SCHELDESYMPOSIUM Antwerpen 20-11-2014 Verslag

Vergelijkbare documenten
ONTMOET DE SCHELDE. VNSC SYMPOSIUM Antwerpen

WATERPROEF. Het geactualiseerde SIGMAPLAN en de Antwerpse Scheldekaaien. Naar een klimaatbestendig Antwerpen

EEN DIJK VAN EEN PLAN. Wim Dauwe

SIGMAPLAN - participatief beleid

Werken Grote Vijver op kruissnelheid

BOUWEN AAN DE TOEKOMST. Hans De Preter

Ontmoet de Dijle. Maart De overstromingsgebieden worden stilaan concreet. en waardevoller. En daar heb je als inwoner ook heel wat voordeel bij.

Ontmoet de Dijle. December 2013

Werken Grote Vijver op kruissnelheid

Inleiding. Opdrachten

1. opvaart over Drempel van Hansweert 2. afvaart door het Zuidergat 3. stilliggen nabij het sproeiponton 4. afvaart langs Schaar van Waarde.

Klaar voor de toekomst!

VAN BELANG STICHTING DE LEVENDE DELTA VOOR ELKE ZEEUW. STICHTING DE LEVENDE DELTA VAN BELANG VOOR ELKE ZEEUW 1

Waterdunen. Nota Ruimte budget 18 miljoen euro. Planoppervlak 350 hectare

Integrale aanpak beveiliging tegen overstromingen

Ontmoet de Schelde. Maart 2012

WELKOM BIJ HET SIGMAPROJECT Dijlemonding

WELKOM BIJ HET SIGMAPROJECT Dijlemonding

Werken Sigmaplan Netevallei starten in Polder van Lier

Ontmoet de Dijle. Slimme sluis in het Zennegat is klaar. September 2015

Kort verslag van de 16 e bijeenkomst van de VNSC. Datum: 2 juni 2017 van 10:00 tot 14:00 uur. Locatie: RAS, Ernest Van Dijckkaai 37, 2000 Antwerpen

Gecontroleerd overstromingsgebied Kruibeke-Bazel-Rupelmonde

Veilig wonen langs de Schelde gecontroleerd overstromingsgebied Kruibeke - Bazel - Rupelmonde

De Zeeschelde: varen tussen Temse en Antwerpen

De Stichting Red onze Polders stelt hierbij beroep in tegen bovenvermeld inpassings en exploitatie plan.

Waterdunen. Waterdunen is een groot recreatienatuurproject

Welkom bij het Sigmaproject Dijlemonding. Ontmoet de Dijle

1 Natuurinrichtingsproject Berlare Broek Donkmeer

Welkom bij het Sigmaproject Cluster Kalkense Meersen

Onteigeningen - toegelicht. weg van water. onteigeningen.indd 1 15/06/2009 9:20:46

EEN DUURZAAM EN VITAAL SCHELDE-ESTUARIUM

PERSMEDEDELING VLAAMSE OVERHEID Afbakening zeehavengebied Antwerpen in een Ruimtelijk Uitvoeringsplan

Internationale Dijk verdwijnt; 120 ha extra Zwin in de plaats

BESLUIT VAN HET POLITIEK COLLEGE VAN DE VLAAMS-NEDERLANDSE SCHELDECOMMISSIE INZAKE DE INSTELLING EN ACTIVERING VAN DE SCHELDERAAD

Ontpolderen langs de Westerschelde

Leven met de natuur van de Westerschelde, een ander natuur beleid

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

Openbaar onderzoek en infomarkt over de stedenbouwkundige vergunning voor het GGG Doelpolder

Werken nemen hoge vlucht

Zeeschelde - Scheldemeander Gent-Wetteren

Kennisgeving over het milieueffectenrapport GGG Doelpolder

PERSMEDEDELING VAN DE VLAAMSE OVERHEID 7 november 2012 VLAAMSE REGERING KIEST VOOR BREED OVERLEG BIJ UITVOERING PLANNEN HAVEN VAN ANTWERPEN

Welkom bij het Sigmaproject Vlassenbroek

gebiedsontwikkeling perkpolder hulst

Ontmoet de Schelde. Sigmaplan. Naar een vitaal Scheldegebied met het Sigmaplan. Ontmoet de Schelde

Openbaar onderzoek en infomarkt over de stedenbouwkundige vergunning voor het GGG Doelpolder

Grenzeloze Schelde 25 november MDK-Afdeling Kust Kustbescherming- Masterplan Kustveiligheid. ir. Peter DeWolf

Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe

Zwakke Schakel. West Zeeuws-Vlaanderen. Kustversterking

Geactualiseerd Sigmaplan: een unieke kans voor natuur

Ontmoet de Schelde. Waterbuffers bewijzen hun nut. Februari 2014

Ontmoet de Schelde. Sigmaplan. Naar een vitaal Scheldegebied met het Sigmaplan. Ontmoet de Schelde

paspoort westerschelde

Ontmoet de Schelde. Werken aan overstromingsgebied Vlassenbroek op kruissnelheid. Augustus Vlassenbroek

Op weg naar een masterplan voor de Scheldekaaien. Vormingstraject 21 oktober 2008

Midweekstappen Oktober 2018 sportief.

Jouw stem in het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan

ONTMOET DE SCHELDE. opleidingsreeks "Rivierkenner" 29 februari 2012

Flankerend landbouwbeleid Begeleiding van actieve landbouwers in Sigmagebieden.

Gelet op het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting, artikel 3.1.1;

1 Naar een veilig en natuurlijk rivierenland. 2 Ontmoet de Dijle. 4 Bouwen aan bescherming. 6 Uitkijken naar de toekomst. 9 Landbouw in Heindonk

Lessen uit de watersnood van 13 tot 17 november Persconferentie 17 december 2010 Crisiszaal Federaal Huis

VNSC Onderzoeksprogramma

Planuitwerkingsfase Grote Zeesluis kanaal Gent-Terneuzen

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

De hertogin Hedwigepolder, toneel van machtstrijd.

Gidsenopleiding SIGMAPLAN DURMEVALLEI. Februari

Visvoer. Meer info op Beste visser,

2015 Provincie Zeeland. Aan de inhoud van deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend.

De Zeeschelde: varen tussen Antwerpen en Rupelmonde

Sigmagazine. Na het zaaien begint nu het oogsten. Antwerpenaar krijgt veilige én nieuwe kaaien. Overstromingsgebied Kruibeke gaat laatste fase in

Het Sigmaplan. Hoe wil jij leven langs de Schelde?

Communicatieplan Perkpolder

Raamakkoord en NIP Blankaart regelen afspraken over waterpeilen en natuurherstel

Ontmoet de Schelde. Aanleg overstromingsgebied uit de startblokken. April 2014

Versterking bestaande zeewering. Type Maatregelen Masterplan Kustveiligheid

POTPOLDER IV Overstromingsgebied Waasmunster wordt vernieuwd

a) Getijdenwerking en overstromingen op de Schelde

De ramp in 1953 waarbij grote stukken van Zeeland, Noord-Brabant en Zuid- Holland overstroomden.

Wat is het Sigmaplan? Deelgebied Kalkense Meersen. Wijmeers 1 en 2. Bergenmeersen. Paardeweide en Paardebroek. Enkele termen toegelicht

Het Sigmaplan. Hoe wil jij leven langs de Schelde?

Het Sigmaplan. Hoe wil jij leven langs de Schelde?

De plek waar de zee als een brede rivier het land instroomt. Al het werk dat gedaan is om het Deltaplan uit te voeren.

Zwakke schakel Scheveningen

ECOlogie X ECOnomie =

Zaterdag 9 juni Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR

Welkom bij het Sigmaproject Wal-Zwijn

Het Masterplan Kustveiligheid

Omgevingsmanagement Nieuwe Sluis Terneuzen. Nancy Vinke, omgevingsmanager Sassevaart 29 maart 2019

Demerdag Demer als Sigmaproject: Sigmaplan Demervallei

Jaarlijks magazine over de Schelde als veilig en natuurlijk leefgebied. Vlaanderen plukt vruchten van het Sigmaplan

landbouw, natuur en voedselkwaliteit

(Ontwerp-)Tracébesluit. Inhoud. Voorkeursvariant Ontwerptracébesluit Doelstelling Milieueffecten Vervolgstappen

Illllllllllllillilllllllllillllll. kenmerk

Koperen Passer bezoek aan Atab-Iko op 16 feb. 2017

Zandhonger. Kerend Tij Innovatie Competitie Hydrodynamische innovatie van de stormvloedkering Oosterschelde. 19 september 2002

Beslissing over het verzoek tot ontheffing van de project-mer-plicht. Duurzaam Beheerplan Boven-Zeeschelde

Welkom bij het Sigmaproject Cluster Bornem

Lesbrief. Dijken. Kijken naar dijken. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

Transcriptie:

SCHELDESYMPOSIUM Antwerpen 20-11-2014 Verslag Samenvatting Zowel in Vlaanderen als in Nederland wordt concreet werk gemaakt van een robuust en duurzaam Schelde-estuarium. Dat was de hoofdboodschap van het Scheldesymposium Leren van de uitvoering dat de Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie (VNSC) op 20 november 2014 organiseerde. Meer dan 200 geïnteresseerden tekenden present. Het onderwerp van het Scheldesymposium waren de projecten op het terrein en de lessen die we daaruit kunnen trekken. Vlaanderen bracht het geactualiseerde Vlaamse Sigmaplan voor het voetlicht, Nederland rapporteerde over de natuurherstelprojecten langs de Westerschelde en de bouw van de nieuwe sluis in Terneuzen. Opvallend: verschillende sprekers legden de nadruk op de multidisciplinaire aanpak van hun projecten en de integrale ontwikkeling van gebieden rond de Schelde. Die integrale benadering stond ook centraal tijdens het rondetafelgesprek met Vlaamse en Nederlandse vertegenwoordigers van de havenbedrijven en landbouw- en natuurorganisaties, allen lid van de in april 2014 opgerichte Schelderaad. Alle panelleden braken een lans voor een duurzame, geïntegreerde benadering van het estuarium, gebaseerd op veiligheid, toegankelijkheid en natuurlijkheid. De Schelderaad is een prima instrument om het maatschappelijke draagvlak voor de toekomstige ontwikkelingen in en rond de Schelde te vergroten, stelden ze.

Het Sigmaplan Wim Dauwe, afdelingshoofd afdeling Zeeschelde van Waterwegen en Zeekanaal NV Als je vandaag een thermometer in het Sigmaplan steekt, is de conclusie: kerngezond. Maar op lange termijn zijn voedingssupplementen nodig. Het Sigmaplan dateert uit 1977, na de zware overstromingen die een jaar eerder grote delen van Vlaanderen blank zetten. Drie maatregelen moesten Vlaanderen beter beschermen: stevigere en hogere dijken; gecontroleerde overstromingsgebieden (GOG s); een stormvloedkering in Oosterweel. De dijkwerken en de overstromingsgebieden uit het eerste plan zijn zo goed als klaar. Alleen het GOG de Polders van Kruibeke moet nog worden afgewerkt. De bouw van een stormvloedkering werd destijds voor onbepaalde tijd uitgesteld. Analyses wezen uit dat de baten niet opwegen tegen de kosten. Intussen evolueerden de wetenschappelijke inzichten. De maatregelen uit het oorspronkelijke Sigmaplan volstaan niet langer om de veiligheid te garanderen. Ook de kijk op het waterbeheer veranderde. Een rivier heeft ruimte nodig om te stromen en te overstromen. Veiligheid kan hand in hand gaan met natuurontwikkeling. Die inzichten vormen de essentie van het geactualiseerde Sigmaplan, door de Vlaamse regering goedgekeurd in 2005. Langs de Schelde en haar zijrivieren worden de dijken nog steviger en hoger gemaakt. Een ketting van nieuwe overstromingsgebieden geeft de rivier nog meer ruimte. Vlaanderen engageert zich ook om de natuurlijkheid van de rivier te herstellen en de Europese natuurdoelen te realiseren. De Vlaamse overheid investeert ongeveer 1 miljard euro in het Sigmaplan, dat tegen 2030 volledig gerealiseerd moet zijn. Een greep uit de vele Sigmaprojecten die Waterwegen en Zeekanaal NV (W&Z) uitvoert in nauwe samenwerking met het Agentschap voor Natuur en Bos: Antwerpse Scheldekaaien De Scheldekaaien in Antwerpen werden gebouwd in de periode 1875-1911. Samen met de stad Antwerpen legt W&Z de kaaien opnieuw aan. Dat project heeft drie doelstellingen: de historische kaaimuur stabiliseren; het risico op overstromingen beperken met een hogere waterkering; de publieke ruimte verfraaien. Al bij de bouw op het einde van de 19de en het begin van de 20ste eeuw waren de kaaimuren niet stabiel. Vandaag wordt gebruikgemaakt van een innovatieve techniek om de kaaimuren te stabiliseren, zonder aan het historische karakter te raken. De waterkeringsmuur die in 1977 werd opgetrokken tot op een hoogte van 1,35 meter, wordt met 90 centimeter verhoogd tot 2,25 meter. Verschillende types van mobiele waterkering worden onderzocht. De band tussen rivier en stad wordt versterkt door de publieke ruimte langs de Scheldekaaien opnieuw in te richten. Zeven

kaaizones krijgen een oplossing op maat. Het project Antwerpse Scheldekaaien is een investering van 250 miljoen euro. Polders van Kruibeke De Polders van Kruibeke liggen op de plek waar de Rupel in de Schelde uitmondt. Hier wordt het grootste overstromingsgebied van Vlaanderen ingericht, een gebied van ruim 600 hectare. Op 300 hectare wordt nieuwe getijdennatuur gecreëerd in een gecontroleerd, gereduceerd getijdengebied (GGG). In totaal herbergt het gebied 300 hectare slikken en schorren, 150 hectare weidevogelgebied en 150 hectare elzenbroekbossen. Volgende maatregelen moeten de veiligheid en natuurlijkheid in het gebied garanderen: 6 km ringdijk (1,5 miljoen m³ zand) 8 km overloopdijk (300.000 m² GOSA (gevezelde open steenasfalt)) 7 uitwateringsconstructies in de Scheldedijk 3 inwateringsconstructies in de Scheldedijk 3 uitwateringsconstructies in de ringdijk Het project heeft bijzondere aandacht voor zachte recreatie in het gebied. Wandel- en fietspaden gingen open voor het publiek. Een bezoekerscentrum maakt je wegwijs in het Sigmaplan en de deelprojecten. Hedwige-Prosperproject Vlaanderen en Nederland spraken via de Scheldeverdragen af om de Hedwige-Prosperpolder te ontpolderen. Het gaat om een projectgebied van circa 465 hectare: 295 in Nederland en 170 in Vlaanderen. Dankzij het Hedwige-Prosperproject krijgt de Schelde weer vrij spel in het grensgebied tussen Vlaanderen en Nederland. In Vlaanderen zullen de dijkwerken medio 2015 klaar zijn, inclusief de verplaatsing van de radartoren. Het pompgemaal is al afgewerkt. Het gebied is operationeel wanneer de bres in de Scheldedijk wordt gemaakt en beide polders onder water lopen. Tegen 2019, wanneer ook de inrichtingswerken op Nederlands grondgebied voltooid zijn, zal die ontpoldering plaatsvinden. In Nederland zijn, na de recente uitspraak van de Raad van State, het Rijksinpassingsplan en de bijhorende uitvoeringsbesluiten nu definitief. Het onteigeningsproces wordt voortgezet en de vermoedelijke start van de terreinwerken volgt medio 2016. Cluster Kalkense Meersen De Cluster Kalkense Meersen is een historisch meersengebied niet ver van Gent. Op deze plaats krijgt de Schelde een natuurgebied van bijna 1.000 hectare én meer bewegingsruimte. Een deel ongeveer 300 ha wordt ingericht als overstromingsgebied, met al dan niet gecontroleerd gereduceerd getij (GOG-GGG). Door het water meer armslag te geven, is de ruime regio rond Wetteren, van Gent tot Dendermonde, beter beschermd wanneer een stormvloed het water doet stijgen. Het natuurgebied bestaat uit wetlands, met onder meer schrale graslanden en weidevogelgebieden, en getijdennatuur zoals vloedbossen. Om de gewenste natuurtypes te creëren, wordt samengewerkt met plaatselijke landbouwers.

De Cluster Kalkense Meersen bestaat uit zes deelprojecten. Het deelproject Wijmeers 2 treedt in werking, van zodra de verbinding met de Schelde wordt gemaakt. Intussen wordt het gebied gebruikt als grondstock voor Wijmeers 1. In Wijmeers 1 startten de werken in 2012. De dijken zijn in aanbouw, de uitwateringssluizen al klaar. Eind 2015 zullen beide gebieden in werking treden. Het project Paardeweide werd in 2014 gefinaliseerd. Paardeweide werd in de jaren tachtig aangelegd als een GOG. Omdat het gemiddeld slechts één keer per jaar overstroomt, werd het lange tijd door landbouwers gebruikt. Nu is het door W&Z en het ANB definitief omgevormd tot een gevarieerd natuurgebied van wetland met natte dottergraslanden over kamgrasland tot glanshaverhooiland. Er werd ook een rietatol van 30 hectare ingericht. In de deelprojecten Paardebroek en Kalkense Meersen wordt zuiver wetland ontwikkeld. Hier komen waterrijke gebieden met een enorme rijkdom aan planten en dieren. De grondverwervingen zijn aan de gang en verlopen gefaseerd. Zo n 200 hectare werd al verworven. Op circa 140 hectare werd met het omvormingsbeheer gestart. Met een aangepast beheer kunnen landbouwers helpen om waardevolle graslanden te doen ontstaan. De inrichtingswerken in het gebied startten met onder meer een regenwaterafkoppelingsproject. Momenteel loopt ook een studie over het openleggen van de oude Scheldemeander. Het project Bergenmeersen werd in 2013 afgewerkt. Sinds meer dan een jaar vloeit er elke dag een beetje Scheldewater in het gebied. Langzaam ontwikkelt er zich een uniek landschap van zoetwaterslikken en -schorren. De sluis die het water in- en uitlaat, bestaat uit één constructie, een unieke technologie. Vlassenbroek Wal-Zwijn In het projectgebied Vlassenbroek in Dendermonde krijgt de Schelde weer alle ruimte. Het gebied wordt door een ingenieuze compartimenteringsdijk opgedeeld in een noordelijk en zuidelijk deel met een andere invulling. Noordelijk Vlassenbroek is 102 hectare groot en wordt een gecontroleerd overstromingsgebied met gereduceerd getij (GOG-GOG). Dagelijks zal hier een beetje water in en uit het gebied stromen op het ritme van eb en vloed, waardoor er getijdennatuur ontstaat. Alleen bij stormtij stroomt dit deel helemaal onder water. Ook zuidelijk Vlassenbroek, dat 138 hectare telt, overstroomt alleen bij uitzonderlijke weersomstandigheden eens om de vijftig jaar. Het water loopt dan het zuidelijke deel binnen vanuit het noordelijke deel, over de compartimenteringsdijk. Dit gebied staat niet dagelijks onder invloed van het getij, maar doordat het zo zelden overstroomt, ontplooit er zich natte natuur of wetland. Van die waardevolle natuurtypes in Vlassenbroek kunnen recreanten genieten. Na de werken vinden wandelaars, fietsers en vissers er meer ontspanningsmogelijkheden dan voorheen. Het projectgebied Wal-Zwijn ligt langs de Schelde in Hamme en wordt deels ingericht als een gecontroleerd overstromingsgebied (GOG) met een invulling als wetland en deels ontpolderd, waardoor er getijdennatuur kan ontstaan. Het GOG Wal-Zwijn hangt nauw samen met dat van Vlassenbroek. Bij extreem hoge waterstanden loopt eerst Wal-Zwijn onder water, pas daarna ook Vlassenbroek. Wel kan het overstromingsgebied Vlassenbroek meer water bergen dan Wal-Zwijn. Daarom worden de werken hier eerst afgerond. De uitbreiding van het pompstation is aan de gang en de in- en uitwateringconstructies worden voorbereid. De aanleg van de compartimenteringsdijk die in 2013 werd afgewerkt en de bouw van

het noordwestelijke deel van de ringdijk die in uitvoering is, gebeuren volgens een unieke techniek. Baggerspecie wordt gezeefd en er worden additieven aan toegevoegd. Het eindproduct dient voor de bouw van de dijklichamen. Dijlemonding In het Sigmaproject Dijlemonding worden drie overstromingsgebieden aangelegd, elk met hun eigen functie. In het Zennegat gaan veiligheid en getijdennatuur samen. Het Zennegat wordt een overstromingsgebied met gereduceerd getij (GOG-GGG). Hier krijgt de Dijle meer overstromingsruimte, waardoor wateroverlast wordt beperkt in de directe én ruimere regio. Tegelijk kunnen zeldzame slikken en schorren er weer tot ontwikkeling komen. Twee nieuwe fietsbruggen sluiten aan op de Antwerpse fietsknooppuntenroute. De nieuwe uitwateringssluis ten zuiden van het projectgebied is afgewerkt. Ook de nieuwe ringdijk is klaar, deels uitgevoerd als klassieke gronddijk, deels met damplanken. De bouw van de in- en uitwateringssluis startte in 2014. Die sluis zal begin 2015 afgewerkt zijn. Later dat jaar volgt de aanleg van de overloopdijk. Het GOG-GGG zal normaal in werking treden in 2017. In het deelproject Grote Vijver worden veiligheid, watersport en getijdennatuur gecombineerd. In het zuidelijke deel van Grote Vijver (Mechelen), waar de vijver ligt, komt een gecontroleerd overstromingsgebied (GOG). Dat zal ongeveer één keer om de tien jaar overstromen. De rest van de tijd vervult de vijver zijn rol als waterrecreatiegebied. Het gebied ten noorden van de vijver wordt ook een gecontroleerd overstromingsgebied, maar dan met gereduceerd getij (GOG- GGG). Op het ritme van eb en vloed loopt er dagelijks een beetje water dat gebied binnen. Het zuidelijke deel van de ringdijk is afgewerkt. De aanleg van de nieuwe steigers voor de waterskiclub begon in het najaar van 2013 en duurt tot begin 2015. De aanleg van de noordelijke ringdijk startte in het voorjaar van 2014. In het laatste deelproject, Tien Vierendelen in Heindonk gaat veiligheid hand in hand met landbouw. Hier komt een gecontroleerd over stromingsgebied (GOG). Het gebied zal slechts bij extreem stormtij, eens in de twintig jaar, overstromen. De rest van de tijd kunnen landbouwers de graslanden blijven gebruiken. Bij stormtij worden ze gewaarschuwd. Voor de hengelvijver is een nieuwe plek gevonden, buiten het overstromingsgebied. De werken voor de aanleg van de visvijver Cartelvissers startten in 2014. Ten vroegste in 2016 neemt de aanleg van de nieuwe ringdijk een aanvang. Sigmaplan beperkt waterellende tijdens sinterklaasnacht In de nacht van 5 op 6 december 2013 raasde een zware storm door Noord-Europa, ook in Vlaanderen. Om 5.35 uur werd in Antwerpen een waterpeil van 7,23 meter TAW gemeten. Dat is 1,49 meter hoger dan het normale waterpeil. Op sommige plaatsen in de Boven-Zeeschelde en de Boven-Dijle steeg het water tot 7,40 meter TAW. Vlaanderen bleef gespaard van wateroverlast dankzij de aangelegde gecontroleerde overstromingsgebieden. Twaalf overstromingsgebieden langs de Schelde, de Durme, de Zenne, de Dijle en de Netes traden met succes in werking. Vlaanderen ontsnapte aan een ramp door de efficiënte werking van de overstromingsgebieden, in combinatie met een aantal toevalstreffers. De storm woedde vooral op zee en minder in het binnenland. Daarenboven was de storm op zee afgezwakt en bleef de neerslag in het binnenland beperkt.

Het Sigmaplan bewees zijn deugdelijkheid en zit op kruissnelheid. Met de huidige investeringen werd al heel wat gerealiseerd. Om 2030 de vooropgestelde datum van afwerking te halen is een jaarlijkse investering van circa 80 miljoen euro noodzakelijk. Natuurherstel Hedwigepolder en Zwin Dik Kruis, programmamanager natuurpakket Westerschelde, Provincie Zeeland De samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland is cruciaal voor het Schelde-estuarium, met wederzijds begrip voor ieders aanpak en methode. In de Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium bepalen Nederland en Vlaanderen hoe zij samen dat estuarium veiliger, toegankelijker én natuurlijker willen maken. In 2006 besliste de Nederlandse regering dat er in 2010 minimaal 600 hectare nieuwe getijdennatuur gerealiseerd moest zijn rond de Westerschelde. Daarmee komt Nederland tegemoet aan de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn. Grote delen van het Westerscheldegebied zijn door de Europese Unie als speciale beschermingszone aangewezen. Om te kunnen voldoen aan de Europese richtlijnen is behoud van de huidige situatie onvoldoende en is verder natuurherstel noodzakelijk. De realisatie van 600 ha nieuwe getijdennatuur wordt in 5 projectgebieden uitgevoerd: Het Zwin 10 ha (+ 110 ha Vlaams deel); Waterdunen 50 ha (totaal 150 ha); Perkpolder 35 ha (totaal 75 ha); Hedwigepolder 295 ha (+ 170 ha Prosperpolder); buitendijkse maatregelen voor circa 210 ha. Elk project ontwikkelt zich binnen een eigen context met een specifieke structuur en bijhorende financiering. De plannen voor het natuurherstel in de Westerschelde hebben vijf jaar vertraging opgelopen. Vandaag staan de meeste projecten op het omslagpunt van planvorming naar uitvoering. De jongste beslissing van de Nederlandse Raad van State over de ontpoldering van de Hedwigepolder zet het licht definitief op groen voor uitvoering. Uit de voorbije planperiode trekt Dik Kruis alvast deze lessen: Een integrale visie levert niet vanzelfsprekend integrale projecten op. De betrokkenheid van maatschappelijke organisaties staat niet gelijk met die van burgers. De staat van hoogdringendheid die experten inroepen, leidt niet noodzakelijk tot dezelfde sense of urgency in de samenleving. Hedwigepolder Het natuurherstelproject Hedwigepolder heeft een bijzondere constellatie: Vlaanderen realiseert dit project op Nederlands grondgebied, in samenwerking met Nederlandse partners en in overeenstemming met de Nederlandse regelgeving. De Vlaamse waterwegbeheerder W&Z staat in voor de aanbesteding en Vlaanderen financiert het project. De Nederlandse Hedwigepolder sluit aan op de Vlaamse Prosperpolder. Naast de samenhang van de gebieden zijn er ook verschillen in de natuurdoelen en in de inrichting van beide polders. Er loopt nog

een aantal onteigenings- en andere juridische procedures. De realisatie van het Hedwigepolderproject begint allicht in 2016. Het Waterschap zal de zeewering beheren, de natuurbeheerder is nog niet bekend. De start van Grenspark Saeftinghe moet helpen om het gebied een positieve toekomst te geven. Het Zwin In Het Zwin wordt 10 ha getijdennatuur op Nederlands grondgebied en 110 ha in Vlaanderen gerealiseerd. Vlaanderen volgt de aanbestedingsprocedure op en heeft de eindverantwoordelijkheid. Voor de uitvoering van het project zullen de afdeling Maritieme Dienstverlening Kust en de Provincie Zeeland een samenwerkingsovereenkomst ondertekenen. De financiering wordt verdeeld tussen Nederland en meerdere Vlaamse partijen. Ook hier hangen het Nederlandse en het Vlaamse deel van het gebied samen, maar beide delen hebben hun specifieke natuurdoelen en inrichtingsnoden. De uitvoering van het Nederlandse deel gebeurt met het Waterschap als beheerder zeewering en het Zeeuws Landschap als natuurbeheerder. In 2015 starten de werken. Natuurcompensatie en gebiedsontwikkeling Perkpolder - Hulst Anton van Berchum, omgevingsmanager Rijkswaterstaat Zee en Delta De reden van het succes van het project Perkpolder is de vroege consensus op politiek en bestuurlijk vlak én de gezamenlijke en integrale planvorming. Het project Perkpolder combineert wonen, recreatie en natuur. Op het voormalige Veerplein komen op een verhoogd gedeelte 250 woningen, een luxehotel/restaurant, conferentiefaciliteiten en een welnesscentrum. Aan de voet van het bastion komt een jachthaven met 350 tot 500 ligplaatsen. Dit centrale gebied van Perkpolder wordt omringd door nieuwe natuur met bomen en hagen, sloten en kreken. In de westelijke Perkpolder worden 200 deeltijdwoningen in een krekenlandschap gebouwd. Alle woningen liggen veilig achter de zeedijk. In het buitendijkse deel aan de oostkant van Perkpolder komt een 75 hectare groot natuurgebied met slikken en schorren om de Westerschelde en het Schelde-estuarium ecologisch op peil te houden. Het project is in uitvoering en wordt volgend jaar gefinaliseerd. Volgens Anton van Berchum is het succes onder meer te danken aan de vroege consensus op politiek-bestuurlijk niveau en de gezamenlijke en integrale planvorming. Ook het feit dat in de externe communicatie sterk de nadruk werd gelegd op het integrale karakter van het project, was cruciaal. Verder draagt een stabiele en betrouwbare overheid bij tot bereidheid in de privésector, meent Anton van Berchum. Hij vindt het ook belangrijk dat er continuïteit is bij de vertegenwoordigers van de betrokken organisaties. Tot slot is het essentieel om van plan tot realisatie de krachten en belangen te bundelen (Rijkswaterstaat, gemeente, provincie, Perkpolder Beheer, Dienst Landelijk Gebied, Waterschap).

Waterdunen: natuur en recreatie verbinden Lies Dekker, provinciaal projectleidster Waterdunen, Provincie Zeeland Uit het project Waterdunen leerden we dat het cruciaal is om spanningen tussen natuur en recreatie van bij het begin aan te pakken. Alleen zo kan je maatschappelijke weerstanden voorkomen. Het project Waterdunen combineert in het gebied tussen Breskens en Groede de verbetering van de kustveiligheid (het is een van de acht Zwakke Schakels aan de Nederlandse kust), met een vernieuwing van het toeristische aanbod en een versterking van natuur en landschap. De investering bedraagt ongeveer 200 miljoen euro, een combinatie van privaat en publiek geld. Waterdunen, dat onder de regie staat van Provincie Zeeland, past binnen de doelstellingen van het gebiedsplan Natuurlijk Vitaal. Daarin zijn het stimuleren van de economie en de verbetering van de omgevingskwaliteiten zoals natuur, landschap, cultuurhistorie en de leef- en recreatieomgeving belangrijke pijlers. Het past bij de beoogde kwaliteiten van het Nationaal Landschap Zuidwest- Zeeland. Het project is door het ministerie van VROM aangewezen als landelijk voorbeeldproject Ontwikkelingsplanologie. Op de plaats waar nu camping Napoleon Hoeve en een groot akkerbouwgebied liggen (in de Oud- en Jong Breskenspolder, ten noorden van Groede tussen de Groese Duintjes en Schoneveld) wordt een nieuw toeristisch-recreatief aanbod ontwikkeld. Er komen een duincamping met 300 plaatsen (op 14 hectare), een hotel, 400 recreatieverblijven (op 40 hectare) in nieuwe duinen en schorren en bijbehorende aanpassingen van wegen, paden en parkeervoorzieningen. Dat toeristisch-recreatief aanbod wordt gecombineerd met 250 hectare natuur in een gebied met gecontroleerde getijdewerking. Die zilte natuur met slikken, schorren en geulen biedt aan kustvogels zoals de grote stern, de zilverreiger, de bruine kiekendief, de scholekster en de bergeend voedsel en broedgelegenheid. Volgens Lies Dekkers zijn er heel wat lessen te trekken uit het project. Spanningsvelden tussen natuur en recreatie, weerstanden bij grondeigenaren en maatschappelijke weerstanden moeten zo snel mogelijk en liefst van bij het begin van het project worden weggewerkt. De planvoorbereiding neemt veel tijd in beslag en krijgt veel maatschappelijke en bestuurlijke aandacht. Tijdens die periode is het belangrijk om: o de brede doelstelling van het project meteen duidelijk te communiceren. Veiligheid en economie moeten meteen naast de ecologische doelen worden geplaatst; o alert te zijn voor kansen en opportuniteiten van bij het begin; o aandacht te hebben voor zowel ratio (onderbouwing door onderzoek) als emotie (verbeelding); o in te zetten op vertrouwen en drive bij de partners;

De beheerperiode is een lange periode die essentieel is voor het duurzame functioneren van het gebied, maar waarbij vaak publieke weerstanden ontstaan. Leerpunten uit deze fase zijn: o structureel beheergeld is veel moeilijker te vinden dan incidenteel inrichtingsgeld; o de overdracht van natuurgebieden aan beoogde natuurbeheerders moet op basis van een marktconforme prijs gebeuren; o (toekomstige) beheerders betrek je best bij het opstellen van de bestekken; o ook het tijdelijke beheer van de natuurgebieden moet geregeld worden. De uitvoering is een relatief korte periode met grote impact op de directe omgeving. Voor deze fase onthoudt de initiatiefnemer dat: o de samenhang in de uitvoering van de werken om een pragmatische aanpak vraagt tussen de verschillende partijen; o grote uitgaven voldoende mensuren vergen voor de aansturing en de afstemming binnen het project; o routes (werk- en ander verkeer) en nulopnames belangrijke aandachtspunten zijn in het omgevingsmanagement; o het draagvlak voor het project toeneemt, als mensen zien hoe het gebied er zal uitzien. Klaar voor de Toekomst in Terneuzen Harm Verbeek, omgevingsmanager Nieuwe Sluis Terneuzen bij de VNSC De nieuwe sluis in Terneuzen wil de capaciteitsproblemen voor de binnenvaart aanpakken, de zeevaart stimuleren en de toegang tot de havens van Gent en Terneuzen bevorderen. Het sluizencomplex bij Terneuzen is dé toegangspoort naar de havens van Terneuzen en Gent en zorgt voor scheepvaartverbinding tussen Nederland, België en Frankrijk. Het projectteam Nieuwe Sluis Terneuzen van de Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie is druk bezig met de voorbereidingen voor een nieuwe sluis in het huidige complex. Het project bevindt zich tot 2015 in de planuitwerkingsfase. Na de politieke besluitvorming en de bouw van de sluis moet in 2021 het eerste schip door de nieuwe sluis varen. Een nieuwe sluis biedt volop kansen. Ze geeft een antwoord op de capaciteitsproblemen voor de binnenvaart, stimuleert de zeevaart en bevordert de toegang tot de havens van Gent en Terneuzen. Uit de verkenningsfase van het project kwamen twee knelpunten naar voor: problemen met de breedte, de diepgang en de lengte van het huidige en toekomstige scheepvaartverkeer; capaciteitsproblemen voor zeevaart en binnenvaart bij toenemend gebruik van het sluizencomplex en het kanaal. Op 19 maart 2012 viel de politieke beslissing een nieuwe grote zeesluis te bouwen binnen het huidige complex in Terneuzen. De kosten voor het project worden tussen Nederland en Vlaanderen

verdeeld en de opdracht voor de planuitwerking wordt aan de VNSC toevertrouwd. De realisatie zal pas starten na het sluiten van een verdrag tussen beide landen. In het politieke besluit is ook afgesproken dat er voorlopig geen aanpassingen aan het kanaal worden uitgevoerd. De opdracht van de VNSC bestaat erin: het ontwerp in proof of concept uit te werken; een (Ontwerp) Tracébesluit op te stellen, samen met het milieueffectrapport (MER) en de passende beoordeling; het aanbestedingsdossier voor de realisatie van de werken op te maken; Daarnaast moet het project een bijdrage leveren aan het verdrag en het TEN-T-subsidiedossier. Voor de bouw van de nieuwe sluis werden drie varianten onderzocht, die alle technisch en financieel mogelijk zijn. Vervolgens werd uitgezocht welke opties het meest evenwichtig zijn en resulteren in een efficiënte sluis met een haalbaar ontwerp voor de omwonenden. Uiteindelijk werd voor een voorkeursalternatief gekozen uit de verschillende onderzochte onderdelen, waarbij de nieuwe sluis binnen het huidige complex wordt gebouwd. Die keuze is gebaseerd op doelstellingen op het vlak van capaciteit, schaalvergroting en robuustheid. Het project bevindt zich sinds 2012 in de planuitwerkingsfase. Die omvat de volgende stappen: technisch en milieuonderzoek zijn uitgevoerd (tot zomer 2014); opmaken sturende ontwerpbesluiten voor mogelijke variant (najaar 2014); opstellen Ontwerp-Tracébesluit en MER (eind 2014); ondertekening verdrag (begin 2015); ondertekening Ontwerp-Tracébesluit (begin 2015). Een overbruggingsfase moet de periode tussen de planuitwerking en de uitvoering van het project zo beperkt mogelijk houden. Die fase wordt voornamelijk benut om het projectgebied beschikbaar te krijgen. De belangrijkste stappen daarbij zijn de grondverwerving, de nadere inventarisatie van de ondergrond en het verplaatsen van kabels en leidingen. Het einde van de projectuitwerkingsfase en het daaraan gekoppelde projectbesluit is voor najaar 2015. In 2016 volgt de keuze van een aannemer na een aanbestedingsprocedure. De start van de werken komt eraan in 2017. Het bouwen van de nieuwe sluis duurt vier tot vijf jaar. In het beste geval wordt de sluis opgeleverd tegen 2021.

De Schelderaad aan het woord Het Scheldesymposium 2014 werd afgesloten met een rondetafelgesprek met vertegenwoordigers van de havens en de natuur- en landbouworganisaties. Namen deel aan het gesprek: Havens Guy Janssens, Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen Daan Schalck, Haven Gent Dick Engelhardt, Zeeland Seaports Landbouw Paul Cerpentier, Algemeen Boerensyndicaat Oost-Vlaanderen Pieter Van Oost, Boerenbond Leuven Peter de Koeijer, Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie Natuur Tieu van Mierlo, Zeeuwse Milieu Federatie Harm Schoten, Vogelbescherming Nederland Pieter Van Oost (Boerenbond) merkt op dat in de verschillende presentaties tijdens het symposium slechts beperkte aandacht was voor landbouw. Nochtans is de druk op de landbouwgronden door de gebiedsgerichte projecten in het Schelde-estuarium bijzonder groot. Die enorme druk legt samen met het zware vergunningenbeleid een hypotheek op de toekomst van de landbouw. Van Oost pleit ervoor om vitale bedrijven de nodige rechtszekerheid te bieden. Voor grensboeren is de complexiteit van de regelgeving nog groter door de verschillen in Vlaanderen en Nederland. Van Oost stelt dat een objectieve monitoring van natuur noodzakelijk is. De natuursector monitort vandaag zichzelf. Paul Cerpentier (Algemeen Boerensyndicaat) wijst erop dat landbouwers begrip hebben voor maatregelen die de veiligheid en de economische ontwikkeling ten goede komen, maar dat het voor hen veel moeilijker is gronden af te staan voor natuur. De druk is zo groot dat landbouwers niet bereid zijn om ook nog eens gronden af te staan voor natuurcompensatie. Bovendien zijn de flankerende maatregelen ontoereikend. De grondenbanken zijn leeg, bij de prijszetting voor onteigeningen worden prijzen van twee jaar geleden gehanteerd en er is geen geld om ruilgronden aan te kopen. Cerpentier pleit voor correcte vergoedingen bij onteigeningen. Hij zegt dat een verdere verdieping van de Schelde niet nodig is en dat er geen verdere behoefte is aan gecontroleerde overstromingsgebieden. Peter de Koeijer (Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie) sluit zich aan bij de standpunten van de Vlaamse landbouworganisaties. Er is ook in Nederland grond tekort voor de landbouw. Daarom moet geconserveerd worden wat nog rest aan landbouwgrond en moet er inventief worden omgegaan met de gevolgen van de klimaatsverandering. Die mag de druk op de landbouwgrond niet nog eens

verhogen. De Koeijer denkt niet op een termijn van 5 of 10 jaar, maar veeleer op 30 en 40 jaar. In dit langetermijndenken over duurzaam ruimtegebruik vindt hij dat ook het idee van eilandjes voor de kust verder onderzocht moet kunnen worden. Tjeu van Mierlo (Zeeuwse Milieu Federatie) heeft begrip voor de moeilijke situatie van landbouwers die grond moeten afstaan voor natuur. Hij is ervan overtuigd dat er slechts samenhang in een project kan ontstaan wanneer natuur als een gelijkwaardige partner wordt beschouwd. Het ecosysteem in de Westerschelde is bijzonder kwetsbaar. Herstel is nodig en een verplichting vanuit Europa. Bij de ontwikkeling van een duurzaam Schelde-estuarium moeten alle belanghebbenden samen aan tafel zitten, vanuit een integrale visie op het gebied: een bloeiende haven in een gezond estuarium. Harm Schoten (Vogelbescherming Nederland) wijst erop dat de natuurgebieden in de Westerschelde tot de meest bedreigde in Europa behoren. Voor Schoten moet het verdiepen van de Westerschelde samengaan met het geven van ruimte aan de rivier. Vogelbescherming Nederland heeft een aantal rechtszaken aangespannen tegen maatregelen die de natuurlijkheid van het Schelde-estuarium aantasten. Guy Janssens (Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen) onderschrijft de evolutie naar een meer integraal denken en het streven naar een win-winsituatie. In het verleden dacht men te vaak in hokjes. Janssens wijst op de enorme kennis die rond het Schelde-estuarium is opgebouwd. De expertise bij alle partners is sterk gegroeid. Dit is het juiste moment om grondig naar de Schelde te kijken vanuit een grondiger begrip van de riviermorfologie. Voor de havens staat de toegankelijkheid centraal. Rederijen gaan op zoek naar schaalvergroting. Het vertrouwen in de haven van Antwerpen dat vandaag bij veel marktpartijen leeft, moeten we blijven voeden. Maar toegankelijkheid slaat niet alleen op het fysieke systeem. Er spelen ook andere aspecten, zoals een betere afstemming van de ketenpartners en een optimaal toelatingsbeleid voor het scheepvaartverkeer. Daan Schalck (Haven Gent) onderstreept dat voor de havens de capaciteit van de rivier het voornaamste aandachtspunt blijft. Een vlotte nautische toegankelijkheid, gecombineerd met competitieve voorwaarden op het vlak van milieu en normering, is noodzakelijk. Schalck vindt dat er te veel uitsluitend gedacht wordt aan verdiepen of een fysieke aanpassing. Andere elementen spelen ook een rol: coördinatie van de scheepvaart, een performant IT-platform, afspraken tussen de havens en met andere overheden, reglementering rond uitstoot. Dick Engelhardt (Zeeland Seaports) geeft aan dat het voor een haven strategisch belangrijk is te kunnen groeien. Voor dit scenario moet naar een maatschappelijk draagvlak gezocht worden. Het heeft geen zin mekaar te bestrijden over de schaarse ruimte. Er moet meteen een koppeling zijn tussen economische activiteit, natuurontwikkeling en veiligheid. De slechte staat van instandhouding in en om de Westerschelde geldt niet alleen voor de natuur maar ook voor de veiligheid en de bevaarbaarheid. Tot de ontwikkeling van economische activiteiten behoren ook kansen voor natuurontwikkeling en voor de verbetering van de veiligheid. Slotbeschouwing rondetafelgesprek: alle panelleden zijn het erover eens dat de recentelijk opgerichte Schelderaad het geschikte instrument is voor een integrale visie op het Scheldeestuarium. De Schelderaad is het vehikel voor een maatschappelijk draagvlak rond de ontwikkelingen van het estuarium.