Nota Lokale heffingen Gemeente Staphorst 2012



Vergelijkbare documenten
Nota Lokale heffingen Gemeente Staphorst 2010

PARAGRAAF 7. Lokale heffingen

Aan de raad AGENDAPUNT NR Doetinchem, 28 november 2012 ALDUS VASTGESTELD 6 DECEMBER Belastingverordeningen 2013

Nota lokaal belastinggebied

Colofon. Nota lokale heffingen Uitgave Gemeente Utrecht. Drukwerk RICOH Nederland. Fotografie Ramon Mosterd John Ploeg John Gundlach

4. Lokale Heffingen. Kader. Algemeen. Tarievenbeleid Onroerende zaakbelastingen

Belastingverordeningen Brunssum; Deregulerings- en kwaliteitstoets i.v.m. bestuursopdracht deregulering

PARAGRAAF 1 : LOKALE HEFFINGEN

Portefeuillehouder: P.E. Broeksma Behandelend ambtenaar C.F.M. Veltman, (t.a.v. C.F.M. Veltman)

Paragraaf 1: Lokale heffingen

2. De Verordening brandweerrechten 2011 De algemene verhoging van 1½% wordt ook voor de tarieven van de brandweerrechten doorgevoerd.

Paragraaf Lokale heffingen

Heffing & Invordering 10. H&I

Welke lokale heffingen In de onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van verwachte opbrengsten van de belangrijkste heffingssoorten in 2016.

Raadsvergadering 10 december R.T.A. Korteland

Raadsbesluit. GEMEENTE VELSEN gemeenteraad

2. Wij stellen uw raad voor om in te stemmen met de gewijzigde ramingen op het gebied van afval voor

Aan de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststelling belastingtarieven en -verordeningen 2014

Voorgesteld besluit Wij stellen u voor akkoord te gaan met het wijzigen van de belastingverordeningen voor 2014.

Onderwerp Actualisering belastingverordeningen + tarieventabel en aanpassing tarieven 2009

Gemeentelijke kaders Verordening op de heffing en de invordering van onroerende zaakbelastingen 2013.

PARAGRAAF LOKALE HEFFINGEN

Bijlage 12 Toelichting aanpassing OZB-tarieven 2012 Bijlage 13 Kostendekkendheid legesverordening, marktgelden en grafrechten 2012

De tarieven zijn gebaseerd op de paragraaf lokale heffingen zoals opgenomen in de programmabegroting

Raadsvergadering 14 december 2017

1 Paragraaf Lokale Tarieven en Belastingen

Portefeuillehouder: N.R. Werkman Behandelend ambtenaar C.F.M. Veltman, (t.a.v. C.F.M. Veltman)

(ON)ROERENDE ZAAKBELASTING

Toelichting gemeentelijke belastingen 2015

Volgens het Besluit Begroting en Verantwoording dient de paragraaf lokale heffingen tenminste te bevatten:

Onroerende-zaakbelastingen

Voorgesteld besluit Wij stellen u voor akkoord te gaan met het wijzigen van de belastingverordeningen voor 2014.

PROGRAMMABEGROTING

PROGRAMMABEGROTING

Welke lokale heffingen In de onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van verwachte opbrengsten van de belangrijkste heffingssoorten in 2017.

RAADSVOORSTEL (via commissie) BIJ ZAAKNUMMER: AGENDANUMMER: 08

6 november n.v.t. wethouder A.G.J. Bosch

Inleiding Beleidskader Lokaal belastingbeleid Vaststelling tarieven 2012

* * RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering van Stuk/nummer Agendapunt 10 december 2013 KNDK/2013/

: De belastingverordeningen 2012 vast te stellen

Portefeuillehouder: P.E. Broeksma Behandelend ambtenaar C.F.M. Veltman, (t.a.v. C.F.M. Veltman)

De WOZ-beschikking Hertaxatie Het taxatieverslag Let op: Onroerende-zaakbelastingen (OZB)

Gemeentelijke belastingen 2013

Raadsvoorstel. Onderwerp: Vaststelling belastingverordeningen en -tarieven BBVnr:

\ Raadsvoorstel Zaak 24560

Onderwerp: voorstel tot vaststelling van diverse verordeningen betreffende gemeentelijke heffingen alsmede aanpassing van de tarieven 2011

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 september 2018, raadsvoorstel 18bb7158; raadsstuk 18bb7150;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

10~ 13 december 2018 Commissie Begroting & Rekening 29 november Herziening belastingverordeningen 2019 Wethouder G.J.M.

De tariefsontwikkeling laat dan vanaf 2008 het volgende beeld zien: Belastingjaar Rioolheffing per zelfstandig gedeelte

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

Onderwerp: Verordeningen gemeentelijke belastingen 2018

VERGADERING GEMEENTERAAD 2012

Raadsbesluit. De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2018 nr.

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht)

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T:

Gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders, nummer Rsl van 18 september 2018

vast te stellen de volgende Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing

Deze brochure biedt een toelichting op het aanslagbiljet. gemeentelijke belastingen Hierin vindt u informatie

7 november /59 n.v.t. wethouder A.G.J. Bosch

Agendapunt nr.: Raadsvoorstel Onderwerp: Belasting- en tarievenmaatregelen 2016

Verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019

Voorstel aan de raad. Beoogd effect

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T:

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014,

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Verordening rioolheffing Opmeer 2019.

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013 (kenmerk );

Paragraaf 1. Lokale heffingen

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet en artikel van de Wet Milieubeheer;

NOORDWIJK. H Gemeente. Agendapunt: 8 (k) Raadsvoordracht. Belastingverordeningen 2014

Gemeentelijke belastingen Aanslagbiljet 2015 met WOZ-beschikking

RAADSBESLUIT 14R.00481

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. 2. Voorstel. Agenda nr. 6

: 12 december : wethouder B. Bonnema

RAADSVOORSTEL MET VERORDENING

Toelichting gemeentelijke belastingen 2016

Deze brochure biedt een toelichting op het aanslagbiljet. gemeentelijke belastingen Hierin vindt u informatie

r GEMEENTE VELSEN gemeenteraad

3.1 Paragraaf lokale heffingen en belastingen

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2015;

Aanslag gemeentelijke belastingen 2011

Uw raad wordt voorgesteld om de bijgevoegde belastingverordeningen voor 2017 vast te stellen.

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 oktober 2013; VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RIOOLHEFFING 2014.

Deze brochure biedt een toelichting op het aanslagbiljet. gemeentelijke belastingen Hierin vindt u informatie

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 3 november 2015 Nummer voorstel: 2015/97

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 november 2016 (Gemeenteblad 2016, nr. XXX);

gelet op het voorstel van het college van november 2015, nr. 15/

Kadernota lokale heffingen Alkmaar. 1 Inleiding

Datum Agendapunt Documentnummer. 8 november 2016 R12S013/z

NIEUWE Verordening rioolheffing 2014

Voor u liggen de WOZ-beschikking en/of de aanslagen gemeentelijke heffingen voor het belastingjaar 2015.

Om een duidelijke afweging te kunnen maken is het gewenst om een aantal definities eerst te verduidelijken.

Betreft Raadsvoorstel inzake vaststelling belastingverordeningen voor 2015

GEMEENTEBLAD. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2016;

Vaststelling belastingverordeningen 2011

Portefeuillehouder : A.A.L.M. Spekschoor Nee Onderwerp : Belastingverordeningen Bronckhorst 2018

4.1.2 Woonlasten (lokale lastendruk)

Transcriptie:

Nota Lokale heffingen Gemeente Staphorst 2012

Inhoudsopgave pagina Samenvatting 3 Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Inleiding Paragraaf 1.1 Aanleiding 4 Paragraaf 1.2 Algemeen 4 Het belastinggebied van de gemeente Paragraaf 2.1 Inleiding 5 Paragraaf 2.2 Lokaal belastinggebied gemeente Staphorst 5 Paragraaf 2.2.1 Onroerende-zaakbelastingen 5 Paragraaf 2.2.2 Forensenbelasting 7 Paragraaf 2.2.3 Toeristenbelasting 7 Paragraaf 2.2.4 Hondenbelasting 8 Paragraaf 2.2.5 Rechten 9 Paragraaf 2.2.5.1 Rioolheffing 10 Paragraaf 2.2.5.2 Rioolaansluitrecht 11 Paragraaf 2.2.5.3 Afvalstoffenheffing 11 Paragraaf 2.2.5.4 Marktgelden/standplaatsvergunningen 12 Paragraaf 2.2.5.5 Leges 13 Paragraaf 2.2.5.6 Lijkbezorgingsrechten 14 Paragraaf 2.3 Ontwikkeling tarieven/kostendekking 15 Paragraaf 2.4 Overige gemeentelijke belastingen 15 Paragraaf 2.4.1. Brandweerrechten 15 Paragraaf 2.4.2 Belasting op roerende woon- en bedrijfsruimten 15 Paragraaf 2.4.3 Reclamebelasting 16 Paragraaf 2.4.4 Precariobelasting 16 Paragraaf 2.4.4 Reinigingsrechten 16 Paragraaf 2.4.5 Havengelden 16 Paragraaf 2.4.6 Weg-, straat-, burg-, tol-, en veergelden 17 Paragraaf 2.4.7 Baatbelasting 17 Paragraaf 2.4.8 Parkeerbelasting 17 Heffing en invordering Paragraaf 3.1 Algemeen 18 Paragraaf 3.2 Wijze van heffing 18 Paragraaf 3.3 Invordering 18 Paragraaf 3.4 Bezwaar en beroep 19 Paragraaf 3.5 Telefonische bezwaarafhandeling 19 Paragraaf 3.6 Uitstel van betaling 19 Paragraaf 3.7 Dwanginvordering 19 Hoofdstuk 4 Kwijtscheldingsregeling 21 Hoofdstuk 5 Lastendruk 22 Hoofdstuk 6 Positie ten opzichte van andere gemeenten 23 Hoofdstuk 7 Samenvatting 24 Hoofdstuk 8 Advies 24 pagina 2 van 24

Samenvatting De nota geeft een overzicht van het aantal belastingsoorten in Staphorst. Er zijn momenteel veel ontwikkelingen op het gemeentelijke belastinggebied. Door allerlei Haagse plannen is er (nog steeds) veel onduidelijkheid over de toekomstige inhoud en omvang van het gemeentelijk belastinggebied. Bij het beschrijven van de bestaande situatie wordt het volgende geconcludeerd: er zijn geen specifieke probleemgebieden bij de belastingsoorten die nu geheven worden. mogelijke invoering van belastingsoorten die nog niet geheven worden in Staphorst is niet aan de orde of ligt niet direct voor de hand. Vergeleken met andere gemeenten is de belastingdruk in Staphorst bovengemiddeld. Onderstaand een overzicht van de (verdeling) inkomsten van de gemeente Staphorst in 2012. 4.956.000; 22% 728.000; 3% 1.546.275; 7% 12.889.640; 56% 2.617.843; 12% Algemene Uitkering Inkomsten uit dividend, pacht, rente etc. Retributies Doeluitkering Belastingen Bron financiële administratie gemeente Staphorst (FMS) De gemeentelijke belastingen, leges en rechten maken met 5.684.000 25% deel uit van de totale inkomsten van de gemeente. In deze nota zijn de lokale belastingen in Staphorst in kaart gebracht. Het hoeft geen betoog dat de ontwikkelingen, zoals hierboven geschetst, nauwlettend gevolgd worden en dat daarop adequaat wordt ingespeeld. pagina 3 van 24

HOOFDSTUK 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In artikel 12 van de Financiële verordening gemeente Staphorst 2009 is bepaald dat ieder jaar bij de begroting een overzicht wordt gegeven van de lokale heffingen en de belastingdruk. Eénmaal per vier jaar wordt een nota lokale heffingen vastgesteld. Financiële verordening gemeente Staphorst 2009, artikel 12 (Lokale heffingen) Het college biedt tenminste in het derde jaar van een raadsperiode een (bijgestelde) nota lokale heffingen aan ter vaststelling door de raad. Deze nota behandelt in ieder geval: a. De samenstelling van het pakket aan gemeentelijke belastingen en heffingen b. De kostendekkendheid van de heffingen c. De druk van de lokale belastingen en heffingen d. Het kwijtscheldingsbeleid en het tarieven beleid e. De verordeningen met de bijbehorende vaststellingsdata waarin de heffing en tarieven zijn vastgelegd. 1.2 Algemeen Binnen de grenzen van de wet zijn gemeenten vrij of, en zo ja, welke belastingen en rechten geheven worden. Ook de hoogte van de tarieven is, met in achtneming van de wettelijke bepalingen, door de gemeenten zelf te bepalen. De belangrijkste wettelijke beperkingen betreffen de belastingen die gemeenten mogen heffen en het verbod op het heffen naar draagkracht. Voor elke belasting wordt door de gemeenteraad voor de invoering een verordening vastgesteld waarin de volgende zaken zijn geregeld: Het voorwerp van de belasting Het belastbare feit De belastingplichtige De heffingsmaatstaf Het tarief Het tijdstip van ingang van de heffing Het tijdstip van beëindiging van de heffing Wat verder nog voor de heffing en de invordering van belang is Binnen het gemeentelijk belastinggebied wordt onderscheid gemaakt in belastingen en rechten. - Belastingen zijn bijdragen in de algemene middelen van de gemeente. Degene die belasting betaald kan geen aanspraak maken op een individueel aanwijsbare tegenprestatie van de gemeente. Voor de tarieven van de belastingen zijn geen beperkingen opgenomen. Voorbeelden van belastingen zijn: onroerende zaakbelastingen, forensenbelasting, toeristenbelasting en hondenbelasting. - Rechten worden geheven ter dekking van de kosten van dienstverlening door de gemeente. In de wet is bepaald dat de opbrengst niet hoger mag zijn dan nodig om 100% van de kosten te dekken. Voorbeelden van rechten zijn rioolaansluitrecht en leges voor verschillende diensten. Voor de rioolheffing en de afvalstoffenheffing geldt ook dat de opbrengst niet hoger mag zijn dan 100% van de kosten van de (collectieve) dienstverlening. Dit dekkingspercentage wordt aan de hand van de begroting bepaald. pagina 4 van 24

HOOFDSTUK 2 Het belastinggebied van de gemeente 2.1 Inleiding In artikel 132, lid 6 van de Gemeentewet, is de wettelijke basis voor de gemeentelijke belastingen en rechten opgenomen. Dit zogenaamde legaliteitsbeginsel bepaalt dat de Gemeentewet (artikel 216) regelt welke belastingen een gemeente mag heffen. De gemeenten zijn dus vrij om de genoemde belastingen wel of niet in te voeren. Ook bij de tariefstelling kent de gemeente een grote mate van vrijheid. De wet kent alleen de bepaling dat het bedrag niet afhankelijk mag zijn van het inkomen, de winst of het vermogen. Voor rechten, die hierna in paragraaf 2.2.7 aan de orde komen geldt nog dat de opbrengst niet hoger mag zijn dan 100% van de aan de dienstverlening verbonden kosten. In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de gemeentelijke belastingen. Naast de feitelijke invulling van de gemeentelijke belastingen zijn de tarieven en de opbrengsten over de periode 2009 tot en met 2012 opgenomen. Basis hiervoor zijn de jaarrekeningen en de begrotingen. 2.2 Lokaal belastinggebied gemeente Staphorst In deze paragrafen worden de belastingen behandeld die in Staphorst worden geheven. De volgende verordeningen betreffende de gemeentelijke belastingen en rechten gelden in de gemeente Staphorst: Omschrijving Vaststellingsdatum Verordening onroerende-zaakbelastingen 8 november 2011 Verordening forensenbelasting 8 november 2011 Verordening toeristenbelasting 8 november 2011 Verordening hondenbelasting 8 november 2011 Legesverordening 8 november 2011 Verordening rioolheffing 8 november 2011 Verordening rioolaansluitrecht 8 november 2011 Verordening afvalstoffenheffing 8 november 2011 Verordening lijkbezorgingrechten 8 november 2011 Verordening marktgelden 2010 8 november 2011 Kwijtscheldingsregeling 9 november 2010 2.2.1 Onroerende-zaakbelastingen Op basis van de artikelen 220 van de Gemeentewet worden de onroerende-zaakbelastingen geheven. Uit dit artikel blijkt dat er twee onroerende-zaakbelastingen zijn, een belasting van de gebruikers en een belasting van de eigenaren van een onroerende zaak. De gebruikersbelasting wordt alleen geheven van niet-woningen. In de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) is opgenomen wanneer een object als een onroerende zaak wordt aangemerkt. In deze wet is ook bepaald hoe de heffingsmaatstaf (waarde) moet worden vastgesteld. Verder is bepaald welke onroerende zaken zijn vrijgesteld voor deze belasting. De opbrengst van de onroerende zaakbelastingen vloeit in de algemene middelen. Belastingplicht De onroerende-zaakbelastingen worden geheven van degene die op 1 januari van het belastingjaar eigenaar en/of gebruiker is van een onroerende zaak. Eigenaar moet hier worden gelezen als genothebbende krachtens zakelijk recht, zo wordt de eigenarenbelasting bijvoorbeeld geheven van degene die het vruchtgebruik heeft. Een beperkt recht gaat uit boven een zakelijk recht. Dit omdat degene met het beperkende recht het grootste genot heeft. pagina 5 van 24

Heffingsgrondslag De heffingsgrondslag voor de onroerende-zaakbelasting is de WOZ-waarde. In de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) zijn regels opgenomen voor het waarderen van onroerende zaken. Deze waarde wordt door de gemeente vastgesteld. Vrijstellingen De OZB kan worden geheven over alle onroerende zaken op een aantal verplichte vrijstellingen (punt 1 en 2) en eventueel facultatieve vrijstellingen (punt 3) na. Deze uitzonderingen zijn: 1. De objecten die in het kader van de Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten zijn vrijgesteld. Het gaat hier bijvoorbeeld om openbare wegen en bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond. Voor deze objecten hoeft geen WOZ-waarde te worden bepaald. 2. De objecten die volgens artikel 220d van de Gemeentewet worden vrijgesteld. Van deze objecten, bijvoorbeeld kerken, moet wel een waarde worden bepaald als deze van belang is voor afnemers van de taxatiegegevens (het Waterschap en de Belastingdienst). 3. De objecten die in de gemeentelijke belastingverordening worden vrijgesteld. Het gaat hier bijvoorbeeld om de gemeentelijke eigendommen en bepaalde ongebouwde eigendommen. Deze objecten moeten altijd getaxeerd worden omdat de waarde van belang is bij de berekening van de belastingcapaciteit van de gemeente. Rekentarief Vanaf de nieuwe Financiele -verhoudingswet 1997 wordt in het gemeentefonds rekening gehouden met verschillen in de belastingcapaciteit van gemeenten. Als gevolg van verschillen in waarde van de onroerende zaken loopt de belastingcapaciteit uiteen tussen gemeenten. De belastingcapaciteit waar in het gemeentefonds rekening mee wordt gehouden wordt voor iedere gemeente met dezelfde tarieven berekend. Deze tarieven worden rekentarieven genoemd. Deze is in het verleden vastgesteld op het gemiddelde tarief op dat moment van alle gemeenten. Verschillen in de feitelijke tarieven tussen gemeenten spelen in de verdeling van het gemeentefonds geen rol. Voor 2012 is het rekentarief vastgesteld op 0,0963% voor de eigenaren van woningen, 0,1043% voor de gebruikers van nietwoningen en 0,1294% voor de eigenaren van niet-woningen. Onroerende-zaakbelastingen in Staphorst Bij de tarieven voor eigenaren is gekozen voor een hoger tarief bij de niet-woningen dan voor de woningen. De achterliggende reden is dat ondernemers deze kosten kunnen doorberekenen. Over de mate waarin deze tarieven af mogen wijken is in de Gemeentewet geen bepaling opgenomen. In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van het tarief vanaf 2009 vermeld. Vanaf 2010 is het tarief vastgesteld op een percentage van de WOZ-waarde. In de genoemde periode is het tarief jaarlijks circa 7,25% verhoogd. Daarbij is tevens nog sprake geweest van 2% inflatiecorrectie. Dit verklaart de aanzienlijke stijging in de opbrengst de afgelopen jaren. Tarieven in 2010 2011 2012 2013 Rekentarief 2012 Woningen: Eigenaren Niet-woningen Eigenaren Gebruikers opbrengst in 1.000 OZB gebruikers OZB eigenaren Totaal Bron 2010 en 2011 Rekening / 2012 en 2013 begroting 0,061% 0,099% 0,080% 275 1.202 1.487 0,067% 0,108% 0,087% 302 1.243 1.545 0,0747% 0,1201% 0,0968% 343 1.613 1.956 0,0848% 0,1339% 0,1079% 396 1.787 2.183 0,0963% 0,1294% 0,1043% Met ingang van 2007 zijn gemeenten wettelijk verplicht jaarlijks te taxeren. Hierbij wordt gebruik gemaakt van modelmatige waardebepaling. Met gebruik van rekenkundige modellen en een correcte registratie van alle objectkenmerken vindt er jaarlijks een herwaardering plaats. De waarde voor 2012 is bepaald naar waardepeildatum 1 januari 2011. pagina 6 van 24

2.2.2 Forensenbelasting Een gemeente treft voorzieningen waarvan niet alleen de inwoners maar ook anderen, die in de gemeente verblijf houden, profiteren. Om de kosten van de voorzieningen mede te verhalen op deze personen bieden de artikelen 223 en 224 van de Gemeentewet de mogelijkheid om een forensen- en een toeristenbelasting te heffen. De forensenbelasting kan worden geheven van de natuurlijke personen, die niet in de gemeente wonen en toch gedurende het belastingjaar meer dan negentig dagen per jaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden. Een direct aanwijsbare tegenprestatie is hiervoor niet nodig. Het begrip gemeubileerde woning in dit kader is zodanig ruim dat de belasting ook geheven kan worden voor woningen die geen onroerend goed zijn (bijvoorbeeld een stacaravan). Cumulatie met andere belastingen Het feit dat voor een pand forensenbelasting wordt betaald betekend niet dat er een vrijstelling is voor andere belastingen. Voor één en het zelfde pand kunnen naast de forensenbelasting bijvoorbeeld ook onroerende-zaakbelastingen en afvalstoffenheffingen en rioolheffingen worden opgelegd. De Hoge Raad heeft dit ten aanzien van de onroerende-zaakbelastingen expliciet uitgesproken op 9 november 2001 (arrest nr. 36.111) Forensenbelasting in Staphorst De maatstaf van heffing is bepaald op de WOZ-waarde van het onroerende goed. Bij het bepalen van de hoogte van de heffing wordt gerekend met vaste tarieven per waardeklasse. Maatstaf van heffing 2010 2011 2012 2013 Minder dan 55.000 79 80 88 90 55.000 of meer, doch minder dan 70.000 240 242 268 273 70.000 of meer, doch minder dan 80.000 275 278 308 314 80.000 of meer, doch minder dan 90.000 308 311 345 352 90.000 of meer, doch minder dan 100.000 343 346 384 392 100.000 of meer, doch minder dan 110.000 378 382 424 432 110.000 of meer, doch minder dan 120.000 411 415 460 469 120.000 of meer, doch minder dan 130.000 447 451 500 510 130.000 of meer, doch minder dan 140.000 469 474 526 537 140.000 of meer, doch minder dan 150.000 493 498 552 563 150.000 of meer 515 520 577 589 opbrengst 65.300 56.900 71.300 69.100 Bron 2010 en 2011 rekening / 2012 en 2013 begroting De opbrengst neemt de afgelopen jaren af. Dit heeft te maken met ontwikkelingen op de recreatieterreinen. Ook hebben enkele faillissement invloed gehad op de opbrengsten van zowel de forensenbelasting als de toeristenbelasting. In 2012 is het tarief aanzienlijk verhoogd. Vandaar de hogere (geraamde) opbrengst ten opzichte van voorgaande jaren. De verhoging is bedoeld voor het treffen en onderhouden van voorzieningen in de recreatiesfeer. 2.2.3 Toeristenbelasting Evenals de forensenbelasting is deze belasting bedoeld om de kosten van gemeentelijke voorzieningen mede om te slaan over niet-ingezetenen van de gemeente. De toeristenbelasting wordt geheven van degene die de gelegenheid tot verblijf biedt, bijvoorbeeld de exploitant van een camping of hotel. Deze is bevoegd om de belasting te verhalen op degene die binnen de gemeente verblijft. pagina 7 van 24

Toeristenbelasting in Staphorst Het, tegen betaling, verblijf houden binnen de gemeente bijvoorbeeld in hotels en op campings door personen die niet in deze gemeente wonen, is belastbaar gesteld. De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen. Bepalend is het aantal overnachtingen zoals blijkt uit de administratie van de belastingplichtige. Ter beperking van de administratieve lastendruk zijn in de verordening forfaitaire tarieven opgenomen voor onderkomens op vaste standplaatsen. Voor de berekening van deze forfaitaire tarieven wordt uitgegaan van het gemiddeld aantal personen dat een gemiddeld aantal nachten verblijf houdt. Onderstaande tabel geeft de tarieven en de opbrengsten van de toeristenbelasting gedurende de jaren 2010 tot en met 2013 weer. Tarief in 2010 2011 2012 2013 Tarief per overnachting 0,58 0,59 0,65 0,66 (geraamde) opbrengst 43.660 36.200 50.900 44.600 Bron 2010 en 2011 rekening / 2012 en 2013 begroting Ook de opbrengst van de toeristenbelasting is afgenomen. In 2012 is het tarief aanzienlijk verhoogd. Vandaar de hogere (geraamde) opbrengst ten opzichte van voorgaande jaren. De verhoging is bedoeld voor het treffen en onderhouden van voorzieningen in de recreatiesfeer. Hondenbelasting Artikel 226 van de Gemeentewet geeft de mogelijkheid om een directe belasting te heffen op honden die binnen de gemeente worden gehouden. De hondenbelasting wordt geheven van de houder van de hond. De maatstaf van de heffing is het aantal honden. Het is hierbij mogelijk een progressief tarief te hanteren. De opbrengst van de hondenbelasting komt ten goede van de algemene middelen. Hondenbelasting in Staphorst Het houden van een hond is belast. In de verordening is een aantal vrijstellingen opgenomen die hieronder verder worden uitgewerkt. Daar in de Gemeentewet geen bepalingen zijn opgenomen over het tarief is het in principe mogelijk om verschillende tarieven te hanteren. Hierbij geldt dan wel de algemene bepaling dat de tarieven niet afhankelijk mogen zijn van het inkomen of het vermogen van de belastingplichtige. Het invoeren van gedifferentieerde tarieven leidt veelal tot een complexe regeling, en is strijdig met het streven om de regels te vereenvoudigen. In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van de tarieven en de opbrengst weergeven: Tarieven in 2010 2011 2012 2013 Eerste hond 34,50 34,85 35,55 36 Tweede hond 79,90 80,70 82,30 84 Elke hond boven twee 79,90 80,70 82,30 84 Kennels 224 226,25 230,75 235 (geraamde) opbrengst 46.820 46.940 48.620 48.530 Bron 2010 en 2011 rekening / 2012 en 2013 begroting Binnen de gemeente Staphorst zijn ongeveer 1.150 honden geregistreerd. Dit is al een aantal jaren stabiel. Jaarlijks vindt er een huis aan huis controle plaats bij niet-hondenbezitters. De tarieven voor de hondenbelasting zijn de laatste jaren met het inflatiepercentage gestegen. pagina 8 van 24

2.2.4 Rechten In de Gemeentewet, artikel 229, is opgenomen dat rechten kunnen worden geheven voor door de gemeente verstrekte diensten en voor het gebruik van gemeentebezittingen. De verschillende rechten worden niet genoemd, er wordt alleen aangegeven aan welke eisen deze moeten voldoen. Met in achtneming van de in de Wet gestelde eisen zijn de gemeenten in principe vrij om rechten te heffen. Naast de algemene eisen gelden nog het gelijkheids- en evenredigheidsbeginsel. De gemeente kan als eigenaar van de voorzieningen ook een vergoeding vragen op basis van een privaatrechtelijke overeenkomst. Voordeel hiervan is dat de gemeente meer vrijheid heeft bij het vaststellen van de tarieven. In principe is dan meer dan 100% kostenverhaal mogelijk. Een privaatrechtelijke overeenkomst mag echter nooit zo ver gaan dat de publieke bestemming van een zaak in het geding komt. Een nadeel van de privaatrechtelijke overeenkomst is dat de gemeente minder mogelijkheden heeft tot invordering. In het tweede lid van artikel 229 is opgenomen dat de rechten worden aangemerkt als gemeentelijke belastingen. Dit betekent dat de mogelijkheden van de dwanginvordering ook hier van toepassing zijn. Rechten zijn algemene dekkingsmiddelen voor de gemeenten, de opbrengsten zijn bedoeld om de betreffende kosten te dekken. Er wordt onderscheid gemaakt in gebruiks-, genots- en vermakelijkheidsrechten. Bij de gebruiks- en genotsrechten mag maximaal sprake van een 100% kostendekking zijn. Voor de vermakelijkheidsrechten is er geen maximale kostendekking opgenomen, bij deze rechten is niet duidelijk wat precies de kosten zijn die aan de dienstverlening verbonden zijn. Gebruiksrechten kunnen worden geheven voor het gebruik van, voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen/bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of onderhoud zijn. Een voorbeeld is de lijkbezorgingsrechten. Genotsrechten kunnen worden geheven voor door de gemeente verstrekte diensten. Voorbeelden zijn leges en het rioolaansluitrecht. Vermakelijkheidsrechten worden geheven als de gemeente haar medewerking verleent bij evenementen, of andere grote evenementen. Hiervoor is niets geregeld in een verordening. Kostenverhaal en btw-compensatiefonds Bij het invoeren van het btw-compensatiefonds is bepaald dat bij het berekenen van de kosten geen rekening hoeft te worden gehouden met de gecompenseerde btw. De invoering van het btw compensatiefonds heeft geleid tot een korting op de algemene uitkering. Dit betekent een lagere uitkering voor de gemeenten terwijl het niet langer meenemen als kostencomponent ook tot lagere inkomsten leidt. Om deze teruggang in inkomsten te voorkomen is in de wetgeving opgenomen dat de gemeente de compensabele btw als fictieve kostenpost mag blijven meetellen bij het bepalen van de tarieven. Rechten in Staphorst Bij rechten zijn behalve de opbrengsten ook de kosten van belang. Dit omdat het tarief (en de daaruit voortvloeiende opbrengsten) direct afhankelijk is van de hoogte van de kosten. De geraamde opbrengsten mogen niet uitgaan boven de geraamde kosten. Bij de rioolheffing en de afvalstoffenheffing wordt het tarief jaarlijks mede aan de hand van het GRP en de opgaaf van ROVA bepaald. Bij de overige rechten en leges wordt het tarief jaarlijks aangepast aan de hand van het inflatiepercentage. Bij deze rechten is echter nog een aantal zaken van belang, zoals de wijze waarop de kosten toegerekend moeten worden, de positie ten opzichte van andere gemeenten en de maatschappelijke aanvaardbaarheid van de tarieven. Deze zaken kunnen leiden tot een ander tarief. pagina 9 van 24

2.2.5.1 Rioolheffing Tot 2010 werd er in de gemeente Staphorst rioolrecht geheven van de gebruiker van een eigendom van waaruit afvalwater op de gemeentelijke riolering werd afgevoerd. Het recht werd geheven op basis van het aantal kubieke meters water dan van het waterleidingbedrijf wordt afgenomen. Per 1 januari 2010 is het rioolrecht vervangen door rioolheffing. In de Gemeentewet is een apart artikel opgenomen. Het is een bestemmingsheffing. De reden vormt het feit dat per 1 januari 2008 de Wet gemeentelijke watertaken in werking is getreden, waarbij 3 verschillende zorgplichten te onderscheiden zijn. Deze betreffen het verwerken van: Afvalwater Hemelwater (nieuwe taak) Grondwater (nieuwe taak) Door de invoering van rioolheffing kan de gemeente meer kosten verhalen. Niet alleen de kosten van het verwerken van afvalwater, maar ook de kosten van het verwerken van hemelwater en grondwater. Van al het afgevoerde water blijkt 80% hemelwater te zijn. Vanaf 2011 geldt er een vast tarief voor woningen. Voor niet-, of gedeeltelijk niet-woningen is het waterverbruik bepalend voor de hoogte van de heffing. Dit om de reden dat er veel onderlinge verschillen zijn. Wanneer bij een perceel enkel sprake is van het aanbieden van hemel- of grondwater, dus geen afvalwater, wordt een bedrag in rekening gebracht dat afhankelijk is van de WOZ-waarde. Onderstaande tabel geeft de tarieven en de opbrengsten van de rioolrechten/rioolheffing gedurende de jaren 2010 tot en met 2012 weer. Tarieven in 2010 2011 2012 2013 Vast tarief woningen: 213 229 229 Bij een hoeveelheid afvalwater van: Bij een hoeveelheid afvalwater van: (gedeeltelijk) nietwoning: Bij een hoeveelheid afvalwater van: Minder dan 26 m³ Minder dan 26 m³ 96 - - - - 26 t/m 50 m³ 26 t/m 50 m³ 162 - - - - 51 t/m 300 m³ 51 t/m 500 m³ 207 0 t/m 500 m 3 213 229 229 301 t/m 500 m³ 501 t/m 750 m³ 275 501 t/m 750 m 3 283 305 305 501 t/m 750 m³ 751 t/m 1.000 m³ 340 751 t/m 1000 m 3 350 376 376 751 t/m 1.000 m³ Per elke 100 m³, of gedeelte daarvan boven de 1.000 m³ Per elke 100 m³, of gedeelte daarvan boven de 1.000 m³ Voor een perceel dat enkel hemelwater- of grondwater afvoert 17 Per elke 100 m³, of gedeelte daarvan boven de 1.000 m³ 0,15 % van de WOZwaarde tot een max. van 207 Voor een perceel dat enkel hemelwater of grondwater afvoert 18,50 19,90 19,90 0,155% van de WOZwaarde tot een max. van 213 0,167% van de WOZwaarde tot een max. van 229 0,167% van de WOZwaarde tot een max. van 229 (geraamde) opbrengst 1.217 1.409 1.460 1.461 ( x 1.000) Bron 2010 en 2011 rekening / 2012 en 2013 begroting De opbrengst van de rioolheffing moet worden gebruikt voor de nakoming van de genoemde zorgplichten. Bij de vaststelling van het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan IV (vgrp) is besloten dat dit plan kostendekkend wordt uitgevoerd. Voor de periode 2011-2015 is bepaald dat, ter uitvoering van deze beleidsbepaling, de totaalopbrengst ter dekking van de onkosten in de jaren 2011 en 2012 elk jaar met gemiddeld 16, - per aansluiting wordt verhoogd. Vanaf 2013 zal de jaarlijkse verhoging afhangen van de werkelijke uitgaven en de stand van de reserve. pagina 10 van 24

2.2.5.2 Rioolaansluitrecht Onder de naam rioolaansluitrecht wordt een tarief geheven voor het verkrijgen van een aansluiting op het gemeentelijk riool. Het recht wordt geheven van de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst wordt verleend. Rioolaansluitrecht wordt geheven voor de aan te sluiten eigendommen per aansluiting die gemaakt moet worden voor de afvoer van huishoudelijke- c.q. bedrijfsafvalwater van een eigendom. Bij het rioolaansluitrecht mogen de geraamde opbrengsten niet hoger zijn dan de geraamde kosten. Voor de invoering van het rioolaansluitrecht is aan de hand van een raming het tarief bepaald. Naderhand is het tarief jaarlijks geïndexeerd. Vanaf 2009 is overgegaan naar één tarief. Dit om onduidelijkheden of sprake is van een primaire- of secundaire aansluiting uit te sluiten. In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van de tarieven en de opbrengst weergegeven: Tarieven in 2010 2011 2012 2013 Primaire aansluiting 3.512 3.547 3.618 3.690 (geraamde) opbrengst x 1.000 27.765 106.270 53.205 54.270 Bron 2010 en 2011 rekening / 2012 en 2013 rekening 2.2.5.3 Afvalstoffenheffing De wettelijke basis voor deze heffing is gelegen in de Wet milieubeheer (artikel 15:33). De afvalstoffenheffing wordt geheven voor verhaal van de kosten van het inzamelen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen. De gemeente voldoet aan deze in de Wet opgelegde verplichting door wekelijks huisvuil in te zamelen. Hierbij wordt om de week het groenafval, eens per 4 weken het restafval, eens per 4 weken het kunststof en (vanaf juli / augustus) eens per 4 weken de papiercontainer ingezameld. Belastingplichtig is degene die feitelijk gebruik maakt van een perceel, waarvoor de verplichting tot het inzamelen van huishoudelijk afval geldt. De gemeente Staphorst heft een vastrechttarief per aansluiting. Hieronder vallen de kosten voor het in stand houden van de inzamelvoorziening. Naast dit tarief is er ook sprake van een variabel ledigingtarief. Dat zijn de kosten die ROVA per lediging van de restcontainer in rekening brengt. Deze worden 1 op 1 aan de aanbieder doorberekend. Van afval naar grondstof Er zijn vanaf 2012 een aantal wijzigingen doorgevoerd in de inzamelvoorziening. Het restafval werd voorheen om de 2 weken ingezameld. Vanaf 2012 gebeurt dit eenmaal per 4 weken. Deze wijziging komt doordat er vanaf eind 2009 kunststoffen gescheiden ingezameld worden. Hierdoor hoeven burgers minder vaak containers aan te bieden. Vanaf 2012 kan iedereen de groene container gratis ter lediging aanbieden. Deze ledigingen worden niet meer in rekening gebracht. Daarnaast beschikt ieder huishouden inmiddels over een papiercontainer. Ook deze kan eens in de 4 weken gratis ter lediging aangeboden worden. Vanaf 2014 worden in de kern ondergrondse containers geplaatst alweer ieder huishouden het REST afval kwijt kan. pagina 11 van 24

In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van de tarieven en opbrengst weergegeven: Tarieven in 2010 2011 2012 2013 Vast recht 113 113 134 134 240 liter REST 9,21 9,21 9,21 9,21 240 liter GFT 5,61 5,61 Gratis Gratis 140 liter REST 5,63 5,63 5,63 5,63 140 liter GFT 3,53 3,53 Gratis Gratis 80 liter GFT 2,25 2,25 Gratis Gratis 40 liter GFT 1,50 1,50 Gratis Gratis Verzamelcontainer voor max 40 1,11 1,11 1,11 1,11 liter restafval (geraamde) opbrengst x 1.000 1.138 1.157 1.066 1.111 Bron 2010 en 2011 rekening / 2012 en 2013 begroting De daling van de opbrengst in 2012 en 2013 is een gevolg van de invoering van het gratis kunnen aanbieden van GFT-afval. Eventuele tekorten worden ontrokken uit de egalisatiereserve. Reserve matiging afvalstoffenheffing De reserve matiging afvalstoffenheffing is bedoeld als een egalisatiereserve. Net als bij de riolering worden de kosten van de afvalstoffenheffing voor 100% door de burgers gedragen. De positieve of negatieve verschillen om aan de 100% kostendekkendheid te voldoen worden aan de reserve toegevoegd of ontrokken. Hierdoor heeft dat geen budgettair effect op de gemeentebegroting. Op begrotingsbasis wordt jaarlijks al een bedrag onttrokken uit de egalisatiereserve. Daarnaast wordt het dividend van de ROVA, welke de gemeente jaarlijks ontvangt, toegevoegd aan deze reserve. 2.2.5.4 Marktgelden/standplaatsvergunningen Onder de naam marktgelden wordt een recht geheven voor het innemen van standplaatsen voor de jaarmarkt te Staphorst, de wekelijkse markt te Staphorst en de maandelijkse markt te IJhorst. Daarnaast worden leges geheven voor standplaatsvergunningen en ventvergunningen in de gemeente. De tarieven voor de standplaatsen van de maandmarkt in IJhorst worden afgerond in verband met incasso. In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van de tarieven en de opbrengst weergegeven: Tarieven in per 2010 2011 2012 2013 strekkende meter voor vaste en losse standplaatsen Weekmarkt 0,98/ 1,42 1,19/ 1,21/ 1,76 1,25/ 1,80 1,72 Maandmarkt 2,30/ 2,70 2,75/ 3,25 2,80/ 3,30 2,85/ 3,35 Jaarmarkt 7,40 8,98 9,15 9,35 (geraamde) opbrengst 50.900 53.800 60.900 58.200 Bron 2010 en 2011 rekening / 2012 en 2013 begroting pagina 12 van 24

2.2.5.5 Leges Leges worden geheven voor het door de gemeente verlenen van diensten. De naam leges komt als zodanig niet in de Gemeentewet voor, in artikel 229 is sprake van rechten voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten. Leges worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie een dienst wordt verricht. De heffingsmaatstaf is afhankelijk van de soort dienst en wordt duidelijk uit de tarieventabel. Naast de heffingsmaatstaf staat ook het bijbehorende tarief in deze tabel. Voor een aantal diensten, bijvoorbeeld paspoorten en uittreksels burgerlijke stand geldt een wettelijk maximum tarief. De algemene bepalingen met betrekking tot de legesheffing zijn in de legesverordening opgenomen. Voor het berekenen van de bouwkosten van een bouwwerk wordt gebruik gemaakt van een tarieventabel. Deze tabel wordt in ieder geval jaarlijks en zo nodig tussentijds aangepast. De leges zijn de laatste jaren aangepast met het inflatiepercentage. Kruissubsidiëring Door de invoering van de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de invoering van de Europese Dienstenrichtlijn (EDR) per 28 december 2009 zijn de mogelijkheden tot kruissubsidiëring bij het bepalen van de tarieven beperkter. Op grond van artikel 229 b van de Gemeentewet geldt dat de opbrengsten uit leges op verordeningniveau maximaal 100 % kostendekkend mogen zijn. Bij het bepalen van legestarieven kan kruissubsidiëring toegepast worden (kruissubsidiëring = verlies op de ene dienst compenseren met een overdekking op een andere dienst). Vanaf de komst van de Wabo is dus niet in alle gevallen meer mogelijk. In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van de opbrengst weergegeven: In x 1.000 2010 2011 2012 2013 Soort Bouwleges 577 348 483 433 Ontheffingen 32 31 68 33 bestemmingsplan Leges burgerzaken 267 285 165* 238 A.P.V. vergunningen 10 8 12 12 (geraamde) opbrengst 886 672 728 834 Bron 2010 en 2011 rekening / 2012 en 2013 begroting pagina 13 van 24

2.2.5.6 Lijkbezorgingrechten Onder de naam begrafenisrechten worden rechten geheven voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen. Deze rechten worden geheven van de aanvrager dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht. In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van de tarieven en de opbrengst weergegeven: Tarieven in 2010 2011 2012 2013 Soort Lijkbezorgingrecht vanaf 12 jaar 248 270 422 464 Lijkbezorgingrecht onder 12 jaar 186 203 348 383 Paaltje niet breder dan 0,5 mtr 42 46 176 194 Paaltje breder dan 0,5 mtr 60 65 72 79,20 Grafruimte 1 diep (*30 jaar) Grafruimte 1 diep (*50 jaar) Grafruimte 1 diep (*onbepaalde tijd) 744 811 892 1.485 5.940 981 1.633 6.534 * vanaf 2012 Grafruimte 2 diep (*30 jaar) Grafruimte 2 diep (*50 jaar) Grafruimte 2 diep (*onbepaalde tijd) 1.488 1.622 1.784 2.970 11.880 1.962 3.267 13.068 * vanaf 2012 Verlengen begraafrechten 1 graf 1 246 268 295 324,50 diep met 10 jaar Verlengen begraafrechten 1 graf 1 590 649 diep met 20 jaar Verlengen begraafrechten 1 graf 2 590 649 diep met 10 jaar Verlengen begraafrechten 1 graf 2 1.180 1.298 diep met 20 jaar Overschrijven begraafrechten per 15,55 16,95 18,65 20,50 grafruimte 31,50 33,90 37,30 41 Gebruik mortuarium per dag(deel) 59,70 65,10 72 79 (geraamde) opbrengst 149.000 130.000 245.000 238.000 Bron 2010 en 2011 rekening / 2012 en 2013 begroting In de begroting is er van uitgegaan dat het mortuarium per 1 januari 2013 is afgestoten. De toename in 2011, 2012 en 2013 ten opzichte van voorgaande jaren is een gevolg van de verlenging termijn grafrechten van 30 naar 50 jaar respectievelijk van 10 naar 20 jaar en verhoging van de tarieven. pagina 14 van 24

Paragraaf 2.3 Ontwikkeling tarieven/kostendekking De tarieven van alle rechten en belastingen voor 2013 zijn met 2% verhoogd. Daarnaast is het tarief van de onroerende-zaakbelastingen extra verhoogd met 7,25% (tot en met 2014) en de lijkbezorgingrechten zijn met gemiddeld 8% verhoogd (tot en met 2013) met als doel de opbrengst te verhogen. In onderstaand overzicht staan voor de jaren 2012 en 2013 de opbrengsten en de lasten weergegeven (x 1.000): geraamde opbrengst geraamde lasten geraamde opbrengst geraamde lasten Omschrijving heffing 2012 2012 2013 2013 onroerendezaakbelastingen 1.956 268 2.183 276 forensenbelasting 71 13 69 13 toeristenbelasting 50 10 44 12 hondenbelasting 48 12 48 14 leges burgerzaken/apv 177 657 250 676 leges omgevingsvergunning en bestemmingplannen 551 1.379 466 1.393 rioolheffing/rioolaansluitrec ht 1.460 1.551 1.461 1.415 afvalstoffenheffing 1.066 1.209 1.111 1.227 lijkbezorgingrechten 245 484 238 491 marktgelden 60 68 58 55 Totalen 5.684 5.651 5.928 5.572 Bron FMS (financiële administratie gemeente Staphorst) Paragraaf 2.4 Overige gemeentelijke belastingen Naast de hiervoor uitgewerkte belastingen en rechten kent de Gemeentewet nog een aantal belastingen en rechten die in Staphorst geheven kunnen worden. Hieronder volgt een uitwerking van deze mogelijke heffingen. Paragraaf 2.4.1 Brandweerrechten Voor inzet van de brandweer in het kader van brand- en rampenbestrijding en het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen mogen geen rechten in rekening worden gebracht. Van diensten die de brandweer buiten dit kader verleent mogen de kosten wel worden verhaald. De diensten bestaan uit het beschikbaar stellen van personeel en materieel. Brandweerrechten in Staphorst In deze gemeente wordt geen gebruik gemaakt van deze mogelijkheid van kostenverhaal. Wanneer kosten verhaald worden gebeurd dat privaatrechtelijk, door middel van een factuur. Paragraaf 2.4.2 Belasting op roerende woon- en bedrijfsruimten Gemeenten kunnen een belasting heffen over woon- en bedrijfsruimten die niet onroerend zijn. Deze belasting kan plaats vinden over roerende woon- en bedrijfsruimten die duurzaam aan een plaats gebonden zijn en dienen voor permanente bewoning of gebruik. Slechts een beperkt aantal gemeenten heeft deze belasting ingevoerd. Zoals bij de onroerende-zaakbelasting is bij deze belasting het gebruik van woonruimten ook van heffing uitgesloten. Voor wat betreft de belastingplichtige en de heffingsmaatstaf gelden dezelfde regels als bij de OZB. Als een gemeente deze belasting invoert geldt de eis dat de tarieven gelijk moeten zijn aan die van de OZB. De belasting van roerende woon- en bedrijfsruimten kan geheven worden van bijvoorbeeld caravans die niet onder de WOZ vallen en woonboten. pagina 15 van 24

Belasting op roerende woon- en bedrijfsruimten in Staphorst Invoering van de belasting op roerende woon- en bedrijfsruimten leidt tot een aanzienlijke toename van de werkzaamheden en een relatief geringe meeropbrengst. Paragraaf 2.4.3 Reclamebelasting Buitenreclame kan een inkomstenbron zijn voor de gemeenten. Voorbeelden hiervan zijn de affiches in de bushokjes en reclames op panden. Het is ook mogelijk om deze belasting in een bepaald gebied in de gemeente te heffen en te beperken tot de vaste reclame-uitingen. Een belasting in de gehele gemeente voor alle reclame-uitingen is namelijk tamelijk arbeidsintensief. Bij wisselende reclames moet worden bijgehouden wie reclame-uitingen heeft gehad. De heffingsmaatstaf is niet specifiek voorgeschreven. Gemeenten die deze belasting heffen werken veelal met vaste bedragen per perceel, per aankondiging of per tijdseenheid, met de oppervlakte of de lengte van de aankondiging. Als een reclame-uiting een publiek belang dient hoeft daarvoor geen reclamebelasting betaald te worden. Een voorbeeld hiervan is de naam 'ANWB' op de bewegwijzering. Een aantal gemeenten heeft de reclamebelasting ingevoerd om daarmee de kosten van centrumontwikkeling of promotie te betalen. Hiervoor wordt dan een convenant afgesloten met de ondernemersvereniging. Reclamebelasting in Staphorst In Staphorst wordt geen reclamebelasting geheven. De voornaamste reden is dat de perceptiekosten aanzienlijk hoog zijn. Paragraaf 2.4.4 Precariobelasting Precariobelasting kan worden geheven voor voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond worden gehouden. Deze voorwerpen kunnen variëren van kabels en leidingen (onder) tot bouwmaterialen (op) en zonneschermen (boven). Belastingplichtige is degene die eigenaar of gebruiker is van de voorwerpen. De heffingsmaatstaf is niet voorgeschreven. In de praktijk wordt veelal gewerkt met de oppervlakte of de lengte van het voorwerp, dan wel met vaste bedragen of bedragen per tijdseenheid of een combinatie van deze. Precariobelasting in Staphorst Voor de precariorechten geldt, net als voor de reclamebelasting, dat de perceptiekosten hoog oplopen in verhouding tot de opbrengst. Voor de precariorechten geldt daarnaast dat een wetswijziging wordt voorzien waarin de mogelijkheden tot heffen, in het bijzonder voor het hebben van ondergrondse kabels en leidingen, worden beperkt of uitgesloten. Paragraaf 2.4.4 Reinigingsrechten Op grond van artikel 229 Gemeentewet kunnen rechten worden geheven voor het genot van door de gemeente verstrekte diensten. In dit kader kunnen reinigingsrechten worden geheven voor het door de gemeente inzamelen van niet-huishoudelijke afvalstoffen. Belastingplichtig zijn degenen die daadwerkelijk gebruik maken van de door de gemeente verleende diensten. Reinigingsrechten in Staphorst Om deze dienstverlening te kunnen bieden moet de gemeente aan een aantal eisen voldoen die ook voor particuliere bedrijven in deze sector gelden. Het inzamelen van niet-huishoudelijke afvalstoffen is namelijk geen overheidstaak. Omdat er nog maar een gering aantal bedrijven gebruik maakte van deze gemeentelijke dienstverlening is een aantal jaren geleden besloten om het inzamelen van de niet-huishoudelijke afvalstoffen geheel over te laten aan particuliere inzamelaars. Paragraaf 2.4.5 Havengelden Havengelden, ook wel scheepvaartrechten genoemd, worden geheven voor het gebruik van water, havens, kaden, sluizen, bruggen, kranen en dokken die in beheer of in onderhoud zijn van de gemeente of het genot van door de gemeente verleende havendiensten. Havengelden in Staphorst De gemeente Staphorst kent een haven. Deze is in beheer en onderhoud bij de gemeente Meppel. pagina 16 van 24

Paragraaf 2.4.6 Weg-, straat-, brug-, tol-, en veergelden Wegen, straten, bruggen en veren zijn aan te merken als gemeentebezittingen of werken en inrichtingen waarvoor rechten kunnen worden geheven. De heffing van deze rechten kan alleen plaats vinden als sprake is van een individuele tegenprestatie. Deze rechten komen in de praktijk weinig voor en het gaat dan vaak om geringe bedragen. Het voorwerp van deze heffing is het gebruik maken van een speciale dienst die door de gemeente geleverd wordt. De heffingsmaatstaf en het tarief zijn afhankelijk van het soort dienst. Weg-, straat-, brug-, tol-, en veergelden in Staphorst In de gemeente Staphorst worden geen speciale diensten geleverd. Paragraaf 2.4.7 Baatbelasting Ter zake van de in een bepaald gedeelte van de gemeente gelegen onroerende zaak die gebaat is door voorzieningen die tot stand worden of zijn gebracht door of met medewerking van het gemeentebestuur, kan van degenen die van die onroerende zaak het genot hebben krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, een baatbelasting worden geheven, waarbij de aan de voorzieningen verbonden lasten geheel of gedeeltelijk worden omgeslagen. Wanneer de kosten al privaatrechtelijk worden verhaald kan geen baatbelasting worden geheven. Baatbelasting in Staphorst Voordat bepaalde kosten voor het tot stand brengen van voorzieningen kunnen worden verhaald door middel van deze belasting moet er een bekostigingsbesluit worden vastgesteld. Hierin is vastgelegd in welke mate de kosten worden verhaald en in welk gebied de gebate onroerende zaken liggen. Tot op heden is in Staphorst nog geen gebruik gemaakt van deze heffing. Paragraaf 2.4.8 Parkeerbelasting Doel van deze belasting is het reguleren van parkeren. De Gemeentewet onderscheidt een belasting voor het parkeren van voertuigen en een belasting voor verleende parkeervergunningen. Parkeren is belast op binnen de gemeente gelegen, voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit niet nadrukkelijk is verboden. Parkeerbelasting in Staphorst Er is geen behoefte het parkeren te reguleren. pagina 17 van 24

HOOFDSTUK 3 Heffing en invordering 3.1 Algemeen In dit hoofdstuk over de heffing en invordering van de gemeentelijke belastingen wordt ook aandacht besteed aan de mogelijkheden van bezwaar en beroep. De regels voor de invordering van belastingen zijn opgenomen in de Invorderingswet 1990. In artikel 231 Gemeentewet is bepaald dat deze wet van toepassing is voor de gemeentelijke belastingen. In de leden 2, 3 en 4 van dat artikel is een vertaling opgenomen van de functionarissen en de begrippen die in deze wetten genoemd worden naar de gemeentelijke praktijk. Op het aanslagbiljet of op de schriftelijke kennisgeving wordt aangegeven hoe het aanslagbedrag is vastgesteld en op welke wijze (aantal termijnen) dit bedrag moet worden voldaan. De invordering is er op gericht dat de belasting met, voor de belastingschuldige, zo min mogelijk pijn wordt ingevorderd. Dit betekent bijvoorbeeld dat belastingbedragen worden ingevorderd op het moment dat de belastingplichtige geld ontvangt. Om efficiënt in te vorderen, zowel voor de gemeente als voor de belastingbetaler, is er de mogelijkheid dat de openstaande bedragen via automatische incasso worden geïnd. 3.2 Wijze van heffen De hoofdlijn is heffing bij wege van aanslag. Voor een aantal belastingen is dit echter niet praktisch. In het bijzonder waar de kosten van de aanslag het te betalen bedrag overschrijden wordt gekozen voor een andere wijze van heffen. Voor de meeste vormen van dienstverlening aan het loket betekent dit bijvoorbeeld een kassabon/gewaarmerkte nota op het aangevraagde uittreksel. Verordening Verordening onroerende-zaakbelastingen 2012 Verordening forensenbelasting 2012 Verordening toeristenbelasting 2012 Verordening hondenbelasting 2012 Verordening rioolheffing 2012 Verordening afvalstoffenheffing 2012 Verordening marktgelden 2012 Legesverordening 2012 - Tarieventabel bouwkosten Verordening lijkbezorgingsrechten 2012 Verordening rioolaansluitrecht 2012 Wijze van heffing Bij wege Voldoening van aanslag op aangifte X X X X X X X Op andere wijze X X X 3.3 Invordering De aanslagen onroerend-zaakbelastingen, afvalstoffenheffing, rioolheffing en hondenbelasting worden zoveel mogelijk gecombineerd op één aanslagbiljet. Voor deze gecombineerde aanslagen gelden de volgende betalingstermijnen. De aanslagen moeten worden voldaan in twee termijnen. De eerste termijn vervalt binnen één maand na dagtekening van de aanslag. De tweede termijn twee maanden later. Natuurlijke personen kunnen een machtiging tot automatische incasso afgeven. De aanslagbedragen worden dan afgeschreven in het aantal resterende maanden van het jaar. De eerste termijn vervalt aan het eind van de maand volgend op die van dagtekening en de volgende termijnen steeds één maand later met een minimum van 3 termijnen. Tot 2010 zijn bovengenoemde belastingen opgelegd met dagtekening 28 februari van het betreffende belastingjaar. Vanaf 2010 zijn deze aanslagen met dagtekening 31 januari opgelegd. pagina 18 van 24

3.4 Bezwaar en beroep Bij een onjuiste aanslag bestaat de mogelijkheid om daar bezwaar en beroep tegen in te dienen. Een bezwaarschrift moet binnen 6 weken na de dagtekening van de aanslag zijn ingediend bij het orgaan dat de aanslag heeft opgelegd. Op verzoek wordt een belanghebbende gehoord. De bezwaarmaker heeft dan tijdens een hoorzitting de mogelijkheid zijn/haar bezwaar nader toe te lichten. Op het bezwaarschrift volgt een uitspraak. Als degene die het bezwaarschrift heeft ingediend het niet eens is met de uitspraak dan kan hij binnen 6 weken na de uitspraak beroep instellen bij de Rechtbank. Het is gebruikelijk dat de Rechtbank informeert of beide partijen open staan voor mediation. Bij mediation wordt getracht het conflict op te lossen met de hulp van een onafhankelijke mediator. Wanneer geen mediation plaatsvindt volgt er een zitting bij de Rechtbank. Na de procedure bij de Rechtbank is hoger beroep mogelijk bij het Gerechtshof en vervolgens kan beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad. Als de belastingplichtige in het gelijk wordt gesteld dan wordt de aanslag aangepast. Een aanslag kan ook ambtshalve worden aangepast. Hierbij worden wel de beleidsregels ambtshalve vermindering in acht genomen. Wanneer wordt een aanslag ambtshalve verminderd. Wanneer het een bezwaar gericht tegen een WOZ-waarde betreft en het bezwaar is te laat ingediend (> 6 weken na dagtekening van de aanslag) wordt de waarde alleen ambtshalve gecorrigeerd wanneer blijkt dat de vastgestelde waarde tenminste 20% met een minimum van 5.000 te hoog is vastgesteld. Bij belastingaanslagen wordt hooguit drie jaar terug verminderd. Dit is een vaste gedragslijn. Deze termijn sluit aan bij de termijn dat het opleggen van een aanslagbiljet mogelijk is. Deze termijn is vastgelegd in de AWR. 3.5 Telefonische bezwaarafhandeling Vanaf 2011 wordt er telefonische bezwaarafhandeling toegepast. Eind januari ontvangen de burgers en bedrijven de jaarlijkse belastingaanslag in de bus. Op deze aanslag staat ook de WOZ-waarde. Wie het niet eens is met de aanslag of de WOZ-waarde wordt verzocht eerst telefonisch contact op te nemen. In dat gesprek worden het aanslagbiljet, de WOZ-waarde en/of het taxatieverslag doorgenomen. Als het nodig is, wordt de informatie doorgestuurd naar de taxateur. De klant wordt binnen een week teruggebeld door de taxateur of medewerker. Zo hoeft de klant geen bezwaar te maken. Komt men er tijdens het gesprek niet uit, dan heeft de burger of ondernemer nog voldoende tijd om alsnog formeel bezwaar te maken (binnen 6 weken na dagtekening aanslag). Alle telefoontjes welke ontvangen worden binnen de bezwaartermijn worden vanaf 2011 geregistreerd. Onderstaand een overzicht van het aantal telefonische en formele bezwaren. 2010 2011 2012 Telefonische reacties WOZ/ozb n.v.t. 270 288 Afval n.v.t. 54 67 Riool n.v.t. 25 41 Kwijtschelding n.v.t. 9 32 Hondenbelasting n.v.t. 22 20 Invordering n.v.t. 55 113 Divers n.v.t. 18 32 Omgekeerd inzamelen n.v.t. n.v.t. 41 Totaal n.v.t. 430 634 Formele bezwaren WOZ 125 51 78 Belastingen/leges 86 108 63 Totaal 211 159 141 pagina 19 van 24

Het aantal bezwaarschriften tegen de WOZ-beschikkingen is in 2011-2012 landelijk gestegen van 2,6% naar 2,9%. In de gemeente Staphorst was dit percentage 0,8% respectievelijk 1,1%. 3.6 Uitstel van betaling Gedurende de bezwaar- en beroepsprocedure kan uitstel van betaling worden gevraagd. Hiertoe moet een schriftelijk verzoek worden ingediend. Verzoeken om uitstel van betaling worden per geval, door de ambtenaar belast met de invordering, beoordeeld. Het uitstel wordt uitsluitend verleend voor het bestreden bedrag. Uitstel van betaling kan ook worden gevraagd als de belastingschuldige de aanslag niet bestrijdt maar toch moeite heeft om deze te betalen. Hij kan dan verzoeken om een betalingsregeling. De betaling wordt dan over een langere periode gespreid, over het te lang openstaande bedrag kan invorderingsrente in rekening worden gebracht. 3.7 Dwanginvordering Op de aanslag is een vervaldag aangegeven, als er op deze dag niet (geheel) is betaald en er geen betalingsregeling is getroffen, krijgt de belastingschuldige een betalingsherinnering met het verzoek de aanslag alsnog binnen 14 dagen te voldoen. Als er niet betaald wordt dan volgt een aanmaning. Deze aanmaning heeft tot gevolg dat de aanslag wordt verhoogd met kosten. Volgt er vervolgens binnen 14 dagen geen betaling, wordt er overgegaan tot het uitvaardigen van een dwangbevel. Het dwangbevel levert een executoriale titel op zodat direct tot beslaglegging kan worden overgegaan als de belastingschuldige in gebreke blijft. Bovengenoemde processen worden circa 3 maal per jaar opgestart. Onderstaand een overzicht van het aantal herinneringen, aanmaningen en dwangbevelen in 2012 herinneringen Aanmaningen dwangbevelen 1.173 428 195 pagina 20 van 24

HOOFDSTUK 4 Kwijtscheldingsregeling Een belastingschuldige voor wie het buitengewoon bezwaarlijk is om de aanslag te betalen vanwege het lage inkomen kunnen kwijtschelding ontvangen voor rioolheffing en afvalstoffenheffing. In de Leidraad Invordering 1990 staan de voorwaarden vastgelegd. Elke belastingbetaler met een inkomen lager dan 100% van de bijstandnorm, en zonder eigen vermogen, komt in aanmerking voor kwijtschelding. De gemeenteraad kan bepalen of voor een belasting wel of geen kwijtschelding verleend wordt. In de meeste verordeningen is opgenomen dat géén kwijtschelding wordt verleend. De redenen om geen kwijtschelding (meer) te verlenen zijn divers. Voor de hondenbelasting is de afweging dat het belastingbedrag niet in verhouding staat tot de totale kosten van het houden van een hond. Voor de forensenbelasting geldt dat de eigenaar van een onroerend goed of een tweede woning (meestal) beschikt over een bepaald vermogen. De gebruikersbelasting van de onroerende-zaakbelastingen wordt alleen nog geheven van niet-woningen. Deze gebruikersbelasting maakt dus deel uit van de bedrijfskosten van de verschillende gebruikers. De toeristenbelasting kan als zodanig worden afgewenteld op degenen die verblijf houden, deze drukt dus niet direct op de belastingschuldige. Voor de leges en rechten geldt ten slotte dat gebruik wordt gemaakt van gemeentelijke dienstverlening en dat de belastingbedragen vaak niet in verhouding staan tot het doel waarom van deze dienstverlening gebruik wordt gemaakt. Wel kan men kwijtschelding krijgen voor de afvalstoffenheffing en rioolheffing. De reden om hier van af te wijken is dat deze belastingen niet kunnen worden ontlopen en dat de bedragen een substantieel deel van het inkomen betreffen. In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van het aantal verzoeken en de beslissing op de aanvraag weergegeven: Beslissing 2010 2011 2012 2013 Afgewezen 15 8 15 15 Toegekend 71 84 80 95 Gedeeltelijk toegekend 0 5 0 0 Totaal 86 97 95 110 Verleend bedrag aan 27.500 38.300 30.250 39.250 kwijtschelding Bron 2010 en 2011 rekening / 2012 en begroting pagina 21 van 24