Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 'S-GRAVENHAGE



Vergelijkbare documenten
Het nieuwe partnerbegrip in de fiscaliteit

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Partnerbegrip kinderopvangtoeslag

Partnerschap 2014/2015

Partnerschap Stroomlijning partnerbegrip. Uniform partnerbegrip (artikel 5a Awr) Nader uitgewerkt. (artikel 1.2 Wet IB 2001)

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave... 2

Partnerschap Partnerregeling (artikel 5a Awr ) Stroomlijning partnerbegrip. Uniform partnerbegrip (artikel 5a Awr)

Het partnerbegrip op de schop Een geslaagde operatie of gedoemd te mislukken?

Stroomlijning partnerbegrip. Uniform partnerbegrip (artikel 5a Awr) Nader uitgewerkt

Inkomstenbelasting. Fiscale partnerregeling en heffingskortingen. Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten

Bijlage bij Algemeen Overleg Partnerbegrip in de fiscaliteit 09/06/10 1

TOESLAGEN EN HEFFINGSKORTINGEN EN DE GEVOLGEN VOOR HET VRIJ BESTEEDBAAR INKOMEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Het dagelijks bestuur van WIHW; Gelezen het advies van de Regionale Cliëntenraad WIHW;

Directoraat-Generaal Belastingdienst Ons kenmerk Uw brief (kenmerk) Bijlagen

WETTEKST PARTICIPATIEWET PER 1 JANUARI 2015

Verworpen, ingetrokken en/of vervallen amendementen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Beleidsregels alleenstaande-ouderkop 2016 IGSD Steenwijkerland/Westerveld.

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

ECLI:NL:RBGEL:2016:1150

Kwalificerende Buitenlandse Belastingplichtige 2015

Onderzoek naar de mogelijkheid om in specifieke gervallen een voormalig pleegkind gelijk te stellen aan een eigen kind binnen de sociale zekerheid

ARTIKEL XII OVERGANGSRECHT

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's GRAVENHAGE. Datum 28 oktober 2011 Betreft Pakket Belastingplan 2012

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Het kabinet is de Afdeling erkentelijk voor de voortvarendheid waarmee het advies inzake het bovenvermelde voorstel is uitgebracht.

Wonen in Duitsland 2016

Jonggehandicapten: Jonggehandicaptenkorting 708 per jaar 59,00 per maand (Wajongkorting)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

2.5 Scheiden en fiscaliteit, een gecompliceerd huwelijk? John van Vliet Fred Thielemans Robbert Maassen

Belastingdienst. Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2013

- Actualiteiten leven & banksparen 2011 /

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Siderius (SP) over de huishoudelijke hulp toelage (2015Z01571).

Datum 16 april 2012 Betreft Opzet aanpassing Bvdb 2001 (voorkoming dubbele bankenbelasting) en tweede Nota van wijziging bankenbelasting

Alumni-Mfp. Actualiteiten estate planning. Theo Hoogwout woensdag 12 februari 2014

Datum 10 september 2014 Betreft Beantwoording Kamervragen van de leden Bruins Slot en Omtzigt (beiden CDA) (2014Z13486)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Presentatie scholingsdag NBPB. Mr. R. van Rijssen R. Ruinemans RB

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van. 2014;

Algemene wet inzake rijksbelastingen. Wijziging Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 1998

Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen van het lid Merkies (SP) over belastingparadijzerij (ingezonden 21 februari 2013).

Beleidsregels alleenstaande ouders De Friese Meren. de Beleidsregels alleenstaande ouders De Friese Meren vast te stellen:

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Nieuwe Successiewet 2010 (Schenk- en Erfbelasting)

de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Datum 6 juni 2012 Betreft: Vragen van de leden Omtzigt en Van Bochove over de erfbelasting over een niet verkochte woning

ECLI:NL:RBGEL:2015:4313

Regeling van een tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten (Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten)

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Belastingdienst. Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2015

Zintuiglijk gehandicapten en ouderen van 80 jaar en ouder geen indicatie meer nodig van CIZ

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 23 maart 2015 Betreft Inzet huishoudelijke hulp toelage

Hoge Raad , ECLI:NL:HR:2015:3011

Tweede Kamer der Staten-Generaal

NOTA VAN TOELICHTING. Algemeen. 1. Inleiding

Centrum voor Proces- en Productontwikkeling. de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Ministerie van Financiën. Datum 2 2 MEI 2015 Betreft Uitvoeringstoets Verzamelwet SZW 2016

Belastingdienst. Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2014

Gezien het voorstel inzake gewijzigde WWB-verordeningen na vervallen huishoudinkomenstoets (Gem. blad Afd. A 2012, no. 45);

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

OVERGANGSREGELING STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS WATERBOUW

Regelingen en voorzieningen CODE

Beantwoording Kamervragen over de pensioenmaximering op en de verlaging van de opbouw

Rapport. Rapport over een klacht betreffende de Belastingdienst/Noord. Datum: Rapportnummer: 2013/176

Datum 29 januari 2013 Betreft Kamervragen mevr. Leijten (SP) - gevolgen vermogensinkomensbijtelling

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 3 april 2012 Betreft Lastenontwikkeling. Geachte voorzitter,

voor de pensioenregeling van Henkel Nederland B.V. gevestigd te Nieuwegein

Huwelijks- en partneraansprakelijkheid voor belastingschulden Mr. G.H. Ulrich, Professional Support Lawyer bij Hertoghs advocatenbelastingkundigen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's GRAVENHAGE

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Samenwonen of trouwen

Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen van het lid Vermeij (PvdA) over onduidelijke regels over samenwonen in de AOW.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA Den Haag ASEA/LIV/2004/37584

Tweede Kamer der Staten-Generaal

NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 9 november Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: Artikel I, onderdeel E, komt te luiden:

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Datum 2 november 2016 Betreft Beantwoording Kamervragen van het lid Omtzigt over het telefonisch intrekken van bezwaren

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vragen en antwoorden over fiscale partnerregeling en heffingskortingen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Directoraat-generaal Belastingdienst, Cluster Fiscaliteit. Besluit van 26 april 2013, nr. DGB 2013/201M

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA Den Haag

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Checklist aanlevering gegevens aangifte inkomstenbelasting 2018

tig 7 M E I 7015 Ministerie van Financiën LTO Nederland Albert Jan Maat postbus LT Den Haag Datum

gezien het voorstel inzake aanpassen verordeningen Wwb in verband wetswijzigingen 2013 (Gem. blad Afd. A 2013, no. );

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Directie Directe Belastingen. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. 16 november 2007 DB M

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds ARTIKEL I. WIJZIGING TIJDELIJKE REGELING OVERBRUGGINGSUITKERING AOW

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 2 februari 2011 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Toeslagenverordening Wet Werk en Bijstand

Transcriptie:

> Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 'S-GRAVENHAGE Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.minfin.nl DB/2010/ 181 U Uw brief (kenmerk) Datum 5 november 2010 Betreft motie en toezegging inzake het partnerbegrip Bijlagen Geachte voorzitter, Tijdens de behandeling van de Fiscale vereenvoudigingswet 2010 1 is een motie 2 aangenomen met betrekking tot het fiscale partnerbegrip. Deze motie bevat het verzoek om een inventarisatie te geven van gevallen waarbij belastingen en toeslagen de keuze om te trouwen c.q. het aangaan van een geregistreerd partnerschap zouden kunnen beïnvloeden. Daarnaast heeft mijn ambtsvoorganger met betrekking tot het fiscale partnerbegrip een toezegging gedaan die betrekking heeft op de wens van de vaste commissie voor Financiën om bij de stroomlijning van het partnerbegrip in de fiscaliteit ook de sociale zekerheid en de zorg te betrekken 3. Deze wens werd geuit tijdens een algemeen overleg op 10 juni 2009 over het partnerbegrip in de fiscaliteit en aan mijn ambtsvoorganger is gevraagd om contact op te nemen met mijn collega s van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) om te bezien of verdere stroomlijning van het begrip partnerschap mogelijk is. Inmiddels kan ik u in deze brief over beide -samenhangende- onderwerpen verslag uitbrengen, waarbij ik u wat betreft de mogelijke harmonisatie mede namens de ministers van SZW en VWS kan informeren. Ik zal allereerst de contouren van het nieuwe partnerbegrip schetsen zoals dat met ingang van 1 januari 2011 voor de fiscaliteit gaat gelden. Daarna ga ik in op de motie Omtzigt c.s. en ik sluit af met de harmonisatie van het fiscale partnerbegrip met de sociale zekerheid en de zorg. Het nieuwe partnerbegrip Beschrijving van het nieuwe partnerbegrip in de fiscaliteit Met ingang van 1 januari 2011 wordt een nieuw partnerbegrip geïntroduceerd. In de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR) wordt een 1 Stb. 2009, 611 2 Motie van de leden Omtzigt, Tang en Cramer, kamerstukken II 2009-2010, 32 128, nr. 41 3 Verslag algemeen overleg van 10 juni 2009 over partnerbegrip in de fiscaliteit, kamerstukken II 2008-2009, 27 789, nr. 21 Pagina 1 van 5

basispartnerbegrip geïntroduceerd dat voor alle fiscale wetten zal gelden. Het basispartnerbegrip omvat gehuwden 4 en ongehuwd samenwonenden met een notarieel samenlevingscontract en zal zowel voor de fiscaliteit als voor de toeslagen gaan gelden. In de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) en de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (hierna: Awir) worden aanvullende partnercategorieën opgenomen op basis van objectief toetsbare criteria. Deze aanvullende partnercategorieën zijn ongehuwd samenwonenden zonder notarieel samenlevingscontract die samen een kind hebben, voor een pensioenregeling als partner gelden of die samen een eigen woning hebben. Bij de keuze voor de objectieve criteria is aansluiting gezocht bij de objectieve criteria zoals die thans in de Awir gelden. Het nieuwe partnerbegrip in de Awir treedt op een later moment in werking in verband met het nieuwe toeslagensysteem. Uitgangspunt van het nieuwe partnerbegrip Het uitgangspunt van het nieuwe partnerbegrip is dat partnerschap aan de hand van objectieve criteria bepaald kan worden. Een geharmoniseerd partnerbegrip tussen de inkomstenbelasting en de toeslagen maakt de regelgeving voor de burger duidelijker. Het werken met objectieve criteria levert ook een administratieve lastenverlichting voor burgers op en een vereenvoudiging van de uitvoering voor de Belastingdienst. Het hanteren van objectieve criteria past tevens in de ontwikkelingen rond het voorinvullen van de aangifte. Gevolgen van het nieuwe partnerbegrip De belangrijkste veranderingen zien enerzijds op het vervallen van het thans geldende materiële criterium voeren van een gezamenlijke huishouding (voor ongehuwd samenwonenden). Anderzijds komt het materiële criterium duurzaam gescheiden leven (voor gehuwden) te vervallen en wordt dit vervangen door het objectieve criterium scheiding van tafel en bed. Een ander gevolg van het werken met objectieve criteria is het vervallen van de keuzeregeling in de Wet IB 2001. Het vervallen van de keuzeregeling betekent voor ongehuwd samenwonenden dat indien aan de voorwaarden wordt voldaan er straks sprake is van verplicht partnerschap, net als voor gehuwden nu al. Met het nieuwe partnerbegrip worden de verschillen tussen ongehuwd samenwonenden en gehuwden kleiner. Gehuwden zijn immers verplicht partner van elkaar en straks worden ongehuwd samenwonenden eveneens verplicht partners als ze een notarieel samenlevingscontract hebben afgesloten, een gezamenlijk kind hebben, een gezamenlijke pensioenregeling hebben óf een gezamenlijke eigen woning hebben. Motie Omtzigt c.s. In het nieuwe partnerbegrip zullen ongehuwd samenwonenden die kinderen in hun gezin hebben uit een vorige relatie ( samengestelde gezinnen ) geen partners zijn als zij niet voldoen aan één van de overige objectieve criteria van partnerschap. Zij voldoen onder het huidige partnerbegrip in de meeste gevallen wel aan het thans geldende criterium het voeren van een gezamenlijke huishouding, dat in het 4 Met gehuwden worden gelijkgesteld: geregistreerde partners Pagina 2 van 5

nieuwe partnerbegrip komt te vervallen. In het nieuwe partnerbegrip kan daardoor een verschil ontstaan tussen enerzijds (on)gehuwd samenwonenden die samen kinderen hebben ( traditionele gezinnen ) en wel partners zijn en anderzijds de zogenoemde samengestelde gezinnen die onder omstandigheden geen partners zijn. Het begrip partnerschap veronderstelt een gezamenlijke leefeenheid die voor de betrokkenen voor- en nadelen kan meebrengen ten opzichte van de situatie van een alleenstaande. Bij voordelen valt te denken aan de vrije toerekening van inkomsten en aftrekposten bij partners. Een nadeel kan zijn dat voor de berekening van de drempels voor bijv. de giftenaftrek de inkomens van partners worden samengeteld. Met het nieuwe partnerbegrip is beoogd om 'duurzame relaties' te objectiveren. Door het vervallen van de keuzeregeling is het niet meer mogelijk alleen voor partnerschap te kiezen als dit voordelig uitwerkt. De verwachting is dat de groep samengestelde gezinnen die niet voldoen aan de objectieve criteria van partnerschap beperkt zal zijn. Het eventuele voordeel voor deze groep is gelegen in de inkomensafhankelijke combinatiekorting en toeslagen. Aangezien het partnerbegrip in de Awir op een later moment in werking treedt dan dat in de inkomstenbelasting, bestaat de mogelijkheid om eerst ervaring op te doen met het nieuwe partnerbegrip in de AWR en de inkomstenbelasting en aan de hand van die ervaringen te bezien of vervolgstappen voor samengestelde gezinnen wél nodig zijn. Harmonisatie tussen het partnerbegrip in de fiscaliteit en de sociale zekerheid en zorg Overeenkomsten partnerbegrip fiscaliteit en sociale zekerheid Met de introductie van het nieuwe partnerbegrip wordt volledige harmonisatie bereikt tussen de inkomstenbelasting en de toeslagen. Binnen de sociale zekerheid is het partnerbegrip eveneens grotendeels geharmoniseerd. Dit partnerbegrip in de sociale zekerheid geldt ook voor de zorg, namelijk voor de eigen bijdrage Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). 5 Partnerschap voor de fiscaliteit en de toeslagen komt overeen met partnerschap voor de sociale zekerheid voor de categorieën die genoemd zijn in het basispartnerbegrip. Ongehuwd samenwonenden die samen een kind hebben, voor een pensioenregeling als partner gelden of die samen een eigen woning hebben worden tevens als partners aangemerkt op grond van de aanvullende partnercategorieën die zijn opgenomen in de Wet IB 2001 en de Awir. Ongehuwd samenwonenden worden in de sociale zekerheid aangemerkt als partner indien zij een gezamenlijke huishouding voeren. Een gezamenlijke huishouding in de sociale zekerheid wordt in ieder geval aanwezig geacht indien ongehuwd samenwonenden in dezelfde woning wonen en samen een kind hebben of eerder met elkaar getrouwd zijn geweest. In de sociale zekerheid, de fiscaliteit en de toeslagen zal veelal op hetzelfde moment sprake zijn van partnerschap. 5 Voor het vervolg van deze brief wordt daarom de regeling voor de eigen bijdrage AWBZ niet telkens afzonderlijk besproken, maar kan worden uitgegaan van de regeling zoals deze voor de sociale zekerheid geldt. Pagina 3 van 5

Verschillen partnerbegrip fiscaliteit en sociale zekerheid Het partnerbegrip in de inkomstenbelasting/toeslagen en de sociale zekerheid zal uiteenlopen voor ongehuwd samenwonenden die een gezamenlijke huishouding voeren, maar niet aan de objectieve criteria voldoen op grond waarvan partnerschap wordt verondersteld in de fiscaliteit en de toeslagen. Dit verschil vloeit voort uit de uitgangspunten van het partnerbegrip in de verschillende wetten. De sociale zekerheid kent bij ongehuwd samenwonenden de criteria gezamenlijke eigen woning in eigendom en voor elkaars pensioenregeling als partner zijn aangemerkt niet. Om tegemoet te komen aan de wens van de vaste commissie voor Financiën tot verdere harmonisatie met de fiscaliteit en de toeslagen is de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voornemens deze twee criteria voor partnerschap in de fiscaliteit via een wetswijziging als partnercategorie in de sociale zekerheid op te nemen. Op grond van het Besluit aanwijzing registraties gezamenlijke huishouding 1998 worden belanghebbenden die partners zijn voor de Wet IB 2001 ook als partners aangemerkt voor de sociale zekerheid. Uitgangspunten partnerbegrip fiscaliteit en de sociale zekerheid en zorg Zoals hiervoor aangegeven is het uitgangspunt van het nieuwe partnerbegrip in de fiscaliteit dat partnerschap aan de hand van objectieve criteria bepaald kan worden. In de sociale zekerheid blijven de criteria voeren van een gezamenlijke huishouding en duurzaam gescheiden leven gehandhaafd. In de sociale zekerheid worden ongehuwde meerderjarige partners die een gezamenlijke huishouding voeren, als gehuwd aangemerkt. De gelijkstelling van gehuwden en ongehuwd samenwonenden speelt vooral in het kader van regelingen die zijn gebaseerd op de minimumbehoeftefunctie. Ongehuwd samenwonenden onderscheiden zich wat betreft behoefte en sociale en economische positie feitelijk niet van degene die de huwelijkse samenlevingsvorm hebben. Een gezamenlijke huishouding levert schaalvoordelen op die voor gehuwden of ongehuwd samenwonenden in zijn algemeenheid gelijk zijn. Het is voor de sociale zekerheid in het kader van behoefte en draagkracht van belang te kijken naar de feitelijke omstandigheden waarin de ongehuwd samenwonenden zich bevinden. Immers, alleen dan kan de sociale en economische positie van ongehuwd samenwonenden worden vastgesteld. Die feitelijke situatie wordt beoordeeld aan de hand van het criterium gezamenlijke huishouding. Conclusie In de fiscaliteit/toeslagen en de sociale zekerheid/zorg zal veelal op hetzelfde moment sprake zijn van partnerschap, omdat de criteria op de meeste punten formeel of materieel overeenkomen. Een vervolgstap in de verdere harmonisatie zal worden bewerkstelligd door de criteria het gezamenlijk eigendom van een woning en voor elkaars pensioenregeling als partner zijn aangemerkt als partnercategorie in de sociale zekerheid op te nemen. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is voornemens dit middels een wetswijziging te realiseren. Pagina 4 van 5

Het partnerbegrip in de fiscaliteit/toeslagen en de sociale zekerheid/zorg loopt uiteen voor ongehuwd samenwonenden die een gezamenlijke huishouding voeren, maar niet aan de objectieve criteria voldoen op grond waarvan partnerschap wordt verondersteld in de fiscaliteit en de toeslagen. Dit onderscheid heeft tot gevolg dat deze groep ongehuwd samenwonenden in de sociale zekerheid wel als partners worden aangemerkt, maar in de fiscaliteit en toeslagen daarentegen niet. Het nieuwe partnergrip in de AWR en de Wet IB 2001 treedt met ingang van 1 januari 2011 in werking. Het nieuwe partnerbegrip in de Awir zal op een later moment in werking treden. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid ervaring op te doen met het nieuwe partnerbegrip in de AWR en de inkomstenbelasting en aan de hand van die ervaringen te bezien of in de praktijk problemen ontstaan. Tevens biedt dit de mogelijkheid in de komende tijd te onderzoeken of het in de fiscaliteit/toeslagen mogelijk en noodzakelijk is en zo ja, welke stappen er dan nodig zijn om harmonisatie te bereiken tussen partnerschap in de fiscaliteit/toeslagen en de sociale zekerheid en de zorg. Hoogachtend, de staatssecretaris van Financiën, mr. drs. F.H.H. Weekers Pagina 5 van 5