Condensator = passieve component bestaande uit 2 geleiders (platen) met een isolator/diëlectricum(lucht, papier, kunststoffen) tussen.

Vergelijkbare documenten
Condensatoren kunnen een lading opslaan indien er een stroom door vloeit.

Impedantie V I V R R Z R

Inhoudsopgave De condensator

HOOFDSTUK 2: Elektrische netwerken

Uitwerking LES 5 N CURSSUS

Leereenheid 3. Diagnostische toets: Enkelvoudige wisselstroomkringen

Lijst mogelijke examenvragen Analoge Elektronica

Fiche 7 (Analyse): Begrippen over elektriciteit

7. Hoe groot is de massa van een proton, van een neutron en van een elektron?

Elektrotechniek voor Dummies

Vak: Elektromagnetisme ELK Docent: ir. P.den Ouden nov 2005

Alternator 1. De functie van de wisselstroomgenerator of de alternator 2. De werking/ basisprincipe van de wisselstroomgenerator

Mini Handleiding over Elektronica-onderdelen

Elektrische stroomnetwerken

1. Indeling van de condensatoren. 2. Vaste condensatoren. a) Volgens de structuur van het element. b) Volgens het gebruikte diëlektricum.

Opgave 2 Een spanningsbron wordt belast als er een apparaat op is aangesloten dat (in meer of mindere mate) stroom doorlaat.

Samenvatting Natuurkunde H7 elektriciteit

Praktische opdracht Natuurkunde Gelijkrichting

Meten met de multimeter Auteur: Wouter (Flush) [ ]

Condensator. Het hellingsgetal a is constant. Dit hellingsgetal noemen we de capaciteit van de condensator C. Er geldt dus: C = Q U

Zelf een hoogspanningsgenerator (9 kv gelijkspanning) bouwen

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (3)

Bijlage frequentieregeling Frequentieregeling

inkijkexemplaar Energie voor de lamp Techniek 1

9.2 Bepaal de harmonische tijdsfuncties die horen bij deze complexe getallen: U 1 = 3 + 4j V; U 2 = 3e jb/8 V; I 1 =!j + 1 ma; I 2 = 7e!jB/3 ma.

Basis Elektriciteit R = U/I. Gelijkstroom (Direct Current) Batterij of zonnecel; de elektronen stromen allemaal in 1 richting.

Multifunctionele detector Metaal- en stroomdetector

Rekenkunde, eenheden en formules voor HAREC. 10 april 2015 presentator : ON5PDV, Paul

FORMULE BLAD - VERON ZENDCURSUS

Hoofdstuk 10: Speciale types transistoren

Repetitie Elektronica (versie A)

1 Elektriciteit Oriëntatie 1.1 Elektrische begrippen Elektrische stroomkring

A-examen radioamateur : Zitting van 11 oktober Reglementering

Inhoudsopgave De transistor en FET

N najaar verhoog zendvermogen verhoog de seinsnelheid verlaag de seinsnelheid

Een 13,8 volt - 30 ampere voeding

NASK1 SAMENVATTING ELEKTRICITEIT. Wanneer loopt er stroom? Schakelingen

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Hoofdstuk 3: JFET-versterkerschakelingen

Hoofdstuk 8: De transistor

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (3D020)

Uitwerkingen Hoofdstuk 2 - deel 2

Radio. Componenten tester

Hoofdstuk 3: De diode

DVM 68 LCD Auto Range Digital Multimeter

AT-142 EPD Basis 1. Zelfstudie en huiswerk 10-08

Hoofdstuk 5: Laagfrequent vermogenversterkers

Hoofdstuk 25 Elektrische stroom en weerstand

Natuur- en scheikunde 1, elektriciteit, uitwerkingen. Spanning, stroomsterkte, weerstand, vermogen, energie

Deel 1: Metingen Bouw achtereenvolgens de onderstaande schakelingen en meet de klemspanning en de stroomsterkte. VOORKOM STEEDS KORTSLUITING!!

-Zoek de eventuele benodigde gegevens op in het tabellenboek. -De moeilijkere opgaven hebben een rood opgavenummer.

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2 (elektriciteit)

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4

Uitwerking LES 10 N CURSSUS

Elektriciteit. Hoofdstuk 2

Condensator. Het hellingsgetal a is constant. Dit hellingsgetal noemen we de capaciteit van de condensator C. Er geldt dus: C = Q U

Weerstand kleurcodes lezen. Condensator coderingen lezen. Elektronica symbolen leren herkennen

De condensator. Q = C x V of. BRON: Starten we met het symbool en een paar voorbeelden :

Gestabiliseerde netvoeding

Hybride voertuigen (2)

Wisselspanningen. Maximale en effectieve waarde. We gaan de wisselspanning aansluiten op een weerstand. U R. In deze situatie geldt de wet van Ohm:

vanwege het hoge rendement weinig warmte-ontwikkeling vanwege de steile schakelpulsen genereert de schakeling sterke hf-stoorsignalen

Cursus/Handleiding/Naslagwerk. Eenfasige wisselspanning

Fig. 5.1: Blokschema van de 555

Inhoudsopgave Schakelen van luidsprekers

Een batterij is een spanningsbron die chemische energie omzet in elektrische (zie paragraaf 3).

Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5)

Digitale multimeter 700b

De condensator en energie

Cursus/Handleiding/Naslagwerk. Driefase wisselspanning

E e n i n t r o d u c t i e in praktische electronica.

Tentamen Analoge- en Elektrotechniek

Hoofdstuk 4: De gelijkrichting

Inhoudsopgave De thyristor, diac en triac

Inhoudsopgave

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (2)

DVM345DI -- DIGITALE MULTIMETER

Examenopgaven VMBO-GL 2004

Elementare elektronica schakelingen in de motorvoertuigentechniek (3)

Aanwijzingen. Figuur 1 LDR (NORP12) Weerstand - lichtsterkte grafiek (Let op: Logaritmische schaal) Nakijkmodel

Extra proeven onderofficier weerkundig waarnemer

Oefeningen Elektriciteit II Deel II

b. Bereken de vervangingsweerstand RV. c. Bereken de stroomsterkte door de apparaten.

Claxon Inhoud: Gereedschap:

3.4.3 Plaatsing van de meters in een stroomkring

Inleiding elektronica Presentatie 1

Formuleblad Wisselstromen

Elektronische componenten

Energie : elektriciteit : stroomkringen

Examen VWO. natuurkunde 1,2 Compex. Vragen 1 tot en met 12. In dit deel van het examen staan vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt.

1. Weten wat potentiaal en potentiaalverschil is 2. Weten wat capaciteit en condensator is 3. Kunnen berekenen van een vervangingscapaciteit

Leereenheid 6. Diagnostische toets: Gemengde schakeling. Let op!

Om een lampje te laten branden moet je er een elektrische stroom door laten lopen. Dat lukt alleen, als je een gesloten stroomkring maakt.

Practicum complexe stromen

Historische autotechniek (4)

Geleider: (metaal) hierin kunnen elektronen bewegen, omdat de buitenste elektronen maar zwak aangetrokken worden tot de kern (vrije elektronen)

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l

Wisselstroomtheorie. Les 1. Nadruk verboden 1

Leereenheid 7. Diagnostische toets: Vermogen en arbeidsfactor van een sinusvormige wisselstroom

Transcriptie:

H2: Condensatoren: Opbouw: Condensator = passieve component bestaande uit 2 geleiders (platen) met een isolator/diëlectricum(lucht, papier, kunststoffen) tussen. Opgelet: 2 draden/printbanen kort naast elkaar is ook een condensator (Parasitaire Condensator) Symbolen: Definitie: Condensator is in staat om hoeveelheid energie te bevatten. Kan een lading (Q) opslaan door er gedurende een bepaalde tijd (t) stroom (I) door te laten vloeien. (Q=I*t). Verband tussen lading en spanning wordt aangegeven door de capaciteit ( C ) Eenheid Capaciteit: Eenheid van Capaciteit is Farad (F). Gelijkstroom gedrag: De korte stroomimpuls die bij het inschakelen ontstaat is na 5 voorbij. Verder vloeit er bij een gelijkspanning geen stroom meer door de condensator, omdat de polariteit niet veranderd en de elektronen dus altijd tegen dezelfde plaat van de condensator komen tot de condensator opgeladen is. Voorbeeld: als R= 1k, en C = 10nF => da n is = 1*10^3 * 10*10^-9 = 10microsecond.

Wisselstroom gedrag: Bij een wisselspanning vloeit er wel spanning] door de condensator. Bij wisselspanning kan de condensator telkens na de topwaardes beginnen ontladen. Bij dat ontladen gaat de ampèremeter uitslagen. (Hoe hoger de frequentie, hoe sneller hij zal uitslagen). Een condensator is een wisselstroomweerstand. Opmerkingen: - een condensator moet altijd ontladen worden wanneer deze voor een andere toepassing gebruikt gaat worden. Aangeven van de capaciteitswaarde Bij elektrolytische condensatoren: (mits verkeerd gepolariseerd kan de elektrolytische condensator ontploffen) Met cijfers en letters 3-cijfercodering Bij kleine keramische schijfcondensators wordt wegens plaatsgebrek alleen de capaciteitswaarde aangegeven in de vorm van een cijfercode die bestaat uit drie cijfers. De linkse twee cijfers geven het basisgetal van de capaciteitswaarde aan, het derde cijfer is de vermenigvuldiger onder de vorm van een macht van tien en het resultaat heeft de pf als basis. Voorbeeld: 104 => 10 x 10 4 pf = 100 000 pf = 0,1 F Schakelen van condensatoren Serieschakeling Door de condensatoren loopt overal dezelfde stroom en bijgevolg worden ze allen opgeladen tot dezelfde lading Q. Q = C1.U1 = C2.U2 = = Cn.Un Cs = totale vervangcapaciteit: 1/Cs = 1/C1 + 1/C2 + + 1/Cn Voor 2 condensatoren geldt ook: Cs = (C1.C2)/ (C1+C2) Parallelschakeling Spanning over de condensatoren is gelijk, de lading hoeft echter niet gelijk te zijn daar er verschillende stromen in de parallel takken kunnen lopen. Cp = totale vervangcapaciteit: Cp = C1 + C2 + + Cn

H3: Spoelen Een spoel is een geleider die op een kunststoffen spoelvorm gewikkeld is. In die spoelvorm kan eventueel een weekijzeren kern geschoven worden. Opmerking: Licht opgerolde snoeren of gekrulde printbanen kunnen in sommige gevallen ook een zekere spoelwerking hebben. Symbolen Gelijk- en wisselstroomgedrag Als er door een spoel een elektrische stroom vloeit wordt er steeds een magnetisch veld opgewekt. Dit is magnetische energie. gelijkspanning: Hierbij gedraagt de spoel zich als een elektromagneet. een spoel zal deze stroom niet tegenhouden maar gewoon geleiden. Als er toch een stroomval is, hebben we of met wisselspanning te maken of met gelijkspanning met steeds veranderende momentele waarde. Hier zal de spoel de magnetische energie gebruiken om de stroom in stand te houden, een spoel houdt niet van veranderingen. Magnetische energie wordt omgezet in spanning = inductiespanning en komt over de spoel te staan. Zelfinductiecoëfficiënt (L) =verhouding tussen spanningsval over de spoel en stroomverandering per tijdseenheid. - is te vergelijken met de capaciteit van een condensator. - afhankelijk van o.a. het aantal wikkelingen, diameter, gebruikte geleider, al dan niet aanwezig zijn van een kern, - hoe groter de L en/of hoe sneller de stroom door de spoel vloeit, hoe groter de geïnduceerde spanning over de spoel. Wisselspanning: veroorzaakt inductiespanning, de spanningsval vergroot naarmate de frequentie stijgt. Ze gedraagt zich als weerstand voor wisselspanningen. Spoelen houden hoogfrequentiesignalen dus tegen in tegenstelling tot condensatoren die deze juist doorlaten. Wet van Lenz: (minteken duidt op faseverschuiving van 180 v.d. inductiespanning t.o.v. de bronspanning)

Eenheid van zelfinductie Eenheid = Henry (H) (vooral in mh of uh) Schakelen van spoelen Als de magnetische velden elkaar niet te veel beïnvloeden gelden dezelfde wetten als bij weerstanden. Serieschakeling van spoelen Ls = L1+ L2 + + Ln parallelschakeling van spoelen 2 spoelen in parallel: Bij grote spoelen wordt de waarde van de zelfinductiecoëfficiënt op het spoellichaam gedrukt, bij kleinere spoelen bestaat er een kleurcode die dezelfde is als bij weerstanden, de eenheid is dan uh

Deel 3 H3 transistor is actieve halfgeleidercomponent die gebruikt wordt om te schakelen en te versterken. doperen= halfgeleidermateriaal zoals silicium heeft niet de juiste eigenschappen om er een component van te maken daarom voegen ze een klein beetje van een andere stof toe. -twee soorten: N en P typen. -hoe meer vreemde stof, hoe beter de geleidbaarheid wordt. -emitter is zeer sterk gedopeerd (zeer goed geleidbaar) Een diode heeft 2 lagen anode/kathode, transistor heeft er 3 (NPN en PNP). De lagen worden ook emitter(e), basis (b) en collector (c) genoemd. Werking: Voor de werking gebruiken we de NPN-transistor, voor PNP moet de polariteit omgedraaid worden. Emitter - basisdiode, voorwaarts aangesloten:

Zodra een spanning minstens even groot als de drempelspanning over de be-diode staat, is ze in geleiding.er vloeit dan een voorwaartste stroom die zeer sneltoeneemt met stijgende Ube Bij een transistor wordt dit de emitterstroom genoemd: Ie (ma). collector - basisdiode, invers aangesloten bc-diode is in sper. voorwaartse stroom is gelijk aan nul. Doch is er nog steeds een kleine lekstroom die bepaald wordt door de temperatuur v.d. transistor. Icbo = lekstroom van collector naar basis (na) Beide spanningen tegelijkertijd aangesloten afkortingen: Ie=emitterstroom (ordegrootte ma) Icbo= inverse lekstroom (stroompje van collector naar basis) (enkele nano ampėre)(verdubbelt per 10 C) statische stroomversterkingsfactor= alpha of hfb

formules: collector stroom: alpha=ic/ie H4 fundamentele transistor schakelingen: Heeft 4 aansluitingen 2voor in en 2 voor uit. Er wordt telkens 1 klem gemeenschappelijk genomen. Op die manier zouden er 6verschillende schakelingen kunnen ontstaan. G.B.S=gemeenschappelijke Basisschakeling (alpha) U=+ en I=- G.E.S= gemeenschappelijke Emitterschakeling (beta) I,U,P=+ G.C.S= gemeenschappelijke Collectorschakeling (gamma) I=+ en U=- Formules Gezocht G.B.S. G.E.S. Stroomversterkingsfactor of Ic Ie Lekstroom