Inhoudstafel Voorwoord I/3 Inleiding I/5 WETTELIJK KADER Hoofdstuk 1. ALGEMEENHEDEN II/1 1. Het internationale recht II/1 1.1. Het recht op eerbied van het privé-leven II/3 1.2. Het recht op eerbied van de briefwisseling II/5 1.3. Beperkingen aan de rechten en vrijheden II/5 1.4. De verplichtingen die uit het internationale recht voortvloeien II/6 2. Het Belgisch recht II/7 2.1. De wetten II/7 2.2. Het Koninklijk besluit van 9 januari 2003 II/10 2.3. De vormen van wettelijke inmenging II/12 Hoofdstuk 2. DE IDENTIFICATIE VAN DE GEBRUIKER VAN EEN TELECOMMUNICATIEMIDDEL II/13 1. Wettelijke grondslagen II/13 1.1. Het artikel 46bis Sv. II/13 1.2. Artikel 3 van het Koninklijk besluit van 9 januari 2003 II/15 2. Het principe II/15 3. De bevoegde overheden II/15 3.1. De procureur des Konings II/15 3.2. De onderzoeksrechter II/16 3.3. De officier van de gerechtelijke politie, helper van de procureur des Konings II/16 4. Motiveren van de maatregel II/18 5. De uitvoeringstermijnen II/18 6. Het budgettaire toezicht II/20 7. Aard van de verstrekte inlichtingen II/22 8. Reactief onderzoek versus proactief onderzoek II/22 9. De hulpdiensten II/23 9.1. Het principe II/23 AFL. 4, NOVEMBER 2007 I/9
9.2. Het rechtsstelsel II/24 10. Bijzondere vragen II/26 Hoofdstuk 3. HET OPSPOREN VAN TELECOMMUNICATIE II/29 1. Wettelijke grondslagen II/29 1.1. Artikel 88bis Sv. II/29 1.2. Artikel 4 van het Koninklijk besluit van 9 januari 2003 II/32 2. Het principe II/33 3. De bevoegde overheden II/34 3.1. De onderzoeksrechter II/34 3.2. De procureur des Konings II/34 4. De modaliteiten van de procedure II/35 4.1. De duur van de maatregel II/35 4.2. De retroactiviteit van de maatregel II/36 4.3. De motivering van de maatregel II/37 5. De uitvoeringstermijnen II/40 6. Het budgettaire toezicht II/41 7. Aard van de verstrekte inlichtingen II/42 8. Kennisneming door andere onderzoeksmiddelen II/46 9. Uitvoeringsmodaliteiten II/46 10. Reactief onderzoek versus proactief onderzoek II/49 Hoofdstuk 4. HET AFLUISTEREN VAN TELEFOONGESPREKKEN II/51 1. Wettelijke basis II/51 1.1. Artikel 90ter Sv. II/51 1.2. Artikel 7 3vanhetKoninklijk besluit van 9 januari 2004 II/54 2. Het principe II/55 3. De bevoegde overheden II/55 3.1. De onderzoeksrechter II/55 3.2. De procureur des Konings II/56 3.3. De buitenlandse bevoegde overheden II/56 4. De regels van de procedure II/60 2 4.1. Artikel 90quater Sv. II/60 2 4.2. De uitvoeringstermijn, artikel 5 van het Koninklijk besluit van 9 januari 2003 II/61 4.3. De inhoudelijke vereisten II/62 4.4. De vormvereisten II/63 I/10 AFL. 4, NOVEMBER 2007
4.5. De lijst van de inbreuken II/64 4.6. Verlenging van de maatregelen, artikel 90quinquies Sv. II/67 4.7. Overmaken van de inlichtingen aan de onderzoeksrechter en opstellen van de processen-verbaal II/68 4.8. De opname en het ter beschikking stellen van de opnames II/70 5. De uitzonderlijke stelsels II/74 5.1. Het beroepsgeheim II/74 5.2. Het stelsel van de advocaten en de geneesheren II/76 5.3. Het stelsel van de journalisten II/77 6. Het budgettaire toezicht II/78 1 7. Aard van de verstrekte inlichtingen II/78 1 8. De eisen van democratische transparantie II/81 8.1. De specifieke maatregel van in kennisstelling II/81 8.2. Het parlementaire toezicht II/82 Hoofdstuk 5. VERPLICHTINGEN VAN OPERATOREN EN VERSTREKKERS II/83 1. De Coördinatiecel Justitie II/83 2. De tijdstipbepaling II/85 3. De Belgacomwet II/86 PRAKTIJK Hoofdstuk 1. HET GSM-NETWERK III/1 Hoofdstuk 2. HET GSM-TOESTEL (MS) III/9 1. De karakteristieken van het toestel III/9 2. Het IMEI-nummer III/9 3. De SIM-kaart (Subscriber Identity Module) III/12 4. Het IMSI-nummer en TMSI-nummer III/13 5. De KI Identity Key III/15 6. De PIN-code III/16 7. De PUK-code III/16 Hoofdstuk 3. DE IDENTIFICATIE III/17 1. Op basis van het oproepnummer III/17 2. Identificatie van een oproepnummer op basis van een SIM-kaartnummer III/18 AFL. 4, NOVEMBER 2007 I/11
3. Identificatie van een oproepnummer op basis van een IMEI-nummer III/18 4. Identificatie van een IMEI-nummer op basis van een oproepnummer III/19 5. Mogelijke identificatie van een oproepnummer verbonden aan een scratchkaart III/20 6. Mogelijke identificatie op basis van een herlading via Banksys-terminal III/21 7. Mogelijke identificatie op basis van direct-deposit III/21 8. Mogelijke identificatie op basis van een Tempo Box/Tempo Pack III/22 9. Identificatie op basis van een Mobistar IMSI-nummer III/22 10. Identificatie op basis van een naam, adres en/of geboortedatum of BTW-nummer III/22 11. Identificatie oproepnummer op basis van verkorte nummers III/22 12. Identificatie oproepnummer op basis van IP-adres III/23 13. Mogelijke identificatie gebruiker op basis van garantie III/23 Hoofdstuk 4. DE TELEFOONOBSERVATIE III/25 1. Op basis van het oproepnummer III/25 2. Op basis van het IMEI-nummer III/27 3. Op basis van een cel III/28 4. Observatie van een buitenlandse GSM op een Belgisch netwerk III/30 5. Dringende opzoekingen (urgent call search) III/31 6. Proactieve opzoekingen (daily) III/31 7. Mapping III/31 Hoofdstuk 5. DE LOKALISATIE VAN HET GSM-TOESTEL (MS) III/33 Hoofdstuk 6. DE INTERCEPTIE III/37 1. Afluisteren van een oproepnummer (MSISDN) III/37 2. Afluisteren van een IMEI-nummer III/37 3. Afluisteren van voicemail III/38 4. Interceptie van SMS-berichten III/39 5. Interceptie van MMS-berichten III/40 6. Combineren van tapgegevens met de gegevens van een observatieteam III/41 I/12 AFL. 4, NOVEMBER 2007
Hoofdstuk 7. SITUERING EN MOGELIJKHEDEN VAN HET RECENT OPGERICHTE CTIF Hoofdstuk 8. DE DIENST FCCU/TELECOM VAN DE FEDERALE POLITIE Hoofdstuk 9. DE TECHNISCHE BIJSTAND VAN HET BIPT Hoofdstuk 10. CONTRASTRATEGIEËN VAN DE CRIMINEEL III/43 III/45 III/47 III/49 Hoofdstuk 11. PRAKTISCHE TIPS VOOR HET POLITIONELE ONDERZOEK III/57 1. Met betrekking tot het IMEI-nummer III/57 2. Met betrekking tot de SIM-kaart III/58 3. Met betrekking tot SMS-berichten III/59 4. De inbeslagname van een GSM-toestel III/59 5. Het SIM-kaartgeheugen en het toestelgeheugen III/60 5.1 Praktische bemerking bij het uitlezen van SIM-kaart en toestelgeheugen III/60 1 5.2 Praktisch beschikbaar (sofwaren en hardware) om GSM-toestellen uit te lezen III/60 3 6. Welke raadgevingen mee te delen bij aangifte van diefstal/verlies van een GSM? III/61 7. Verwerking van de gegevens III/63 8. Praktijkvoorbeeld inzake telefonieonderzoek met multidisciplinaire aanpak III/63 9. PHOOBS III/69 9.1. Inleiding III/69 9.2. Behandeling van de verkregen info III/70 9.3. Gebruik van Phoobs Consult III/70 0quater 9.4. Administratie van het dossier III/70 0quinces 9.5. Import gegevens III/70 0sexties 9.6. De zollerverwerking III/70 0septies 9.7. Het telefoonrepertorium III/70 0octies 9.8. De tapverwerking III/70 0decies 9.9. Zoeken III/70 0duodecies 9.10. Een vijfdaags verslag opmaken III/70 0quattuordecies 9.11. GPS III/70 0sepdecies AFL. 4, NOVEMBER 2007 I/13