Onderwerp Voor Van Datum : Skal-voorwaarden voor vergisters en digestaat : Bedrijven die vergisten en biologische bedrijven die digestaat afnemen : Skal : 18 februari 2015 herziene versie 16 april 2015: aanpassingen in rood Inleiding De werkwijze voor digestaat is gewijzigd omdat verordening 889/2008 is gewijzigd. Digestaat is opgenomen in Bijlage 1 van deze verordening. De hieraan gekoppelde voorwaarden wijken af van de digestaat-afspraken die we in het verleden in Nederland met de sector gemaakt hebben. Belangrijke wijzigingen t.o.v. het oude beleid 1. Gangbare mest is toegestaan op voorwaarde dat het aantoonbaar van grondgebonden bedrijven afkomstig is. Dit is verder uitgewerkt in Tabel 1 bij deze notitie. 2. Industriele reststromen en retourmixen uit supermarkten zijn niet toegestaan. 3. Toezicht op vergisters is onderdeel van de reguliere inspectie. De extra inspectietijd nodig om de administratie van de vergister te beoordelen brengt Skal bij het bedrijf met de vergister in rekening. 4. Berekening van het percentage A-meststoffen op basis van stikstofgehalte. Nieuwe werkwijze A. Alleen vergisting van onverwerkt plantaardig materiaal Voor digestaat uitsluitend bestaand uit vergist, onverwerkt plantaardig materiaal is een koppeling aan een Skal-gecertificeerd bedrijf alleen verplicht als ook biologisch gecertificeerd, onverwerkt plantaardig materiaal wordt vergist en met verwijzing naar deze biologische reststroom wordt afgezet. Zie onder A.2. A. 1. Onverwerkt niet-biologisch gecertificeerd plantaardig materiaal Een vergister waarin alleen niet-biologische, plantaardige, onverwerkte producten worden vergist, hoeft geen onderdeel te zijn van een Skal-gecertificeerd bedrijf. Skal merkt deze digestaat aan als B-meststof. A. 2. Onverwerkt plantaardig materiaal materiaal, zowel biologisch als niet niet-biologisch gecertificeerd Een vergister waarin zowel biologische als niet-biologische, plantaardige, onverwerkte producten worden vergist, moet onderdeel zijn van een Skal-gecertificeerd bedrijf. Het bedrijf moet zelf aantonen welk percentage biologisch is. Skal controleert hierop. Toezicht op de vergister is onderdeel van de jaarlijkse reguliere inspectie, inspectieonderdeel bemesting. Gelet op de complexiteit van deze administratie voert Skal dit toezicht uit door middel van een extra inspectie. De kosten voor deze extra inspectie brengt Skal bij het bedrijf in rekening. A. 3. Documentatie Het biologische bedrijf dat digestaat aanvoert, moet een verklaring van de leverancier kunnen tonen waarin staat dat het geleverde digestaat alleen bestaat uit onverwerkt, gentechvrij plantaardig materiaal. Als dit digestaat afkomstig is van een biologisch bedrijf, moet in de verklaring ook staan welk percentage van het digestaat biologisch is. 1
B. Vergisting van dierlijke mest aangevuld met andere reststromen Voor vergisters waarin gebruik wordt gemaakt van dierlijke mest of verwerkt plantaardig materiaal, moet de vergister onderdeel zijn van een Skal-gecertificeerd bedrijf. Skal stelt de volgende voorwaarden aan vergisters waarin dierlijke mest of verwerkt plantaardig materiaal gebruikt wordt: 1. De vergister is onderdeel van een Skal-gecertificeerd veehouderijbedrijf. 2. Het bedrijf gebruikt de vergister in eerste instantie voor de vergisting van zijn eigen biologische mest. Aan deze mest mogen co-producten en biologische en niet-biologische mest toegevoegd worden, mits voldaan wordt aan de voorwaarden als vermeld in Bijlage I van Vo. 889/2008. 3. Het bedrijf mag alleen producten uit Bijlage I van Vo. 889/2008 verwerken in de vergister. Bij gebruik van niet-biologische mest moet deze afkomstig zijn van grondgebonden veehouderijsystemen. Gangbare varkens- en pluimveemest zijn niet toegestaan. Ook gangbare rundveemest is niet altijd toegestaan. Bijlage I is verder uitgewerkt in Tabel 1 bij deze notitie. 4. Het bedrijf moet alle digestaat uitrijden op biologische grond. Samenwerkingsverbanden met andere Skal-gecertificeerde bedrijven is hierbij toegestaan. 5. Het bedrijf houdt een volledige en inzichtelijke administratie bij van 1. alle ingekomen grondstoffen, 2. alle in de vergister gebruikte grondstoffen, 3. alle digestaat leveringen. 6. Het bedrijf maakt de berekening van het percentage A-meststoffen op basis van stikstofgehalte. Percentage A-meststof = Som van alle stikstof uit biologische producten Som van alle stikstof uit gangbare + bio producten 7. Het bedrijf zorgt bij elke digestaatlevering voor goede documentatie voor zichzelf en de afnemer. 8. Toezicht op de vergister is onderdeel van de jaarlijkse reguliere inspectie, inspectieonderdeel bemesting. Gelet op de complexiteit van deze administratie voert Skal dit toezicht uit door middel van een extra inspectie. De kosten voor deze extra inspectie brengt Skal bij het bedrijf in rekening. 2
Toelichting Wat is digestaat precies? Digestaat is een restproduct van de co-vergisting. Co-vergisten is het vergisten van dierlijke mest samen met andere producten (co-producten) uit de landbouw of de voedingsindustrie. Bij covergisting bestaat het digestaat voor minimaal 50% uit dierlijke mest. Regelgeving In Bijlage I van Vo. 889/2008 is de volgende beschrijving voor digestaat opgenomen: Op basis van deze omschrijving zijn de producten als gemeld in Tabel 1 toegestaan voor gebruik in de vergister op een Skal-gecertificeerd bedrijf. In Tabel 1 zijn alleen producten opgenomen waarvan Skal aannemelijk acht dat ze in de vergister toegepast worden. Wanneer telt een deel van het digestaat mee als A-meststof? De leverancier van digestaat moet bij de levering het percentage A-meststoffen opgeven. De leverancier is verplicht dit percentage te onderbouwen. De afnemer van het digestaat is verplicht om de onderbouwing van het percentage A-meststoffen te verifieren. Welke gegevens moet u als leverancier van digestaat kunnen laten zien? U kunt aantonen: welke grondstoffen er zijn gebruikt (datum, grondstof, hoeveelheid. Voor biologische grondstoffen NAW-gegevens leverancier, Skal-nummer, kopie certificaat leverancier) wat de status is van alle gebruikte grondstoffen (gangbaar, biologisch) dat de gangbare producten GGO-vrij zijn aan wie u het digestaat heeft geleverd (datum, NAW-gegevens, Skal-nummer, hoeveelheid, kopie verklaring) Alle digestaat met biologische mest moet u op biologische percelen uitrijden. Hoe groot het aandeel biologische mest is, speelt hierbij geen rol. Wanneer mag u digestaat gebruiken? U mag digestaat gebruiken op zijn biologische percelen als: u kunt aantonen dat de vergiste mest alleen toegestane mestsoorten zijn. Zie Tabel 1. u kunt aantonen dat de vergiste co-producten zijn toegestaan volgens Bijlage I van verordening 889/2008. Zie Tabel 1. u gentechvrij verklaringen kunt laten zien voor het geleverde digestaat. u de samenstelling van digestaat kunt laten zien. 3
Welke gegevens moeten aanwezig zijn bij een levering van digestaat? Bij elke digestaat levering overhandigt de leverancier van het digestaat aan de afnemer: een duidelijk leesbare doorslag van de VDM (landelijk verplicht) een eigen verklaring met daarin opgenomen: a. de hoeveelheid geleverd digestaat b. stikstofgehalte per ton geleverd digestaat c. herkomst van alle dierlijke mest d. dat alle co-producten gebruikt mogen worden e. het percentage A-meststoffen GGO-vrij verklaring van de gangbare co-producten Als u niet kunt aantonen dat alle ingrediënten zijn toegestaan, dan beschouwen wij digestaat als een C-meststof. C-meststoffen mag u niet gebruiken in de biologische landbouw. Wat moet u nog meer weten? De bewijslast ligt bij de leverancier van het digestaat, dat wil zeggen bij het bedrijf met de vergister. Naast biologische mest komt alleen onverwerkt plantaardig materiaal, afkomstig van de biologische productie, in aanmerking om mee te tellen als A-meststof. Voorbeelden: mais, stro en gras, aantoonbaar geoogst van biologisch gecertificeerde percelen. Als het bedrijf biologische mest van eigen biologische dieren in de co-vergister gebruikt, moet het bedrijf aantonen hoeveel mest het heeft vergist. Kan het bedrijf dit niet aantonen, dan gaan wij er vanuit dat alle mest op eigen land is uitgereden. Wat is ons sanctiebeleid? Skal kan besluiten het digestaat af te keuren als de administratie onvoldoende inzichtelijk is. Gebruik van digestaat waarvan u de samenstelling niet kunt aantonen, beschouwt Skal als een ernstige afwijking. Gebruik van digestaat met niet-toegestane ingrediënten kan decertificatie van percelen tot gevolg hebben. 4
Tabel 1. Overzicht producten die gebruikt mogen worden in vergister Naam Stalmest Gedroogde stalmest en gedehydrateerde pluimveemest Gecomposteerde dierlijke mest, met inbegrip van pluimveemest en gecomposteerde stalmest Vloeibare dierlijke mest Gecomposteerd of vergist mengsel van huishoudelijk afval Paddenstoelensubstraatafval Gecomposteerd of vergist mengsel van plantaardig materiaal Producten en bijproducten van plantaardige oorsprong voor bemesting Zaagsel en schaafsel, gecomposteerde boomschors Vinasse en vinasse-extracten Dierlijke bijproducten Beschrijving In Vo. 889/2008 Producten, bestaande uit een mengsel van dierlijke mest en plantaardig materiaal (strooisel). Het product mag niet afkomstig zijn van niet-grondgebonden veehouderijen. Mag worden gebruikt na gecontroleerde vergisting en/of adequate verdunning. Product op basis van aan de bron gescheiden huishoudelijk afval dat is gecomposteerd of anaeroob is vergist voor de productie van biogas Alleen huishoudelijk afval van plantaardige en van dierlijke oorsprong Alleen wanneer het is geproduceerd in een door de lidstaat aanvaard gesloten en gecontroleerd verzamelsysteem Maximumconcentratie in mg/kg droge stof: cadmium: 0,7; koper: 70; nikkel: 25; lood: 45; zink: 200; kwik: 0,4; chroom (totaal): 70; chroom (VI): niet detecteerbaar. Het oorspronkelijke substraat mag alleen producten bevatten die in deze bijlage voorkomen. Product op basis van mengsels van plantaardig materiaal dat is gecomposteerd of anaëroob is vergist voor de productie van biogas Voorbeelden: meel van koeken van oliehoudende zaden, cacaodoppen, moutkiemen Van hout dat na de kap niet chemisch is behandeld. Met uitsluiting van ammoniakhoudende vinasse. Dierlijke bijproducten (met inbegrip van bijproducten van wilde dieren) van categorie 3, en de inhoud van het maag-darmkanaal van categorie 2 (categorieën 2 en 3 als gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad) (1), niet afkomstig van niet-grondgebonden veehouderijen. De procedés moeten in overeenstemming zijn met Verordening (EU) nr. 142/2011 (2). Nederlandse uitwerking Op basis van Skal-bemestingsnormen (A en B meststoffen) Varkensmest: Niet toegestaan tenzij niet-biologische, vaste varkensmest van varkens op stro gehouden (Bmeststof). Pluimveemest: Niet toegestaan Niet-biologische pluimveemest mag bedrijf niet in de biologische sector gebruiken (C-meststof). Dit geldt ook voor mest van scharrel- of vrije uitloopsystemen. Rundveemest: - Melkvee toegestaan - Vleesvee alleen toegestaan als de dieren weidegang/uitloop hebben of niet op volledig rooster worden gehouden. Schapen- en geitenmest: Toegestaan Reststromen uit de industrie, retourmixen van supermarkten, horeca-afvalstromen vallen niet onder deze categorie en zijn daarom NIET toegestaan. Groencompost mag bedrijf beschouwen als A meststof, op voorwaarde dat de groencompost alleen bestaat uit bermmaaisel en snoeiafval. Dit zijn reststromen na een fysieke bewerking. Andere reststromen en retourmixen van supermarkten zijn NIET toegestaan. Ook protamylasse is toegestaan. Het gaat hier over slachtafval. Hiervoor gelden dezelfde beperkingen als voor mest. Zie hierboven. ( 1 ) Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002 (verordening dierlijke bijproducten) (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 1). ( 2 ) Verordening (EU) nr. 142/2011 van de Commissie van 25 februari 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot uitvoering van Richtlijn 97/78/EG van de Raad wat betreft bepaalde monsters en producten die vrijgesteld zijn van veterinaire controles aan de grens krachtens die richtlijn (PB L 54 van 26.2.2011, blz. 1). 5