derde leerjaar 3
Een dag bij de vishandelaar In deze tekst lees je wat Marc zoal doet om zijn vis aan de man te brengen. Zoek op de volgende bladzijde welke prent naast de tekst past. Schrijf daarna bij elke prent een titel of een zin die vertelt wat er gebeurt. het werk van de vishandelaar waarderen; het proces van groothandelaar tot klant begrijpen en chronologisch weergeven; inzien dat elk beroep vakkennis vereist; een passende afbeelding bij de tekst voegen; een omschrijving bij een afbeelding geven. s Morgens vier uur. Het is nog donker buiten, iedereen slaapt. Bij Marc, de vishandelaar, loopt de wekker af. Het is koud, dan is opstaan moeilijker. Even later stopt een vrachtwagen voor zijn huis. Marc opent de poort van zijn magazijn. Een grote koelwagen staat voor de poort, de motor draait nog en zijn lichten branden. De chauffeur opent zijn vrachtwagen en haalt er grote witte bakken uit: verse vis. Marc neemt de bakken aan en brengt ze vlug naar zijn koelruimte. De chauffeur mompelt een groet en rijdt voort naar de volgende klant. Marc gaat aan het werk. De ijsmachine begint te brommen. Ze maakt ijsschilfers waarmee de vis goed kan bewaard worden. Eerst kiest Marc de vissen die hij vandaag in de winkel wil klaarleggen. Hij neemt ze mee naar zijn werkplaats. Daar versnijdt hij de vis, zodat er mooie stukken in de toonbank liggen, klaar voor de pan. Het is een hele kunst om de vis juist te snijden. Hij haalt ook de graten eruit, fileren noemt men dat. Een vishandelaar weet bij elke soort vis precies hoe dat moet. Daarna maakt hij zijn werkplaats en de koeling schoon. Straks gaat de winkelbel en komen de eerste klanten binnen. vis derde leerjaar - pagina 57 3
Een dag bij de vishandelaar Het is de hele tijd druk en als hij rond de middag even iets wil gaan eten, komen een man en een vrouw binnen. Ze zijn van de voedselkeuring. Marc heeft hen nóg gezien. De keurders bekijken alles heel nauwkeurig: ze meten de temperatuur van de vis en controleren of alles proper is. Ze zijn tevreden over de hygiëne en geven Marc een papier waarop staat dat zijn zaak gekeurd is en dat alles in orde is. Oef, nu wil Marc toch even iets gaan eten, maar dan komt een mevrouw binnen die een visschotel wil voor een feest. Het wordt een grote bestelling. Marc geeft goede raad: hij weet welke vis nu het goedkoopst en het lekkerst is. Elke vis heeft zijn seizoen, dit is een bepaald deel van het jaar dat de kwaliteit de beste is en de prijs laag. De namiddag is nog druk en Marc is blij wanneer hij s avonds de winkel sluit. De klanten zijn weg en hij maakt de winkel schoon. Nu nog een rustige avond thuis en dan morgen voor dag en dauw weer uit bed! vis derde leerjaar - pagina 58 3
Een dag bij de vishandelaar vis derde leerjaar - pagina 59 3
Zo ziet een vis er uit Hoe kan een vis overleven onder water? Moeten vissen ook ademen? Kunnen ze iets aan elkaar laten weten? Kunnen ze goed zien onder water? We kunnen ons heel wat vragen stellen over vissen. Wanneer we een vis bekijken, kunnen we aan drie belangrijke woorden denken: schubben, vinnen, kieuwen. We proberen nu wat meer te weten over deze drie woorden. Schubben Wij hebben een huid. De huid van een vis bestaat vaak uit kleine plaatjes. Die plaatjes noemt men schubben. Ze liggen met een kleine rand over elkaar, een beetje zoals dakpannen van een huis. Ze liggen van de kop in de richting van de staart. Als de vis voorwaarts zwemt, stroomt het water er goed langs. Ken je nog een dier dat schubben heeft? Kieuwen Mensen moeten ademen om te leven. Door te ademen halen we zuurstof uit de lucht. Vissen hebben ook zuurstof nodig, maar niet zoveel als de mens. In het water zit ook een beetje zuurstof. Door hun kieuwen kunnen de vissen de zuurstof uit het water halen. de uiterlijke delen van een vis benoemen; begrijpen hoe een vis is aangepast aan het leven in het water. Aan hun kop hebben vissen vaak twee plaatjes, die een beetje bewegen. Daar zitten de kieuwen. Langs hun mond komt het water binnen. In de kieuwen wordt uit dit water zuurstof gehaald. Het water stroomt er langs de kieuwen terug uit. Vinnen Wanneer we zwemmen, bewegen we onze armen en benen om vooruit te komen in het water. De vissen gebruiken hiervoor hun vinnen en hun staart. Met hun staart geven ze een duwtje dat hen vooruit duwt, met hun vinnen sturen ze en blijven ze rechtop. Duid op deze tekening aan Kieuwen, vinnen, schubben. Schrijf de woorden erbij. Vissenweetje Sommige vissen hebben op hun zijkant een gevoelige lijn, daarmee kunnen ze trillingen in het water waarnemen. Zo voelen ze of er iets of iemand dichterbij komt. vis derde leerjaar - pagina 60 3
Zoveel vissoorten Je weet wel dat er verschillende soorten honden bestaan: grote en kleine, langharige, kortharige Tussen de soorten vissen zijn de verschillen nog groter. Je hebt piepkleine visjes en grote reuzen, grijze, bruine, zwarte of veelkleurige vissen ook in vorm kunnen vissen sterk verschillen. Schrijf hier enkele namen van vissoorten die je kent:............ weten dat er verschillende vissoorten bestaan; uit de tekst afleiden dat elke vissoort haar eigen vorm, smaak en kenmerken heeft; enkele populaire vissoorten opnoemen en de kenmerken ervan ontdekken; zelf vragen formuleren bij een gelezen tekst. Welk van de vissoorten die je opschreef kun je in de vishandel kopen? Onderstreep die namen in je tekst. Hier lees je iets meer over enkele bekende soorten vis die je in de vishandel kunt vinden. De vissers onderscheiden twee groepen: rondvissen en platvissen. vis derde leerjaar - pagina 61 3
Zoveel vissoorten Kabeljauw Men zegt wel eens dat kabeljauw de meest geliefde vissoort is. Daarom wordt er ook zoveel kabeljauw gevist. Er werd echter zoveel kabeljauw gevangen, dat er minder en minder te vinden is in de zee. Om echt grote kabeljauwen te vinden, moet je al verder en dieper gaan zoeken. Er is een wet gekomen die zegt dat er niet meer zoveel kabeljauw mag gevangen worden. Hopelijk komen er dan terug wat meer van deze soort. Kabeljauwen worden gewoonlijk 40 tot 80cm lang. Soms vind je wel eens een reus van 160cm of zelfs 180cm. Een gewone kabeljauw weegt tussen 4 en 40kg, de grootste wegen wel tot 90kg. Volwassen kabeljauwen leven diep in de zee, tussen 300 en 500m diep. Het Belgische deel van de Noordzee is 20 tot 30m diep, dus hier vind je de heel grote kabeljauwen niet. Tong De tong is een platvis. Bij de geboorte is het gewoon een visje met een oog aan elke zijde van zijn lichaam. Wanneer hij ongeveer 1cm groot is, verandert hij. Hij wordt platvis, zodat de beide ogen aan de rechterzijde staan. Hij verstopt zich vaak in het zand van de zeebodem. Alleen zijn ogen zijn niet bedekt. Zo wacht hij tot er een prooi voorbij komt: een garnaal, een worm Hij zwemt vaak in ondiep water, dicht bij de kust. Wanneer het kouder wordt, trekt hij naar dieper water. De vissers vissen op tong met een boomkor. Een grote buis houdt het net open. Aan het net hangen kettingen. Die kettingen doen de vissen op de bodem opschrikken, zodat ze in het net terechtkomen. Belgische vissers varen vaak naar Engeland of de Ierse zee om tong te vissen. vis derde leerjaar - pagina 62 3
Zoveel vissoorten Inktvis Er worden in onze Noordzee steeds meer inktvisjes gevangen. Een inktvis is eigenlijk een weekdier. De inktvissen die de vissers hier vangen zijn ongeveer 30 cm groot. Ze worden vaak verkocht als calamares. Je hebt het misschien al eens gegeten: ringetjes met wat paneermeel rond, zodat ze bij het bakken een korstje krijgen. Waar komt de naam inktvis vandaan? Wanneer ze aangevallen worden, spuiten ze soms een donkere vloeistof uit, die wat op inkt lijkt. Weet je t nog? Schrijf bij ieder van deze vissen tot welke soort ze behoren. Kies uit: kabeljauw, tong, inktvis. Vragen bij de vis Werk samen met een klasgenootje. Herlees één van de teksten over een vissoort. Schrijf nu een vraag over deze vissoort, waarop het antwoord in de tekst te vinden is. Geef je vragen door aan je klasgenootjes. Vinden ze het antwoord op je vraag? Wanneer jullie alle vragen gelezen hebben, maak je een keuze. Schrijf bij elke vissoort enkel vragen die je uitkoos. Vindt iedereen van de klas het antwoord op deze vragen? Nummer de vragen en onderstreep het antwoord in de teksten hierboven. Dit zijn onze vragen: Kabeljauw vis derde leerjaar - pagina 63 3
Zoveel vissoorten Tong Inktvis Je hebt nu een hele lijst met vragen. Probeer ook een meerkeuzevraag te maken. Dat gaat als volgt: er worden enkel mogelijke antwoorden gegeven, waartussen iemand moet kiezen. Bijvoorbeeld: Tong wordt vaak gevangen in de: q Oostzee Bedenk nu zelf nog een meerkeuzevraag. Pas op, kies je antwoorden zo dat iemand die de vraag wil beantwoorden echt wat gaat twijfelen. Met je vragen kun je nu een quiz maken. Zo ontdek je wie het meeste van vis weet. Je kunt met deze vragenlijst ook naar een andere klas gaan, naar je mama of papa of naar gaan. Wie is een viskenner? q Schotse zee q Ierse zee q Schelde vis derde leerjaar - pagina 64 3
Zoet of zout water? Zwemmen er goudvissen in de zee? Nee! Dat weet je wel. Eerst en vooral moeten we een onderscheid maken tussen zoet en zout water. Het water van de zeeën is zout water. Mensen drinken geen zout water. Het smaakt niet en je wordt er ziek van. Het water op het land, de regen, het ijs is zoet water. Het grootste deel van het water op onze aarde is zout. Vissen hebben zoet of zout water nodig om in te leven. Sommige soorten kunnen zowel in zoet als in zout water leven. Enkele vissoorten leven graag op de grens: waar rivierwater in de zee komt, ontstaat een mengeling van zoet en zout water. Wanneer het water van een rivier of beek gezuiverd wordt, komen er weer meer vissen in leven. Sommige vissoorten kunnen in kleine beekjes bergop zwemmen, en zo ver landinwaarts trekken. Vissen vinden hun voedsel in het water waarin ze leven. Wanneer water niet vervuild is, zit het vol leven. Vissen eten vaak kleine waterdiertjes, maar ook waterplanten. beseffen dat vissen hun eigen biotoop hebben; enkele vissen rangschikken bij zoet- of zoutwatervissen; uit de tekst afleiden dat vissen gevoelig zijn aan watervervuiling. Het is voor de vissen van levensbelang dat ze in proper water kunnen zwemmen. Ze halen ook zuurstof uit het water. Wanneer het water erg vervuild is, kunnen de vissen er niet meer in ademen. Schrijf de namen van deze vissoorten op de juiste plaats: zoutwatervis die alleen in de zee voorkomt, zoetwatervis die alleen in rivieren of vijvers voorkomt, of vis die in allebei voorkomt. Veel succes! Kies uit tong paling karper goudvis kabeljauw forel stekelbaars haring inktvis vis derde leerjaar - pagina 65 3
Vispuzzel De palingen, de kabeljauwen, de pladijzen en de haringen zitten goed verstopt. Zoek ze op en kleur ze in vissen herkennen aan hun vorm; de vormen van de vissen onderscheiden in een complexe tekening. vis derde leerjaar - pagina 66 3
Vis op de barbecue Vis kun je heerlijk klaar maken op de barbecue. Clown Fopneus is er dol op. Maar één van de dingen die hij zegt is niet juist. Plaats een kruisje in de tekstballon waarin hij ons wil beetnemen. kennis maken met visbereidingen op de barbecue; uit enkele barbecuerecepten de foutieve aangeven. Hier zie je de oplossing Wanneer je stukjes vis op een stokje prikt, kun je heerlijke visspiesjes maken, dat is dus waar! Goed ingepakt in aluminiumpapier en met wat kruiden erbij kun je vis heerlijk bereiden op de barbecue. Ook grillen gaat prima: je laat de vis gewoon boven het vuur roosteren. Vis koken op de barbecue? Om te koken heb je water nodig, nee, dat is geen goed idee! vis derde leerjaar - pagina 67 3
Een visliedje Vroeger kon men de vis niet zo gemakkelijk vervoeren als nu. Dankzij de trein werd het wel mogelijk vis snel landinwaarts te vervoeren. Waar stations waren, was vroeger ook verse vis te vinden. Brussel was daarom bijvoorbeeld heel erg bekend om zijn verse vis, hoewel daar geen haven is. Tegenwoordig gebeurt het transport met koelwagens en geraakt vis heel snel in alle uithoeken van het land. een oud volkslied in tweezang zingen; de melodie ritmisch begeleiden en ondersteunen; het lied individueel / in groep bewerken en er vreugde aan beleven. Boerinnetje van buiten Dit is een oud kinderlied. Mogelijke werkvormen: in beurtzang met vraag- en antwoord; met rollenspel met bewegingsexpressie (mimiek / pantomimiek); de kinderen zingen de naam van een andere vissoort, bv: t is pladijs, t is paling met instrumentale begeleiding; met handgeklap op jauw, jauw, jauw en klap op de begintoon van elke maat. Dit kan bij wijze van afwisseling ook in twee groepen. (/ = klap) / / / / Boerinnetje van buiten en koopt gij gene vis? / / / / Welnee ik amelietje, ik weet niet wat dat is. / / / / t Is haring, t is paling, t is verse kabeljauw,jauw, jauw, vis derde leerjaar - pagina 68 3