Begeleidend Personeel Utrecht, 3 juni 2015
Overzicht van de presentatie 1. Veranderende regelgeving t.a.v. Begeleidend Personeel 2. Regelbinding 3. Veranderingen in de opsporing en bewijsvoering 4. Jurisprudentie analyse 5. Twee (min of meer) Nederlandse zaken 6. Vragen, discussie en afsluiting 2
3 1. Veranderende regelgeving
De sporter centraal Begeleidend Personeel was in de afgelopen jaren een onderbelichte factor: - De WAD Code richt(te) zich primair op de sporter - Het belangrijkste bewijsmiddel (de dopingcontrole) brengt geen overtredingen van Begeleidend Personeel aan het licht - Begeleidend Personeel is niet altijd (goed) aan de antidopingregels gebonden 4
De sporter centraal Die situatie was (en is nog steeds) onbevredigend: - Begeleidend Personeel heeft een grote rol gespeeld in een aantal zeer bekende, omvangrijke zaken - Sporters staan vaak onder (aanmerkelijke) invloed van het begeleidend personeel - Beleid dat Begeleidend Personeel buiten schot laat is ongeloofwaardig 5
Begeleidend Personeel centraler Maar het Begeleidend Personeel komt meer in beeld: - De WAD Code 2015 kent nieuwe overtredingen - Complicity - Prohibited Association - Gebruik door BG is nu ook verboden - Er is meer geregeld rondom de opsporing - International Standard for Testing and Investigations - Verplicht vervolgonderzoek, o.a. als er in de omgeving van Begeleidend Personeel meerdere overtredingen worden vastgesteld 6
7 2. Regelbinding
Regelbinding is een probleem Begeleidend Personeel is vaak niet (goed) aan de anti-dopingregels gebonden: - Binnen de georganiseerde sport vindt regelgeving primair plaats via het lidmaatschap - In aanvulling daarop kunnen arbeidsovereenkomsten, vrijwilligersovereenkomsten en licenties tot regelbinding leiden - In de praktijk is de situatie divers, ondoorzichtig, onbevredigend en riskant (voor de bond) 8
Regelbinding is een probleem Begeleidend Personeel is vaak niet (goed) aan de anti-dopingregels gebonden: - Buiten de georganiseerde sport is zelden sprake van rechtstreekse binding aan anti dopingregels - Beroepsnormen kunnen een (bescheiden) rol spelen - Ook voor gedragingen buiten de georganiseerde sport is regelbinding via de georganiseerde sport mogelijk, maar dit is te willekeurig en (dus) onvoldoende 9
Regelbinding is een probleem Maar ook hier is een voorzichtige tendens ten goede te bespeuren: - Een aantal bonden onderzoekt of statutenwijziging tot betere regelbinding kan leiden - Er is een tendens om meer licentiesystemen in te voeren, dan wel bestaande uit te breiden - Voorbeeld: KNWU vereist nu van al het Begeleidend Personeel (ook artsen) een licentie - Arbeidsovereenkomsten en vrijwilligersovereenkomsten worden gescreend en aangepast - Er is een tendens om jurisdictievraagstukken ruimer te beoordelen 10
3. Veranderingen in opsporing en bewijsvoering 11
Opsporing en bewijsvoering Langzamerhand komt het Begeleidend Personeel beter in beeld: - Intelligence & Investigations is als aparte taak ontwikkeld, en inmiddels ingebed in afdeling Opsporing & Handhaving - Ons internationale netwerk van antidopingorganisaties is (langzaam, maar volop) in ontwikkeling - Protocollen, overeenkomsten, etc. - Social media vormen een belangrijke informatiebron - Verklaringen van sporters nemen in belang en aantal toe - Substantial assistance / substantiële ondersteuning kan daarbij een belangrijke rol gaan spelen - Tips nemen in belang en aantal toe - Vertrouwenspunt Sport naast de rechtstreekse benadering 12
Opsporing en bewijsvoering En in de toekomst verwachten wij een sterke toename i.v.m. wettelijke verankering van het beleid: - Intelligence & Investigations, Preventie, en de uitvoering van Dopingcontroles worden waarschijnlijk wettelijke taken - Informatie-uitwisseling met opsporingsinstanties wordt waarschijnlijk wettelijk geregeld - En het ligt voor de hand dat dat overwegend informatie over handel zal betreffen - Nu al hebben we een goed lopende samenwerking met IGZ en NVWA t.a.v. gezondheidswaarschuwingen e.d. 13
14 4. Jurisprudentie-analyse
Recent onderzoek Begeleidend personeel en doping Marieke Kempe Afstudeerproject Hogeschool Leiden HBO Rechten 15
Inhoud werkstuk 1. Inleiding 2. Dopinggerelateerde regels 3. Wijzigingen in de Code en het NDR 4. Tuchtrechtelijke procedure 5. Jurisprudentie analyse 6. Conclusies 7. Aanbevelingen 16
Inhoud werkstuk 1. Inleiding 2. Dopinggerelateerde regels 3. Wijzigingen in de Code en het NDR 4. Tuchtrechtelijke procedure 5. Jurisprudentie analyse 6. Conclusies 7. Aanbevelingen 17
Jurisprudentie analyse - Ons Anti-Doping Knowledge Center (te raadplegen op www.doping.nl) bevatte bij sluiting van het onderzoek 2176 uitspraken - Daarvan hadden 35 uitspraken betrekking op overtredingen door Begeleidend Personeel (1,6%) - Het betrof 40 personen 18
Jurisprudentie analyse - In 20 van de 40 gevallen wordt jurisdictie verondersteld / geaccepteerd, maar in het geheel niet toegelicht - Het betrof: 28 coaches 8 (team)artsen 3 managers - 1 overig 19
Jurisprudentie analyse - Het betrof 25 keer een overtreding van Code 2.8 (toediening / assistentie bij), gevolgd door Code 2.7 (handel) en Code 2.6 (bezit) - In 5 van de 40 gevallen kwam het Panel tot vrijspraak - Het bewijs: - Bestond in 13 van de 40 gevallen (mede) uit een politiedossier of een rechterlijke uitspraak - Bestond in 32 van de 40 gevallen (mede) uit (een) verklaring(en) - Bestond in 14 van de 40 gevallen (mede) uit een rapport (opgesteld door DCO s, speciale commissies, etc.) 20
Jurisprudentie analyse - Bijzondere omstandigheden: - In 13 van de 40 gevallen werd de overtreding extra aangerekend wegens de positie van de betrokkene als begeleidend personeel (in de andere 27 wordt hier niet op ingegaan) - In 5 van de 40 gevallen werkte de aard van het verstrekte of toegediende middel strafverzwarend - In 7 van de 40 gevallen is sprake van een minderjarige sporter, wat in alle gevallen strafverzwarend werkte NB In 3 van de 40 gevallen kon ook een niettuchtrechtelijke consequentie (zoals ontslag) worden achterhaald 21
Jurisprudentie analyse - Het betrof in vrijwel alle gevallen Code-conforme sancties, of uitspraken van vóór de Code van kracht werd - In 3 gevallen werden niet Code-conforme sancties opgelegd (in alle gevallen zaken waar een minderjarige sporter bij betrokken was, maar geen levenslange uitsluiting werd opgelegd) - In alle gevallen lagen de sancties tussen vier jaar en levenslange uitsluiting 22
5. Twee (min of meer) Nederlandse zaken 23
De zaak K. Poging tot uitvoering van een dopingcontrole bij Nederlandse vechtsporter in Suriname, door SADA - De omstandigheden zijn onrustig en rumoerig - Sporter verwijst de DCO naar zijn trainer/coach - De trainer/coach geeft aan dat er niet wordt meegewerkt aan de controle, en hij ondertekent het dopingcontroleformulier met (naar later blijkt) een valse naam - De dopingcontrole wordt daardoor niet uitgevoerd 24
De zaak K. In eerste instantie wordt de sporter vervolgd wegens weigering - Echter, een weigering is pas mogelijk na de aanwijzing, en die had nog niet (correct) plaatsgevonden - Handelingen van een derde (inclusief de trainer/coach) kunnen niet aan de sporter worden verweten Ergo: vrijspraak 25
De zaak K. In tweede instantie wordt de trainer/coach vervolgd wegens beïnvloeding van het dopingcontroleproces - Daarvoor moest betrokkene wel eerst eenduidig worden geïdentificeerd - Dit gebeurde door de sporter tijdens de hoorzitting te confronteren met een gepubliceerde foto waarop de Surinaamse DCO (die telefonisch gehoord werd) de persoon met wie zij gesproken had herkende - De sporter identificeerde de afgebeelde persoon als zijn trainer/coach K. 26
De zaak K. De zaak werd in eerste aanleg en in beroep behandeld door het ISR - De afgelegde verklaringen waren niet consistent en niet geloofwaardig - K. werd in beide instanties veroordeeld tot twee jaar uitsluiting - K. heeft een eigen sportschool, waardoor er vragen rijzen over de toepassing van het artikel over Prohibited Association / Verboden samenwerking 27
De zaak L. Belgische arts is jarenlang betrokken bij dopingpraktijken bij een Nederlandse professionele wielerploeg - Strafrechtelijk onderzoek in België leidt niet tot vervolging - In België wordt ook geen tuchtprocedure gestart - L. is geen lid van een sportfederatie - En dus volgt internationale afstemming over de beste oplossing voor het jurisdictievraagstuk 28
De zaak L. De zaak L. wordt vervolgd in de VS - USADA baseert zich daarbij op de regel dat elke antidopingorganisatie die een overtreding vaststelt, daardoor het recht op vervolging krijgt - Deze regel was al met succes toegepast in enkele andere zaken - L. vecht de jurisdictie niet aan 29
De zaak L. Het bewijs wordt geleverd door drie Nationale antidopingorganisaties - USADA beschikte reeds over diverse belastende verklaringen, direct of indirect voortvloeiend uit het US Postal-onderzoek - Anti-Doping Denmark levert getuigenverklaring van wielrenner Michael Rasmussen - De Nederlandse Dopingautoriteit levert getuigenverklaringen van verschillende getuigen 30
De zaak L. L. wordt veroordeeld tot levenslange uitsluiting - L. gaat niet in beroep - De sanctie wordt overgenomen door de UCI (en krijgt daarmee wereldwijde gelding) - De Belgische autoriteiten gaan ook na deze veroordeling niet tot strafrechtelijke vervolging over - Medisch-tuchtrechtelijke vervolging is niet langer mogelijk omdat L. niet meer als arts actief/ingeschreven is 31
6. Vragen, discussie en afsluiting 32
Dank! Herman Ram