Hydrocortison crème 10 mg/g FNA Fagron bevat per gram crème 10 mg hydrocortisonacetaat. Voor hulpstoffen zie rubriek 6.1



Vergelijkbare documenten
Na- of onderhoudsbehandeling van dermatosen die tevoren met een sterker product zijn onderdrukt.

TRIAMCINOLON TEVA 1 MG/G crème

MODULE HYDROCORTISON-VASELINECRÈME DMB 1% FNA

Occlusie kan noodzakelijk zijn om een beter therapeutisch resultaat te bereiken.

TRIAMCINOLON TEVA 1 MG/G crème. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 14 juli : Productinformatie Bladzijde : 1

Hydrocortison-vaselinecrème DMB 1% FNA, crème 10 mg/g

4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie Hierover zijn geen gegevens bekend.

HYDROCORTISON TEVA 10 MG/G crème. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 9 juni : Productinformatie Bladzijde : 1

Diprolene 0,5 mg/g zalf, zalf RVG Samenvatting van de productkenmerken Pagina 1/5

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Eén gram Calmurid HC crème bevat 10 mg hydrocortison en 100 mg ureum.

Diprolene hydrogel 0,5 mg/g RVG Samenvatting van de productkenmerken Pagina 1/5

Triamcinolon-vaselinecrème DMB 0,1% FNA, crème 1 mg/g

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Locoid oleogel, Locoid vetcrème en Locoid crème bevatten 1 mg/g en Locoid scalp lotion bevat 1 mg/ml hydrocortison-17-butyraat.

Triamcinolonacetonide hydrofiele crème Basic Pharma 1 mg/g bevat per gram crème: 1 mg triamcinolonacetonide.

1.3.1 SPC, Labelling and Package Leaflet Triamcinolone acetonide hydrophilic cream, 1 mg/g 1

Locoid Crelo bevat 1 mg hydrocortison-17-butyraat per gram, in een gebufferde olie-in-water emulsie.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

GENEESMIDDELENGROEP Ontstekingsremmende geneesmiddelen (corticosteroïden). Raadpleeg ook de rubriek Werking van het geneesmiddel

Triamcinolonacetonide Ace 1 mg/g, crème bevat per gram crème 1 mg triamcinolonacetonide. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

Diprosalic, zalf RVG Samenvatting van de productkenmerken Pagina 1/5

BETAMETHASON TEVA 1 MG/G lotion, zalf, crème. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 14 juli : Productinformatie Bladzijde : 1

Topicorte bevat als werkzaam bestanddeel 2,5 mg/g desoximetason. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

Diprosalic, zalf RVG Samenvatting van de productkenmerken Pagina 1/5

Nerisona Crème SmPC 1 van 6 Approved by the Dutch MEB on

MICONAZOLNITRAAT/HYDROCORTISON 20/10 PCH hydrofiele crème. Miconazolnitraat/Hydrocortison 20/10 PCH, hydrofiele crème 20 mg/g en 10 mg/g.

Locoid oleogel, Locoid vetcrème en Locoid crème bevatten 1 mg/g en Locoid scalp lotion bevat 1 mg/ml hydrocortison-17-butyraat.

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Hydrocortisonacetaat

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 3. FARMACEUTISCHE VORM 4. KLINISCHE GEGEVENS. Locacorten-Vioform

MODULE HYDROCORTISON-VASELINECRÈME DMB 1% FNA

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Calmurid HC. hydrocortison en ureum

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Ibaril, hydrofobe crème, 2,5mg/g desoximetason

RVG Diprosone. Occlusie kan noodzakelijk zijn om een beter therapeutisch resultaat te bereiken.

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Desoximetason Bipharma 2,5 mg/g, hydrofobe crème desoximetason

Diprolene 0,5 mg/g zalf, zalf RVG Bijsluiter Pagina 1/5

Bijsluiter Nerisona Crème 1 van 6 Informatie voor de gebruik(st)er Approved by the Dutch MEB on

MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 29 september : Productinformatie Bladzijde : 1

Voor inlichtingen: Bayer B.V., Divisie Bayer Schering Pharma, Postbus 80, 3640 AB Mijdrecht, tel.:

MICONAZOLNITRAAT/HYDROCORTISON TEVA 20/10 MG/G. hydrofiele crème

Betamethason Teva 1 mg/g, lotion Betamethason Teva 1 mg/g, zalf Betamethason Teva 1 mg/g, crème

Hydrocortison Teva 10 mg/g, crème hydrocortisonacetaat

Samenvatting van de Productkenmerken SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Pagina 1 van 5

Pediatrische patiënten Kinderen en jongeren (2-17 jaar): er zijn geen studies uitgevoerd bij kinderen en jongeren.

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Triamcinolon-vaselinecrème DMB 0,1% FNA, crème 1 mg/g. Triamcinolonacetonide 1 mg/g

Cremicort 1% crème skp nl 02/2015 SAMENVATTING VAN DE PRODUCT KENMERKEN

MODULE ZURE OORDRUPPELS MET HYDROCORTISON DMB 1% FNA

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Triamcinolonacetonide

Bijsluiter: informatie voor de patiënt. Topicorte, emulsie voor cutaan gebruik 2,5 mg/g desoximetason

Diprosalic, zalf RVG Bijsluiter Pagina 1/5

Gerenvooieerde versie CALCIPOTRIOL 50 MICROGRAM/G ZALF PCH zalf

Samenvatting van de Productkenmerken SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Pagina 1 van 5

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BENZOYLPEROXIDE TEVA 50 MG/G BENZOYLPEROXIDE TEVA 100 MG/G hydrogel

MODULE ZURE OORDRUPPELS MET TRIAMCINOLONACETONIDE DMB 0,1% FNA

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. Pimafucort, gel, 10 mg/g, 10 mg/g, 3,5 mg/g Pimafucort crème, crème 10 mg/g, 10 mg/g, 3,5 mg/g

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Locoid scalp lotion, lotion 1 mg/ml Hydrocortison-17-butyraat

Package leaflet

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Strepsils Original bij beginnende keelpijn, zuigtabletten. Strepsils Citroen & Honing bij beginnende keelpijn, zuigtabletten

Locacorten-Vioform, oordruppels

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Emovate zalf 0,5 mg/g. clobetason-17-butyraat

Miconazolnitraat/Hydrocortison 20/10 PCH, hydrofiele crème 20 mg/g en 10 mg/g miconazolnitraat en hydrocortison

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Locoid Crelo, emulsie voor cutaan gebruik 1 mg/g Hydrocortison-17-butyraat

Diprolene crème: Betamethasondipropionaat 0,64 mg/g (overeenkomend met 0,5 mg betamethason).

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Actief bestanddeel: Mucopolysaccharide-polysulfaat 300 mg per 100 g.

UNGUENTUM TRIAMCINOLONI 1 MG/G PCH zalf. DEEL I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 6 februari 2014 Deel IB2 : Bijsluiter Bladzijde : 1

Miconazolnitraat/Hydrocortison Teva 20/10 mg/g, hydrofiele crème miconazolnitraat en hydrocortison

Miconazolnitraat/Hydrocortison Apotex 20/10 mg/g, hydrofiele crème miconazolnitraat en hydrocortison

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Diprosone 0,05% crème, hydrofiele crème 0,5 mg/g Diprosone 0,05% lotion, lotion 0,5 mg/g betamethason

4.1 THERAPEUTISCHE INDICATIES Symptomatische behandeling van haemorrhoïden en pruritus ani.

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Locoid crème, crème 1 mg/g Hydrocortison-17-butyraat

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. Locasalen, zalf. Flumetasonpivalaat, salicylzuur

RVG Diprosone. RVG RVG Bijsluiter Pagina 1/5

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

VITAMINE C TEVA 250 MG VITAMINE C TEVA 100 MG. VITAMINE C TEVA 500 MG tabletten

Voorgesteld als symptomatische behandeling bij irritatieve dermatitis, voornamelijk:

trianal, 0,50 mg/50 mg zetpillen

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Triamcinolonacetonidecrème FNA Mylan 1 mg/g, o/w crème. Triamcinolonacetonide

Water voor injecties Fresenius Kabi, oplosmiddel voor parenteraal gebruik.

BIJSLUITER. CLOBETASOLPROPIONAAT 0,05% SALICYLZUUR 5% en 10% crème

Summary of product characteristics

Hulpstof met bekend effect: Opticrom, oogdruppels bevat benzalkoniumchloride. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

GYNO-MICONAZOLNITRAAT TEVA 20 MG/G crème voor vaginaal gebruik

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

CREMOR TRIAMCINOLONACETONIDE Mylan 0,1%, CREME 1 MG/G

BIJSLUITER. CLINDAMYCINE HCL 1% TRIAMCINOLONACETONIDE 0,1% crème en zalf

BIJSLUITER. CLOBETASOLPROPIONAAT 0,05% SALICYLZUUR 5% en 10% crème

Fluticason 0,05% crème Module BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Fluticrem 0,5 mg/g crème fluticasonpropionaat

MYK-1, hydrofiele crème 10 mg/g bevat 10 mg sulconazolnitraat per gram crème.

AUREOMYCIN oogzalf. AUREOMYCIN Oogzalf (ERFA) XIV B 1 c. Naam van het geneesmiddel: AUREOMYCIN, 1 % oogzalf

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. FUCIDIN HYDROCORTISONE 20 mg/g + 10 mg/g, crème 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

Deel IB1 Canesten gyno 3 1 van 5

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

(MSD Belgium BVBA/SPRL)

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS

ARTELAC ARTELAC ARTELAC EDO NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. ARTELAC 3,20 mg/ml Oogdruppels. ARTELAC EDO 3,20 mg/ml Oogdruppels (TRAMEDICO) XIV B 11

DEEL IB SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT. NYSTATINE LABAZ, suspensie voor oraal gebruik

Transcriptie:

Deel I B 1 : Hydrocortison crème 10 mg/g FNA Fagron 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Hydrocortison crème 10 mg/g FNA Fagron, crème 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Hydrocortison crème 10 mg/g FNA Fagron bevat per gram crème 10 mg hydrocortisonacetaat. Voor hulpstoffen zie rubriek 6.1 3. FARMACEUTISCHE VORM Crème 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 Therapeutische indicaties Oppervlakkige, niet door micro- organismen veroorzaakte huidaandoeningen( ten einde maskeren hiervan te voorkomen) welke gevoelig zijn voor corticosteroïden, zoals: - eczeem(dermatitis) van verschillende oorsprong(atopische eczeem, orthoergische contactdermatitis, seborroïsche eczeem, varikeus eczeem ), - gelokaliseerde vormen van pruritus (bijvoorbeeld pruritus ani ), - gelokaliseerde vormen van prurigo - onderhouds- of nabehandeling van huidaandoeningen die tevoren met een sterker product zijn onderdrukt. Occlusie kan noodzakelijk zijn om een beter therapeutisch resultaat te bereiken. 4.2 Dosering en wijze van toediening

Aanvankelijk de crème 2 maal per dag in een dunne laag op het aangedane huidgebied aanbrengen, na enkele dagen 1 maal per dag. Na verbetering is 2 tot 3 per week meestal voldoende. 4.3 Contra-indicaties - Huidaandoeningen veroorzaakt door: - bacteriële infecties(bijvoorbeeld pyodermieën, luetische en tuberculeuze processen), - virusinfecties( bijvoorbeeld varicellae, herpes simplex, herpes zoster, verrucae vulgaris, verrucae planae, condylomata, mollusca contagiosa ), - schimmel- en gistinfecties, - parasitaire infecties( bijvoorbeeld scabies). - Ulcereuze huidaandoeningen, wonden. - Bijwerkingen ten gevolge van corticosteroïden( bijvoorbeeld dermatitis perioralis, striae atrophicae). - Ichthyosis, juveniele dermatosis plantaris, acne vulgaris, acne rosacea, fragiliteit van de huidvaten, huidatrofie. - Allergische overgevoeligheid voor corticosteroïden of voor componenten van het vehiculum. 4.4 Speciale waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik -Niet toepassen op de oogleden wegens de mogelijkheid van contaminatie van de conjunctiva met het risico van het ontstaan van glaucoma simplex of subcapsulair cataract. - De gezichtshuid, de behaarde huid en de huid van de genitaliën zijn bijzonder gevoelig voor corticosteroïden; daarom is het gewenst aandoeningen van deze gebieden in principe alleen te behandelen met zwakke corticosteroïden, waartoe Hydrocortison crème 10 mg/g Fagron FNA behoort. -Bij toepassing van corticosteroïden op grote oppervlakken en vooral onder (plastic) occlusie of in huidplooien dient men bedacht te zijn op een sterk

verhoogde absorptie, waardoor de functie van de bijnierschors kan worden geremd. -Bij kinderen kan de remming van de bijnierschors vrij snel optreden. Bovendien kan bij hen de afscheiding van groeihormonen worden onderdrukt. Het verdient daarom aanbeveling om, wanneer langdurige toepassing noodzakelijk is, regelmatig lengte en gewicht te controleren, alsmede de plasmacortisolspiegel te bepalen. - Dit product bevat sorbinezuur. Sorbinezuur(E 200) is irriterend en kan ontsteking van de huid veroorzaken. 4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie Er zijn geen interacties met andere geneesmiddelen of andere vormen van interactie bekend. 4.6 Zwangerschap en borstvoeding Van corticosteroïden is bekend dat zij de placenta passeren en daardoor de foetus kunnen beïnvloeden. Dit zal echter hoofdzakelijk van betekenis zijn bij een intensieve behandeling van grote oppervlakken met een sterk of een zeer sterk werkend product. In de dierproef zijn corticosteroïden teratogeen gebleken. Bij zwangerschap slechts gebruiken in overleg met uw arts. 4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen Er zijn geen gegevens bekend over het effect van dit product op de rijvaardigheid. Een effect is echter niet te verwachten. 4.8 Bijwerkingen Lokale effecten Het meest frequent komen voor: - dunner worden van de epidermis en dermis

- periorale dermatitis - striae atrophicae - teleangiëctasieën, neiging tot bloeden. Minder frequent komen voor: - depigmentatie - overgaan van psoriasis in psoriasis pustularis - maskeren van parasitaire, fungus en bacteriële infecties. Zelden komen voor: - hypertrichosis - colloïd- milia - verhoogde oculaire druk - erythrosis interfollicularis colli - contact- allergie - granuloma gluteale. De kans op lokale bijwerkingen neemt toe met de sterkte van het product. Applicatie onder occlusie (plastic, huidplooien) verhoogt deze kans. Het gezicht, de behaarde huid en de huid van de genitaliën zijn bijzonder gevoelig voor lokale effecten. Systemische effecten Systemische bijwerkingen ten gevolge van lokale toepassing van corticosteroïdpreparaten komen zelden voor, maar kunnen ernstig zijn. Remming van de bijnierschors kan vooral van betekenis zijn bij langdurig gebruik. De kans op systemische effecten is het grootst bij: - toepassing onder occlusie( plastic, huidplooien) - toepassing op grote huidoppervlakken - toepassing bij kinderen(de dunne huid en het relatief grote huidoppervlak maken kinderen zeer gevoelig). 4.9 Overdosering

Bij overdosering op de huid kan ook worden verwezen naar de eventuele bijwerkingen zoals onder 4.8 vermeld. 5. FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN 5.1 Farmacodynamische eigenschappen Hydrocortisonacetaat heeft een anti-inflammatoire en vasoconstrictieve werking, onderdrukt de ontstekingsreactie en de symptomen van verschillende, vaak met jeuk gepaard gaande aandoeningen, echter zonder de er aan ten grondslag liggende aandoeningen te genezen. In de verdeling van dermale corticosteroïden in werkingsniveau volgens Avery, behoort dit product tot de zwak werkzame corticosteroïden. Het effect kan door het aanbrengen van een afsluitend (occlussief) verband worden versterkt ten gevolge van een verhoogde penetratie (met een factor ca. 10) van het stratum corneum. De kans op bijwerkingen neemt hierdoor echter toe. 5.2 Farmacokinetische eigenschappen Ongeveer 1-3 % van de toegediende dosis hydrocortison wordt door de normale huid geabsorbeerd. De absorptie bij een eczemateuze huid bedraagt ongeveer het tweevoudige terwijl de absorptie bij een ernstig ontstoken huid het vijfvoudige van de normale waarde kan bedragen. Bij kinderen neemt de absorptie af met het toenemen van de leeftijd. 5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek Geen bijzonderheden. 6. FARMACEUTISCHE GEGEVENS 6.1 Lijst van hulpstoffen Cetylstearylalcohol, cetomacrogol 1000, decyloleaat, niet-kristalliseerbare sorbitol 70 %, sorbinezuur ( conserveermiddel, 2mg/g) en gezuiverd water.

6.2 Gevallen van onverenigbaarheid Niet van toepassing. 6.3 Houdbaarheid De houdbaarheidstermijn in aluminium tube bedraagt 3 jaar. De houdbaarheid na openen van de tube bedraagt 1 jaar. De houdbaarheidstermijn in polypropyleen flacon bedraagt 2 jaar. De houdbaarheid na openen van de flacon bedraagt 1 jaar. 6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren Bewaren beneden 25 C in de goed gesloten originele verpakking. Op deze wijze bewaard is de crème houdbaar tot de op de verpakking vermelde datum. 6.5 Aard en inhoud van de verpakking Aluminium tube (gecoat met epoxyfenolhars ) met 15, 30, 50 of 100 gram crème per tube voorzien van een polypropyleen schroefdop. Polypropyleen flacon met 500 gram crème per flacon en voorzien van een high density polyethyleen schroefdop. 6.6 Instructies voor gebruik en verwerking Geen bijzonderheden. 7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Fagron NL B.V. Venkelbaan 101 2908 KE Capelle a/d IJssel 8. NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Hydrocortison crème 10 mg/g FNA Fagron is in het register ingeschreven onder RVG 20729 9. DATUM VAN GOEDKEURING VAN DE VERGUNNING 10 april 2000

10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE SAMENVATTING Laatste gedeeltelijke wijziging betreft rubriek 7: 8 mei 2015