DOSSIER STILTE SPREEKT Zoveel stiltes Totdat een dieper luisteren meeluistert 16 Guido Vanhercke Eén keer heb ik stilte echt gevoeld. Stilte hoor je normaal te horen, al is, nu ik er over nadenk, ook dat niet vanzelfsprekend. Geluid hoor je, in alle maten en gewichten, van de snelweg tot de merel in de avond. Stilte worden we eerder gewaar, vaak plots, als een besef dat opengaat in ons hele lichaam: een besef van leegte, van wachten, van geduld, van louter aanwezig zijn Er zijn er bij wie dan angst komt. Er zijn er die die plotse stilte ervaren als een blik, een uitgestoken hand. Een vraag misschien: wie ben je? Maar één keer heb ik stilte toch echt menen te voelen: in de woestijn van Marokko, achter een heuveltop, vielen de stemmen van de groep weg en voelde ik iets zachts in mijn oor, iets oneindig plooibaars, iets dat mijn dunne grenzen heel intiem leek te kennen. Hoe lang bleef ik zo staan? Ik weet het niet meer. Er is ook zoiets als op tijd moeten gaan eten of de tent helpen opzetten. Ik ben kind van de polders geweest. Een ruimte altijd in beweging: wolken, zon, licht, vogels, wind, velden en rondom een horizon die niet ophield, met hoeven en kerken die verdwenen als het grijs was en de regen alles verdronk. Maar zo stil, die eindeloosheid. Altijd was ik blij (nog altijd!) als er storm was, dan hoorde ik tenminste een geluid dat paste bij alle grootheid. Er is een stilte die angst kan aanjagen, een leegte die ontmenselijkt, omdat ze zonder grenzen is. Diezelfde stilte, maar dan van binnen, klonk niet maar woog tussen mijn ouders. Ze begrepen elkaar niet, ze vonden elkaar niet. En zwegen dan maar, om niet weer te moeten ruziën. Ook in mensen hangt soms een stilte die grenzeloos is, zonder woorden, zonder gebaren. Je vermoedt ze soms in gezichten. Veel vaker echter zie je ze niet. De stilte van eenzaamheid waar geen begin aan is om ze
Vrouw aan de rand van de bloemenmarkt in Gyor, Hongarije. foto: Guido Vanhercke. 17 uit te spreken. De stilte van groot lijden. Niet elk lijden wordt cynisch, gaat tekeer of slaat en kerft. Veel vaker zwijgt het en probeert s nachts, in die andere stilte, niet nog meer pijn te voelen. Toen kwam er een andere stilte in mijn leven: iemand die luisterde en bleef luisteren. Tot ik woorden vond die er voordien niet waren, of die mij nooit geleerd waren. En de onverschilligheid van een wereld die zo verpletterend kon zwijgen, sprong open. Sindsdien vind ik luisteren een van de hoogste menselijke daden. Iemand maakt zich stil voor iemand anders, en in die bewuste, liefdevolle leegte ontstaat niet meer of niet minder dan geboorte. Kracht wordt teruggevonden, betekenis herinnerd van toen we heel klein waren en een lichaam ons droeg en losliet. Maar niet voor altijd, nooit totaal. Zolang de ene mens luistert naar de andere, herinnert de andere mens zich het grote gebaar waarmee hij op de wereld is gezet. Misschien is dat diepe aanvoelen dat boven komt, een even grote ruimte als die van de natuur die zwijgend aan ons voorbij gaat. Wacht elke stilte dan om gebroken te worden? De stilte die opsluit en verplettert wel, ja. Als iemand daar de wezenvolle stilte van luisteren tegenover durft te stellen, komt kracht terug, zelfs al is er geen oplossing. Die stilte omringt, omarmt, omdat ze gevuld is. Omdat ze zelf ook is aangeraakt. Mensen geven elkaar liefde door als hun grootste kostbaarheid, en vaak hoef je daarvoor alleen maar niet weg te lopen maar te blijven. In stilte. Die stilte moet niet doorbroken worden, ze doorbreekt zelf. Die stilte zwijgt omdat ze kan spreken, ze heeft woorden, ze heeft gebaren, ze heeft een blik.
18 Monniken gaan om de zoveel uur in die wezenvolle stilte staan en proberen te luisteren naar de hartenklop van heel de wereld. Een onmogelijke taak, ja, maar monniken zijn niet bang van dromen en vergezichten, en koppig zijn ze ook. Ouders zitten even op het bed van het kind dat ze onder hebben gestopt, morgen is er weer een dag en wie weet waar ze dan naar moeten luisteren, welke honger ze dan moeten stillen, zonder veel ophef. En de verpleegster komt de oude vrouw wassen; en de leraar stelt na de les net die kleine vraag die een gesprek mogelijk maakt; en de vriend praat een lange avond met zijn vriend, een genot is dat, misschien nog het meest omdat de stilte tussen de woorden niet weegt maar warm is van die vriendschap; en de wandelaar voelt zijn bloed stromen en denkt: hé ik hoor mijn lichaam; en de buurvrouw past op de kindjes van het huis naast haar, zodat hun moeder naar het ziekenhuis kan, voor een zoveelste bestraling. Dat stille aanraken van mensen, door mensen En het wonderlijk stille spreken van een boek. En de stilte voor en na de eerste noot van de Goldberg Variaties, zoals Glenn Gould die aanslaat. Er zijn blijkbaar diepten voor en na alles dat even mocht bestaan. En dan die stilte als fysieke pijn plots ophoudt. En de stilte voor het inslapen. Heel alleen met je rug tegen het heelal, en toch niet bang. En de diepste stilte van al, die van een dood lichaam. Het lijkt nog even te wachten samen met ons, maar het verzinkt al in een stilte die wij niet mogen kennen. Nog niet Eén keer keek de stilte mij lang aan. Ik was in het voorjaar in Sénanque. De avond viel rond de abdijkerk en ik haastte me voor de vespers. Maar ik was te vroeg, kwam in een doodstille kerk, volledig donker op één klein lichtje na, en voelde dat ik niet alleen was. Overal rond mij aanwezigheid, hoewel de kerk leeg was en de stilte hard als steen. Ik keek, ik wachtte, ik zweeg. Een dieper luisteren luisterde met mij mee. Wat werd toen in mij geboren? Dan werden een paar lichtjes meer ontstoken, kwamen zes monniken binnen en begon, in dat eeuwenoude duister, het zingen. Guido Vanhercke is publicist en dichter. Hij bezorgde o.m. Autobiografie van een ziel en De aanraking, twee meditatieve en poëtische dagboeken waarvan de aandachtige blik en de verwondering de ontsluiters vormen voor religieuze ervaringen in de breedste zin van het woord.
19 Over abba Sisoês wordt het volgende verteld. Terwijl hij neerzat in zijn stille kluis, riep hij ineens luidkeels: Wat een doffe ellende! Zijn leerling vroeg hem: Wat scheelt er, vader? En de oude zei: Ik zou graag de stilte verbreken, maar ik vind niemand om een praatje mee te maken. (Sisoês 47)
20 Kathedraal Lerida, Spanje. foto: Guido Vanhercke.
Passies (Bach) Er is een god die luistert als iemand uitleggen wil waarom de klanken goden zijn en scheppers van een groter lied. 21 Er is een god die zwijgt in de stilte nadien zoals men stil wordt en zwijgt bij een groter verdriet. Guido Vanhercke