Trends en Cijfers. JAARVERSLAG 2007 Gecumuleerd Evaluatierapport 1 januari 2003 31 december 2007



Vergelijkbare documenten
Trends en Cijfers. JAARVERSLAG 2008 Gecumuleerd Evaluatierapport 1 januari december 2008

SAB STICHTING AFVALSTOFFEN & VAARDOCUMENTEN BINNENVAART TRENDS & CIJFERS versie september 2009

Afvalafgifte in de beroepsbinnenvaart Het hoe, wat en waar

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Actuele Werkzaamheden van de CCR

Scheepsafval. in het Noordzeekanaalgebied

AANVRAAGFORMULIER ALGEMEEN. Vul s.v.p. uw scheepsgegevens in op het formulier Overzicht van uw schepen

Formulier voor de overdracht van scheepsafvalstoffen Ship waste transfer form

Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de vragen die door Kamerlid dhr. Smaling van de SP zijn gesteld op 4 februari 2014.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Sanitair afval Olie Huisvuil Chemicaliën AFGIFTE SCHEEPSAFVAL IN. zeehavens Amsterdam. 1 november 2004 start uitvoering Haven Afvalstoffen Plan (HAP)

Toelichting. I. Algemeen. 1. Inleiding

PROCEDURE VOOR DE UITGIFTE VAN HET CERTIFICAAT VAN GOEDKEURING

HOOFDSTUK 5. Bepalingen over het beheer van specifieke materiaalkringlopen en afvalstoffen

L 120/20 Publicatieblad van de Europese Unie AANBEVELINGEN COMMISSIE

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds van haar overeenkomst tussen handelaren in gewasbeschermingsmiddelen;

Inwerkingtreding van het «Afvalstoffenverdrag»

Concept Besluit, houdende de algemeenverbindendverklaring van een overeenkomst tussen handelaren in gewasbeschermingsmiddelen

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014 (Gemeenteblad 2014, nr. );

ScheepvaartVerkeersCentrum

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.2 van de Wet basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten.

Inhoudsopgave. 1 Inleiding 1. 2 Doelstelling Relevante wetgeving 2

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

UITVOERINGSMAATREGELEN VOOR DE GEDRAGSCODE VOOR DE LEDEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT INZAKE FINANCIËLE BELANGEN EN BELANGENCONFLICTEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

1.1 EU - Richtlijn, 1.2 Bijzondere positie visserij in het kader van indirecte financiering 1.3 Inhoud Visserij Haven - afvalplan

Verdrag inzake de verzameling, afgifte en inname van afval in de Rijn- en Binnenvaart (CDNI) Ontstaan, structuur en uitvoering in België

Evaluatie stichting Afvalfonds

Bundel van de besluiten van de CVP van 25 juni 2013

Jaarverslag SCCM 2017

De raad van de gemeente Zoetermeer; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 november 2018

Besluit inzamelen afvalstoffen

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

gelet op de artikelen 216 en 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a. en b. van de Gemeentewet; besluit:

In deze regeling wordt verstaan onder besluit: Besluit vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart.

De 10 belangrijkste gevolgen van afschaffing van. de inzamelvergunningen voor scheepsafvalstoffen

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Verordening op de heffing en invordering van reinigingsrecht 2019

Samenvatting haalbaarheidsstudie invoering diftar. in de gemeente Heusden

Privacy Verklaring versie

Artikel 1. Definities

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA Den Haag

Gedeputeerde Staten van Drenthe,

Beleidsnotitie van afvalbeleid naar Grondstoffenbeleid

Toelichting Gemeenschappelijke Regeling Omnibuzz (versie ) Inleiding

Workshop 4: Wet- en regelgeving Beleidsregel vergaand geautomatiseerd varen

Zorgdragen voor doeltreffende, efficiënte en volledige informatie uitwisseling.

CO 2 Communicatieplan

Wet- en regelgeving. Scheepsafvalstoffenverdrag (SAV) Reglement van Onderzoek Schepen op de Rijn (ROSR)

Afvalstoffenverordening Avri 2018

Handelwijze bij vragen en klachten over een ISO of OHSAS certificaat versie 18 november 2008

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

Publicatieblad van de Europese Unie L 77/25

Onderwerp Beantwoording vragen met betrekking tot het Binnenvaartbesluit

Besluit van Provinciale Staten

CO 2 Communicatieplan. 18 mei 2015

BAMM/U Lbr

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Lidstaten - Leveringsopdracht - Aankondiging van een opdracht - Openbare procedure. B-Hasselt: Brandstoffen 2010/S

Verordening op de heffing en invordering van reinigingsrecht 2015

Privacy Reglement NOMAC PRIVACYREGLEMENT Nederlandse Organisatie Model Auto Clubs

Voordracht aan Provinciale Staten. Van Subcommissie Bestuur en Middelen. Mei xxxx. Wijziging controleverordening.

abcdefgh De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG Geachte voorzitter,

BESLUIT. Besluit van 2 juni 2003, Stb. 2003, nr. 234, zoals laatstelijk gewijzigd bij besluit van 5 april 2005, Stb. 2005, nr. 200.

Toelichting op de artikelen

Aanvullende voorlopige tarieven diftar en reinigingsrecht

Overeenkomst. Accountantscontrole boekjaar 2017 ev. Gemeente o De Samenwerking Kempengemeenten. Bizob-2016-GEZ-JGR-00888

a. Transponeringstabel verdrag

Verordening 217 Concept aangeboden aan de Provinciale Staten

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Controle protocol. 1 Doelstelling. 2 Eisen en aanwijzingen. 3 Toleranties en gewenste zekerheid

Interne klachtenregeling gastouderbureau Voor Uw kinderen

BESLUIT. op grond van artikel 95d, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 aan DGB Energie B.V.

DIT PROJECT WORDT MEDEGEFINANCIERD DOOR HET EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING. Gedeputeerde Staten van Drenthe,

Rapport. Datum: 1 september 2000 Rapportnummer: 2000/295

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 177 E van 27/06/2000

(Voor de EER relevante tekst)

Milieu Communicatieplan

Sector: Stad Kerkrade, 22 september Aanbiedingsbrief. aan de raad.

BRL 9500 Deel

Privacyverklaring. LIMM Recycling Versie

Provinciale Staten VOORBLAD

H. Kamstra is de Functionaris Gegevensbescherming van H. Kamstra Financieel Advies. Hij is te bereiken via

Rechtmatigheid in het onderwijs

Jaarplan 2012 gemeente Velsen

PROTOCOL 21. Erkenning van buiten de Rijnoeverstaten geldende bewijzen

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 2 juni 2008, Nr. PD/2008/1959;

Inventarisatie stand van zaken lozingen huishoudelijk afvalwater op Rijkswateren stand van zaken medio oktober 2005

A 2012 N 90 PUBLICATIEBLAD

Titel : Wet Markt en Overheid; bepalen welke economische activiteiten zijn aan te merken als zijnde van algemeen belang in de zin van de Wet

Regeling structurele gegevenslevering Wet op het primair onderwijs (WPO) en Wet op de expertisecentra (WEC)

Resultaten van het onderzoek onder het Rotterdamse MKB naar de gemeentelijke aanbestedingen door het CDA Rotterdam

Koninklijke Schuttevaer-BLN

Interne klachtenregeling gastouderbureau SharedCare

Rapport. Datum: 30 juni 2003 Rapportnummer: 2003/200

Transcriptie:

Trends en Cijfers JAARVERSLAG 2007 Gecumuleerd Evaluatierapport 1 januari 2003 31 december 2007 SAB Stichting Afvalstoffen & Vaardocumenten Binnenvaart 2008

Inhoudsopgave ALGEMENE TEKST blz. 1. INLEIDING 3 2. ONTWIKKELINGEN 6 3. HOEVEELHEDEN EN RECHTMATIGHEID 7 4. SERVICENIVEAU 8 5. MEDEDINGING EN AANBESTEDING 9 6. REGISTRATIE, IDENTIFICATIE EN MONITORING 9 7. CIJFERMATIG OVERZICHT 10 8. MILIEUZORG 10 9. PROJECTEN 10 10. VOORLICHTING EN COMMUNICATIE 11 11. VOORBEREIDING NATIONAAL INSTITUUT 12 12. ORGANISATIE EN MANAGEMENTTEAM 13 13. SAB KWALITEITSMANAGEMENTSYSTEEM 14 14. RESUMÉ 14 OVERZICHTEN SCHEMA S SAB ORGANISATIE GEGEVENS & GRAFIEKEN

1. Inleiding De SAB Stichting Afvalstoffen & Vaardocumenten Binnenvaart is in Nederland o.a. verantwoordelijk voor het verstrekken van olieafgifteboekjes en de ontvangst en verdere verwijdering van scheepsafval van binnenvaartschepen en drijvende werktuigen. Geleidelijk is naast het veilig ontvangen en verwijderen van scheepsafval vooral de nadruk gelegd op het voorkomen van het ontstaan van afval, waarbij voorlichting aan betrokkenen een belangrijke rol speelt. De financiële middelen die de SAB voor de ontvangst en verdere verwijdering van oliehoudend afval ter beschikking staan, worden deels verkregen uit een toeslag van 5% op de binnenhavengelden van 16 zeehavens verenigd in de Nationale Havenraad, deels uit subsidie van de ministeries van Verkeer en Waterstaat en VROM en deels door een eigen bijdrage die ontdoeners dienen te betalen bij de afgifte van bilgewater. Vanaf maart 2003 leveren ontdoeners bij afgifte van bilgewater in Nederland, een bijdrage aan de verwijderingkosten van twee cent per liter. Gekozen is voor bilgewater omdat deze afvalsoort o.a. door goed onderhoud te vermijden is. De bijdrage werd tot 1 mei 2007 betaald door middel van een bilgekaart. Vanaf 1 mei 2007 is een nieuw betaalkaartsysteem van kracht geworden. Dit systeem dient als proef voor het uiteindelijk te bouwen internationaal betaalkaartsysteem. Het internationale betaalkaartsysteem zal inwerkingtreden wanneer het Scheepsafvalstoffenverdrag van kracht wordt. Voor financiering van de kosten van de ontvangst en verdere verwijdering van niet-oliehoudend afval is de SAB afhankelijk van vaarweg- en havenbeheerders die met de SAB een overeenkomst kunnen sluiten waarbij sprake is van parallelle inzameling van oliehoudend en niet-oliehoudend afval. De regie over inzameling, evenals de verantwoordelijkheid voor naleving van o.a. verplichtingen die voortvloeien uit de milieuvergunningen en verdere milieuregelgeving worden dientengevolge aan de SAB overgedragen. De SAB heeft inmiddels tien overeenkomsten met overheidsdiensten gesloten m.b.t. de inzameling van niet-oliehoudend afval. De vaste afval- en ontvangstdepots, die in samenwerking met RWS Zuid-Holland en Utrecht zijn ontwikkeld, geven een goede uitvoering aan deel C (overig afval) van het Scheepsafvalstoffenverdrag (SAV) en daardoor tevens aan het Nederlandse Scheepsafvalstoffenbesluit (SB). Vanaf de start (eind 2004) zijn dit zeer belangrijke afgiftepunten voor de binnenvaart gebleken. Belangrijk in deze ontwikkeling is de verplichting voor bedrijven om KGA beheerd af te geven bij een erkende ontvangstvoorziening zodat de registratie o.a. in het olieafgifteboekje conform de vigerende regelgeving kan plaatsvinden. Onbeheerd achterlaten van KGA in containers nabij sluizen en havens wordt niet gedoogd. 3

De mogelijkheden om KGA beheerd af te geven zijn echter aanzienlijk verruimd, onder andere door eerdergenoemde servicekades en de medewerking van een aantal bunkerbedrijven. De vrees dat ontdoeners massaal het KGA op verboden plekken zouden achterlaten is ongegrond gebleken. Men gaat ervan uit dat op termijn de bepalingen van het SAV worden toegepast op het voornaamste vaarwegennetwerk van de EU binnenvaartlanden. Op grond van het SAV zullen de eigenaren van gemotoriseerde binnenvaartschepen en drijvende werktuigen vanuit het principe de veroorzaker betaalt de kosten van inzameling en verdere verwijdering van olie- en vethoudend afval geheel zelf dragen. De bepalingen van het SAV kunnen op grond van de verdragtekst echter eerst toepassing vinden nadat het Verdrag door alle verdragsluitende landen is geratificeerd. In België is dat in 2007 niet gerealiseerd. In goed overleg met alle betrokkenen bereidt de SAB zich voor op haar taak als Nationaal Instituut zoals genoemd in het SAV. Overleg wordt gevoerd met beleidsmakers en uitvoerders van overheidszijde evenals met de verantwoordelijken uit het betrokken bedrijfsleven. Het ontwikkelen en uitvoeren van een nieuw betaalkaartsysteem waarmee de in het Verdrag genoemde verwijderingsbijdrage voldaan kan worden, heeft in dit kader plaatsgevonden. Vanaf 1 januari 2005 heeft de SAB uitvoering gegeven aan het verzoek van overheid en bedrijfsleven om de taak te vervullen van bevoegde autoriteit voor de uitgifte en behandeling van dienst- en vaartijdenboeken, alsmede de verklaring uitgifte vaartijdenboek. De SAB is formeel voor deze taken gemandateerd door de Minister van Verkeer en Waterstaat. In 2007 verrichtte de SAB 11.608 handelingen. De SAB geeft tevens vaartijdverklaringen af voor het verkrijgen van een Groot Vaarbewijs en Rijnpatent en veiligheidstrainingboekjes, welke noodzakelijk zijn voor personeel van passagierschepen. Voor dit gedeelte verrichtte de SAB 522 handelingen. De SAB heeft vanaf 2005 de opdracht voor de ontvangst en verdere verwijdering van afvalstoffen uit de binnenvaart in negen percelen Europees aanbesteed en op basis van de economisch meest voordelige aanbieding gegund. Per 1 april 2007 is het perceel Volkerak en de overnachtinghaven s-gravendeel gegund en zijn de contracten per 1 april 2007 van kracht geworden. Het bedrijf welk het perceel Maasbracht was gegund, heeft in het voorjaar van 2007 de SAB verzocht de overeenkomst te ontbinden i.v.m. onvoldoende inkomsten uit de inzameling van olie- en vethoudend afval. De SAB heeft hierin toegestemd. In afwachting van een goede regeling m.b.t. het inzamelen van alle scheepsafvalstoffen is een éénjarig contract afgesloten met een inzamelbedrijf. Het contract loopt tot 1 mei 2008. 4

De in het SAB kwaliteitsmanagementsysteem geformuleerde doelstellingen zijn in 2007 in voldoende mate gerealiseerd. De SAB wenst zich verder te ontwikkelen tot Nationaal Instituut en als de centrale organisatie die past in het beleid van de overheid en het betrokken georganiseerde bedrijfsleven. C. Kleiberg directeur 5

2. Ontwikkelingen 2.1. Netwerk/zorggebied Door een belangrijke mate van vlootvernieuwing, verbetering van het zorgbeleid aan boord en de verplichting van ontdoeners om een eigen bijdrage te leveren bij de afgifte van bilgewater, is de hoeveelheid ingezameld bilgewater tot 2004 aanmerkelijk gedaald. De laatste jaren blijft het volume nagenoeg gelijk. De SAB heeft in Nederland - door middel van Europese aanbesteding - overeenkomsten gesloten met zeven ontvangstvoorzieningen, die op bepaalde locaties in Nederland inzamelvoorzieningen ter beschikking stellen voor de ontvangst en verdere verwijdering van afval van de binnenvaart. De Europese aanbestedingprocedure die in 2005 is gevolgd, heeft geleid tot een veranderd pallet van ontvangstvoorzieningen in het SAB zorggebied. Alle overeenkomsten zijn voor een periode van drie jaar gesloten, met optie voor nogmaals een periode van drie jaar. Na twee jaar ervaring kunnen we vaststellen dat de afgesloten overeenkomsten een zeer goede dekking geven voor het huidige landelijke inzamelnetwerk. De ervaring met het huidige inzamelnetwerk - met inbegrip van enkele bunkerbedrijven die in samenwerking met ontvangstvoorzieningen KGA van hun klanten innemen - geeft geen aanleiding tot ingrijpende veranderingen. 2.2. Zorggebied Nabij een aantal sluizen en in havens staan huisvuilcontainers opgesteld. Deze worden ook op basis van het SAV gehandhaafd. Europese binnenvaartondernemers maken goed gebruik van de geboden voorzieningen. 2.3. Beheer, ontvangst en verdere verwijdering van afval nabij sluizen en havens De SAB heeft een aantal overeenkomsten gesloten met overheidsdiensten die de verantwoordelijkheid voor de inzameling en verdere verwijdering van niet-oliehoudende afvalstoffen aan de SAB hebben overgedragen. 2.4. Doelstelling De eerste doelstelling van de SAB is het stimuleren van het voorkomen van het ontstaan van afval. Daarbij richt de SAB zich vooral op het terugdringen van het volume bilgewater. De reden is gelegen in het feit dat bilgewater grotendeels een te voorkomen afvalsoort is. Mede door stimulering en voorlichting is er sprake van een groeiend milieubesef bij de doelgroep, dat zich vooral uit door het verantwoord omgaan met afval, tijdige vernieuwing en zorgvuldiger onderhoud van installaties. Daarnaast is sprake van een sterke ontwikkeling in technologisch opzicht. In dit verband wordt nog enige vermindering van bilgewater verwacht doordat o.a. lekvrije schroefaskokerafdichtingen en waterpompen in toenemende mate worden geïnstalleerd. Opgemerkt wordt dat investeren in lekvrije gecertificeerde afdichtingen wordt gestimuleerd door het in het vooruitzicht gestelde kortingspercentage van 25% op de in het SAV genoemde verwijderingsbijdrage. Echter, naast de besparing van de eigen bijdrage bij de afgifte van bilgewater is er nog geen sprake van financieel voordeel, zolang de bepalingen van het SAV niet van kracht zijn. De SAB neemt waar dat er meer belangstelling is ontstaan voor het lekvrij houden van de machinekamer en dat er bij het verrichten van schoonmaakactiviteiten minder water dan voorheen wordt gebruikt.

Naar emissies van bilgewater is in 2005 in opdracht van Ministerie van Verkeer en Waterstaat (VenW) en de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) onderzoek gedaan in het kader van de Strategie Milieutoezicht Binnenvaart. Verder werd er onder de titel Dekt de vlag de lading een verkenning uitgevoerd naar de mogelijkheden van certificering m.b.t. milieuzorg in de binnenvaart. (Afdeling Handhaving Milieuwetgeving Rijkswaterstaat Zuid-Holland - mw. J. Lopes-Sturiale) In dit kader is in 2007 uitvoerig overleg gevoerd met diverse betrokkenen uit de binnenvaart. De verwachting is dat in 2008 de beslissing wordt genomen of het invoeren van een zgn. milieucertificering mogelijk is. 3. Hoeveelheden en rechtmatigheid 3.1. Betalingsbeleid De SAB registreert door middel van het Digitaal SAB Afgiftegegevens systeem (DSA) het inzamel- en afgiftegedrag. De SAB stimuleert via voorlichting, accountantscontroles, vragenlijsten, gedragsregels en door samenwerking met handhavende instanties en binnenvaartorganisaties, zoveel mogelijk het correct opgeven van volumes. De betaling door de SAB aan ontvangstvoorzieningen is opgedeeld in een vaste vergoeding per maand en een aantal tarieven welke gebaseerd is op het ingezamelde volume, te weten: inzameling en verdere verwijdering per m 3 bilgewater; per scheepsbehandeling; per soort oliehoudend KGA (afgewerkte olie, schroefasvet, koelvloeistof, vast oliehoudend afval en emballage); niet-oliehoudend KGA (accu s, batterijen, verf gerelateerd afval en overige); restafval. Bij de afgifte van bilgewater is de ontdoener verplicht om een bijdrage van 0,02 per liter te betalen. Hierdoor is er sprake van een tegengesteld belang tussen inzamelaar en ontdoener. Door dit betalingsbeleid wordt het opvoeren van (te) hoge volumes in financiële zin niet gestimuleerd. 3.2. Monitoring De SAB beschikt middels het eerdergenoemd DSA systeem over de gegevens van de in Nederland afgegeven volumes en soorten afval. Deze gegevens worden maandelijks elektronisch door de gecontracteerde ontvangstvoorzieningen aan de SAB aangeleverd, hetgeen een adequate reactie op onduidelijke of bovenmatige ontvangsten mogelijk maakt. In geval van bovengemiddelde volumes (aantallen of gewichten) wordt contact gelegd met de ontvangstvoorziening en/of de ontdoener om de oorzaak te achterhalen. Ontdoeners en ontvangstvoorzieningen zijn op de hoogte van het feit dat de SAB de mogelijkheid heeft om de afgiftegegevens te bestuderen, te analyseren en zonodig actie te ondernemen. De monitoring van de individuele ontvangstvoorziening en/of ontdoener heeft bijgedragen aan een meer zorgvuldige opgave en registratie van volumes, alsmede een beter milieugedrag van ontdoeners in het algemeen. Bij de overgang van het onbeheerd in containers achterlaten van KGA naar het uitsluitend beheerd afgeven bij een erkende ontvangstvoorziening, is in het begin een aantal onjuiste handelingen geconstateerd. In 2007 werd nog maar sporadisch KGA in de verkeerde container gedumpt. Wanneer dit door de SAB werd geconstateerd, zijn de kosten in rekening gebracht bij de veroorzaker. Tevens werd die persoon of dit bedrijf gewezen op zijn onjuiste afgiftegedrag. 7

3.3. Volumemeting Enkele grotere ontvangstvoorzieningen maken gebruik van moderne meetmethoden voor de vaststelling van de ingenomen hoeveelheid bilgewater. De investering die is gemoeid met deze moderne volumemeting is relatief hoog en voor kleinere ontvangstvoorzieningen een te hoge financiële drempel. Voor relatief kleine volumes op jaarbasis accepteert de SAB dan ook de peilstokmeting. 3.4. Dossierreview Correcte administratieve verantwoording door ontvangstvoorzieningen en hun accountants is een vereiste om rechtmatig gebruik van de SAB regeling zoveel mogelijk te waarborgen. Om die reden voert de SAB, bijgestaan door haar externe accountant, die in de regel vergezeld wordt door een accountant van de accountantsdienst van het Ministerie van VROM, bij individuele ontvangstvoorzieningen dossierreviews uit. De SAB heeft ter ondersteuning van de accountant van de ontvangstvoorziening een controleleidraad opgesteld. In het kader hiervan is besloten deze bedrijven te bezoeken en in aanwezigheid van hun accountant, de controleleidraad nader toe te lichten. Door reviews en voorlichtende bezoeken verkrijgt de SAB extra kennis en inzicht in de uitvoeringspraktijk van de ontvangstvoorziening en de zorgvuldigheid waarmee de accountantswerkzaamheden worden verricht. De resultaten van deze bezoeken worden besproken binnen het managementteam, met het bestuur en de begeleidingscommissie. 4. Serviceniveau 4.1. Voorzieningen Het netwerk van SAB ontvangstvoorzieningen bestrijkt het grootste deel van het vaarwegenstelsel binnen Nederland. In totaal beschikt de SAB geheel of samen met andere gebruikers (zeevaart en visserij) over circa 25 boten en vier servicekaden die afval van de binnenvaart ontvangen. Een aantal van de boten wordt door de eigenaar voornamelijk gebruikt als bunkerboot. De ontvangstcapaciteit wordt door de vraag gedicteerd en is dus per regio gerelateerd aan het aantal scheepsbewegingen en hierdoor aan het afvalaanbod. In bepaalde regio s bedienen SAB contractanten ook andere ontdoeners, zoals visserij en/of zeevaart. Indien de binnenvaartafvalstroom onvoldoende is om de inzet van een milieuboot te rechtvaardigen, worden combinaties gezocht. De samenwerking met bunkerbedrijven die, naast de levering van scheepsbenodigdheden, ook olie- en vethoudende afvalstoffen inzamelen is efficiënt en bij ontdoeners populair. Mede om die reden doet de SAB een beroep op bunkerbedrijven om naast inzameling van niet oliehoudende afvalstoffen tevens KGA van hun klanten in te nemen. Dit geschiedt altijd onder verantwoordelijkheid van een ontvangstvoorziening die een overeenkomst heeft met de SAB. Regelgeving met betrekking tot vergunningen kan een hinderpaal zijn. 4.2. Servicekades De Rijkswaterstaat directies Utrecht en Zuid-Holland hebben in goed overleg met de SAB in voorgaande jaren servicekades ingericht waar afval, vallend onder deel A en deel C lid e van het SAV kan worden afgegeven. Grote hoeveelheden en zware en/of omvangrijke stukken kunnen via de servicekades worden ontvangen. Langs het Amsterdam-Rijnkanaal is te Nieuwegein een nieuw afvaldepot gebouwd. Op deze locatie kan geen bilgewater worden ontvangen. Te Willemstad zijn aan weerskanten van het Volkeraksluizencomplex servicekades gebouwd. Alleen aan de zuidelijke kant kan KGA aan de beheerder worden afgegeven. 8

Op beide kades kan al het restafval worden afgegeven. Tevens kunnen er auto s van en aan boord worden gezet. De SAB is vergunninghouder van de depots bij het Volkeraksluizencomplex. Voorts is te 's-gavendeel een autoafzetkade als onbemande servicekade ingericht. De realisatie van de servicekades blijkt een schot in de roos gezien het vrij intensieve gebruik door ontdoeners. Zowel in Nieuwegein als in Willemstad werkt de servicekade samen met een ter plaatse gestationeerde milieuboot. 4.3. Afstemming De maatregelen die terzake van de afvalinzameling getroffen worden in een bepaalde regio hebben veelal gevolgen voor de aanpalende regio s. Ook het verwijderen van KGA containers nabij sluizen en havens is in goed overleg voorbereid en breed gecommuniceerd. Indien er aanleiding toe is worden plannen en maatregelen direct met betrokken provincies, havens en dienstkringen van Rijkswaterstaat besproken en afgestemd. Jaarlijks worden tijdens de SAB relatiedag management en personeel van de ontvangstvoorzieningen geïnformeerd over zaken betreffende de ontvangst en verdere verwijdering van afval. De bijeenkomsten hebben een formeel en een informeel gedeelte. Er is gelegenheid om ervaringen uit te wisselen. De indruk bestaat dat deze SAB relatiedag door betrokkenen wordt gewaardeerd. 5. Mededinging en aanbesteding De SAB besteedt de inzamelovereenkomsten Europees aan en gunt die op basis van de economisch meest voordelige aanbieding. De overeenkomst voor inzameling via de servicekades, sluizencomplex te Willemstad en de overnachtingshaven s-gravendeel is met ingang van 1 april 2007 tot uitvoering gekomen. (De overeenkomst heeft een looptijd van 3 jaar met een optie voor verlenging tot maximaal 3 jaar). De inschrijving en gunning van de afvalinzameling via het depot Amsterdam Rijnkanaal te Nieuwegein heeft plaats gevonden in het 3 e kwartaal van 2007. De uitvoering van de overeenkomst zal met ingang van 1 januari 2008 plaats vinden. 6. Registratie, identificatie en monitoring 6.1. Afbakening van de doelgroep Onder subsidievoorwaarde 16 wordt gesteld dat de SAB uitsluitend olieafgifteboekjes behoort te verstrekken aan eigenaren van voornamelijk op binnenwateren, bedrijfsmatig gebezigde schepen en drijvende werktuigen, wat moet blijken uit één of meer van de volgende documenten: Certificaat van Onderzoek; Communautair certificaat; binnenmeetbrief; internationale meetbrief; voor zee/rivierschepen (kruiplijncoasters): een binnenmeetbrief plus een bewijs van de betaling van de toeslag van 5% op het binnenhavengeld; voor beroepszeilvaart (bruine vloot): een meetbrief, bewijs van inschrijving in het Register Holland en een bewijs van betaling van heffing (5%) binnenhavengeld; inschrijvingsbewijs van de Kamer van Koophandel; vergunning voor het bedrijfsmatig vissen op binnenwateren. De verplichting om in het bezit te zijn van een door de douane afgegeven vergunning om accijnsvrij gasolie te bunkeren, is per 1 januari 2007 komen te vervallen. 9

Niet alle schepen en drijvende werktuigen die onder de bepalingen van het toekomstige Scheepsafvalstoffenverdrag vallen zijn op eenduidige wijze geregistreerd. Het SAV richt zich, waar het olie- en vethoudende scheepsafvalstoffen betreft, op gemotoriseerde binnenvaartschepen en drijvende werktuigen. Daaronder bevindt zich een aanmerkelijk aantal zonder officieel scheepsnummer, waarvan sommige zelfs geheel zonder duidelijke vorm van registratie. Inmiddels is in Europees verband besloten tot eenduidige registratie van de gehele EU- (beroeps)binnenvaart het ENI-scheepsnummer. Vanaf 1 april 2007 wordt het officieel scheepsnummer vervangen door het ENI-nummer bij vernieuwing van het Certificaat van Onderzoek of bij afgifte van een nieuw exemplaar. 7. Cijfermatig overzicht 7.1. Volumes Ten opzichte van 2006 zijn de in 2007 gerealiseerde volumes van de diverse afvalstoffen niet significant gewijzigd. (Zie "Gegevens & Grafieken") 8. Milieuzorg 8.1. Vermindering CO2 De binnenvaart is een belangrijke gebruiker van poetslappen. Tezamen met oliefilters worden deze ingezameld en verbrand. Om het verbranden te voorkomen heeft de SAB, in samenwerking met een aantal bunkerbedrijven, in 2006 een proef gestart om poetsdoeken van gerecycled materiaal aan schippers te leveren, in te zamelen, te wassen en wederom te gebruiken. Deze proef is in 2007 voortgezet. Om het hergebruik nog meer te stimuleren, zal getracht worden om bunkerbedrijven en schippers er in toenemende mate bij te betrekken. 8.2. Ontstaan van afval voorkomen De binnenvaartbranche is zich bewust van het belang van een schone werk- en woonomgeving. Tevens wil zij haar relatieve milieuvriendelijkheid als marketinginstrument benutten. Daarbij is het inmiddels duidelijk dat de binnenvaart als veroorzaker van afval de kosten van de ontvangst en verdere verwijdering zelf zal moeten betalen. Het principe de veroorzaker betaalt ligt immers ten grondslag aan het Scheepsafvalstoffenverdrag. Die gedachte stimuleert ontdoeners tot meer zorgvuldigheid aan boord van de schepen ten aanzien van milieuzorg en een kritischer houding ten opzichte van de afvalregistratie bij de ontvangstvoorziening. Zowel door de SAB ingevoerde verplichte verwijderingsbijdrage van 0,02 per liter afgegeven bilgewater, als door het in het SAV in het vooruitzicht gestelde kortingsysteem op de verwijderingsbijdrage (- 25%) worden eigenaren van schepen gestimuleerd een gecertificeerde lekvrije schroefaskokerafdichting te plaatsen. Vast staat dat schippers zorgvuldiger onderhoud plegen en kritischer zijn bij afgifte. 9. Projecten 9.1. Van bilgekaart naar ecokaart Het kabinetsbesluit om de subsidie aan de SAB te verminderen, dat werd genomen in 2001, resulteerde na intensief overleg in de subsidievoorwaarde dat bij de afgifte van bilgewater een eigen bijdrage zal blijven gelden van 0,02 per liter tot er een internationaal financieringssysteem tot stand zal zijn gekomen. Deze beperkte vorm van directe betaling leidde zoals eerder vermeld tot een drastische vermindering van de afgifte van bilgewater. Bovendien bleek het voor de belastingdienst een geldige reden om de SAB als BTW-plichtige ondernemer aan te merken waardoor betaalde BTW kan worden teruggevorderd. 10

Er is door de eigen bijdrage een directe relatie tussen betalen en het leveren van een dienst. Overigens lijkt deze kwestie na jarenlang overleg ook in het kader van het SAV te zijn opgelost. Het "chipkaartsysteem" (bilgekaart) waarmee de eigen bijdrage ook in 2006 kon worden voldaan is niet ontworpen voor dit doel, maar gelet op de tijdsdruk waaronder het systeem in gebruik moest worden genomen is het redelijk bruikbaar gebleken. In 2005 deelde de leverancier van het bilgekaartsysteem (CCV) mee dat het systeem vanaf juli 2007 niet langer zal worden ondersteund. Door de noodzakelijke beëindiging van het bilgekaartsysteem werd het ontwikkelen van een nieuw systeem urgent. Na marktverkenning, offerte aanvragen en beoordelen, heeft de SAB voor het bedrijf Interpay gekozen, dat later zou opgaan in Equens. Na de start in 2006 is in 2007 intensief met Equens samengewerkt aan het tot stand komen van een Prepaid Mobile Payment System. Dit had tot resultaat dat het betaalkaartsysteem (ecokaart) per 1 mei 2007 het bilgekaartsysteem had vervangen. 9.2. Het Scheepsmilieuplan (SMP) Er werden in 2007 enkele SMP's uitgegeven. De SAB maakt in feite pas op de plaats, mede door de plannen die worden besproken terzake van de introductie van een milieucertificaat voor binnenvaartschepen. De SAB heeft voorgesteld om hierbij het SMP een rol te laten spelen. 9.3. Helpdesk De helpdesk van de SAB behandelt uiteenlopende vragen over maatregelen aangaande de binnenvaart in relatie tot het milieu, het nieuwe betaalkaartsysteem, de uitgifte en behandeling van dienst- en vaartijdenboeken, vaartijdverklaringen en veiligheidstrainingboekjes. Vooral over de dienst- en vaartijdenboeken en het nieuwe betaalkaartsysteem is de helpdesk in 2007 zeer intensief geraadpleegd. 9.4. Bunkerbedrijven Zaken die het bunkerbedrijf aan ondernemers verkoopt, zouden na gebruik ook door het bedrijf ingenomen moeten kunnen worden. Inmiddels is duidelijk aan welke voorwaarden moet worden voldaan om als bunkerbedrijf een vergunning te verkrijgen op basis waarvan het is toegestaan KGA van klanten te ontvangen. Een belangrijke hindernis vormt het huidige vergunningenbeleid. Hoewel het gaat om een geringe nevenactiviteit dient een bunkerbedrijf dat bereid is gebruikte zaken van klanten in te nemen een geheel nieuwe vergunning aan te vragen bij de provincie met daarin opgenomen het onderdeel voor het tijdelijk bewaren van het KGA tot een SAB ontvangstvoorziening het afval komt halen. Gelet op het feit dat de onderneming geheel afhankelijk is van de vergunning voor het bunkeren van schepen is - nog afgezien van de aanmerkelijke kosten en tijdsduur - de animo gering om een nieuwe vergunning aan te vragen bij de provincie zolang de gemeentelijke vergunning nog geldig is. Zo is de in het LAP (Landelijk Afval Beheerplan) geboden mogelijkheid in de praktijk grotendeels een dode letter. M.b.t. de geringe omvang van genoemde nevenactiviteit pleit de SAB voor uitbreiding van de bestaande (geldige) bunkervergunning met een appendix voor het tijdelijk bewaren van afval. De huidige situatie vormt een nodeloze hindernis op de weg naar een meer efficiënte inzamelstructuur voor scheepsafval. Het ministerie van VROM heeft laten weten dat deze kwestie haar aandacht heeft. Er zijn echter nog geen wijzigingen doorgevoerd. 10. Voorlichting en communicatie 10.1. Vakbeurzen en presentaties De SAB richt zich steeds nadrukkelijker op voorlichting aan haar belangrijkste doelgroep, de binnenvaartondernemer. De leidende gedachte hierbij is dat voorkomen van het ontstaan van afval vele malen beter is dan het opruimen ervan. 11

Door gerichte informatie te verstrekken over het milieu in relatie tot de binnenvaart, wil de SAB uiteindelijk bereiken dat milieuzorg aan boord van binnenschepen steeds vanzelfsprekender wordt. In samenwerking met ondermeer Bureau Voorlichting Binnenvaart (BVB) wordt op beurzen gezamenlijk een informatiestand ingericht waar schippers en andere belangstellenden met vragen terecht kunnen. Tevens verzorgt de SAB desgewenst presentaties tijdens vergaderingen van organisaties en overheidsdiensten. 10.2. SAB relatiedag Zoals in voorgaande jaren heeft de SAB in 2007 de werknemers van de door haar gecontracteerde ontvangstvoorzieningen uitgenodigd voor een relatiedag met als doel hen nader kennis te laten maken met de medewerkers van het SAB team, de uitwisseling van ervaringen en daarbij de doelstelling en de toekomstplannen van de SAB te belichten. De bijeenkomst vond plaats te Bergambacht in een positieve en ongedwongen sfeer. Het beoordelen en monitoren van scheepsafvalstoffen en de eerste ervaringen m.b.t. het nieuwe betaalkaartsysteem (ecokaart) werden als hoofdthema's besproken. De gedachtewisseling draagt bij tot meer wederzijds begrip. 10.3. Communicatie In haar communicatie met de sector maakt de SAB o.a. gebruik van direct mail om actuele zaken bij de binnenvaart onder de aandacht te brengen. Het doel is meer betrokkenheid te genereren bij het werk van de SAB en haar streven om het ontstaan van afval structureel te verminderen en de ontvangst en verwijdering van niet te voorkomen afval op verantwoorde wijze te doen plaatsvinden. Hoe om te gaan met de door de SAB uitgeven vaardocumenten is eveneens een belangrijk onderdeel van de schriftelijke communicatie met de binnenvaartondernemers. Daarnaast biedt de SAB informatie aan via haar website en de vakpers. 10.4. Individuele benadering Dagelijks bezoeken binnenvaartondernemers en bemanningsleden het bureau van de SAB in verband met de aanschaf (of behandeling) van een dienstboekje, vaartijdenboek, olieafgifteboekje, veiligheidstrainingboekje, vaartijdverklaringen, ecokaart of scheepsmilieuplan (SMP). Vanzelfsprekend worden ook bij deze gelegenheid vaak vragen gesteld en wordt er van gedachten gewisseld. Gelijktijdig met het vernieuwen van het olieafgifteboekje, verstrekt de SAB informatie over de mogelijkheden tot het beperken van afvalstromen. De SAB heeft de voornaamste regels en aanbevelingen ook in het olieafgifteboekje opgenomen. 10.5. Website Via de website www.sabni.nl wordt diverse informatie verstrekt, zoals: uitleg over de taken van de SAB; informatie over de eigen bijdrage via de ecokaart; de voorwaarden voor het verkrijgen van een olieafgifteboekje; een overzicht van ontvangstvoorzieningen in Nederland; regelgeving op het gebied van scheepsafvalstoffen, inclusief de tekst van het SAV; informatie over het SMP; informatie met betrekking tot het aanvragen van dienst- en vaartijdenboeken en de voorwaarden. adressenlijst voor medische keuringen voor het verkrijgen van dienstboeken. de nieuwsfeiten. De site is eenvoudig van opzet om de overdrachtstijd van informatie via GSM - en daarmee de kosten - zoveel mogelijk te beperken. 11. Voorbereiding NI 11.1. Voorbereiding tot Nederlands Nationaal Instituut (NI) 12

Conform artikel 8 van het SAV zal elk van de verdragsluitende landen een Nationaal Instituut aanwijzen, dat o.a. verantwoordelijk zal zijn voor de organisatie van afvalinzameling alsmede voor het systeem voor de financiering van de kosten van de ontvangst en verdere verwijdering van olie- en vethoudend scheepsafval. Ter vervanging van het systeem van waardezegels, zoals in het SAV omschreven, startte de SAB in 2007, in samenwerking met Equens, het mobiele betaalkaartsysteem. De SAB heeft de vertegenwoordigers van andere verdragstaten voortdurend geïnformeerd over stand van zaken. 11.2. SAV Het besluit om de te innen verwijderingsbijdrage uitsluitend te baseren op het geleverde volume gasolie, staat bij scheepseigenaren van grotere schepen bloot aan sterke kritiek. Al in een vroeg stadium hebben de binnenvaartorganisaties een duidelijke voorkeur uitgesproken voor een verwijderingsbijdrage die is opgebouwd uit deels een vast bedrag per jaar per vaartuig en deels een variabele bijdrage welke afhankelijk is van de geleverde hoeveelheid gasolie. Dit zou het uitgangspunt de veroorzaker betaalt dichter benaderen. Voorts heerst er onzekerheid ten aanzien van de financiering en wijze van inzameling van niet- oliehoudende afvalstoffen die in het Verdrag zijn te rangschikken onder deel C lid e. Alle niet-oliehoudende afvalstoffen met uitzondering van ladingafval - worden in Nederland thans tezamen met oliehoudende afvalstoffen van schippers ingenomen. De SAB heeft met haven- en vaarwegbeheerders contracten gesloten omtrent de financiering. Het is echter onduidelijk hoe dit in de toekomst wordt geregeld. Het van kracht worden van de bepalingen van het SAV laat nog op zich wachten. Het is echter mogelijk dat België, binnen afzienbare tijd, als laatste verdragstaat, ratificeert. Op basis van deze verwachting is het overleg geïntensiveerd en worden voorbereidingen getroffen om de nationale regelgeving aan te passen. Immers, thans dient het betaalkaartensysteem te worden omschreven, terwijl voorheen van waardezegels sprake was. Met vertegenwoordigers van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) heeft de SAB regelmatig contact. Deze vertegenwoordigers maken tevens deel uit van de Begeleidingscommissie van de SAB. Gelet op de verantwoordelijkheden die IVW krijgt in het kader van het SAV is goede samenwerking gewenst. 12. Organisatie en managementteam 12.1. Teamvorming inzet en kantoorinrichting De kosten van het bureau zijn in 2007 ten opzichte van 2006 gestegen. De verhoging van de kosten is het gevolg van o.a. het inschakelen van een extern bureau voor het selecteren van een nieuwe directeur, aantal maanden dubbele bezetting van de functie directeur en het invoeren van het EPS betaalkaartsysteem. In 2007 bestond het vaste SAB team uit 11 leden (9.4 fte). Daarnaast bleek aanvulling van het team met oproepkrachten noodzakelijk (ca. 0.3 fte). 12.2. Lokettaken vaardocumenten Een substantieel deel van de teamcapaciteit ging in 2007 naar de taak van de SAB m.b.t. het uitgeven, controleren en behandelen van vaardocumenten. Met de uitgifte en verdere behandeling van dienst- en vaartijdenboeken, vaartijdverklaringen, olieafgifteboeken en veiligheidstrainingboekjes waren meer dan 13.000 handelingen (zowel balie als post) gemoeid. Het beroep op de telefonische helpdesk aangaande zaken die verband houden met de vaardocumenten blijft constant. De invoering van het nieuwe EPS betaalkaartsysteem in 2007 heeft echter geleid tot een verhoging in het verstrekken van telefonische informatie. Een overzicht van de baliehandelingen in 2007 is in grafiekvorm weergegeven. 13

De SAB maakt voorts gebruik van de diensten van een externe registeraccountant voor controle, advies, jaarrekening en accountantsverklaring. Verder maakt de SAB gebruik van diensten van freelance deskundigen die op projectbasis kunnen worden ingeschakeld voor projecten op juridisch en (milieu)vergunningtechnisch gebied. 13. SAB kwaliteitsmanagementsysteem Ter borging van de kwaliteit van haar dienstverlening, en ter verduidelijking van de procedures voor haar zelf en voor derden heeft de SAB haar kwaliteitsmanagementsysteem opgezet en geïmplementeerd. Dit systeem is gebaseerd op en voldoet aan de ISO-9001:2000 norm. De beleidsdoelstellingen en het SAB kwaliteitsmanagementsysteem worden middels interne en externe audits en managementreviews periodiek beoordeeld om blijvende geschiktheid, adequaatheid en effectiviteit te waarborgen. Tijdens deze beoordelingen wordt tevens de noodzaak tot veranderingen in, of verbetering van, het SAB- kwaliteitsmanagementsysteem onderzocht. 14. Resumé Per 1 april 2007 is - wederom als resultaat van een Europese aanbesteding - een nieuwe overeenkomst gesloten met een ontvangstvoorziening met betrekking tot perceel Volkerak en Kilhaven. Na invoering in 2006 van de nieuwe contracten met bekende en nieuwe ontvangstvoorzieningen deden zich in 2007 geen bijzondere problemen voor. Uitzondering vormde de inzameling te Maasbracht en omstreken waar de contractant van de SAB besloot tot ontbinding van het contract. De inzameling te Maasbracht heeft niet onder deze onplezierige gang van zaken geleden omdat per 1 mei 2007 een nieuw contract voor duur van één jaar is afgesloten met een andere ontvangstvoorziening. In het contractjaar zal de situatie Maasbracht worden besproken met de directbetrokkenen. De intentie blijft dat dit perceel opnieuw wordt aanbesteed per 1 januari 2009. De uitgifte en verdere behandeling van vaardocumenten gaf evenmin bijzondere problemen. Het SAB team weet goed om te gaan met het sterk wisselende bezoekersaantal en de wisselende vraagstelling van de klanten aan de balie, per telefoon en e-mail. Het bezoekersaantal nam in 2007 ten opzichte van de schriftelijke verzoeken tot afhandeling enigszins toe. Het SAB team heeft in 2007 wederom voldaan aan de eisen die de ISO certificering aan kwaliteitszorg en kwaliteitsborging stelt. De resultaten die de SAB in 2007 heeft behaald ten opzichte van haar opdracht en doelstelling zijn als ruim voldoende beoordeeld. Het opheffen van de bilgekaart en het invoeren van de ecokaart gaf binnen de SAB een verhoging van de werkdruk. Er is echter gebleken dat deze overstap geen nadelige consequenties heeft opgeleverd voor de schipper en de ontvangstvoorzieningen. Het resultaat is dat per 1 mei 2007 de verwijderingsbijdrage voor de afgifte van bilgewater wordt afgedragen middels het gebruik van een ecokaart met een daaraan gekoppelde ecorekening. C. Kleiberg directeur 14