Op weg met Jezus eerste communieproject H. Theobaldusparochie, Overloon Hoofdstuk 2 Het mooiste cadeau Eerste communieproject "Op weg met Jezus" hoofdstuk 2 blz. 1
Wat maakt iemand blij? Bartje lust geen bruine bonen, Bart lust geen tomatensoep en geen suiker en geen honing en beslist geen boterkoek en als hij spinazie ziet brult hij: Boe! Dat wil ik niet! Bart lust absoluut geen spruitjes, Bartje lust geen krentenbrood, hij lust geen gebakken uitjes en geen pannekoek met stroop. Bartje lust geen speculaas en geen brood met pindakaas. Bartje lust geen rode bietjes, Bartje lust geen griesmeelpap. Bartje houdt ook niet van frietjes of van rijst met bessensap, niet van bloemkool, niet van sla, maar alleen... van chocola! Hieronder zie je een familie aan tafel. Een van die kinderen ben jij. In de schaal zit iets wat jij niet lekker vindt. Vul de wolkjes eens in Eerste communieproject "Op weg met Jezus" hoofdstuk 2 blz. 2
Cadeautjes voor het pasgeboren kind In een paleis met de vijftien ronde torens woonde koning Baltasar. Iedere nacht klom hij in de hoogste toren om urenlang naar de sterren te kijken. Op een nacht ontdekte hij een ster die groter was dan alle andere sterren. Zo'n prachtige ster had hij nog nooit gezien! Hij zocht in alle boeken naar de betekenis van deze ster. Ergens stond geschreven: 'Er zal een ster aan de hemel verschijnen die groter is dan een mens ooit heeft gezien. Dit is het teken dat er een Koning geboren is, die op aarde een rijk van Vrede zal stichten.' Baltasar vond dit heel bijzonder, want hij hield ook meer van vrede dan van oorlog. Hij besloot de grote ster te volgen en de nieuwe Koning te bezoeken. Misschien kon hij die Koning gaan helpen met de vrede. Hij liet zijn kameel halen, zette zijn kroon op, sloeg een mantel om en ging op weg. Vanaf het balkon zag Irenus, de kleine prins, zijn vader vertrekken. Hij riep: 'Vader, waar ga je naar toe?' Zijn vader antwoordde: 'Ik ga de pasgeboren koning begroeten en hem deze gouden beker geven. Kijk, die grote, stralende ster zal mij de weg wijzen.' Ook Irenus werd nieuwsgierig naar de pasgeboren Koning en vroeg of hij mee mocht. Maar zijn vader zei dat hij gauw weer moest gaan slapen. Eerste communieproject "Op weg met Jezus" hoofdstuk 2 blz. 3
Irenus was een beetje eigenwijs en besloot zijn vader achterna te reizen. 'Een gouden beker heb ik niet, maar ik geef hem mijn mooiste speelgoed,' dacht hij. Hij nam zijn bal en zijn lievelingsboek onder de arm en met zijn hondje Pluto aan de lijn sloop hij het paleis uit. Het was erg donker buiten, maar de grote, stralende ster wees ook hem de weg. De hele nacht liepen Irenus en Pluto door. Pas toen het al een beetje licht werd, wilden ze wat rusten onder een grote boom. Opeens hoorden ze onder een eindje verderop een luid gesnik. Ze vonden daar een huilend meisje helemaal alleen. Ze was arm en had niemand om mee te spelen. Irenus gaf haar zijn bal om mee te spelen. Daarna rustten ze de hele dag. Tot de ster weer aan de hemel straalde. De volgende dag kwamen hij en Pluto bij een klein huisje. Er woonde een oude man die bedroefd was omdat hij oud en ziek was en nooit meer buiten kwam. Irenus gaf hem het boek met de mooie platen zodat hij toch nog iets van de wereld kon zien. Toen het avond werd, was de ster weer terug. En liepen ze weer verder. Hun voeten begonnen al pijn te doen. Gelukkig konden ze een poos in een bootje varen. De volgende morgen mochten ze in een boerderij uitrusten en eten. Er woonde daar een jongen die al maanden ziek was en niet kon lopen. Irenus zag dat de jongen verdriet had en schonk hem Pluto, zijn eigen beste vriendje. Toen hij bij de boerderij wegging voelde hij tranen in zijn ogen komen, want nu had hij alles weggegeven. Maar toen hij aan het arme meisje en de oude man dacht, en hij de zieke jongen hoorde lachen, veegde hij z'n tranen weg. Zo vlug hij kon liep hij door totdat hij van vermoeidheid struikelde en in een diepe slaap viel. Hij werd pas wakker toen het donker was. Uitgerust en vrolijk ging hij verder. De dieren in het bos keken hem verwonderd na. Opeens zag hij dat de ster stil was blijven staan boven een huisje. Hij ging naar binnen en zag een man en een vrouw. Ze bogen zich over een kind in een wiegje: de pasgeboren koning. Eerste communieproject "Op weg met Jezus" hoofdstuk 2 blz. 4
Daar was ook de vader van Irenus, koning Baltasar, en naast hem stonden nog twee koningen. Zij legden hun geschenken neer voor het Kind: een kostbare vaas met mirre, een zilveren schaal met wierook en een gouden beker. Irenus maakte een buiging voor het Kind en wilde uitleggen hoe het kwam dat hij nu geen cadeau bij zich had. Hij wilde vertellen hoe hij met zijn bal een arm meisje, met zijn boek een oude man en met zijn hondje een zieke jongen had getroost. Maar ze begrepen hem voordat hij een woord gesproken had. De vrouw nam zijn lege hand en zei: Jij hebt mijn kindje het mooiste cadeau gegeven." Irenus had helemaal geen cadeautje voor het kindje en toch zei die moeder dat hij het mooiste cadeau gegeven had. Hoe kan dat nu? Weet jij waarom? Schrijf dat hieronder op.. Hier staan drie koningen die elk een cadeautje bij zich hebben voor het pasgeboren kindje. Ze lijken precies op elkaar, toch zijn er tien kleine verschillen. Zoek die eens op. Eerste communieproject "Op weg met Jezus" hoofdstuk 2 blz. 5
In welk land is Jezus geboren In welke plaats is Jezus geboren?... Op welke dag vieren we zijn verjaardag?... Wie waren de vader en moeder van Jezus?... Eerste communieproject "Op weg met Jezus" hoofdstuk 2 blz. 6
In welk land ben jij geboren?... In welke plaats ben jij geboren?... Op welke dag vier jij je verjaardag?... Hoe heten jouw vader en moeder:.... En jouw broertje(s) of zusje(s). Plak hier (op de kaart) een foto van jezelf als pasgeboren baby Wat is jouw naam?... Vraag eens aan je vader of moeder waarom zij jou deze naam gegeven hebben?. Als je weer jarig bent, wat krijg je dan het liefst als cadeautje? Schrijf dat hier maar op... Eerste communieproject "Op weg met Jezus" hoofdstuk 2 blz. 7
Het mooiste cadeau "Weet je al wie je allemaal op je verjaardagsfeestje uitnodigt?" vraagt mamma aan Stan. "Ja," zegt Stan, "Peter en Jeroen, en Jesse en Thijs. En Willem en Bas en Leon." "En Steven natuurlijk," zegt mamma. Steven komt bijna elke dag wel met Stan een computerspelletje spelen. Maar Stan schudt zijn hoofd. "Steven, vraag ik niet," zegt hij "Waarom niet?" vraagt mamma verbaasd. "Hij komt toch elke dag bij jou spelen". Stan kijkt een beetje benauwd en zegt dan: "Hij brengt toch geen cadeautje voor me mee. Daarom vraag ik hem niet." De ouders van Steven hebben het moeilijk. Zijn moeder is vaak ziek en zijn vader heeft sinds kort geen werk meer. Ze hebben maar heel weinig geld en moeten heel zuinig zijn. Steven is ook bij geen enkele club. Dat kunnen ze niet betalen. Geld voor cadeautjes voor vriendjes is er dus ook niet. Mamma schrikt ervan als Stan dat zegt. "Maar Stan toch," zegt ze, "je moet je schamen. Alleen vriendjes voor je feestje vragen omdat ze cadeautjes meebrengen, vind ik heel erg. Ik wist niet dat je zo hebberig was." Mamma kijkt Stan eens recht in zijn ogen en zegt: "Als jij Steven niet uitnodigt voor je verjaardag, hoef je ook je andere vriendjes niet te vragen. Dan kun je beter geen verjaardagsfeest geven." Boos loopt mamma de kamer uit. Stan is flink geschrokken van wat mamma gezegd heeft en diep in zijn hart weet hij wel dat zij gelijk heeft. Steven krijgt toch een uitnodiging. Maar die weet nog niet of hij wel zal komen. Hij vindt het rot dat hij geen cadeautje mee kan brengen. Als hij een paar dagen voor het feestje met Stan achter de computer zit, zegt hij: "Stan, ik kan overmorgen niet naar je feestje komen. Ik moet ergens anders naartoe." De moeder van Stan hoort dit en zegt tegen Steven: "Steven, zeg eens eerlijk, wil je niet komen omdat je geen cadeautje mee kunt brengen?" Eerste communieproject "Op weg met Jezus" hoofdstuk 2 blz. 8
Heel verlegen knikt Steven van ja. "Luister goed Steven," zegt mamma, "je hoeft geen cadeautje mee te brengen. Wij zijn blij met iedereen die op het feestje komt." Op woensdagmiddag viert Stan zijn verjaardag. Een voor een komen zijn vriendjes binnen en ze brengen allemaal een cadeautje mee. Steven geeft Stan een hand en blijft dan een beetje verlegen achteraan staan. Ze drinken limonade met een lekkere koek erbij. Dan gaan ze spelletjes doen. Steven doet ook mee. Hij maakt grapjes waar iedereen om moet lachen Het wordt een dol feest. Steven weet niet van ophouden. Áls Stan 's avond doodmoe in bed ligt, komt mamma hem nog even lekker onderstoppen. Zij heeft ook genoten van het feestje. Zij gaat op de rand van het bed zitten en vraagt aan Stan: "En, heb je er spijt van dat je Steven ook uitgenodigd hebt?" "Nee," zegt Stan. "Eigenlijk had hij het mooiste cadeau van allemaal. Door hem is mijn verjaardag echt een groot feest geworden." Al gauw valt hij in een diepe slaap en droomt nog na van zijn mooi verjaardagsfeest. Wat vind je van Stan zijn probleem? Wie zou jij wel of niet op je verjaardagsfeestje uitnodigen? Een kind dat geen cadeautje mee kan brengen? Een kind dat in een rolstoel zit? Een kind dat niet goed Nederlands kan praten? Een kind dat geen mooie kleren heeft? Een kind dat iedereen zit te pesten? Een kind dat altijd door anderen gepest wordt? Een kind dat meteen overal aanzit met zijn vingers? Een kind dat doof is en niets kan horen? Een kind dat altijd heel hard schreeuwt? Eerste communieproject "Op weg met Jezus" hoofdstuk 2 blz. 9
Zoals je ondertussen weet is Jezus geboren in Betlehem. Daar waren zijn vader en moeder omdat zij in die plaats hun naam op moesten schrijven. De keizer wou dat alle mensen werden geteld en hij wilde weten wie er allemaal in zijn land woonde. Toen Maria zich weer wat beter voelde, gingen ze terug naar Nazareth, want daar woonden ze en daar groeide Jezus op. Op de tekening hiernaast zie je Maria en Jozef met Jezus op weg naar huis. Deze tekening mag je inkleuren. Jezus van Nazareth, zo wordt hij meestal genoemd. Een andere naam is Jezus Christus. Alle mensen die in Jezus geloven en met hem op weg gaan heten daarom christenen. Het heilige boek van de christenen is de Bijbel, daarin staan ook de verhalen over Jezus. De joden hebben ook een heilig boek en dat heet de Tora. Het heilige boek van de Moslims is de Koran. Christenen gaan naar een kerk om verhalen uit het boek te horen, de joden naar een synagoge en de moslims naar een moskee. Christenen, joden en moslims geloven allemaal in God. Ze zoeken allemaal God als een licht dat hun helpt om de juiste weg door het leven te vinden. Help hen hieronder de goede weg te vinden. Eerste communieproject "Op weg met Jezus" hoofdstuk 2 blz. 10
Maria en Jozef met het kindje Jezus op weg naar Nazaret Zet hier je naam: groep. Eerste communieproject "Op weg met Jezus" hoofdstuk 2 blz. 11