28 26 27 28 Transportmiddel Wagen/Mobilhome/Caravan 74,4% 73,% 72,1% 88,9% 89,3% 84,1% Vliegtuig 15,6% 16,4% 17,7%,%,%,% Bus 3,4% 3,6% 3,3% 2,4% 2,3% 3,1% Trein 4,2% 4,4% 4,4% 7,7% 7,7% 12,5% Andere 2,4% 2,6% 2,4%,9%,7%,3% Bestedingen (pp/per korte vakantie) Per persoon in euro 125,82 135,94 14,6 14,33 142,92 174,42 Bestedingen (pp/per lange vakantie) Per persoon in euro 512,5 54, 572,95 238,93 238,65 256,2 Bron: CVO De gemiddelde vakantie van de Nederlanders duurt iets meer dan een week. Een vakantie in België 5 nachten. Vooral de lange vakanties naar ons land werden korter. Tabel 3: Reisduur van de vakanties van de Nederlanders 26-28 (korte + lange vakanties) Alle bestemmingen (binnen- en buitenland) België Reisduur (gemiddelde in nachten) 26 27 28 26 27 28 Korte vakanties 2,2 2,21 2,22 2,14 2,23 2,2 Lange vakanties 1,7 1,8 1,7 8,4 8,4 8, Alle vakanties 7,7 7,7 7,8 5,1 5, 5, Bron: CVO 22

3. Economische situatie en vakantiegedrag in Vlaanderen 3.1 Economische situatie in België In België wonen ongeveer 1,5 miljoen mensen. Hiermee telt België heel wat minder inwoners dan de buurlanden waarmee wordt vergeleken. Het BBP is in 28 minder sterk gestegen dan de voorgaande jaren. Ook de buurlanden hebben hiermee te kampen. Het BBP per capita bedraagt meer dan 32. euro. Enkel Nederland doet het beter dan België. De inflatie is in 28 heel sterk toegenomen. Ze is heel wat hoger dan in de andere buurlanden. De werkloosheidsgraad is in 28 voor het tweede jaar op rij opmerkelijk gedaald, de jaren voordien bleef die eerder constant. Met 7,% doet België het beter dan Duitsland en Frankrijk, maar minder goed dan Nederland en het Verenigd Koninkrijk. 3.2 Het vakantiegedrag in Vlaanderen Sinds 1982 voert WES Onderzoek & Advies, onder andere in opdracht van Toerisme Vlaanderen, een onderzoek uit naar het reisgedrag van de Belgen. Vanaf 1994 is het een tweejaarlijks onderzoek. Tijdens twee meetmomenten in het jaar worden telkens 6. personen bevraagd over hun (korte) vakanties. Een lange vakantie wordt gedefinieerd als elk verblijf buitenshuis van minstens vier opeenvolgende nachten, met recreatieve doeleinden. Een korte vakantie is elk verblijf buitenshuis met één tot drie overnachtingen, met recreatieve doeleinden. In tegenstelling tot de lange vakanties worden bij de korte vakanties de verblijven bij familie of kennissen en in tweede verblijven buiten beschouwing gelaten. Het betreft dus enkel de commerciële korte vakanties waarbij betaald wordt voor het logies. Tabel 31: Evolutie van een aantal economische indicatoren voor België 24-28 en BBP 28 (indicator) 24 25 26 27 28 Populatie (x 1.) 1.396 1.446 1.511 1.585 1.667 Evolutie BBP 1 +3,% +1,8% +3,% +2,8% +1,1% Werkloosheidsgraad 8,4% 8,5% 8,3% 7,5% 7,% Inflatie +1,9% +2,5% +2,3% +1,8% +4,5% Bron: Eurostat 1 op basis van constante prijzen BBP (miljoen euro) BBP per capita (euro) België 344.26 32.269 Duitsland 2.491.4 3.32 Frankrijk 1.95.85 3.588 Nederland 594.68 36.245 Verenigd Koninkrijk 1.816.86 29.686 23