1.1 Het oog. 1.1.1 Beschermende delen van het oog. Deel 1 Hoe verkrijgen organismen informatie over hun omgeving?



Vergelijkbare documenten
Leerlingenbundel met werkbladen

Zintuigelijke waarneming

Docent: A. Sewsahai Thema: Zintuigelijke waarneming

Thema 7Oog, oogafwijkingen en oogcorrecties

Waarneming zintuig adequate prikkel fysiek of chemisch zien oog licht fysiek ruiken neus gasvormige

3hv h2 kortst.notebook January 08, H2 Licht

Handleiding Oogfunctiemodel

Docentenhandleiding Oogfunctiemodel

6.1. Boekverslag door F woorden 29 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou. Opdracht: 1

Samenvatting Natuurkunde H3 optica

Science+ leerjaar 1 4 x 45 min, werk allen of in duo s. module 1: het oog

Repetitie Lenzen 3 Havo Naam: Klas: Leerstof: 1 t/m 7

Lens plat of lens bol?

Basic Creative Engineering Skills

Basic Creative Engineering Skills

B Accommodatie van de ooglens

Kijken vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Oogheelkunde. Patiënteninformatie. Brilsterkte bij kinderen. Slingeland Ziekenhuis

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 5 en 6

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Oog. Netvlies: Ooglens: Voor de stralengang in het oog van lichtstralen zijn de volgende drie onderdelen belangrijk.

Het oog (H2) Harro Reeders. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

- Prikkels worden opgevangen - Prikkels worden omgezet in impulsen (elektrische stroomstootjes)

Waarom zien veel mensen onscherp?

het oog > bijziendheid > verziendheid > leeftijdverziendheid > astigmatisme

Gebruik module 1 bij het beantwoorden van de vragen. Indien je het antwoord hierin niet kunt vinden dan mag je andere bronnen gebruiken.

Contactlenzen (Algemeen)

6,5. Samenvatting door een scholier 2017 woorden 28 oktober keer beoordeeld

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Licht en Lenzen

refractie-afwijking patiënteninformatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2 Licht. Wat moet je leren/ kunnen voor het PW H2 Licht?

Oogheelkunde. adviezen. refractieafwijking. na een hernia-operatie. (bril, contactlens of operatie) ZorgSaam

3HAVO Totaaloverzicht Licht

Lenzen nader bekeken

Opgave 3 De hoofdas is de lijn door het midden van de lens en loodrecht op de lens.

Niet scherp zien door een refractieafwijking

Een bril. Oogheelkunde. alle aandacht

Scheelzien, luie ogen en brillen bij kinderen

Een bril. Oogheelkunde. Locatie Hoorn/Enkhuizen

Wat moet je weten over Femto-LASIK? Ooglaserchirurgie van dichtbij bekeken. Patiënteninformatie

Niet scherp zien door een refractieafwijking.

Niet scherp zien Als gevolg van een refractieafwijking. Poli Oogheelkunde

7.1 Beeldvorming en beeldconstructie

Refractie-afwijking. Deze folder biedt in informatie over niet-scherp zien ten gevolge van een refractie-afwijking en de mogelijke correctiemiddelen.

Refractie afwijkingen. Niet scherp zien ten gevolge van refractie afwijkingen

Profielwerkstuk LASIK en LASEK

Een bril Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

Samenvatting Biologie 3.1 tm 3.5 extra 3.1, 3.2, 3.5

Handleiding bij geometrische optiekset

Samenvatting Hoofdstuk 5. Licht 3VMBO

bindweefselkapsel dat zorgt voor stevigheid e bescherming en de aanhechtingsplaats vormt voor de oogspieren.

De werking van het oog

Suggesties voor demo s lenzen

Nadelen multifocale kunstlens 8 Voordelen van een multifocale kunstlens 9 Verzekering, eigen bijdrage 9

ZINTUIGEN: GEVOELIGE ANTENNES

Examentrainer. Vragen vmbo-bk. Het oor. Oorpijn

Refractie-afwijking. Afdeling Oogheelkunde. Locatie Purmerend/Volendam

Academisch Centrum voor Refractiechirurgie

Golflengte: licht is een (elektromagnetische) golf met een golflengte en een frequentie

Refractie. Refractieve afwijkingen. Emmetroop oog. Snel Filip 1. Als emmetroop oog nemen we een totale sterkte van 60D. Emmetroop Myoop Hypermetroop

Een bril. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

Samenspel. Anatomie oog, lenzen, gele vlek, kegels / staafje 17.2 behind blue eyes

hoofdstuk 5 Lenzen (inleiding).

hoofdstuk 5 Lenzen (inleiding).

> Lees Niels heeft een bril.

1. In- en uitwendige anatomie van het oog

3.0 Licht Breking 3.3 a Vergroting b Lenzenformule c Lenzenformule (simulatie) 3.5 Oog en bril (Crocodile)

Bijziendheid, verziendheid en astigmatisme

Maatschap Oogheelkunde/orthoptie. Verschillende brilsterktes (kinderen)

Lees- en/of focusproblemen

Moderne oogcorrecties

Brilafwijkingen. Afdeling Oogheelkunde

6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht 6.2 Spiegel en spiegelbeeld

kaarsen de zon olielampen petroleumlampen gloeilampen fakkel maan en sterren brandend hout TL buizen gaslantaarns de zon vuur

Als uw oogarts spreekt over staar

Slechter zien door een refractieafwijking

2. Bekijk de voorbeelden bij Ziet u wat er staat? Welke conclusie kun je hier uit trekken?

Scherp zien onder water

Hoofdstuk 4: Licht. Natuurkunde Havo 2011/2012.

6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht 6.2 Spiegel en spiegelbeeld

HET OOG. HET OOG cursus voor de 2e graad ASO, horend bij de interactieve website over het oog van Judith VP, Katrien VP, Lana G en Rebecca DC

PAPER 3: ONDERZOEKSINSTRUMENTEN ONTWERP ONDERZOEK BIOLOGIE

Overal Natuurkunde 3V Uitwerkingen Hoofdstuk 6 Licht

Uw behandelend arts heeft u vanwege uw oogproblemen verwezen naar de oogarts in het CWZ. Deze folder geeft u informatie over wat de oogarts in het

6.4. Boekverslag door G woorden 7 februari keer beoordeeld

3.0 Licht Camera 3.2 Lens 3.3 Drie stralen 3.4 Drie formules 3.5 Oog

Les 22 Zintuig 2. Zintuig, sensor. Prikkel. Zintuig, sensor, oog, oogaccommodatie, iris, refractie, glaucoom, evenwichtsorgaan, oor

Brilafwijkingen. Afdeling Oogheelkunde. Locatie Purmerend/Volendam

SPIEGELTJE, SPIEGELTJE AAN DE WAND LICHT EN ZIEN

1 Bolle en holle lenzen

Een aandoening van de oogzenuw

Voor deze les heb je nodig: een computer met internet verbinding

Hoofdstuk 3: Licht. Natuurkunde VWO 2011/

Apr-mei-juni Vu Nimrodsvrienden

Zien zonder bril Implantatie van een ReSTOR kunstlens

DOT-zorgproduct consumentenomschrijving

Uitwerkingen Hoofdstuk 2 Licht

Samenvatting Biologie H14 Reageren

Speurtocht Wandelen met Licht. Naam leerling:...

Transcriptie:

1.1 Het oog 1.1.1 Beschermende delen van het oog Door welke delen worden je ogen beschermd? Vul de juiste benaming in. Geef telkens de functie van de delen. Delen Functie 1 2 3 4 5 6 1.1 Het oog 1

1.1.2 Delen van het oog Schrijf de juiste benaming achter de cijfers in de tabel Doorsnede van het rechteroog Delen 1 9 Delen 2 10 3 11 4 12 5 13 6 14 7 15 8 16 1.1 Het oog 2

1.1.3 Dissectie van het oog Materiaal: 1 varkensoog 1 dissectiemes 1 dissectienaald 1 schaar met scherpe punten 1 petrischaal 1 vod vuilniszak Dissectie: 1. Verwijder het vet en de spieren die de oogbol omgeven, zonder de oogbol te beschadigen. Soms vind je nog resten van traanklieren. De witte buitenwand van de oogbol is het harde oogvlies. Vooraan wordt het doorzichtig en heet het hoornvlies. Achteraan vind je de dikke witte oogzenuw. 2. Snijd het harde oogvlies door langsheen de evenaarslijn, als hoornvlies en oogzenuw de polen zijn. Maak daartoe eerst een fijne snede met behulp van een scherp mesje en werk dan verder met een goede schaar. Zorg ervoor dat je de onderliggende halfgeleiachtige delen niet beschadigt! 3. Naarmate je snijwerk vordert, komen de doorzichtige delen los. Verwijder ze voorzichtig uit de twee kommetjes die nu ontstaan zijn. 4. In het achterste kommetje (dat met de oogzenuw) ligt een grijs, geelachtig vlies uitgespreid: het netvlies. Je kunt het met je vinger wegduwen. 1.1 Het oog 3

5. Daaronder zie je een groen-geel glanzende laag; pel ze voorzichtig af. Ze is zwart aan de kant van het harde oogvlies: dit is het vaatvlies. De groen-geel glanzende laag is het tapetum. Het bestaat uit een vlies dat de lichtstralen die erop vallen, terugkaatst. 6. In het voorste kommetje zie je dat het vaatvlies vooraan vrijkomt van het harde oogvlies en overgaat in twee structuren: naar binnen toe een zwarte straalvormige zoom, het straallichaam (de lens was erin opgehangen door middel van de lensbanden), naar buiten toe een gepigmenteerd vlies dat een ellipsvormige opening vertoont: de iris of het regenboogvlies met de pupil of de oogappel. 7. De ruimte tussen het regenboogvlies en het hoornvlies is de voorste oogkamer. Het waterachtig vocht waarmee ze gevuld was, is weggevloeid tijdens de dissectie. De geulvormige ruimte tussen het regenboogvlies en het straallichaam is de achterste oogkamer. 8. Bekijk nu de vrijgekomen doorzichtige delen: het grootste en slapste deel noemt men glasachtig lichaam, het kleinste is de lens. Maak ze zorgvuldig los van elkaar. 9. Hopelijk zitten er nog resten van het straallichaam en de lensbanden vast aan de lens. Zo kun je de lens ophangen aan een dissectienaald of vastgrijpen met een pincet. Zet enkele centimeters voor de lens een brandende kaars. Aan de andere zijde kun je op een scherm (een blaadje wit papier) een omgekeerd, verkleind beeld opvangen. De afstand tussen lens en scherm is ongeveer dezelfde als die tussen lens en netvlies. 1.1 Het oog 4

1.1.4 Werking van het oog 1.1 Het oog 5

1. BEELDVORMING Het beeld dat op het netvlies gevormd wordt staat omgekeerd. is verkleind. De hoeveelheid licht wordt geregeld door de iris of het regenboogvlies. 2. SCHERPSTELLEN of ACCOMMODATIE blz. 12 2.1 Fototoestel Wanneer een voorwerp dichterbij komt moet men om scherp te stellen de afstand tussen de lens en de film vergroten. 2.2 Accommodatie Voorwerp komt dichterbij: Als een voorwerp dichterbij komt kan men de afstand tussen de lens van het oog en het netvlies niet vergroten. Het beeld valt dan voorbij het netvlies. Men bekomt een scherp beeld door de lens boller te maken. Oog in rust (in de verte kijken) kringspier in straallichaam is ontspannen lensbandjes zijn gespannen lens is afgeplat geaccommodeerd oog (dichterbij kijken) kringspier in straallichaam is gespannen lensbandjes zijn ontspannen lens is boller Accommodatie: scherp stellen door de kromming van de ooglens te veranderen. Nabijheidspunt: de minimale leesafstand: de grens van het accommodatievermogen. 1.1 Het oog 6

3. DIEPTEZICHT - STEREOSCOPISCH ZIEN blz. 14 + 16 Proef: Neem twee balpennen, een in elke hand. Sluit één van de ogen. Breng de punten van de balpennen tegen elkaar. Wat stel je vast? Verklaar. Bij de mens staan de ogen vooraan. Ieder oog bekijkt een voorwerp vanuit een lichtjes andere hoek. Beide beelden overlappen elkaar (ongeveer 100 ). Hierdoor krijgen we dieptezicht. We kunnen goed afstanden schatten. 1.1 Het oog 7

1.1.5 ENKELE OOGAFWIJKINGEN 1 BIJZIENDHEID blz. 24 Een bijziende ziet scherp van dichtbij. Een voorwerp in de verte ziet een bijziende wazig: het beeld valt dan voor het netvlies, de afstand tussen lens en netvlies is te groot: lens te bol of oog te lang Om het beeld op het netvlies te laten vallen is een holle lens nodig: het beeld wordt dan iets verder geprojecteerd en komt zo op het netvlies terecht. 2 VERZIENDHEID blz. 24 Een verziende ziet scherp in de verte. Indien de kringspier ontspannen en de lensbandjes gespannen zijn, wanneer het oog in rust is, valt het beeld voorbij het netvlies: lens te plat of oog te kort Onbewust zal die persoon accommoderen: de ooglens boller maken om een scherp beeld te bekomen. Om goed te kunnen zien zal de ooglens permanent accommoderen: voor veraf, maar ook, met nog meer inspanning, voor nabij. Jonge kinderen hebben een zeer goed accommodatievermogen en hebben dan geen last van deze fout. Het onafgebroken accommoderen kan het kind echter onbewust hinderen bij het lezen of het spelen. Vanaf een leeftijd van vijfentwintig jaar "veroudert" het oog. Dan krijgt die persoon problemen bij het zien van dichtbij: bijvoorbeeld tijdens het lezen en het beeldscherm-gebruik. Om goed te zien is dan een bril nodig met bolle lenzen ( positieve lenzen ). 1.1 Het oog 8

3 OUD OOG ( verziendheid op hogere leeftijd. ) blz. 24 Accommodatie, dit is het boller maken van de lens, vraagt een inspanning. Hiervoor moet de kringspier samentrekken zodat de lens boller kan worden. In rust is de lens steeds afgeplat. Bij het ouder worden vermindert de elasticiteit van de lens en vermindert de samentrekbaarheid van de kringspier in het straallichaam. Hierdoor kan de lens niet meer zo bol gemaakt worden. Zo vergroot het nabijheidpunt : bij een persoon van 50 jaar ligt het nabijheidpunt op 50 cm. Deze mensen hebben dan een leesbril nodig met bolle lenzen. 4 SCHEEL ZIEN LUI OOG KLEURENBLINDHEID blz. 26 1.1 Het oog 9