Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016



Vergelijkbare documenten
Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016

Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016

Hier vindt u de actuele lijst van hypotheekverstrekkers die wel of geen middelrente aanbieden.

Wat kost een rechtszaak?

Gehuwden en geregistreerde partners zijn altijd fiscale partners.

Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016

Wijzigingen per 1 januari Wijzigingen per 1 januari 2017

Wat kost een rechtszaak?

Waar moet een factuur aan voldoen?

Gehuwden en geregistreerde partners zijn altijd fiscale partners.

HBO Jurist vs. WO Jurist/ advocaat

Wijzigingen per 1 januari Wijzigingen per 1 januari 2017

Wijzigingen per 1 januari Wijzigingen per 1 januari 2017

Waar moet een factuur aan voldoen?

Wijzigingen per 1 januari Wijzigingen per 1 januari 2017

Fiscale cijfers 2008

De belangrijkste veranderingen in 2015 voor senioren op een rij INKOMEN

Bijlage Lindenhaeghe Examens 2013 Wft Hypothecair Krediet Wft Levensverzekeringen

Bijlage Lindenhaeghe Examens 2013 Wft Pensioenverzekeringen

Verandering van de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten in Nibud, september 2013

Bijlage WFt Opleidingen

Wijzigingen per 1 januari Wijzigingen per 1 januari 2017

tarief belastingschijf 1 37% 36,25%* (5,1% belastingen en 31,15% premies) tarief belastingschijf 2 42% 42%* (10,85% belastingen en 31,15% premies)

FISCALE CIJFERS 2014 SCFB adviseert het Fintool.nl abonnement

Koopkracht van ouderen Berekeningen Prinsjesdag 2013 Nibud, september 2013

Belastingplan Vs

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2019

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2018

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2015

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2016

Cijfer- en percentageoverzicht LIJFRENTEVERZEKERING

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2015

Sociale verzekeringen per 1 juli 2009

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2017

WELKOM CNV Senioren. Agenda ODP voorlichtingsmiddag

Belastbaar inkomen Maar niet Tarief premie Heffing over totaal meer dan meer dan Belastingtarief volksverzekering Totaal tarief van de schijven

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2018

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2019

SOCIALE VERZEKERINGEN PER 1 JULI 2012.

Belastingcijfers 2015

Stimulansz - Regelingen & Voorzieningen Bron: ministerie van SZW d.d Rekenregels per 1 januari 2016

1. Wet Inkomstenbelasting 2001

Belastingplan Zoals aangeboden aan de 2 e Kamer op 16 september Krijn Doornekamp

Inkomenseffecten van het basisinkomen 2.0

Sociale Verzekeringen per 1 januari 2012

Prinsjesdag 2018: belastingplan 2019

Hoofdstuk 52 Wijzigingen 2018 en later

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld

Sociale verzekeringen en uitkeringen (januari) 2012 Premieoverzicht

Sociale verzekeringen per 1 januari 2010

Rekenregels per 1 januari 2016

1. Wet Inkomstenbelasting 2001

Fiscale en sociale cijfers 2012 per 1 januari 2012

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2016 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag):

,15% 27,65% 40,80% ,80% 40,80% % 52% ,15% 9,75% 22,90% 6.

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2015 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2019 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag):

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2016

Administratiekantoor Van den Dungen B.V. Nieuwsbrief 2015, 4 e jaargang, 10 e editie

Overzicht Fiscale Cijfers 2013 en 2014 (per januari 2014)

Sociale Verzekeringen per 1 juli 2012

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2014 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2013 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag):

Meest gebruikte bedragen en percentages 2018

De uitkeringsbedragen per 1 januari 2014

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2015

Bijlage WFTNIVO examens Bijlage WFTNIVO examens Inhoud. Belastingtarief box 2 en 3

Als u 65 jaar of ouder bent

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2017 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag):

Kerncijfers Levensverzekering - kapitaalverzekering. 2. Levensverzekering - lijfrente. Kapitaalverzekering Brede Herwaardering

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2014 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag):

Heffingskortingen 2016

Uitkeringsbedragen per 1 juli Nieuwsbericht

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2017 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag):

1. Alle belastingplichtigen

Overzicht uitkeringsbedragen per 1 juli 2018

Participatiewet De bijstandsuitkeringen stijgen per 1 januari De netto normbedragen voor mensen vanaf 21 jaar tot aan pensioen zijn:

PE+ Actualiteiten 2015 Wft Basis

Persbericht. Sociale Verzekeringen per 1 januari 2013

Koopkrachtverandering van ouderen

nieuwsplus Pensioenwijzigingen in 2014 en 2015 Inhoud 1. Wijzigingen in 2014

Rekenregels per 1 januari 2017

Rekenregels per 1 januari 2009

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2016 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag):

Hoe hoog is de ANW-uitkering? Hoogte ANW-uitkering Verzekerd bedrag ANW Hiaat Kostendelersnorm ANW... 5

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2018 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag):

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016

special MILJOENENNOTA 2014 uitgaven 267,0 miljard inkomsten 249,1 miljard De miljoenennota en uw portemonnee.

Rekenregels per 1 januari 2018

1. Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv)

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2013 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag):

belastingtarief tarief premie volksverzekeringen

In de rekenregels per 1 juli 2019 volgen de criteria voor het minimumjeugdloonvoordeel (jeugd- LIV) in 2019.

Rekenregels per 1 januari 2013

Belastingplan 2015 [gepresenteerd op 16 september 2014]

Rekenregels per 1 januari 2018

Sociale Verzekeringen per 1 januari 2011

Transcriptie:

Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016 Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016 Werk en inkomen Wettelijk minimumloon en uitkeringsbedragen De bruto bedragen van het wettelijk minimumloon en het minimumjeugdloon zijn per 1 januari 2016 gestegen. De meeste uitkeringen, zoals de AOW, Bijstandsuitkering en de Wajong, zijn ook gewijzigd. Deze uitkeringen zijn gekoppeld aan het wettelijk minimumloon. Maximum dagloon Het maximum dagloon is verhoogd naar 202,17. Hierdoor worden ook de maximale uitkeringen in het kader van WW of WIA verhoogd. Tarieven box 1 Het tarief in de 1e van box 1 is verhoogd naar 36,55% (2015: 36,50%) voor belastingplichtigen die jonger zijn dan de AOW-leeftijd. Voor belastingplichtigen vanaf de AOW-leeftijd is dat tarief verhoogd tot 18,65% (2015: 18,60%). De tarieven in de tweede en derde zijn echter verlaagd. Bovendien is de derde verlengd, waardoor men minder snel in de hoogste belasting valt. Hieronder zijn de tarieven van box 1 opgenomen: Jonger dan AOW-leeftijd

Belastbaar doch niet heffing inkomen tarief over van de schijven Eerste Tweede Derde Vierde 19.922 36,55% 7.281 19.922 33.715 40,40% 12.853 33.715 66.421 40,40% 26.066 66.421 52% AOW-leeftijd en ouder geboren vanaf 1 januari 1946 Belastbaar doch niet heffing inkomen tarief over van de schijven Eerste Tweede Derde Vierde 19.922 18,65% 3.715 19.922 33.715 22,5% 6.818 33.715 66.421 40,40% 20.031 66.421 52% AOW-leeftijd en ouder geboren voor 1 januari 1946

Belastbaar doch niet heffing inkomen tarief over van de schijven Eerste Tweede Derde Vierde 19.922 18,65% 3.715 19.922 34.027 22,5% 6.888 34.027 66.421 40,40% 19.975 66.421 52% Een deel van de te betalen belasting bestaat uit premies volksverzekeringen. Het tarief voor deze premies volksverzekeringen is in 28,15% (ongewijzigd ten opzichte van 2015). De premies volksverzekeringen bestaan uit premies voor de AOW (17,9%), Anw (0,6%) en Wlz (9,65%). Wijzigingen heffingskortingen De algemene heffingskorting bedraagt maximaal 2.242 per persoon (2015: 2.203). Voor zover het inkomen hoger is dan 19.922, wordt de algemene heffingskorting verminderd met 4,822% (2015: 2,32%) van dit inkomen. De afbouw van deze korting gaat dus veel sneller dan in 2015. Ook geldt voor inkomens vanaf 66.419 dat er helemaal geen algemene heffingskorting meer overblijft. In 2015 bleef nog minimaal 1.342 aan algemene heffingskorting over. Als er een minder of niet verdienende partner is, kan deze de algemene heffingskorting deels zelf verkrijgen. Het percentage waarop de minst verdienende partner zelfstandig recht heeft is maximaal 46 2/3% (of wel 1.047), maar nooit wat de meest verdienende partner nog als inkomstenbelasting is

verschuldigd. De arbeidskorting bedraagt in 2016 maximaal 3.103 (2015: 2.220). Ook hiervoor geldt dat hoe meer iemand verdient, hoe lager de arbeidskorting wordt. Inkomen boven de 34.015, wordt voor 4% op de arbeidskorting gekort. Voor inkomens vanaf 111.590 betekent dit dat de arbeidskorting nihil is. De inkomensafhankelijke combinatiekorting voor inkomens vanaf 4.881 per jaar, bedraagt 1.039 (2015: 1.033). Deze heffingskorting geldt voor iedere alleenstaande die langer dan 6 maanden een kind onder de 12 jaar heeft, dat ingeschreven is op hetzelfde adres. Een alleenstaande is iemand die minder dan 6 maanden een fiscale partner had. Boven een inkomen van 4.881 wordt de inkomensafhankelijke combinatiekorting verhoogd met 6,159% van het inkomen, tot een maximum van 2.769 (2015: 2.152). Dit maximum wordt bereikt bij een inkomen van 32.970 per jaar. Extra toeslagen gezin met kinderen. Voor gezinnen met kinderen geldt dat er extra geld is vrijgemaakt door de overheid. Zowel de kinderopvangtoeslag als het kindgebonden budget en de kinderbijslag gaan omhoog. Uitzondering fiscaal partnerschap Wanneer twee volwassenen samenwonen met een kind van één van beiden, is in beginsel sprake van fiscaal partnerschap tussen die twee volwassenen. Hierop is één uitzondering: wanneer de volwassenen samenwonen in een opvangwoning, dan kan op schriftelijk verzoek afgeweken worden van dit fiscale partnerschap. Een opvangwoning is een accommodatie in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Het was een onbedoeld effect van de wet dat een dergelijke situatie, waarbij degene in de opvangwoning geen keuze heeft om elders te wonen, sprake zou zijn van fiscaal partnerschap. Via een ministerieel besluit was overigens in 2015 al aangegeven dat

voor deze groep de uitzondering gold met terugwerkende kracht tot 1 januari 2015. Vanaf 2016 is dit wettelijk geregeld. Box 3 De vermogensvrijstelling in box 3 is verhoogd naar 24.437 per belastingplichtige (2015: 21.330). Er geldt een vrijstelling voor contant geld van 520 (2015: 517). De schuldendrempel blijft gelijk op 3.000 per persoon. De vrijstelling voor groene beleggingen is in 2015 57.213 per belastingplichtige (2015: 56.928). De vrijstelling voor een uitvaartverzekering of overlijdensrisicoverzekering is 6.956 (2015: 6.921). Er was tot en met 2015 een vrijstelling voor de bankspaarvariant van uitvaartverzekeringen. Banken boden deze variant echter niet aan. Daarom is besloten deze vrijstelling af te schaffen in 2016. Voor ouderen met een laag inkomen gold tot en met 2015 een extra vermogensvrijstelling van maximaal 28.236. Deze ouderentoeslag is per 1 januari 2016 vervallen. Ook de spaarloonvrijstelling is op 1 januari 2016 vervallen. Een spaarloonrekening moet nu, als vermogen, in box 3 worden aangegeven. Het forfait van 4% en het tarief van 30% zijn ongewijzigd gebleven. Mogelijk dat dit vanaf 2017 gaat veranderen. Wonen Eigenwoningforfait De tarieven voor de bijtelling van het eigenwoningforfait blijven ongewijzigd voor alle woningen met een WOZ-waarde tot 1.050.000. Alleen voor woningen boven dat bedrag stijgt het eigenwoningforfait.

Maximale belastingtarief hypotheekrenteaftrek omlaag Vanaf 2014 daalt het maximale belastingtarief waartegen hypotheekrente kan worden afgetrokken met 0,5%.Voor 2016 geldt een maximaal aftrekpercentage van 50,5%. Rentevoordeel personeelsleningen belast Het rentevoordeel van werknemers met een personeelslening ten behoeve van de eigen woning, wordt bij die werknemer belast als loon. Daar staat wel tegenover dat de rente ook afgetrokken kan worden van de inkomstenbelasting. Omdat de belasting maximaal 52% bedraagt, terwijl er slechts tegen maximaal 50,5% kan worden afgetrokken, merken alleen mensen met inkomens in het hoogste tarief hier iets van. Extra verhoogde schenkingsvrijstelling vanaf 2017 In 2014 was het mogelijk onbelast 100.000 te schenken ten behoeve van de eigen woning. Sinds 1 januari 2015 is deze extra vrijstelling vervallen. In 2017 wordt deze echter weer verhoogd voor iedere ontvanger tussen de 18 en 40 jaar, mits hij de schenking benut voor de eigen woning. Zorg Verplicht eigen risico verhoogd naar 385 Vanaf 2016 bedraagt het verplicht eigen risico van de zorgverzekering 385 (2015: 375). Dit eigen risico geldt voor alle verzekerden vanaf 18 jaar. Wijzigingen zorgtoeslag in 2016 De zorgtoeslag is in 2016 maximaal 83 per maand voor alleenstaanden en 158 voor iedereen met een toeslagpartner. De toeslag vervalt voor alleenstaanden boven een inkomen van 27.012 en voor partners met een gezamenlijk inkomen boven de 33.765.

Ook boven een bepaald vermogen geldt dat er geen recht meer bestaat op zorgtoeslag. De vermogensgrens was in 2015 nog afhankelijk van het feit of iemand al dan niet AOW-gerechtigd was. In 2016 verdwijnt dit onderscheid, omdat de ouderentoeslag (extra vermogensvrijstelling voor AOW-ers) vervalt. Maximum bijdrage-inkomen Zorgverzekeringswet (Zvw) verandert In 2016 bedraagt het maximum bijdrage-inkomen voor de Zvw op jaarbasis 52.763 (2015: 51.976). Het percentage inkomensafhankelijke hoge bijdrage voor de Zvw is gedaald naar 6,75% (2015: 6,95%). Verzekeringsplichtigen (lage bijdrage) zijn in 2016 5,5% (2015: 4,85%) verschuldigd over hun bijdrage-inkomen met een maximum van 2.901 (2015: 2.520). Toekomstvoorzieningen Versnelde verhoging AOW-leeftijd De AOW-leeftijd wordt versneld verhoogd, waardoor al in 2021 een AOW-leeftijd wordt bereikt van 67 jaar. Iedereen die is geboren op of na 1 januari 1955 heeft een AOW-leeftijd van 67 jaar of ouder. Vanaf 2022 wordt de AOW-leeftijd afhankelijk van de levensverwachting. Vanwege de versnelde verhoging van de AOW-leeftijd is de overbruggingsregeling voor mensen die de AOW-leeftijd nog niet hebben bereikt, verlengd tot en met 2022 voor iedereen die tussen 1 januari 2013 en 1 juli 2015 een VUT- of vergelijkbare uitkering zijn gaan ontvangen. Deze uitkeringen houden in veel gevallen op wanneer de AOW-leeftijd bereikt zou zijn volgens oude wetgeving. Om te voorkomen dat mensen in een dergelijke situatie tijdelijk helemaal geen inkomen hebben, is de overbruggingsuitkering ingevoerd. Verhoging aftoppingsgrens lijfrente- en pensioenopbouw Sinds 2015 is het inkomen waarover bruto pensioen of een bruto

lijfrente opgebouwd kan worden gemaximeerd. Het maximum inkomen waarover bruto lijfrente- en pensioenopbouw mogelijk is, is in 2016 verhoogd tot 101.519 (2015: 100.000). Vrijlating oudedagsvoorziening ZZP ers voor bijstand Sinds 1 januari 2016 hoeft een (voormalig) ZZP er die een bijstandsuitkering wil aanvragen, niet meer eerst zijn pensioenvermogen te consumeren. Hieraan zijn wel enkele voorwaarden verbonden. Invoering kostendelersnorm Bijstand en Anw Al sinds 1 juli 2015 bestaat de kostendelersnorm voor Anw- en bijstandsgerechtigden. Als een bijstands- of Anw-gerechtigde samenwoont met iemand in een woning (ook zonder dat ze fiscaal partner zijn!), geldt de kostendelersnorm. Dat betekent dat het normbedrag voor de uitkering van 70% van het minimumloon wordt verlaagd. Vanaf 1 januari 2016 is het normbedrag verlaagd naar 65% van het minimumloon (1 juli 2015: 68%). Deze verlaging wordt in jaarlijkse stappen van 5% doorgezet tot 50% in 2019. Aanpassingen WW De Werkloosheidswet wordt op verschillende punten aangepast: De maximale duur gaat met 1 maand per kwartaal omlaag vanaf 1 januari 2016. De maximale duur was tot en met 2015 nog 38 maanden. Dit wordt voor iedereen die in het eerste kwartaal van 2016 wordt ontslagen dus 37 maanden. In 2019 wordt zo een maximale duur bereikt van 2 jaar. Ook de opbouw van WW-rechten verandert. In de eerste 10 jaar wordt 1 maand WW opgebouwd per gewerkt jaar. Daarna een halve maand per gewerkt jaar. Tot 2016 opgebouwde rechten blijven bestaan. Sinds 1 juli wordt de hoogte van de WW-uitkering bepaald door uit te gaan van het gemiddelde maandinkomen over de afgelopen 12 maanden. Ook geldt er een andere

inkomensverrekening. De uitkering wordt bovendien per maand uitbetaald en niet meer per 4 weken. De maximale transitievergoeding bij ontslag wordt verhoogd naar 76.000 (2015: 75.000). Maximale duur WGA De maximale duur van de loongerelateerde WGA-uitkering wordt op dezelfde wijze afgebouwd als de maximale WW-duur. Bron: wftnu.nl, 4 januari 2016