Belastingdienst. Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2014
|
|
- Nora Jacobs
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Belastingdienst Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2014
2 Inhoud 1 Inleiding Gebruikte begrippen en afkortingen 3 2 De fiscale partnerregeling Partnerregeling; inwonende vriend van dochter Partnerregeling; inwonend meerderjarig kind Partnerregeling; geen partnerschap bij vruchtgebruik en inwonende bloot eigenaar Einde partnerschap; eenzijdig verzoek tot beëindiging geregistreerd partnerschap Einde partnerschap; wederzijds goedvinden beëindiging geregistreerd partnerschap Partnerregeling; herleven partnerschap Keuze voljaarpartnerschap; herziening keuze door beide partners? Keuze voljaarpartnerschap; keuze na indiening aangifte? Toerekening partners; persoonsgebonden aftrek Toerekening partners; verrekening buitenlandse (bron)belasting Toerekening partners; restant persoonsgebonden aftrek overledene naar langstlevende partner Partnerregeling; gewezen partner in de zin van de Wet IB Partnerregeling; partnerschap bij erkenning van vrucht tijdens zwangerschap 8 3 Vragen en antwoorden over heffingskortingen Berekening verhoging maximum heffingskorting in jaar van beëindiging fiscaal partnerschap Werkbonus; leeftijd bij begin van het kalenderjaar Kindgerelateerde heffingskortingen; geboorte kind in kalenderjaar Inkomensafhankelijke combinatiekorting; partner en kind wonen in Marokko Ouderschapsverlofkorting; invloed inkomsten uit PGB Ouderschapsverlofkorting; buitenlands inkomen Jonggehandicaptenkorting; recht op Wajong-uitkering Alleenstaande ouderenkorting 12 Belastingdienst Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen
3 1 Inleiding Dit document bevat vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en de heffingskortingen. In dit document is uitgegaan van de wetteksten en cijfers voor het jaar Gebruikte begrippen en afkortingen Wet IB 2001 Wet inkomstenbelasting 2001 AWR BW Algemene wet inzake rijksbelastingen Burgerlijk Wetboek Belastingdienst Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen
4 2 De fiscale partnerregeling 2.1 Partnerregeling; inwonende vriend van dochter Een alleenstaande moeder en haar minderjarige kinderen staan in de basisregistratie personen (voorheen gemeentelijke basisadministratie) ingeschreven op één adres. Daarnaast heeft de moeder de zorg op zich genomen van een jongen die in jaar is geworden. Deze jongen kan niet worden aangemerkt als pleegkind (artikel 1.4 van de Wet IB 2001). De jongen betaalt geen zakelijke huur. Moeten de moeder en de 18-jarige jongen met ingang van 1 januari 2014 als fiscale partners worden aangemerkt? Op grond van artikel 5a, eerste lid, van de AWR zijn de moeder en de 18-jarige jongen geen fiscale partner van elkaar. In artikel 1.2, eerste lid, onderdeel e, van de Wet IB 2001 is echter bepaald dat onder partner mede wordt verstaan degene die op hetzelfde woonadres als de belastingplichtige staat ingeschreven in de basisregistratie personen en waarbij op dat woonadres ook een minderjarig kind van ten minste een van beiden staat ingeschreven. Dit is anders als de belastingplichtige door middel van een schriftelijke huurovereenkomst, doet blijken dat een van beiden op zakelijke gronden een gedeelte van de woning huurt van de ander. Aan de huurovereenkomst kunnen bij ministeriële regeling nadere voorwaarden worden gesteld. Er is dus sprake van partnerschap tussen de moeder en de jongen. Dit kan gevolgen hebben voor meerdere heffingskortingen. 2.2 Partnerregeling; inwonend meerderjarig kind Twee samenwonenden zijn geen fiscaal partner van elkaar (artikel 5a AWR dan wel artikel 1.2 van de Wet IB 2001). Op enig moment komt de dochter van één van beiden met haar minderjarige kind bij hen inwonen. De dochter is 30 jaar. Zij staan allen op hetzelfde woonadres ingeschreven in de basisregistratie personen. De dochter zou in deze situatie partner kunnen zijn met allebei de samenwonenden. Kan in deze situatie sprake zijn van partnerschap tussen één van de twee samenwonenden en de dochter? Op grond van artikel 5a, eerste lid, van de AWR is er in deze situatie geen sprake van partnerschap. Er wordt wel voldaan aan de voorwaarde van artikel 1.2, eerste lid, onderdeel e, van de Wet IB De dochter voldoet met ieder van de twee samenwonenden aan de voorwaarde en andersom voldoen de twee samenwonenden allebei afzonderlijk met de dochter aan de voorwaarde. In artikel 1.2, derde lid, van de Wet IB 2001 is bepaald dat een persoon op enig moment slechts één partner kan hebben. Vervolgens is in dit lid aangegeven hoe de rangorde is. Nu er sprake is van meerdere kwalificerende personen in dezelfde categorie, is geen van deze personen partner in de zin van artikel 1.2 van de Wet IB Partnerregeling; geen partnerschap bij vruchtgebruik en inwonende bloot eigenaar Een moeder en haar 28-jarige kind bewonen samen een woning. De moeder heeft het vruchtgebruik van de woning en het kind is bloot eigenaar van deze woning. Is er in deze situatie sprake van fiscaal partnerschap tussen de moeder en haar kind? Er wordt niet voldaan aan een van de voorwaarden van artikel 5a van de AWR. Dus is er op grond van die bepaling geen sprake van partnerschap. In artikel 1.2, vierde lid, van de Wet IB 2001 is bepaald dat fiscaal partnerschap tussen ouder en kind alleen mogelijk als het kind ouder is dan 27 jaar. Dat is in deze situatie het geval. Personen die op hetzelfde woonadres staan ingeschreven in de basisregistratie personen worden aangemerkt als fiscaal partners als zij samen een woning hebben die hun anders dan tijdelijk als hoofdverblijf ter beschikking staat op grond van eigendom (artikel 1.2, eerste lid, onderdeel d, van de Wet IB 2001). Onder eigendom wordt ook begrepen economisch eigendom of op grond van een recht van lidmaatschap van een coöperatie. Uit de parlementaire behandeling van de Fiscale Vereenvoudigingswet 2010 volgt dat de woning eigendom moet zijn van beide belastingplichtigen. De situatie waarin de eigendom van de woning slechts één van beiden toekomt, valt niet onder de werking van artikel 1.2, eerste lid, onderdeel d, van de Wet IB In de geschetste situatie heeft slechts één van beiden de (blote) eigendom van de woning. Hierdoor is geen sprake van fiscaal partnerschap tussen de moeder en haar kind. Belastingdienst Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen
5 2.4 Einde partnerschap; eenzijdig verzoek tot beëindiging geregistreerd partnerschap Belastingplichtige, een geregistreerd partner, wil eenzijdig dit partnerschap beëindigen. Dit kan alleen door ontbinding door de rechter op verzoek van één van de partners (artikel 80c van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek). Op welk moment is dan geen sprake meer van partnerschap in de zin van artikel 5a van de AWR? Een geregistreerd partnerschap kan onder andere eindigen door ontbinding op verzoek van één van de partners. Op grond van artikel 5a, vierde lid, van de AWR wordt een persoon niet meer als partner aangemerkt als een verzoek tot echtscheiding, respectievelijk tot scheiding van tafel en bed is ingediend en de partner niet meer op hetzelfde woonadres in de basisregistratie personen staat ingeschreven als de belastingplichtige. De bepalingen inzake de gevolgen van het aangaan/beëindigen van een huwelijk zijn van gelijke toepassing verklaard bij het aangaan/beëindigen van een geregistreerd partnerschap (artikel 2, zesde lid, van de AWR). Dit houdt in dat artikel 5a, vierde lid, van de AWR ook van toepassing bij beëindiging van een geregistreerd partnerschap. Het partnerschap eindigt dus op het moment dat het verzoek tot ontbinding is ingediend. Uiteraard eindigt het partnerschap alleen als op dat moment ook is voldaan aan de voorwaarde dat de partners niet meer op hetzelfde woonadres staan ingeschreven. 2.5 Einde partnerschap; wederzijds goedvinden beëindiging geregistreerd partnerschap Belastingplichtigen, geregistreerde partners, beëindigen met wederzijds goedvinden dit partnerschap. Op welk tijdstip is dan geen sprake meer van partnerschap in de zin van artikel 5a van de AWR? Een geregistreerd partnerschap eindigt met wederzijds goedvinden door inschrijving door de ambtenaar van de burgerlijke stand van een door beide partners en een of meer advocaten of notarissen ondertekende en gedagtekende verklaring waaruit blijkt dat en op welk tijdstip de partners een overeenkomst hebben gesloten omtrent de beëindiging van het geregistreerd partnerschap (artikel 80c, onderdeel c, van Boek 1, van het BW). Er is geen sprake meer van partnerschap in de zin van artikel 5a van de AWR op het tijdstip waarop deze overeenkomst tot beëindiging van het geregistreerd partnerschap is gedagtekend én de partners niet meer op hetzelfde woonadres in de basisregistratie personen staan ingeschreven. Belastingdienst Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen
6 2.6 Partnerregeling; herleven partnerschap Een echtpaar dient op of omstreeks 11 november 2013 een verzoek tot scheiding in. Op 11 november van dat jaar wordt één van beiden uitgeschreven uit de basisregistratie personen (destijds gemeentelijke basisadministratie). Op 14 april 2014 besluiten de echtelieden om toch nog een poging te doen om het huwelijk te redden. Vanaf dat moment zijn beiden weer op hetzelfde adres in de basisregistratie personen ingeschreven. Er is nog geen uitspraak van de rechter geweest. In welke periode is er sprake van fiscaal partnerschap? Tot 11 november 2013 is sprake van fiscaal partnerschap op grond van artikel 5a, eerste lid, onderdeel a, AWR. In de periode van november 2013 tot 14 april 2014 is geen sprake van fiscaal partnerschap. Het verzoek tot echtscheiding is wel ingediend maar de echtscheiding is nog niet uitgesproken. Het huwelijk is dus nog niet ontbonden en daarom is in beginsel nog steeds sprake van fiscaal partnerschap op grond van artikel 5a, eerste lid, onderdeel a, AWR. In artikel 5a, vierde lid, AWR echter is een uitzondering op de hoofdregel voor het partnerschap van het eerste lid opgenomen. Indien aan de cumulatieve voorwaarden van dit vierde lid wordt voldaan is geen sprake meer van fiscaal partnerschap. Deze cumulatieve voorwaarden zijn (voor zover hier van belang): (1) er is een verzoek tot echtscheiding ingediend en (2) men staat niet meer op hetzelfde adres in de basisregistratie personen ingeschreven. In de bovengenoemde situatie is aan de cumulatieve voorwaarden voldaan. Hierdoor is gedurende de periode van november 2013 tot 14 april 2014 geen sprake van fiscaal partnerschap. Vanaf 14 april 2014 is (weer) sprake van fiscaal partnerschap. In artikel 5a, eerste lid, AWR wordt de echtgenoot als partner aangemerkt. Er is sprake van een echtgenoot vanaf het moment van het sluiten van een huwelijk tot het moment waarop het huwelijk wordt ontbonden, zoals door overlijden, door echtscheiding of omzetting van het huwelijk in geregistreerd partnerschap, artikel 1:149 van het BW. Aan de cumulatieve voorwaarden van de uitzonderingssituatie van artikel 5a, vierde lid, van de AWR wordt niet meer voldaan nu beiden weer op hetzelfde adres in de basisregistratie personen staan ingeschreven. 2.7 Keuze voljaarpartnerschap; herziening keuze door beide partners? Deeljaarpartners kunnen er gezamenlijk voor kiezen om voor de toepassing van artikel 2.17 van de Wet IB 2001 als voljaarpartners te worden aangemerkt ( artikel 2.17, zevende lid, van de Wet IB 2001). Als gevolg van deze keuze kunnen gemeenschappelijke inkomensbestanddelen en bestanddelen van de rendementsgrondslag aan de partners worden toegerekend in de onderlinge verhouding die zij hiervoor kiezen. Voor de keuze voor voljaarspartnerschap geldt dat de deeltijdpartners hungemaakte keuze kunnen herzien tot het moment dat de aanslagen van beide partners onherroepelijk vaststaan. Moet een dergelijke keuzeherziening door beide partners gezamenlijk worden gedaan? Ja, het is een gezamenlijke keuze om voor toepassing van artikel 2.17 van de Wet IB 2001 het gehele kalenderjaar als partners te worden aangemerkt. Daarom moeten beide partners de herziening van deze keuze ook gezamenlijk doen. Belastingdienst Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen
7 2.8 Keuze voljaarpartnerschap; keuze na indiening aangifte? Deeljaarpartners kunnen er gezamenlijk voor kiezen om voor de toepassing van artikel 2.17 van de Wet IB 2001 als voljaarpartners te worden aangemerkt (artikel 2.17, zevende lid, van de Wet IB 2001). Kunnen deeljaarpartners die bij de aangifte niet kozen voor voljaarpartnerschap, deze keuze alsnog doen nadat de aangifte is ingediend? Ja, een bij de aangifte te maken keuze kan, tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald, worden gemaakt tot het moment dat de aanslagen van de belastingplichtige en zijn deeljaarpartner onherroepelijk vaststaan. Nadat de aanslagen van de deeljaarpartners onherroepelijk vaststaan, kunnen ze de keuze voor voljaarpartnerschap niet meer maken voor het desbetreffende kalenderjaar. 2.9 Toerekening partners; persoonsgebonden aftrek De persoonsgebonden aftrek wordt als gemeenschappelijk inkomensbestanddeel gekwalificeerd (artikel 2.17, vijfde lid, onderdeel c, van de Wet IB 2001). Betekent dit dat de persoonsgebonden aftrek als één inkomensbestanddeel moet worden verdeeld, of kunnen partners per persoonsgebonden aftrekpost een verdeling kiezen? Partners kunnen per persoonsgebonden aftrekpost een verdeling kiezen Toerekening partners; verrekening buitenlandse (bron)belasting A en B zijn het gehele jaar fiscale partners. A is de niet-verdienende partner. B heeft buitenlandse aandelen die onderdeel uitmaken van de gezamenlijke grondslag sparen en beleggen. Op het buitenlandse aandelenpakket is dividend uitgekeerd, waarop buitenlandse bronbelasting is ingehouden. B wil de gezamenlijke grondslag sparen en beleggen toerekenen aan A. Bij wie moet de geheven buitenlandse (bron)belasting in aanmerking worden genomen voor verrekening met de inkomstenbelasting ter voorkoming van dubbele belasting? Bij B die eigenaar is van de buitenlandse aandelen of bij A aan wie de buitenlandse aandelen worden toegerekend? Verrekening van buitenlandse (bron)belasting kan alleen aan de orde komen voor zover de aandelen waarop het dividend is uitgekeerd, bij de belastingplichtige tot de rendementsgrondslag behoren (grondslageis). In dit verband wordt de te verrekenen buitenlandse (bron)belasting bij de fiscale partners in aanmerking genomen in dezelfde verhouding waarin zij de gezamenlijke grondslag sparen en beleggen verdelen. Als de gezamenlijke grondslag sparen en beleggen - waarvan de buitenlandse aandelen onderdeel uitmaken - op de voet van artikel 2.17 van de Wet IB 2001 volledig wordt toegerekend aan A, kan alleen A de buitenlandse (bron)belasting verrekenen. Belastingdienst Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen
8 2.11 Toerekening partners; restant persoonsgebonden aftrek overledene naar langstlevende partner Belastingplichtige overlijdt in Hij heeft samen met zijn fiscale partner een hoge persoonsgebonden aftrek. Deze wordt voor het jaar 2014 geheel aan belastingplichtige toegerekend. Hierdoor ontstaat een restant persoonsgebonden aftrek bij belastingplichtige. Door het overlijden kan hij deze restant persoonsgebonden aftrek niet meer in aanmerking nemen in de jaren na De bezwaar- en beroepstermijnen met betrekking tot de aanslagen van belastingplichtige en zijn fiscale partner zijn inmiddels verstreken. Kan de partner deze restant persoonsgebonden aftrek in volgende jaren in aanmerking nemen? Tot de persoonsgebonden aftrek behoort het gedeelte van de persoonsgebonden aftrek van voorafgaande jaren dat niet eerder in aanmerking is genomen (artikel 6.1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet IB 2001). Als er sprake is van het gehele jaar partnerschap kan ook de niet in aanmerking genomen persoonsgebonden aftrek van de partner in aanmerking worden genomen. De bij de in 2014 overleden partner niet in aanmerking genomen persoonsgebonden aftrek is een gemeenschappelijk inkomensbestanddeel in Deze niet in aanmerking genomen persoonsgebonden aftrek is aan de overleden partner toegerekend. Gezien het feit dat de aanslagen van beide partners onherroepelijk vaststaan, is wijziging van de verdeling niet meer mogelijk. In 2015, het jaar na overlijden, is geen sprake meer van partnerschap. De langstlevende kan dan alleen de eigen persoonsgebonden aftrek in aanmerking nemen en niet de niet in aanmerking genomen persoonsgebonden aftrek die in 2014 aan de overledene is toegerekend Partnerregeling; gewezen partner in de zin van de Wet IB 2001 Het begrip gewezen partner kan een rol spelen in de eigenwoningregeling en in de sfeer van de uitgaven voor inkomensvoorzieningen. X en Y woonden samen en zijn inmiddels uit elkaar gegaan. X en Y waren in een voorgaand jaar fiscaal partner in de zin van artikel 1.2 van de Wet IB Zijn X en Y aan te merken als elkaars gewezen partner in de zin van de Wet IB 2001? Ja, X en Y zijn aan te merken als elkaars gewezen partner in de zin van de Wet IB Bepalend is of X en Y in een voorgaande periode elkaars fiscaal partner waren. Dit volgt uit artikel 1.2, lid 1, onderdeel f, van de Wet IB Daarbij is niet alleen van belang of belastingplichtigen elkaars fiscaal partner waren in het jaar van verbreking van de samenleving of het huwelijk. X en Y zijn ook elkaars gewezen partner als zij in een voorgaand jaar of een gedeelte daarvan elkaars fiscaal partner waren. Als zij nooit elkaars fiscaal partner waren, zijn zij ook niet aan te merken als elkaars gewezen partner in de zin van de Wet IB Partnerregeling; partnerschap bij erkenning van vrucht tijdens zwangerschap Belastingplichtige raakt in de loop van 2013 zwanger. Het kind wordt in 2014 geboren. De aanstaande vader heeft het ongeboren kind gedurende de zwangerschap erkend. Belastingplichtige en de aanstaande vader kwalificeren niet als partner op grond van artikel 5a van de AWR of een van de criteria van artikel 1.2 van de Wet IB Kan in 2013 al sprake zijn van fiscaal partnerschap doordat de aanstaande vader het ongeboren kind heeft erkend? Voor de fiscaalrechtelijke invulling van het begrip ongeboren kind wordt aangesloten bij hetgeen civielrechtelijk is bepaald. Volgens het BW is er enkel sprake van een kind als het belang van de ongeboren vrucht hierbij is gebaat (artikel 2, van Boek 1, van het BW). Het fiscaal partnerschap dient het belang van de aanstaande ouders. Er is geen sprake van een specifiek belang voor de ongeboren vrucht. Er is geen sprake van fiscaal partnerschap. Belastingdienst Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen
9 3 Vragen en antwoorden over heffingskortingen 3.1 Berekening verhoging maximum heffingskorting in jaar van beëindiging fiscaal partnerschap X en Y zijn gehuwd en dienen op 3 november 2014 een verzoek in, zoals bedoeld in artikel 150, respectievelijk 169 van Boek 1 van het BW tot echtscheiding, respectievelijk tot scheiding van tafel en bed. Vanaf dat moment zijn zij geen fiscaal partner meer, omdat zij ook niet meer op hetzelfde woonadres staan ingeschreven. X heeft gedurende de huwelijkse periode geen inkomen, Y is kostwinner. Na de echtscheiding gaat X werken (en dus inkomen genieten). a b Komt X in aanmerking voor de verhoging van het maximum van de gecombineerde heffingskorting? Welk inkomen van Y is relevant om te bepalen of de door Y verschuldigde gecombineerde inkomensheffing verminderd met zijn gecombineerde heffingskorting voldoende is om de verhoging van de gecombineerde heffingskorting bij X te rechtvaardigen? a b X voldoet aan de zesmaandstermijn van artikel 8.9, eerste lid, van de Wet IB X kan in aanmerking komen voor de verhoging van de gecombineerde heffingskorting als de verschuldigde gecombineerde inkomensheffing over haar jaarinkomen lager is dan het bedrag van haar gecombineerde heffingskorting. Het jaarinkomen is het inkomen van de huwelijkse periode en dat van de nahuwelijkse periode tezamen. De verschuldigde inkomensheffing over het inkomen van Y gedurende het gehele jaar 2014 is relevant. De in artikel 8.9, eerste lid, van de Wet IB 2001 bedoelde, door de partner verschuldigde gecombineerde inkomensheffing verminderd met zijn gecombineerde heffingskorting, wordt immers in beginsel over de periode van een jaar vastgesteld. 3.2 Werkbonus; leeftijd bij begin van het kalenderjaar Belastingplichtige is geboren op 1 januari 1954 en is dus op 1 januari jaar geworden. Haar arbeidsinkomen bedraagt in het jaar 2014 meer dan Zij claimt de werkbonus. Voldoet de belastingplichtige aan de voorwaarde van artikel 8.12, eerste lid, van de Wet IB 2001 dat zij bij het begin van het kalenderjaar 2014 de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt? Het Hof Amsterdam heeft beslist dat een kalenderjaar aanvangt op 1 januari van dat jaar te uur. Volgens dat Hof bereikt iemand die op 1 januari jarig is, die (relevante) leeftijd niet bij het begin van het kalenderjaar 1. Deze belastingplichtige voldoet hierdoor niet aan de voorwaarde van artikel 8.12, eerste lid, van de Wet IB 2001 dat zij bij het begin van het kalenderjaar 2014 de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt. 3.3 Kindgerelateerde heffingskortingen; geboorte kind in kalenderjaar Belastingplichtige krijgt op 3 maart 2014 een kind. Dit kind stond op 1 januari van dit kalenderjaar dus nog niet ingeschreven op het woonadres van de belastingplichtige. Heeft de belastingplichtige recht op de inkomensafhankelijke combinatiekorting? Ja. In deze situatie staat immers in het kalenderjaar tenminste zes maanden een kind op hetzelfde woonadres als belastingplichtige ingeschreven. Voor de in artikel 8.14a, eerste lid, onderdeel b, van de Wet IB 2001 bedoelde leeftijdstoets bij de aanvang van het kalenderjaar worden nog niet geboren kinderen geacht nul jaar te zijn. Dezelfde systematiek is van toepassing op de alleenstaande-ouderkorting (artikel 8.15, tweede lid, van Wet IB 2001). 1 uitspraak van 1 juli 1994, zaaknr. 93/2651, LJN AW2696 (FED 1996/128) Belastingdienst Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen
10 3.4 Inkomensafhankelijke combinatiekorting; partner en kind wonen in Marokko Belastingplichtige is gehuwd en woont en werkt in 2014 in Nederland. Zijn echtgenote woont met de kinderen van 8 en 10 jaar in Marokko. De echtgenote geniet met tegenwoordige arbeid meer dan en wordt in Marokko in beginsel als inwoner betrokken in de belastingheffing. Marokko is een mogendheid waarmee Nederland een regeling ter voorkoming van dubbele belasting is overeengekomen die voorziet in uitwisseling van inlichtingen. a b a b Komt belastingplichtige in 2014 in aanmerking voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting? Komt zijn echtgenote in 2014 in aanmerking voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting? Nee, belastingplichtige komt niet in aanmerking voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting omdat de kinderen niet ten minste zes maanden op hetzelfde woonadres als de belastingplichtige staan ingeschreven in de basisregistratie personen (artikel 8.14a van de Wet IB 2001). De regeling voor co-ouders (artikel 44b van de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001) is niet van toepassing omdat de kinderen niet tot de huishouding van belastingplichtige behoren. Ja, mits de echtgenote kiest voor de toepassing van de regels voor binnenlandse belastingplichtigen en zij voldoet aan de overige voorwaarden voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting (artikel 2.5 van de Wet IB 2001). 3.5 Ouderschapsverlofkorting; invloed inkomsten uit PGB Belastingplichtige heeft een privaatrechtelijke dienstbetrekking waaruit hij loon geniet. Daarnaast ontvangt hij ook inkomsten uit het persoonsgebonden budget (PGB) van zijn minderjarige kind voor de zorg die hij aan zijn kind verleent. Voor de inkomsten die belastingplichtige uit het PGB geniet, is gekozen voor opting-in. Dit heeft tot gevolg dat de inkomsten uit het PGB als loon uit (fictieve) dienstbetrekking in de loonheffing van belastingplichtige worden betrokken. Belastingplichtige neemt ouderschapsverlof op en claimt ouderschapsverlofkorting. Voor toepassing van de ouderschapsverlofkorting is een terugval in het belastbaar loon vereist (artikel 8.14b, tweede lid, van de Wet IB 2001). Worden de inkomsten die als gevolg van de opting-in regeling loon uit dienstbetrekking vormen als belastbaar loon aangemerkt? In artikel 3.80 Wet IB 2001 is een definitie van het begrip belastbaar loon opgenomen. Artikel 3.81 Wet IB 2001 geeft vervolgens aan wat daarbij als loon moet worden aangemerkt. Voor zover hier van belang gaat het dan om loon in de zin van de Wet op de loonbelasting Als de belastingplichtige kiest voor opting-in, ontstaat er een fictieve dienstbetrekking op grond van artikel 4, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting De beloning uit deze fictieve dienstbetrekking moet dan bij de belastingplichtige in aanmerking worden genomen als loon in de zin van artikel 10 van deze wet. Dit betekent dat deze beloning op grond van de artikelen 3.80 en 3.81 van de Wet IB 2001 voor toepassing van de Wet IB 2001 als belastbaar loon wordt aangemerkt (dus geen ROW). De inkomsten van belastingplichtige uit het PGB van zijn kind, verhogen dus voor de toepassing van artikel 8.14b, tweede lid, van de Wet IB 2001 zijn belastbaar loon. Belastingdienst Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen
11 3.6 Ouderschapsverlofkorting; buitenlands inkomen Belastingplichtige is in augustus 2013 in Nederland komen wonen. In 2013 bedroeg het in Nederland genoten loon Belastingplichtige is vanaf augustus 2013 belasting- en premieplichtig in Nederland. Hij heeft niet geopteerd voor binnenlandse belastingplicht. In de voorafgaande periode van 2013 heeft belastingplichtige in België aan looninkomsten genoten. In 2014 bedraagt het in Nederland genoten loon In 2014 heeft hij ouderschapsverlof opgenomen. Moet bij het bepalen van het recht op ouderschapsverlofkorting rekening gehouden worden met het in België genoten loon? Op grond van artikel 8.14b, tweede lid, Wet IB 2001, bestaat slechts recht op ouderschapsverlofkorting als sprake is van terugval in loon. In artikel 8.14b, Wet IB 2001, wordt gesproken over belastbaar loon. In artikel 3.80 Wet IB 2001 wordt het begrip belastbaar loon gedefinieerd. Het gaat hier om de uitleg van het begrip belastbaar. In deze situatie heeft belanghebbende niet gekozen voor binnenlandse belastingplicht. Het door belanghebbende genoten loon in België is niet belast in Nederland. Artikel 3.80, Wet IB 2001, spreekt echter niet van in Nederland belastbaar loon. In samenhang gelezen met artikel 7.2, tweede lid, onderdeel b, Wet IB 2001, kan er van worden uitgegaan dat het begrip belastbaar loon in artikel 3.80, Wet IB 2001, een wereldloonbegrip betreft, waarop artikel 7.2, tweede lid, onderdeel b, Wet IB 2001, een beperking aanbrengt. Dit betekent dat voor de ouderschapsverlofkorting uitgegaan moet worden van het ruime belastbaarloonbegrip, wat in onderhavig geval betekent dat ook het in België genoten loon wordt meegenomen bij de beoordeling of sprake is van een terugval in het belastbare loon. 3.7 Jonggehandicaptenkorting; recht op Wajong-uitkering Belanghebbende is vanaf zijn geboorte arbeidsgehandicapt en kwalificeert als jonggehandicapte in de zin van de Wet Wajong. Belanghebbende is in loondienst werkzaam vanaf het verlaten van het onderwijs en hij geniet geen Wajong-uitkering. Heeft belanghebbende recht op de jonggehandicaptenkorting? Belanghebbende heeft recht op de jonggehandicaptenkorting als hij aannemelijk maakt dat hij rechthebbende is voor de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong)(artikel 8.16a van de Wet IB 2001). Voor de beantwoording van de vraag of belanghebbende recht heeft op de jonggehandicaptenkorting is met ingang van 2004 enkel van belang of hij recht heeft op een uitkering of op arbeidsondersteuning op grond van de Wet Wajong. Dit is een verruiming ten opzichte van de regeling tot en met Wajonggerechtigden die loon of een andere uitkering genieten en om die reden feitelijk geen Wajong-uitkering ontvangen, komen sinds 2004 dus ook voor de jonggehandicaptenkorting in aanmerking. Belastingdienst Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen
12 3.8 Alleenstaande ouderenkorting Belastingplichtige en zijn echtgenote ontvangen een AOW-uitkering voor gehuwden. Om medische redenen kunnen zij niet meer samen wonen. Eén van de echtgenoten verhuist. Er wordt verzuimd om voor beiden een alleenstaanden AOW-uitkering aan te vragen. Bestaat voor belanghebbende en zijn echtgenote recht op de alleenstaande ouderenkorting? De alleenstaande ouderenkorting bestaat voor de belastingplichtige die in het kalenderjaar in aanmerking komt voor een uitkering als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel a of onderdeel c, van de Algemene Ouderdomswet, of daarvoor in aanmerking zou komen indien hij zou voldoen aan de voorwaarde van artikel 7, onderdeel b, van de Algemene Ouderdomswet (artikel 8.18, eerste lid, van de Wet IB 2001). Deze artikelen betreffen het ouderdomspensioen voor de ongehuwde belastingplichtige en voor de ongehuwde belastingplichtige met een kind jonger dan 18 jaar. In Voor deze wet wordt als ongehuwd mede aangemerkt degene die duurzaam gescheiden leeft van de persoon met wie hij gehuwd is (artikel 1, derde lid, onderdeel b, van de Algemene Ouderdomswet). Het recht hebben op AOW-uitkering voor ongehuwden is voldoende om recht te hebben op de alleenstaande ouderenkorting. Het is niet nodig dat een AOW-uitkering voor ongehuwden is aangevraagd 2. De reden waarom de uitkering niet is aangevraagd is niet van belang. Het feit dat sprake is van partners in de zin van de Wet IB 2001 is evenmin van belang 3. 2 Dit is bevestigd in de uitspraak van Hof Den Bosch, 21 juli 2005, nr. 03/2668, ECLI:NL:GHSHE:2005:AU De staatssecretaris heeft dit bevestigd in zijn brief van 6 april 2012, nr. DGB2012/1296U, V-N 2012/ Belastingdienst Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen
13 IB 808-1Z41FD
Belastingdienst. Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2013
Belastingdienst Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2013 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Gebruikte begrippen en afkortingen 3 2 De fiscale partnerregeling
Nadere informatieBelastingdienst. Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2015
Belastingdienst Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2015 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Gebruikte begrippen en afkortingen 3 2 De fiscale partnerregeling
Nadere informatieVragen en antwoorden over fiscale partnerregeling en heffingskortingen
Vragen en antwoorden over fiscale partnerregeling en heffingskortingen Dit document bevat vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en de heffingskortingen. ib 801-1z*1fd INKOMSTENBELASTING
Nadere informatieBelastingdienst. Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2016
Belastingdienst Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2016 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Gebruikte begrippen en afkortingen 3 2 De fiscale partnerregeling
Nadere informatieBelastingdienst. Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2018
Belastingdienst Inkomstenbelasting Vragen en antwoorden over de fiscale partnerregeling en heffingskortingen 2018 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Gebruikte begrippen en afkortingen 3 2 De fiscale partnerregeling
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 4802 31 maart 2010 Inkomstenbelasting. Vragen en antwoorden fiscale partnerregeling en heffingskortingen 18 maart 2010
Nadere informatie2. Vragen en antwoorden over fiscale partnerregeling
Inkomstenbelasting. Vragen en antwoorden fiscale partnerregeling en heffingskortingen 1 Inkomstenbelasting. Vragen en antwoorden fiscale partnerregeling en heffingskortingen Belastingdienst/Centrum voor
Nadere informatieInkomstenbelasting. Vragen en antwoorden fiscale partnerregeling en heffingskortingen
FIN Inkomstenbelasting. Vragen en antwoorden fiscale partnerregeling en heffingskortingen 12 december 2007/Nr. CPP2007/2793M Belastingdienst/Centrum voor procesen productontwikkeling, Sector brieven &
Nadere informatie1. Inkomstenbelasting/premie
Tabellen IB/PH 1.1 1. Inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2016 1.1 Inkomstenbelasting 1.1.1 Belastingplicht Inkomstenbelasting wordt geheven van natuurlijke personen. Binnenlandse belastingplichtigen
Nadere informatieStroomlijning partnerbegrip. Uniform partnerbegrip (artikel 5a Awr) Nader uitgewerkt
Partnerschap 2013 Stroomlijning partnerbegrip Uniform partnerbegrip (artikel 5a Awr) Nader uitgewerkt (artikel 1.2 Wet IB 2001) Partnerregeling (artikel 5a Awr ) Wie zijn partners? echtgenoot, geregistreerd
Nadere informatieInstituut Financieel Management
FFEBLR0111 IB (niet-winst) Instituut Financieel Management Opdracht 1b (inleveren in week 3) De tekst van artikel 1.2 Wet IB is per 1 januari 2011 ingrijpend gewijzigd. Vanaf 2001 t/m 2010 luidde de tekst
Nadere informatieInkomstenbelasting - Inleiding -- Deel 2
Inkomstenbelasting inleiding 2 programma Verliescompensatie Heffingskorting Splitsing heffingskorting Middeling Aanslag Verliescompensatie 1 van 2 Binnenjaarse verliescompensatie Binnen een box mogen de
Nadere informatieHeffingskortingen 2016
Heffingskortingen 2016 Heffingskortingen zijn kortingen op de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. Hierdoor betaalt een belastingplichtige minder belasting en premies. Een heffingskorting is
Nadere informatieInkomstenbelasting. Fiscale partnerregeling en heffingskortingen. Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten
Inkomstenbelasting. Fiscale partnerregeling en heffingskortingen Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 11 november 2011, nr. BLKB2011/1208M, Staatscourant
Nadere informatieJonggehandicapten: Jonggehandicaptenkorting 708 per jaar 59,00 per maand (Wajongkorting)
Belastingscan 2013 d.d. 2 januari 2013 Algemeen en arbeid jonger dan AOW leeftijd: NAAM VTB & BEDRAGEN RELEVANTE CRITERIA VOOR TOEKENNING & WIJZE VAN AANVRAGEN Algemene * geldt voor alle belastingbetalers
Nadere informatieAls u gaat scheiden. Let op! PA 960-1Z81FD (2126)
2008 Als u gaat scheiden Als u gaat scheiden, heeft dit gevolgen voor de belasting van u en uw echtgenoot. Voor de belastingheffing wordt u als gescheiden beschouwd, als u niet meer bij elkaar woont. Om
Nadere informatieAls u gaat scheiden. Let op! PA 960-1Z71FD (1019)
Als u gaat scheiden Als u gaat scheiden, heeft dit gevolgen voor de belasting van u en uw echtgenoot. Voor de belastingheffing wordt u als gescheiden beschouwd, als u niet meer bij elkaar woont. Om welke
Nadere informatieINKOMSTENBELASTING. Inkomstenbelasting Art. 1.1 Onder de naam inkomstenbelasting wordt een belasting geheven van natuurlijke personen.
I INKOMSTENBELASTING Wet van 11 mei 2000 tot vaststelling van de Wet inkomstenbelasting 2001 (Belastingherziening 2001), Stb. 2000, 215, zoals laatstelijk gewijzigd op 30 december 2014, Stb. 2014, 196
Nadere informatiePartnerschap 2014. Stroomlijning partnerbegrip. Uniform partnerbegrip (artikel 5a Awr) Nader uitgewerkt. (artikel 1.2 Wet IB 2001)
Partnerschap 2014 Stroomlijning partnerbegrip Uniform partnerbegrip (artikel 5a Awr) Nader uitgewerkt (artikel 1.2 Wet IB 2001) 1 Partnerregeling (artikel 5a Awr ) Wie zijn partners? echtgenoot, geregistreerd
Nadere informatiePartnerschap 2014/2015
Partnerschap 2014/2015 Stroomlijning partnerbegrip Uniform partnerbegrip (artikel 5a Awr) Nader uitgewerkt (artikel 1.2 Wet IB 2001) Partnerregeling (artikel 5a Awr ) Wie zijn partners? echtgenoot, geregistreerd
Nadere informatieAlumni-Mfp. Actualiteiten estate planning. Theo Hoogwout woensdag 12 februari 2014
Alumni-Mfp Actualiteiten estate planning Theo Hoogwout woensdag 12 februari 2014 1 Programma Fiscaal partnerschap Huwelijks vermogensrecht Erven & AWBZ Erven of schenken woning & WOZ Schenken Uniform partnerbegrip
Nadere informatieRegelingen en voorzieningen CODE
Regelingen en voorzieningen CODE 3.1.2.32 Gevolgen non-discriminatiebepalingen (België, Suriname, Nederlandse Antillen, Aruba) en grensarbeidersprotocol (Duitsland) voor de Wet inkomstenbelasting 2001
Nadere informatie2014 -- Inkomstenbelasting - Inleiding -- Deel 1
Inkomstenbelasting inleiding 1 programma Natuurlijke personen Wonen Boxenstelsel Partnerregeling Toerekeningsregels Belastingplicht Artikel 1.1 Onder de naam inkomstenbelasting wordt een belasting geheven
Nadere informatieBelastingplan 2012. Vs. 05-01-2012 1
Belastingplan 2012 - Wettelijk minimumloon per maand o 15 jr. 434,00 o 16 jr. 499,10 o 17 jr. 571,40 o 18 jr. 658,20 o 19 jr. 759,45 o 20 jr. 889,65 o 21 jr. 1.048,80 o 22 jr. 1.229,60 o 23 jr. e.o. 1.446,60
Nadere informatieBeleidsregels alleenstaande-ouderkop 2016 IGSD Steenwijkerland/Westerveld.
Beleidsregels alleenstaande-ouderkop 2016 IGSD Steenwijkerland/Westerveld. Met ingang van 1 januari 2015 is de norm van een alleenstaande ouder gelijk aan de norm van een alleenstaande. Alleenstaande ouders
Nadere informatieBeleidsregels compensatie alleenstaande ouderkop Heemstede 2016
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Heemstede. Nr. 125382 22 december 2015 Beleidsregels compensatie alleenstaande ouderkop Heemstede 2016 Het college van de gemeente Heemstede; gelet op artikel
Nadere informatieKwalificerende Buitenlandse Belastingplichtige 2015
Kwalificerende Buitenlandse Belastingplichtige 2015 Nicole MSH Janssen Team GWO Inhoud presentatie Belastingverdrag tot en met 2015 Werken in Nederland Uitkering uit Nederland Fiscaal partnerschap (fp)
Nadere informatieNieuwsbrief van d.d
Nieuwsbrief van d.d. 06-02-2006 Nummer: 06-2006 1) Bijtelling over BPM-vrije accessoires Belastingplichtigen met een auto van de zaak mogen voor de jaren 2004 en 2005 de waarde van BPM-vrije accessoires
Nadere informatieWonen in Duitsland 2016
Wonen in Duitsland 2016 Team Grensoverschrijdend Werken en Ondernemen (GWO) Nicole Janssen Inhoud presentatie Verdrag ter voorkoming van dubbele belasting NL-D: Uitkeringen in belastingverdrag tot en met
Nadere informatieAanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016
Belastingdienst 16 2016 Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Deze aanvullende toelichting hoort bij de M-aangifte 2016. In het Overzicht inkomsten en aftrekposten
Nadere informatieHet fiscale partnerschap... 2 Wie zijn fiscale partners?... 2 Gehuwden... 2 Ongehuwd samenwonenden... 3 Meer partners in een jaar...
Het fiscale partnerschap... 2 Wie zijn fiscale partners?... 2 Gehuwden... 2 Ongehuwd samenwonenden... 3 Meer partners in een jaar... 3 Gevolgen van het fiscale partnerschap... 4 Inkomenstoerekening...
Nadere informatieEchtscheiding en eigen woning
Echtscheiding en eigen woning 25 april 2013 Echtscheiding is aan de orde van de dag. Ruim 36 % van alle huwelijken eindigt door echtscheiding. Onder ondernemers ligt dat percentage nog wat hoger. Bij een
Nadere informatieToelichting bij de verordening. Algemeen
Toelichting bij de verordening Algemeen Het Rijk heeft per 1 januari jl. de Wet werk en bijstand (WWB) en de Wet investeren in jongeren (WIJ) samengevoegd tot een nieuwe Wet werk en bijstand. Net zoals
Nadere informatiePartnerschap 2011. Partnerregeling (artikel 5a Awr ) Stroomlijning partnerbegrip. Uniform partnerbegrip (artikel 5a Awr)
Partnerschap 2011 Stroomlijning partnerbegrip Uniform partnerbegrip (artikel 5a Awr) Nader uitgewerkt (artikel 1.2 Wet IB 2001) Partnerregeling (artikel 5a Awr ) Wie zijn partners? echtgenoot, geregistreerd
Nadere informatieHet dagelijks bestuur van WIHW; Gelezen het advies van de Regionale Cliëntenraad WIHW;
Het dagelijks bestuur van WIHW; Gelezen het advies van de Regionale Cliëntenraad WIHW; overwegende dat het wenselijk is regels te stellen over het beleid ten aanzien van de compensatie van personen die
Nadere informatieAls u gaat samenwonen
2 7 Als u gaat samenwonen Als u gaat samenwonen, kan dit gevolgen hebben voor de belasting die u en uw huisgenoot betalen. Welke gevolgen dat precies zijn, hangt af van uw persoonlijke situatie. Samenwonen
Nadere informatieAanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2015
Belastingdienst 15 2015 Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2015 IB 331-1B51PL Deze aanvullende toelichting hoort bij de M aangifte 2015. In het Overzicht inkomsten
Nadere informatieHRo - Inkomstenbelasting - Inleiding -- Deel 2
Inkomstenbelasting inleiding 2 programma Verliescompensatie Heffingskorting Splitsing heffingskorting Middeling Aanslag Verliescompensatie 1 van 2 Binnenjaarse verliescompensatie Binnen een box mogen de
Nadere informatieHRo - Inkomstenbelasting - Inleiding -- Deel 2. Versie aug
Inkomstenbelasting inleiding 2 programma Verliescompensatie Verliescompensatie 2 van 2 Jaar I II III IV V VI VII Inkomen uit werk en woning 12.000 9.000 7.000-18.000-5.000-3.000 12.000 Heffingskorting
Nadere informatie1. Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv)
1. Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) 1.1 Algemeen 1 ¾ Wfsv regelt financiering sociale verzekeringen. ¾ Onder werking van Wfsv vallen ¾ volksverzekeringen AOW/Anw/Wlz ¾ werknemersverzekeringen
Nadere informatieWoord vooraf. Tabellen IB/PH VW.5
Tabellen IB/PH VW.5 Woord vooraf Deze uitgave bevat twee uitgewerkte tabellen met de gecombineerde heffing inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PH) over het belastbaar inkomen uit werk en woning
Nadere informatiePartnerbegrip kinderopvangtoeslag
Regelingen en voorzieningen CODE 10.2.2.436 Partnerbegrip kinderopvangtoeslag bronnen Brief minister van SZW aan Tweede Kamer (referentie 2013-0000105336), 18.9.2013 Kamervragen aan de staatssecretaris
Nadere informatieSAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT
SAMENLEVINGSVORMEN SAMENLEVINGVORMEN EN SAMENLEVINGSCONTRACT Algemeen De gevolgen van het huwelijk en het geregistreerd partnerschap worden in de wet uitgebreid geregeld. Andere samenwonenden worden door
Nadere informatieGEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude
Het college van burgemeester en wethouders heeft in zijn vergadering van 8 december 2015 de navolgende beleidsregels vastgesteld: Beleidsregels compensatie alleenstaande ouderkop Haarlemmerliede en Spaarnwoude.
Nadere informatieBeleidsregels alleenstaande ouders De Friese Meren. de Beleidsregels alleenstaande ouders De Friese Meren vast te stellen:
CVDR Officiële uitgave van De Fryske Marren. Nr. CVDR357578_1 25 juli 2017 Beleidsregels alleenstaande ouders De Friese Meren Collegebesluit 8 december 2014 Nummer: 45882 Het college van De Friese Meren
Nadere informatiePresentatie scholingsdag NBPB. Mr. R. van Rijssen R. Ruinemans RB
Presentatie scholingsdag NBPB Mr. R. van Rijssen R. Ruinemans RB Programma Introductie Uitstel invoering kostendelersnorm berekening beslag vrije voet. Het systeem van de inkomstenbelasting Fiscaal partnerbegrip
Nadere informatieAlgemeen en arbeid jonger dan AOW leeftijd: NAAM VTB & BEDRAGEN RELEVANTE CRITERIA VOOR TOEKENNING & WIJZE VAN AANVRAGEN Algemene
Belastingscan 2014: Algemeen en arbeid jonger dan AOW leeftijd: NAAM VTB & BEDRAGEN RELEVANTE CRITERIA VOOR TOEKENNING & WIJZE VAN AANVRAGEN Algemene * geldt voor alle belastingbetalers via de werkgever/uitkeringsinstantie:
Nadere informatieAls u gaat samenwonen
2 8 Als u gaat samenwonen Als u gaat samenwonen, kan dit gevolgen hebben voor de belasting die u en uw huisgenoot betalen. Welke gevolgen dat precies zijn, hangt af van uw persoonlijke situatie. Samenwonen
Nadere informatieBesluit van PM DATUM [CONCEPT] tot wijziging van enige wetten en uitvoeringsbesluiten op het gebied van de belastingen
Besluit van PM DATUM [CONCEPT] tot wijziging van enige wetten en uitvoeringsbesluiten op het gebied van de belastingen Artikel XII Het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 wordt als volgt gewijzigd:
Nadere informatieAanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016
Belastingdienst 16 2016 Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Deze aanvullende toelichting hoort bij de M-aangifte 2016. In het Overzicht inkomsten en aftrekposten
Nadere informatieVraag 1. Antwoord: Codering antwoord: Gewenst (09): 1, 2 en 3 Acceptabel (06): 1 Onacceptabel (01):
Vraag 1 Ik bezit een aantal aandelen en altijd als ik de aangifte doe komt de vraag voorbij of ik aanmerkelijk belang heb. Ik weet eigenlijk niet of ik dat heb ja of nee. Kunt u mij vertellen wanneer je
Nadere informatieRegeling zorgverzekering
Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 1 september 2005, nr. Z/VV-2611957, houdende regels ter zake van de uitvoering van de Zorgverzekeringswet (), laatstelijk gewijzigd bij
Nadere informatieAls u 65 jaar of ouder bent
2007 Als u 65 jaar of t Als u 65 jaar wordt, heeft dit gevolgen voor uw belasting en premie volksverzekeringen. Deze gevolgen hebben bijvoorbeeld betrekking op uw belastingtarief, uw heffingskortingen,
Nadere informatieWij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.
34 154 Voorstel van wet van de leden Recourt en Van der Steur tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de herziening van het stelsel van kinderalimentatie (Wet
Nadere informatieStamrecht: veel gestelde vragen. De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.
Stamrecht Stamrecht: veel gestelde vragen De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris van Financiën het volgende besloten. De toepassing van stamrechtvrijstelling, zoals opgenomen
Nadere informatie2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4
Nadere informatieArtikel 31. Toelichting. Artikel 31, tweede lid, onderdeel u, van de Wet werk en bijstand komt te luiden:
Artikel 31 Laatste bewerking op 24 januari Artikel 31, tweede lid, onderdeel u, van de Wet werk en bijstand komt te luiden: u. hetgeen een mantelzorger op grond van het bepaalde bij of krachtens artikel
Nadere informatie7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld
Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni 2012 7.7 6 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Brutoloon Het brutoloon is het loon dat de werknemer ontvangt van zijn werkgever. Van dit loon worden
Nadere informatieHRo - Inkomstenbelasting - Inleiding -- Deel 1
Inkomstenbelasting inleiding 1 programma Natuurlijke personen Wonen Boxenstelsel Partnerregeling Belastingplicht Artikel 1.1 Onder de naam inkomstenbelasting wordt een belasting geheven van natuurlijke
Nadere informatieHRo - Inkomstenbelasting - Inleiding -- Deel 1
Inkomstenbelasting inleiding 1 programma Natuurlijke personen Wonen Boxenstelsel Partnerregeling Toerekeningsregels Belastingplicht Artikel 1.1 Onder de naam inkomstenbelasting wordt een belasting geheven
Nadere informatieAfdeling Samenleving Richtlijn 330 Ingangsdatum: 01-06-2012
Afdeling Samenleving Richtlijn 330 Ingangsdatum: 01-06-2012 HEFFINGSKORTINGEN Algemeen De uitgaven van de overheid worden onder andere door het opleggen van belastingen gefinancierd. Er bestaan verschillende
Nadere informatieZie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.
Rapport 2 h2>klacht Beoordeling Conclusie Onderzoek Bevindingen Klacht Verzoekster klaagt over de gang van zaken rond het toekennen van de kinderkorting 2006. Meer concreet klaagt zij erover dat de Belastingdienst/Noord
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën;
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 26031 17 december 2012 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 7 december 2012, 2012-0000049118,
Nadere informatieAls u gaat trouwen. Sommige inkomsten en aftrekposten kunt u verdelen. Let op! PA 940-1Z71FD
7 Als u gaat trouwen Als u gaat trouwen, kan dit gevolgen hebben voor de belasting die u en uw echtgenoot betalen. Trouwen kan bijvoorbeeld gevolgen hebben voor uw inkomsten en aftrekposten en uw heffingskortingen.
Nadere informatieWij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.
34 231 Voorstel van wet van de leden Van Oosten, Recourt en Berndsen-Jansen tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de herziening van het stelsel van
Nadere informatieDirectoraat-generaal Belastingdienst, Cluster Fiscaliteit. Besluit van 26 april 2013, nr. DGB 2013/201M
Inkomstenbelasting. Keuzeregeling voor buitenlandse belastingplichtigen; inhaal - en terugnameregeling bij negatieve inkomsten uit eigen woning en belastingvermindering bij keuzerecht Directoraat-generaal
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 15191 10 juni 2013 Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 3 juni 2013, 2013-0000046722,
Nadere informatieUITLEG AANPAK AFWIKKELING LIJFRENTE BIJ SCHEIDING EN VASTLEGGING IN CONVENANT
UITLEG AANPAK AFWIKKELING LIJFRENTE BIJ SCHEIDING EN VASTLEGGING IN CONVENANT Samenwoners Samenwoners hebben gescheiden vermogens. Een lijfrente blijft bij samenwoners onderdeel van het privévermogen van
Nadere informatieWijzigingen in de loonheffingskorting 2019 voor niet-inwoners van Nederland
Vakblad Grensoverschrijdend Werken nr. 20, februari 2019 www.grensoverschrijdendwerken.nl Wijzigingen in de loonheffingskorting 2019 voor niet-inwoners van Nederland Auteur: Nicole M.S.H. Janssen, werkzaam
Nadere informatieArtikel 31 Let op: Artikel 31 wijzigt ook door de Wet maatregelen WWB!!! Laatste bewerking op 10 maart
Artikel 31 Let op: Artikel 31 wijzigt ook door de Wet maatregelen WWB!!! Laatste bewerking op 10 maart De Wet werk en bijstand wordt als volgt gewijzigd: I Artikel 31, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
Nadere informatieBrondatum:
Keuzeregeling voor buitenlandse belastingplichtigen; inhaal- en terugnameregeling bij negatieve inkomsten uit eigen woning en belastingvermindering bij keuzerecht Brondatum: 26-04-2013 De keuzeregeling
Nadere informatiePARTICULIEREN: LETOP
PARTICULIEREN: LETOP Gehoor geven aan de brief van de belastingdienst dat u geen aangifte inkomstenbelasting meer hoeft in te dienen kan U geld kosten! De belastingdienst stuurt op basis van de gegevens
Nadere informatieVragenlijst voor het opstellen van huwelijksvoorwaarden of partnerschapsvoorwaarden 1
Vragenlijst voor het opstellen van huwelijksvoorwaarden of partnerschapsvoorwaarden 1 I. Personalia MAN/VROUW Familienaam Voornamen Adres Geboorteplaats en -datum Legitimatiebewijs Nummer Legitimatiebewijs
Nadere informatieArtikel 31. Toelichting. De Participatiewet wordt als volgt gewijzigd: Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 31 Laatste bewerking op 14 juli 15 De Participatiewet wordt als volgt gewijzigd: Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd: a. In de onderdelen n en r, onder
Nadere informatieOverzicht Fiscale Cijfers 2013 en 2014 (per januari 2014)
Overzicht Fiscale Cijfers 2013 en 2014 (per januari 2014) Box 1: Belastbaar inkomen uit werk en woning (2013) Box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning : Inkomen uit werk en woning bestaat uit inkomsten
Nadere informatie2014 -- Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 1
Inkomstenbelasting NW 1 programma Inkomsten uit werk, niet-winst Algemene bepalingen Loon Resultaat overige werkzaamheden Periodieke uitkeringen Heffingsgrondslagen boxenstelsel 1 van 2 Artikel 2.3 De
Nadere informatieHuwelijks- en partneraansprakelijkheid voor belastingschulden Mr. G.H. Ulrich, Professional Support Lawyer bij Hertoghs advocatenbelastingkundigen
FTV 2014/6 Huwelijks- en partneraansprakelijkheid voor belastingschulden Publicatie Jaargang 15 Publicatiedatum 01-06-2014 Afleveringnummer 6 Artikelnummer 34 Titel Auteurs Samenvatting Rubriek FTV: Fiscaal
Nadere informatie2011 -- HRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 1
Inkomstenbelasting NW 1 programma Inkomsten uit werk, anders dan winst Algemene bepalingen Loon Resultaat overige werkzaamheden Periodieke uitkeringen Heffingsgrondslagen boxenstelsel 1 van 2 Artikel 2.3
Nadere informatieFACTSHEET TOESLAGEN 1
FACTSHEET TOESLAGEN 1 Inleiding Een scheiding heeft meestal gevolgen voor het recht op en de hoogte van toeslagen. Om u hiervan een beeld te geven, hebben wij voor u de voorwaarden voor alle verschillende
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 277 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met de herziening van de definities van gezin en middelen (Wet afschaffing huishoudinkomenstoets)
Nadere informatieAls u kosten maakt voor kinderopvang
2004 Als u kosten maakt Als u kosten maakt in verband met uw werk kan dit gevolgen hebben voor uw belasting. U mag namelijk onder bepaalde voorwaarden een deel van deze kosten aftrekken. Of dat ook voor
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 154 Voorstel van wet van de leden Recourt en Van Oosten tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met de
Nadere informatieU of uw fiscale partner verkoopt een eigen woning of heeft een eigenwoningreserve
UW WONING EN DE FISCUS U koopt een woning 2e woning Rente en kosten voor de eigenwoningschuld Niet aftrekbaar zijn: Eenmalig aftrekbare kosten Inkomsten Eigen Woning U sluit een spaar-, leven- of beleggingshypotheek
Nadere informatieBelastingscan 2015: Alle bedragen
Belastingscan 2015 en bedragen kindgebonden budget (pagina 3) Algemeen en arbeid jonger dan AOW leeftijd: NAAM VTB & BEDRAGEN RELEVANTE CRITERIA VOOR TOEKENNING & WIJZE VAN AANVRAGEN Algemene * geldt voor
Nadere informatieArtikelen 81 en 82. Ongewijzigd. Artikel 83
Doorlopende tekst van de gewijzigde artikelen van de titels 1.6, 1.7 en 1.8 BW (nieuw), alsmede van artikel V (overgangsbepaling), zoals deze luidt volgens Kamerstukken I 2008/09, 28 867, A (gewijzigd
Nadere informatieToelichting op de nieuwe afspraken over ouderschapsverlof in de CAO Jeugdzorg. Nieuwe versie, februari 2015
Toelichting op de nieuwe afspraken over ouderschapsverlof Nieuwe versie, februari 2015 Toelichting op de nieuwe afspraken over ouderschapsverlof Wijzig de titel van het artikel (Kop 5) In het cao-akkoord
Nadere informatie2014 -- Inkomstenbelasting - AB -- Deel 1
Inkomstenbelasting AB 1 programma Inleiding aanmerkelijk belang Ratio regeling Wanneer sprake van AB? Meesleepregeling en meetrekregeling Reguliere voordelen en vervreemdingsvoordelen Verkrijgingsprijs
Nadere informatieAangeven van vermogensbestanddelen. Aanmerkelijk belang. Aanvullende alleenstaande-ouderkorting. Aanvullende combinatiekorting
A Aangeven van vermogensbestanddelen In box 3 geeft u aan wat de bezittingen en schulden op 1 januari 2007 en 31 december 2007 waren van uzelf, uw fiscale partner en uw minderjarige kinderen. Aanmerkelijk
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2008:BF9690
ECLI:NL:RBARN:2008:BF9690 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 26-09-2008 Datum publicatie 16-10-2008 Zaaknummer AWB 08/537 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
Nadere informatieSociale verzekeringen en uitkeringen (januari) 2012 Premieoverzicht
Sociale verzekeringen en uitkeringen (januari) 2012 Premieoverzicht Premies per 1 januari 2012 Volksverzekeringen (premieafdracht aan Belastingdienst) premie % AOW ANW AWBZ werkgever - - - werknemer 17,91
Nadere informatieProgramma. Inleiding wettenbundel fiscaal. FFP opleiding Fiscaal. Inleiding Wettenbundel IB 2001, IWIB, UBIB, URIB. Box 1.
FFP opleiding Fiscaal Programma Inleiding Wettenbundel IB 00, IWIB, UBIB, URIB Box Resulaat uit overige werkzaamheid Eigen woning regeling Stellingen en MC vragen Box MC vragen Persoonsgebonden aftrek
Nadere informatie2.5 Scheiden en fiscaliteit, een gecompliceerd huwelijk? John van Vliet Fred Thielemans Robbert Maassen
2.5 Scheiden en fiscaliteit, een gecompliceerd huwelijk? John van Vliet Fred Thielemans Robbert Maassen Scheiden en fiscaliteit, een gecompliceerd huwelijk? J. (John) van Vliet mr. A.F.J.P. (Fred) Thielemans
Nadere informatieDe fiscale gevolgen van echtscheiding en de eigen woning
De fiscale gevolgen van echtscheiding en de eigen woning. Naam: J.C.M. (Esther) Rooijakkers Studie: Fiscaal Recht Plaats: Tilburg Faculteit: Rechtsgeleerdheid Studentnummer: 265601 Begeleidster: Mevr.
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 79 26 862 Wijziging van de regeling in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het naamrecht, de voorkoming van schijnhuwelijken
Nadere informatieHRo - Inkomstenbelasting - Niet-winst -- Deel 1
Inkomstenbelasting NW 1 programma Inkomsten uit werk, anders dan winst Algemene bepalingen Loon Resultaat overige werkzaamheden Periodieke uitkeringen 1 Heffingsgrondslagen boxenstelsel 1 van 2 Artikel
Nadere informatieInhoud. Lijst van afkortingen 13. Studiewijzer 15. Inleiding belastingrecht 17. Deel 1 Inkomstenbelasting 24
Inhoud Lijst van afkortingen 13 Studiewijzer 15 Inleiding belastingrecht 17 Deel 1 Inkomstenbelasting 24 1 Algemene uitgangspunten 26 1.1 Wie moet belasting betalen? (art. 1.1 en 1.2 Wet IB) 26 1.2 Waarover
Nadere informatiede inspecteur van de Belastingdienst/Randmeren/kantoor Almere,
Uitspraak RECHTBANK NOORD-NEDERLAND Afdeling Bestuursrecht, belastingkamer locatie Leeuwarden procedurenummer: AWB LEE 13/970 uitspraak van de enkelvoudige belastingkamer van 17 september 2013 als bedoeld
Nadere informatieBurgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum;
Burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum; Gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Verordening eigen bijdragen maatschappelijke opvang en vrouwenopvang gemeente Hilversum 2011;
Nadere informatie1. Besteedbaar inkomen tijdens Huwelijk/Samenwonen
1. Besteedbaar inkomen tijdens Huwelijk/Samenwonen Partij Piet Zaak Piet - Marie - pal met T Berekend per 06-01-2018 Trema BOX 1 Inkomen uit werk en woning 60 Loon volgens jaaropgaaf 33.000 33.000 Inkomsten
Nadere informatieBelastingscan 2016 en bedragen kindgebonden budget (pagina 4)
Belastingscan 2016 en bedragen kindgebonden budget (pagina 4) Algemeen en arbeid jonger dan AOW leeftijd: NAAM VTB & BEDRAGEN RELEVANTE CRITERIA VOOR TOEKENNING & WIJZE VAN AANVRAGEN Algemene * geldt voor
Nadere informatie