INFO LEGIS. Intern. De essentiële wetgevende nieuwigheden voor de politiemensen op het terrein. Federale Politie. Nummer april 2011.

Transcriptie

1 INFO LEGIS Nummer april 2011 De essentiële wetgevende nieuwigheden voor de politiemensen op het terrein Specialisten in de verschillende domeinen van de uitoefening van het politieambt hebben, in samenwerking met het Politioneel documentatie-en kenniscentrum, de hieronder vermelde recente wetgevende documenten uitgekozen en samengevat. Dossier InfoLegis (PolDoc) : Ter ondersteuning van deze publicatie werd op PolDoc, de documentaire site van de politie, een dossier InfoLegis aangemaakt. Hierin kunt u alle wetgevende documenten, evenals de samenvattingen of nota's, uit dit nummer elektronisch en full text raadplegen via : Navigeren per documenttype > Documenten Politie > Interne Informatieblaadjes > InfoLegis Intern Federale Politie Politioneel documentatie-en kenniscentrum Verantwoordelijk uitgever : Alfred Mahaux Directie van de opleiding (DSE) De inhoud van deze publicatie werd door DGS/DSJ/AJO goedgekeurd Mail intranet: _DSED/KM PolDoc is op het intranet via Portal (Pol Info > Documentatie) toegankelijk en op het internet via het adres Indien u vragen hebt met betrekking tot InfoLegis, of een bijdrage wil leveren aan dit gezamenlijke werk, aarzel dan niet om contact op te nemen met het Knowledge Management team van DSEK Tel Intranet-mail : _DSED/KM - Internet-mail : dsed.km@police.be Index Politieambt 1. Comité P - Comité I - OCAD - Verhoren... 2 Politie van de verbindingswegen 2. Inschrijving - Nieuwe kentekenplaten Federale wegpolitie - Opdrachten en actieterrein... 4 Gerechtelijke politie 4. Telecommunicatie - Interceptie internet - CTIF - Medewerking operator Informantenwerking - Buitenlandse infiltranten...8 Mail internet: dsed.km@police.be >>>

2 Politieambt > 1. Comité P - Comité I - OCAD Verhoren 09 februari 2011 Wet tot wijziging van de wet van 18 juli 1991 tot regeling van het toezicht op politieen inlichtingendiensten en op het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse Publicatie BS : 29 maart 2011 Inwerkingtreding : 08 april 2011 Artikelen 24 en 48 van de wet van 18 juli 1991 tot regeling van het toezicht op politie- en inlichtingendiensten en op het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (toezichtswet) geeft de voorzitters van de vaste comités P en I de mogelijkheid om leden van de politiediensten, van de inlichtingendiensten, van het OCAD en van diens ondersteunende diensten te doen dagvaarden door tussenkomst van een gerechtsdeurwaarder. Desgevallend moeten zij getuigen na de eed te hebben afgelegd die is bepaald in artikel 934, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek. Zij zijn in principe ook verplicht te antwoorden op de door de comités gestelde onderzoeksvragen. Dergelijke mogelijkheid bestond evenwel niet voor gewezen leden van deze diensten. Uit verschillende toezichtsonderzoeken is gebleken dat een gedwongen verhoor van deze personen belangrijk was voor de waarheidsvinding. Het Vast Comité I heeft in zijn jaarverslagen dan ook reeds verschillende keren aanbevolen artikel 48 van de toezichtswet in die zin aan te vullen. Om uniformiteit in de bevoegdheden tussen beide toezichtcomités te bewaren en om het verhoor van gewezen leden van de politiediensten mogelijk te maken, is artikel 24 van de toezichtswet in dezelfde zin aangepast. Voortaan : zijn de gewezen leden van de politiediensten, van de inlichtingendiensten en van het OCAD gehouden gevolg te geven aan elke schriftelijke oproeping; mogen die gewezen leden verklaringen afleggen over feiten die worden gedekt door het beroepsgeheim; zijn ze ook verplicht geheimen waarvan zij kennis dragen bekend te maken, behalve indien ze betrekking hebben op een lopend opsporings- of gerechtelijk onderzoek; zijn de gewezen leden ook strafbaar in geval van valse getuigenis; worden diegene die weigeren hun medewerking te verlenen gestraft met gevangenisstraf van één maand tot één jaar. Auteur : LANGOUCHE Marie-Agnès (DGS/DSJ-AJO) Vragen : _DSJ/AJO (TeamWare) of dgs.dsj.ajo@police.be 02/ Politie van de verbindingswegen > 2. Inschrijving Nieuwe kentekenplaten 06 november 2010 Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen 08 november 2010 Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen Publicatie BS: 12 november 2010 Inwerkingtreding: 15 november 2010 KB VAN 6 NOVEMBER 2010 Het koninklijk besluit van 6 november 2010 beoogt de invoering van de kentekenplaat naar Europees model. De kentekenplaten van het nieuwe model zullen voortaan door concessionarissen worden uitgereikt en niet meer door de DIV. Deze kentekenplaten, waarvan de kenmerken zijn bepaald in een ministerieel 2

3 besluit van 8 november 2010, moeten worden aangebracht in overeenstemming met de Europese richtlijnen ter zake. Er mogen voortaan geen gaten meer in worden geboord (de gaten zijn er al in aangebracht). Tenzij men nu al houder is van een Europese kentekenplaat, zal iedereen op termijn zijn huidige kentekenplaat verliezen. Er worden niet langer EUR- en EURO-kentekenplaten uitgereikt, maar de organen en ambtenaren van de Europese Unie en de Europese organisatie voor de veiligheid van de luchtvaart kunnen een internationale kentekenplaat aanvragen voor de duur van hun functie. MB VAN 8 NOVEMBER 2010 Het ministerieel besluit van 8 november 2010 bepaalt de exacte afmetingen en kleuren van de nieuwe Belgische kentekenplaten naar Europees model en van de schrifttekens die erop voorkomen, en dit voor alle soorten voertuigen. BETREFFENDE DE INSCHRIJVING VAN AUTO S EN AANHANGWAGENS Twee soorten kentekenplaten komen in aanmerking: de rechthoekige plaat en de zogenaamde vierkante plaat. Voor de voertuigen waarvan de ruimte bestemd om de kentekenplaat op aan te brengen te klein is, kan een kleinere kentekenplaat worden bekomen mits voorafgaande goedkeuring door een instelling belast met de controle van de in het verkeer gebrachte voertuigen. Gewone kentekenplaten: De indexcijfers 1 tot 7 zullen worden gebruikt voor de gewone kentekenplaten en met een streepje van de andere schrifttekens worden gescheiden. Tijdelijke kentekenplaten: Dezelfde wijzigingen zullen worden aangebracht aan de tijdelijke kentekenplaten van korte duur. Het witte opschrift op een rode grond wordt echter behouden. De kentekenplaten van lange duur zullen met het indexcijfer 8 beginnen. Diplomatieke kentekenplaten: De letters CD, gevolgd door 2 letters en 3 cijfers (zonder scheidingsstreepje en zonder index), worden met een streepje van de andere schrifttekens gescheiden. Commerciële kentekenplaten: Geen wijzigingen tenzij het indexcijfer dat met een streepje van de andere schrifttekens wordt gescheiden. BETREFFENDE DE INSCHRIJVING VAN MOTORFIETSEN, MOTORDRIE- EN -VIERWIELERS Gewone kentekenplaten: Opschrift in robijnrood op witte grond, voorafgegaan door een indexcijfer van 1 tot 7. De reeks letters begint met M of W. Tijdelijke kentekenplaten: Idem als voor de auto s. Commerciële kentekenplaten: Geen wijzigingen tenzij het indexcijfer dat met een streepje van de andere schrifttekens wordt gescheiden. De nadruk wordt ook gelegd op de verplichte aanwezigheid van een retroreflecterende film. BETREFFENDE HET KENTEKENBEWIJS Het kentekenbewijs, dat voortaan overwegend zandkleurig is, omvat nu twee bladzijden in plaats van vier, zoals dit vroeger het geval was. Auteur: GERADIN Céline (CENTREX Verkeer) Vragen: _centrex_traffic (TeamWare) of centrex.traffic@police.be 02/

4 > 3. Federale wegpolitie Opdrachten en actieterrein 31 augustus 2010 Ministeriële omzendbrief houdende de opdrachten en het prioritair actieterrein van de federale wegpolitie Publicatie BS: 28 oktober 2010 Inwerkingtreding: 28 oktober 2010 DE OPDRACHTEN De federale wegpolitie (DAH) is met drie hoofdopdrachten belast: het geheel van de basisfunctionaliteiten op haar prioritair actieterrein waarborgen 1 ; de gespecialiseerde en de supralokale opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie, over het gehele grondgebied verzekeren; ondersteunende opdrachten voor de lokale politiediensten en voor de politieoverheden uitvoeren. De uitvoering van deze opdrachten zal steeds in overleg met de andere, politionele en niet-politionele partners gebeuren. DE 7 BASISFUNCTIONALITEITEN DIE DE FEDERALE WEGPOLITIE MOET INVULLEN ZIJN ONTHAAL Er moet over gewaakt worden dat de burger snel een antwoord krijgt. Bijgevolg zal in iedere verkeerspost elke werkdag, van 08:00 uur tot 17:00 uur, een onthaal verzekerd worden. Buiten deze uren moet door middel van technische infrastructuur (bijvoorbeeld een oproepknop) de mogelijkheid aangeboden worden om in contact te treden met een politieambtenaar (CIC, ). INTERVENTIE De federale wegpolitie moet zich zodanig organiseren dat ze op haar volledig prioritair actieterrein een permanent interventiesysteem heeft (24/7). VERKEER De wegpolitie zal een strategisch plan opstellen evenals een aantal actieplannen die haar zullen toelaten bij te dragen tot de nationale inspanningen om het aantal verkeersslachtoffers terug te dringen. Ze zal dit meer bepaald doen door: het uitvoeren van preventieve en repressieve acties met betrekking tot het naleven van de verkeersregels; het regelen van het verkeer naar aanleiding van belangrijke en onvoorziene verstoringen van de mobiliteit; het vaststellen van verkeersongevallen; het formuleren van adviezen aan de bevoegde overheden in verband met mobiliteit en verkeersveiligheid. RECHERCHE DAH zal een bijzondere aandacht schenken aan de gerechtelijke fenomenen (mensenhandel, drughandel, diefstallen, zedenfeiten,...) die zich voordoen op haar prioritair actieterrein. Bij de vaststelling van dergelijke feiten, zal ze zich beperken tot de initiële onderzoeksdaden en zal nadien contact opnemen met het parket om zijn richtlijnen te kennen. GENEGOTIEERD BEHEER VAN DE PUBLIEKE RUIMTE DAH neemt actief deel aan de informatie- en inlichtingencyclus voor elke gebeurtenis waarbij haar prioritair actieterrein betrokken is, zowel wanneer een gebeurtenis er zich op voordoet als wanneer deelnemers aan een gebeurtenis er gebruik van maken tijdens hun verplaatsingen. Wanneer de gebeurtenissen op haar prioritair actieterrein plaats vinden, zal de federale wegpolitie over de strikte uitvoering van artikel 7 WPA waken. POLITIONELE SLACHTOFFERBEJEGENING De politieambtenaren van DAH verlenen hulp aan slachtoffers van verkeersongevallen door hen de nodige informatie te verschaffen en waar nodig, brengen ze de personen die om hulp of bijstand verzoeken in contact met gespecialiseerde diensten. 4

5 WIJKWERKING DAH zal er op toezien een performante wijkwerking uit te werken, in het bijzonder ten aanzien van de ondernemingen die gehuisvest zijn op de aanhorigheden van de autosnelwegen (tankstations, restaurants, hotels,...) bijvoorbeeld door een permanent aanspreekpunt (wijkagent) aan te duiden voor elk probleem dat zich op de parkings van die ondernemingen voordoet. Deze wijkwerking zal in nauwe samenwerking met de territoriaal bevoegde lokale politie uitgevoerd worden. GESPECIALISEERDE EN STEUNOPDRACHTEN DAH voert eveneens bepaalde gespecialiseerde opdrachten uit die om redenen van hun aard het inzetten van gespecialiseerd personeel of uitrusting vereisen of de uitvoering ervan één en dezelfde politiedienst eisen: bvb. escortes VIP, begeleiding wielerwedstrijden,... Deze opdrachten kunnen haar toegewezen worden op aanvraag van een overheid, een DirCo of een korpschef. DAH zal ook specifieke steun aan de lokale politie leveren. Die steun kan verschillende vormen aannemen, namelijk: materiële steun; steun met gespecialiseerd personeel; door de cellen educatie en preventie (CEP), steun van het centrum voor kennis en expertise (CENTREX) wegverkeer; steun door het formuleren van technische adviezen of het ter beschikking stellen van personeel naar aanleiding van de voorbereiding, de uitvoering, de opvolging of de evaluatie van grootschalige gebeurtenissen of van geïntegreerde politieoperaties. Auteur: GERADIN Céline (CENTREX Verkeer) Vragen: _centrex_traffic (TeamWare) of 02/ Namelijk: autosnelwegen en gelijkgestelde wegen, dwz. openbare wegen die als autosnelwegen kunnen aanzien worden omdat ze gewoonlijk grotendeels gelijkaardige karakteristieken vertonen : aanwezigheid van minimum twee afzonderlijke en gescheiden rijbanen met enkele rijrichting; over het algemeen geen bewoning langs deze wegen; bereikbaar via speciaal ingerichte toegangswegen; afwezigheid van kruispunten; evenals de openbare wegen of de delen ervan die bij overeenkomst aan de federale wegpolitie zijn toegewezen. Gerechtelijke politie > 4. Telecommunicatie Interceptie internet CTIF Medewerking operator 8 februari 2011 Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 januari 2003 tot uitvoering van de artikelen 46bis, 2, eerste lid, 88bis, 2, eerste een derde lid, en 90quater, 2, derde lid van het Wetboek van strafvordering en van artikel 109ter, E, 2, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven Publicatie BS: 23 februari 2011 Inwerkingtreding: 5 maart 2011 INLEIDING Onderhavig document is opgesteld in het kader van de publicatie in het Belgisch Staatsblad van het nieuwe KB Samenwerking tussen de operatoren van elektronische communicatienetwerken en de gerechtelijke overheden. WETTELIJK KADER Artikelen 46bis, 88bis en 90quater van het Wetboek van strafvordering (Sv) Koninklijk besluit van 9 januari 2003 tot uitvoering van de artikelen 46bis, 2, eerste lid, 88bis, 2, eerste een derde lid, en 90quater, 2, derde lid van het Wetboek van strafvordering en van artikel 109ter, E, 2, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven (B.S. 10 februari 2003). Koninklijk besluit van 8 februari 2011 tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 januari 2003 tot uitvoering van de artikelen 46bis, 2, eerste lid, 88bis, 2, eerste een derde lid, en 90quater, 2, derde lid van het Wetboek van strafvordering en van artikel 109ter, E, 2, van 5

6 WIJZIGINGEN de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven (B.S. 23 februari 2011) Opschrift van het koninklijk besluit De eerste wijziging aangebracht door het nieuwe KB betreft het opschrift. Het koninklijk besluit van 9 januari 2003, voorheen het koninklijk besluit TAP genoemd, wordt voortaan het koninklijk besluit houdende modaliteiten voor de wettelijke medewerkingsplicht bij gerechtelijke vorderingen met betrekking tot elektronische communicatie, dat zeker KB medewerking zal worden genoemd. Nieuwe definities Aangezien de in het KB van 9 januari 2003 vastgelegde definities niet meer worden gebruikt, worden deze in het nieuwe koninklijk besluit geschrapt, met uitzondering van de definitie van werkelijke tijd, die ongewijzigd blijft. Er wordt een nieuwe interessante definitie ingevoerd: die van internetsector. Deze wordt omschreven als: het geheel van operatoren van elektronische communicatienetwerken en verstrekkers van elektronische communicatiediensten: die aan gebruikers toegang tot het internet aanbieden, die eindgebruikers via een netwerkaansluitpunt elektronische communicatiediensten over het internet aanbieden, die activiteiten op het internet aanbieden, of die faciliteiten hiervoor ter beschikking stellen zoals bijvoorbeeld netwerkonderdelen, lokalen, eindapparatuur of bijbehorende faciliteiten. Nieuwigheden betreffende de Coördinatiecel Justitie De leden van de Coördinatiecel Justitie moeten een veiligheidsadvies hebben aangevraagd. Deze maatregel is er om te voorkomen dat criminele organisaties als tegenmaatregel zouden gaan infiltreren in de Coördinatiecellen Justitie van de operatoren. Het is uitermate belangrijk dat de personeelsleden van de Coördinatiecel betrouwbaar zijn, zij dienen immers om te gaan met gevoelige informatie. In het nieuwe KB wordt uitdrukkelijk bepaald welke de identificatiegegevens van de leden van de Coördinatiecel Justitie zijn die ze moet meedelen aan het BIPT (die deze dan zal doorgeven aan de Dienst voor het Strafrechtelijke Beleid van de FOD Justitie), dit om te vermijden dat er zich moeilijkheden voordoen in verband met de permanente beschikbaarheid van de Coördinatiecellen. Er wordt eveneens bepaald dat alle operatoren van elektronische communicatienetwerken en verstrekkers van elektronische communicatiediensten alle maatregelen dienen te nemen om de informatie die door de Coördinatiecel behandeld wordt, te beschermen en te beveiligen. Artikel 14 van het KB van 8 februari 2011 legt een overgangsperiode van 2 maanden vast om bij de minister van Justitie de verzoeken tot veiligheidsadvies in te dienen voor de personen die al deel uitmaken van de Coördinatiecel Justitie. Het KB preciseert dat in afwachting van het verkrijgen van dit veiligheidsadvies enkel de personen voor wie een verzoek werd ingediend, de taken mogen verrichten die volgen uit de toepassing van de maatregelen bedoeld in de artikelen 46bis, 88bis en 90ter van het Wetboek van strafvordering. Nieuwigheden betreffende de identificatieaanvragen (artikel 46bisSv) Opgelet! Deze procedure is nog niet van kracht! Het CTIF is bezig met de invoering ervan. De identificatieaanvragen moeten nog op de huidige manier gebeuren. Men onderscheidt momenteel twee verschillende medewerkingswijzen; Voor de operatoren die een nummeringscapaciteit hebben in het nationale nummeringsplan: de uitvoering van de aanvragen gebeurt rechtstreeks via het CTIF. De operatoren moeten via een beveiligde internettoepassing het CTIF toelaten de klantendatabanken te consulteren. De gevraagde informatie is punctueel en wordt gevraagd op basis van een precieze vordering. Deze consultatie blijft onderworpen aan een vordering bedoeld in artikel 46bis Sv. 6

7 Voor de andere operatoren of de dienstenverstrekkers dienen de gegevens in werkelijke tijd te worden meegedeeld aan de onderzoeksrechter, de procureur des Konings of de officier van gerechtelijke politie. Andere relevante nieuwigheden Het nieuwe artikel 10bis bepaalt dat de Coördinatiecel Justitie de gegevens moet meedelen in een voor de verzoeker gemakkelijk te gebruiken vorm en via een beveiligde elektronische weg. Het voorziet ook in de mogelijkheid dat een ministerieel besluit wordt genomen om een specifiek formaat voor de presentatie van de gegevens op te leggen alsook de overmakingswijze ervan. Dit artikel voorziet eveneens in de mogelijkheid om, indien de gevraagde informatie niet via elektronische weg kan worden overgemaakt, deze over te dragen aan een officier van gerechtelijke politie die vooraf werd aangeduid door de vorderende gerechtelijke autoriteit. Internetinterceptie Artikel 13 van het KB van 8 februari 2011 voert de modaliteiten in betreffende de overgangsperiode in verband met de medewerking van de internetsector. Deze overgangsperiode bedraagt 1 jaar. Gedurende die periode moet de internetsector bij de mededeling van de gevorderde gegevens ten minste voldoen aan volgende functionele eisen: 1 Ter uitvoering van de bepalingen van de artikele n 90ter en volgende van het Wetboek van strafvordering wordt de geïntercepteerde communicatie naar het aangeduide netwerkaansluitpunt doorgestuurd. 2 De inhoud van de communicatie dient meegedeeld t e worden voor alle connecties van de operator van het elektronische communicatienetwerk of de verstrekker van de elektronische communicatiedienst die van, naar of via het Belgische grondgebied verlopen. Nieuwe tarieven Er werden weinig wijzigingen aangebracht aan de bijlage die de tarieven bevat. Deze zijn gebaseerd op drie punten: een vermindering van 50 % van de dagelijkse betaling voor retro-observaties (artikel 88bis van het Wetboek van strafvordering); een vermindering van 50 % van de dagelijkse vergoeding voor de real time observaties (artikel 88bis van het Wetboek van strafvordering) en voor de intercepties (artikel 90ter van hetzelfde Wetboek); de uitbreiding van bepaalde maatregelen tot de IP-technologie. Bovendien werden andere regelmatig gevraagde posten maar afwezig in de vroegere bijlage later toegevoegd, wat de situatie opheldert en eenvormig maakt (zie punt 5 van de bijlage Andere vergoedingen ). Opmerking Voor vragen of om de tekst van het koninklijk besluit van 8 februari 2011 of de niet-officiële geconsolideerde versie van het koninklijk besluit van 9 januari 2003 te verkrijgen, kunt u de auteur contacteren. Auteur: OURARI Yasmine (DGJ/DJF-FCCU) Vragen: yasmine.ourari@fccu.be 7

8 > 5. Informantenwerking Buitenlandse infiltranten 29 december 2010 Wet houdende wijziging van artikel 47octies van het Wetboek van strafvordering betreffende de samenwerking met buitenlandse infiltranten Publicatie BS: 20 januari 2011 Inwerkingtreding: 30 januari januari Koninklijk besluit tot bepaling van de werkingsregels van de nationale en lokale informantenbeheerders en van de contactambtenaren Publicatie BS: 18 januari 2011 Inwerkingtreding: 28 januari 2011 ARRESTEN RAAD VAN STATE De Raad van State heeft in zijn arresten van 19 november 2009 (n en ) het KB Informantenwerking volledig en het KB POT (Politionele Onderzoekstechnieken) gedeeltelijk vernietigd. HERSTEL KB INFORMANTENWERKING INGEVOLGE VOORNOEMDE VERNIETIGING Het nieuwe KB Informantenwerking dateert van 6 januari 2011 en werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 18 januari Het is van toepassing vanaf 28 januari Wat het KB Informantenwerking betreft zijn er geen wezenlijke veranderingen. De door de Raad van State vermeende subdelegatie aan de NIB (nationale informanten beheerder) werd opgevangen door bepaalde specifieke regels in het KB zelf op te nemen. Naast de werkingsregels rond de NIB, LIB (lokale informantenbeheerder) en OLP (officier van de lokale politie die de LIB bijstaat), de principes van afscherming, betrouwbaarheid, goede werking/integriteit van de CA (contactambtenaar) en verplichting van opleiding/evaluatie van de CA, werden principes ingevoegd rond: de gegevensbank; de gunsten; de verplichting tot het volgen en slagen van een opleiding door de NIB, LIB, OLP en CA; de evaluatie van de informant (inbegrepen motivatie, risicoanalyse, ); de verplichting van het opstellen van contactrapporten; enkele principes opgenomen in de deontologische code informantenwerking (geen persoonlijk bezit, collegialiteit, zich kenbaar maken als politieambtenaar, professionele relatie, ). WET INZAKE BUITENLANDSE INFILTRANTEN De wetswijziging voor inzet van een buitenlandse infiltrant in een Belgische zaak dateert van 29 december 2010 en werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 20 januari Het is van toepassing vanaf 30 januari Wat de nieuwe wet rond de inzet van een buitenlandse infiltrant in een Belgisch dossier betreft, levert dit geen veranderingen op. Het betreft enkel een legistieke aanpassing: de inzet van een buitenlandse infiltrant werd door de Raad van State niet beschouwd als een politionele onderzoekstechniek maar wel als een specifieke uitvoeringsmodaliteit van een infiltratie. Bijgevolg kon deze bepaling niet worden opgenomen in het KB POT en werd ze overgeheveld naar het Wetboek van strafvordering. Auteur: VERBEKE Sébastien (DJO-BTS) Vragen: BTS-officier of LIB (Lokale InformantenBeheerder) 8