Schouderprothese. Operatie aan de schouder met plaatsing van een schouderprothese

Vergelijkbare documenten
Orthopedie. Hemi/Totale schouderprothese

Operatie vanwege aanhoudende klachten in de schouder en arm. Neerplastiek en cuffrepair operatie

Operatie aan het sleutelbeen. Laterale clavicula resectie

Orthopedie. Schouderprothese

De schouderprothese. Bericht van opname. Het schoudergewricht

Operatie aan het sleutelbeen. Laterale clavicula resectie

Schouderprothese. Havenziekenhuis

Stabilisatie van de knieschijf. Tuberositas transpositie

Reversed schouderprothese

Cuff Repair. Orthopedie. Operatie aan het schoudergewricht

De omgedraaide schouderprothese

Orthopedie Schouderoperatie open of scopische Neerplastiek met of zonder cuff repair

Orthopedie. Cuff repair

Operatie vanwege aanhoudende klachten in de schouder en arm. Neerplastiek en cuffrepair operatie

Orthopedie. Neerplastiek. Operatieve acromionplastiek volgens Neer

Stabilisatie van de schouder. Bankart repair operatie

Schouderoperatie (neerplastiek)

Orthopedie Schouderoperatie open of scopische Neerplastiek met of zonder cuff repair

Voorbereiding operatie Als u samen met uw arts heeft besloten tot een operatie worden een aantal zaken voor u afgesproken.

De omgedraaide schouderprothese

Behandeling ACDF bij nekhernia

Openen of verwijderen van kapsel in de borst (Capsulotomie/Capsulectomie) Eventueel in combinatie met verwijderen of vervangen van uw borstprothese

Neerplastiek. Operatie aan uw schouder. Een normaal schoudergewricht

Een schouderprothese 2 Waarom een schouderprothese? 3 Mogelijke complicaties 4 5 Preoperatief onderzoek/anesthesie 5 Apothekersassistent 5 Wat neemt

Littekencorrectie. Het verbeteren van littekens door de plastisch chirurg

Rotator cuff operatie

Cuff-repair schouderoperatie Ofwel Gescheurde pees/pezen in uw schouder

Patiënteninformatie. Open Neerplastiek en cuffrepair-operatie

Schouderoperatie. oefeningen en richtlijnen. Paramedische afdeling

Verwijderen van de sternumdraden

Arthroscopische neerplastiek

Schouderprothese. Fysiotherapie. alle aandacht

Tenniselleboog of tennisarm

Schouderprothese. Orthopedie

Schouderoperatie. oefeningen en richtlijnen. Paramedische Ziekenhuiszorg. Het schoudergewricht

Verwijderen van bevestigingsmateriaal na een botbreuk operatie

H Schouderprothese

Schouderprothese. Orthopedie. Operatieve ingreep. Inleiding

Subacromiale decompressie

Anatomische schouderprothese

Voetoperatie. Hallux valgus

Neerplastiek en cuffherstel

Totale knieprothese Vervanging van het kniegewricht Intensief oefenprogrammabehandeling volgens Rapid Recovery

De schouderprothese. Albert Schweitzer ziekenhuis januari 2013 pavo 0738

Operatief verwijderen van lymfeklieren in het kleine bekken. Pelviene lymfeklierdissectie

Schouderprothese. Orthopedie

Poliklinische operatie plastische chirurgie. Voorbereiding en nazorg bij poliklinische operaties onder plaatselijke verdoving

De reconstructie met behulp van eigen weefsel. De rugspiermethode, de LD-Lap (Latissimus Dorsi-flap)

Schouderprothese Een nieuw schoudergewricht

Schouder prothese. Orthopedie. alle aandacht

Kijkoperatie achter het bovenste gedeelte van het borstbeen langs de luchtpijp. Mediastinoscopie

PATIËNTENFOLDER Orthopedie Reversed schouderprothese

Informatie. Schouderoperatie

Stabilisatie van de schouder

Tennisarm / Golfersarm

Schouderexploratie. Orthopedie. Ingreep aan de schouder. Schoudergewricht

PATIËNTENFOLDER ORTHOPEDIE

Arthroscopie bij kalkafzetting

Schouderoperatie. Neerplastiek

Schouderprothese. Orthopedie ORTH versie 1 pagina 1/5

Totale schouderprothese

Schouderprothese wegens artrose. Poli Orthopedie

Operatie aan de nekwervels. Cervicale disectomie

Kijkoperatie aan de schouder

Een schouderprothese 2 Waarom een schouderprothese? 4 Mogelijke complicaties 5 De voorbereiding 5 Preoperatief onderzoek/anesthesie 5

Sleutelbeen operatie

H Verwijderen van pennen, schroeven, platen (volwassenen)

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Schouderprothese

Een Borstlift of mastopexie is een ingreep om borsten te liften, te verstevigen of het model van de borst te verbeteren.

Schouderoperatie wegens inklemming

De schouderprothese Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

Orthopedie. Cuff Repair. Afdeling: Onderwerp:

Schouderprothese Radboud universitair medisch centrum

Stabilisatie van de schouder

Cuffrepair. Schoudergewricht. Orthopedie. 6065p ORT.031/1109.CV Zorgcommunicatie

Buikwandcorrectie (Abdominoplastiek) Verwijderen van overtollig buik en vet weefsel door de plastisch chirurg

Kijkoperatie van de schouder

Totale schouderprothese

Reversed schouderprothese

Orthopedie. Enkelprothese

Poliklinische operatie heelkunde. Voorbereiding en nazorg bij poliklinische operaties onder lokale verdoving door de afdeling heelkunde

Stabiliseren van de schouder Kijkoperatie Bankart laesie

Schouderstabilisatie met de Latarjet procedure. Orthopedie

Schouderprothese voor een schouderbreuk. Poli Orthopedie

Verkleining van de inwendige neusschelpen. Conchareductie

Verwijderen van een nier via een kijkoperatie. Laparoscopische nefrectomie

Schouderprothese voor een schouderbreuk. Poli Orthopedie

Neerplastiek en cuffherstel

Patiënteninformatie. Schouderstabiliserende operaties

Correctie van de grote teen Hallux rigidus

Interventie bronchoscopie

Schouderoperatie (cuff-repair)

Vrij leggen van de zenuw aan de binnenzijde van de elleboog. Informatie over een nervus ulnaris operatie bij neurochirurgie

Arthroscopische subacromiale decompressie van de schouder (Neerplastiek) Inleiding

Kijkoperatie in de schouder Schouderinstabiliteit en geïrriteerde schouderpees

Inleiding. Een penoplicatie. Pré-operatieve screening

Haperende vinger (triggerfinger) Behandeling van een verdikking of knobbel van de peesschede van de vinger of duim door de plastische chirurg

Verwijderen van een nier via een kijkoperatie. Laparoscopische operatie

Littekenbreukoperatie

Orthopedie. CMC 1 prothese/ Duimbasis prothese

Transcriptie:

Schouderprothese Operatie aan de schouder met plaatsing van een schouderprothese

Uw behandelend arts heeft u geadviseerd om een schouderoperatie te ondergaan om zo de klachten te laten verdwijnen. Deze folder geeft u informatie over hetgeen de orthopeed in het CWZ met u heeft besproken, zodat u na het gesprek alles nog eens rustig kunt lezen en zich voor kunt bereiden op de opname. We raden u aan om deze brochure goed te bewaren en bij elk bezoek aan het ziekenhuis mee te nemen. Er staat informatie in waar u ook tijdens uw opname wat aan heeft. Bovendien bevat de brochure adviezen voor als u weer thuis bent. Het schoudergewricht Het schoudergewricht wordt gevormd door een kom, dat een deel van het schouderblad is, en de kop van de bovenarm. De kop en de kom zijn bekleed met kraakbeen. Hierdoor is er een glad elastisch oppervlakte waardoor de schouder soepel kan bewegen. Om het gewricht bevindt zich een gewrichtskapsel. Daar omheen lopen spieren en pezen. Het gewrichtskapsel, de spieren en pezen vormen samen de cuff. De beweging in het schoudergewricht is afhankelijk van een groep van vier spieren (rotatoren). Deze spieren liggen als een soort manchet om de kom van het schoudergewricht. De spieren monden uit in pezen, waarvan de uiteinden aan de bovenarm vastzitten. Om de bovenarm soepel te laten bewegen, functioneren slijmbeurzen rondom de pezen als een soort stootkussen. Normaal glijden zo de pezen gladjes tussen het schouderdak en bovenarm. Wanneer de rotatorspieren aanspannen kan de schouder verschillende kanten op bewogen worden. Door de vorm van het schouderblad is de ruimte die de spieren en pezen hebben om te bewegen heel klein. Oorzaak van de klachten Door een ongeval kan er een botbreuk ontstaan. Soms is de ernst van de breuk zodanig dat dit niet meer te repareren is en er een prothese geplaatst moet worden om de pijn te verminderen. Ook kan het kraakbeen door een ongeval of een botbreuk na ver- 2

loop van tijd slijtage gaan vertonen. Dit noemt men artrose. Dit kan ook optreden bij rheumatoïde artritis, de artrose van het gewricht wordt dan veroorzaakt door ontsteking van het gewricht. Klachten Als het kraakbeen versleten is, kan het gewricht niet meer soepel bewegen. Dit geeft pijn en stijfheid van de schouder of arm. Door de irritatie die ontstaat bij bewegen wordt ook meer gewrichtsvocht aangemaakt, waardoor de schouder/arm dikker kan worden. Verminderen van de klachten Er zijn verschillende mogelijkheden om de klachten te verminderen: Wanneer er sprake van pijn is kunnen pijnstillers voorgeschreven worden om deze pijn te verminderen. Met behulp van fysiotherapie. De fysiotherapeut zal door middel van oefeningen de pijn proberen te verlichten en de spierkracht en coördinatie proberen te herstellen. Met behulp van injecties met ontstekingsremmende werking kan de schouder tot rust gebracht worden. Door middel van een operatie. Als voorgaande maatregelen onvoldoende helpen, is een operatie vaak de enige oplossing. Diagnose en onderzoek De arts stelt de diagnose aan de hand van de aard van de klachten, het lichamelijk onderzoek, röntgenfoto s en eventueel een MRI-scan of echo. Wat is een schouderprothese-operatie? De operatie vindt plaats via een snede aan de voorzijde van uw schouder. Er zijn 2 verschillende types schouderprotheses. Afhankelijk van uw leeftijd, de kwaliteit van de spieren en pezen en de graad van slijtage, zal beslist worden welke prothese het meest geschikt is. Vaak is er sprake van slijtage van de hele schouder. Het is al voldoende om alleen een nieuwe schouderkop, al of niet in combinatie met een steel, te plaatsen. 3

De halve (hemi) schouderprothese Bij deze operatie vervangt de orthopedisch chirurg de schouderkop door een metalen nieuwe kop. Deze kop is bevestigd op een steel die voor een deel in de arm geplaatst wordt. Uw spieren en pezen rondom de schouder moeten hiervoor intact zijn en goed werken. Soms kan ook alleen een deel van de schouderkop vervangen worden. Dit heet de resurfacingprothese. Bij deze operatie verwijdert de orthopedisch chirurg het beschadigde kraakbeen van de schouderkop.. Het verwijderde deel wordt vervangen door een bolvormige metalen overdekking. De schouderkom wordt niet vervangen. De omgekeerde schouderprothese Als u ook een onherstelbare scheur in uw pees heeft, kiest de orthopedisch chirurg voor deze schouderprothese. Dit is een aangepast type prothese waarbij de delen omgekeerd geplaatst worden. Dat wil zeggen: een bol op de plaats van de kom en een kom op de plaats plaats van de originele schouderkop. De prothese werkt dan met behulp van de kracht van de grote schouderspier. 4

Hierdoor wordt een deel van de kracht en functie hersteld terwijl de oorspronkelijke pezen van de schouder er niet meer zijn. Na de operatie wordt de wond gehecht. Dit gebeurt meestal met oplosbare hechtingen. De operatie duurt ongeveer 60 tot 90 minuten. Er wordt een drukverband aangelegd en de schouder rust in een draagband (shoulder immobilizer: soort mitella). Voordelen van een operatie Het belangrijkste voordeel is een afname van de pijn. De pijnklachten verdwijnen na de operatie vrijwel helemaal. Ook de beweeglijkheid van de schouder kan verbeterd worden. Als er sprake was van een complexe schouderbreuk zal de pijn meestal goed verminderen maar verbetering van de schouderbeweeglijkheid is niet altijd aanwezig. De operatie kent wel een revalidatieperiode, waarin er sprake zal zijn van een ander soort pijn, dit wordt in de loop van de tijd minder. Mogelijke complicaties Gelukkig treden na een schouderoperatie niet vaak complicaties op. Toch zijn er een aantal complicaties. Er zijn algemene complicaties en complicaties die specifiek bij deze operatie horen. Algemene complicaties bij een operatie: Omdat er sneden in de huid worden gemaakt, kan een huidzenuw beschadigd raken. Dit geeft een doof gevoel in een gedeelte van de huid. Meestal verdwijnen deze klachten in de loop van de tijd vanzelf. Soms zijn ze echter blijvend. Er kan een nabloeding optreden. Een wondinfectie is een vervelende complicatie. De kans hierop is echter erg klein. 5

Omdat u tijdens en vlak na de operatie veel stil ligt in bed en dus minder loopt, kan er een verstopping van een bloedvat in het been (trombose) ontstaan. Wanneer dit niet behandeld wordt, kan er een stolsel naar de longvaten of hersenvaten schieten. Dit kan zeer ernstige gevolgen hebben. Trombose kan ook ontstaan in de arm. In het ziekenhuis krijgt u een injectie ter voorkoming van trombose. Trombose is herkenbaar aan een dikke en pijnlijke kuit of arm. Specifieke complicaties bij de schouderoperatie: Frozen shoulder: de schouder kan in enkele gevallen als gevolg van littekenvorming stijf worden. Het is dus erg belangrijk de oefeninstructies die u krijgt van uw fysiotherapeut goed op te volgen en actief te revalideren. Luxatie van het schoudergewricht: het uit de kom schieten van de kop. Loslating van de prothese; dit kan op langere termijn ontstaan, als gevolg van slijtage van de prothese. Mocht u hierover nog vragen hebben dan kunt u dit altijd met uw arts bespreken. Voorbereiding operatie De arbodienst U kunt met uw arts overleggen welke consequenties de schouderoperatie en de daarbij behorende klachten voor de uitoefening van uw werk heeft. De arts kan wanneer nodig informatie uitwisselen met uw bedrijfsarts. Zo wordt duidelijk of u (tijdelijk) beperkingen heeft en zo ja, welke. Om uw privacy te beschermen, is uw toestemming nodig voor overleg tussen uw specialist en uw bedrijfsarts. Uiteindelijk zal de bedrijfsarts uw terugkeer naar het werk begeleiden. Daarom is het belangrijk dat uw bedrijfsarts op de hoogte is van de operatie en nabehandeling. Afspraken over uw werk zullen vaak soepeler verlopen als u de bedrijfsarts al vóór de operatie informeert. 6

U kunt een gesprek voeren met uw bedrijfsarts op het arbeidsomstandighedenspreekuur van de arbodienst van het bedrijf of de organisatie waar u werkt. Bij de arbodienst kan men u vertellen hoe u dit spreekuur kunt bezoeken. Fysiotherapie Het is zeer belangrijk dat u na thuiskomst uit het ziekenhuis direct kunt starten met fysiotherapie. Om er zeker van te zijn dat dit mogelijk is, maakt u voor opname al een afspraak met een fysiotherapeut bij u in de buurt. Anesthesie (verdoving) Een goede verdoving bij een operatie is belangrijk. Deze verdoving kan bij een schouderoperatie via algehele narcose, vaak in combinatie met een winnieblock. Algehele narcose wil zeggen dat u slaapt en een winnieblock is een extra regionale verdoving die ervoor zorgt dat de arm geheel gevoelloos is. U zult tijdens de operatie geen pijn voelen en ook na de operatie zal de pijn veel minder zijn. Deze verdoving blijft gemiddeld 20 uur werkzaam. Voor de operatie en de anesthesie zijn meestal enige voorbereidingen noodzakelijk, dit wordt ook wel preoperatief onderzoek of preoperatieve voorbereiding genoemd. Hierover kunt u meer lezen in de CWZ-folder Verdoving (anesthesie) bij volwassenen. Spreekuur anesthesioloog De anesthesioloog schat in welke risico s in uw geval aan de anesthesie verbonden zijn en hoe deze kunnen worden beperkt. Daarom heeft de doktersassistente een afspraak voor u op het spreekuur van de anesthesioloog gemaakt. 7

Verpleegkundig spreekuur Aansluitend aan uw afspraak op de polikliniek anesthesie heeft u een afspraak voor het verpleegkundig spreekuur op de polikliniek orthopedie. De orthopedisch verpleegkundige bespreekt met u de voorbereidingen en de nazorg. Mocht u na het gesprek met de arts toch nog vragen hebben, neem dan contact op met het telefonisch spreekuur. Telefoon (024) 365 81 19 op werkdagen tussen 11.30 uur en 12.30 uur. Wat moet u meenemen? Tijdens uw opname heeft u nodig: ondergoed en bedkleding kamerjas, pantoffels toiletartikelen (geen handdoek en washandjes) lectuur en dergelijke geldig legitimatiebewijs (paspoort of rijbewijs) Waardevolle bezittingen Het is raadzaam grotere geldbedragen, sieraden en andere kostbaarheden thuis te laten. De ervaring leert dat het gevaar van zoekraken en diefstal in een openbaar gebouw aanwezig is. Het ziekenhuis kan hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld. Medicijnen De medicijnen die u tijdens uw verblijf nodig heeft, ontvangt u van de ziekenhuisapotheek. Neem geen medicijnen in zonder hierover overleg te plegen. Een combinatie van geneesmiddelen kan namelijk bij ondeskundig gebruik gevaarlijk zijn. Omdat het van belang is te weten welke medicijnen u tot de opnamedag heeft gebruikt, verzoeken wij u deze medicijnen, in de originele verpakking, bij opname mee te nemen. Dieet Als u een bepaald dieet volgt, vragen wij u dit aan de verpleegkundige mede te delen. Dan wordt bekeken of wijzigingen hierin al dan niet noodzakelijk zijn. 8

Bloedverdunners Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen of bent u onder controle van de trombosedienst? Meld dit dan aan uw behandelend arts in CWZ. Denk bij bloedverdunnende medicijnen aan bijvoorbeeld acenocoumarol of fenprocoumon en/of aspirine. Als u bekend bent bij de trombosedienst, neem uw doseerkaart altijd mee naar het ziekenhuis. Het kan zijn dat u tijdelijk moet stoppen met deze bloedverdunnende medicijnen. Uw behandelend arts vertelt u hoe lang u voor de ingreep of operatie met het innemen moet te stoppen en wanneer u weer kunt beginnen met de medicijnen. Als u medicijnen gebruikt of overgevoelig bent voor bijvoorbeeld jodium, verdovingsvloeistof, pleisters of andere stoffen meld dit dan aan de arts, de verpleegkundige of assistente van polikliniek. Meld ook als u een pacemaker (of een ICD) draagt. Meld ook of u preventief antibiotica nodig heeft. Planning opname en operatie Op de polikliniek van uw behandelend arts heeft u een datum en tijd van opname meegekregen. De dag van de operatie U meldt zich op het afgesproken tijdstip op de verpleegafdeling. Op de afdeling krijgt u een kort opnamegesprek met de verpleegkundige. Hierin worden nog eventuele bijzonderheden met betrekking tot uw gezondheid en uw persoonlijke omstandigheden besproken. De verpleegkundige bespreekt tijdens het opnamegesprek met u en uw partner/contactpersoon of er aanvullende hulp nodig is als u naar huis kunt. Zonodig wordt het Transferpunt Zorg CWZ ingeschakeld om aanvullende thuiszorg te regelen. Ook vertelt de verpleegkundige u nog kort het een en ander over de gang van zaken rond de operatie. Als u dat prettig vindt, kan uw partner/begeleider bij het opnamegesprek aanwezig zijn. 9

Pijnstilling Voor de operatie start u met de pijnmedicatie. Dit heeft als doel een spiegel in uw bloed op te bouwen zodat na de operatie de pijnmedicatie meer effect heeft. Niet eten en drinken, nuchter Omdat de operatie onder anesthesie plaatsvindt, is het nodig dat u nuchter bent. Hierover heeft de anesthesioloog op het spreekuur afspraken met u gemaakt. Meer informatie hierover kunt u lezen in de folder Verdoving (anesthesie) bij volwassenen. Voorbereiding operatie Voordat u naar de operatiekamer gaat, krijgt u eerst op de afdeling de voorbereidende medicatie voor de anesthesie (premedicatie). Het is belangrijk dat u deze medicatie voor de ingreep inneemt. Ook is het belangrijk dat u voor de ingreep nog even plast, zodat de blaas leeg is. U mag tijdens de operatie geen sieraden en make-up dragen. Tijdens de operatie draagt u een operatiejasje dat u op de afdeling al vast aantrekt. Bovengenoemde maatregelen zijn er om de hygiëne op de operatiekamer te waarborgen en daardoor infecties te voorkomen. Een kwartier voor de ingreep wordt u naar de verkoeverkamer gebracht. Hier worden u nog wat vragen gesteld en wordt alvast een infuus ingebracht. Via dit naaldje zal de narcose, vocht en eventuele medicijnen worden toegediend. Daarna wordt u naar de operatiekamer gereden. Daar moet u overstappen op een smalle operatietafel. De anesthesioloog geeft u de verdoving, die met u besproken is. Ook zal er voordat de operatie begint algemene of specifieke bewakingsapparatuur aangesloten worden, om lichaamsfuncties zoals bloeddruk, pols en ademhaling tijdens de operatie goed te kunnen observeren. 10

Direct na de operatie Na de ingreep blijft u in de uitslaapruimte (verkoeverkamer) van de operatieafdeling tot u goed wakker bent en tot alle controles (o.a. bloeddruk, polsslag, ademhaling en pijn) goed zijn. Een verpleegkundige haalt u weer op. Op de verpleegafdeling belt de verpleegkundige uw contactpersoon en informeert deze over het verloop van de operatie. De verpleegkundigen controleren regelmatig de pols, bloeddruk en de wond. Na de operatie kunt u pijn hebben en misselijk zijn. Met behulp van een speciale pijnbestrijdingsmethode (zie het kopje Pijnmeting in de folder Verdoving (anesthesie) bij volwassenen ) wordt de pijn zoveel mogelijk verlicht, zodat u sneller van de operatie hersteld. Tegen de misselijkheid krijgt u eventueel medicijnen. Infuus en drain Na de operatie heeft u een infuus in uw arm. Het infuus zorgt ervoor dat u voldoende vocht krijgt. Het infuus wordt na een dag verwijderd. Ook heeft u een wonddrain. Dit is een slangetje wat uit de wond komt met daarop aangesloten een opvangpot. Deze zuigt (door het vacuüm) continu het overtollig wondvocht en bloed af. De verpleegkundige zal na de operatie de drain en draininhoud regelmatig controleren. De drain wordt de ochtend na de operatie verwijderd. De wond Na de operatie kan de arm nog gevoelloos zijn door de verdoving. Er wordt een soort draagband (shoulder immobilizer; soort mitella) aangemeten waarin uw arm kan rusten. De schouder kan in het begin nog gezwollen en pijnlijk zijn. De wond is onderhuids gehecht met oplosbare hechtingen. Deze hoeven dus niet verwijderd te worden en lossen na zes tot acht weken vanzelf op. 11

Medicijnen U krijgt via een injectie bloedverdunnende middelen. Dit is om trombose te voorkomen. Mocht u al bloedverdunnende middelen gebruiken dan is het mogelijk voor u niet van toepassing. U hoort dit dan van de zaalarts/verpleegkundig specialist. Eten en drinken Bij terugkomst van de operatiekamer mag u vrij snel beginnen met het drinken van water. Uitbreiding daarvan is afhankelijk van uw misselijkheidsklachten. De eerste dag na de operatie De zaalarts/ verpleegkundig specialist komt s ochtends langs. De verpleegkundige verwijdert het wondverband en controleert de wond. De drain (dun slangetje om operatievocht af te laten lopen) en het infuus worden verwijderd. De verpleegkundige zal u waar nodig helpen bij de lichamelijke verzorging. U start deze dag met het oefenprogramma, onder leiding van een fysiotherapeut. U mag uit bed en de fysiotherapeut zal u een aantal oefeningen leren. Deze oefeningen mag u ook een aantal keren per dag zelfstandig herhalen. Het is ook belangrijk om de elleboog en hand te oefenen, dit zal de fysiotherapeut u leren. Naar huis Wanneer naar huis? Als u zelfstandig de oefeningen uit kunt voeren, de pijn onder controle is en eventueel zorg voor thuis geregeld is, mag u weer naar huis. Dit zal ongeveer twee tot drie dagen na de operatie zijn. Het is belangrijk om thuis meteen begeleiding te krijgen van een fysiotherapeut. Dit om verstijving van het gewricht te voorkomen. Twee keer per week hulp van de fysiotherapeut is voldoende. De overige dagen kunt u zelf de oefeningen doen. In principe mag u passief (dat wil zeggen tijdens het oefenen) bewe- 12

gen op geleide van de pijn. De schouder mag niet te veel naar buiten of naar binnen draaien en alleen onderhandse bewegingen zijn toegestaan. De eerste vier weken is het de bedoeling om de schouder rust te geven doormiddel van het dag en nacht dragen van de schouderimmobilizer. Deze mag echter even af om bijvoorbeeld een boterham te smeren of bij het douchen en aan/uitkleden. Tijdens deze vier weken mag u langzaam het dragen van de immobilizer afbouwen. Dit kunt u in overleg met uw fysiotherapeut doen. Voorbereiding De verpleegkundige heeft met u een zorg- ontslaggesprek. Besproken wordt of alles volgens verwachting is verlopen en of alles voor het verdere revalideren thuis is geregeld. Ontslag Bij ontslag uit het ziekenhuis krijgt u van de verpleegkundige een voorlopige ontslagbrief voor de huisarts. Deze kunt u daar afgeven. Daarnaast krijgt u een controleafspraak mee, die ongeveer zes weken na de operatie plaatsvindt. Ook krijgt u een verwijzing en een overdrachtsbrief voor de fysiotherapie in de thuissituatie mee. U krijgt ook een recept mee voor extra pijnstillers gedurende de eerste twee weken na de operatie. Daarnaast neemt de verpleegkundige nog enkele praktische zaken met u door. Mochten er vóór uw controleafspraak klachten of complicaties optreden, overlegt u dan met uw huisarts of belt u met de polikliniek orthopedie. U kunt niet zelf met de auto of fiets naar huis rijden. Het is verstandig om af te spreken dat iemand u komt halen. 13

Weer thuis Resultaat van de operatie De eerste tijd na de operatie zal uw schouder en het gebied rondom de wond dik en warm aanvoelen. Dit wordt geleidelijk minder. Ook heeft u mogelijk enkele bloeduitstortingen (blauwe plekken) bij de wond maar deze verdwijnen vanzelf. De eerste tijd zult u ook nog pijn hebben, ook tijdens het oefenen van de schouder. Deze klachten zullen steeds meer afnemen maar een vage pijn kan soms nog drie tot vier maanden na de operatie aanwezig zijn. De gemiddelde tijd voor revalidatie is dan ook drie tot vier maanden. Wanneer een arts waarschuwen? Het is belangrijk dat u in de volgende gevallen contact opneemt met uw huisarts: Als de operatiewond gaat lekken; Als de wond steeds dikker wordt; Als de wond steeds meer pijn gaat doen ook al bent u minder gaan bewegen; Als u koorts gaat ontwikkelen hoger dan 38,5º Celsius; Als de schouder steeds moeilijker beweegt en pijnlijker wordt bij het bewegen; Wanneer u kortademig bent en/of pijn hebt in uw borststreek bij het ademen; Als de arm dikker wordt met toenemende pijn. Vermeld aan de huisarts altijd dat u geopereerd bent en hoe lang dit geleden is. Adviezen voor thuis Afhankelijk van de operatie en individuele factoren, ondervindt u na de operatie nog enige tijd hinder van het operatiegebied. Er volgen nog enkele adviezen: Na het douchen dient u de wond droog te deppen. U mag de eerste week niet baden. Droog houden van de wond bevordert een goede wondgenezing, dus kunt u beter ook geen afsluitende pleister op de wond gebruiken. 14

Wanneer u pijn hebt, kunt u dit het beste bestrijden met paracetamol (500 mg). U mag viermaal daags twee tabletten innemen. Wanneer de pijn minder wordt kunt u dit langzaam weer afbouwen. Dit doet u als volgt: - De eerste 2 dagen gebruikt u 4 maal daags - om de 6 uur - 2 tabletten paracetamol van 500 mg. - Dan neemt u 2 dagen 4 maal daags - om de zes uur - 1 tablet paracetamol van 500 mg. - Daarna stopt u met de pijnmedicatie en u gebruikt alleen zonodig bij pijn 2 tabletten paracetamol van 500 mg. (maximaal 4 maal daags). Als dit onvoldoende helpt, neemt u dan contact op met de poli orthopedie. Slaap eventueel de eerste 6 weken met een kussen onder uw arm. Na 6 weken mag u weer op de geopereerde schouder gaan liggen. Oefeningen na de operatie Dit schema is bedoeld als geheugensteuntje in de thuissituatie. Doe alleen die oefeningen die door de fysiotherapeut worden aangegeven. Voor alle oefeningen geldt: oefen minimaal 3x per dag, doe dit zonder immobilizer en oefen regelmatig voor de spiegel. Tijdens het oefenen kan er een drukkend, trekkend en zeurend gevoel ontstaan, ook kan de schouder vermoeid aan gaan voelen. Dit is geen reden om te stoppen met de oefeningen. Forceer niets en blijf binnen de pijngrens. 15

Oefening 1: elleboog Laat de geopeerde arm langs het lichaam hangen. Ondersteun met uw gezonde arm de bovenarm tegen het lichaam. Strek en buig uw elleboog zover u kunt. Doe dit 10x. Oefening 2: schoudergordel Trek beide schouders op en laat ze weer zakken; zorg dat dit tegelijkertijd gebeurt. Doe dit 10x. Oefening 3: schoudergordel Laat uw armen ontspannen langs uw lichaam hangen. Maak tegelijkertijd cirkelvormige bewegingen met uw schouders. Doe dit 10x vooruit en 10x achteruit. 16

Oefening 4: Hals Draai uw hoofd voorzichtig heen en weer. Bij duizeligheid moet u stoppen! Doe dit 10x naar beide kanten. Oefening 5: Schoudergewricht Ga licht voorovergebogen staan en laat de geopereerde arm ontspannen hangen. Maak met de hele arm cirkelvormige bewegingen binnen de pijngrens. Doe dit 1 minuut rechtsom en 1 minuut linksom. Oefening 6: Schoudergewricht Maak met de onderarm een draaiende beweging, alsof u een sleutel omdraait. Doe dit 10x. 17

Oefening 7 : Schoudergewricht Ondersteun uw geopereerde arm met de gezonde arm en maak cirkelvormige bewegingen. Doe dit 10x linksom en 10x rechtsom. Oefening 8 : Schoudergewricht Ondersteun uw geopereerde arm met de gezonde arm. Hef de arm voor- en zijwaarts. Doe dit voor beide richtingen 10x. De volgende beweging is voor u verboden! U mag de geopereerde onderarm, totdat de orthopeed toestemming geeft, niet naar buiten draaien (dus niet van uw lichaam af draaien). 18

Het hervatten van het dagelijks leven en werkzaamheden U gaat steeds beter bewegen. Ook de kracht en coördinatie van de spieren nemen toe. Wanneer u de draagband niet meer nodig heeft en u voldoende controle over u arm heeft, kunt u weer gaan autorijden en fietsen. Dit is meestal na ongeveer 6 weken. Laat uw fysiotherapeut dit mede beoordelen. U kunt na 6 weken weer beginnen met werken. Dit is afhankelijk van de inhoud van het werk. Zittend werk kan vaak na 6 weken hervat worden. Zwaarder lichamelijk (ook huishoudelijk) werk kan vaak pas na 8 weken hervat worden. Uw schouder en/of arm kan nog enige tijd gevoelig blijven. De hervatting van uw werk wordt begeleid door uw bedrijfsarts. Neem daarover met hem contact op. Bovengenoemde termijnen verschillen per patiënt. Als u weer wilt gaan werken of sporten is het verstandig dit te bespreken met uw arts en bedrijfsarts. Vragen en/of problemen Ontstaan er ondanks de goede voorbereidingen toch nog problemen of zijn er na het lezen van de folder nog vragen, neem dan contact op met het telefonisch spreekuur van orthopedie. Telefoonnummers vindt u achter in deze brochure. U kunt ook contact opnemen door een email te sturen naar polikliniek.orthopedie@cwz.nl Bij problemen - als u na de behandeling/operatie weer thuis bent - kunt u buiten kantooruren en in het weekend contact op nemen met uw huisarts, die kan u zonodig verwijzen naar de Spoedeisende hulp van CWZ. Verhindering Mocht de geplande operatiedatum niet door kunnen gaan bijvoorbeeld omdat: er meer voorbereiding nodig blijkt te zijn door longarts of cardioloog; u ziek bent met koorts (griep); u verhinderd bent door onverwachte privé-omstandigheden. 19

Laat dit dan zo snel mogelijk weten. U belt naar de afdeling operatieplanning orthopedie, bereikbaar op werkdagen tussen 8.30-12.00 uur, op telefoonnummer (024) 365 88 36. Als u tijdig belt, kan er nog een andere patiënt gepland worden en maken wij met u een nieuwe afspraak. Adres en telefoonnummers Canisius Wilhelmina Ziekenhuis Weg door Jonkerbos 100 6532 SZ Nijmegen Voor het maken, annuleren of verzetten van afspraken op de polikliniek: Polikliniek orthopedie (B56) Iedere werkdag van 8.30-16.30 uur bereikbaar Telefoon (024) 365 82 65 of online via orthopedie.cwz.nl Voor het verzetten van de operatiedatum: Operatieplanning orthopedie Iedere werkdag tussen 8.30-12.00 uur bereikbaar Telefoon (024) 365 88 36 Voor alle vragen over uw behandeling en/of operatie: Verpleegkundig spreekuur orthopedie Iedere werkdag van 8.30-9.30 uur bereikbaar Telefoon (024) 365 81 19 Verpleegafdeling orthopedie (A22) 20 G324-M / 12-15