Praktische sectororiëntatie. Techniek



Vergelijkbare documenten
Begeleide interne stage

Nederlands. Woordenschat Dienstverlening en zorg

Verhoudingen in verband

Economie en handel. Assistent logistiek. Deel 5 van 6 Voert handelingen op goederen/producten uit

NEDERLANDS Spreken en gesprekken voor 1F Deel 4 van 5

Nederlands. Woordenschat Techniek

Assistent verkoop/retail

Ik en de maatschappij. Online

Ik en de maatschappij. Klussen in huis

Assistent installatie- en constructietechniek

Nederlands. Woordenschat Basis

Economie en handel. Assistent logistiek. Deel 1 van 6 Ontvangt Goederen/producten

Economie en handel. Assistent logistiek. Deel 6 van 6 Inventariseert de voorraad/magazijninventaris

Economie en handel. Assistent logistiek. Deel 4 van 6 Maakt goederen/producten verzendklaar

Ik en de maatschappij. Vrije tijd

Ik en de maatschappij. Lichaam en geest

Ik en de maatschappij. Reizen

Nederlands. Woord/zin. Voor 1F Deel 2 van 3

Ik en de maatschappij. Planten en dieren thuis

ECONOMIE EN HANDEL Assistent Logistiek. Deel 3 van 6 Verzamelt goederen/producten/ emballage/verpakkingsmaterialen

Ik en de maatschappij. Gezondheid

Lengte, omtrek en oppervlakte

PRAKTISCHE SECTORORIËNTATIE. Economie en Handel

Ik en de maatschappij. Kiezen en kopen

Voorbereidende interne stage

Ik en de maatschappij. Regels en wetten

REKENEN VERHOUDINGEN Verhoudingen voor1f

Seksuele vorming. Anticonceptie en zwangerschap

REKENEN METEN EN MEETKUNDE. Meetkunde voor 1F Deel 1 van 2

Assistent plant of (groene) leefomgeving

REKENEN. Meetkunde voor 1F Deel 2 van 2

Rekenen verhoudingen. Procenten voor 1F

Assistent bouwen, wonen en onderhoud

Seksuele vorming. Seksuele veiligheid

Ik en de maatschappij. Rondkomen

Ik, leren en werken. Aan het werk

Ik en de maatschappij. Uiterlijke verzorging

Ik en de maatschappij. Meedoen en meepraten

Ik en de maatschappij. Zorgen voor je leefomgeving

Woordenschat Plant en groene leefomgeving

Ik en de maatschappij. Ik en wij

Grafieken en tabellen

Nederlands Luisteren Voor 1F Deel 2 van 2

Begeleide externe stage

Ik en de maatschappij. Geldzaken

Ik en de maatschappij. Samen maar verschillend

Loopbaanoriëntatie -begeleiding

Assistent installatie- en constructietechniek

NEDERLANDS. Schrijven. voor 1F Deel 3 van 5

Nederlands. Woord/zin. Voor 1F Deel 3 van 3

Assistent dienstverlening en zorg

REKENEN METEN EN MEETKUNDE Inhoud. voor 1F

Assistent installatie- en constructietechniek

Praktische sectororiëntatie. Dienstverlening en zorg

Ik en de maatschappij. Democratie

Assistent verkoop en retail

Nederlands. Luisteren. Voor 1F Deel 1 van 2

Assistent verkoop/retail

NEDERLANDS Taalverzorging 1F Woord/zin Deel 1 van 3

Certificaat B-VCA. Deel 1 van 3

Certificaat B-VCA. Deel 2 van 3

Economie en handel. Plusdeel Assistent bediening

Nederlands. Woordenschat Dienstverlening en economie

Economie en handel. Assistent logistiek. Deel 2 van 6 Maakt goederen/producten gereed voor opslag en slaat deze op

Seksuele vorming Ik Sova. Ik.indd 1 29/09/14 07:58

TECHNIEK Assistent installatie- en constructietechniek. Deel 3 van 4 Ondersteunt bij installatie- of constructiewerkzaamheden

Loopbaanoriëntatie -begeleiding

Training. Zakelijk communiceren

Zelfstandige Externe Stage

Praktische sectororiëntatie. Voedsel, natuur en leefomgeving

Spreken en gesprekken voor 1F

Assistent Dienstverlening en zorg

3. Een opleidingsdomein kiezen

Cursus. Sociale kaart

REKENEN Getallen en bewerkingen. voor 1F Deel 2 van 2

Training. Methodisch verzamelen van informatie

Loopbaanoriëntatie -begeleiding

Training. Werven, coördineren en begeleiden van vrijwilligers

Rekenen Meten en meetkunde. voor 1F

Training. Interdisciplinair samenwerken

Activiteiten uitvoeren

Training. BMC-vaardigheden gericht op dagbesteding deel 1 (creatief)

Partie Kleine kaart. Werkboek

4. Een vervolgopleiding kiezen

Colofon. Uitgeverij: Edu Actief b.v Auteur(s): Lily Benjamin - Merens

Kennismaken met het werkveld

Keuzevak Milieu, hergebruik en duurzaamheid. Duurzaam consumeren en produceren

Training. Talentherkenning

Werken als metselaar

Algemene beroepsvaardigheden. Werkboek

Training. Opvoeden zonder vooroordelen

Project. Kinderen begeleiden

Training. Uiterlijke verzorging

Cateringwerkzaamheden uitvoeren

Training. Begeleiden

Organisatie van werkzaamheden

Edu4all LOB. 1. Leren Kiezen. Licentie: Voor het activeren van de licentie kijk op pagina 5 van dit werkboek.

Training. Verdieping gespreksvoering

nederlands Schrijven voor 1F Deel 2 van 5

Cursus. Leerlingen met specifieke begeleidingsvragen

Transcriptie:

Praktische sectororiëntatie Techniek

Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Gerda Verhey Inhoudelijke redactie: Tessel Mulder Titel: Praktische sectororiëntatie Techniek ISBN: 978 90 372 12907 Omslagfoto: istockphoto.com Edu Actief b.v. 2015 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu Actief, te vinden op www.edu-actief.nl. 2

Inhoud Voorwoord 4 Hoofdstuk 1 6 Hoofdstuk 2 Schilderwerken 24 Hoofdstuk 3 Werken met hout 40 Hoofdstuk 4 Loodgieterswerk 56 Hoofdstuk 5 Werken met elektriciteit 70 Hoofdstuk 6 Schoon en duurzaam werken 82 Hoofdstuk 7 Herhaling 97 Eindopdracht en reflectie 101 3

Voorwoord Dit leer-werkboek gaat over de sector Techniek. Je gaat de sector Techniek beter leren kennen. Er zijn veel verschillende werkzaamheden in de sector Techniek. Misschien wil je later wel werken in de sector Techniek. Dan moet je weten welke beroepen en werkzaamheden er zijn. Maar je moet ook weten wat je daarvoor moet kunnen. En of je er geschikt voor bent. De sector Techniek heeft veel verschillende beroepen. Bijvoorbeeld in het schilderwerk, de bouw, timmerwerk en de elektrotechniek. Maar ook thuis doe je klusjes die horen bij techniek. In dit werkboek oefen je basiscompetenties en vakinhoud. Picto In dit boek zie je bij sommige opdrachten een picto. Een pictogram geeft je informatie over de opdracht. Hierna lees je wat de picto s betekenen. Bij dit picto ga je nadenken over een opdracht. Je denkt na over wat je straks gaat doen. Je gaat de opdracht voorbereiden. Bij dit picto ga je de opdracht uitvoeren. Je gaat bijvoorbeeld iets maken. Of je gaat iets doen. Bij dit picto ga je evalueren. Je controleert of je de opdracht goed hebt gedaan. Wat ging er goed en wat ging er minder goed? Wat vond je van de opdracht? Wat kon je eerst niet, wat je nu wel kunt? Wat ga je de volgende keer anders doen? 4

Voorwoord Bij dit picto ga je reflecteren. Je denkt na over wat je hebt geleerd. En wat dat betekent voor je toekomst. Wat ga je nu doen? Hoe gaat het verder? Bij dit picto ga je in gesprek. Om een opdracht na te bespreken kun je de StruX-kaarten gebruiken. Bij dit picto ga je iets bekijken op de website van StruX. Dit kan bijvoorbeeld een foto, formulier of film zijn. Volg deze stappen. 1. Ga naar www.strux.nl 2. Klik op de knop deelnemer. 3. Klik op Ik, leren en werken. 4. Klik op de foto van dit leer-werkboek. 5. Klik op de link van de opdracht. Misschien werk je met een portfolio. In je portfolio stop je bewijsstukken. Als je dit picto ziet, kun je een bewijsstuk toevoegen. Bespreek dit met je begeleider. Beeldwoordenboek In dit boek staan gekleurde woorden. Gekleurde woorden moet je kennen. Het zijn belangrijke woorden. Deze woorden kun je opzoeken in het beeldwoordenboek. Ga naar beeldwoordenboek.strux.nl. 5

Klusjes doen in en rondom het huis Dit hoofdstuk gaat over klusjes in en rondom het huis. Je leert waarop je moet letten als je klusjes doet. En welke materialen je nodig hebt. Klusjes doen Je kunt in en rondom het huis allerlei klusjes doen. Bijvoorbeeld iets ophangen, zoals een schilderij of een lamp. Of iets repareren wat kapot is. Het is fijn als je handig bent. Maar veel dingen kun je ook leren. Het is belangrijk dat je netjes, nauwkeurig en veilig werkt. En dat je de juiste materialen gebruikt. Opdracht 1 Aan welke klussen denk jij in en rondom het huis? Klussen in en rondom het huis Doe jij thuis wel eens van dit soort klusjes? ja/nee Vind je het leuk om te doen? ja/nee Vind je dat je er handig in bent? ja/nee Welke eigenschappen heb je nodig om klusjes in en rond het huis goed te kunnen doen? 6

Materialen en gereedschap klaarzetten Als je iets wilt repareren of een klus wilt doen, heb je materialen en gereedschap nodig. Materialen zijn spullen die je nodig hebt om een klusje op te knappen. Stel, je hangt een schilderij op. Dan heb je een plug en een schroef nodig. Gereedschap heb je nodig om materialen te bewerken of te bevestigen. Bijvoorbeeld een schroevendraaier, een hamer of een zaag. Het is belangrijk dat je alles van tevoren klaarzet. Anders kom je er halverwege achter dat je iets niet hebt. Dan kun je de klus niet afmaken. Of je moet weer naar de bouwmarkt om het te halen. Dat kost veel tijd en is vervelend. Kijk dus van tevoren wat je nodig hebt. En of je alle materialen in huis hebt. Als je klaar bent, ruim je alle materialen weer op. Je zorgt ervoor dat ze schoon en netjes zijn en op hun vaste plaats liggen. Zo kun je ze een volgende keer direct weer gebruiken. Opdracht 2 Waarom is het belangrijk dat je alle materialen klaarzet voordat je een klus gaat doen? Wat kan er misgaan als je dat niet doet? 7

Opdracht 3 Welk gereedschap heb je nodig bij welke klus? Zet een streep tussen het gereedschap en de klus waarbij je het nodig hebt. fotolijstje ophangen oude spijkers verwijderen vogelhuisje maken stuk hout zagen muur schilderen 8

Een schilderij ophangen Stel, je gaat een schilderij ophangen. Dat doe je volgens deze instructie. 1. Houd het schilderij tegen de muur om te kijken waar het moet komen. 2. Bepaal de goede plek voor het gaatje. 3. Boor een gat dat diep genoeg is voor de lengte van de plug die je gaat gebruiken. 4. Steek de plug in het gat en schroef de schroef in de muur met een schroevendraaier. 5. Hang het schilderij voorzichtig op de schroef. 6. Kijk met een waterpas of het schilderij recht hangt. Houd de waterpas langs de bovenkant of de onderkant van het schilderij. Als de luchtbel in het midden van de schaal staat, hangt het schilderij recht. Opdracht 4 Je gaat een schilderij ophangen. Bekijk de foto s. Zijn alle materialen en gereedschappen klaargelegd? ja/nee Wat mis je nog? 9

Opdracht 5 Hoe hang je een schilderij op? Zet de woorden in de goede volgorde. een gat boren het midden van het schilderij meten de schroef in de muur schroeven het schilderij op de schroef hangen kijken waar het schilderij moet komen de plug in het gat steken Opdracht 6 Wat is een waterpas? b een apparaat waarmee je kijkt of er lekkage is b een apparaat waarmee je kijkt of iets recht hangt of staat b een apparaat waarmee je een plug in de muur duwt Opdracht 7 Welke 2 eigenschappen heb je nodig om een schilderij goed op te kunnen hangen? b goed met mensen kunnen omgaan b nauwkeurig werken b hygiënisch werken b handig zijn b graag voor anderen zorgen b goed Engels kunnen Opdracht 8 Je gaat een schilderij ophangen. Overleg met je begeleider wanneer en hoe je dat gaat doen. Waar ga je een schilderij ophangen? 10

Welke materialen heb je nodig? Waarop ga je allemaal letten? Hang het schilderij op. Een schilderij ophangen Voorgedaan Samen gedaan Zelf gedaan Ben je tevreden over het ophangen van het schilderij? ja/nee Had je alle materialen van tevoren klaargezet? ja/nee Wat vond je begeleider van het ophangen van het schilderij? Wat ging goed? 11

Waaraan moet je nog werken? Werken volgens instructie Als je klussen doet, werk je volgens instructie. In een instructie staat stap voor stap wat je moet doen. Het is belangrijk dat je deze stappen ook in die volgorde doet. Anders kan er iets misgaan. Denk bijvoorbeeld aan het vervangen van een leertje van de kraan. Je moet dan eerst de hoofdkraan dichtdraaien. Stel, je doet dat niet als eerste. Als je de kraan er dan afhaalt, zal het water alle kanten uitspuiten. Een instructie is er dus niet voor niets. Opdracht 9 Stel, je gaat een lamp ophangen. In de instructie staat als eerste stap dat je de stroom moet uitschakelen. Wat kan er misgaan als je deze stap overslaat? Leertje van een kraan vervangen Soms lekt de kraan. Het kan zijn dat je dan het leertje moet vervangen. Dat doe je volgens deze instructie. 1. Draai eerst de hoofdkraan van de waterleiding dicht. 12

2. Trek de knop van de kraan af. 3. Draai de sierhuls los. Schroef het binnenwerk uit de kraan. Controleer of de pakking in het kraanhuis nog intact is. 4. Draai het moertje of schroefje los waarmee het leertje vastzit. Verwijder het leertje. 5. Monteer een nieuw leertje. Zet de kraan weer in elkaar. 13

Opdracht 10 De kraan in de badkamer lekt. Je gaat het leertje vervangen. Welke materialen heb je nodig? Kruis aan. b een schroevendraaier b een hamer b schroeven b een steeksleutel b een leertje Opdracht 11 Waarom is het belangrijk dat je je bij deze klus aan de instructie houdt? Opdracht 12 Door deze opdracht oefen je de competentie kwaliteit leveren. Wat betekent kwaliteit leveren? 14

Waarop moet je letten als je kwaliteit wilt leveren? Gereedschappen en materialen opbergen Gereedschap en materialen berg je altijd netjes op. Je legt bijvoorbeeld alle schroevendraaiers bij elkaar. Je kunt ook dingen ophangen, zodat ze niet in de weg liggen. Kleine materialen kun je bij elkaar opbergen. Bijvoorbeeld in een doos met vakjes. Daar doe je schroeven en spijkers in. Het is belangrijk dat je weet waar alle gereedschappen en materialen staan of hangen. Maar ook dat een ander ze makkelijk kan terugvinden. Zeker als je met meer mensen met dezelfde gereedschappen en materialen werkt. Goed opbergen voorkomt veel tijdverlies en ergernis. Opdracht 13 Deze opdracht doe je samen met een groepsgenoot. Je gaat een tekening van jouw ideale werkplaats maken. In de werkplaats komt al het gereedschap en materiaal dat je nodig hebt voor de meest voorkomende klusjes in en rondom het huis. Bespreek samen welke gereedschappen er allemaal in de werkplaats aanwezig moeten zijn. Schrijf ze op. 15