PRAKTIJKGIDS - PRAKTIJK 2



Vergelijkbare documenten
PRAKTIJKGIDS - PRAKTIJK 2

PRAKTIJKGIDS - PRAKTIJK 1V1

PRAKTIJKGIDS - PRAKTIJK 1V1

PRAKTIJKGIDS - PRAKTIJK 1

PRAKTIJKGIDS - PRAKTIJK 1

PRAKTIJKGIDS - PRAKTIJK 2

PRAKTIJKGIDS 1 E LEERJAAR

Deze stageperiode start met een aantal observatie- en participatiedagen in de stageschool en enkele stagevoorbereidingsdagen op de hogeschool.

SPECIFIEKE INFO PRAKTIJK 1 BaLO

Info praktijk 2 BaLO Academiejaar

Stage eerste Leerjaar

Wat we minimaal verwachten van een student uit 1 BaKO - 1 BaLO: Eerste stappen in stiel leren

Mentorenvorming 2 BaKO 22 oktober 2018

Stageconcept en -planning

Stage Eerste Leerjaar

SEM 1. SEM 2 14/03-15/03 : 6 lessen (+ aanvragen opdrachten) BEGELEIDING EN FEEDBACK MENTOR BEGELEIDING EN EVALUATIE HOGESCHOOL

STAGEGIDS - STAGE 2V2

STAGEGIDS - STAGE 1. Auteurs: Veerle Amelinckx e.a. BACHELOR IN HET ONDERWIJS : LAGER ONDERWIJS

SPECIFIEKE INFO PRAKTIJK 1 BaLO

BEOORDELING STAGE DOOR DE VAKMENTOR

STAGEGIDS - STAGE 3. Auteurs: Veerle Amelinckx e.a. BACHELOR IN HET ONDERWIJS : LAGER ONDERWIJS

HAO LEERTAAK LESVOORBEREIDING UITDAGENDE LEEROMGEVING

STAGEGIDS 1 STE LEERJAAR

STAGEGIDS - STAGE 2. Auteurs: Veerle Amelinckx e.a. BACHELOR IN HET ONDERWIJS : LAGER ONDERWIJS

PARTICIPEREND OBSERVEREN. 20/09 NM, 21/09 VM (i.f.v. module 1 ste BEGELEIDING EN FEEDBACK MENTOR BEGELEIDING EN EVALUATIE HOGESCHOOL

GROEIDOSSIER Praktijk SOV

Mentorenoverleg 1 BALO (30/01/2019)

GROEIDOSSIER Praktijk SOV

Onderwijskundige doelen

Samengevat door Lieve D Helft ICT-coördinator Scholengemeenschap InterEssen

Mentor on the Move. 2 oktober 2015

Opleidingsfase 1 BcLK STAGES

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

STAGEOPDRACHT Praktijk SOV Dagonderwijs Afstandsleren (AL)

Hoe werken met de portfolio s? In de portfolio s is een duidelijke leerlijn ingebouwd.

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

AVONDTRAJECT LER BaSO MDT 1 & 2 PRAKTIJK 1 Synthesedocument MENTOR

Taalontwikkelend Lesgeven

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

WELKOM IN KHLim-BaLO

Mentorenvorming 21 maart 2019

STAGEGIDS STAGE 2 1. VISIE OP DE STAGE DOELEN VAN DE STAGE PLANNING PROGRAMMA STAGEMAP... 8

Begin je (les)activiteit met een korte observatie aan de hand van onderstaande vragen:

STAGEGIDS STAGE 3 1. VISIE OP DE STAGE DOELEN VAN DE STAGE PLANNING PROGRAMMA STAGEMAP... 5

Eerst en vooral. heet ik jullie. van harte. Welkom. in het. leerjaar

Gids voor het zoeken van een praktijkschool GPS - studentversie Bachelor in het onderwijs: buitengewoon onderwijs Bachelor in het onderwijs:

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS

kempelscan P2-fase Studentversie

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

ONDERWIJSKUNDE 1 en de PRAKTIJK - semester 1 Opdracht de lesvoorbereiding

STAGEGIDS - STAGE 3 HERFSTSEMESTER

MICROTEACHING: een kort lesfragment door een student gegeven aan medestudenten.

WERKPLEKLEREN OPLEIDINGSFASE 3 ACADEMIEJAAR Geachte stagementor, vakmentor(en)

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

Interpersoonlijk competent

Uitwisseling zal steeds gebeuren na overleg tussen docenten, stagebegeleiders, verantwoordelijken SLO van de instellingen.

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

Huistakenbeleid. 1. Visie op huistaken/lessen. 2. Concrete afspraken binnen de school. Samengesteld door WG Leren Leren, in samenwerking met het team.

Lesvoorbereidingsformulier

ECTS-fiche. Specifieke lerarenopleiding Praktijk oriëntatie

Eerst en vooral. heet ik jullie. van harte. Welkom. in het. leerjaar

* schrappen wat niet past

Praktijkgids. Bachelor in het onderwijs: buitengewoon onderwijs Bachelor in het onderwijs: zorgverbreding en remediërend leren Avondtraject

lerarenopleiding Brabant Diest Heverlee Opleidingsfase naam student:

STAGE WERKPLAN ACADEMIE VOOR BEELDENDE VORMING/ Sonja van de Valk

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

Bijlage 8.7: Voorbeeldopdrachten bij de uitgangspunten van HGW

Vakdidactiek: inleiding

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

werkbladen, telefoons en opnametoestel

Zelfstandige stage. Situering. Wat verwachten we van de student? Leraar Lager Onderwijs Thomas More Mechelen

Module eerste leerjaar Leertaak

Lesvoorbereidingsformulier

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS LESONTWERP

BINNENKLASDIFFERENTIATIE IN WISKUNDELESSEN

Beoordeling van de competenties stage bovenbouw

LESVOORBEREIDING nr: 4

formulier Persoonlijk Activiteitenplan (PAP 2 Schooljaar 2013/2014)

Beste collega. Stages. Observatiestage

VERWACHTE VOORKENNIS De student neemt een kritisch reflectieve en onderzoekende houding aan.

Betreft: Praktijk 2 de jaar Bachelor Lager Onderwijs Hasselt, 18 september 2017

Lesvoorbereidingsformulier

PRAKTIJK 2 DOORGROEISTAGE STAGEOPDRACHT

De competenties die prioritair aan bod komen tijdens dit opleidingsonderdeel zijn:

BEGELEIDING EN FEEDBACK MENTOR BEGELEIDING EN EVALUATIE HOGESCHOOL

Mentorenoverleg 1 BaKO SEMESTER februari 2019

Praktijkverantwoordelijke: Hilde Kuijpers Opleidingscoördinator: Chris Indesteege

HUISTAAKVOORBEREIDING:

LeerWerkPlan VLO fase 2, Zwolle

Betreft: Praktijk 3 de jaar Bachelor Lager Onderwijs. Beste mentor

BACHELOR LAGER ONDERWIJS

Huistaken in Vrije Basisschool DE KIEVIT Een zorg van de school, de ouders en de kinderen Versie

Stageconcepten. Stage 1 ste jaar - Studenten eerste opleidingsfase

Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs

Overzicht rapportmodule

muzische vorming in kleuterschool

Beroepsgerichte Vorming, opleiding handel en administratie of Project Algemene Vakken

Teamteaching Sem II - 2 BaLO

Mentor Datum Groep Aantal lln

Transcriptie:

PRAKTIJKGIDS - PRAKTIJK 2 Auteurs: Veerle Amelinckx e.a. BACHELOR IN HET ONDERWIJS : LAGER ONDERWIJS ACADEMIEJAAR: 2014-2015

Inhoudstafel 1. Doelen... 3 2. Planning en programma... 3 2.1. Planning... 3 2.2. Je praktijkprogramma bestaat uit:... 3 2.2.1. Participatie-opdrachten... 3 2.2.2. Taken... 4 2.2.3. Activiteiten en lessen... 6 3. Praktijkmap en begeleidingsschrift... 8 3.1. De praktijkmap bestaat uit twee delen:... 8 3.2. Het begeleidingsschrift... 9 4. Begeleiding vanuit de praktijkschool... 9 5. Begeleiding vanuit de opleiding... 9 6. Verwachtingen ten aanzien van de student... 10 6.1. Algemene richtlijnen... 10 6.2. Richtlijnen in verband met de lesrealisatie... 10 6.3. Sociale netwerken en privacy... 10 6.4. Afwezigheid op de praktijkdagen... 10 6.5. Sanctie van afwezigheden onvoldoende prestatie... 11 6.6. Niet realiseren van het programma... 11 7. Problemen of vragen... 11 2

1. Doelen De praktijk is een leerkans om geleidelijk en actief samen te leren met medestudenten, klasmentoren en praktijkbegeleiders. Praktijk wordt niet beoordeeld. Het maakt namelijk deel uit van de onderwijsstrategie van didactische opleidingsonderdelen. Hierdoor kun je in alle veiligheid oefenen en kun je wat je in de opleiding zag, uitproberen in een klas in de lagere school. Via de praktijk streven we volgende doelen na: de beroepscontexten 1 en de verschillende verantwoordelijkheden 2 van de leraar lager onderwijs verkennen; specifieke componenten (kennis, vaardigheden, attitudes) van te verwerven competenties oefenen; bepaalde competenties oefenen en verwerven (deze zijn opgenomen in het synthesedocument). 2. Planning en programma 2.1. Planning vrijdag 07/11/2014 donderdag 20/11/2014 t.e.m. vrijdag 21/11/2014 woensdag 26/11/2014 t.e.m. woensdag 03/12/2014 Observatiedag (kennismaking met de school, participatie) 8 praktijkdagen waarop je taken uitvoert, een aantal lessen geeft (zie verder in de tabel), observeert en participeert 2.2. Je praktijkprogramma bestaat uit: 2.2.1. Participatie-opdrachten Aangezien het samen leren met en van de klasmentor voorop staat, raden we je aan om niet de hele dag achteraan in de klas op je stoel te zitten. Steek een handje toe en vraag aan de klasmentor waar je mee kunt begeleiden of helpen. Participeer zo veel als mogelijk! We geven hier enkele suggesties voor participatie (na overleg met je klasmentor): rondlopen in de klas of in een andere onderwijsruimte, als de leerlingen zelfstandig werken; begeleiden van een groepje kinderen tijdens individueel of groepswerk bv. tijdens hoekenwerken en tijdens een les beeldopvoeding; uitdelen van materiaal; begeleiden van kinderen naar een andere ruimte; helpen bij de invulling van een crea-activiteit; helpen bij de herschikking van het klaslokaal; actief deelnemen aan een klas overschrijdende activiteit; helpen bij het maken van leermateriaal; meelopen op de speelplaats tijdens de pauze met de klasmentor; verbeteren van een taak van de leerlingen (via een correctiesleutel); begeleiden van een sportactiviteit tijdens de middagpauze; 1 De verschillende beroepscontexten zijn: werken met leerlingen, werken met collega s, werken met de omgeving van de school en werken aan eigen ontwikkeling. 2 Voor de verantwoordelijkheden hebben we ons gebaseerd op de decretale tekst Basiscompetenties voor de leraar lager onderwijs (oktober 2007). De verantwoordelijkheden zijn: de leraar als verantwoordelijke voor de lerende, de leraar als verantwoordelijke voor de school/de onderwijsgemeenschap en de leraar als verantwoordelijke voor de maatschappij. 3

meegaan met de praktijkklas naar het zwembad, het bos, het museum, en participeren; overnemen van een deel van de taak van de klasmentor in de eetruimte en de afspraken toepassen; de klasmentor helpen bij de voorbereiding van een sportdag, een schoolfeest 2.2.2. Taken Je voert een aantal taken uit die worden opgegeven vanuit opleidingsonderdelen. Via de docent van dat vak verneem je welke opdrachten je moet uitvoeren, met welk doel, en of het een leertaak dan wel een beoordelingstaak is. Je maakt enkel de taken van de vakken waarvoor je bent ingeschreven! OLOD of leereenheid Kennismaking school en gesprek met de directeur Toelichting Meld je steeds eerst aan bij de directeur! Beginsituatieanalyse maken van de praktijkschool en -klas In het schoolreglement informatie en afspraken aanduiden waarmee je rekening moet houden. Extra aandacht schenken aan de verwachtingen die de directeur en klasmentor stellen ten aanzien van jou. Denk hierbij aan: bezoek aan de leraarskamer, uitlenen van materiaal, kopiëren van werkbladen, omgangsvormen met de klasmentoren en de kinderen binnen en buiten klasverband. Leertaak DT3 Met behulp van een aangeboden leidraad: Doelgerichte lessen wiskunde of taal voorbereiden en uitvoeren DT3 - gegevens verzamelen over de inrichting, de klasgroep, het lesgeven en het klasklimaat; - informeren over de leergebieden die op het praktijkprogramma staan. De gegevens worden genoteerd in een gestructureerd document. Tijdens je praktijk bereid je doelgerichte lessen voor en voer je ze uit. Hiervoor kun je gebruikmaken van de checklist in de cursus DT3. Gedifferentieerde lessen wiskunde of taal voorbereiden en uitvoeren DT3 Pas differentiatie toe in zo veel mogelijk lessen. Een les waarin doelgericht gewerkt wordt aan samenwerkingsvaardig-heden opstellen en uitvoeren Leer- of Beoordelingstaak Beoordelingstaak Beoordelingstaak Beoordelingstaak DT3 Observeren van een spellingles Leertaak Didactiek Nederlands Kies minimum 1 les waarin je minimum 1 coöperatieve werkvorm gebruikt en doelgericht werkt aan samenwerken. Bereid deze les voor volgens de didactische inzichten van de cursus. - Om welke soort les gaat het: een les waarin een woordpakket wordt aangebracht/ingeoefend, een les waarin één spellingregel of -probleem systematisch wordt aangebracht/ingeoefend (bv. hoofdlettergebruik, het trema, de spelling van de verleden tijd) of een andere variant? - In welke mate gaat de aandacht ook naar de betekenis (van de woorden)? - In welke mate wordt de uitspraak expliciet geconfronteerd met de schrijfwijze? 4

Observeren van de lessen Frans Leertaak Video-opdracht Leertaak Digitaal bord Leertaak Ter voorbereiding van Didactiek Frans (volgend semester) Voor alle studenten die praktijk 2 doen Voor alle studenten die praktijk 2 doen - Wordt er inductief of deductief gewerkt? - In welke mate worden (luister-, regel-, onthoud-, analogie-, controle-, opzoek-, vermijd-) strategieën geëxpliciteerd? - (Hoe) wordt er gevarieerd in oefenvormen en (qua niveau) gedifferentieerd? - Observeer de instructietaal tijdens de lessen Frans. - Observeer de geoefende taalvaardigheden. - Registreer de antwoorden via Google Docs link: zie Chamilo cursus Praktijk 2. - Voor de beschrijving van de concrete opdracht: zie Chamilo cursus Praktijk 2, documenten praktijk 2. Je vraagt je klasmentor om jou even te filmen terwijl je lesgeeft. Kies voor een waardevol lesmoment waarbij de aan bod gekomen didactiek gedemonstreerd wordt. De opname mag zeker niet meer dan 15 minuten duren. Je vraagt vooraf toestemming aan de directeur en je klasmentor. Het is de bedoeling dat de camera vooral op jou gericht is, en minder op de leerlingen. Je gebruikt hiervoor een eigen toestelletje (fototoestel met opnamefunctie, digitaal videocameraatje, smartphone, ). Test vooraf je toestel. Je registreert achteraf ook je opname. Volg de instructies omtrent deze opdracht via de site: http://www.arteveldehogeschool.be/olo/ict/videoinpraktijk2web Indien je binnen de context van deze praktijk kunt beschikken over een digitaal bord, verwachten we ook dat je dit integreert in je didactisch handelen. Tijdens de observatiedagen vragen we aan de mentor om je te introduceren in de hardware, de beschikbare digitale bordboeken en eventueel in de bordsoftware die gebruikt wordt in de klas. Vanuit de opleiding zorgen wij ervoor dat alle studenten gratis toegang hebben tot de online bordsoftware Prowise Presenter Pro (en Gynzy). Deze bordsoftware kan op elk type bord gebruikt worden mits internetaansluiting (webbased, geen installatie nodig, bordonafhankelijk). Je kreeg tevens vanuit de opleiding de nodige achtergrondinformatie om je op zelfstandige basis te bekwamen in deze vaardigheid aan de hand van een ondersteunende website. De website: http://www.arteveldehogeschool.be/olo/ict/digibordweb We verwachten dan ook dat je deze tools gebruikt. Het gebruik van het digitale bord ma g zich niet beperken tot de bordboeken, er dienen volwaardige digitale bordlessen te worden ontworpen. 5

2.2.3. Activiteiten en lessen De lessen/activiteiten in de tabel hieronder, worden aangestuurd vanuit 3 didactische vakken: Didactiek Nederlands en wiskunde 2 Didactiek Wereldoriëntatie en godsdienst Didactiek Muzische vorming en lichamelijke opvoeding. Hoe stel je je lesopdrachten samen? Je geeft verplicht 16 lessen. Markeer in de tabel hieronder met een fluostift welke van deze vakken je nu volgt ( 14-15) of vorig jaar volgde ( 13-14). De lessen/activiteiten die daarbij horen, realiseer je ook (de andere niet, omdat je de didactiek nog niet kreeg). Tel de te geven lessen op. Als je niet aan 16 lessen komt, vul je je programma verder aan met lessen uit het programma stage 1/praktijk 1, zodat een zinvol praktijkprogramma ontstaat. Je klasmentor is dan vrij om de concrete invulling van de lessen te bepalen. Lessen/Activiteiten DIDACTIEK NEDERLANDS EN WISKUNDE 2 Taal Toelichting We laten de student (bewust) (nog) niet alle lessen geven. Wij menen namelijk dat hij nog heel wat kan opsteken van wat de klasmentor zegt en doet. 1x Taalbeschouwing - Voor taalbeschouwing besteed je aandacht aan vorm én betekenis van het behandelde taalaspect en neem je de 9 vragen van het taalmodel als uitgangspunt. - Voor taalbeschouwing liever geen zinsleer. (Zinsleer is zo goed als verdwenen in de nieuwe eindtermen! Alleen persoonsvorm en onderwerp worden nog benoemd.) 1x Poëziebeleving - Via allerlei werkvormen die aangepast zijn aan het gedicht en aan de kinderen, zorg je ervoor dat de poëtische kwaliteiten van het gedicht krachtig tot uiting komen. - Je kunt de inhoud, het specifieke taalgebruik of de vorm op verschillende manieren uitdiepen, bespreken of verduidelijken, maar het beleven van het gedicht blijft centraal staan. 2x Te kiezen uit: luisteren/spreken; boekpromotie/leesbevordering; schrijven; expressief lezen en begrijpend lezen Wiskunde 5 lessen waarvan minstens 1 meetkunde en minstens 1 metend rekenen - Je inspireert je op de didactiek zoals behandeld in OLO 1. - Een les van taal kun je gebruiken om een taak rond differentiatie uit te voeren. Meetkunde - Je mag in overleg met de mentor je programma samenstellen. - Meetkunde en metend rekenen moeten aan bod komen. Metend rekenen Getallenkennis en/of bewerkingen - Deze les kun je gebruiken om een taak rond differentiatie uit te voeren. 6

DIDACTIEK MUZISCHE VORMING EN LICHAMELIJKE OPVOEDING Bewegingsopvoeding 1x Een les ritmisch bewegen op muziek - Op basis van input lessen didactiek muzische opvoeding en LO: bewegingsopvoeding: een lesvoorbereiding van een les ritmisch bewegen op muziek opmaken en de les zelf realiseren. - Een zwemles participerend mee begeleiden onder de leiding van de leermeester LO. Twee lessen muzische vorming naar keuze met integratie van de verschillende muzische domeinen 2x Muzische lessen naar keuze - De muzische les wordt logisch opgebouwd vanuit het algemeen kader muzische vorming (opstart, verkenningsfase, verdiepingsfase en eindopdracht) met integratie van een ander muzische domein. Minstens één attitude leerplandoel en lesdoel, en minstens één algemeen leerplandoel en lesdoel opnemen. DIDACTIEK WERELDORIENTATIE EN GODSDIENST Wereldoriëntatie 2x Twee cursorische lessen - Je geeft 2 cursorische lessen wereldoriëntatie. Onderwerpen vertrekken vanuit de domeinen tijd, ruimte of natuur. Je kunt ook een les verkeerseducatie geven. - Elke les vertrekt vanuit een ander domein (bijvoorbeeld een les met een historisch onderwerp of een les waarin het weer centraal staat). De cursorische lessen hoeven niet ingebed te zijn in een lopend thema. Godsdienst 2x Bij voorkeur lesonderwerpen aangeduid in een handleiding - Je geeft de lessen uit de handleiding die de klasmentor je opgeeft, maar je werkt ze uit overeenkomstig de geziene vakdidactiek én op een persoonlijke manier. - Je reikt zinvolle levensbeschouwelijke inhoud aan en je verbindt die met de leefwereld van de kinderen. - Indien mogelijk oefen je een van de methodieken in die je in de hogeschool hebt geleerd, onder andere bibliodrama. - Als je werkt met een levensbeschouwelijk verhaal, tracht je te verdiepen en te verwerken. VERPLICHT TE INTEGREREN VAARDIGHEDEN Toelichting De student toont deze vaardigheden bij lesovergangen en tijdens zijn eigen lessen Minstens vijf verschillende muzische tussendoortjes en muzische integratiemomenten uitvoeren. - Je moet minstens vijf verschillende tussendoortjes of muzische integratiemomenten voorbereiden. Invalshoeken zijn: talige, muzische integratie en bewegingsintegratie (rugoefening). - Toepassen waar het nodig is: een tussendoortje als ontspanning of om de concentratie aan te scherpen, een integratiemoment waarbij je op een muzische manier een leerinhoud aanbreng of inoefent. Voorlezen en vertellen; muzisch taalgebruik - Functioneel integreren en afstemmen op de beginsituatie van de klasgroep. - Voor muzisch taalgebruik: bv. via het occasioneel voorlezen van een (gepast) gedicht, spelen met klanken, woorden en betekenissen. 7

Minstens één spelvorm in een les naar keuze Minstens één keer een lied zingen met de klas. - Functioneel integreren in een les van taal of wiskunde. - Je zingt een lied met de klas waarbij je de op de juiste toon zingt. Hiervoor hanteer je een instrument naar keuze. - Je kunt kiezen voor een klaslied, goedemorgenlied, canon. - Dit lied kan een herhaling zijn van een eerder aangeleerd lied (door jou of je mentor). 3. Praktijkmap en begeleidingsschrift 3.1. De praktijkmap Om je praktijkmap te kunnen samenstellen, moet je een aantal formulieren downloaden via de digitale leeromgeving Chamilo: zie cursus Praktijk 2, bij documenten. Identificatiegegevens van de school 3 Weekroosters Zelfevaluatieformulier. De praktijkmap bestaat uit 2 delen: DEEL 1 A. Administratie: identificatiegegevens van de school en de weekroosters B. Informatie: hier stop je informatie in verband met de kennismaking met de school (enkel betekenisvolle informatie omtrent de kenmerken van de schoolpopulatie, het schoolreglement, het aantal klassen, de namenlijst van de leerlingen van je klas ); hier komt ook de algemene beginsituatieanalyse die tijdens de praktijk wordt aangevuld met observatiegegevens. C. Alle voorbereidingen van activiteiten/lessen zowel originele als herwerkte versie Elke voorbereiding bevat volgende onderdelen: 1. Originele en als die moet herwerkt worden, ook de definitieve - versie van de lesvoorbereiding. Na het realiseren van elke les vul je met de hand achteraan de rubriek evaluatie in. Geef 8! Bij 8 lessen naar keuze doe je dit volgens deze instructies: - Noteer beknopt en zakelijk, maar in volzinnen minstens een voorbeeld van wat je goed deed in je les en leg uit waarom. - Noteer minstens een voorbeeld van wat niet goed ging. Waarom was dat/hoe kwam dat? Doe een verbetervoorstel. - De voorbeelden die je geeft, zijn van didactische, pedagogische en/of organisatorische aard - zie document leerlijn schrijven. - Kleef op deze 8 lesvoorbereidingen een post-it met daarop Geef 8! zodat je praktijkbegeleider deze lessen makkelijk herkent. Voor alle andere lessen doe je dit volgens dezelfde logica, maar het mag in telegramstijl. 2. Bordplan (met de hand geschreven) 3. Bijlagen (ingevuld werkblad, verhaal, de kopie van de handleiding, ) 8

DEEL 2 A. Begeleidingsfiche van je praktijkbegeleider (die krijg je na een bezoek) B. Synthesedocument praktijkbegeleiding klasmentor (laten invullen door de klasmentor op het einde van de praktijk). Hierin maakt hij/zij een samenvatting van de feedback. C. Zelfevaluatie (na de laatste praktijkdag maak je op basis van jouw ervaringen en de feedback die je kreeg een zelfevaluatie.) 3.2. Het begeleidingsschrift is een werkinstrument waarin de klasmentor feedback (tips en commentaren) noteert, zodat de groei in competentie duidelijk wordt. Het begeleidingsschrift wordt o.a. gebruikt voor het begeleidingsgesprek met de klasmentor en/of praktijkbegeleider. Het wordt mee ingediend bij de praktijkbegeleider na de praktijk. 4. Begeleiding vanuit de praktijkschool Vanuit de praktijkschool word je begeleid door de klasmentor. Aan de klasmentor vragen we om: je leerkansen te bieden je actief laten deelnemen aan de klasactiviteiten je taken laten uitvoeren die contextgebonden zijn: zie suggesties participatie je te begeleiden: je helpen met de inhoud van het weekrooster je informeren over de lessen die je zult geven je voorbereidingen lezen en tips geven je feedback te geven: met jou terugblikken na een activiteit of na een praktijkdag commentaar noteren in je begeleidingsschrift een bondig syntheseverslag maken op het einde van je praktijk. Is er in de praktijkschool een schoolmentor, dan is hij/zij de aangewezen persoon om je wegwijs te maken in de schoolcontext. 5. Begeleiding vanuit de opleiding Je hebt een praktijkbegeleider. Die informeert jou en de praktijkschool over het concept van de praktijk. Daarnaast begeleidt hij je om je weekroosters op te stellen en helpt hij je bij de opmaak van voorbereidingen. Ook de vakdocenten begeleiden je bij de voorbereidingen. Op de praktijkschool bespreekt de praktijkbegeleider (eventueel samen met de klasmentor) met jou een geobserveerde activiteit. Hij stuurt bij waar nodig om optimale leerkansen te creëren. Na de praktijkperiode maakt de praktijkbegeleider een stand van zaken op van jouw ontwikkeling. 9

6. Verwachtingen ten aanzien van de student 6.1. Algemene richtlijnen Je dient je weekroosters een week vooraf in bij de praktijkbegeleider of volgens de afspraken met je praktijkbegeleider, als die hiervan zouden afwijken. Voorbereidingen van lessen/activiteiten geef je ten laatste drie werkdagen voor de realisering aan de klasmentor af. Je bent telkens een volledige dag aanwezig op de praktijkschool. Je maakt kennis met de werking van de lagere school, voert observatie- en oriëntatieopdrachten uit, participeert en realiseert de voorbereide lessen en activiteiten. In je communicatie met klasmentor en praktijkbegeleider hou je rekening met de formele context. Dit wil zeggen dat je bepaalde beleefdheidsregels in acht neemt. Ook hanteer je formeel taalgebruik, dit zowel in je mondelinge communicatie als in schriftelijke communicatie, bv. bij e-mailverkeer. Maak zeker gebruik van de Tips voor e-mailverkeer. Informeer je op je praktijkschool over de verwachtingen en gewoontes op dit vlak. 6.2. Richtlijnen in verband met de lesrealisatie Je bent aanwezig op de praktijkschool zolang je klasmentor dat nodig acht. Een les/activiteit die niet tijdig werd ingediend bij de klasmentor, onvoldoende werd voorbereid en/of niet werd verbeterd, wordt niet gegeven. Deze beslissing wordt genomen door de klasmentor of de praktijkbegeleider. Als je lessen niet kunnen plaatsvinden, observeer je of neem je deel aan de activiteit die in de plaats komt. Niet-gegeven lessen worden ingehaald en de planning wordt in samenspraak met de praktijkbegeleider aangepast. Je vraagt aan de klasmentor de toelating om didactisch materiaal te gebruiken. Ontleende materialen en boeken worden zo snel mogelijk teruggebracht. Dit geldt ook voor gecorrigeerde schriften en werkbladen. De praktijkgids en de praktijkmap liggen tijdens de les altijd samen achteraan de klas en worden ter inzage aangeboden aan de klasmentor en de praktijkbegeleider. Tijdens het lesgeven hou je rekening met feedback en aanvullingen op de lesvoorbereiding. Daarom moet de originele lesvoorbereiding samen met de herwerking in de praktijkmap zitten. De lessen worden het liefst afgewerkt, maar in elk geval altijd zinvol afgerond. Zo wordt de begonnen activiteit beëindigd, materiaal en schriften worden weggeborgen. Je dient je voor de nabespreking van de lessen te schikken naar de mogelijkheden van de klasmentor en de praktijkbegeleider. 6.3. Sociale netwerken en privacy De student is tijdens de stage aan de slag in een professionele context. Dat betekent dat de student met informatie en materiaal (verslagen, foto's, film-opnames...) gemaakt of verzameld tijdens de stage, discreet omgaat. Dit houdt in dat de student de privacy respecteert van de kinderen in de klas, de klasmentor, andere teamleden van de stageschool... en geen zaken publiceert op sociale netwerken (Facebook, Twitter, Netlog...). De student maakt een professionele fout indien hij dit wel doet. 6.4. Afwezigheid op de praktijkdagen Een afwezigheid op een praktijkdag meld je onmiddellijk aan de klasmentor en de praktijkbegeleider. Afwezigheid op een praktijkdag wegens ziekte moet je steeds wettigen door een doktersattest dat je afgeeft aan de balie. 10

Elke gewettigde afwezigheid tijdens een praktijkdag kan aanleiding geven tot het opleggen van een aanvullende of vervangende praktijkdag door de opleidingsdirecteur en bij delegatie door de stagecoördinator in overleg met de praktijkbegeleider (aanvulling bij art. 54). 6.5. Sanctie van afwezigheden onvoldoende prestatie Enkel een gegronde reden kan je afwezigheid rechtvaardigen. Alle ongewettigde afwezigheden en het niet respecteren van afspraken en richtlijnen kunnen aanleiding geven tot een specifiek remediëringstraject. Als je beoordelingstaken niet maakt, sanctioneert de docent die de beoordelingstaak heeft opgegeven. Het ontbreken van zin voor verantwoordelijkheid en het niet naleven van de leefregels op de praktijkschool kunnen aanleiding geven tot het stopzetten van de praktijk. De onderwijsregeling omschrijft onder de bepalingen in verband met de onderwijsactiviteiten de gewettigde afwezigheden, de sanctie van afwezigheden onvoldoende prestatie en sancties (zie Studiecontract Deel 1. Onderwijsregeling 3. Bepalingen i.v.m. onderwijsactiviteiten art. 52; Deel 4. Orde en tuchtregeling Art. 143 Ordemaatregelen en tuchtsancties). 6.6. Niet realiseren van het programma Wie zijn beoordelingstaken niet uitvoert komt niet in aanmerking voor de evaluatie van de opleidingsonderdelen waaruit een beoordelingstaak is aangestuurd. 7. Problemen of vragen Bij problemen of vragen kan de praktijkschool contact opnemen met de praktijkbegeleider of met Veerle Amelinckx, stagecoördinator op 09/234 81 21 of via Veerle.Amelinckx@arteveldehs.be 11