Meerjarenplan Brandweer Sluis 2010-2013

Vergelijkbare documenten
Beleidsplan Brandweer Sluis

Brandweer Haaglanden Bestuurlijke aansturing en Contouren brandweerorganisatie

- het wenselijk is de voorzieningen voor brandveiligheid en hulpverlening in samenhang te treffen,

Inzicht in de activiteiten die brandweer Maas en Waal verricht voor de gemeente Beuningen.

Bijlage A Taken op het gebied van de brandveiligheid en hulpverlening

Verordening brandveiligheid en hulpverlening van de gemeente Heerlen 2005

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding

Bijlage A Taken op het gebied van de brandveiligheid en hulpverlening

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BRANDWEER-GHOR ZUID-LIMBURG.

MOED brandweer VNOG T.b.v. de 22 gemeenteraden

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998

Raadsbijlage Voorstel tot het vaststellen van de Verordening brandveiligheid

ECCvA/U Lbr: 07/40

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 januari 2004

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Brandweer Parkstad-Limburg voor de gemeente Nuth 2006

Verordening brandveiligheid en hulpverlening

Kwaliteitstoets brandweer Drenthe - gemeente Toelichting Onvoldoende 25% Voldoende 75% Ruim voldoende 100% - geen zicht. - vanuit verbeterplan

De nieuwe Brandweer Hollands Midden

De brandweer wordt nog veiliger en beter

Ferwert, 28 mei 2013.

Verordening Brandveiligheid en hulpverlening

DE INRICHTING VAN HET BELEIDSTERREIN PREVENTIE IN DE REGIO GRONINGEN DE PRODUCTEN

Nummer : 2009/64 Datum : 1 oktober 2009 : Convenant Veiligheidsregio Zeeland en vorming één Brandweer Zeeland

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 april 2007, bijlage nr. : ;

RAADSVOORSTEL Verseon kenmerk: Raadsvergadering van 8 maart 2012 Agendanummer: 10.2

Addendum Beleidsplan Bestuursvisie op fysieke veiligheid in Zeeland

Project Kwaliteit brandweerpersoneel. De brandweer wordt nog veiliger en beter

Brandweer Bedum. Commissie Algemene Bestuurlijke Zaken. Rapportage en voortgang van de lokale Brandweer Bedum

' m. Raadsvoorstel ABBA Ā 2. Verordening hulpverlening en brandveiligheid.

Concept-raadsvoorstel. Onderwerp: Brandrisicoprofiel veiligheidsregio Fryslân. Aan: de Raad

Normenkader kwaliteit en het bijbehorende dashboard inclusief de financiële consequenties

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht Commissie Bestuur en middelen

SAMENWERKING IN DE VEILIGHEIDSREGIO Uitwerking van criterium 8 uit het Slotdocument VGS-congres 2013

Gemeenteraad Noordwijkerhout 28 mei 2015

CVDR. Nr. CVDR77824_1. Verordening brandveiligheid en hulpverlening

BESLUIT BRANDWEERZORG EN RAMPENBESTRIJDING 2005

VERORDENING BRANDVEILIGHEID EN HULPVERLENING

Raadsstuk. Aan de Raad der gemeente Haarlem. Datum: 7 oktober 2008 Raadsvragen ex art 38 RvO Onderwerp: Brandveiligheid woningen

Inrichting piket Incidentbestrijding gevaarlijke stoffen

Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio s)

Brandweerzorg in samenhang en Regionaal Dekkingsplan Veiligheidsregio Groningen / advies zienswijze

Hulpverleningsregio Zuidoost-Brabant Regionale brandweer. Beleidsnotitie proactie: Vormgeven aan veiligheid. Visie 2010 Plan van Aanpak

Dienstenboek brandweer Bommelerwaard voor de gemeente Maasdriel

dekken. Het veiligheidsniveau geeft dus weer WAT het bestuur van de organisatie verwacht. De bestuurlijke uitgangpunten geven hier invulling aan.

Begroting V Ą Vėiligheidsregio. ^ Drenthe

Bijlage 1.2b bij het raadsvoorstel regionalisering van brandweer GNL

Veiligheidsregio Zeeland. Risicobeheersing Taken en formatie

Onderwerp Consultatie incidentrisicoprofiel en dekkingsplan brandweer

Begeleidende samenvatting en advies behorende bij de. Concept Rapportage Regionaal Risicoprofiel

VRBZO. Wat doet VRBZO? Zie film

Nr. 1998/5/6 Sector MI. Exloo, 14 april Onderwerp: Vaststelling Verordening Brandveiligheid en Hulpverlening gemeente Borger-Odoorn

AVD / Flevoland / Uitvoeringsovereenkomst VRF Almere Overdracht Brandweer/DEFINITIEF/

Burgemeester en Wethouders

Samenwerken aan Brandveiligheid

Gemeenschappelijke verordening BRANDWEERZORG EN RAMPENBESTRIJDING

Beantwoording reacties bestuurders op tweede bestuursrapportage Schriftelijke ronde, oktober 2018

Vragen D66 Het lijkt D66 belangrijk dat er keuzemogelijkheden zijn. Dat lijkt nu niet het geval.

Presentaties -Brandweerzorgplan -Organisatieontwikkeling -Financiële bijdrage. Burgemeester Manager brandweer Financieel adviseur VRGZ

Kwaliteitsverbetering van een bedrijfsnoodorganisatie door middel van scenario s Danny A. Jolly, Regionale brandweerorganisatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Prestatie-indicatoren brandweer

Raadsvoorstel tot het wijzigen van de Bouwverordening gemeente

Brandweer Nederland Samen sterk, samen veilig

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL 10G / I. Drupsteen BVL Ke. Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Twente.

Voorstel: instemmen met de uitgangspunten zoals verwoord in de kadernota.

TOELICHTING. Verordening Brandweerzorg en Rampenbestrijding

VEILIGE LEEFOMGEVING

Datum 28 november 2012 Onderwerp Handreiking registratie afwijkingen en motivatie

GEMEENTE ONDERBANKEN

Nieuwe koersen. Veiligheidsregio Brabant Noord in een veranderende omgeving. Themabijeenkomst raden Land van Cuijk 16 januari 2013

Het dekkingsplan is een wettelijk verplicht plan dat aangeeft hoe snel de brandweer na de melding van een brand bij een object kan zijn.

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,.

Brandweerzorg in samenhang

Nulmeting regionale brandweer Zuidoost-Brabant taakinhoudelijk deel (taakvervulling volgens PVPP)

DIENSTVERLENINGSOVEREENKOMST

SAMENVATTING. Meerjaren Beleidsplan Brandveiligheid en Hulpverlening

Toekomst Bluswaterbeleid. Gerda J. Bouma, NVBR Projectgroep Bluswater

Taakafstemming rampenbestrijding en crisisbeheersing tussen gemeenten en regionale brandweer

Organisatieplan Multidisciplinaire crisisbeheersing en rampenbestrijding Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek

Gemeente Boxmeer. de Raad van de gemeente Boxmeer. Boxmeer, 19 september Aanleiding

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Hierbij zenden wij u het antwoord op de door u gestelde vragen op grond van artikel 32 reglement van orde van de gemeenteraad.

De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband tussen 26 gemeenten.

Plan van aanpak Onderzoek Kwaliteit Brandweerzorg 2015

De oranje kolom in de Veiligheidsregio

Aangenomen en overgenomen amendementen

Overstag! Datum: 3 april Versie: 1.1. Op naar een nieuwe structuur voor de brandweerorganisatie in Haaglanden.

Voorstel aan de gemeenteraad

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

RAADSVOORSTEL. COMMISSIE ALGEMENE ZAKEN EN CONTROL d.d. 29 augustus 2013 AGENDANUMMER:4

Wat je al met 4 niet kan!!! Pilot TS-4 Brandweer Utrecht Brandweer Amersfoort

: Instellen van gemeenschappelijke regeling 'Veiligheidsregio Brabant-Noord"

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

MOED. Een toekomstbestendige brandweer VNOG

CBV.24 september 2007, agendapunt 11. onderwerp: Rapport Bestuurlijke aansturing van de brandweerzorg en reactie van de VNG

Verordening betreffende de organisatie, het beheer en de taak van de

b Anders, namelijk: op verzoek van bestuurlijke werkgroep toekomstvisie gemeente Eindhoven Raadsinformatiebrief Betreft Toekomstvisie Brandweerzorg 3

Raadsnota. Raadsvergadering d.d.: 31 oktober 2011 Agenda nr: Onderwerp: Risicoprofiel en beleidsplan Veiligheidsregio Zuid-Limburg

Bijlage 10: Werkafspraken Brandweer SED

Transcriptie:

Meerjarenplan Brandweer Sluis 2010-2013

Inhoudsopgave- Hoofdstuk 1 Proloog... 5 1.1 Inleiding... 5 1.2 Doel meerjarenplan... 5 1.3 Prioriteitstelling meerjarenplan... 5 1.4 Uitgangspunten... 6 1.5 Leeswijzer... 6 Hoofdstuk 2 Brandweer Sluis... 7 2.1 Inleiding... 7 2.2 Risicobeeld... 7 2.3 Brandweer Sluis... 8 2.4 Ontwikkelingen... 9 Hoofdstuk 3 Risicobeheersing... 11 3.1 Inleiding... 11 3.2 Terugblik... 11 3.3 Ontwikkelingen... 13 3.4 Proactie... 14 3.5 Preventie... 15 3.6 Formatie... 16 Hoofdstuk 4 Preparatie... 17 4.1 Inleiding... 17 4.2 Terugblik... 17 4.3 Ontwikkelingen... 17 4.4 Planvorming... 18 4.5 Bluswater... 18 4.6 Materieel en onderhoud... 19 4.7 Informatietechnologie... 20 4.8 Specialismen... 21 4.9 ARBO... 21 4.10 Formatie... 22 Hoofdstuk 5 Opleiden en Oefenen... 23 5.1 Inleiding... 23 5.2 Terugblik... 23 5.3 Ontwikkelingen... 24 5.4 Opleiden... 25 5.5 Oefenen... 26 5.6 Formatie... 27 Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 2

Hoofdstuk 6 Repressie... 28 6.1 Inleiding... 28 6.2 Terugblik... 28 6.3 Ontwikkelingen... 28 6.4 Dekkingsgraad... 29 6.5 Inzetmethoden... 30 6.6 Voertuigen... 31 6.7 Kazernes... 32 6.8 Omvang brandweerkorps... 33 6.9 Operationele leiding... 33 6.10 Grootschalig optreden... 33 6.11 Formatie... 34 Hoofdstuk 7 Nazorg... 35 7.1 Inleiding... 35 7.2 Terugblik... 35 7.3 Ontwikkelingen... 35 7.4 Nazorg personeel... 36 7.5 Oefen- en incidentevaluatie... 36 7.6 Formatie... 36 Hoofdstuk 8 Organisatie en Bedrijfsvoering... 37 8.1 Inleiding... 37 8.2 Terugblik... 37 8.3 Ontwikkelingen... 37 8.4 Organisatie... 38 8.5 Personeel... 39 8.6 Financiën... 41 8.7 Bedrijfsvoering en informatisering... 41 8.8 Formatie... 41 Hoofdstuk 9 Consequenties beleid... 42 9.1 Inleiding... 42 9.2 Financiële paragraaf... 42 9.3 Personele paragraaf... 42 9.4 Risicoparagraaf... 43 Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 3

Bijlage 1 Risicobeeld... Bijlage 2 Uren Proactie... Bijlage 3 Gegevens PREVAP per 14 november 2008... Bijlage 4 Overzicht vervanging voertuigen... Bijlage 5 Kosten bepakking tankautospuiten... Bijlage 6 Materieeloverzicht... Bijlage 7 Van rangen naar functies... Bijlage 8 Uren Opleiding en Oefening... Bijlage 9 Kosten Opleiding... Bijlage 10 Kosten Oefening en Bijscholing... Bijlage 11 Dekkingsgraad gemeente Sluis... Bijlage 12 Minimum sterkte uitrukposten en huidige sterkte... Bijlage 13 Uren Preparatie (excl. Opleiden en Oefenen)... Bijlage 14 Uren Repressie en Nazorg... Bijlage 15 Uren Management en Organisatie... Bijlage 16 Financiële vertaalslag... Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 4

Hoofdstuk 1 Proloog 1.1 Inleiding De beleidsplanperiode 2005 2008 is inmiddels afgerond. Dat wil uiteraard niet zeggen dat het werk van de Brandweer Sluis afgerond is. Integendeel zelfs, want landelijk wordt gestuurd op steeds verdergaande kwaliteitsverbetering. Naar de toekomst toe blijft het dus van belang inzicht te hebben in prestaties en doelstellingen. Daarnaast is het noodzakelijk ontwikkelingen en verwachtingen zo goed mogelijk te voorzien. Het voorliggende brandweermeerjarenplan beschrijft de doelstellingen, de te voorziene ontwikkelingen en de gevolgen daarvan voor de periode 2010 2013. Hiermee wordt een beeld geschetst van de positie van de brandweer in een veranderende gemeentelijke, regionale en landelijke omgeving en maatschappelijke ontwikkelingen. Verder is beschreven wat de financiële consequenties van dit beleid zijn. In dit eerste hoofdstuk wordt een introductie gegeven en een basis gelegd waarop het verdere plan is uitgewerkt. 1.2 Doel meerjarenplan Het doel van het voorliggende brandweermeerjarenplan begint bij het bestaansrecht van de brandweer, dat verankerd ligt in de brandweerwet van 1985. Deze wet luidt als volgt: a. De brandweer draagt zorg voor het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt. b. De brandweer draagt zorg voor het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan brand. Bovenstaande wetsartikelen vormen datgene waar de Brandweer Sluis voor staat en ook in de periode 2010 2013 voor garant wil staan. Om hieraan een goede uitvoering te geven is het volgende noodzakelijk: Een slagvaardige en professionele organisatie, die haar taken vakbekwaam, kwalitatief hoogwaardig, efficiënt en adequaat uitvoert alsmede omgevingsgericht, klantgericht en verantwoordelijk handelt. Deze zinsnede vormt tegelijkertijd het streven van dit meerjarenplan in de komende jaren. 1.3 Prioriteitstelling meerjarenplan De core business van de brandweer is en blijft de repressieve dienst. De brandweer wordt beoordeeld op haar repressieve resultaten. Bovendien is de repressieve taak het meest zichtbaar voor de burger. De lijn die in dit plan wordt voorgesteld dient primair het doel om de uitruk te borgen conform de gestelde eisen. Interventies die veel perspectief bieden ten aanzien van het realiseren van een betere uitruk verdienen dan ook hoge prioriteit. Om een kwalitatief hoogwaardige repressieve dienst te bewerkstelligen zijn professionele brandweervrijwilligers nodig die voldoende opgeleid en geoefend zijn. Opleiden en oefenen vormt daarom het tweede speerpunt waarop de brandweer zich richt de komende jaren. Om de organisatie omtrent de repressie te regelen alsmede de overige taken op het gebied van proactie, preventie, preparatie, nazorg, management en bedrijfsvoering uit te voeren is de aanwezigheid van vakbekwaam beroepspersoneel noodzakelijk. Dit vormt het derde speerpunt. Tenslotte is het van belang dat de huisvesting van de brandweer voldoet aan de actuele veiligheidsnormen en voldoende faciliteiten biedt. Bij het maken van strategische keuzes vormt deze prioriteitstelling het kader voor te nemen beslissingen. Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 5

1.4 Uitgangspunten Naast de doel- en prioriteitstelling kent het meerjarenplan nog andere invloedslijnen. Wanneer het gaat om invloeden die van belang zijn in de context van landelijke, regionale en lokale beleidskaders en regelgeving zijn de volgende items van belang: - Wet op de Veiligheidsregio s; - Bestuurlijke aansturing van de brandweerzorg (IOOV); - Normenboek Brandweer NVBR; - Brandweerwet 1985; - Leidraad Repressieve Brandweerzorg; - Convenant van het Algemeen Bestuur Veiligheidsregio met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties; - Kwaliteitsfoto; - Risicokaart van Zeeland; - Overige wettelijke voorschriften, richtlijnen, kaders en regionale (gemeenschappelijke) regelingen. De inhoud van deze stukken vormt, tezamen met de nulmeting in het kader van de kwaliteitsslag brandweerzorg in Zeeland, belangrijke input voor het brandweermeerjarenplan. Ook verscheidene fysieke factoren zijn belangrijk voor de ontwikkeling van het brandweerkorps van Sluis. Het nauw volgen van deze ontwikkelingen is voor de brandweer van belang om actief in te kunnen spelen op de zorgbehoefte en kwaliteit te kunnen en te blijven leveren. De volgende belangrijke omgevingsfactoren kunnen worden onderscheiden: - Verdere vormgeving van de Veiligheidsregio Zeeland; - Project kwaliteitsverbetering brandweerzorg in Zeeland; - Nieuwe huisvesting kazerne Oostburg; - Project kustversterking; - Toenemend scheepvaartverkeer Westerschelde; - Bouw van grote verzorgingstehuizen zoals De Burght; - Aanleg van nieuwe industrieterreinen en nieuwe wegen zoals de N61. 1.5 Leeswijzer De doelstellingen voor de komende vier jaar worden beschreven aan de hand van de schakels die bestaan binnen de zogenaamde veiligheidsketen van de brandweer, namelijk: proactie, preventie, preparatie, repressie en nazorg. De hoofdstukken hebben een gelijke opbouw en indeling. Daarbij wordt telkens benoemd welke ontwikkelingen hebben plaatsgevonden en welke ontwikkelingen in de toekomst te verwachten zijn. In hoofdstuk 2 wordt de brandweerorganisatie beschreven in haar huidige staat en context. Vervolgens wordt de volgorde van de veiligheidsketen aangehouden. Hoofdstuk 3 gaat in op proactie en preventie. Preparatie wordt belicht in hoofdstuk 4. Hoofdstuk 5 betreft het taakveld opleiden en oefenen dat als onderdeel behoort bij de schakel preparatie. Hoofdstuk 6 en 7 beslaan repressie en nazorg. In hoofdstuk 8 wordt ingegaan op de organisatie en bedrijfsvoering. Het meerjarenplan wordt afgesloten met hoofdstuk 9 inzake de beleidsconsequenties. De bijlagen bevatten aanvullende achtergrondinformatie. Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 6

Hoofdstuk 2 Brandweer Sluis 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt een beeld geschetst van de brandweer en haar context anno 2009. Allereerst zal het risicobeeld van het verzorgingsgebied worden geschetst. Vervolgens zal kort worden beschreven hoe de positie van de brandweer is ten opzichte van de gemeentelijke organisatie. Tenslotte zal een beschrijving gegeven worden van ontwikkelingen op nationaal, regionaal en lokaal niveau, die van invloed (kunnen) zijn op de brandweer van Sluis. 2.2 Risicobeeld De gemeente Sluis telt per 1 januari 2009 in totaal 24.179 inwoners, bevat 308 km 2 oppervlakte grond en 277 ha. aan wateroppervlak. Als het gaat om risico s worden basisrisico s en gewone risico s onderscheiden. Basisrisico s bestaan bij doorsnee objecten zoals wegen. Bijzondere risico s worden verbonden aan objecten die getroffen kunnen worden door incidenten die bijzonder zijn in aard en omvang. Binnen de gemeente Sluis zijn beide soorten aanwezig. Het is voor de brandweer van belang de risico s te kennen en daarop voorbereid te zijn. In bijlage 1 worden de basisrisico s en bijzondere risico s opgesomd. Een belangrijk aandachtspunt vormt het toerisme dat vooral in de zomermaanden volop aanwezig is en resulteert in een verhoogd risico, bijvoorbeeld door extra drukte op de wegen. Bevolkingskrimp Een belangrijk aandachtspunt vormt de bevolkingskrimp binnen de gemeente Sluis, welke op diverse manieren van invloed is op de brandweer. Uit het rapport Onverkende Paden (2008) van de Provincie Zeeland, waarin de demografische ontwikkelingen per gemeente worden beschreven, blijkt dat de gemeente Sluis vergrijst. In 2008 is reeds geconstateerd dat de helft van de kernen van de gemeente Sluis krimpend is. Verwacht wordt dat het inwoneraantal in de periode tot 2030 relatief zal dalen met 15% (absoluut 3800 inwoners). De bevolkingsdaling wordt vooral veroorzaakt door het sterfteoverschot. De prognose ten aanzien van de beroepsbevolking is dat deze in de periode tot 2011 nog stijgt met circa 100 personen. Daarna zet de daling in, die in de periode tot 2020 omstreeks 900 personen zal bedragen. Tenslotte wordt voorspeld dat het aantal basisschoolleerlingen in de periode 2008 2020 zal dalen met een percentage van 32%. Praktisch betekent de bevolkingskrimp dat het verschil tussen de winter- en zomerperiode groter wordt ten aanzien van het aantal mensen dat in de gemeente Sluis aanwezig is. In de winter wordt het verzorgingsgebied voornamelijk bezet door plaatselijke bewoners maar in de zomer is het toerisme volop aanwezig. Daarnaast betekent de krimp dat minder potentiële brandweermensen beschikbaar zullen zijn terwijl op dit moment al een tekort aan vrijwilligers bestaat. Tenslotte resulteert de verdergaande vergrijzing van de bevolking in een toename van het aantal mensen dat niet zelfredzaam is ten tijde van een incident of ramp. Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 7

Regionaal Op regionale schaal zijn ook risico s aanwezig. Te noemen zijn omliggende industriegebieden zoals het Sloegebied in Vlissingen en de Kanaalzone in Terneuzen. Ook de haven van Zeebrugge kent risico s die gevolgen kunnen hebben voor het verzorgingsgebied van de Brandweer Sluis. Tenslotte is het scheepvaartverkeer over de Westerschelde een risicofactor waarop geanticipeerd dient te worden. In het voorliggende meerjarenplan wordt aangegeven hoe uitvoering wordt gegeven aan de voorbereiding op bestaande risico s. 2.3 Brandweer Sluis De Brandweer van Sluis is belast met de uitvoering van de lokale basis brandweerzorg in de gemeente Sluis. Primair is de brandweer onderdeel van de gemeente Sluis maar gezien de huidige ontwikkelingen speelt ook de Veiligheidsregio Zeeland een rol. In deze paragraaf worden beide nader beschreven. Gemeentelijk Momenteel groeit het gemeentelijke orgaan toe naar een organisatievorm waarbij de afdelingen rechtstreeks gepositioneerd zijn onder de directie (zie het organogram, figuur 1). De gemeentesecretaris is daarbij ambtelijk hoofd van alle afdelingen en de burgemeester is portefeuillehouder van OOV, waartoe ook de brandweertaken behoren. Het gemeentelijk brandweerpersoneel valt momenteel onder de afdeling Bestuursondersteuning. Gezien de huidige stand van zaken zal dit de komende jaren ook zo blijven. Zolang de brandweer onderdeel is van de gemeente zal ze deel uitmaken van het gemeentelijke product. Praktisch gezien betekent dit dat samengewerkt wordt met andere afdelingen. Bijvoorbeeld als het gaat om de inkoop van producten en de personeelsadministratie. Integraal organiseren is hierbij van belang. Hoe de organisatie van het brandweerkorps zelf geregeld wordt staat weergegeven in hoofdstuk 8. Figuur 1 Organisatiestructuur Gemeente Sluis, maart 2009 Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 8

Regionaal De Veiligheidsregio Zeeland is het overkoepelende orgaan als het gaat om regionale brandweertaken. De uitvoering van deze taken vindt plaats door zogenaamde kringen. De kring Zeeuws-Vlaanderen is verantwoordelijk voor de uitvoering van de regionale taken repressie, incidentbestrijding gevaarlijke stoffen en industriële veiligheid. De commandant van de brandweer Terneuzen is kringmanager en vertegenwoordigt de kring Zeeuws- Vlaanderen, waarin ook de brandweer van Sluis participeert. In de toekomst wordt de samenwerking voortgezet en verstevigd. 2.4 Ontwikkelingen De omgeving van de brandweer is sterk in ontwikkeling. In hoofdstuk 1 zijn de belangrijkste ontwikkelingen reeds genoemd. Degene die voor de brandweer van Sluis het meest van belang zijn worden in deze paragraaf uitgewerkt. Nationaal Een belangrijk onderwerp op nationaal niveau, dat van invloed kan zijn op de lokale brandweerorganisatie, is de concept Wet op de Veiligheidsregio. Anno 2009 is deze wet nog niet definitief goedgekeurd door het parlement maar vooruitlopend hierop kunnen wel wat hoofdpunten worden geschetst. Het wetsvoorstel regelt de instelling van veiligheidsregio s en integreert de Brandweerwet 1985, de Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen en de Wet rampen en zware ongevallen. Hiermee wordt een efficiënte en kwalitatief hoogwaardige organisatie van brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening, rampenbestrijding en crisisbeheersing onder één regionale bestuurlijke regie gerealiseerd. De invloed die de concept Wet op de Veiligheidsregio op de lokale brandweer heeft, heeft voornamelijk betrekking op de kwaliteitseisen die door Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB) worden gesteld. Bij AMvB zullen eisen worden gesteld ten aanzien van sterkte, functies, opleidingen, rijksexamens voor personeel en standaardisatie van materieel. Bij ondermaats presteren kan de minister de lokale brandweer opheffen en onderbrengen bij de regionale brandweer. Een andere nationale ontwikkeling is het Besluit Brandweerpersoneel. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties werkt hier al enige tijd aan en beoogt middels dit besluit de kwaliteit van het brandweerpersoneel te verhogen en te waarborgen. Het Besluit Brandweerpersoneel zal uitgaan van functies in plaats van rangen. Verder zal het zich naast selectie, opleiding en examens meer richten op vakbekwaam blijven door bijscholing en oefening. Ook zullen uniforme eisen worden opgesteld waarmee wordt getracht een te zware werkbelasting te voorkomen. De praktische consequentie van het Besluit Brandweerpersoneel is dat brandweerpersoneel niet langer wordt aangesteld in een rang maar in één of meerdere functies. Brandweerpersoneel leert datgene wat hij of zij nodig heeft voor het uitoefenen van de functie. Opleiden en oefenen blijft even belangrijk als nu maar wordt gerichter en bijscholing wordt belangrijker. In bijlage 7 wordt aangegeven hoe de functiegerichte indeling zich verhoudt tot de huidige bestaande rangen. Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 9

Regionaal Op regionaal niveau zijn ook een aantal ontwikkelingen te noemen. Mede naar aanleiding van de concept Wet op de Veiligheidsregio s is de Veiligheidsregio Zeeland volop in ontwikkeling. In opdracht van het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio, waarin alle burgemeesters van Zeeland vertegenwoordigd zijn, is op 9 juli 2008 een convenant met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties afgesloten. Het convenant biedt onder andere de mogelijkheid een slag te maken in de verbetering van de brandweerzorg. Daarnaast is door hetzelfde bestuur op 28 februari 2008 een kwaliteitsniveau voor de brandweer van Zeeland bepaald naar aanleiding van de resultaten van de nulmeting in 2007. Hierbij zijn de burgemeesters ondermeer overeengekomen dat: 1. Voor alle gemeenten binnen de regio Zeeland als ook voor het onderdeel Brandweer Zeeland (regionale brandweertaken) van de Veiligheidsregio geldt dat zij moeten beschikken over hetzelfde basisniveau aan brandweerzorg (op alle onderdelen een niveau van 62,5 % conform de systematiek van de Kwaliteitsfoto). 2. De gemeenten zijn ieder voor zich verantwoordelijk om hun brandweerorganisatie, in lijn met het langere termijn perspectief, voor 31 december 2009 minimaal op het gezamenlijk overeengekomen kwaliteitsniveau te brengen. Brandweer Sluis scoorde matig op deze zogenaamde Kwaliteitsfoto. Diverse onderdelen binnen de gemeentelijke brandweerorganisatie behoeven verbetering. Middels het voorliggende plan wordt aangegeven hoe de brandweer toe wil groeien naar een adequaat kwaliteitsniveau van brandweerzorg (niveau 62,5% conform de systematiek van de Kwaliteitsfoto). In het plan zal hier dan ook meermalen naar verwezen worden. Na het behalen van de regionaal afgesproken kwaliteit van brandweerzorg kan per 2010 de overgang plaatsvinden naar één brandweerorganisatie in Zeeland. Lokaal Om ontwikkelingen op diverse niveaus en terreinen te kunnen volgen wordt door medewerkers van de brandweerafdeling actief deelgenomen aan project-, taak- en werkgroepen op lokaal, regionaal en nationaal niveau. Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 10

Hoofdstuk 3 Risicobeheersing 3.1 Inleiding Risicobeheersing omvat de eerste twee schakels van de veiligheidsketen en staat voor het vooraf zoveel mogelijk beheersen van risico s op rampen, crises en incidenten. Risicobeheersing is een andere term voor proactie en preventie. Deze term geeft nadrukkelijker aan dat het gaat om het beheersen en terugbrengen van risico s waardoor uiteindelijk minder vaak repressief opgetreden moet worden. Tevens zorgt de integrale benadering van risico s voor een sterkere samenhang van de te nemen maatregelen om risico s te verminderen. Het concept risicobeheersing is daarnaast ook beter te begrijpen voor mensen buiten de brandweer dan de termen proactie en preventie. 3.2 Terugblik Proactie De inzet van proactie dient om samenhangende risico's vooraf in beeld te brengen en zo mogelijk te elimineren of te verkleinen. Dit vereist vroegtijdige betrokkenheid van de brandweer bij de beleidsvoorbereiding. De afgelopen periode is conform het beleidsplan 2005 2008 gewerkt aan verdergaande en structurele integrale advisering. Door meer tijd te besteden aan de advisering worden knelpunten in een later stadium voorkomen. Dit leidt tot kostenbesparing in de uitvoeringsfase. Praktisch gezien betekent de verdergaande integrale benadering dat de brandweer op het gebied van de planontwikkeling steeds meer een vaste gesprekspartner is geworden. De ontwikkeling van nieuwe woonwijken en voorbereiding van grotere projecten lopen steeds vaker via de brandweer. Voorbeelden van de afgelopen beleidsplanperiode zijn de ontwikkeling van de woonwijk De Groote Jonkvrouw in IJzendijke en diverse bedrijfsterreinen binnen de gemeente Sluis. Toch zijn er projecten waarbij de brandweer niet of te laat betrokken wordt. Bij dergelijke situaties wordt momenteel door de brandweer op eigen initiatief getracht aan de gesprekstafel te komen zodat veiligheidsadvisering mogelijk wordt. Ook wegafsluitingen worden als gevolg van gemaakte werkafspraken steeds frequenter doorgeven aan de brandweer. Zij beoordeelt de gevolgen hiervan op het gebied van toegankelijkheid, bereikbaarheid en ontsluiting van het betreffende gebied. De Brandweer Sluis communiceert deze informatie door naar eigen eenheden, ambulancedienst en politie, zodat de toegankelijkheid en bereikbaarheid gewaarborgd is. Wat betreft activiteiten omtrent evenementen is de afgelopen periode een werkgroep Evenementen opgericht waarin ook de brandweer participeert. In deze werkgroep worden grotere evenementen vanuit een integrale visie beoordeeld en begeleid. Daarbij wordt het evenemententerrein alsmede de gevolgen voor het omliggend gebied meegenomen. Voor de advisering op het gebied van externe veiligheid zijn inmiddels door het college geaccordeerde werkafspraken gemaakt. Alle vraagstukken op het gebied van externe veiligheid gaan via de Veiligheidsregio als wettelijk adviseur. De communicatie tussen gemeente en Veiligheidsregio loopt via de gemeentelijke brandweer die (on)gevraagd ook adviseert. Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 11

Preventie De activiteiten van de Brandweer Sluis omvatten ondermeer het adviseren op aanvragen bouw-, gebruiks-, milieu-, evenementen- en kampeerexploitatievergunningen alsmede het geven van voorlichting. In de afgelopen beleidsplanperiode is een werkwijze afgesproken over de rol van de brandweer ten aanzien van de diverse vergunningen. De brandweer heeft daarbij steeds een adviserende rol. Het primaat voor de afgifte van de vergunningen ligt bij de sector Publiek. Van de adviezen die de brandweer geeft kan in theorie alleen afgeweken worden als dit teruggekoppeld wordt naar de brandweer. In de praktijk is dit nog niet voorgekomen en worden adviezen gevolgd. Wat betreft advisering ten aanzien van de aanvraag bouwvergunningen is afgesproken dat alle aanvragen voor bouwwerken groter dan een reguliere woning ter advisering naar de brandweer gaan. Tijdens de bouwfase worden grotere projecten regelmatig bezocht en gecontroleerd. De brandweer controleert op brandveiligheidsonderdelen. Bouw- en Woningtoezicht controleert de overige bouw- en installatietechnische zaken. Projecten die in de voorgaande jaren veel capaciteit op het werkveld preventie hebben gekost zijn onder andere de uitbreiding van diverse hotels in Cadzand, de bouw van een supermarkt en woonzorgcentrum in Breskens en aanleunwoningen in IJzendijke. Preventie zorgt er structureel voor dat de repressieve brandweer op de hoogte wordt gesteld van brandveiligheidsaspecten die ten aanzien van de diverse objecten in het verzorgingsgebied worden afgesproken. Middels een periodiek preventieoverzicht aan het groepscoördinatorenoverleg wordt deze doorkoppeling geborgd. Zoals aangegeven in het brandweerbeleidsplan 2005 2008 is de inhaalslag gebruiksvergunningen in de gemeente Sluis ingezet. Volgens dat plan zouden 513 objecten voorzien moeten worden van een gebruiksvergunning, waarvan er 476 nog verleend moesten worden. De afronding van deze inhaalslag is niet gehaald door de vele andere werkzaamheden op preventiegebied, zoals grote nieuwbouwprojecten. Ook de klantvriendelijke benadering waarbij eigenaren van objecten een redelijke termijn krijgen om betreffende panden te laten voldoen aan de actuele brandveiligheidregelgeving heeft daartoe bijgedragen. Eind oktober 2008 waren 152 gebruiksvergunningen van de 476 verleend. Daarnaast waren er 73 in behandeling, waaronder van alle scholen in de gemeente. Bij de inhaalslag gebruiksvergunningen is een prioriteitsvolgorde bepaald op basis van risico s. De panden met het hoogste risico zijn het eerst in behandeling genomen. Daarbij is rekening gehouden met de zelfredzaamheid van de aanwezigen. Tot op heden is de Brandweer Sluis nog niet toegekomen aan het stelselmatig controleren van objecten waarvoor reeds een gebruiksvergunning is verleend. Het geven van voorlichting door de brandweer is een regelmatig terugkerende activiteit voor de preventieve medewerkers. Voorbeelden hiervan zijn voorlichting tijdens de jaarlijkse brandpreventieweek, de kerstperiode en de zomermaanden. Hierbij is ook de sector Publiek van de gemeente nauw betrokken. Naast deze structurele voorlichting vindt ook regelmatig incidentele voorlichting plaats, bijvoorbeeld in woonzorgcentra en op scholen. Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 12

3.3 Ontwikkelingen Met betrekking tot het taakveld risicobeheersing zijn diverse interne ontwikkelingen van belang. Bijvoorbeeld als het gaat om de fysieke omgeving. In de gemeente Sluis worden steeds meer woningen verhuurd aan buitenlandse werknemers die zonder gezin naar Nederland komen om hier te werken. De praktijk doet vermoeden dat in deze woningen (soms te) veel arbeiders worden gehuisvest en dat bewoners het niet altijd even nauw nemen met de brandveiligheid. Zowel bewoners, omwonenden als ook de gemeente lopen hierin risico. Een woningbrand in Sluis in oktober 2008 is hiervan een bevestiging. Met de komst van de glastuinbouw in de Kanaalzone en de verdere ontwikkeling van de haven van Zeebrugge is het te verwachten dat dit fenomeen zich in de toekomst nog sterker zal voordoen. Hierop dient geanticipeerd te worden door ondermeer in te zetten op kwalitatief hoogwaardige handhaving. Daarnaast zijn er diverse ruimtelijke projecten waarin de brandweer ten aanzien van proactie dient te participeren. Het project Zwakke Schakels is daarvan een voorbeeld. In de gemeente zijn veel bouwwerken aanwezig met een brandmeldinstallatie. Bij een brandmelding vindt doormelding plaats naar de Gemeenschappelijke Meldkamer Zeeland. Tot op heden nam de alarmcentrale vervolgens contact op met de verantwoordelijken voor het desbetreffend bouwwerk, voordat men eventueel overging tot het alarmeren van de plaatselijke brandweer. Deze werkwijze leidde tot een niet acceptabele overbelasting van de alarmcentrale. Bovendien lag de verantwoordelijkheid (vertraging in alarmering) niet op de juiste plek. Het onderzoeksrapport naar de Schipholbrand bevestigt dit. Vanuit de Veiligheidsregio Zeeland is daarom een voorstel gekomen om over te gaan naar het overbrengen van een eventuele vertraging naar de installaties. Alle brandweercommandanten hebben ingestemd met het voorstel dat echter alleen mogelijk is als in de betreffende bouwwerken en instellingen goede BHV-organisaties zijn en de alarmopvolging goed is geregeld. Dit veroorzaakt een grotere last op de taakvelden repressie en preventie omdat objecten ondermeer vaker bezocht moeten worden. Hoeveel extra tijdscapaciteit dit met zich mee zal brengen is momenteel nog niet bekend. Naast zaken met betrekking op de fysieke omgeving is ook de Veiligheidsregio Zeeland volop in beweging. In 2006 heeft het kabinet basisniveaus gesteld die tot verbetering moeten leiden van, de voorbereiding op en de dienstverlening bij rampen en crises. Deze actiepunten zijn in Zeeland omgezet naar projecten. In deelproject zeven is het kabinetsstandpunt en de concept Wet Veiligheidsregio s vertaald naar een basisniveau voor de Veiligheidsregio Zeeland op het gebied van risicobeheersing. In 2007 is dit basisniveau door middel van een visiedocument vastgesteld door het bestuur van de Veiligheidsregio Zeeland. Het vaststellen van het niveau betekent dat de complexe brandpreventie uitgevoerd gaat worden binnen de organisatie van de Veiligheidsregio Zeeland, hetzij lokaal, bovenlokaal of regionaal. Uitwerking van het visiedocument naar een beleidsplan vindt momenteel plaats en zal in 2009 opgeleverd worden als onderdeel van de kwaliteitsslag. Hierin zullen de taken van de Veiligheidsregio Zeeland nader omschreven worden. Een exacte scheiding in werkzaamheden op centraal (Veiligheidsregio) niveau en gemeentelijk niveau is momenteel nog niet te geven. Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 13

Tenslotte wordt op landelijk niveau de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ontwikkeld. Binnen de brandweer kunnen als gevolg van de Wabo, afhankelijk van het tijdstip van invoering en het gemeentelijke beleid, organisatorische wijzigingen plaatsvinden als het gaat om de afgifte van vergunningen. Welke consequenties dit heeft en welke concrete veranderingen werkelijk zullen plaatsvinden is vooralsnog niet duidelijk. Om op de hoogte te blijven van diverse ontwikkelingen binnen en buiten de regio wordt de brandweer Sluis vertegenwoordigd in de taakgroep Proactie van de Veiligheidsregio Zeeland. Ook op het werkveld preventie worden contacten intensief onderhouden. Dit heeft voordelen in allerlei vormen. Kennisdeling is daar een voorbeeld van. 3.4 Proactie De komende periode zijn ten aanzien van proactie diverse zaken van belang. Om de taak Proactie goed uit te kunnen voeren is het noodzakelijk lokale en regionale ontwikkelingen ten aanzien van grote projecten nauwgezet te volgen zodat de brandweer tijdig kan adviseren. Om dit te optimaliseren zal aan het college worden voorgesteld de adviesverlenende rol van de brandweer bij dergelijke projecten te borgen middels werkprocedures. Integraal organiseren is daarbij het uitgangspunt. Het aanwijzen van prioriteitswegen is een andere taak die de komende jaren uitgevoerd zal worden met betrekking tot proactie. Deze prioriteitswegen zijn wegen waar geen of beperkte verkeersremmende maatregelen zijn getroffen met het oog op een betere bereikbaarheid en opkomsttijden voor de hulpdiensten. De brandweer zal in nauw overleg met de betrokken afdeling(en) van de gemeente een voorstel maken tot het aanwijzen van dergelijke wegen. Verder is het van belang dat de brandweer op de hoogte is van snelheidsbeperkende en overige infrastructurele werkzaamheden op wegen, zodat wijzigingen tijdig doorgegeven worden aan de repressieve organisatie. Er zal getracht worden deze informatieverstrekking vanuit de Provincie Zeeland en het Waterschap meer gestructureerd te krijgen. Diverse punten op het gebied van proactie worden benoemd in de zogenaamde Kwaliteitsfoto die is gemaakt van de brandweer Sluis. Om de benodigde kwaliteit in 2009 te behalen dienen onderwerpen op het gebied van proactie te worden opgepakt. Dit gebeurt onder andere door het maken van de genoemde werkprocedures, het aanwijzen van prioriteitswegen en het doorkoppelen van informatie aan de repressieve organisatie. Op basis van het beleidsplan 2005 2008 en de huidige ontwikkelingen beslaat proactie de komende jaren structureel 240 uur. In bijlage 2 wordt hiervan een nadere onderbouwing gegeven. Taak Structurele werklast FTE Proactie 240 uur 0,18 Tabel1 Werklast Proactie Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 14

3.5 Preventie In de toekomst zullen de reguliere preventiewerkzaamheden voortgang hebben. In bijlage 3 wordt aangegeven hoeveel capaciteit daarvoor benodigd is. Verder zullen in de toekomst een aantal veranderingen plaatsvinden op dit deelgebied. Per 1 november 2008 is een nieuw Gebruiksbesluit van kracht. Hierdoor wordt het aantal te verlenen gebruiksvergunningen gereduceerd tot 110. De objecten die nu niet meer gebruiksvergunningplichtig zijn maar dat eerder wel waren moeten in de toekomst blijven voldoen aan de actuele brandveiligheidregelgeving. Deze objecten moeten dus door de brandweer gecontroleerd blijven worden. De benodigde capaciteit blijft om die reden gebaseerd op de gegevens zoals die voor de oorspronkelijke inhaalslag waren opgezet (zie bijlage 3). Gebruiksvergunningen Nog te verlenen Reeds verleend In behandeling Status in 2004 476 37 - Status november 2008 110 36 19 Tabel 2 Overzicht van nog te verlenen en verleende gebruiksvergunningen De brandweer Sluis is samen met brandweren van de overige Zeeuwse kustgemeenten nauw betrokken geweest bij de totstandkoming van de Handreiking Brandveiligheid Kampeerterreinen Zeeland 2005 en 2007. Deze is in 2007 voor de gemeente Sluis omgezet in Beleidsregels Brandveiligheid Kampeerterreinen in de gemeente Sluis. Wanneer deze beleidsregels zijn vastgesteld door de gemeenteraad zal gestart worden met projectmatige controles van kampeerterreinen. De verwachting is dat dit in de eerste helft van 2009 zal aanvangen. Momenteel zijn de kampeerterreinen gebruiksvergunningplichtig en dat blijft zo met de komst van het nieuwe Gebruiksbesluit. Het project brandveiligheid kampeerterreinen zal veel beslag leggen op de beschikbare preventiecapaciteit omdat sprake moet zijn van goede en intensieve begeleiding en communicatie richting de campingexploitanten om uiteindelijk brandveilige kampeerterreinen te kunnen realiseren. In de gemeente is een aantal gebouwen aanwezig dat in beginsel als woongebouw is gebouwd. Inmiddels blijkt dat deze gebouwen in hoofdzaak voor verhuur als vakantieverblijf worden gebruikt. Deze wijziging van functie leidt ertoe dat destijds gestelde brandveiligheidseisen onvoldoende zijn voor het huidige gebruik. De brandweer is momenteel bezig met het ontwikkelen van een beleidsstuk voor deze problematiek. Dit zal aan het begin van deze beleidsperiode ter vaststelling aan het college en de gemeenteraad worden aangeboden. Hierna zullen de betreffende gebouwen worden gecontroleerd waarna de eigenaren worden uitgenodigd om een plan van aanpak te overleggen. Tijdens de bouwfase van grotere projecten vinden regelmatig bezoeken en controles plaats ten aanzien van de brandveiligheid. Gebouwen die reeds een gebruiksvergunning hebben worden echter door tijdsgebrek niet stelselmatig gecontroleerd. Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 15

Het risico dat hiermee wordt gelopen is dat de brandveiligheid ten aanzien van deze objecten weer achteruitgaat doordat bijvoorbeeld brandveiligheidinstallaties niet goed worden onderhouden. Als te lang wordt gewacht met het instellen van controles zal in de toekomst opnieuw een inhaalslag moeten worden gedaan. Daarnaast wordt ook in het nieuwe Gebruiksbesluit meer aandacht gevestigd op de uitvoering van bezoeken en controles. In de komende planperiode zal de brandweer hier dan ook op inzetten. Extra personele capaciteit is daarbij noodzakelijk. Bij de invulling van deze uren wordt gezocht naar een oplossing die praktisch haalbaar is en het meest optimaal is. De komende beleidsperiode wordt getracht tot een integraal gemeentelijk kamerverhuurbeleid te komen. Na vaststelling van dit op te stellen beleid, waarin een onderdeel brandveiligheid wordt opgenomen, kan de gemeente handhavend optreden tegen excessen. De inventarisatie en controle van de betreffende bouwwerken zal de nodige capaciteit vergen. Tenslotte staan een aantal grote ontwikkelingen op de rol, zoals onder andere de nieuwbouw van De Burght in Oostburg. Het geniet de voorkeur om voor dergelijke grote projecten een afzonderlijke integrale projectbegroting op te stellen zodat zorgvuldig omgegaan kan worden met de daarvoor benodigde uren en reguliere werkzaamheden geen vertraging oplopen of worden uitgesteld. 3.6 Formatie In onderstaande tabel wordt de structurele en incidentele werklast weergegeven ten aanzien van preventie. Een verdere onderbouwing van de uren wordt weergegeven in bijlage 3. Taak Structureel Incidenteel Preventie 3477 uur 6979 uur Tabel 3 Werklast preventie Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 16

Hoofdstuk 4 Preparatie 4.1 Inleiding Preparatie is de derde schakel in de veiligheidsketen en betreft de voorbereiding op het daadwerkelijk repressief optreden van de brandweer. In de gemeente is 2 fte beschikbaar voor werkzaamheden op het gebied van Preparatie. Daarvan wordt 1 fte ingevuld voor de uitvoering van beleidstaken en 1 fte voor werkzaamheden omtrent materieelonderhoud. Preparatie is geen op zichzelf staand onderdeel maar heeft sterke samenhang met de andere taakvelden in de brandweerorganisatie. Preparatie bevat ondermeer taken op het gebied van planvorming, bluswatervoorziening, huisvesting alsmede onderhoud en aanschaf van materieel. Opleiden en Oefenen valt tevens onder het taakveld Preparatie maar zal in het volgende hoofdstuk apart worden behandeld. Op het gebied van preparatie wordt verschillende wetgeving als uitgangspunt gehanteerd, waaronder: - Brandweerwet 1985; - Leidraad Repressieve Brandweerzorg. 4.2 Terugblik In de afgelopen beleidsperiode is een start gemaakt met de inventarisatie van objecten die een aanvalsplan of bereikbaarheidskaart behoeven. Ook is een format ontwikkeld voor de inhoud van deze kaarten. Door gebrek aan capaciteit zijn echter tot op heden geen plannen en kaarten vervaardigd. Wat betreft de bluswatervoorziening is de afgelopen periode een flinke start gemaakt met onderzoek, zoals ook opgenomen in het beleidsplan van 2005-2008. Wat betreft het materieel van de brandweer Sluis zijn de afgelopen jaren diverse zaken vervangen en aangeschaft. Te noemen zijn een hulpverleningsvoertuig, een noodstroomaggregaat en een personen- en bestelbus. Verder heeft een verbouwing plaatsgevonden in de kazerne van Schoondijke. Het onderhoud van het materieel is zoveel mogelijk uitgevoerd door de eigen onderhoudsmedewerker. Tenslotte is met betrekking tot het ARBO-beleid een risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) opgesteld. Middelen om enkele kazernes te laten voldoen aan de huidige ARBO-eisen zijn beschikbaar gesteld. 4.3 Ontwikkelingen In de wet- en regelgeving die bestaat ten aanzien van het taakveld Preparatie worden regelmatig wijzigingen doorgevoerd. Deze ontwikkelingen worden actief gevolgd om in een vroeg stadium aanpassingen in de brandweerorganisatie te kunnen doen. Daarnaast wordt het risicobeeld van de gemeente Sluis en veranderingen daarin bijgehouden om de preparatietaak af te kunnen stemmen op de bestaande omgevingsrisico s. Fysieke ontwikkelingen die ten aanzien van Preparatie van belang zijn, zijn ondermeer het project Zwakke Schakels, de ontwikkeling van bedrijfsterreinen, natuurgebieden en de bouw van grote gebouwen, zoals de nieuwbouw van een verzorgingstehuis. Verder is in de huidige situatie en binnen de bestaande capaciteit geen ruimte om de inhaalslag planvorming uit te kunnen voeren. Dit brengt risico s met zich mee. Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 17

Ook de ontwikkelingen op het gebied van regiovorming zullen invloed hebben op het taakveld Preparatie. Zo wordt deelgenomen aan een regionaal materieelbeheerdersoverleg hetgeen kennisdeling oplevert en gezamenlijke inkoop bevordert. Op lokaal niveau bestaat een werkgroep materieel waarin brandweervrijwilligers van alle groepen participeren. Op landelijk niveau zijn tevens een aantal ontwikkelingen te noemen. Momenteel wordt het aantal brandweercompagnieën alsmede het specialistische Rijksmaterieel herzien. Dit zal consequenties hebben voor de hoeveelheid en stallinglocaties van rijksmaterieel. In paragraaf 4.6 wordt hier verder op ingegaan. Daarnaast vinden landelijk ontwikkelingen plaats met betrekking tot digitale beschikbaarheid van informatie, zoals de digitale bereikbaarheidskaart. 4.4 Planvorming Om goed, adequaat en verantwoord te kunnen optreden dient de brandweer de beschikking te hebben over bereikbaarheidskaarten en aanvalsplannen. Op deze kaarten wordt belangrijke informatie ten aanzien van panden weergegeven. Daarbij valt te denken aan aanrijroutes, plattegronden, bluswatervoorzieningen en andere risicoverhogende omstandigheden. Aanvalsplannen worden gemaakt bij complexe gebouwen en bevatten meer informatie dan de bereikbaarheidskaart. In verband met het gebrek aan capaciteit is de laatste jaren geen aandacht besteed aan het opstellen van dergelijk kaartmateriaal. De voorbereiding op risico s is echter belangrijk. Ook de inspectie IOOV en de Arbeidsinspectie hechten hier veel waarde aan. Bovendien is de aanwezigheid van objectinformatie noodzakelijk in het kader van de Arbowet. In de periode van 2010 2013 zal een inhaalslag worden gemaakt wat betreft het vervaardigen van de genoemde kaarten en plannen. Daarbij wordt gestreefd naar een optimale toepassing van technologische mogelijkheden zoals het gebruik van digitale kaarten. Vervolgens is het van belang de objectinformatie te onderhouden en de plannen gezamenlijk met relevante instellingen te beoefenen. Om de inhaalslag ook werkelijk te kunnen realiseren is echter extra capaciteit benodigd. De totale incidentele werklast van de inhaalslag bedraagt 1650 uur. Structureel is jaarlijks 275 uur benodigd. De berekening van het aantal benodigde plannen is gebaseerd op de categorisering van bouwwerken in het Gebruiksbesluit. De daarvoor benodigde uren zijn gebaseerd op praktijkervaring van andere gemeenten en meegenomen in de totale urenberekening voor preparatie zoals weergegeven in tabel 6 en bijlage 13. Planvorming Nog te verlenen Aanvalsplannen 15 Bereikbaarheidskaarten 150 Tabel 4 Op te stellen plannen 4.5 Bluswater Binnen en buiten de bebouwde kom is in bluswater voorzien door ondergrondse leidingen en brandkranen. Deze brandkranen worden jaarlijks gecontroleerd door Delta NV. Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 18

Daarnaast wordt het bluswaternetwerk steekproefsgewijs geïnspecteerd door de brandweer tijdens oefenuren. Hierdoor vergroten brandweervrijwilligers tevens hun gebiedskennis. In het vorige beleidsplan is opgenomen dat de brandweer de gehele bluswatervoorziening in de gemeente in beeld zou brengen. Daarmee werd getracht inzicht te verkrijgen in de gebieden waar een tekort aan bluswater bestaat. Het bluswateronderzoek is inmiddels voor de helft afgerond. In de periode 2010 2013 zal het onderzoek worden voortgezet. Nu reeds is bekend dat in de gemeente een behoorlijk aantal slecht gedekte gebieden bestaan. De komende jaren zullen daarvoor oplossingsrichtingen in beeld worden gebracht. Hierbij zal het beleidsstuk bluswatervoorziening van de Veiligheidsregio Zeeland als uitgangspunt dienen. Wanneer dit stuk gereed is zal het ter vaststelling aan het college worden aangeboden. Een aspect dat wel reeds geborgd is betreft bluswatervoorzieningen bij nieuwbouw. Daarbij worden de objecten al in een vroeg stadium voorzien van de benodigde faciliteiten. Welke middelen uiteindelijk benodigd zijn om de bluswatervoorziening algeheel op orde te brengen is vooralsnog onbekend. Daarom wordt het onderwerp bluswatervoorziening opgenomen in de risicoparagraaf. 4.6 Materieel en onderhoud Op basis van de bestaande gemeentelijke risico s en conform het beleidsplan 2005 2008 is in de afgelopen periode materieel aangeschaft en heeft onderhoud plaatsgevonden. In principe zal het beleid van de afgelopen jaren voortgezet worden de komende jaren. Om de bedrijfsvoering van preparatie beter te stroomlijnen zal een meerjaren onderhoudsplan worden opgesteld die gekoppeld wordt aan de geldende wet- en regelgeving, normen en richtlijnen zoals de ARBO en de fabrikantvoorschriften. Hiermee wordt tegelijkertijd voldaan aan een doelstelling zoals beschreven in de Kwaliteitsfoto. Inhoudelijk gezien zal in de jaren 2010 2013 vervanging plaatsvinden van voertuigen, bepakkingsmaterieel van tankautospuiten en uitrukkleding. De kosten hiervoor worden opgevoerd in 2010 volgens een reeds bestaande investeringsplanning, die weergegeven wordt in bijlage 4 en 5. In onderstaande tabel wordt overzichtelijk weergegeven welke financiële middelen voor materieel benodigd zijn in de komende periode. Het onderhoud van het brandweermaterieel valt met uitzondering van de gebouwen onder verantwoording van de brandweer. De komende jaren zullen werkzaamheden ten aanzien van onderhoud zoveel mogelijk plaatsvinden door de medewerker onderhoud. Periodieke keuringen van voertuigen en materieel zullen worden uitbesteed, zoals voorheen. De komende jaren zal getracht worden meer structuur aan te brengen in het vervangen van bepakkingsmaterieel om zo de kosten meer te spreiden en te garanderen dat het materieel altijd voldoet aan de eisen. Verder zullen onderzoeken plaatsvinden naar de eventuele aanschaf van een strandvoertuig, een ademluchtcontainer, waterpompen en een watercontainer. Gedurende de meerjarenplanperiode 2010 2013 zullen hierover voorstellen worden ingediend bij het college. Ook zal gezocht worden naar mogelijkheden om de repressieve organisatie meer te ondersteunen middels ICT-voorzieningen. Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 19

In het kader van de regiovorming van de brandweer in Zeeland zullen ondermeer opties worden gezocht om het onderhoud van materieel gezamenlijk met andere brandweren uit te voeren. Daarnaast zal er steeds meer gewerkt worden met gezamenlijk inkopen. Dit om zowel investerings-, opleidings- als onderhoudskosten te besparen. Het bestaande regionale materieelbeheerdersoverleg vormt het overlegplatform hiervoor. Kosten materieel 2010 2011 2012 2013 Vervanging bepakking TAS (* 365.782 72.573 27.502 34.688 Diversen materieel 2.635.000 732.000 30.000 330.000 TOTAAL 3.000.782 804.573 57.502 364.868 Tabel 5 Kosten materieel 2010-2013. Een verdere onderbouwing van de kosten wordt gegeven in bijlage 4 en 5. De verwerking van de bedragen is terug te vinden in de financiele paragraaf in bijlage 16 (* TAS = Tankautospuit) 4.7 Informatietechnologie Eén van de aanbevelingen naar aanleiding van de vuurwerkramp in Enschede en de cafébrand te Volendam is dat de informatievoorziening bij hulpdiensten, en dus ook de brandweer, moet verbeteren. De brandweer moet direct kunnen beschikken over de minimaal vereiste gegevens van de locatie waar een incident plaatsvindt. De Brandweer Sluis beschikt op dit moment onvoldoende over deze cruciale digitale gegevens in de uitrukvoertuigen. Daaraan gerelateerd wordt de brandweer wel steeds strenger beoordeeld als het gaat om veiligheidsvoorschriften. Veel van de benodigde repressieve informatie wordt in de kantooromgeving voorbereid, bijvoorbeeld bij de preventieve en preparatieve werkzaamheden. Deze informatie is terug te vinden in de diverse gehanteerde applicaties. Om de informatie beschikbaar te kunnen krijgen in de repressieve voertuigen wordt kaartmateriaal momenteel uitgeprint, geplastificeerd in een kaartenbak in elk voertuig geplaatst. Daarnaast zit veel kennis in hoofden van mensen. Deze methode brengt risico s met zich mee omdat informatie niet op een eenvoudige manier te zoeken is. Bovendien is de huidige informatie veelal verouderd, de werkwijze intensief en het beheer lastig. Door toepassing van ICT zou de benodigde informatie eenvoudig opgemaakt, beheerd en geraadpleegd kunnen worden. Zo kan bijvoorbeeld informatie over risicovolle objecten, opgemaakt of gewijzigd door de preventisten, via het koppelen van databases direct beschikbaar komen in alle uitrukvoertuigen. Naast informatie over objecten is het ook mogelijk om informatie te krijgen over personenauto s en vrachtwagens. Geografische informatie zoals OOV-specifieke routenavigatie en brandkranen kan eenvoudig getoond worden. Door gebruik te maken van open standaarden en het koppelen van databases is het bovendien mogelijk om informatie te krijgen van buurgemeenten, waardoor ook bij intergemeentelijke incidenten de juiste informatie beschikbaar is. Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 20

De toepassing van ICT maakt het mogelijk om de kwaliteit en veiligheid binnen de brandweer te verhogen. De brandweer van Sluis zal in de komende periode dan ook een informatiesysteem implementeren. Daarbij zal aangesloten worden bij het systeem van Terneuzen waar reeds uitgebreid vooronderzoek en testfases van een systeem hebben plaatsgevonden. Tenslotte zal onderzocht worden of het systeem koppelbaar is met de applicaties van de koude organisatie van de brandweer zodat de bedrijfsvoering in het algemeen ook verbeterd kan worden. De kosten voor de benodigde ICT voorzieningen in de uitrukvoertuigen worden weergegeven in bijlage 5c. Omdat het informatiesysteem het taakgebied van de gemeentelijke afdeling ICT raakt zal het beheer en onderhoud van het systeem door die afdeling worden uitgevoerd. 4.8 Specialismen Binnen de Brandweer Sluis wordt een aantal specialistische taken uitgevoerd. Daartoe behoren het onderhouden van een waarschuwing- en verkenningsdienst (WVD) en het inzetten van specialistische voertuigen vanuit diverse groepen. De komende jaren wordt gestreefd naar kwaliteitsverbetering van deze specialismen. Omdat aansturing en coördinatie van de uitvoering van de specialistische taken door de Veiligheidsregio Zeeland plaatsvindt is regionale samenwerking en afstemming van belang. Ten aanzien van het specialistische materieel dat eigendom is van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties dient in Zeeland van drie naar twee compagnieën gegaan te worden. Dit is te kennen gegeven door het Ministerie. Afhankelijk van de herverdeling van het materieel kunnen de komende jaren wijzingen plaatsvinden ten aanzien van het aantal specialismen dat binnen de gemeente Sluis onderhouden dient te worden. Dit kan gevolgen hebben voor de repressieve organisatie. Hier wordt in hoofdstuk 6 verder op ingegaan. De taken duiken en gaspakken zijn geen specialismen van de gemeente Sluis, zoals ook de bestrijding van ongevallen op het water. Wanneer in het gemeentelijk verzorgingsgebied incidenten plaatsvinden waarbij een dergelijke specialistische inzet nodig is, wordt door buurgemeenten opgetreden. Goede afstemming blijft in de toekomst dan ook vereist maar ook bij de opstelling van bereikbaarheidskaarten dient hier rekening mee gehouden te worden. 4.9 ARBO Het is voor het personeel van belang dat goede arbeidsomstandigheden gecreëerd en gewaarborgd worden. Binnen de brandweer wordt dit zeer belangrijk geacht. In het algemeen geldt het gemeentelijk beleid maar voor het repressief inzetbare personeel zijn meer zaken van belang. Zo zijn diverse verzekeringen afgesloten, vindt registratie van (bijna)-ongevallen plaats en worden repressieve medewerkers medisch gekeurd volgens de geldende norm van de brandweer. Tijdens de periodieke medische keuringen blijkt dat de conditie structureel afneemt. Om deze ontwikkeling tegen te gaan worden door diverse korpsen fit- en gezondheidstesten ontwikkeld, die jaarlijks gehouden dienen te worden. Deze ontwikkelingen zullen nauw worden gevolgd zodat eventueel aangesloten kan worden bij een dergelijk initiatief. Verder is in 2007 een plan van aanpak RI&E (risico-inventarisatie en -evaluatie) gemaakt voor de gebouwen. In 2009 zal de uitvoering van deze koude RI&E plaatsvinden. Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 21

Inmiddels zijn reeds middelen beschikbaar gesteld voor een eerste stap in de uitvoering daarvan. Deze bestaat uit het aanpassen van de brandweerkazernes zodat ze voldoen aan de geldende ARBO wet- en regelgeving. De komende jaren zal ook een warme RI&E worden opgesteld voor de repressieve organisatie. Hiervoor is een budget benodigd van 10.000 zoals weergegeven in bijlage 5c. Afhankelijk van de uitkomst van de warme RI&E zullen de noodzakelijke aanpassingen gedaan worden in de repressieve organisatie. Wat betreft de ARBO wordt de komende jaren de wet- en regelgeving als uitgangspunt genomen en zal in samenwerking met de stafafdeling P&O zorg gedragen worden voor een consequente en correcte uitvoering van het ARBO-beleid. 4.10 Formatie In onderstaande tabel wordt de structurele en incidentele werklast weergegeven ten aanzien van preparatie. Een verdere onderbouwing van de uren wordt weergegeven in bijlage 13. Taak Structureel Incidenteel Preparatie 3312 uur 1650 uur Tabel 6 Werklast preparatie (excl. opleiden en oefenen) Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 22

Hoofdstuk 5 Opleiden en Oefenen 5.1 Inleiding De werkzaamheden op het gebied van Opleiden en Oefenen bestaan hoofdzakelijk uit het opstellen en uitvoeren van het opleiding- en oefenbeleid. Onder opleiden wordt verstaan het opleiden van mensen tot een bepaalde rang binnen de brandweer met daarbij eventuele specialisaties zoals bijvoorbeeld chauffeur. Het onderdeel oefenen bestaat voornamelijk uit oefenen van de vaardigheden die men binnen de opleidingen heeft geleerd. Het taakveld Opleiden en Oefenen wordt binnen de Brandweer Sluis uitgevoerd door één medewerker (1 fte). In de volgende paragrafen wordt beschreven wat ten aanzien van Opleiden en Oefenen in de afgelopen periode bereikt is, wat de ontwikkelingen zijn en wat de toekomstplannen zijn. Uitgangspunten daarin zijn: - Herziene Leidraad Oefenen (NIFV); - Besluit kwaliteit brandweerpersoneel; - Landelijke nieuwe opleidingsstructuur; - ARBO-eisen. 5.2 Terugblik Wat betreft Opleiden en Oefenen is de laatste jaren op basis van het brandweerbeleidsplan 2005 2008 te werk gegaan. Als uitgangspunt werd gehanteerd dat alle brandweerlieden goed opgeleid en geoefend dienen te zijn voor de taak die hen te wachten staat conform bovenstaande uitgangspunten. In de afgelopen jaren is hier hard aan gewerkt. Opleiden De afgelopen beleidsperiode was het van belang een inhaalslag te realiseren wat betreft de repressieve opleidingen. Deze inhaalslag is inmiddels uitgevoerd. Zo is elke repressieve functionaris minimaal opgeleid tot het niveau brandwacht 1 e klas. Ruim 40% van het repressieve personeel is opgeleid tot chauffeur/pompbediende en elke bevelvoerder is minstens opgeleid tot onderbrandmeester. Naast deze reguliere brandweeropleidingen bestaan ook specialismen ten behoeve van de waarschuwings- en verkenningsdienst (WVD) en specialistische voertuigen. In de afgelopen jaren zijn voldoende mensen opgeleid om deze specialismen uit te kunnen voeren. In 2005 zijn tevens alle officieren geschoold in nazorg. Inmiddels hebben reeds acht vrijwilligers uit de groepen een cursus voor het zogenaamde Collegiale OpvangTeam (COT) gevolgd. Daarnaast is de in- en uitstroom van brandweervrijwilligers geregistreerd in de afgelopen periode. Vervolgens is actief ingespeeld op de opleidingsbehoefte van het korps. Oefenen Middels structurele bijscholing, cursus en oefening wordt de kennis en kunde van het brandweerpersoneel op peil gehouden. Op jaarbasis is het afgelopen jaar 72 uur geoefend. Dit is overeenkomstig hetgeen landelijk wordt geadviseerd. Alle brandweervrijwilligers dienen bij 80% van de oefeningen aanwezig te zijn. Naast de reguliere oefeningen is de afgelopen periode ook extra aandacht besteed aan het oefenen van specialismen. Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 23

Ook wordt elk jaar een grensoverschrijdende oefening met de korpsen Maldegem en Knokke gehouden. Daarnaast vinden regelmatig oefeningen plaats bij in de gemeente gevestigde bedrijven. Verder dienen alle brandweermensen jaarlijks deel te nemen aan realistische trainingen bij een opleidingscentrum. Alle bevelvoerders en officieren zijn tevens verplicht deel te nemen aan meerdaagse operationele trainingen. Om de oefeningen te begeleiden zijn bekwame oefenleiders en instructeurs nodig. Conform het vorige beleidsplan is het aantal beschikbare personen hiervoor verdriedubbeld. Op basis van actuele wetgeving en richtlijnen worden al de genoemde aspecten jaarlijks samengebracht in een oefenjaarplan. In dit plan worden ondermeer een oefenkalender en soorten oefeningen opgenomen. Kwaliteitstoetsen van brandweervrijwilligers vinden plaats op specifieke onderdelen maar zijn nog niet structureel ingebed in de organisatie. 5.3 Ontwikkelingen Op het gebied van Opleiden en Oefenen zijn diverse ontwikkelingen van belang. Zo speelt de Veiligheidsregio Zeeland een rol. Deze regelt opleidingen en oefeningen voor officieren, organiseert bestuurlijke oefeningen en vormt het coördinerende orgaan voor het invullen van opleidingsplaatsen en cursussen van het reguliere brandweeronderwijs. De vorming van één Brandweer Zeeland heeft consequenties voor Opleiden en Oefenen bij de Brandweer Sluis. Zo is het voldoen aan bepaalde kwaliteitsnormen tot doel gesteld voor 2009 en samengevat in de Kwaliteitsfoto, zoals genoemd in hoofdstuk 2. Een andere ontwikkeling ten aanzien van de Veiligheidsregio Zeeland is bijvoorbeeld de opzet van de Toolbox Veiligheid Repressief Optreden (VRO), welke de komende jaren uitgevoerd wordt. De VRO is een bijscholingsprogramma voor de bevelvoerders dat start in 2009. Dergelijke zaken worden afgestemd in de regionale taakgroep Opleiding, Bijscholing en Oefening (OBO), waar de oefencoördinator Opleiden en Oefenen in participeert. In de bestaande lokale werkgroep Opleiden en Oefeningen wordt ook afstemming gezocht ten aanzien van actuele ontwikkelingen. Een andere ontwikkeling is aanscherping en uitbreiding van wet- en regelgeving met betrekking tot Opleiden en Oefenen. Hierdoor en naar aanleiding van diverse onderzoeksresultaten wordt van de brandweerorganisatie meer verwacht en van de brandweervrijwilliger meer gevraagd qua opleiding, oefening, bijscholing, toetsing en leren van incidenten. Een voorbeeld is de herziene Leidraad Oefenen. Deze is door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als bindend document aangewezen voor de brandweer in Nederland en wordt ook door de Arbeidsinspectie als leidend gezien. In de Leidraad staan nieuwe richtlijnen en eisen ten aanzien van opleiden en oefenen. Zo wordt gestuurd op het bijhouden van persoonlijke oefenresultaten door middel van individuele logboeken. Daarnaast is een nieuw Besluit Kwaliteit Brandweerpersoneel in wording waarin rangen verdwijnen en met functies gewerkt gaat worden (zie hoofdstuk 2.4 en bijlage 7). Beide ontwikkelingen resulteren in een hogere werkbelasting op het gebied van Opleiden en Oefenen bij de Brandweer Sluis. Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 24

Een laatste landelijke ontwikkeling is de invoering van het modulaire en functiegerichte opleiden waardoor de organisatie omtrent de basisopleidingen drastisch wordt gewijzigd. Hierdoor worden ondermeer leer-/werkplekbegeleiders, instructeurs en oefenleiders extra belast. In de komende paragrafen wordt een vertaalslag gemaakt van bovenstaande ontwikkelingen naar de periode 2010-2013. 5.4 Opleiden Opleiden vormt binnen de brandweer een belangrijke taak. De komende jaren zal hieraan dan ook de nodige aandacht worden besteed en zullen mensen opgeleid worden conform de vernieuwde eisen. Op basis van de wettelijke normen, afgestemd op de begrotingscyclus, de lokale opleidingsbehoefte en het regionale Dekkingsplan is het van belang jaarlijks een zo volledig mogelijk opleidingsplan op te stellen waarin wordt aangegeven welke personen met een operationele functie een bepaalde opleiding dienen te volgen. In het plan zal ook de opleidingsbehoefte voor de toekomst zichtbaar worden zodat tijdig geanticipeerd kan worden op de ontwikkelingen daarin en de kosten die daaraan verbonden zijn. Inzicht in de in- en uitstroom van brandweermensen is daarvoor vereist. De benodigde uren ten behoeve van het opstellen van een meerjaren opleidingsplan zijn echter in de huidige situatie niet inbegrepen in de formatie, terwijl een opleidingsplan wel een belangrijk hulpmiddel vormt om inzicht te vergaren in de meerjarige kosten. Tevens kan middels een dergelijk plan een tekort aan opgeleide mensen voorkomen worden door de in- en uitstroom van mensen goed te registreren. Een voorwaarde ten aanzien van het opstellen en uitvoeren van een opleidingsplan is de aanwezigheid van een registratiesysteem. Het huidige registratiesysteem Prebear wordt in 2009 vernieuwd door Safety Portal. Daarmee wordt aan deze behoefte voldaan. Landelijk is een nieuwe opleidingsstructuur ingevoerd waarin de nadruk meer wordt gelegd op leren in de praktijk. Bij de Brandweer Zeeland zal vanaf 2010 gewerkt worden met deze nieuwe structuur. Als gevolg daarvan dienen alle manschappen opgeleid te worden tot Hoofdbrandwacht om te kunnen blijven voldoen aan de eisen. Voor de Brandweer Sluis betekent dit het opleiden van diverse personen tot Hoofdbrandwacht en het bijscholen van alle instructeurs en oefenleiders. De kosten die dit tot gevolg heeft zijn opgenomen in tabel 7. Daarnaast worden de opleidingen door de nieuwe structuur modulair en functiegericht. Mede door de extra nadruk op het leren in de praktijk betekent dit extra werkbelasting voor de leer-/ werkplekbegeleider, welke de nieuwe cursisten praktisch dient te scholen. Om hierin te voorzien is jaarlijks gemiddeld 690 uur benodigd per tien personen. Verder worden de in te kopen opleidingen voor de komende jaren fors duurder mede door de komst van het nieuwe opleidingsstelsel. In tabel 7 wordt een totaaloverzicht gegeven van de benodigde financiële middelen de komende jaren. Een verdere onderbouwing daarvan is te vinden in bijlage 9. Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 25

Opleidingskosten 2010 2011 2012 2013 Opleidingskosten Reeds in begroting 105.136 70.000 89.675 70.000 97.437 70.000 59.555 70.000 Loonuren Reeds in begroting 45.262 30.000 54.839 30.000 60.696 30.000 33.283 30.000 Totaal extra benodigd 50.398 44.514 58.133 7.162 Tabel 7 Kosten opleiden 5.5 Oefenen Oefenen vormt een belangrijk onderdeel als het gaat om het behalen van kwaliteit in het brandweeroptreden. In de periode 2010 2013 zal verdere verbetering ten aanzien van het oefenen plaatsvinden maar de ingeslagen weg zal worden behouden. Zoals als doelstelling wordt gesteld in de Kwaliteitsfoto zal jaarlijks een oefenjaarplan opgesteld worden waarbij de Leidraad Oefenen als uitgangspunt wordt genomen. Dit betekent dat alle brandweermensen jaarlijks minimaal 72 reguliere en acht realistische oefenuren dienen te maken. Voor officieren en bevelvoerders is het verplicht deel te nemen aan meerdaagse operationele trainingen. Dit is nodig omdat het de kennis op peil houdt en het geringe aantal uitrukken compenseert. In het algemeen wordt er naar gestreefd om officieren, bevelvoerders en manschappen tijdens oefeningen zoveel mogelijk gelijktijdig in te zetten. Dit levert voordelen op ten aanzien van de kwaliteit en kwantiteit van de oefeningen Conform de genoemde Leidraad zal met betrekking tot de reguliere oefeningen de komende jaren meer aandacht worden besteed aan het verhogen van de kennis omtrent plaatsgebonden objecten en risico s. Voor specialisaties, zoals bijvoorbeeld chauffeur, zijn extra oefeningen vereist. De oefeningen voor 2009 zijn reeds gepland in een oefenjaarplan. In de huidige situatie worden brandweeroefeningen echter te weinig ondersteund door specialisten. In de komende jaren zal getracht worden vaker specialisten in te zetten om zo kwaliteitsverhoging te bewerkstelligen. Een goede afstemming met groepscoördinatoren, brandweerinstructeurs en de lokale werkgroep oefenen is daarvoor vereist. Om de geoefendheid van brandweermensen te verhogen en te kunnen sturen op het aantal oefenuren dat iemand aanwezig is zal het zogenaamde persoonlijke paspoort worden ingevoerd. Het registratieprogramma dat daarvoor nodig is zal in 2009 operationeel worden. Het doel van de individuele oefenregistratie is uiteindelijk te kunnen (bij)sturen op personen die niet voldoen aan de eisen omtrent het aantal oefenuren. Om een realistischer beeld te verkrijgen van de geoefendheid van brandweermensen zal bekeken worden in hoeverre hun oefentijd bij bedrijven ook meegerekend kan worden in de gemeentelijke registratie. Tenslotte zal getracht worden andere oefenmomenten aan te bieden, zoals bijvoorbeeld op zaterdag, zodat vrijwilligers meer de gelegenheid krijgen bij oefeningen aanwezig te kunnen zijn. Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 26

De kosten die de oefening- en bijscholingstaak in 2010-2013 zal bedragen worden weergegeven in onderstaande tabel. Een verdere onderbouwing daarvan wordt gegeven in bijlage 10. Oefenen en Bijscholen Cursuskosten Reeds in begroting 2010 2011 2012 2013 103.280 80.000 114.132 80.000 119.236 80.000 122.380 80.000 Loonuren Reeds in begroting 164.291 127.445 167.053 127.445 168.205 127.445 168.589 127.445 Totaal extra benodigd 60.126 73.740 79.996 83.524 Tabel 8 Kosten Oefenen en Bijscholen 5.6 Formatie In onderstaande tabel wordt de totale urenberekening voor Opleiding en Oefening inzichtelijk gemaakt. Op basis van de Leidraad Oefenen is daarvan een verdere onderbouwing te vinden in bijlage 8. Taak Structureel Incidenteel Opleiden en Oefenen 3738 uur 440 uur Tabel 9 Totaal uren Opleiden en Oefenen Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 27

Hoofdstuk 6 Repressie 6.1 Inleiding Repressie is de vierde schakel in de veiligheidsketen. De repressieve taak van de brandweer gaat om de daadwerkelijke incidentbestrijding en vormt het hart en de core business van de brandweerorganisatie. Daarnaast is het de taak die brandweercollega s het sterkst bindt maar ook de taak die het meest zichtbaar is voor de buitenwereld. Wat betreft de uitvoering van de repressieve werkzaamheden wordt het basisprincipe gevormd door het zo snel mogelijk hulp kunnen bieden daar waar dat nodig is. Op het gebied van repressie zijn verschillende uitgangspunten van kracht waarop het beleid gebaseerd wordt, te weten: - Brandweerwet 1985; - Leidraad Repressieve Basisbrandweerzorg (2007); - Concept Wet Veiligheidsregio s (2008); - Dekkingsplan Zeeland. 6.2 Terugblik De afgelopen periode is wat betreft de repressieve organisatie meer operationele slagkracht en professionalisering bereikt, ondermeer op het gebied van materieel. Zo is in 2008 een nieuw hulpverleningsvoertuig in gebruik genomen. Verder is het werken binnen strikt gemeentelijke grenzen verlaten. In de huidige situatie wordt gewerkt met operationele grenzen in samenwerking met Nederlandse buurkorpsen en de Veiligheidsregio Zeeland. Dit hangt nauw samen met het Zeeuwse Dekkingsplan. Dit is een kaart van Zeeland waarop staat waar brandweerposten gepositioneerd zijn en welke gebieden door de gestationeerde voertuigen op desbetreffende post binnen de vastgestelde normtijden voorzien kunnen worden van de benodigde brandweerzorg. Uit de nulmeting van het Dekkingsplan in 2007 is gebleken dat zes van de zeven uitrukposten binnen de gemeente Sluis overdag niet met een standaardbezetting van zes personen uit kan rukken. Om die reden is onderzoek gedaan naar mogelijke oplossingsrichtingen. Inmiddels is reeds gestart met het extra opleiden van mensen die overdag beschikbaar zijn. Ook worden mensen die zich als vrijwilliger melden en overdag beschikbaar zijn boventallig toegelaten. Verder is de zogenaamde Dag-TAS (dagtankautospuit) ingevoerd, waardoor bij alarmeringen in ieder geval altijd wordt uitgerukt. Tenslotte is een nakomprotocol ingevoerd, waardoor vrijwilligers bij een oproep, alleen onder strikte voorwaarden, de kans krijgen om na te komen. 6.3 Ontwikkelingen Ten aanzien van repressie zijn verschillende externe ontwikkelingen van belang. Zo wordt op landelijk en regionaal niveau onderzoek gedaan naar opkomsttijden etc. De uitkomsten hiervan vormen wettelijke criteria en input om de repressie beter te organiseren. Voor de gemeentelijke brandweer is het van belang te voldoen aan de wettelijke eisen die gesteld worden. Hier zal dan ook blijvende aandacht aan worden besteed de komende beleidsperiode. Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 28

Tevens is de vorming van de Veiligheidsregio een belangrijke ontwikkeling die consequenties kan hebben voor de brandweerorganisatie. Een ontwikkeling is regionalisatie van de brandweer in Zeeland. Deze laat echter onverlet dat de repressieve organisatie binnen de gemeentegrenzen adequaat geregeld moet zijn en blijven. Andere ontwikkelingen die van invloed zijn op de repressieve organisatie betreffen infrastructurele en fysieke wijzigen. Zo worden nieuwe wegen aangelegd waardoor het voor kan komen dat bepaalde posten sneller op bepaalde locaties kunnen komen dan andere. Een voorbeeld van een fysieke wijziging is de aanleg voor natuurgebieden waardoor gemakkelijker heidebranden ontstaan. Anticipatie op dergelijke veranderingen is vereist. In Nederland is een tendens gaande dat steeds minder burgers vrijwillig werkzaamheden voor de samenleving verrichten. Dit wordt versterkt gedurende kantoortijd door de verminderde beschikbaarheid van vrijwilligers overdag. Voor de Brandweer Sluis is het belangrijk dat geanticipeerd wordt op deze ontwikkelingen zodat voldoende brandweermensen beschikbaar blijven voor het uitvoeren van brandweertaken. Ook blijkt dat mensen minder werken in en rondom dorpskernen, vergrijzing van de bevolking haar intrede doet en brandweervrijwilligers van hun werkgever minder toestemming krijgen om tijdens werktijd uit te rukken. Om de beschikbaarheid van voldoende brandweermensen 24 uur en zeven dagen per week te borgen is het van belang de komende jaren te reageren op deze ontwikkelingen. In de komende paragrafen worden hiervoor oplossingsrichtingen gegeven. 6.4 Dekkingsgraad Eén van de eisen die aan de brandweerorganisatie wordt gesteld is het voldoen aan vastgestelde normen omtrent uitruk- en opkomsttijden. Uitkomsten van landelijke en Zeeuwse onderzoeken op het gebied van opkomsttijden leveren input voor beleid op het gebied van repressie. Om hulpdiensten adequaat en efficiënt in te kunnen zetten en optimale kwaliteit en zorg te kunnen garanderen wordt gebruik gemaakt van een Dekkingsplan Zeeland. Dit plan wordt Zeelandbreed gedragen en wordt geïnitieerd vanuit de Veiligheidsregio Zeeland. Het Dekkingsplan is een kaart van Zeeland. Daarop staat aangegeven waar brandweerposten gepositioneerd zijn en welke gebieden door de gestationeerde voertuigen op desbetreffende post binnen de vastgestelde normtijden voorzien kunnen worden van de benodigde brandweerzorg. Door middel van kleuren wordt zichtbaar gemaakt welke gebieden goed, aanvaardbaar of onvoldoende te bereiken zijn in verhouding tot de gestelde normtijden. Uit het Dekkingsplan 1.0 (2008) blijkt dat bepaalde brandweerposten binnen de gemeente Sluis incompleet zijn en/of niet op tijd ter plaatse komen. Het overschrijdingspercentage in de dagsituatie is momenteel 82% en in de nachtsituatie 24%. In bijlage 11 wordt dit zichtbaar gemaakt. Gezien de huidige dekkingsgraad is het zaak om de uitruk- en opkomsttijden te verbeteren. Op basis van de Handleiding Brandweerzorg en de Kwaliteitsfoto worden de volgende doelen nagestreefd: - In minimaal 80% van de spoedeisende alarmen is de opkomsttijd van de eerste tankautospuit conform de Handleiding Brandweerzorg; Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 29

- In minimaal 80% van de spoedeisende alarmen is de opkomsttijd voor (regionale) specialismen conform de Handleiding Brandweerzorg; - In minimaal 95% van de spoedeisende alarmen wordt uitgerukt met de standaardbezetting. Rapportages bieden inzicht in het presteren van de brandweer ten aanzien van uitruk- en opkomsttijden. Als gevolg daarvan zullen de komende jaren interventies gepleegd worden op het gebied van personeel, voertuigen en inzetmethoden om zo uitvoering te geven aan bovenstaande doelstellingen. Hierbij wordt tevens voldaan aan het gewenste niveau zoals beschreven in de Kwaliteitsfoto. In de volgende paragrafen worden de interventies nader beschreven. 6.5 Inzetmethoden In 2006 is landelijk een herziene Leidraad Repressieve Basisbrandweerzorg vastgesteld, die de oude zorgnorm uit 1992 vervangt. Deze leidraad biedt nieuwe mogelijkheden ten aanzien van de uitruk en de organisatie daaromtrent. Het project Dekkingsplan Zeeland sluit aan bij deze Leidraad en onderzoekt welke opties binnen de gemeentelijke brandweer toepasbaar zijn om een verbetering van de uitruk- en opkomsttijden te realiseren. Het project heeft als hoofddoelstelling om eind 2009 te voldoen aan de eisen van de Kwaliteitsfoto en maakt voor elke gemeente een advies op maat. De Brandweer Sluis zal de komende jaren dan ook gebruik maken van het project en de uitkomsten daarvan. Om in de huidige dagsituatie een optimale dienstverlening te kunnen bieden zal binnen de gemeente Sluis gebruik worden gemaakt van drie repressieve varianten, zoals opgenomen in het Dekkingsplan. Concreet betekent dit dat de komende planperiode gewerkt wordt met de volgende opties: - Standaard tankautospuit: Eenheid welke volgens de standaard met zes gekwalificeerde functionarissen binnen zes minuten uitrukt; - 4-mans tankautospuit (TS-4): Indien een post niet binnen zes minuten met zes gekwalificeerde personen inzetbaar is maar wel met vier gekwalificeerde personen, dan wordt dit toegestaan. Hieraan zijn voorwaarden verbonden om een veilig en verantwoord optreden mogelijk te maken waartoe de Brandweer Zeeland repressief beleid heeft ontwikkeld. Omdat een TS-4 geen operationele eenheid is wordt deze altijd, ongeacht de prioriteit, aangevuld met een tweede eenheid. Op deze manier wordt geborgd dat altijd voldoende capaciteit en materieel ter plaatse komt. - Blusreserve: Indien een post niet in staat is om binnen zes minuten met minimaal vier gekwalificeerde personen uit te rukken, wordt deze post als blusreserve opgenomen in het Dekkingsplan. Bij incidenten in het verzorgingsgebied van dergelijke posten wordt altijd een snelst beschikbare post (één TS-6 of tweemaal een TS-4) gealarmeerd waardoor voldoende brandweerzorg wordt geborgd. Brandweerlieden van de blusreserve worden dus wel gealarmeerd binnen het eigen verzorgingsgebied maar worden alleen ingezet als aan een aantal criteria is voldaan (minimaal conform TS-4). Bovenstaande inzetmethode is een oplossing voor de korte termijn en heeft betrekking op de dagsituatie. Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 30

Op basis van het project Dekkingsplan Zeeland worden structurele oplossingen gezocht om uiteindelijk te voldoen aan de streefcijfers zoals genoemd in de Leidraad Repressieve Brandweerzorg en de Kwaliteitsfoto. Hier wordt gefaseerd naar toe gegroeid. Praktisch betekent dit dat bij de berekening van het Dekkingsplan in eerste instantie zes minuten wordt gehanteerd voor de uitruk in de dagsituatie, in tegenstelling tot het normatieve kader uit de Leidraad. Vanuit het uitgangspunt dat alle kazernes de komende periode open blijven wordt de huidige aanpak in de nachtsituatie voortgezet. Dit betekent dat posten die s nachts gegarandeerd kunnen uitrukken met minimaal zes en maximaal acht gekwalificeerde personen volledig worden ingezet. Mocht een post ook s nachts kampen met bezettingsproblemen dan worden daarvoor adequate oplossingen gezocht. In bijlage 11 worden twee kaarten weergegeven van de dagdekking in de gemeente Sluis. Bij de tweede kaart wordt gebruik gemaakt van de inzetvariabelen zoals eerder genoemd. Dit is een verbetering ten opzichte van de huidige situatie, die weergegeven wordt op de eerste kaart in bijlage 11. De inzet van de TS-4 en de blusreserve zal vanaf 2009 dan ook toegepast worden in de repressieve organisatie van de brandweer Sluis. 6.6 Voertuigen De brandweerpost te Oostburg rukt momenteel veel vaker uit naar de buitenkernen. Dit in verband met de personele bezetting van de andere posten in de dagsituatie. Tijdens dergelijke uitrukken naar buitenkernen is het verzorginggebied van de post Oostburg echter niet gedekt. Om een goede dekking te verkrijgen en te borgen is het noodzakelijk om een sneller en kleiner brandweervoertuig (TS-4) aan te schaffen. Onderzocht zal worden of het mogelijk is om het kleinere voertuig met beroepspersoneel uit te laten rukken, mogelijk aangevuld met brandweermensen die werkzaam zijn in het ambtelijk apparaat. Hierdoor kan binnen één minuut worden uitgerukt naar de buitenkernen, ter ondersteuning van de posten met een beperkte dagbezetting. Daarnaast kunnen de brandweervrijwilligers van de post Oostburg met een TS-6 blijven uitrukken naar incidenten binnen hun verzorgingsgebied en naar de buitenkernen in het geval van opschaling naar middelbrand. Het reeds genoemde nakomprotocol houdt in dat vrijwilligers, alleen onder strikte voorwaarden, gecontroleerd na mogen komen bij een uitruk. Wanneer mensen met eigen vervoer naar de plaats van het incident komen is de onoverzichtelijkheid met de daaruit voortvloeiende risico s te groot. Deze methode is dan ook niet meer toegestaan. Om maximale veiligheid te bieden, maximaal gebruik te maken van brandweervrijwilligers en hun motivatie hoog te houden moeten zeven dienstauto s worden aangeschaft, welke gepositioneerd worden op de kazernes. Vrijwilligers die niet op tijd op de kazerne kunnen zijn om uit te rukken met het blusvoertuig dat binnen zes minuten vertrekt, krijgen zo de kans om alsnog uit te rukken met de dienstauto. Daarnaast is het voor de dienstdoende officier van dienst en/of bevelvoerder mogelijk grip te houden op het aantal ingezette mensen. Deze werkwijze is door de regionale taakgroep Repressie vervat in een nakomprotocol. Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 31

Ook de ontwikkelingen in het verzorgingsgebied van de gemeente Sluis, zoals eerder in dit meerjarenplan genoemd, vragen om een gedegen omgang. Zo zal de kans op natuurbranden en een inzet op het strand groter worden. Onderzocht zal worden hoe hier door de repressieve organisatie adequaat mee omgegaan kan worden en of het huidige materieel voldoet aan de eisen op dat gebied. Tenslotte is het, ten aanzien van het regulier benodigde specialistische materieel dat de gemeente Sluis niet tot haar beschikking heeft, van belang dat samengewerkt wordt met buurkorpsen zoals Terneuzen, Knokke en Maldegem. Dit bijvoorbeeld als het gaat om de inzet van een hoogwerker. Voor het gebruik van een hoogwerker is door de burgemeester voorgesteld te onderzoeken of een convenant met Knokke, Maldegem en Terneuzen te maken is. Er zijn reeds gesprekken geweest met de commandanten Maldegem en Knokke waarin naar voren gekomen is dat men voor redding altijd de hoogwerker zal sturen. Voor alle uitrukken waarmee een hoogwerker mee moet uirukken, zoals omschreven in de Leidraad Repressieve Brandweerzorg, wil men niet steeds zijn eigen verzorgingsgebied verlaten. Hierover zal na verder onderzoek in 2009 het college een nota worden voorgelegd. Vooruitlopend hierop is gemeend om de aanschaf van een eigen aan te schaffen hoogwerker op te nemen in 2011 met als hoofdreden dat de inzet van een hoogwerker direct bijdraagt aan de veiligheid van het verzorgingsgebied. 6.7 Kazernes In het hoofdstuk Preparatie is reeds aangegeven dat een aantal kazernes aangepast zullen worden, conform de koude risico inventarisatie en evaluatie. Dit heeft geen gevolgen voor de uitruk. Andere aspecten ten aanzien van kazernes hebben wel invloed op de repressieve organisatie van de brandweer Sluis. Hier zal in deze paragraaf aandacht aan worden besteed. Ten aanzien van de bestaande brandweerkazernes in de gemeente Sluis is het uitgangspunt van het college dat alle behouden blijven. Wel zal nieuwbouw van de kazerne Oostburg moeten plaatsvinden. In 2008 is door het college reeds een voorbereidingskrediet beschikbaar gesteld zodat een programma van eisen opgesteld kan worden. De nieuwbouw van de kazerne Oostburg is van belang omdat de ruimte voor stalling van voertuigen en bijeenkomsten te klein is. Bovendien is de ligging van de huidige kazerne ongunstig in relatie tot de opkomsttijd en voldoet deze niet aan de Arbo-richtlijnen. Omdat ook de ambulancedienst op zoek is naar nieuwe huisvesting en samenwerking kosten- en samenwerkingsvoordelen oplevert, zal de ambulance gehuisvest worden in de toekomstige nieuwe kazerne van Oostburg. Van belang is daarvoor een geschikte locatie te vinden. Hiervoor zijn diverse mogelijkheden waarbij het uitgangspunt wordt gehanteerd dat tijdens kantooruren vanuit kantoor een beroepsbezetting gecreëerd kan worden als extra garantie voor de uitruk overdag. Voorstellen ten aanzien van de nieuwbouw zullen ter vaststelling worden voorgelegd aan het college. In het vorige beleidsplan werd aangegeven dat de kazerne van Breskens in aanmerking komt voor verplaatsing. De komende jaren zal de kazerne van Breskens, afhankelijk van de ontwikkelingen op het gebied van ruimtelijke ordening, verhuizen naar een nader te bepalen locatie. Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 32

De uitruk vanuit de huidige kazerne van Breskens wordt momenteel belemmerd door verkeersdrempels en te weinig parkeerruimte voor aankomende vrijwilligers. Ook zit er een bocht in de weg, die met een brandweervoertuig lastig te nemen is. Hiervoor zal spoedig een oplossing zal worden gezocht. Voor de inventaris van de kazernes is tot op heden geen bedrag in de begroting opgenomen. Om de kazernes te kunnen voorzien van koffiezetapparaten, meubilair, handschoenendrogers etc. zijn middelen nodig. Daarvoor zal jaarlijks een bedrag worden opgenomen. 6.8 Omvang brandweerkorps Het gebruik van de inzetvarianten zoals beschreven in paragraaf 6.5 biedt een optimale spreiding van de brandweerzorg maar biedt geen garantie voor de beschikbaarheid van eenheden en de beschikbaarheid van brandweermensen. De brandweer Sluis kampt op meerdere posten met een tekort aan vrijwilligers. Om goede uitruk- en opkomsttijden te kunnen waarborgen is het dan ook zaak dat meer brandweermensen inzetbaar zijn, met name in de situatie overdag. In bijlage 12 wordt een overzicht gegeven van het aantal personen dat benodigd is. Het uitgangspunt is dat voor een reguliere brandweerpost met één tankautospuit minstens 16 vrijwilligers beschikbaar zijn en geen posten gesloten zullen worden. Conform het besluit van het college op 22 juli 2008 zullen vrijwilligers boventallig worden aangenomen wanneer deze personen in ieder geval overdag inzetbaar zijn. 6.9 Operationele leiding Wat betreft de operationele leiding in de gemeente Sluis wordt gewerkt met de regionale Regeling Operationele Leiding (ROL) zoals deze door de toenmalige Regionale Brandweer Zeeland in 2002 is vastgesteld. Dit wil zeggen dat de operationele leiding in Zeeland op uniforme wijze wordt georganiseerd bij incidenten van klein tot zeer groot. Binnen de gemeente Sluis zijn sinds 2004 voldoende officieren aanwezig om de genoemde ROLregeling in te vullen. De komende planperiode is het van belang dat procedures en afspraken omtrent de operationele leiding actueel en afgestemd blijven op de brandweerorganisatie van Sluis. Aansluiting en afstemming met de Veiligheidsregio Zeeland speelt hierbij een grote rol. 6.10 Grootschalig optreden Naast het eigen materieel is binnen de gemeente Sluis ook specialistisch materieel van het Ministerie van Binnenlandse Zaken geplaatst. Dit materieel is onderdeel van de brandweercompagnie die gepositioneerd is in Zeeuws-Vlaanderen. Door het Ministerie is kenbaar gemaakt dat in Zeeland van drie naar twee compagnieën gegaan moet worden. Afhankelijk van de herverdeling van het materieel kunnen de komende jaren wijzingen plaatsvinden ten aanzien van het aantal specialismen dat binnen de gemeente Sluis onderhouden dient te worden. Wanneer bijvoorbeeld de dompelpomp van Schoondijke verplaatst wordt naar een andere plek in de regio, betekent dit dat binnen de groep Schoondijke geen mensen meer nodig zijn die opgeleid dienen te worden voor het kunnen bedienen van de dompelpomp. Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 33

Daarnaast duurt het langer voordat de dompelpomp ingezet kan worden door de langere aanrijtijd. Hierdoor zou het wellicht noodzakelijk kunnen worden een gemeentelijke dompelpomp aan te schaffen. In de periode 2010-2013 wordt geanticipeerd op mogelijke ontwikkelingen als gevolg van de herverdeling van het specialistisch materiaal. In bijlage 6 wordt een totaaloverzicht gegeven van het materieel, de eigenaar en standplaats. Met betrekking tot grootschalig optreden is het van belang dat structureel op bestuurlijk en ambtelijk niveau geoefend wordt. De organisatie van dergelijke oefeningen vindt voornamelijk plaats door de Veiligheidsregio Zeeland. Daarbij is het van belang dat gewerkt wordt op basis van operationele grenzen. De komende periode zal hier actief aan worden meegewerkt. Verder zal het materieel van de brandweercompagnie zoals gestationeerd in de gemeente Sluis worden onderhouden. Omtrent alle zaken die betrekking hebben op grootschalig optreden is structurele afstemming met de Veiligheidsregio Zeeland van belang. 6.11 Formatie In onderstaande tabel wordt de totale urenberekening voor het taakveld Repressie inzichtelijk gemaakt. Een verdere onderbouwing is te vinden in bijlage 14. Taak Repressie Structureel 379 uur Tabel 10 Urenberekening Repressie Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 34

Hoofdstuk 7 Nazorg 7.1 Inleiding Nazorg is de vijfde schakel in de veiligheidsketen van de brandweer. Onder nazorg wordt verstaan datgene wat nodig is om zo snel mogelijk terug te keren naar de gewenste situatie, na een incident. Nazorg heeft drie aspecten in zich, namelijk een menselijk, een economisch en een organisatorisch aspect. Onder het menselijke aspect wordt verstaan het opvangen van betrokkenen, hetzij collega s of burgers, bij ongevallen en rampen. Het economische aspect betreft de schadebeperking van de plaats waar het incident zich afspeelt. Het derde en laatste aspect richt zich op de vraag wat geleerd kan worden van incidenten die plaatsgehad hebben. De brandweeractiviteiten richten zich voornamelijk op het menselijke en het organisatorische aspect waarbij incident- en oefenevaluatie en het Collega Opvang Team (COT-team) een belangrijke rol spelen. De nazorg op het vlak van economische aspecten wordt veelal opgepakt door de stichting Salvage in samenwerking met de verzekeraars. De brandweer speelt hierin een initiërende rol op het moment van de brand. De uitgangspunten van waaruit de nazorg is en wordt vormgegeven bij de brandweer zijn: - ARBO-wetgeving; - Draaiboek Wanneer veel teveel wordt. 7.2 Terugblik Tot op heden heeft nazorg binnen de brandweer van Sluis de nodige aandacht gekregen. Voor de opvang van de eigen korpsleden na een traumatische ervaring waren vier korpsleden opgeleid door en werkzaam vanuit de FiST-organisatie (Firefighter en Stress Team). Conform het beleidsplan van 2005 2008 is het aantal opgeleide personen voor nazorg in de afgelopen periode uitgebreid en is een collega-opvangteam tot stand gekomen. Dit zogenaamde COT-team verleent indien nodig psychosociale hulp aan brandweerpersoneel. Alle brandweergroepen binnen de gemeente Sluis zijn in dit COT-team vertegenwoordigd. In het vorige beleidsplan is tevens voorgesteld structurele evaluatie van incidenten in te voeren en te gebruiken als een belangrijk hulpmiddel bij het ontwikkelen en bijstellen van procedures en het maken van oefenplannen. In de huidige situatie worden repressieve inzetten binnen de brandweergroepen besproken. De daaruit voortkomende leermomenten worden tijdens het groepscoördinatorenoverleg aan elkaar uitgewisseld en bij middelbrand- of middel HV-scenario s vastgelegd. De bijbehorende administratieve plicht en de borging van aspecten die voortkomen uit dergelijke evaluaties behoeft nog aandacht. 7.3 Ontwikkelingen De laatste decennia heeft de brandweer een sterke stijging doorgemaakt van incidenten die technische hulpverlening behoeven zoals beknellingen bij auto-ongelukken en bedrijfsongevallen. Dergelijke incidenten veroorzaken een indringende of zelfs traumatische ervaring bij brandweermensen. Het aantal gevallen waarbij technische hulpverlening benodigd is vertoont in de gemeente een dalende trend door ondermeer het project Duurzaam Veilig. De impact van de incidenten is echter niet minder. Met betrekking tot het taakveld nazorg wordt de laatste jaren gaande meer de nadruk gelegd op het leren van Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 35

incidenten en oefeningen. Evaluaties kunnen een goed hulpmiddel zijn om de kwaliteit van het optreden te verbeteren door lering te trekken van incidenten en oefeningen. Voornamelijk de fase waarin uitkomsten van evaluaties worden verwerkt in de organisatie, wordt benadrukt. In de toekomst is het van belang hier aandacht aan te besteden om zo de kwaliteit van het brandweeroptreden te verhogen. 7.4 Nazorg personeel Met betrekking tot de nazorg van het personeel ten tijde van ingrijpende gebeurtenissen wordt de komende jaren gestreefd verder te werken aan een professioneel collegaopvangteam. Een voorwaarde om dit te bewerkstelligen is de beschikbaarheid van voldoende opgeleide medewerkers. Aan deze voorwaarde is in 2008 voldaan. Voor de psychosociale opvang van collega s wordt het draaiboek Wanneer veel teveel wordt wordt begin 2009 ter vaststelling aan het college aangeboden. De komende jaren is het van belang het huidig aantal teamleden en opleidingsniveau op peil te houden. Structureel zullen daarom bijscholingen plaatsvinden. Verder is een betere afstemming met de verschillende opvangteams van andere korpsen en andere hulpverlenende disciplines in de regio nodig. In de komende jaren zullen dan ook gezamenlijke bijeenkomsten worden georganiseerd. Daarnaast is een goede registratie van gevoerde gesprekken benodigd om voldoende ondersteuning te kunnen bieden. Zorgvuldigheid en integriteit is daarbij hoogst noodzakelijk. 7.5 Oefen- en incidentevaluatie Tot het taakveld nazorg behoort het houden van oefen- en incidentevaluatie. Evaluaties zijn een hulpmiddel om te leren van mono- en multidisciplinaire incidenten en oefeningen. In 2008 is gestart met het vastleggen van evaluaties van incidenten vanaf middelbrand. Om de kwaliteit van het brandweeroptreden verder te verbeteren zal de komende jaren meer ingezet worden op het professionaliseren van evaluaties. Vooral de registratie is daarbij een belangrijk aandachtspunt. Aanvankelijk zal voornamelijk gericht worden op evaluaties van monodisciplinaire incidenten. Daarbij is van belang dat resultaten van evaluaties goed worden teruggekoppeld in de brandweerorganisatie. Communicatie op alle niveaus is daarbij erg belangrijk en verdient nog meer aandacht naar de toekomst toe. Tevens is het van belang dat ook op regionaal en multidisciplinair gebied geleerd wordt van optreden tijdens incidenten en oefeningen. Daarom zal de komende jaren aansluiting worden gezocht bij andere disciplines. Vooral de Veiligheidsregio Zeeland is daarbij een belangrijke partner. Verder is de wil om te verbeteren een voorwaarde die aanwezig dient te zijn om leren van incidenten en oefeningen mogelijk te maken. Dit vraagt om een open en transparante houding van de betrokkenen. 7.6 Formatie In de tabel op de volgende pagina wordt de totale urenberekening voor het taakveld Nazorg inzichtelijk gemaakt. Een verdere onderbouwing is te vinden in bijlage 13. Taak Structureel Nazorg 250 uur Tabel 11 Urenberekening Nazorg Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 36

Hoofdstuk 8 Organisatie en Bedrijfsvoering 8.1 Inleiding Naast het inhoudelijke takenpakket heeft de brandweerafdeling verantwoordelijkheden op het gebied van organisatie en bedrijfsvoering, welke in dit hoofdstuk worden beschreven. Onder bedrijfsvoering wordt verstaan de sturing en beheersing van bedrijfsprocessen die benodigd zijn om doelstellingen te realiseren. Bedrijfsvoering heeft dan ook betrekking op alle onderdelen binnen de brandweerorganisatie op repressief en niet-repressief gebied. De organisatie en bedrijfsvoering van de gemeentelijke brandweer moet voldoen aan de hedendaagse eisen. Er wordt dan ook gestreefd naar een moderne en slagvaardige bedrijfsvoering, die past bij de operationele kwaliteiten van de brandweer. Belangrijke aspecten die onderdeel uitmaken van de bedrijfsvoering zijn de organisatie en beheer van personeel en financiën. In dit hoofdstuk wordt daar verder op ingegaan. 8.2 Terugblik Wat betreft de organisatie en bedrijfsvoering van de Brandweer Sluis is de afgelopen jaren verder geprofessionaliseerd. Integrale samenwerking vindt steeds beter plaats en er is hard gewerkt aan de verbetering van de brandweer op basis van de Kwaliteitsfoto. Door structureel onvoldoende capaciteit zijn diverse taken echter niet of onvoldoende, uitgevoerd. De Kwaliteitsfoto en het onderzoek van ATOS hebben eveneens uitgewezen en bevestigd dat de brandweer onderbezet is. Wel is door een verschuiving binnen de gemeente een functie van VROM naar preventie gegaan waardoor de sector brandweer gegroeid is van vijf naar zes fte. Wat betreft de vrijwilligersorganisatie van de Brandweer Sluis bestaat tevens een tekort aan menskracht, voornamelijk in de dagsituatie. Het is in de afgelopen periode niet gelukt om in elke groep voldoende brandweervrijwilligers te werven. Aan de medezeggenschap van vrijwilligers is in de jaren 2004-2007 veel waarde gehecht. Zo is een onderdeelcommissie ingesteld waarin alle brandweergroep participeren. De bevoegdheden van de ondernemingsraad zijn overgeheveld naar de onderdeelcommissie. Als het gaat om informatisering is in de achterliggende periode gebleken dat de brandweer achterloopt waardoor bijvoorbeeld tijdens een uitruk cruciale informatie niet (snel genoeg) voorhanden is. Wel zijn inmiddels alle kazernes voorzien van computers. Brandweervrijwilligers kunnen via deze computer (gedeeltelijk) toegang krijgen tot het gemeentelijke netwerk. 8.3 Ontwikkelingen Prestaties van de brandweer worden op alle gebieden belangrijker. Te denken valt aan zaken op het gebied van realistisch oefenen en uitrukprestaties. Hiervoor is goede registratie en controle essentieel. Daarnaast wordt de brandweer vaker ter verantwoording geroepen voor zijn handelen. Ook vinden op landelijk en regionaal multidisciplinair gebied veel ontwikkelingen plaats die vragen om een goede informatievoorziening. Te denken valt bijvoorbeeld aan informatie-uitwisseling met de Veiligheidsregio Zeeland. Hierbij is het van belang dat informatie op het goede tijdstip in de juiste vorm beschikbaar is. Dit geldt bij de uitvoering van niet-repressieve taken maar is ook essentieel bij en tijdens de incidentbestrijding. Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 37

Een goed informatie- en bedrijfsvoeringsysteem voorziet in relevante en actuele informatie en vormt daarom een hulpmiddel om te voldoen aan de vraag van de externe omgeving. De komende jaren zal getracht worden hierin beter te voorzien. Op het gebied van personeel zijn tevens externe ontwikkelingen van belang. Zoals reeds aangegeven in het hoofdstuk Repressie verandert de samenleving waardoor overdag minder brandweervrijwilligers beschikbaar zijn maar ook minder mensen brandweervrijwilliger willen worden. Dit vraagt om meer organisatie om de uitruk met vrijwilligers te kunnen borgen door bijvoorbeeld invoering van slimme alarmeringsystemen. Om dit te kunnen organiseren is een goede bedrijfsvoering vereist. De brandweerafdeling bestaat uit verschillende schakels die tezamen een veiligheidsketen vormen. Binnen deze veiligheidsketen werd in het verleden en wordt thans gebruik gemaakt van verschillende softwareapplicaties met verschillende aanbieders. Bovendien zijn bepaalde bedrijfsprocessen nog niet of minimaal geautomatiseerd. Automatisering is echter van belang met het oog op meer efficiëntie, transparantie van bedrijfsprocessen en een beter zicht op resultaten. In de beleidsperiode 2010 2013 zal ingezet worden op het automatiseren, verbeteren, vereenvoudigen en transparanter maken van bedrijfsprocessen. Daarbij zullen tevens samenhang, afstemming en kwaliteit belangrijke begrippen vormen. 8.4 Organisatie De Brandweer Sluis bevat op 1 februari 2009, zes fte kantoorpersoneel waarvan drie fulltime plaatsen bestaan uit officiersfuncties. De brandweercommandant is verantwoordelijk voor het gemeentelijk brandweerpersoneel en het korps in haar totaliteit. De leiderschapsstijl die wordt gehanteerd in de koude situatie richt zich op zowel continuïteit en ontwikkeling van de organisatie als op persoonlijke groei en ontwikkeling van medewerkers. Een voorbeeld daarin is dat volop mogelijkheden geboden worden tot het volgen van opleidingen. Figuur 2 Organogram beroepsbrandweer Brandweervrijwilligers zijn van groot belang voor de Brandweer Sluis. Het brandweerkorps beschikt op 1 februari 2009 over 113 vrijwilligers, verdeeld over zeven uitrukgroepen. De coördinatie en aansturing naar de verschillende ploegen verloopt officieel via de brandweercommandant. Daarnaast bestaan diverse werkgroepen waarin alle posten participeren. In onderstaand organogram worden deze weergegeven. De komende jaren zullen de werkgroepen van belang blijven en ingezet worden als platform voor nieuwe ideeën, samenwerking, afstemming etc. Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 38

Een ander aspect is de inhoudelijke zorg voor, en het behoud van brandweervrijwilligers. Betrokkenheid en motivatie van de mensen is van belang. Enerzijds wordt dit formeel georganiseerd door medezeggenschap in de onderdeelcommissie en de ondernemingsraad. Anderzijds wordt motivatie en betrokkenheid bevorderd door ruimte te geven aan het behouden van een eigen identiteit van de brandweergroepen. Dit staat de binding binnen het gehele korps niet in de weg. Samenwerking en samenhang in het brandweerkorps als geheel staat hoog in het vaandel en dient de doelen die zich uiten in kwaliteit en professionaliteit. Eenheid in aansturing van de brandweerposten levert hier een bijdrage aan en zal dan ook gewaarborgd worden in de periode 2010 2013. Figuur 3 Organogram participatie brandweerposten 8.5 Personeel Beroepspersoneel Zoals genoemd is binnen de gemeentelijke brandweer sprake van beroepspersoneel en brandweervrijwilligers. Beiden worden ingezet voor repressieve doeleinden maar voor de uitvoering van koude brandweertaken is vooral het gemeentelijk brandweerpersoneel van belang. Op hen is en blijft het reguliere gemeentelijke beleid ten aanzien van personeel etc. van toepassing. Wat betreft het beleid omtrent de operationele activiteiten wordt ook de komende periode gewerkt met de bestaande wet- en regelgeving zoals de ARBO en FLO. Ten aanzien van de operationele functies is de Veiligheidsregio tevens een belangrijke partner. Vanuit dat orgaan wordt geadviseerd om het personeel met een repressieve officiersfunctie 25% en het overige repressieve beroepspersoneel 10% van zijn of haar tijd te laten besteden aan oefenen en bijscholen. Dit ten behoeve van een adequate uitvoering van de regeling operationele leiding. In de komende jaren zal hier naar toe gegroeid worden onder voorwaarde dat daarvoor de benodigde capaciteit aanwezig is. Voor het oefenen van de huidige drie officieren en het verdere beroepspersoneel is in totaal één fte nodig. Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 39

De totale capaciteit aan beroepspersoneel is momenteel onvoldoende om de werkvoorraad die er momenteel ligt uit te voeren. In de eerdere hoofdstukken is daarvan per taakveld notie van gemaakt. Tabel 12 geeft een samenvattend beeld van de huidige capaciteit in verhouding tot de uren die structureel en incidenteel benodigd zijn. Een kanttekening daarbij is wel dat de uren voor structureel regionaal en lokaal overleg niet meegenomen zijn in de berekening. Capaciteit Huidig Structureel nodig Incidenteel nodig Alle taakvelden 8.100 uur 14.883 uur 9.069 uur Tabel 12 Totaal benodigde uren in verhouding tot de huidige capaciteit incl. oefenuren officieren en uitruk beroepspersoneel Brandweervrijwilligers De brandweervrijwilligers op de verschillende posten verzorgen de uitruk in de kernen en vormen daarmee het repressieve hart van de organisatie. Een goede personeelszorg is dan ook van groot belang. De doelstelling voor de komende planperiode is de personeelszorg te organiseren conform de bestaande wet- en regelgeving waaruit ondermeer de keuringseisen voortvloeien. Taakvelden die nauw gerelateerd zijn aan brandweervrijwilligers en bedrijfsvoering zijn zowel Opleiden en Oefenen als Repressie. Directe raakvlakken bestaan omdat brandweervrijwilligers benodigd zijn voor de uitruk en als zodanig ook de nodige opleiding en oefening vragen. Met betrekking tot bedrijfsvoering is het zaak een goede koppeling en samenhang tussen beide taakvelden te waarborgen. Dit betekent in hoofdzaak dat voldoende opgeleide en geoefende mensen beschikbaar dienen te zijn voor de repressieve dienst. Zoals tevens genoemd in de hoofdstukken 5 en 6 bestaat momenteel juist een tekort aan brandweervrijwilligers. In bijlage 12 wordt aangegeven wat de huidige sterkte is en hoe deze zich verhoudt tot het huidige aantal brandweervrijwilligers. Om de gemeentelijke brandweertaak adequaat en kwalitatief hoogwaardig uit te kunnen voeren zijn daarom extra brandweermensen vereist. Het op sterkte krijgen van het brandweerkorps en uiteindelijk het behouden van die sterkte, is dan ook een doelstelling voor de komende jaren. Een bedrijfsvoeringmatige noodzakelijkheid daarvoor is goed inzicht in de in- en uitstroom van vrijwilligers. Versterking brandweerkorps Voor het versterken van het brandweerkorps zullen diverse maatregelen worden genomen. Zo zal bij de werving en selectie al aandacht worden besteed aan de beschikbaarheid van mensen om de uitruk tijdens de dagsituatie te borgen. Ook zullen brandweermensen van andere gemeenten worden benaderd die in de gemeente Sluis werken maar niet wonen, zodat ze met posten uit kunnen rukken. Het voordeel daarvan is dat deze personen al zijn opgeleid. Verder wordt voorgesteld om brandweermensen bij gelijkwaardige kandidaten voorrang te geven bij de aanname van nieuwe ambtenaren. Zij werken in het verzorgingsgebied van de gemeente Sluis en kunnen zodoende bijdragen aan een betere dekkingsgraad overdag. Een andere manier die ingezet zal worden om nieuwe brandweermensen aan te trekken is het houden van een wervingscampagne. Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 40

Nieuwe opties die in de periode van 2010 2013 onderzocht zullen worden om de uitruksituatie te verbeteren zijn het aanbieden van flexplekken op brandweerposten, het oprichten van een jeugdbrandweer en het inkopen van vrijwilligers overdag. Daarnaast zal onderzocht worden of het repressief inzetten van kantoorpersoneel een oplossing kan bieden met betrekking tot de uitrukproblematiek overdag bijvoorbeeld in combinatie met de nieuwbouw van de post Oostburg. Tenslotte speelt het behouden van brandweervrijwilligers een grote rol. Om op de hoogte te zijn van de wensen van de vrijwilligers en om daaraan te kunnen voldoen zal meer aandacht besteed worden aan carrièreplanning. 8.6 Financiën De brandweercommandant beschikt als budgethouder voor de brandweer over het budget. Daarbij wordt gewerkt volgens de gemeentelijke werkprocessen. Dit zal in de komende jaren op eenzelfde manier worden voortgezet. Meer aandacht zal worden besteed aan het vroegtijdig in kaart brengen van kostenposten voor zaken waarvan het benodigde budget voor langere tijd bekend is. Te denken valt aan kosten op het gebied van materieel waarvoor in de komende periode een onderhoudsplan voor opgesteld zal worden. Door de verwachte kosten voor meerdere jaren inzichtelijk te maken wordt het mogelijk gemaakt een optimale spreiding aan te brengen waardoor het bedrijfsvoeringproces meer gestroomlijnd en transparanter wordt. 8.7 Bedrijfsvoering en informatisering Om te kunnen blijven voldoen aan de vraag van de omgeving wordt ten aanzien van de repressieve organisatie een systeem ingevoerd waardoor de informatievoorziening tijdens operationele inzetten wordt verbeterd. Daarvoor worden ICT-toepassingen ingebouwd in de repressieve voertuigen (zie ook hoofdstuk 4). Om uit desbetreffend systeem optimaal rendement te verkrijgen dient het goed aan te sluiten op de gebruikte kantoorapplicaties. Medio 2009 wordt het laatst genoemde programma operationeel. Het biedt mogelijkheden ten aanzien van het management van de bedrijfsgegevens op alle hoofdprocessen van de brandweer. Onderzocht zal worden in hoeverre het informatiesysteem op de voertuigen enerzijds en het bedrijfsvoeringsysteem op het gemeentelijke kantoor anderzijds koppelbaar zijn, zodat beide systemen elkaar kunnen versterken. Hierdoor wordt een efficiencyslag gemaakt als het gaat om het integraal en gecombineerd behandelen van brandweergegevens. Dit maakt het opstellen van jaarplannen en managementrapportages ook makkelijker. De komende jaren zal er dan ook op ingezet worden om structureel te rapporteren over datgene wat gedaan is en te komen staat. 8.8 Formatie In onderstaande tabel wordt de totale urenberekening voor het taakveld organisatie en bedrijfsvoering inzichtelijk gemaakt. Een verdere onderbouwing is te vinden in bijlage 15. Taak Structureel Management, organisatie en bedrijfsvoering 2137 uur Tabel 13 Urenberekening Management, Organisatie en Bedrijfsvoering Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 41

Hoofdstuk 9 Consequenties beleid 9.1 Inleiding Om in de periode 2010-2013 werkelijk uitvoering te kunnen geven aan het voorliggende meerjarenplan zijn middelen benodigd. In elk hoofdstuk zijn reeds financiële en personele consequenties van het nieuwe beleid genoemd, waarvan in de bijlagen een verdere onderbouwing wordt gegeven. In dit hoofdstuk wordt kort samengevat wat deze consequenties zijn. 9.2 Financiële paragraaf Wat betreft de financiën zijn voornamelijk ten aanzien van het taakveld Opleiden en Oefenen extra middelen benodigd. Dit heeft als voornaamste oorzaak dat de opleidingskosten fors duurder zijn geworden. De kosten die onder materieel vallen centreren zich rond de vervanging van materialen en de nieuwbouw van de kazerne Oostburg. In onderstaande tabel wordt samengevat welke kosten vernoemd zijn in de hoofdstukken 4 en 5. Een verdere onderbouwing daarvan wordt gegeven in de bijbehorende bijlagen. De financiële vertaalslag naar een investeringsplan met kapitaal- en exploitatielasten wordt weergegeven in bijlage 16. Totale kosten 2010 2011 2012 2013 Kapitaalslasten 175.537 374.056 409.681 425.510 Exploitatielasten 235.024 371.754 508.629 544.862 Totaal benodigd 410.561 745.810 918.310 970.372 Tabel 14 Samenvatting kosten meerjarenplan 9.3 Personele paragraaf Aan de hand van landelijke richtlijnen is bepaald wat het benodigd aantal uren beroepsondersteuning dient te zijn per product of taak. In de voorgaande hoofdstukken is aan het einde van ieder hoofdstuk een overzicht gegeven van de noodzakelijke beroepsondersteuning voor dit onderwerp. Deze uren zijn gebaseerd op de modellen Prevap en het zogenaamde blauwe boekje. Dit zijn landelijk vastgestelde methodieken om de omvang van de beroepsondersteuning te bepalen. In tabel 15 zijn de cijfers uit de diverse hoofdstukken verzameld. Daaruit blijkt dat structureel circa vijf fte te weinig beroepsondersteuning aanwezig is. Bovendien zijn in de berekeningen de reguliere regionale en lokale overleggen alsmede de incidentele werklast niet meegenomen. Ook het gemeentelijke reorganisatierapport van ATOS en de Kwaliteitsfoto bevestigen het capaciteitstekort. In de komende periode zal dan ook voorgesteld worden het huidige personeel te versterken. Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 42

Taak Huidige sterkte Structureel Incidenteel Proactie en Preventie (bijlage 2 en 3) 2.700 3.717 6.979 Preparatie (bijlage 13) 1.350 444 Preparatie (bijlage 13) 275 1.650 Planvorming Preparatie (bijlage 13) 375 Controle bluswatervoorziening Preparatie (bijlage 13) 1.350 2.218 Onderhoud en uitvoering ARBO Opleiding en Oefening (bijlage 18) 1.350 3.738 440 Repressie (bijlage 14) 379 Nazorg (bijlage 14) 250 Management en Bedrijfsvoering 1.350 2.137 (bijlage 15) Oefenuren officieren en uitrukuren 1.350 beroepsbezetting (par. 8.5) TOTAAL 8.100 14.883 9.069 Tabel 15 Totaaloverzicht werklast N.B. Er wordt vanuit gegaan dat 1 fte op jaarbasis 1350 uren bedraagt 9.4 Risicoparagraaf In het voorliggende meerjarenplan worden diverse ontwikkelingen genoemd die mogelijke consequenties hebben in de periode 2010-2013 maar waarvan nog niet duidelijk wat deze exact zijn. De belangrijkste risico s die daarin bestaan worden daarom in deze paragraaf opgesomd. Preparatie In het hoofdstuk Preparatie wordt gesproken over het project bluswatervoorziening waar in de komende jaren uitvoering aan gegeven zal worden. Afhankelijk van het beleidsstuk dat door de Veiligheidsregio wordt opgesteld en de grootte van het tekort aan bluswater zullen middelen gevraagd worden. Om wat voor budget het gaat is vooralsnog onbekend. Verwacht wordt dat dit enkele tonnen zal bedragen. Daarnaast zal de komende jaren een warme RI&E opgesteld en uitgevoerd worden. Momenteel is nog niet inzichtelijk welke kosten aan de uitvoering verbonden zullen zijn. Tenslotte zal onderzoek plaatsvinden naar de aanschaf van diverse voertuigen zoals een strandvoertuig. De daarvoor benodigde middelen zijn niet meegenomen in de huidige kostenbegroting. Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 43

Opleiding en Oefenen Het taakveld Opleiden en Oefenen wordt de komende jaren belast met de implementatie van een nieuwe opleidingsstructuur. De kosten die in dit meerjarenplan genoemd worden zijn indicatief. Afhankelijk van de definitieve kostenbepaling voor de opleidingen kan het uiteindelijke kostenbedrag variëren. Bij de huidige bepaling van de kosten voor opleidingen en oefenen is uitgegaan van het brandweerkorps zoals dit zou zijn als het op volledige sterkte is. Wanneer de werving van de benodigde brandweermensen niet volledig lukt zijn niet alle aangegeven benodigde middelen noodzakelijk. Repressie Naar aanleiding van de herverdeling van het materiaal van de brandweercompagnie kan materiaal dat momenteel in de gemeente Sluis staat verplaatst worden naar een andere locatie in Zeeland. Dit zou kunnen betekenen dat bepaald specialistisch materiaal minder snel aanwezig is op de plaats van het incident en er taken wegvallen voor bepaalde brandweermensen. Ten aanzien van de kazernes in Breskens en Sluis wordt er van uitgegaan dat beide gebouwen in de komende periode behouden blijven. Afhankelijk van wijzingen in het bestemmingsplan kan verplaatsing van de kazernes echter eerder plaatsvinden. Gemeente Sluis / Definitief Concept Meerjarenplan Brandweer Sluis / 2010 2013 / Versie 21-april-09 44

BIJLAGEN Bijlage 1 Risicobeeld... Bijlage 2 Uren Proactie... Bijlage 3 Gegevens PREVAP per 14 november 2008... Bijlage 4 Overzicht vervanging voertuigen... Bijlage 5 Kosten bepakking tankautospuiten... Bijlage 6 Materieeloverzicht... Bijlage 7 Van rangen naar functies... Bijlage 8 Uren Opleiding en Oefening... Bijlage 9 Kosten Opleiding... Bijlage 10 Kosten Oefening en Bijscholing... Bijlage 11 Dekkingsgraad gemeente Sluis... Bijlage 12 Minimum sterkte uitrukposten en huidige sterkte... Bijlage 13 Uren Preparatie (excl. Opleiden en Oefenen)... Bijlage 14 Uren Repressie en Nazorg... Bijlage 15 Uren Management en Organisatie... Bijlage 16 Financiële vertaalslag...

Bijlage 1 Risicobeeld 1. Basisgegevens (par. 2.2) Onderwerp Hoeveelheid Ontwikkeling / bijzonderheden Aantal inwoners 01-01-2009 24.179 Krimpend Oppervlakte grond 30.843 ha Oppervlakte water 277 ha Aantal woningen 15.699 Woningen: 13.459 Recreatiewoning: 1.777 Wooneenheden: 463 Bijzondere woongebouwen 10 Bedrijven 1.900 Provinciale weg Ca. 60 km Binnenwegen 585 km Gemeentewegen 155 km Sloten 1.605 Jachthavens 1 Breskens 2. Bijzondere objecten Type Aantal Hotel/ Conferentieoord / Pension / Nachtverblijf 45 Museum / Bibliotheek 5 Bejaarden-/ Verpleegtehuis 7 Café s, Discotheken, Restaurants 175 Zwembad 7 Kerken / Godshuizen 35 Scholen 40 - Peuterspeelzaal 9 - Kinderdagverblijf 7 - Basisschool (t/m 12 jaar) 23 - Voortgezet Onderwijs (va. 12 jaar) 1 Campings 74 Route gevaarlijke stoffen 38 km. LPG-stations 4 Ziekenhuizen 1

Bijlage 2 Uren Proactie Taak (par. 3.4) Referentie Uren Scenario s maken, risicoanalyse, volgen ontwikkelingen Blauwe Boekje 71 Advisering stadsontwikkeling en RO Praktijk (jaarlijks 10 adviezen) 80 Integrale veiligheid Blauwe Boekje 89 TOTAAL 240

Bijlage 3 Gegevens PREVAP per 14 november 2008 1. Gebruiksvergunningen (par. 3.5) Inrichting Prevapcode Totaal te vergunnen Afgegeven Niet afgegeven Uren Prevap Factor ervaring Uren nog af te geven Controlefrequentie per jaar Uren per controle Factor ervaring Uren controle Tehuizen 1.1 5 4 1 15 2 30 2 3 2 60 Woningen niet zelfstandige bewoners 1.5 1 0 1 10 2 20 0,25 1 2 0,5 Woningen niet zelfredzame bewoners 1.6 1 1 0 10 2 0 1 1 2 2 Hotels 10-50 personen 2.1.1 22 10 12 30 2 720 2 1 2 88 Hotels > 50 personen 2.1.2 10 8 2 30 2 120 2 2 2 80 Pensions 10-50 personen 2.2.1 12 5 7 20 2 280 1 1 2 24 Dagverblijf 10-50 personen 2.3.1 4 2 2 10 2 40 1 1 2 8 Onderwijsinstellingen (kinderen < 12) 3.1 20 1 19 10 1 190 1 2 2 80 Kinderdagverblijf 3.3 4 1 3 10 2 60 1 1 2 8 Peuterspeelzaal 3.4 8 2 6 10 2 120 1 1 2 16 Ziekenhuizen 4.3 1 1 0 100 1 0 2 6 2 24 Kampeerterrein 50-100 personen 2.4.1 37 0 37 8 3 888 0,5 1 2 37 Kampeerterrein 100-250 personen 2.4.2 12 0 12 12 3 432 1 2 3 72 Kampeerterrein > 250 personen 2.4.3 27 0 27 16 3 1296 1 3 3 243 Verpleegtehuizen 4.4 1 1 0 50 2 0 1 4 2 8 4196 750,5 Totaal gebruiksvergunningen 165 36 129 Incidenteel Structureel

2. Meldingen en/of te controleren objecten/inrichtingen (par. 3.5) Inrichting Totaal te vergunnen Afgegeven Niet afgegeven Uren Prevap Factor ervaring Uren nog af te geven Prevapcode Controlefrequentie per jaar Uren per contole Factor ervaring Uren controle Onderwijsinstellingen (kinderen > 12) 3.2.1 1 0 1 16 1 16 1 2 2 4 Kantoor 50-250 personen 5.1.1 14 3 11 10 2 220 0,5 1 2 14 Fabriek 50-250 personen 5.2.1 1 1 0 10 2 0 0,5 1 2 1 Opslag < 1000 m2 5.3.1 1 0 1 8 1,5 12 0,5 1 2 1 Theater 50-250 personen 7.1.1 1 0 1 16 2 32 2 2 2 8 Theater > 250 personen 7.1.2 1 1 0 20 2 0 2 3 2 12 Museum 7.2.1 4 0 4 8 2 64 0,5 1 2 4 Buurthuis, wijkcentrum 50-250 pers 7.3.1 17 12 5 10 2 100 1 2 2 68 Kerken 50-250 personen 7.4.1 22 8 14 10 1 140 0,5 1 2 22 Kerken > 250 personen 7.4.2 9 2 7 10 1 70 0,5 1 2 9 Tentoonstellingsgebouwen > 250 pers 7.5.2 1 1 0 20 1,5 0 1 2 2 4 Kantine/eetzaal 7.6 25 8 17 10 1,5 255 0,5 1 2 25 Café's, discotheek, restaurant 7.7.1 153 61 92 10 1,5 1380 1 2 2 612 Café's, disco > 250 personen 7.7.2 3 2 1 20 1,5 30 2 2 2 24 Café's, disoc > 500 personen 7.7.3 1 1 0 20 2 0 2 3 2 12 Gymzaal 7.8 6 2 4 8 1,5 48 0,5 1 2 6 Sporthal 50-250 personen 7.9.1 6 2 4 10 1,5 60 1 1 2 12 Winkelgebouw 50-250 7.11.1 42 13 29 8 1,5 348 1 1 2 84 Winkelgebouw 250-500 7.11.4 1 0 1 20 1 8 1 2 2 4 Totaal meldingen en/of te 926 controleren 309 117 192 2783 Structureel

3. Milieuvergunningen Aantal Uren per eenheid Totaal Milieuvergunningen (totaal) 30 Standaard 20 0 0 Klein 9 4 36 Groot 1 40 40 C2Controle 15 4 60 Totaal 136 Structureel 4. Adviezen APV Aantal evenementen 50 4 200 Vergaderingen werkgroep evenement 12 2 24 Overige adviezen 20 1 20 Totaal 244 Structureel 5. Voorlichting/instructie Aantal voorlichtingen 10 8 80 Structureel 6. Klachtenbehandeling Aantal klachten 10 4 40 Structureel 7. Algemene advisering en overleg Aantal adviezen 30 4 120 Structureel 8. Beoordeling ontruimingsoefeningen Aantal beoordelingen 10 4 40 Structureel

Totaaloverzicht benodigde uren Preventie (par. 3.7) In het onderstaande overzicht wordt de inhoud van de voorgaande tabellen samengevat. Taak Structureel Incidenteel Inhaalslag gebruiksvergunningen 4196 Oude inhaalslag + meldingen 2783 Afgifte nieuwe gebruiksvergunningen 300 Controles gebruiksvergunningen o.g.v. Gebruiksbesluit 751 Controles meldingen o.g.v. Gebruiksbesluit 926 Bouwvergunningen 840 Milieuvergunningen 136 Adviezen APV 244 Voorlichting/instructie 80 Klachtenbehandeling 40 Algemene advisering 120 Beoordelen ontruimingsoefeningen 40 Totaal 3477 6979 N.B. In bovenstaande is het volgende niet meegenomen: - Uren t.b.v. upgraden brandveiligheid woonhuizen die gebruikt worden als vakantieverblijf; - Inventarisatie en controle van de betreffende bouwwerken in relatie tot kamerverhuurbeleid; - Bezoeken en controle van grote projecten ten aanzien van brandveiligheid.

Bijlage 4 Overzicht vervanging voertuigen Merk Type Functie Roepnummer Kenteken Bouwjaar Afschrijftermijn Jaar van vervanging Kosten Mercedes 1124 TAS 55-30 BG-TN-99 1998 15 jaar 2013 275.000 Volvo FM 9 TAS 55-31 BR-PL-74 2005 15 jaar 2020 275.000 Mercedes Atego 1325 F TAS 55-32 BL-LR-32 2001 15 jaar 2016 275.000 Mercedes Atego 1325 F TAS 55-33 BN-VD-40 2003 15 jaar 2018 275.000 Mercedes Atego 1325 F TAS 55-34 BL-FF-18 2001 15 jaar 2016 275.000 Mercedes 1124 TAS 55-35 BH-DZ-83 1999 15 jaar 2014 275.000 Mercedes Atego 1325 F TAS 55-36 BL-ZL-73 2002 15 jaar 2017 275.000 Volvo FM 9 HA 55-60 BT-ZN-26 2008 15 jaar 2023 160.000 Ford Transit 300M DA 55-10 30-RF-VN 2005 8 jaar 2013 25.000 Renault Scenic DA 55-15 43-LK-HZ 2003 8 jaar 2011 20.000 Volkswagen Caddy DA 55-11 13-ZN-TB 2008 8 jaar 2016 20.000 HV Container HV 55-70 2008 15 jaar 2023 60.000 Noodstroomaggregaat NSA 55-80 2006 20 jaar 2026 120.000 N.B. De gehanteerde afschrijvingstermijnen wijken af van de door de gemeente vastgestelde termijnen maar voldoen aan de landelijke en regionale richtlijnen welke tevens de norm zijn in de Kwaliteitsfoto. De genoemde bedragen zijn volgens het prijspeil van januari 2009.

Bijlage 5 Kosten bepakking tankautospuiten a. Kosten bepakking tankautospuiten (par. 4.6) Materieel 2010 2011 2012 2013 Tankautospuiten Uitrusting ten behoeve van het individueel brandweerpersoneel 98.042 ( 2 570 6.616 4.970 Materialen ten behoeve van brandbestrijding 44.023 ( 5 260 0 2.976 Materialen ten behoeve van algemene technische hulpverlening 38.376 38.376 ( 1 Materialen ten behoeve van algemene technische hulpverlening 45.392 ( 3 53.526 ( 3 18.988 5.250 Materialen ten behoeve van technische hulpverlening bij verkeersongevallen 1.308 1.996 42 818 Materialen ten behoeve van de verkeersveiligheid 9.429 0 0 15 Verlichtingsmateriaal 179 0 0 636 Ladders 386 1.509 1.123 1.123 Diversen 31.118 0 0 67 Mogelijke aanvullingen voor brandbestrijding 92.704( 4 0 733 4.615 Mogelijke aanvullingen voor technische hulpverlening 4.825 14.712 0 14.218 TOTAAL 365.782 72.573 27.502 34.688 N.B. Op de volgende pagina wordt een verdere onderbouwing gegeven van bovenstaande bedragen.

b. Onderbouwing grotere kostenposten (par. 4.6) (1 Jaar 2010: bedrag van 38.376. Dit bedrag dient hoofdzakelijk voor de vervanging van redgordels voor het veilig werken op hoogte. De bestaande gordels dateren uit het jaar 2000 en mogen niet ouder zijn dan 7 jaar. Bij wijze van uitzondering heeft de keuringsinstantie de gordels vorig jaar nog eenmalig goedgekeurd. Deze vervanging is niet noodzakelijk als besloten wordt tot aanschaf van een hoogwerker. (2 Jaar 2010: bedrag van 98.042. Dit bedrag dient hoofdzakelijk voor de vervanging van ademluchttoestellen. De huidige toestellen dateren uit het jaar 2000 en moeten na 10 jaar gereviseerd worden voor hercertificering. Een totale revisie kost 1.300 en een nieuw toestel 1.750. Na een revisie blijft het toestel nog bestaan uit de oude rugplaat en bandenstel. Daarom is het aan te bevelen om alle toestellen te vervangen. (3 Jaar 2010 en 2011: bedragen 45.392 en 53.526. Deze bedragen dienen hoofdzakelijk voor de vervanging van hydraulisch redgereedschap. (4 Jaar 2010: bedrag van 92.704. Dit bedrag dient hoofdzakelijk voor de aanschaf van warmtebeeldcamera s. Aangetoond is dat het werken met deze camera s de veiligheid van de brandweermensen ten goede komt en dat slachtoffers sneller gelokaliseerd en gered kunnen worden. (5 Jaar 2010: bedrag van 44.023 dient voor het vervangen van watervoerende armaturen.

5c Investeringen Materieel 2010 2011 2012 2013 Vervanging Pagers C2000 (par. 4.6) 30.000 30.000 Vervanging Portofoons C2000 (par. 4.6) 63.000 Vervanging Mobilofoons C2000 (par. 4.6) 30.000 Testapparaat ademlucht (par. 4.6) 25.000 Aanschaf hoogwerker (par. 6.6) 600.000 ICT in tankautospuiten (par. 4.7) 100.000 Bluskleding/laarzen (par. 4.6) 150.000 Wasmachine/droger (par. 4.6) 24.000 4-mans tankautospuit (par. 6.6) 350.000 Nieuwbouw kazerne Oostburg (par. 6.7) 1.900.000 Vervanging 5515 (dienstauto) (bijlage 4) 20.000 Aanschaf 7 dienstauto s t.b.v. 105.000 nakomprocedure (par. 6.6) Vervanging 5530 TAS O burg (bijlage 4) 275.000 Vervanging 5510 Ford Transit (bijlage 4) 25.000 TOTAAL 2.635.000 732.000 30.000 330.000 5d Totale kosten materieel Materieel 2010 2011 2012 2013 Bepakking tankautospuiten (par. 4.6) 365.782 72.573 27.502 34.688 Diversen materieel (H4 en H6) 2.635.000 732.000 30.000 330.000 TOTAAL 3.000.782 804.573 57.502 364.688

Bijlage 6 Materieeloverzicht Post Voertuig Roepnummer Eigendom Aardenburg Tankautospuit 5535 Gemeente Sluis Breskens Tankautospuit 5531 Gemeente Sluis Cadzand Tankautospuit 5532 Gemeente Sluis Oostburg Tankautospuit 5530 Gemeente Sluis Hulpverleningsvoertuig 5560 Gemeente Sluis Hulpverleningscontainer 5570 Gemeente Sluis Schoondijke Tankautospuit 5533 Gemeente Sluis Haakarmvoertuig 5648 Veiligheidsregio Zeeland / BZK Dompelpomp 5366 Veiligheidsregio Zeeland / BZK Sluis Tankautospuit 5536 Gemeente Sluis IJzendijke Tankautospuit 5534 Gemeente Sluis Brandweer Sluis Personeelsauto 5511 Gemeente Sluis Personeelsauto 5515 Gemeente Sluis Personeelsbus 5510 Gemeente Sluis Oefenaanhanger - Gemeente Sluis Noodstroomaggregaat 5580 Gemeente Sluis Motorspuitaanhanger - Gemeente Sluis

Bijlage 7 Van rangen naar functies In de onderstaande overzichten wordt weergegeven welke functies horen bij de eerdere rangen. In 2008 zijn de eerste pilots gedraaid met betrekking tot het Besluit Brandweerpersoneel. Vanaf 2005 worden de officieren al opgeleid conform de nieuwe structuur. Het is anno 2008 nog niet duidelijk wanneer het Besluit Brandweerpersoneel definitief wordt ingevoerd. Operationele functies Functie Rang manschap a brandwacht of hoofdbrandwacht Chauffeur brandwacht of hoofdbrandwacht voertuigbediener brandwacht of hoofdbrandwacht Gaspakdrager brandwacht of hoofdbrandwacht brandweerduiker brandwacht of hoofdbrandwacht verkenner gevaarlijke stoffen brandwacht of hoofdbrandwacht manschap b hoofdbrandwacht duikploegleider hoofdbrandwacht bevelvoerder Brandmeester officier van dienst Hoofdbrandmeester hoofdofficier van dienst Commandeur adviseur gevaarlijke stoffen Commandeur commandant van dienst adjunct-hoofdcommandeur regionaal commandant hoofdcommandeur Beheersmatige functies Functie Maximale rang controleur brandpreventie hoofdbrandwacht medewerker operationele voorbereiding brandmeester medewerker brandpreventie brandmeester medewerker opleiden en oefenen brandmeester Instructeur brandmeester Oefencoördinator brandmeester ploegchef brandmeester centralist meldkamer brandmeester specialist brandpreventie hoofdbrandmeester specialist opleiden en oefenen hoofdbrandmeester operationeel manager hoofdbrandmeester tactisch manager Commandeur adviseur beleid en bestuur Commandeur specialist risico's en veiligheid commandeur specialist operationele voorbereiding commandeur strategisch manager adjunct-hoofdcommandeur manager veiligheid adjunct-hoofdcommandeur regionaal commandant hoofdcommandeur

Bijlage 8 Uren Opleiding en Oefening Activiteit (par. 5.6) Tijd (per activiteit) in uren Aantal per jaar Aantal korpsleden Aantal oefenploegen Totaal vast Specialist opleiden oefenen (beleidsmedewerker) Input aanleveren voor het oefenbeleid 60 1 60 Input aanleveren voor het opleidingsbeleid 30 1 30 Oefenjaarplan schrijven 160 1 160 Opleidingsjaarplan schrijven 80 1 80 Regionaal overleg met specialisten OenO 4 10 40 Opleidings- en oefencoordinator Input aanleveren voor het oefenbeleid 40 1 40 Input aanleveren voor het opleidingsbeleid 20 1 20 Draaiboeken eindoefeningen maken 4 6 24 Draaiboeken basisoefeningen maken 3 14 42 Draaiboeken elementaire oefeningen maken 3 65 195 Vooraf RIE van de oefening maken 1 85 85 Werkzaamheden voor herhalingsmomenten 3 10 30 Organiseren leerwerkplekbegeleiding 69 10 690 Voortgangsoverleg leerwerkplekbegeleiders 2 26 52 Overleg voeren met trajectbegeleider regio 4 12 48 Evaluatieverslag van basis- en eindoefeningen opstellen 370 2 20 40 Regionaal overleg voeren met oefencoördinatoren 4 10 40 Medewerker opleiden en oefenen Eindoefeningen voorbereiden 3 6 18 Basisoefeningen voorbereiden 2 14 28 Elementaire oefeningen voorbereiden 1 65 65 Oefenmiddelen aanschaffen en onderhouden 8 45 360 Objecten bekijken en contact onderhouden met beheerders, voorbereiding 1306 3 24 72 Enscenering 1 95 95 Begeleiden oefening 2 95 190 Waarnemen op veiligheid 2 20 40 Oefeningen waarnemen en beoordelen 2 95 190 Invoeren beoordelingen in registratiesysteem 0,17 2640 448,8 1506,8 N.B. Dit rekenmodel komt af van Veiligheidsregio Noord-Holland Noord en is gebaseerd op de landelijke Leidraad Oefenen 3182,8 TOTAAL FTE 2,35

2. Overige taken Opleiding en Oefening (par. 5.6) Taakveld Inhoud taak Structureel Incidenteel Referentie Persoonlijk paspoort Implementatie Safety Portal Paspoort ontwikkelen, vrijwilligers vakbekwaam laten toetsen en vastleggen Invoeren, implementeren, testen, updaten 400 200 Prognose 40 240 Prognose Logistieke voorzieningen Logistieke zaken omtrent materieel bij oefeningen, catering, schoonmaak etc. 115 Huidige praktijk 555 440

Bijlage 9 Kosten Opleiding 1. Totaal aantal benodigde opleidingen van alle blusgroepen (par. 5.4) Opleidingen 2010 2011 2012 2013 Manschap A - 7 18 16 Brandwacht 7 - - - Brandwacht 1ste klas 8 7 - - Hoofdbrandwacht 9 8 7 - Onderbrandmeester 6 5 5 2 Brandmeester 1 1 1 - Instructeur Algemeen 4 3 - - Instructeur specialisatie ICET 2 2 2 2 Instructeur specialisatie ademlucht 3 3 3 3 Instructeur specialisatie brandontwikkeling 2 2 2 2 Leergang instructeur - 1 1 - Chauffeur groot rijbewijs - - - - Module brandweerchauffeur 5 4 1 - Module pompen 6 5 1 - Bijscholing VRO bevelvoerder 30 30 30-2. Kosten per opleiding en uurvergoeding per rang (par. 5.4) Opleiding Prijs per aantal (indicatief) Uurvergoeding (per 1 dec. 2008) Manschap 3.000 10 Brandwacht 4.000 10 Brandwacht 1ste klas 1.700 10 Hoofdbrandwacht 765 11 Onderbrandmeester (3 jr) 7.395 12 Brandmeester 3.391 14 Instructeur Algemeen 2.500 26 Instructeur specialisatie ICET 465 26 Instructeur ademlucht 1.200 26 Instructeur specialisatie brandontwikkeling 350 26 Leergang instructeur 4.250 26 Chauffeur groot rijbewijs 2.800 11 Module brandweerchauffeur 901 11 Module pompen 790 11 Toolbox bevelvoerder (3 jr) 980 14

3. Totale opleidingskosten (aantal opleidingen x kosten opleiding) (par. 5.4) Opleiding 2010 (in ) 2011 (in ) 2012 (in ) 2013 (in ) Manschap - 21.000 54.000 48.000 Brandwacht 28.000 - - - Brandwacht 1ste klas 13.600 11.900 - - Hoofdbrandwacht 6.885 6.120 5.355 Onderbrandmeester (3 jr) 14.790 12.325 12.325 4.930 Brandmeester 3.391 3.391 3.391 - Instructeur Algemeen 10.000 7.500 - - Instructeur specialisatie ICET 2.325 2.325 2.325 2.325 Instructeur ademlucht 3.600 3.600 3.600 3.600 Instructeur specialisatie brandontwikkeling 700 700 700 700 Leergang instructeur - 4.250 4.250 - Chauffeur groot rijbewijs 2.800 - - - Module brandweerchauffeur 4.505 3.604 901 - Module pompen 4.740 3.160 790 - Toolbox bevelvoerder (3 jr) 9.800 9.800 9.800 - TOTAAL 105.136 89.675 97.437 59.555 4. Totale loonkosten opleiding (aantal opleidingen x uurloon) (par. 5.4) Opleiding Uren 2010 (in ) 2011 (in ) 2012 (in ) 2013 (in ) Manschap A 188-12.779 32.859 29.208 Brandwacht 96 6.525 - - - Brandwacht 1ste klas 63 5.197 5.447 - - Hoofdbrandwacht 45 4.524 4.021 3.519 - Onderbrandmeester 82 6.091 5.076 5.076 2.031 Brandmeester 117 1.599 1.599 1.599 - Instructeur Algemeen 80 8.173 6.130 - - Instructeur specialisatie ICET 8 409 409 409 409 Instructeur specialisatie 16 ademlucht 1.226 1.226 1.226 1.226 Instructeur specialisatie 8 brandontwikkeling 409 409 409 409 Leergang instructeur 300-7.662 7.662 - Chauffeur groot rijbewijs 40 447 - - - Module brandweerchauffeur 12 671 537 135 - Module pompen 39 2.614 2.178 436 - Toolbox bevelvoerders 18 7.377 7.366 7.366 - TOTAAL 45.262 54.839 60.696 33.283

5. Totale kosten (par. 5.4) Totale opleidingskosten 2010 (in ) 2011 (in ) 2012 (in ) 2013 (in ) Opleidingskosten In begroting inbegrepen Loonuren In begroting inbegrepen 105.136 70.000 45.262 30.000 89.675 70.000 54.839 30.000 97.437 70.000 60.696 30.000 59.555 70.000 33.283 30.000 Totaal extra benodigd 50.398 44.514 58.133 7.162 N.B.: - Zoals in het meerjarenplan beschreven staat, start in 2010 de nieuwe opleidingsstructuur van brandweerrangen naar functies. De definitieve opleidingskosten voor de nieuwe structuur zijn nog niet bekend. De kosten zoals meegenomen in bovenstaande berekeningen zijn daarom nog indicatief en worden wellicht in 2009 nog aangepast door het Regionaal Opleidingscentrum. - In de opleidingskosten is de kilometervergoeding niet opgenomen omdat deze afhankelijk is van op welke dagen en welke locatie de cursus wordt gegeven. Om de vervoerskosten zo laag mogelijk te houden wordt de personenbus daar waar mogelijk ingezet voor transport.

Bijlage 10 Kosten Oefening en Bijscholing 1. Bijscholing- en oefenkosten (par 5.5) Cursusnaam Kosten per eenheid 2010 (in ) 2011 (in ) 2012 (in ) 2013 (in ) Operationele training bevelvoerders 4.900 34.300 39.200 39.200 39.200 Realistisch oefenen (* 54.080 60.032 65.136 68.280 Slipcursus 300 12.900 12.900 12.900 12.900 Kraanbediende 500 2.000 2.000 2.000 2.000 TOTAAL - 103.280 114.132 119.236 122.380 (* Kosten per eenheid in 2010: 520, 2011: 536, 2012: 552, 2013: 569. 2. Loonkosten (par. 5.5) Cursusnaam Operationele training bevelvoerders Uren per eenheid 2010 (in ) 2011 (in ) 2012 (in ) 2013 (in ) 48 8.582 9.808 9.808 9.808 Realistisch oefenen 8 19.968 21.504 22.656 23.040 Brandweerchauffeur 6 Kraanbediende 12 6.192 6.192 6.192 6.192 1.152 1.152 1.152 1.152 Reguliere oefenavond 16.848 16.848 16.848 16.848 72 (Oostburg) Reguliere oefenavond 16.848 16.848 16.848 16.848 72 (Breskens) Reguliere oefenavond 9.360 9.360 9.360 9.360 72 (Cadzand) Reguliere oefenavond 16.848 16.848 16.848 16.848 72 (Schoondijke) Reguliere oefenavond 14.976 14.976 14.976 14.976 72 (IJzendijke) Reguliere oefenavond 16.848 16.848 16.848 16.848 72 (Aardenburg) Reguliere oefenavond 16.848 16.848 16.848 16.848 72 (Sluis) HV specialisatie 9 2.106 2.106 2.106 2.106 (Oostburg) Grootschalig optreden 9 2.106 2.106 2.106 2.106 (Schoondijke) WVD (Breskens/ 9 1.664 1.664 1.664 1.664 Aardenburg) Ondersteuning 3 (* 13.945 13.945 13.945 13.945 oefeningen door instructeurs TOTAAL - 164.291 167.053 168.205 168.589 (* Instructiekosten bedragen 25,54 p/uur en er vinden 26 oefenavonden plaats bij alle 7 groepen

3. Totale kosten (par. 5.5) Totale bijscholing- en oefenkosten 2010 (in ) 2011 (in ) 2012 (in ) 2013 (in ) Cursuskosten Reeds in meerjaren begroting Loonuren Reeds in meerjaren begroting 103.280 80.000 164.291 127.445 114.132 80.000 167.053 127.445 119.236 80.000 168.205 127.445 122.380 80.000 168.589 127.445 Totaal extra benodigd 60.126 73.740 79.996 83.524

Bijlage 11 Dekkingsgraad gemeente Sluis 1. Kaart dagsituatie 2007 Figuur 1 Dagsituatie gemeente Sluis per 23-8-2007 Figuur 2 Dagsituatie gemeente Sluis per 23-08-2007 Figuur 6 Aantal objecten in overschrijding met tijdsinterval (nacht/weekend situatie gemeente Sluis per 23-08-2007)