Sanctierecht HC10: Vermogenssancties Het onderwerp van deze week is vermogenssancties. De onderwerpen verbeurdverklaring en onttrekking aan het verkeer behoren tot zelfstudie. Verbeurdverklaring is een (bijkomende) straf en onttrekking aan het verkeer is een maatregel bedoeld om gevaarlijke voorwerpen aan het verkeer te onttrekken. Historie Een geldboete is één van de oudste straffen, naast lijfstraffen en verbanning. Tot het begin van de achttiende eeuw kende Nederland ook de straf confiscatie van het vermogen. Dit hield in dat je al je vermogen kwijtraakte. Daarmee raakten mensen aan de bedelstaf en daarom is de straf nu verboden. De geldboete waar wij het over hebben is vanaf 1881 in het Wetboek opgenomen als één van de drie hoofdstraffen. Inmiddels is dit één van de vier hoofdstraffen. Verbeurdverklaring rekenen we nu daar even niet toe, hoewel dat ook een aparte straf kan zijn. In de vorige eeuw hebben we een uitbreiding gezien van de geldboete, onder andere door de commissie van Binsbergen in de jaren 60. De optimale sanctie is de minimale was het motto. Dit houdt in dat indien je met de minimale middelen hetzelfde resultaat kan bereiken, je die minimale middelen ook moet gebruiken. Daarom is de geldboete uitgebreid: De geldboete wordt vaker toegepast De voorwaarden zijn uitgebreid, zie art. 14c en Ontneming van voordeel Dit is terechtgekomen in de Wet vermogenssancties uit 1983. Die wet voerde het onder meer het rechterlijke pardon (art. 9a) in. De andere hoofdpunten zijn: De transactie (leer het verschil met een OM-afdoening! Transactie is bijvoorbeeld geen vorm van vervolging) Geldboete wordt algemeen in plaats van bijzonder Zes boete-categorieën die de bijzondere maxima vervangen Bijkomende straffen zijn niet meer bijkomend Storing waarborgsom wordt één van de bijzondere voorwaarden Ontnemingsmaatregel De rechten van het slachtoffer werden uitgebreid door de Wet Terwee: De voeging benadeelde partij, art. 51a Sv De schadevergoedingsmaatregel Storting in Schadefonds Geweldsmisdrijven Uit dit fonds worden schadevergoedingen voor benadeelden betaald als bij de dader niets te halen valt. Dat fonds wordt gevuld door straffen die een storing in dat Schadefonds inhouden. Na de wet Terwee is de Wet versterking rechtspositie slachtoffers gekomen. Soorten boetes Transactie, dit is ter voorkoming van een strafvervolging (maar je voorkomt hiermee geen aantekening op je justitiële documentatie) OM-boete Politie-boete Geldboete door de strafrechter
Submissie: dit is het recht op afdoening buiten proces indien er alleen geldboete op het feit is gesteld, art. 74a. Dit is een ouderwets artikel, het houdt in dat je de vervolging afkoopt. Dit geldt alleen voor delicten waarvoor uitsluitend een geldboete is gesteld. Je biedt dan het maximale geldbedrag, dan wordt je niet meer vervolgd. Nadelen geldboete: een ander kan de boete betalen voor jou. Daarnaast bevordert het de ongelijkheid want de tarieven in strafzaken zijn voor ieder gelijk, maar inkomens en vermogens niet. Voordelen geldboete: Het levert 52 miljoen op per jaar. Een ander voordeel van de geldboete is dat het niet criminogeen werkt. Criminogeen = besmetting met criminaliteit door gedwongen omgang met andere gestraften. Dit blijft bij de geldboete Een laatste voordeel is dat de geldboete afschrikkend werkt. De geldboete is de vierde hoofdstraf, art. 9 lid 1 onder a Sr. Het minimale bedrag is 3 euro, en per delict geldt een maximale hoogte (een categorie). Deze boete-categorieën vind je in art. 23 lid 4 en lid 9 Sr. Ook als er geen boete of boetecategorie staat bij het delict, dan geldt toch de mogelijkheid voor het opleggen van een geldboete door de rechter, zie art. 23 lid 5 en 6. Daarnaast is de geldboete te combineren met alle overige sancties, behalve met de levenslange gevangenisstraf. De geldboete is ook voorwaardelijk mogelijk, zie art. 14a Sr. Maximale boete De maximale geldboete is bij de eerste categorie 405 euro. In het jeugdstrafrecht is de tweede categorie het maximum, te weten tot 4050 euro. Voor volwassenen is de maximale geldboete de vijfde categorie, te weten tot 81.000 euro. In bijzondere wetten staan extra verhogende gronden, zoals art. 6 lid 1 WED en art. 69 AWR. Voor rechtspersonen geldt nog een verhoging, tot 810.000 euro. Er zijn drie soorten grenzen aan de boete 1. De wettelijke maxima, art. 23 Denk hierbij aan de bijzondere boete-categorieën voor bijvoorbeeld minderjarigen. Voor politiebeschikkingen geldt een maximum van 350 euro en voor OM-boete geldt een maximum van 2000 euro (tenzij de verdachte gehoord is door OM in aanwezigheid van zijn raadsman, dan mag er een hogere boete dan 2000 euro worden opgelegd). Wettelijke maxima bij meerdaadse samenloop De wettelijke maxima bij meerdaadse samenloop bieden perspectief voor verhoging. Een voorbeeld van meerdaadse samenloop is dat je in een auto rijdt, je maakt een botsing, en daarmee doodt je met één botsing de twee mensen die in de andere auto zitten. Bij meerdaadse samenloop voor misdrijven geldt: de rechter legt één straf op (geldboete). Die mag onbeperkt cumuleren. Voor elke overval kan dus bijvoorbeeld het maximum gelden. Dus voor 3 overvallen = 3 x 81.000 euro. Dit lijkt vreemd, net als in Amerika waar je drie keer levenslang kunt krijgen. Art 24 Sr: je mag niet een hogere straf opleggen dan zijn draagkracht. Dit is eigenlijk het tweede maximum. Bij meerdaadse samenloop voor overtredingen geldt: ook onbeperkte cumulatie, maar hier moeten aparte straffen worden opgelegd voor ieder delict, art. 62 Sr. Art. 24 Sr geldt ook hier: draagkrachtprincipe. De hechtenis is een hoofdstraf die staat op overtredingen, die cumuleert ook onbeperkt bij meerdaadse samenloop van overtredingen, anders dan bij misdrijven. Daar zit de matiging in art. 18 Sr dat hechtenis (als straf) nooit langer duurt dan een jaar en vier maanden.
2. Draagkrachtmaximum, art. 24 Sr Bij de vaststelling van de geldboete wordt rekening gehouden met de draagkracht van de verdachte in de mate waarin dat nodig is met het oog op een passende bestraffing van de verdachte zonder dat deze in zijn inkomen en vermogen onevenredig wordt getroffen. De straf moet dus passend zijn aan het delict. En geënt zijn op de draagkracht. Je mag dus ook naar boven afwijken. Art. 24 geldt ook voor de verbeurdverklaring (want: is een straf), maar niet voor de schadevergoedingsmaatregel of de ontneming. 3. De rechtspraak Met name zijn hier van belang de strafmotiveringseisen van art. 359 Sv: de verdachte moet wel in staat zijn de boete te voldoen. De Hoge Raad vindt een summiere overweging omtrent of iemand hiertoe in staat is genoeg, maar een onbegrijpelijke overweging wordt gecasseerd. Hierbij ter illustratie het Gold- Flake arrest. Dit speelde in de tijd dat er nog een zwarte markt was voor sigaretten, voor 40 cent per stuk werden de sigaretten verkocht op de zwarte markt. Dit was boven de vastgestelde prijs. Voor één pakje werd verdachte veroordeeld tot 50.000 euro boete, en het bedrijf werd stilgelegd. Deze straf was onbegrijpelijk volgens de Hoge Raad. Dit wordt ook wel het verbazingscriterium genoemd. Zie op Nestor verder nog de arresten Vrijwilligerswerk en Belastingfraude. Doelen geldboete 1. Vergelding 2. Winst afromen (dit doet denken aan voordeelontneming) Wordt hiermee de verhouding tot de voordeelsontneming dan ook verstoord? Nee, de draagkracht-eis van art. 24 Sr blijft immers gelden. Betaling van de boete Betaling moet binnen een bepaalde termijn geschieden, maar uitstel is mogelijk. Het OM bepaalt de termijn. In feite gebeurt alles door het CJIB. Het OM moet zo snel mogelijk het vonnis naar het CJIB sturen en het CJIB gaat dan invorderen. Dit staat allemaal in de Aanwijzing Executie. Deze Aanwijzing hoef je voor het tentamen niet mee te nemen of te raadplegen. Het CJIB gaat bij overdraging over tot invordering en eventueel tot uiteindelijk incasso. Het CJIB kan geen rekening meer houden met persoonlijke omstandigheden. Als je iets wilt regelen qua betalingstermijnen o.i.d. dan moet je dat tijdens de strafzaak al aan de rechter voorleggen. Dus ben je eenmaal in handen van het CJIB, dan valt er niets meer te regelen. In de wet staat wel dat dat kan, maar in die Executie Aanwijzing is het zo geformuleerd dat je van het CJIB steeds nul op je rekest krijgt. Een voorbeeld handelen door het CJIB aan de hand van een zaak van 7 mei (hoort eigenlijk bij de schadevergoedingsmaatregel, en niet bij de geldboete): Iemand is veroordeeld voor opzettelijke brandstichting, en heeft drie jaar gevangenis + vw TBS opgelegd gekregen + hij moet een schadevergoeding betalen van 97.000 euro. In deze zaak blijkt dat de man zijn straf heeft uitgezeten en de TBS met voorwaarden met succes heeft afgerond. Hij heeft werk verricht en hiermee geld verdiend en is begonnen met betalen van de schadevergoeding. Inmiddels heeft hij 7000 euro afbetaald, en er staat dus nog 90.000 euro open. Het CJIB zegt: in de Aanwijzing staat dat je binnen 36 maanden dient te betalen. Maar de man kan maar 50 euro per maand opzij leggen om af te betalen. Het CJIB wil geen afspraak maken tot een betalingsregeling. Het aanbod om wel te betalen is aldus afgewezen, omdat de totale schuld niet binnen 36 maanden kan worden betaald. Er kwamen daarom aanmaningen en verhogingen, wat de situatie alleen maar erger maakte. De man leed aan een bipolaire stoornis, en de psychiater had een brief geschreven dat hij door de situatie erg depressief werd
en niet meer kon werken. De zaak van 7 mei betrof een civiele, de man had namelijk een kort geding aangespannen tegen de aangekondigde tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis. Hij heeft in deze zaak gelijk gekregen: zolang hij de betalingsregeling nu nakomt, hoeft hij niet in vervangende hechtenis. Vervangende hechtenis Indien je de geldboete niet betaalt, moet je in vervangende hechtenis. De rechter moet deze vervangende hechtenis opleggen. Je hebt niet de keuze tussen de vervangende hechtenis of het betalen van de geldboete, want als de geldboete is opgelegd en je betaalt niet dan wordt er eerst gekeken hoe er betaald kan worden en er wordt eventueel beslag gelegd op je vermogen. Overeenkomsten vervangende hechtenis bij geldboete en taakstraf: Verplichte oplegging Wettelijke maatstaf omrekening Tenuitvoerlegging door OM zonder omzetting door de rechter Immers: de rechter heeft het al opgelegd. Dit is bij de OM-beschikking anders. Het OM kan dan geen hechtenis opleggen, want het OM is geen rechter. Het OM moet dan de kantonrechter verzoeken om te kunnen gijzelen. Momenteel is er ophef over het feit dat de kantonrechter vond dat door het OM ook verzoeken om gijzeling werden gedaan in gevallen waarin iemand niet kón betalen. Verschil vervangende hechtenis bij geldboete en taakstraf: Bij geldboete: het uitzitten van de boete boete staat niet ter keuze aan de veroordeelde, want eerst verhaal art. 24b en 24c Sr. Bij de taakstraf heeft de veroordeelde wel een keuze. Je kunt iemand niet dwingen tot het doen van een taakstraf, als hij niet wil moet hij zitten en het OM bepaalt dan de tenuitvoerlegging. NB: De vervangende hechtenis bij de schadevergoedingsmaatregel heft de betalingsverplichting niet op. Berekening op te leggen vervangende hechtenis Geldboete Voor elke 25 euro mag je niet meer dan een dag vervangende hechtenis opleggen (minder mag wel). Dit kan nooit meer worden dan 1 jaar of 365 dagen, ook in geval van meerdaadse samenloop. Taakstraf Voor elke twee uur taakstraf mag er niet meer dan een dag vervangende hechtenis worden opgelegd, dit mag minder zijn. De maximale taakstraf is 240 uur, dit wordt dus maximaal 120 dagen vervangende hechtenis (houdt in max. 4 maanden). Verrekening voorarrest Art. 27 Sr: verplichte aftrek voorarrest. Voorarrest = gevangenhouding en gevangenneming (inverzekeringstelling en voorlopige hechtenis). Voorlopige hechtenis is de bewaring en de gevangenhouding en gevangenneming. Bij taakstraf geldt dat als je in voorlopige hechtenis hebt gezeten, bijv. 10 dagen, en de rechter legt taakstraf op, dan kan taakstraf verrekend worden met voorlopige hechtenis. Dit kan ook met de geldboete. Dat gaat dan via de 2 uur per dag (taakstraf) en 25 euro per dag (geldboete). Stel: iemand zit 10 dagen in voorlopige
hechtenis en de rechter legt een boete op van 1000 euro, dan geldt 1000 250 (10 x 25) = 750 euro die overblijft. Hechtenis drie soorten: Hechtenis als hoofdstraf Voorlopige hechtenis Vervangende hechtenis Ongeluk in de Amer-centrale Als rechtspersoon kun je hele hoge boete krijgen (maximaal 810.000 euro, art. 307 en 310). Als er door jouw toedoen 10 mensen omkomen dan kun je 10 keer de maximale geldboete opgelegd krijgen. In deze zaak was 31 keer de Arbeidstijdenwet overtreden, waardoor de rechtspersoon 31 keer een geldboete van 220 euro opgelegd kreeg. Schadevergoedingsmaatregel Dit is een herstelmaatregel, net als ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. Dit heeft dan ook niets te maken met ernst van het feit; er geldt geen proportionaliteitseis en leedtoevoeging is niet van toepassing. Voorwaarden Alleen oplegbaar bij rechtstreekse schade Omdat de maatregel in het belang van het slachtoffer wordt opgelegd, heeft de staat de inning op zich genomen Het CJIB int de geldsom en betaalt dit zo spoedig mogelijk uit aan het slachtoffer Art. 36F lid 7 De staat schiet het bedrag ook voor sinds 2011, indien er binnen 8 maanden nog geen betaling heeft plaatsgevonden door de veroordeelde. In AMvB S 2010, 311 staat echter dat dit het bedrag van 5000 euro niet te boven zal gaan en tot augustus 2016 komen enkel bepaalde gevallen hiervoor in aanmerking (ernstige gewelds-en zedendelicten). Vanaf 2016 komen ook andere delicten voor een voorschot in aanmerking. Dit is allemaal een uitbreiding van de Wet Terwee. Sinds die wet werd de civielrechtelijke aansprakelijkheid al gevoegd in het strafproces. Dat heette destijds de beledigde partij, en nu de benadeelde partij. Sinds 2011 kun je je niet alleen voegen voor het tenlastegelegde feit, maar ook voor het ad informandum gevoegde feit, art. 36F Sr. Behalve dat de schade rechtstreeks dient te zijn, moet het eenvoudig zijn om deze vast te stellen. Dat vaststellen mag het strafproces niet onevenredig belasten, het blijft immers een strafproces. Als het dus wel een te zware belasting is voor het strafproces, dan is de vordering niet ontvankelijk en zul je naar de civiele rechter moeten. In de praktijk is het nu zo dat de vordering benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel tegelijk worden opgelegd door de rechter tot dezelfde hoogte. Door betaling van de één, vervalt dan de andere. Dit werkt prettig, want dan kan de benadeelde partij een voorschot krijgen. Rechtstreekse schade De schade moet het gevolg zijn van de omschreven of gevoegde gedraging. Het slachtoffer moet in zijn belang zijn geschaad, en dat moet een belang zijn dat door de strafbepaling beoogt beschermd te worden. Dit kan zowel materiële als immateriële schade betreffen. Er
zijn twee soorten immateriële schadevergoeding: shockschade (kan worden vergoed) en affectieschade (kan niet worden vergoed). Een voorbeeld van shockschade is te vinden in het Taxibusje-arrest. Een moeder stond op de stoep en haar kind werd door een auto overreden. Ze loopt vervolgens naar het kind toe, en denkt braaksel te zien. Dit bleken echter haar hersenen te zijn. In deze situatie was er sprake van shockschade, nu er een directe confrontatie was met een ongeval, waardoor er geestelijk letsel is ontstaan wat zich uitte in een erkend psychiatrisch ziektebeeld. Dergelijke schade kun je vorderen. Affectieschade daarentegen kun je niet vorderen. Affectieschade is bijvoorbeeld het hebben van verdriet wegens het overlijden van een geliefde. Van rechtstreekse schade is sprake als de schade het gevolg is van de in de tenlastelegging omschreven of gevoegde gedraging. Voorbeelden hiervan zijn: Bij mishandeling: ziekenhuiskosten Bij huiselijk geweld: kosten verhuizing Bij belediging politieagent: immateriële schade van aantasting in eer en goede naam Kosten om het strafbare feit aan het licht te brengen (vb. iemand die een detective had ingeschakeld) Zie op Nestor ook de zaak Gestolen Mitsubishi. Niet rechtstreekse schade: Gehoorschade als gevolg van het afgaan van een schot bij doodslag door te schieten. Reden: de norm van de strafbepaling ziet daar niet op: relativiteitseis. Kosten verzekeringsmaatschappij, wegens ziekengeld uitgekeerd aan de werknemer die als gevolg van bedreiging ziek is geworden. Reden: de schade is van een derde). Schade van nabestaanden, met uitzondering van inkomstenderving en de begrafeniskosten en eventuele vliegtickets. Kosten oprichting van een monument voor het slachtoffer. Reden: dit is affectieschade. Kosten rechtsbijstand. Reden: hiervoor staat een andere weg open, zie art. 361 lid 5 jo. 592a Sv. Draagkracht De draagkracht is in beginsel niet van belang, toch staat hier in beginsel want de Hoge Raad heeft gezegd: niettemin kan het gebrek aan draagkracht onder omstandigheden voor de rechter reden zijn ervan af te zien de schadevergoedingsmaatregel op te leggen. Slechts in uitzonderlijke gevallen kan daarvan sprake zijn. De rechter hoeft pas te reageren op een dergelijk verweer als dat uitzonderlijke van het geval voldoende naar voren is gebracht. Dus de raadsman dient dit goed en duidelijk naar voren te brengen. Zie voor een voorbeeld het arrest Gokverslaafd op Nestor. Een ander voorbeeld is een arrest waarbij een stratenmaker als katvanger werd gebruikt. Hij mocht directeur van BV worden, en heeft toen strafbare feiten gepleegd zonder dat hij het doorhad. Hij werd veroordeeld en moest een ton betalen. De verdediging stelde dat hij dit niet kon, en daarnaast had hij er ook geen weet van dat hij strafbare feiten pleegde. Dat verweer is niet geaccepteerd door het Hof, de man moest gewoon een ton betalen. Het doet er niet toe of hij wist of niet wist wat er gebeurde, hij had de feitelijke leiding. De conclusie van de AG bij dit arrest is interessant. Als verweer werd gevoerd dat de man de brieven niet had opengemaakt; hij wist dus van niets. De Hoge Raad zei dat er dan ter zitting toch meer duidelijkheid gegeven had moeten worden betreffende zijn financiële positie.
Vervangende hechtenis Belangrijk: vervangende hechtenis vervangt niet: de schuld blijft bestaan. Dat is net zo bij de gijzeling bij een OM-beschikking. De naam vervangende hechtenis is dus eigenlijk fout. Combinaties van andere sancties Combinaties met andere sancties is onbeperkt mogelijk, ook naast voordeelontneming, geldboete, gevangenisstraf of levenslang bijvoorbeeld. Er was eens een levenslanggestrafte die heeft een schadevergoedingsmaatregel van 24.000 en 22.000 euro opgelegd gekregen. Dit zal hij dan moeten betalen. Vraag: hoe lang duurt de vervangende hechtenis maximaal? Een jaar maximaal, net zo lang als de geldboete. Maar daar heeft de levenslanggestrafte niet zoveel aan, want hij heeft al levenslang. De slachtofferwetten De Wet Terwee De Wet versterking rechtspositie van het slachtoffer in het strafproces In 2011 is destijds een aparte titel in het Wetboek van Strafvordering geweid aan het slachtoffer. Deze titel bevat regels met betrekking tot de bejegening en informatievoorziening aan slachtoffers. Een van de regels daarvan is dat op moment van de invrijheidstelling van de dader het slachtoffer daarover wordt ingelicht, indien hij dit wenst. Een andere belangrijke regeling is de uitbreiding van het spreekrecht. Momenteel is er een wetsvoorstel aanhangig dat dat spreekrecht nog verder uitbreidt (advisering over de strafmaat door de slachtoffers). Artikel 36F lid 1 Sr is aldus uitgebreid: ook ter zake van ad informandum gevoegde feiten en lid 7: na 8 maanden betaalt de staat vooruit. Materiele mogelijkheden slachtoffer De rechter kan bijzondere voorwaarden opleggen, zie art. 14c Sr: schadevergoeding of storting in het waarborgfonds. Het slachtoffer kan zich voegen als benadeelde partij en de vordering indienen, maar de rechter past de schadevergoedingsmaatregel ambtshalve toe, dat kun je als slachtoffer niet vragen. Het OM dient die schadevergoedingsmaatregel te vorderen, en als het OM dat niet doet dan kan de rechter de maatregel ambtshalve opleggen. Dit gebeurt eigenlijk altijd als de vordering van de benadeelde partij wordt toegewezen. Maar het lastige is dat wanneer de veroordeelde geen geld heeft, dan zit je met een vordering die je niet kunt innen. Er lag een wetsvoorstel wet elektronische detentie om bijvoorbeeld ook verlof en VI afhankelijk te maken van de mate waarin de dader zich bereid had getoond de civielrechtelijke verplichting(die de strafrechter had opgelegd) na te komen. Dus sturing door tenuitvoerlegging gevangenisstraf. Dit resulteert erin dat je bijvoorbeeld geen verlof geeft aan iemand die nog geen schadevergoeding heeft betaald. Vraag: is dit niet anti-productief en punitief? Boeventaks Dit gaat over het wetsvoorstel strafproceskostenveroordeling. Het voorstel is dat je als verdachte ( degene die de belastingbetaler belast met een strafzaak tegen hem ) een forfaitair bedrag moet betalen, dit wordt administratiefrechtelijk opgelegd en is een vast bedrag. Dit wordt voor zaken bij de politierechter goedkoper dan zaken bij de meervoudige kamer, er wordt nu gedacht aan een bedrag van 2800 euro bij de meervoudige kamer.
Er zijn, volgens het wetsvoorstel, mensen die een onevenredig beroep doen op geld van de belastingbetaler: zij plegen een delict en moeten voor de rechter komen, en zij moeten dan de proceskosten dus betalen. Er is veel kritiek op dit wetsvoorstel. Vraag: moet de rechter dan rekening houden met die extra 2800 euro als hij de verdachte/ veroordeelde een geldboete oplegt? Daarvan zegt de minister in de toelichting: nee, daar mag de rechter geen rekening mee houden. Maar dat gaat natuurlijk te ver. De minister kan een rechter niet dwingen daar geen rekening mee te houden. Daarnaast bevat het wetsvoorstel de zogenaamde bajestaks. De veroordeelde moet zelf 16 euro per dag bijdragen, met een maximum van een paar duizend euro. Dit wordt erg lastig uitvoerbaar, als je kijkt naar de financiële positie van de gemiddelde gedetineerde.