Raad voor Accreditatie (RvA) De sterkte van het zwaarteveld in Nederland



Vergelijkbare documenten
TCGM Praktijkrichtlijn

ONGERUBRICEERD -2- Memorandum ASAQ

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Tentamen OGO Fysisch Experimenteren voor minor AP (3MN10)

Voorbeeld kalibratie procedure voor drukmeters

Bepaling van onzekerheid bij de kalibratie van drukmeters

AANVULLEND AANVRAAGFORMULIER TESTEN. RvA-F004-1-NL

Foutenberekeningen Allround-laboranten

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

Kadaster Materiebeleid GEO. Handleiding kadastrale metingen met GPS. Aanvullingen op de HTW Materiebeleid GEO / PPB. Versie.

Lessen over Cosmografie

Raad voor Accreditatie. Praktijkervaringen Zenerreferenties

Totstandkoming en status van het toelichtend document T046 (Medische laboratoria, toelichting op de EN ISO 15189:2012)

Technische Commissie Drukmeting. Bepaling van de Onzekerheid bij Drukmeters

Veerkracht. Leerplandoelen. Belangrijke formule: Wet van Hooke:

Tolerantiegebied. H. Haitjema. Het schatten van onzekerheden bij (geometrische) metingen

Meetonzekerheid. Hoe pakken we dit aan? door. Erwin Jongedijk. 2 apr 2019 KKGT discussiedag UMCG meetonzekerheid

Significante cijfers en meetonzekerheid

LOPUC. Een manier om problemen aan te pakken

Geotechnisch onderzoek

- Goed meten: herleidbaarheid

Een kogel die van een helling afrolt, ondervindt een constante versnelling. Deze versnelling kan berekend worden met de formule:

Natuur- en scheikunde 1, energie en snelheid, uitwerkingen

Meten is weten, dat geldt ook voor het vakgebied natuurkunde. Om te meten gebruik je hulpmiddelen, zoals timers, thermometers, linialen en sensoren.

Proef Natuurkunde Massa en zwaartekracht; veerconstante

Proefopstelling Tekening van je opstelling en beschrijving van de uitvoering van de proef.

Deel 4: Krachten. 4.1 De grootheid kracht Soorten krachten

De Coördinaatsystemen van Nederland en hun relaties

Havo 4 - Practicumwedstrijd Versnelling van een karretje

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2)

TCGM Praktijkrichtlijn. Harmonisatie Eindmaten

Raad voor Accreditatie (RvA) Specifiek Accreditatie- Protocol (SAP) voor Point of Care Testing (POCT)

BIMETAAL THERMOMETERS THERMOMÈTRES BIMÉTALLIQUES

Foutenberekeningen. Inhoudsopgave

HANDLEIDING BLAUWE LIJN EUROprinter infrarood

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

Meetfouten, afronding, voorvoegsels en eenheden

TCGM Praktijkrichtlijn

THE CALIBRATION COMPANY ERVAAR DE WAARDE VAN SERVICE

4900 snelheid = = 50 m/s Grootheden en eenheden. Havo 4 Hoofdstuk 1 Uitwerkingen

Project Atlas - Validering van de gegevens met betrekking tot de dekking verstrekt door de mobiele operatoren

Uitwerking examen e tijdvak

FYSICA. voor 4 ST & 4 TW. Deze cursus fysica vind je op en op pmi.smartschool.be

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Tentamen OGO Fysisch Experimenteren voor minor AP (3MN10) Tentamen Inleiding Experimentele Fysica (3AA10)

van Ministerie van Defensie, Marinebedrijf Standaarden Laboratorium van de Techniek Groep Defensie Speciale Producten

Practicumverslag ingeleverd op

Raad voor Accreditatie (RvA) Specifiek Accreditatie- Protocol (SAP) voor Accreditatie van Testing (algemeen)

Service. 6/2013 page : 1

G v THE CALIBRATION COMPANY WAARDE VAN ALL-IN SERVICE

Correctievoorschrift examen VMBO-GL en TL 2003

M V. Inleiding opdrachten. Opgave 1. Meetinstrumenten en grootheden. Vul het schema in. stopwatch. liniaal. thermometer. spanning.

Gassnelheid en volume metingen. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij de meting voor gassnelheid en volume

Testen en metingen op windenergie.

ALGEMEEN HAVO. Afronden Afronden bij optellen Grafieken & Tabellen

Bijlage 1.3 Bodemdaling in het Eems-Dollardgebied in relatie tot de morfologische ontwikkeling

Het stelsel van de Rijksdriehoeksmeting en het European Terrestrial Reference System 1989

Zoutafleiding Bijlage bij de RWS Standaard

HET EERSTE ORDE ZWAARTEKRACHTNET VAN NEDERLAND

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Biomedische Technologie, groep Cardiovasculaire Biomechanica

Uitwerking 2010-A practicum gat geleidingsband en valentieband in halfgeleider

AANVULLEND AANVRAAGFORMULIER KALIBRATIE. RvA-F003-NL

Raad voor Accreditatie (RvA) Reglement Gebruikersraad

Korte veldtest controle werking afstandsmeting

BELEID EN LEIDRADEN BETREFFENDE HERLEIDBAARHEID VAN MEETRESULTATEN

Harmonisatie van eindmaatcertificaten

Raad voor Accreditatie (RvA) Specifiek Accreditatie- Protocol (SAP) voor Accreditatie van Organisatoren van Ringonderzoeken (algemeen)

Project Atlas - Validering van de gegevens met betrekking tot de dekking verstrekt door de mobiele operatoren

a tegen 1/(1+0,2*(R/r)^2)

Significante cijfers en meetonzekerheid

Aanvulling hoofdstuk 1 uitwerkingen

Krachten Hoofdstuk 1. Bewegingsverandering/snelheidsverandering (bijv. verandering van bewegingsrichting)

Conversietabel: ISO elementen naar de RvA rubrieken A.5 - Verantwoordelijkheden en bevoegdheden

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 8, Bewegen in functies

EXACT PERIODE Q-test (herhaling) F-test t-test (hethaling) gepaarde t-test t-test voor gemiddelden. foutenberekening

Niet de hoogte, wel de oppervlakte. Aandachtspunten bij. - statistische technieken voor een continue veranderlijke

Oog. Netvlies: Ooglens: Voor de stralengang in het oog van lichtstralen zijn de volgende drie onderdelen belangrijk.

KAN DE HITTE AAN. EN STOF, WATER EN EEN VAL VAN 3 METER. Introductie van de nieuwe 62 Max infraroodthermometers van Fluke.

De hoogte tijd grafiek is ook gegeven. d. Bepaal met deze grafiek de grootste snelheid van de vuurpijl.

Een nieuwe NAP-publicatie

11/10/2010. Meetonzekerheidsberekening op de gasgeneratie bij ringtesten W. Swaans Werkgroep Lucht 1/10/2010

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2008-I

Raad voor Accreditatie. De overgang van BS OHSAS 18001:2007 naar ISO 45001:2018

AANVULLEND AANVRAAGFORMULIER TESTEN. RvA-F004-1-NL

Probeer de vragen bij Verkennen zo goed mogelijk te beantwoorden.

BAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van nitraatstikstof

Inhoud. Waarom en Wat

Lozingen vanuit tandartspraktijken

2010-I. A heeft de coördinaten (4 a, 4a a 2 ). Vraag 1. Toon dit aan. Gelijkstellen: y= 4x x 2 A. y= ax

Verslag interne audit Unit Wind

ISO Een nieuwe norm voor het meten van geluid op de arbeidsplaats NVVA 2009

Hydraulische randvoorwaarden categorie c-keringen

Raad voor Accreditatie (RvA) Specifiek Accreditatie- Protocol (SAP) voor: Inspectie van bodembeschermende voorzieningen

PRACTICUM SPRINGEN, KRACHT EN VERSNELLING

Examen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 dinsdag 20 mei uur

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2002-I

Examen VWO. wiskunde B1. tijdvak 1 woensdag 28 mei uur

Berekening van de saliniteit uit de geleidendheid en de temperatuur

BEPALING VAN DE MEETONZEKERHEID VOOR KWANTITATIEVE CHEMISCHE ANALYSES

Met behulp van deze gegevens kan worden berekend welke maximale totale behoefte aan elektrische energie in Nederland er voor 2050 wordt voorspeld.

ConceptHoofd GRSde MutsertMateriebeleid GRSGeo- en Vastgoedinformatie en Advies

Een enkele detector op de grond geeft een signaal, dit wordt een single genoemd.

Transcriptie:

Raad voor Accreditatie (RvA) De sterkte van het zwaarteveld in Nederland Document code: RvA-Tk-2.27 Datum vaststelling: 14 september 2004

Een RvA-Toelichting beschrijft het beleid en/of de werkwijze van de RvA met betrekking tot een specifiek accreditatieonderwerp. Indien het beleid en/of de werkwijze betreffende een accreditatieonderwerp, dat in een RvA-Toelichting is beschreven, in een EA, ILAC of IAF-document wordt vastgelegd, zal de RvA haar beleid en werkwijze in overeenstemming brengen met dit EA, ILAC of IAF-document. Een actuele versie van de Toelichtingen is via de website van de RvA (www.rva.nl) te verkrijgen.

Inhoud 1 Inleiding 4 2 Kennis van de sterkte van het zwaarteveld in Nederland 4 3 Het bepalen van een lokale sterkte van het zwaarteveld 5 4 Herkalibratietermijnen 6 5 Herleidbaarheid 6 6 Wijzigingen ten opzichte van de vorige versie 7 Raad voor Accreditatie pagina 3 van 7

1 Inleiding Bij veel kalibraties speelt de sterkte van het zwaarteveld (symbool: g) een rol (vaak 'versnelling van de zwaartekracht' genoemd en uitgedrukt in m / s2, maar als 'sterkte van het zwaarteveld', uitgedrukt in N / kg, meestal meer functioneel en dan ook analoog aan de sterkte van een elektrisch veld, uitgedrukt in N / C). Dit betreft met name kracht, indien de kracht wordt opgewekt door middel van massastandaarden ('doodgewicht') en druk als gebruik wordt gemaakt van een vloeistofmanometer of een drukbalans (die ook wel 'deadweighttester' wordt genoemd!). Voor de bepaling van de gegenereerde grootheid is nodig dat de sterkte van het zwaarteveld ter plaatse met voldoend kleine onzekerheid bekend is. Voor accreditatie ten aanzien van grootheden waarin de sterkte van het zwaarteveld is begrepen, dient deze waarde tevens aantoonbaar herleidbaar te zijn naar primaire standaarden. Voor de bepaling van de plaatselijke sterkte van het zwaarteveld (glokaal) kan men evenwel in Nederland niet terecht bij het nationale standaardeninstituut of een door de Raad voor Accreditatie erkend kalibratielaboratorium. In dit stuk worden richtlijnen gegeven om desondanks aanvaardbare waarden van de sterkte van het zwaarteveld in laboratoria te verkrijgen. 2 Kennis van de sterkte van het zwaarteveld in Nederland Bepaling van de zwaartekracht in Nederland wordt uitgevoerd door de Faculteit der Geodesie van de TU Delft (TUD), sectie Fysische, Meetkundige en Ruimte-geodesie en de Meetkundige Dienst van Rijkswaterstaat. Hiertoe beschikken beide instanties over een relatieve zwaartekrachtmeter (gravimeter). Oorspronkelijk is door Geodesie een relatief zwaartekrachtnet (TUD netwerk) opgezet met meetpunten op ruim 20 stations van de NS. In 1991 zijn op een viertal punten in Nederland metingen verricht met een absolute gravimeter van de Universiteit van Hannover (Absolute gravity measurements in the Netherlands 1991-1993, G.L. Strang van Hees et al., Netherlands Commission for Geodesy, new series, 1997). In samenwerking met Geodesie is vanaf 1987 door de Meetkundige Dienst van Rijkswaterstaat (RWS) een afzonderlijk eerste orde net van 28 punten opgezet, waarvan enkele punten van de eerste orde netten in België en Duitsland deel uitmaken. Een belangrijke overweging bij de keuze van deze punten was de langdurige beschikbaarheid. Het RWS netwerk is ook gerelateerd aan de punten in Nederland waar de absolute waarde van g is gemeten en aan enkele punten van het TUD netwerk. Door vereffening van alle bekende gegevens is nu de vergrote onzekerheid (k = 2) van de zwaartekracht op de netwerkpunten tot rond 0,1 10-6 N/kg teruggebracht (Het eerste orde zwaartekrachtnet van Nederland, E. de Min, publicatie 32 van de Nederlandse Commissie voor Geodesie, 1995). Raad voor Accreditatie pagina 4 van 7

Daarbij moet worden opgemerkt dat deze nauwkeurigheid slechts geldt als er wordt gecorrigeerd voor de getijden die een variatie geven van rond 1 10-6 N/kg. Door de Meetkundige Dienst van Rijkswaterstaat is in de jaren 1990-1994 ook een secundair zwaartekrachtnet opgezet. Dit net omvat 8000 punten in de nabijheid van NAP-hoogte-bouten met in het algemeen een afstand van 2 à 3 km tussen de meetpunten. Deze grote dichtheid van punten is nodig om de zogenaamde geoïde te kunnen berekenen met een onzekerheid van niet meer dan 1 cm. De geoïde komt qua vorm overeen met het nulvlak van de NAP-hoogten. Dit net geeft de mogelijkheid om de lokale sterkte van het zwaarteveld op elke plaats in Nederland door berekening af te leiden uit waarden van g op nabijgelegen meetpunten. In 1997 wordt door RWS en Geodesie een nieuwe meetserie voor een eerste orde netwerk voltooid met 45 clusters van punten. De vergrote relatieve onzekerheid (k = 2) van de zwaartekracht op punten van dit netwerk wordt verwacht niet groter te zijn dan 5 à 10 10-9. 3 Het bepalen van een lokale sterkte van het zwaarteveld Binnen Nederland kan op drie manieren gebeuren: 3.1 Door meting ter plaatse Deze meting wordt op aanvraag uitgevoerd door de Faculteit der Geodesie van de TU Delft. De relatieve vergrote meetonzekerheid (k = 2) van een bepaling door eenmalige opstelling is 5 10-8. Evenwel wordt in de praktijk gewoonlijk niet gecorrigeerd voor de variatie in g door de invloed van de getijden. Deze variatie bedraagt 1 10-7 relatief. 3.2 Door interpolatie tussen punten van het zwaartekrachtnet Deze berekening wordt op aanvraag uitgevoerd door de Meetkundige Dienst van Rijkswaterstaat op basis van bekende waarden in de nabijheid van de gevraagde positie. Voor de berekening dienen de geografische coördinaten (lengte en breedte of RD-coördinaten), de hoogte van de opstelling boven NAP en de onzekerheid in deze hoogte te worden opgegeven. Informatie betreffende de hoogte wordt op aanvraag verstrekt door de afdeling NAP van bovengenoemde Meetkundige Dienst. De totale relatieve onzekerheid (k = 2) van deze bepaling is niet groter dan 2 10-6 indien: de onzekerheid in lengte en breedte kleiner is dan 1,5 boogseconde ( 50 m); de onzekerheid in de hoogte kleiner is dan 2 m. de totale relatieve onzekerheid (k = 2) van deze bepaling is niet groter dan 2 10-5 indien: de onzekerheid in lengte en breedte kleiner is dan 30 boogseconde ( 1 km); de onzekerheid in de hoogte kleiner is dan 10 m. 3.3 Door berekening m.b.v. de formule voor de z.g. 'normaalzwaartekracht': g (normaal) = ge (1 + k sin2_) / (1- e2 sin2_) + d H1 met: ge = 9,780 327 N / kg; Raad voor Accreditatie pagina 5 van 7

k = 0,001 931 851; e2 = 0,006 694 380; d = - 0,000 003 086 N / (kg m); _ = de lokale geografische breedte en H = hoogte boven NAP (in m). De waarden van bovenstaande coëfficiënten zijn ontleend aan: H. Moritz, Geodetic Reference System 1980, Bulletin Géodesique, 54 (1980), no. 3, p. 395-405. De totale relatieve afwijking in de aldus berekende lokale sterkte van het zwaarteveld is in Nederland niet groter dan 3 10-5. Voor de berekening dienen de lokale geografische breedte en hoogte boven NAP te worden gebruikt. De onzekerheidsbijdrage van de onzekerheid in deze coördinaten kan worden verwaarloosd indien: - de onzekerheid in de breedte kleiner is dan 5 boogminuut ( 10 km); - de onzekerheid in de hoogte kleiner is dan 30 m. Als document waaraan de coördinaten worden ontleend is een stafkaart voldoende. Voor de bepaling van de breedtecoördinaat kan ook gebruik worden gemaakt van het Global Positioning System (GPS). Dit is evenwel niet toereikend voor de bepaling van de hoogte! 4 Herkalibratietermijnen Om een totale relatieve onzekerheid (k=2) van 2 10-7 in de bepaling volgens 3.1 bij voortduring te handhaven (zonder in het gebruik te corrigeren voor de getijden) dient deze elke tien jaar te worden herhaald. Als een relatieve onzekerheid van 1 10-6 of nog ruimer voldoende is, kan met een éénmalige bepaling worden volstaan. Bij de bepaling volgens 3.1 en 3.2 wordt de vergrote onzekerheid met de onzekerheidsdekkingsfactor k gegeven. Omdat bij de bepaling volgens 3.3 de grenzen van de gegeven onzekerheid niet worden overschreden, maar het anderzijds niet mogelijk is om voor een willekeurige locatie een specifieke waarschijnlijkheid aan te geven moet hiervoor een rechthoekige verdeling worden gebruikt. De daaruit volgende standaardonzekerheid is 0,58 maal de gegeven onzekerheid. 5 Herleidbaarheid Een volgens één der bovengenoemde wijzen bepaalde en gedocumenteerde waarde van de sterkte van het zwaarteveld wordt in het kader van een accreditatie onder auspiciën van de Raad voor Accreditatie aanvaard als aantoonbaar herleidbare waarde. Raad voor Accreditatie pagina 6 van 7

6 Wijzigingen ten opzichte van de vorige versie Ten opzichte van de vorige versie is dit reglement gewijzigd op de volgende onderdelen: - Nieuw TK format; - NKO vervangen door RvA. Raad voor Accreditatie pagina 7 van 7