Omgevingsbeleidsplan onderdeel Vergunningen 2015-2019 Gemeente Beverwijk

Vergelijkbare documenten
Bouwbeleidsplan gemeente Medemblik

Matrixbeheer Landelijke Toetsmatrix Bouwbesluit 2012 (juli 2015) (standaard) Standaard. Algemeen bouwkundig

Wijzigingsblad d.d bij BN 5019

Nota van B&W. onderwerp Toetsingsniveau Bouwbesluit. Portefeuilehouder dr. Derk Reneman

Toetsingsprotocol bouwplannen Bouwbesluit 2012 Lelystad

Rapportage Toetsing aan het Bouwbesluit

Toetsniveau TB BB Toetsniveau op basis van R-A Brunssum. 3 wordt 4 2 wordt 3

VOORWOORD EN LEESWIJZER AFKORTINGEN LIJST VAN OVERZICHTEN BEGRIPPENLIJST

Inhoudsopgave. werknr : H59 Opgesteld door : mst Datum: Versie : 1.0 Blz. 2/10

Toetsprotocol activiteit bouwen. Gemeente Zoetermeer

Toetsingsprotocol Bouwbesluit gemeente Sint Anthonis

Advies: Geadviseerd wordt om het bouwbeleidsplan vast te stellen

Let wel: deze nota betreft alleen de toetsing en het toezicht aan het Bouwbesluit.

Wegwijs worden in het Bouwbesluit: opzoeken relevante onderwerpen-1

Toetsingsprotocol bouwplannen gemeente Brunssum

Toetsingsprotocol Kwaliteitsnormering Bouwvergunningen

Bijlage 10: Werkafspraken Brandweer SED

nieuwbouw melkveebedrijf: Werktuigenberging C, Jongveestal D, Ligboxenstal E jc Cotenoeverseweg 105, Brummen

Naam Nota Beleid Nieuwbouw en Bestaande Bouw 2009 (nota bedoeld als beleidsregel)

Onderwerp Buiten behandeling stellen aanvraag om een omgevingsvergunning Vlamingstraat 38

Vastgoedtransformatie. het Bouwbesluit. 31 mei Patrick van Loon. Vergunningverlener Stadsontwikkeling

Inleiding. 1.1 Wat is de omgevingsvergunning?

Project: Verbouwing voormalig Klooster Kranenburg Ruurloseweg LD Vorden Werknummer: CM 10 Datum: 25 juni 2018

Toelichting bij de aanvraag splitsingsvergunning

11 oktober 2012 W2.4: Constructieve aspecten van transformatie. Imagine the result

Toetsingsprotocol Bouwbesluit gemeente Moerdijk

Rapportage Toetsing aan het Bouwbesluit

Advies: Geadviseerd wordt om het bouwbeleidsplan met bijgevoegde RIB aan de raad te zenden

Het project waarvoor vergunning wordt gevraagd is als volgt te omschrijven: Het in gebruik nemen en verbouwen van een vakantie-appartementsgebouw.

Bouwbesluit 2012 Verbouw & Energiebesparing. Recente wijzigingen in de bouwregelgeving 8 oktober 2013 Hajé van Egmond

Renvooi. datum: P = 0,90- N.A.P. gebakken klinker oprit. gebakken klinker terras. entree aanduiding. parkeerplaats opstelling

Bouwbesluit Toetsing BB 2012

BOUWBESLUIT BEREKENINGEN Appartement 2&4

Bouwbesluit Gevolgen voor de gebouwgebonden installaties. Woensdag 28 september 2011 Stefan Janssen

Rapportage Toetsing aan het Bouwbesluit

Bouwbeleidsplan Dinkelland-Tubbergen 2013, Toetsprotocol Bouwbesluit 2012

Toetsprotocol Bouwbesluit Afdeling VTH Gooise Meren

Gemeenschappelijk en gezamenlijk Artikel ; 1.156;

BESLUIT VERLENING OMGEVINGSVERGUNNING

Uitvoeringsprogramma vergunningen, toezicht en handhaving 2017 gemeente Veenendaal

Afdeling Risicobeheersing Team advies

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Toezicht en handhaving onder de Wkb

Rapport Bouwbesluiteisen

OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 11 november 2014

Korte samenvatting van de wijzigingen in het Bouwbesluit 2012 ingaande per 1 juli 2015:

Zaaknummer: Vergunninghouder: Projectomschrijving: Overwegingen Activiteit: Bouwen

Ontwerp Omgevingsvergunning

Omgevingsvergunning uitgebreide procedure WBD

Bouwbesluit Geluid. Geregeld BV

Behoort bij besluit van het College van burgemeester en wethouders van Uden van. 29 april Teamleider dienstverlening afdeling Ruimte

Vergunningverlening-, Toezichts- en Handhavingsbeleid (VTH-beleid, uitvoeringsbeleid voor vergunningverlening voor het deel Bouw) 2018

Mevrouw J. de Jong. Kerkhofweg JE WEHL. Geachte mevrouw de Jong,

TOETSING BOUWBESLUIT VALKSEWEG 225 TE BARNEVELD

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de hieronder genoemde stukken deel uitmaken van de vergunning:

Jaarverslag vergunningen, toezicht en handhaving 2016 gemeente Veenendaal

Bouwbesluit. Wettelijke regelingen

BEM Omschrijving : Toetsing bebouwing t.b.v. het houden van een Agrarische Kinderopvang aan De Zeeweg 4 te Nieuw-Vossemeer (Gem. Steenbergen).

Omgevingsvergunning UV/

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

RAPPORTAGE 'MATERIËLE TOETS' GEMEENTE HEUSDEN

Renvooi Bouwbesluit Gebruiksfunctie logiesfunctie

Wet kwaliteitsborging voor het bouwen Rollen en taken van het bevoegd gezag

PRIVATE KWALITEITSBORGING Projectfolder PILOT PRIVATE KWALITEITSBORGING IN DE GEMEENTE KAAG EN BRAASSEM 2016

Ontwerpbeschikking Omgevingsvergunning en Ontwerpverklaring van geen bedenking

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

ADVIESNOTA AAN B&W. Postregistratienummer. Onderwerp en inhoud Adviesnota B&W Vaststellen Uitvoeringsstrategieën omgevingsrecht VTH 15.

Aanvraag bouwvergunning NEN-normen in de praktijk

Bemmel, 15 mei Burgemeester en wethouders van Lingewaard,

Beschikking Omgevingsvergunning

OMGEVINGSVERGUNNING. daarom besluiten wij u de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen.

Toetsmatrix Bouwen. Hoofdstuk 1 - Algemene bepalingen art. 1.3 Gelijkwaardigheid Hoofdstuk 2 - Veiligheid

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Zaak: Dossier: OV16158 Documentnummer: BV. Omgevingsvergunning

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

UITGEBREIDE OMGEVINGSVERGUNNING

Projectgegevens. Inhoudsopgave

Omgevingsvergunning uitgebreide procedure 8241

* * * *

AMvB Brandveilig Gebruik Overige Plaatsen. Frans Gubbels, Ministerie van Veiligheid en Justitie Ivo Snijders, Brandweer Nederland

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Vergunningenstrategie

Ontwerpbesluit Omgevingsvergunning UV/

Beleidsregels voor het plaatsen van een tijdelijke woonvoorziening

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

OMGEVINGSVERGUNNING. code: DIS_ doc

Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Verlengen van de omgevingsvergunning (zaaknummer ) voor het plaatsen van een tijdelijk kantoor

CONCEPT-OMGEVINGSVERGUNNING

Behoort bij besluit van burgemeester en wethouders van Berkelland datum: zaaknr: nr: 10 jan OU

Wettelijke regelingen

ADVIES. Pagina 1 van 6. Adviescommissie praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Secretariaat info@adviescommissiebrandveiligheid.

GEMEENTEBLAD. Nr Bouwbeleidsplan Rijssen-Holten december Officiële uitgave van de gemeente Rijssen-Holten

EEN OMGEVINGSVERGUNNING VOOR BOUWEN AANVRAGEN

Omgevingsvergunning OMGEVINGSDIENST. Plaatsing opslagloods Maximacentrale IJsselmeerdijk NOV 2014 FLEVOLAND & GOOI EN VECHTSTREEK

Managementsymposium 16 april Impactanalyse

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

Handhaving van Bouw-, milieu- en ruimtelijke regelgeving. Jaarverslag 2015 gemeente Veenendaal

Transcriptie:

Omgevingsbeleidsplan onderdeel Vergunningen 2015-2019 Gemeente Beverwijk Afdeling Ruimte, team Vergunningen Juni 2015

Pagina 2 van 36 Inhoudsopgave 1. Aanleiding 4 2. Leeswijzer 4 3. Wettelijk kader 5 4. Doelstellingen 5 5. Huidige situatie 6 6. Het omgevingsbeleid onderdeel Vergunningen: toetsing op basis van criteria 6 6.1. Reikwijdte 6 6.2. Functies en thema s uit het Bouwbesluit 7 6.3. Ontwikkelingen toetsing Bouwbesluit 7 7. Toetsmatrix Bouwbesluit van de gemeente 7 7.1. Uitgangspunten bij toetsing 7 7.2. Terminologie Bouwbesluit 8 7.3. Risico-identificatie vaak geconstateerde ontwerp- en bouwfouten 8 7.4. Landelijke toetsmatrix Bouwbesluit 2012 8 7.5. Uitkomsten toetsmatrix Bouwbesluit 9 7.5.1 Uitkomsten toetsmatrix Vergunningen 9 7.5.2 Vergunningen in de praktijk 12 7.5.3 Uitkomsten toetsmatrix Toezicht 12 7.5.4 Toezicht in de praktijk 14 7.6 Constructieve veiligheid 14 7.7 Deel toetsing Bouwbesluit door externe adviseurs 15 7.7.1 VRK 15 7.7.2 Omgevingsdienst IJmond 16 7.8 Afwijken van toetsniveau 16 8. Personele capaciteit 16 9. Samenvatting 17 9.1. Vergunningen 17 9.2. Toezicht 17 9.3 Samenhang tussen Vergunningen en Toezicht 17 10. Samenhang met het Handhavingsbeleidsplan BWT en RO 2015-2019 177 Bijlagen Bijlage 1: Korte samenvatting hoofdstukken Bouwbesluit 2012 19 Bijlage 2: Beschrijving vijf niveaus van toetsing volgens de LTB 2012 22 Bijlage 3: Korte verslagen overleggen Team Vergunningen, VRK en Omgevingsdienst IJmond 23 Bijlage 4: LTB 2012 30 Bijlage 5: Afwijkend toetsniveau Vergunningen 32 Bijlage 6: Afwijkend toetsniveau Toezicht 34

Pagina 3 van 36

Pagina 4 van 36 1. Aanleiding Het concept Bouwbeleidsplan 2009 gemeente Beverwijk is op 18 december 2009 opgesteld door mt&v Interim Professionals B.V. Het beleidsplan is gewijzigd op 12 augustus 2010. Het beleidsplan is niet in de besluitvorming van de gemeente Beverwijk gebracht, omdat op 1 oktober 2010 de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) inwerking trad. Onderdeel van de Wabo is de omgevingsvergunning dat moet leiden tot minder administratieve lasten voor burgers en bedrijven, betere dienstverlening door de overheid aan burgers en bedrijven, kortere procedures en het tegengaan van tegenstrijdige voorschriften. Het Bouwbesluit 2012 trad op 1 april 2012 inwerking als vervanging van het Bouwbesluit 2003. De nieuwe wetgeving geeft aanleiding om de uitgangspunten op het gebied van vergunningen opnieuw te bezien, zo ook de bouwplantoets. Vooruitlopend op de landelijke wetgeving maakt een Omgevingsbeleidsplan onderdeel Vergunningen, deel uit van een verdere professionalisering van de handhaving binnen de gemeente Beverwijk. Omdat vergunningverlening en toezicht op de vergunde activiteiten niet los van elkaar staan, heeft de inhoud van dit beleidsplan ook consequenties voor en raakvlakken met het handhavingsbeleid voor BWT en RO. Dit beleidsplan komt overeen met het Coalitieakkoord 2014-2018 waarin de gemeente Beverwijk streeft naar deregulering. Hiermee is concreet invulling gegeven aan de bestuurlijke wens tot een verbetering van de dienstverlening in het vergunningenproces en het transparanter maken van het vergunningenproces. Onderhavig beleidsstuk betreft een strategisch beleidskader ten aanzien van vergunningen en ziet op de periode van 4 jaren van 2015-2019. In het beleidsplan legt de gemeente vast hoe zij aanvragen om omgevingsvergunningen toetst. Dit beleid maakt inzichtelijk volgens welke normen er op dit terrein wordt getoetst en formaliseert tegelijkertijd de uitvoeringspraktijk van de bouwplantoetsing. De Omgevingsdienst IJmond en Veiligheidsregio Kennemerland zijn in het kader van het Bouwbesluit ook gehoord, vandaar dat dit beleidsstuk een Omgevingsbeleidsplan wordt genoemd. De aanleiding om dit beleidsplan op te stellen is de behoefte van de gemeente om de huidige toetspraktijk nogmaals te bekijken en vervolgens op basis van bewuste keuzes te formaliseren. 2. Leeswijzer Dit beleidsplan heeft de volgende onderdelen: Wettelijk kader (3). Doelstellingen (4). Huidige situatie (5). Het omgevingsbeleid onderdeel Vergunningen: toetsing op basis van criteria (6). Toetsmatrix vereniging bouw- en woningtoezicht (7). Personele capaciteit (8). Samenvatting (9). Samenhang met het Handhavingsbeleidsplan BWT en RO 2015-2019 (10).

Pagina 5 van 36 3. Wettelijk kader Op de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen zijn de volgende regelingen in ieder geval van toepassing: Wabo Mor Bor. Woningwet Bouwbesluit Bouwverordening. Wet ruimtelijke ordening Bestemmingsplan. Omgevingswet Wetsvoorstel VTH. Artikel 100 van de Woningwet bepaalt dat de gemeente moet voorzien in bouw- en woningtoezicht. De gemeente Beverwijk voert zelf de wettelijke taken uit op het gebied van bouw- en woningtoezicht. Inmiddels is een wijziging gaande van de Woningwet dat verband heeft op het versterken van het handhavingsinstrumentarium, maar dit heeft geen invloed op het beleidsplan. De Woningwet stelt eisen aan de vormgeving. De vertaling van deze algemene eisen in concrete voorschriften, regelt een gemeente Beverwijk in haar welstandsbeleid. De gemeenteraad heeft op 19 december 2013 besloten Beverwijk welstandsvrij te verklaren voor de komende 2 jaar. Daarna vindt een evaluatie plaats van het nieuwe welstandsvrije beleid. Wel kan er nog worden opgetreden indien sprake is van excessen: bouwwerken waarvan overduidelijk is dat ze niet voldoen aan redelijke eisen van welstand. Ten slotte speelt ook de gemeentelijke bouwverordening een rol bij de toetsing van omgevingsvergunningen. De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) regelt het procedurele deel van de vergunningaanvraag en - verstrekking. Al met al heeft iemand die wil bouwen inhoudelijk te maken met de wetgeving rond bouwwerken (constructie, brandveiligheid, veiligheid, etc.) en de Wet ruimtelijke ordening (bestemmingsplantoets) en formeel met de wetgeving rond indiening en afhandeling van aanvragen. In de Ministeriele regeling omgevingsrecht (Mor) worden ondermeer de indieningsvereisten voor een omgevingsvergunning beschreven. Het Besluit omgevingsrecht (Bor) regelt kortom een groot aantal procedurele en inhoudelijke zaken rondom vergunningverlening en toezicht. Vooral in het hoofdstuk over handhaving valt op dat het besluit ook een aantal kwaliteitseisen stelt aan het bestuursorgaan. Het Bor vraagt om handhavingsbeleid en een handhavingsstrategie. Ook stelt het besluit kwalitatieve eisen aan de uitvoeringsorganisatie, zoals opleiding, bouwkundige en juridische kennis. De procescriteria uit de Bor en Mor gelden op dit moment alleen voor de toezicht- en handhavingstaken (artikel 5.2 van de Wabo) en niet voor vergunningverlening. Naar verwachting gelden deze criteria vanaf 2016, door de invoering van het wetsvoorstel Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) onder de Omgevingswet, ook voor vergunningverlening. Het Omgevingsbeleidsplan onderdeel Vergunningen 2015 dient als voorschot op de inwerkingtreding van de invoering van het wetsvoorstel Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH). In dit wetvoorstel worden kwaliteitscriteria opgenomen voor VTH, Wabo en het beleidsterrein ruimtelijke ordening. Dit betekent dat niet alleen de uitvoerings-, maar ook de beleidstaken een verdere professionalisering zullen ondergaan de komende jaren. Hoewel kwaliteitseisen niet expliciet gesteld worden aan de vergunningverlening, is het wenselijk om ook over toetsingsbeleid en goede procesbeschrijvingen voor de vergunningverlening te beschikken. Zoals gezegd dient het toezicht in lijn te zijn met de beoordeling van aanvragen en verlening van vergunningen. De aspecten waarop toezicht wordt uitgeoefend, dienen ook een rol te spelen bij de toetsing en omgekeerd. Een voorwaarde om die consistentie te bereiken is het vastleggen van de toetscriteria. 4. Doelstellingen Het is in de praktijk niet mogelijk voor een gemeente, die vergunningaanvragen moet beoordelen, om alle voorschriften uit het Bouwbesluit te toetsen, dat wil zeggen na te gaan of in het voorliggende ontwerp aan de vereisten is voldaan. Bovendien vraagt niet elk bouwwerk om dezelfde soort toetsing. Niet alle voorschriften zijn van toepassing op ieder bouwwerk. Iedere vergunningaanvraag is maatwerk. In de praktijk van de bouwplantoetsing vindt om genoemde redenen volledige toetsing nooit plaats. Dit zou onwerkbaar en niet efficiënt zijn. In dit beleidsplan legt de gemeente vast op welke wijze zij vergunningaanvragen in het kader van de Wabo, activiteit bouwen, toetst aan de algemeen verbindende voorschriften uit de hoofdstukken 1-9 van het Bouwbesluit, op grond van een inschatting van risico s en vaststelling van prioriteiten. Concreet betekent dit dat de gemeente een adequaat niveau van technische toetsing vastlegt. Het beleidsplan vormt daarom een noodzakelijk bestanddeel van de gehele keten rond de aanvraag en verstrekking van de omgevingsvergunning voor de activiteit

Pagina 6 van 36 bouwen. Daarmee biedt de gemeente de vereiste rechtszekerheid en is ze in staat de kwaliteit van beoordeling te garanderen. Naast deze doelstellingen betreffen de subdoelstellingen als volgt: Bij alle objecten en activiteiten, waarbij verschillende toezichthouders (bouwen, brandweer, milieu en gedeeltelijk APV) inspecties uitvoeren, zal er gestreefd worden om het toezicht op het Bouwbesluit op integrale wijze voor te bereiden, uit te voeren en af te handelen. Vanaf 2015 wordt naast de integrale vergunningentoets op het Bouwbesluit met deze wijze van toezicht bij reguliere activiteiten geoefend. In de periode van 2015 tot en met 2019 wordt ervoor zorg gedragen dat de gemeentelijke handhavingsorganisatie voldoet aan alle geldende kwaliteitseisen voor vergunningen. Dat betekent niet alleen het opstellen van een handhavingsbeleidsplan BWT / RO en het (twee)jaarlijkse uitvoeringsprogramma handhaving, maar ook de verdere professionalisering van de organisatie en uitvoering en de afstemming en samenwerking met andere taakvelden en bevoegde gezagen. (Twee)jaarlijks worden meetbare programmadoelen voor vergunningen geformuleerd die vertaald worden in het (twee)jaarlijks op te stellen uitvoeringsprogramma vergunningen. Door de doelstelling op te splitsen in meerdere subdoelen, kan de meetbaarheid van het resultaat worden vergroot. Deze subdoelstellingen worden na vier jaar geëvalueerd. In de evaluatie wordt bekeken in hoeverre de doelstellingen en subdoelstellingen zijn gehaald. 5. Huidige situatie De bouwplantoetsing is een onderdeel van het werkproces Wabo-aanvragen en meldingen, dat afgehandeld wordt door het Team Vergunningen van de afdeling Ruimte. De vergunningverleners van dit team streven naar een goede en vlotte afhandeling van de vergunningsaanvraag. Voor elke in behandeling zijnde aanvraag is een vergunningverlener verantwoordelijk voor de bouwplantoetsing. De vergunningverleners voeren een deel van de bouwplantoetsing uit. Deze toetsing bestaat in de praktijk uit verschillende onderdelen: de algemene beoordeling, de constructieve veiligheid, de brandveiligheid en de toetsing van overige aspecten, zoals bijv. de energiewaarden of installaties. Enkele van deze onderdelen worden extern getoetst, namelijk de brandveiligheid door de VRK, milieu (waaronder geluid) door de Omgevingsdienst IJmond. De overige onderdelen nemen de specialisten voor hun rekening. Daarnaast is er een constructeur binnen de gemeente die de constructieve veiligheid controleert. De toezicht op de naleving van wetten en regels geschiedt door de toezichthouder binnen de gemeente. Veiligheidsaspecten krijgen, bijna altijd aandacht, aspecten die vooral liggen op het vlak van consumentengemak, minder. Bij bouwwerken met publieke functies worden de belangrijke onderdelen extra gecontroleerd. Op een aantal punten werkt de organisatie aan verdere verbetering van de vergunningverlening. Voor de bouwplantoetsing zijn de volgende punten van belang: Vaststellen van toetscriteria voordat een vergunning wordt verleend. Dat gebeurt met dit beleidsplan. Vaststellen van algemene normen voor goede dienstverlening door de organisatie (zoals het traject Gastvrijheid). Werken en streven naar een kortere doorlooptijd tijdens de behandeling van de aanvraag. Werken met online ondersteuning bij de toetsing, om de kwaliteit te vergroten. 6. Het omgevingsbeleid onderdeel Vergunningen: toetsing op basis van criteria In een matrix legt de gemeente vast aan welke onderdelen van het Bouwbesluit zij zal toetsen en met welke intensiteit zij dit zal doen. De gemeente stelt dus prioriteiten in de bouwplantoetsing. 6.1. Reikwijdte Het beleidsplan en de toetsingsmatrix hebben uitsluitend betrekking op hoofdstukken 1-9 van het Bouwbesluit. De categorieën waarop getoetst wordt, worden in de toetsmatrix nader aangegeven. Een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen wordt uiteraard ook getoetst op aspecten als bouwverordening en ruimtelijke inpassing. De beoordeling op deze aspecten vindt plaats aan de hand van andere beleidsplannen, zoals de geldende bestemmingsplannen. Daarnaast heeft de toetsingsmatrix uitsluitend betrekking op het traject van toetsing voor vergunningverlening, met opneming van eventuele voorwaarden..

Pagina 7 van 36 6.2. Functies en thema s uit het Bouwbesluit Het objectenbestand van de gemeente bestaat uit meerdere soorten bouwwerken. Voor het onderscheid in bouwwerken is gebruik gemaakt van de functies die genoemd staan in het Bouwbesluit 2012. Daarbij onderscheidt het Bouwbesluit 2012 verschillende soorten bouwwerken, namelijk woonfunctie woongebouwen, kinderdagverblijven, winkels, etc. De 19 genoemde objecten uit het Bouwbesluit zijn uit praktische overwegingen in enkele gevallen samengevoegd, zoals bijvoorbeeld één bijeenkomstfunctie voor kinderopvang (1) en overig (2). Daarnaast zijn er enkele functies verwijderd, zoals celfunctie, parkeergarage / stalling en gebouwen geen gebouw zijnde (wegtunnel en overig). Dit omdat deze functies niet of nauwelijks in de gemeente aanwezig zijn. Dit resulteert in het feit dat de 19 objecten zijn teruggebracht naar 10 objecten. Dit overzicht van de gebruiksfuncties is belangrijk bij de toetsing, omdat de onderdelen waarop getoetst wordt en de mate waarin die toetsing plaatsvindt, mede afhankelijk is van die gebruiksfuncties. De voorschriften voor al deze gebruiksfuncties hebben betrekking op 9 thema s uit het Bouwbesluit die de concrete aspecten bevatten die getoetst worden. Voorbeelden van die thema s zijn veiligheid, gezondheid en energiezuinigheid. 6.3. Ontwikkelingen toetsing Bouwbesluit Een ontwikkeling is dat steeds meer de aannemer bepaalt welke materialen er worden toegepast, zolang het maar binnen de uitgangspunten valt bijvoorbeeld Rc waarde 3,5 m2k/w. Er zijn veel soorten isolatie met verschillende diktes waarmee hetzelfde resultaat bereikt kan worden. Dit wordt verwerkt op de werktekeningen van de aannemer. De gemeente ontvangt deze tekeningen echter niet omdat in de praktijk men eerst wil weten of men een omgevingsvergunning krijgt en daarna pas aannemers er bij betrekt c.q. aanbesteding doet. Voorlopige koopcontracten en financiering door banken zijn namelijk vaak allemaal onder de ontbindende voorwaarde van een omgevingsvergunning. Een architect of bouwkundig bureau werkt daarom steeds minder de aanvraag uit, maar geeft de uitgangspunten mee. Hierdoor is een nauwkeurige toets niet uit te voeren door gemeente bij omgevingsvergunningaanvragen voor de activiteit bouwen. De algemene conclusie is dat zeer veel aanvragen niet compleet genoeg zijn bij indiening zodat geen volledige Bouwbesluittoets kan plaats vinden. Een ontwikkeling is ook dat de minister het mogelijk wil maken dat gekozen kan worden voor een Bouwbesluit toetsing door een gecertificeerde marktpartij i.p.v. door de gemeente. De gemeente blijft nog wel verplicht de ruimtelijke vergunning te verlenen. Hierbij wordt dan nog getoetst op het bestemmingsplan, milieu en monumenten etc. De verwachting is dat met het mogelijk maken van de private Bouwbesluit toetsing de gemeente eerst de ruimtelijke vergunning verleent en de markt pas daarna het Bouwbesluit zal gaan toetsen en hier toezicht op zal gaan houden. 7. Toetsmatrix Bouwbesluit van de gemeente 7.1. Uitgangspunten bij toetsing Er worden steeds meer tekeningen digitaal ingediend. In hoeverre is het reëel om tekenwerk te verlangen waarbij alle maatvoering op tekening staat, wanneer dit exact kan worden nagaan. Is het reëel om zeer streng te zijn qua ontvankelijkheid, maar qua toetsniveau dat onderdeel zeer globaal te toetsen. Specifieke voorbeelden hiervan zijn afmetingen van binnendeuropeningen, breedte afmetingen van toilet of wering van ratten en muizen (zie onderstaand). Via steekproefgewijs opmeten wordt er gekeken of het aannemelijk is of aan het Bouwbesluit wordt voldaan. Na ontvangst van de omgevingsvergunning worden aanvullende EPC-berekeningen wel regelmatig bij aanvragers verlangd. Per 1 januari 2015 zijn de EPC-eisen aangescherpt waardoor er eind 2014 nog veel aanvragen op het laatste moment werden ingediend. Voor wat betreft de energiezuinigheid wordt gekeken of de invoergegevens kloppen. Wering van van ratten ratten en en muizen Volgens artikel artikel 3.68 3.68 van van het het Bouwbesluit moet moet er er getoetst worden op op het het feit feit dat dat een een te te bouwen bouwwerk zodanig zal zal worden uitgevoerd worden uitgevoerd dat het binnendringen dat het binnendringen van ratten van en ratten muizen en wordt muizen tegengegaan. wordt tegengegaan. Er mogen Er daarom mogen geen daarom grotere geen openingen grotere aanwezig openingen zijn aanwezig dan 10 centimeter. zijn dan 10 In centimeter. de praktijk In is de dit praktijk echter is niet dit te echter toetsen niet bij te een toetsen vergunningaanvraag. bij een vergunningaanvraag. Qua ingediende Qua schaal van ingediende geveltekeningen schaal van blijkt geveltekeningen e.e.a. nooit uit blijkt het ingediende e.e.a. nooit tekenwerk. uit het ingediende Wij verlangen tekenwerk. dat dit Wij wel verlangen op de tekeningen dat dit wel wordt op de aangegeven tekeningen wordt en mocht aangegeven dit niet zo en zijn mocht wordt dit er niet een zo opmerking zijn wordt geplaatst er een opmerking dat bijvoorbeeld geplaatst een dat rooster bijvoorbeeld in de kelder een rooster muis werend in de moet kelder zijn. muis werend moet zijn.

Pagina 8 van 36 7.2. Terminologie Bouwbesluit Bij aanvragen, zoals de realisatie van een woning is de terminologie verblijfsruimte/verblijfsgebied etc. specialistisch werk. Het Bouwbesluit (korte samenvatting van de hoofdstukken zie bijlage 1) heeft bovendien nog allemaal onvolkomenheden waardoor specialisten onder eisen uit kunnen komen. Voorbeeld hiervan is zeggen dat het een overige gebruiksfunctie wordt. Het zegt de eindgebruiker/aanvrager vaak helemaal niets. Met deze termen wordt er voor hen geen inzicht gegeven of iets niet voldoet. Praktijk is juist dat het voor een aanvrager/eindgebruiker verbergt dat het niet voldoet. Bij kleinere aanvragen is de eindgebruiker vaak ook de aanvrager. De gemeente staat op het standpunt dat in dergelijke gevallen wordt vastgehouden aan dat woonkamer verblijfsruimte moet worden, maar er wordt voor wat betreft de juiste terminologie qua Bouwbesluit etc. op tekening, genoegen genomen met de termen slaapkamer en garage/berging op tekening. Dit wordt in eerste instantie door de gemeente geïnterpreteerd als verblijfsruimte/overige gebruiksfunctie. 7.3. Risico-identificatie vaak geconstateerde ontwerp- en bouwfouten De medewerkers van de gemeente gebruiken geen checklist voor toezicht op de bouw. Het controleren gebeurt op basis van werkervaring en opgedane kennis. Er is in de dossiers niet terug te vinden welke uitvoeringsaspecten zijn gecontroleerd. De uitgevoerde controles worden achteraf wel geregistreerd in OpenWave. Uit de overleggen blijkt dat de meest geconstateerde ontwerpfouten (met nadruk op!) in het bouwplan tijdens de toets Bouwbesluit in de vergunningsfase te maken hebben met: Ventilatievoorzieningen bij verbouwingen (!). EPC-berekeningen bij nieuwbouw (!). Brandwerendheid van utiliteitsbebouwing (!). Thermische isolatie bij verbouwingen. Daglichtberekeningen bij nieuwbouw. Ontbreken constructieve opzet c.q. veiligheid bij verbouwing woning (in een later stadium). Ontbreken constructieve tekeningen en berekeningen bij utiliteitsbebouwing (in een later stadium). Uit het overleg met de toezichthouder(s) blijkt dat de meest geconstateerde ontwerpfouten in het bouwplan tijdens de toets Bouwbesluit in de toezichtfase te maken hebben met: Afwijken van de vergunning bij nieuwbouw en verbouw. Afwijken thermische isolatie bij nieuwbouw en verbouw. Ontbreken brandwerende voorzieningen bij nieuwbouw en (grootschalige) verbouw. Ontbreken constructieve tekeningen en berekeningen bij nieuwbouw en verbouw. Enkele punten uit bovenstaande constateringen hebben te maken met vergunningsvoorwaarden. Deze punten worden bij overdracht aan de toezichthouder besproken en worden onder de aandacht gebracht bij de vergunninghouder. Tevens wordt bij de vergunninghouder benadrukt op de consequenties voor het afwijken van de vergunning. Tijdens het toezicht wordt bijzondere aandacht besteed aan de maatvoering van het bouwwerk en de thermische isolatie van de constructie en brandveiligheid. 7.4. Landelijke Toetsmatrix Bouwbesluit 2012 Landelijk is door de Vereniging Bouw- en Woningtoezicht een Landelijke Toetsmatrix Bouwbesluit 2012 (LTB 2012) opgesteld (zie bijlage 4). De Vereniging Bouw - en Woningtoezicht Nederland heeft het gemiddelde toetsniveau in Nederland geïnventariseerd van alle gemeenten die voor hun toetsing CBK online gebruikten. Dit is als standaard genomen voor de BRIS toets/toetsmatrix LTB 2012. Naar aanleiding van voortschrijdend inzicht is op enkele kleine punten in 2014 de LTB 2012 gewijzigd. Er is zodoende getoetst aan de LTB 2014, gemakshalve wordt deze nog steeds LTB 2012 genoemd. De gemeente heeft dit gebruikt bij de bepaling van hun toetsingsprotocol. De matrix bevat vijf niveaus van toetsing (niveau 0 t/m 4) die staan voor de intensiteit waarin een onderdeel wordt getoetst. In de praktijk is er ook nog een niveau 0 mogelijk. Dit betekent dat er niet op getoetst wordt bij de toetsing aan het Bouwbesluit bij vergunningverlening. De vijf niveaus van toetsing zijn als volgt omschreven (voor een uitgebreide omschrijving zie bijlage 2): Niveau 0: Geen toets; Niveau 1: Uitgangspuntentoets: bevatten de stukken voldoende informatie over de uitgangspunten?; Niveau 2: Visueel toetsen: kloppen de uitgangspunten en lijken de uitkomsten aannemelijk?; Niveau 3: Representatief toetsen: controle van de maatgevende onderdelen; Niveau 4: Volledig toetsen: alles in samenhang controleren.

Pagina 9 van 36 Niveau 4 komt in de matrix voor met betrekking tot toepassing van gelijkwaardige oplossingen (art. 1.3 van Bouwbesluit 2012). In de praktijk zal toetsen op niveau 4 voorkomen wanneer de kwaliteit van de aanvraag dan wel de veronderstelde weigeringsgrond aanleiding geeft tot het zwaarder toetsen dan volgt uit de matrix. In de toetsniveaus wordt aangegeven dat vanaf niveau 2 wordt beoordeeld of een uitkomst aannemelijk is. De waarde van de inschatting of iets aannemelijk is, is sterk afhankelijk van de kennis en ervaring van de toetser. Het is aan het bevoegd gezag of de certificaathouder om vast te stellen of een toetser voldoende kennis en ervaring heeft om op niveau 2 te toetsen. Bij toetsing onder certificaat dient de toetsrapportage altijd aan te geven wat het daadwerkelijk toegepaste niveau van toetsing per aspect per (hoofd)gebruiksfunctie is. De gemeente heeft in een Excel bestand de toetsmatrix voor de Beverwijkse situatie opgesteld. Hierin is per artikel van het Bouwbesluit bepaald op welk niveau deze binnen de gemeente wordt getoetst. Het niet beoordelen komt in de landelijke toetsmatrix niet voor. Wel zorgde bij het invullen van de matrix in enkele gevallen van artikelen van het Bouwbesluit interpretatie verschillen op. In de landelijke matrix wordt vanaf niveau 1 toegepast. Hierbij wordt gecontroleerd op de globale uitgangspunten op de stukken die zijn aangeleverd om het desbetreffende aspect te kunnen toetsen. Er zijn individuele overleggen gevoerd met de medewerkers binnen het Team Vergunningen van de afdeling Ruimte. In deze overleggen is de landelijke toetsmatrix voorgelegd aan de medewerkers waarbij zij zelf per (deel)hoofdstuk en per functie het niveau van toetsen 0-4 hebben ingevuld. Hierdoor kan per medewerker vergeleken worden of de medewerkers op, boven of onder het landelijk toetsingsniveau zitten. Een afwijking van het landelijk niveau is niet per definitie goed of fout. Het is van belang, dat de afwegingen achter de afwijkingen op professionele wijze hebben plaatsgevonden en zijn vastgelegd. Daarnaast zijn er van deze overleggen korte verslagen gemaakt waarbij tevens een korte algemene beschrijving (subjectief) over het ongevingsbeleid is opgesteld (zie bijlage 3). Centraal stond de vraag wat de vakinhoudelijke medewerkers op basis van eigen kennis en ervaring belangrijk vinden bij vergunningverlening, toezicht en handhaving. Bij deze beoordeling werd het bestuurlijke belang niet centraal gesteld, maar werd van de deelnemers wel verwacht dat hier rekening mee werd gehouden. De uitkomsten van de toetsmatrix Vergunningen zijn met de betreffende medewerkers besproken op 24 april 2015. In het algemeen toetsen de Bouwbesluittoetsers van de gemeente in vergelijking met de normering van de LTB minder intensief en intensiever op een aantal onderdelen. De gemeentelijke uitgangspunten in dit toetsingsbeleid wijken op bepaalde onderdelen af met de normen voor de praktische toepassing van bouwplantoetsing, die zijn vastgelegd in de LTB 2012. Hierdoor zijn er naar aanleiding van de uitkomsten van de risicomatrix (deel)hoofdstukken en thema s die boven en onder het landelijke niveau scoren. 7.5. Uitkomsten toetsmatrix Bouwbesluit 7.5.1 Uitkomsten toetsmatrix Vergunningen In bijlage 5 is de toetsmatrix Bouwbesluit inzake Vergunningen opgenomen. De deelhoofdstukken die in het rood (< het landelijk niveau) en groen (> het landelijk niveau) staan aangegeven zijn door alle medewerkers (drie bouwplantoetsers) ingevuld en hiervan is een gemiddelde genomen voor het niveau Beverwijk 2015. Samenvattend scoort de gemeente op de volgende hoofdstukken uit het Bouwbesluit gemiddeld volgens de landelijke norm: Gelijkwaardigheid. Veiligheid. Gezondheid. Energie. Gebruik van bouwwerken, open erven en terreinen. Bouw- en sloopwerkzaamheden. Samenvattend zijn de volgende (deel)hoofdstukken van het Bouwbesluit in het algemeen hoger (in groen weergegeven) dan het gemiddelde landelijke niveau LTB 2012 (voor een uitgebreide weergave zie onderstaande tabel): Toevoer van verbrandingslucht en afvoer van rookgas. Bruikbaarheid (m.u.v. buitenberging en buitenruimte bij nieuwbouw). Afvoer van huishoudelijk afvalwater en hemelwater, nieuwbouw en bestaande bouw. Bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten nieuwbouw en bestaande bouw.

Pagina 10 van 36 Afdeling LTB 2012 Functie(s) Niveau LTB 2012 Niveau Beverwijk 2015 3.8 Toevoer van verbrandingslucht en Gezondheidszorg, industrie en 1 2 afvoer van rookgas winkel 4.1 Verblijfsgebied en verblijfsruimte Woon, bijeenkomst, kantoor, 2 3 logies, onderwijs 4.2 Toiletruimte Alle functies behalve winkel 2 3 4.3 Badruimte, nieuwbouw Woon, gezondheidszorg en 2 3 logies 4.4 Bereikbaarheid en Alle functies behalve winkel 2 3 toegankelijkheid, nieuwbouw 4.7 Opstelplaatsen, nieuwbouw Bijeenkomst, gezondheidszorg, 1 2 kantoor, logies, onderwijs 6.4 Afvoer van huishoudelijk afvalwater Alle functies 2 3 en hemelwater, nieuwbouw en bestaande bouw 6.10 Bereikbaarheid van gebouwen Alle functies 2 3 voor gehandicapten nieuwbouw en bestaande bouw Tabel: Onderwerpen met afwijkend toetsniveau Samenvattend zijn de volgende (deel)hoofdstukken van het Bouwbesluit in het algemeen lager (in rood weergegeven) dan het gemiddelde landelijke niveau (voor een uitgebreide weergave zie onderstaande tabel): Hoge en ondergrondse gebouwen Inbraakwerendheid, nieuwbouw Bouwfysica (vocht, lucht, licht) 1 Installatievoorzieningen (verlichting, afname en gebruiken van energie, watervoorziening, tegengaan van veel voorkomende criminaliteit en veilig onderhoud van gebouwen e.d.) Afdeling LTB 2012 Functie(s) Niveau LTB 2012 Niveau Beverwijk 2015 2.3 Afscheiding van vloer, trap en Woon, bijeenkomst en 3 2 hellingbaan gezondheidszorg 2.4 Overbrugging van Woon, bijeenkomst en 3 2 hoogteverschillen gezondheidszorg 2.5 Trap Woon, bijeenkomst en 3 2 gezondheidszorg 2.6 Hellingbaan Woon, bijeenkomst en 3 2 gezondheidszorg 2.14 Hoge en ondergrondse gebouwen Gezondheidszorg, 3 2 industrie, kantoor- en winkel 2.15 Inbraakwerendheid, nieuwbouw Woon 2,5 1 3.5 Wering van vocht Bijeenkomst en gezondheidszorg 3 2 3.6 Luchtverversing Woon, bijeenkomst, 3 2 gezondheidszorg en onderwijs 3.7 Spuivoorziening Bijeenkomst (kinderopvang) 3 2 3.8 Toevoer van verbrandingslucht en Bijeenkomst (kinderopvang) 3 2 afvoer van rookgas 3.9 Daglicht Woon, bijeenkomst en 3 2,5 gezondheidszorg 6.1 Verlichting, nieuwbouw en Alle functies 2 1 bestaande bouw 6.2 Voorzieningen voor het afnemen en gebruiken van energie, nieuwbouw Alle functies 2 1 1 Met name bij woon-, bijeenkomst- (kinderopvang), gezondheidszorg- en onderwijsfuncties wordt op een lager niveau dan de landelijke norm getoetst.

Pagina 11 van 36 en bestaande bouw 6.3 Watervoorziening, nieuwbouw en bestaande bouw 6.11 Tegengaan van veel voorkomende criminaliteit, nieuwbouw en bestaande bouw 6.12 Veilig onderhoud van gebouwen, nieuwbouw Tabel: Onderwerpen met afwijkend toetsniveau Alle functies 2 1 Woon 3 1 Alle functies 2 0 Conclusie Met name hoge en ondergrondse gebouwen, inbraakwerendheid (nieuwbouw), bouwfysica (licht, lucht, vocht), installatievoorzieningen (verlichting, afname en gebruiken van energie, watervoorziening, tegengaan van veel voorkomende criminaliteit en veilig onderhoud van gebouwen e.d.) scoren onder het landelijk gemiddelde.

Pagina 12 van 36 7.5.2. Vergunningen in de praktijk Landelijke tendens is dat er steeds meer vergunningsvrij mag worden gebouwd. De overheid treedt hierbij terug en de aanvrager/bedrijfsleven wordt hierbij zelf verantwoordelijk om aan het Bouwbesluit te voldoen. De wetgever heeft qua risico inschatting bepaald bij de vergunningsvrije situaties dat de risico s beperkt zijn. In de artikelen 2 en 3 van Bijlage II van het BOR is bepaald voor welke werken geen omgevingsvergunning activiteit bouwen benodigd is. Vanwege verandering en verruiming van de regelgeving van vergunningsvrij bouwen onder de Wabo wordt er thans veel tijd besteed aan de burger te woord staan. Vergunningsvrije bouwwerken leiden niet tot legesinkomsten. Omdat geen aanvraag wordt ingediend kan niet vooraf worden getoetst. Sinds de invoering van de Wabo heeft vergunningsvrij bouwen veel meer geleid tot vooroverleg met aanvragers. Voor het indienen van omgevingsvergunningen worden steeds meer schetsplannen ter beoordeling voorgelegd aan de gemeente. Alle ingediende omgevingsvergunningen worden ter beoordeling voorgelegd aan de VRK. Het voorstel is om in de loop van 2015 eenmaal per zes weken overleg te voeren met de VRK inzake grote plannen en algemene ontwikkelingen. De werkhoeveelheid, automatisering en administratieve afhandeling heeft invloed op de toetsing van bouwplannen. De medewerker is zelf verantwoordelijk voor de administratieve inboeking en afhandeling van de toetsing op de omgevingsvergunning en fungeert in zekere zin als casemanager. In plaats van kritisch beoordelen (niveau 3) ca. 5 jaren terug wordt er momenteel meer het accent gelegd op oppervlakkig / praktisch beoordelen (niveau 2). De hoogte van de bouwsommen worden altijd goed gecontroleerd. Revisietekeningen worden in mindere mate ingediend. Na ontvangst van de omgevingsvergunning worden aanvullende EPC-berekeningen wel regelmatig bij aanvragers verlangd. De gemeente controleert extra op voldoende daglicht. Bij onderwijs- (met name scholen) en bijeenkomstfuncties wordt strenger gekeken naar de toetsing dan andere functies. Uitgangspunt uit de ingevulde toetsmatrix is om kritischer te toetsen op de (deel)hoofdstukken verlichting, watervoorziening en tegengaan van veel voorkomende criminaliteit van het Bouwbesluit aangezien deze onder het landelijk gemiddelde scoren. 7.5.3 Uitkomsten toetsmatrix Toezicht In bijlage 6 is de toetsmatrix Bouwbesluit inzake Toezicht opgenomen. De deelhoofdstukken die in het rood (< het landelijk niveau) en groen (> het landelijk niveau) staan aangegeven zijn door twee medewerkers (twee toezichthouders) ingevuld en hiervan is een gemiddelde (50% om 50%) genomen voor het niveau Beverwijk 2015. Samenvattend scoort de gemeente op de volgende hoofdstukken uit het Bouwbesluit gemiddeld volgens de landelijke norm: Gelijkwaardigheid Veiligheid Bruikbaarheid Energie Gebruik van bouwwerken, open erven en terreinen Bouw- en sloopwerkzaamheden Een selectie van de volgende (deel)hoofdstukken van het Bouwbesluit zijn in het algemeen hoger (in groen weergegeven) dan het gemiddelde landelijke niveau: Bouwfysica (lucht, beperking van het ontwikkelen van brand en rook, toevoer van verbrandingslucht en afvoer van rookgas, beperking van de aanwezigheid van schadelijke stoffen en ioniserende straling) Opstelplaatsen, nieuwbouw Het voorkomen van onveilige situaties en het beperken van hinder tijdens het uitvoeren van bouw- en sloopwerkzaamheden

Pagina 13 van 36 Afdeling LTB 2012 Functie(s) Niveau LTB 2012 Niveau Beverwijk 2015 2.9 Beperking van het ontwikkelen van Industrie 2 3 brand en rook 3.6 Luchtverversing Industrie, kantoor 2 3 3.8 Toevoer van verbrandingslucht en Alle functies behalve 1/2 3 afvoer van rookgas bijeenkomst 3.9 Beperking van de aanwezigheid van Alle functies 1 3 schadelijke stoffen en ioniserende straling 3.10 Bescherming tegen ratten en Alle functies 1 2 muizen 4.7 Opstelplaatsen, nieuwbouw Woon, industrie 1 2 6.4 Afvoer van huishoudelijk afvalwater Alle functies 2 2,5 en hemelwater, nieuwbouw en bestaande bouw 6.10 Bereikbaarheid van gebouwen Alle functies 2 2,5 voor gehandicapten nieuwbouw en bestaande bouw 8.1 Het voorkomen van onveilige Alle functies 2 3 situaties en het beperken van hinder tijdens het uitvoeren van bouw- en sloopwerkzaamheden Tabel: Onderwerpen met afwijkend toetsniveau Een selectie van de volgende (deel)hoofdstukken van het Bouwbesluit zijn in het algemeen lager (in rood weergegeven) dan het gemiddelde landelijke niveau (voor een uitgebreide weergave zie onderstaande tabel): Veiligheid (afscheiding van vloer, trap en hellingbaan, overbrugging van hoogteverschillen, trap en hellingbaan) 2 Inbraakwerendheid, nieuwbouw Bouwfysica (wering van vocht) Spuivoorziening Voorzieningen voor het afnemen en gebruiken van energie, nieuwbouw en bestaande bouw Tegengaan van veel voorkomende criminaliteit, nieuwbouw en bestaande bouw Veilig onderhoud van gebouwen, nieuwbouw Afdeling LTB 2012 Functie(s) Niveau LTB 2012 Niveau Beverwijk 2015 2.3 Afscheiding van vloer, trap en Woon, bijeenkomst, 2 2,5 hellingbaan gezondheidszorg 2.4 Overbrugging van hoogteverschillen Woon, bijeenkomst, 2 2,5 gezondheidszorg 2.5 Trap Woon, bijeenkomst, 2 2,5 gezondheidszorg 2.6 Hellingbaan Woon, bijeenkomst, 2 2,5 gezondheidszorg 2.15 Inbraakwerendheid, nieuwbouw Woon 3 2 3.5 Wering van vocht Woon, bijeenkomst 3 2 3.7 Spuivoorziening Bijeenkomst (kinderopvang) 3 2 6.2 Voorzieningen voor het afnemen en Alle functies 2 0,5 gebruiken van energie, nieuwbouw en bestaande bouw 6.11 Tegengaan van veel voorkomende criminaliteit, nieuwbouw en bestaande bouw Woon 3 2 2 Met name bij woon-, bijeenkomst- en gezondheidszorgfuncties wordt op een lager niveau dan de landelijke norm getoetst.

Pagina 14 van 36 6.12 Veilig onderhoud van gebouwen, nieuwbouw Tabel: Onderwerpen met afwijkend toetsniveau Alle functies 2 0 Conclusie Met name inbraakwerendheid (nieuwbouw), bouwfysica (wering van vocht), spuivoorziening, afname en gebruiken van energie en tegengaan van veel voorkomende criminaliteit scoren onder het landelijk gemiddelde. 7.5.4 Toezicht in de praktijk De gemeente hanteert als doelstelling dat elk te bouwen bouwwerk in ieder geval voldoet aan de eisen van veiligheid en gezondheid. Speerpunten hierbij vormen de constructie, brandveiligheid en het bestemmingsplan. Bij de uitvoering van het toezicht wordt rekening gehouden met de toetsingsniveaus en -matrix die gehanteerd worden bij de bouwplantoetsing. Op Illegale reclame wordt niet meer gecontroleerd. Illegale reclame heeft weliswaar lage prioriteit, echter er is wel sprake van een grote hoeveelheid illegale reclame(objecten) in Beverwijk. De welstand is opgeheven, dus ook op lichtbakken in de winkelstraten e.d. wordt niet meer gecontroleerd. Andere voorbeelden zijn reclame voor en aan de gevel, karton om lantaarnpalen met stickers erop met afgelast etc. Regelmatig vinden er ook illegale situaties plaats in/op/nabij monumenten. Hier moet goed op getoetst worden. Ook het illegaal in gebruik nemen van gemeentegrond vindt veel plaats in Beverwijk. Hier wordt weinig toezicht op gehouden. Steekproefsgewijs wordt er gecheckt op de algemene sterkte van de bouwconstructie. Dit zou opgevoerd kunnen worden, ook bij een selectie van bestaande constructief onveilige bouwwerken in de gemeente. Er wordt bij een controle altijd gecheckt of er rookmelders (en/of koolmonoxidemelders) aanwezig zijn om de aanwezigheid van schadelijke stoffen en ioniserende straling te beperken. Bij verlichting wordt er gecheckt op galerij-, vluchtweg- en noodverlichting. Bij het toezicht in een vooroverleg met de vergunninghouder is er aandacht voor vergunningsvoorwaarden (constructieve gegevens, certificaten en consequente afwijkingen). Bij het afgeven van een omgevingsvergunning met overdracht naar de toezichthouder dient er bijzondere aandacht te zijn voor de vergunningsvoorwaarden. Indien er specialistische kennis is vereist zal de toezicht en controles in de samenwerking met de Omgevingsdienst IJmond en/of met de brandweer (VRK) worden uitgevoerd. Met name grootschalige projecten worden samen met de VRK afgeschouwd. 7.6 Constructieve veiligheid Constructie en (brand)veiligheid hangen nauw met elkaar samen. In de gemeente is een constructeur (8 tot 16 uren in de week) aanwezig die alle ingediende constructies beoordeeld. De toetsing op de constructieve veiligheid scoort ongeveer conform het landelijk gemiddelde. Alleen op schuren, loodsen en kleinere industriegebouwen e.d. worden niet altijd gecontroleerd waardoor deze (industrie)gebouwen op constructieve veiligheid onder het landelijk gemiddelde scoren (niveau 0/1 i.p.v. niveau 2/3). Momenteel is er veel aandacht voor aanpassingen / belastingtoename van functiewijzigingen van bestaande gebouwen. Volgens de constructeur is het niet geheel onwenselijk om een APK op bestaande gebouwen in te voeren. Voortschrijdende instorting is een aandachtspunt. Er wordt specifiek gekeken naar het disfunctioneren van materiaal en wijzigingen in belasting / functie. De constructieve bestekstekeningen van een gebouw worden vooral gecontroleerd op de samenhang tussen het bouwkundige en het installatiedeel van het gebouw. Hierbij staat de stabiliteit van het evenwicht centraal. Van belang is of het een sluitend geheel is middels een goed doordacht constructief ontwerp. Ook wordt op de brandveiligheid getoetst (met name de compartimentering). Er is bij het indienen van de constructiegegevens enige verandering opgetreden in de opgave van de belastingen van de constructies in vergelijking met enkele jaren terug. Tussentijds zijn de Eurocodes ingevoerd. De wat kleinere klussen (zoals aan-, uit- en bijgebouwen) zijn het meest arbeidsintensief. Bij grotere werken (bijvoorbeeld seriematige woningbouw, zoals het herstructureringsproject de Wijkerbaan) wordt de constructeur van ondersteuning voorzien. Men zou verwachten dat er sprake is van constructieve veiligheid als de kans op bezwijken van een bouwconstructie nul is. Maar absolute veiligheid bestaat helaas niet. Er zijn allerlei mogelijke oorzaken voor het falen van een constructie, waarbij het dan ook nog kan gaan om een combinatie van factoren. De mogelijke factoren zijn:

Pagina 15 van 36 De optredende belastingen zijn veel groter dan waarmee rekening is gehouden. De geleverde materiaalkwaliteiten zijn minder goed dan ze hadden moeten zijn. In het ontwerp is een fout gemaakt. Het ontwerp is niet robuust genoeg, heeft onvoldoende ductiliteit of incasseringsvermogen. Bij de uitvoering is het anders gegaan dan had gemoeten. Rolverdeling tussen de partijen is onduidelijk. De reputatie van het ingenieursbureau geeft in beginsel al zicht op (on)duidelijke tekeningen en rekenwerk. Overleg met de constructeur speelt tevens een cruciale rol. Ook is het van belang om te weten wie het constructiewerk coördineert (OLO). Minimaal drie weken voor aanvang van de (constructieve) werkzaamheden dienen de constructieberekeningen ingediend te zijn. Op doormetingen van palen, wapeningen en sterkte (van balkonnen / verdiepingen bij dakopbouwen etc.) wordt consistent op eventuele afwijkingen gecontroleerd. Zo kan het voorkomen dat de bouw stil wordt gelegd als de berekeningen (ernstig) afwijken van de vergunning. Voorkomen moet worden om op korte termijn (bijvoorbeeld binnen enkele dagen) een volledig bouwplan te toetsen. Veel voorkomende ontwerpfouten in met name de bestekstekeningen zijn: Geen samenhang in de tekeningen. Tekenwerk / constructie wijkt af van de vergunning. Als er veel opmerkingen gegeven worden op de constructie dient het hele project doorgelopen te worden i.p.v. alleen de opmerkingen verwerken. Onvolledige gegevens (er zitten geen tekeningen bij kleine werken). Hoofdopzet van de constructie is niet goed. Doorrekening van de constructieve veiligheid ontbreekt. 7.7 Deel toetsing Bouwbesluit door externe adviseurs In de gemeente wordt een deel van het Bouwbesluit getoetst door externe adviseurs het betreft in dit geval de brandwerendheid door de Veiligheidsregio Kennemerland (VRK) en slopen (met asbest), geluid en bodem door de Omgevingsdienst IJmond. 7.7.1 VRK De gemeente hecht veel belang aan brandveiligheid. Op deze onderdelen toetst de VRK, in overeenstemming met de landelijke norm, intensief voor de functies wonen en de functies die gerelateerd zijn aan publiek gebruik (bijv. scholen) of gebruik door meerdere personen. Dat betekent dat op deze onderdelen (en de deelaspecten daarvan) de VRK veelal de landelijke norm hanteert of op een hoger niveau toetst. Vergunningencheck door de VRK richt zich op de totale brandveiligheid. Hierin wordt onder andere op de constructie, brandcompartimenten, ontvluchting en brandbeveiligingsinstallaties getoetst. De komende maanden gaat de brandweer de manier van adviseren tegen het licht gehouden. Er wordt meer uitleg gegeven waarom bouwplannen afgekeurd worden en er zal meer uitleg gegeven gaan worden over de risico s. Dit omdat door diverse incidenten blijkt dat in een gebouw dat voldoet aan de brandveiligheidsvoorschriften in het Bouwbesluit niet alle risico s zijn afgedekt. Eén van de voorbeelden is de brand op 12 maart 2011 in een zorginstelling in Oegstgeest waarbij drie bewoners om het leven zijn gekomen. Door al deze incidenten is er in Nederland bij de brandweer en ook bij de VRK meer nadruk komen te liggen op de adviesrol over de brandveiligheid. In de praktijk komt er dus meer accent te liggen op de risico s, maar ook op voorlichting en bewustwording. Alle aanvragen om omgevingsvergunningen van de gemeente worden voorgelegd aan de VRK. Eerst wordt er gekeken of alle benodigde stukken aanwezig zijn om te kunnen toetsen. Er is afgesproken dat wanneer de aanvraag niet compleet is, dit wordt terug gekoppeld en de gemeente om aanvulling vraagt. Wanneer de aanvraag wel compleet is, wordt er door de VRK een BRIS-toetslijst (VRK is in bezit van een BRIS-licentie) gebruikt om de aanvraag te toetsen. Voor grote en complexe projecten wordt er door de VRK maatwerkadvies gegeven. Een landelijke trend is dat niet meer alle dakkapellen / uitbouwtje gecontroleerd worden. Een marktontwikkeling is dat ook gecertificeerde marktpartijen de brandveiligheidstoets kunnen uitvoeren.

Pagina 16 van 36 7.7.2 Omgevingsdienst IJmond De taken inzake melding / handhaving besluit Bodemkwaliteit, melding / vergunning bij het slopen of asbest verwijderen, flora- en fauna en Natuurbeschermingswet 1998, geluid, milieubeheer en duurzaam bouwen (waaronder EPC-berekeningen) ligt bij Omgevingsdienst IJmond. In het Bouwbesluit is bepaald wat de geluidwering van een gevel moet zijn. Om hieraan te kunnen toetsen moet ook bekend zijn wat de geluidbelasting op de gevel is. Omgevingsdienst IJmond beoordeelt alleen geluidsonderzoeken met betrekking tot bescherming tegen geluid van buiten (categorie 3.1), waarbij het niveau van toetsing over het algemeen (voor alle functies) 2 tot 3 is. Ten aanzien van gevaarlijke stoffen bij sloop is Omgevingsdienst IJmond alleen betrokken wanneer asbest aanwezig is/verwijderd moet worden. Met betrekking tot de aanwezige gevaarlijke stoffen die aanwezig zijn op de locatie waar gesloopt wordt (bijvoorbeeld lasbenodigdheden en mobiele tanks met brandstof), houdt Omgevingsdienst IJmond geen toezicht, aangezien het hier over het algemeen geen inrichtingen betreft en Omgevingsdienst IJmond hier voor de gemeente geen toezicht op houdt. Omgevingsdienst IJmond adviseert over afval dat bij bedrijven en instellingen vandaan komt (bedrijfsmatig afval). Ten aanzien van afval en verstoring tijdens bouwwerkzaamheden danwel als het particulier eigendom betreft (geen bedrijven of publieke instellingen) kan er geen inschatting gegeven worden, aangezien het toezicht hierop niet bij Omgevingsdienst IJmond is belegd. Voor de overige onderdelen geschiedt toetsing aan het Bouwbesluit niet door Omgevingsdienst IJmond en kunnen zij dus ook geen niveau van toetsing aanleveren. 7.8 Afwijken van toetsniveau Het kan voorkomen dat de gemeente toch meer gegevens verlangt of op een hoger niveau toetst dan in de Toetsmatrix Bouwbesluit van de gemeente staat aangegeven. Te denken valt aan situaties wanneer derden de gemeente hiertoe verzoeken, het college zelf hiertoe verzoekt door het overleggen van een gelijkwaardigheidsverzoek, bij Rijks- of gemeentelijk monument of in bijzondere gevallen, bijvoorbeeld van de constructie bij de bouw van bouwwerken tegen andere gebouwen aan. 8. Personele capaciteit De bouwplantoetsing bij Vergunningen werkt met diverse controlesoorten. Onderstaand tabel geeft een overzicht van de controlesoorten, naar kengetal. Het kengetal is weergegeven in fte en tussen aanhalingstekens in een tijdseenheid die de gemiddelde tijdsduur in uren uitdrukt (uitgaande van 1.809 uren per jaar voor 1 fte die 36 uren per week werkt). Tabel: Inschatting kengetallen vast personeel Vergunningverlening en Handhaving in de gemeente Beverwijk in fte (tussen aanhalingstekens in uren) in 2015 Onderdeel Technische Administratief Toezicht Constructief Totaal bouwplantoetsing vergunningverlening Beverwijk 2015 2.59 (4.685) 2.52 (4.559) 1.00 (1.809) 0.33 (603) 6.44 (11.650) Bron: Memo aan de raad gemeente Beverwijk van 10 februari 2015 (aan deze inschattingsgetallen kunnen geen rechten ontleend worden) In de tabel is onderscheid te maken in de kengetallen technische bouwplantoetsing, administratief juridische vergunningverlening, toezicht en constructief. Naar aanleiding van de prioritering in taken is de verwachting dat het huidige urenaantal van de gemeente in 2015 niet toereikend zal zijn voor na 2015, met name op het onderdeel toezicht.

Pagina 17 van 36 9. Samenvatting De scores conform of boven het landelijk gemiddelde voor Vergunningen en Toezicht betreft als volgt: Gelijkwaardigheid. Algemeen bouwkundig. Constructief (m.u.v. industriegebouwen). Brandveiligheid (VRK). Bruikbaarheid. Milieu (Omgevingsdienst IJmond). 9.1 Vergunningen De scores onder het landelijk gemiddelde komen hieronder puntsgewijs aan bod. Aangezien deze onderwerpen hoge prioriteit hebben in de gemeente wordt er bij ieder onderwerp nadere uitleg gegeven. Constructie op de industriefunctie. Dit betreft de volgende deelhoofdstukken uit het Bouwbesluit van Veiligheid: 2.1 De algemene sterkte van de bouwconstructie. 2.3 Afscheiding van vloer, trap en hellingbaan. 2.4 Overbrugging van hoogteverschillen. 2.5 Trap. 2.6 Hellingbaan. 2.7 Beweegbare constructie-onderdelen. Hoge en ondergrondse gebouwen: Een te bouwen bouwwerk waarin een vloer van een gebruiksgebied hoger dan 70 m boven of lager dan 8 m onder het meetniveau ligt, is zodanig ingericht dat het bouwwerk brandveilig is. Inbraakwerendheid: Deuren, ramen, kozijnen en daarmee gelijk te stellen constructieonderdelen in een scheidingsconstructie van een niet-gemeenschappelijke ruimte die volgens NEN 5087 bereikbaar zijn voor inbraak, hebben een volgens NEN 5096 bepaalde inbraakwerendheid die voldoet aan de in die norm aangegeven weerstandsklasse 2. Bouwfysica (licht): Een verblijfsgebied heeft een volgens NEN 2057 bepaalde equivalente daglichtoppervlakte in m² waarvan de getalswaarde niet kleiner is dan de getalswaarde van het in een nader aangegeven tabel opgegeven deel van de vloeroppervlakte in m² van dat verblijfsgebied. Bouwfysica (lucht): Een verblijfsgebied heeft een voorziening voor luchtverversing met een volgens NEN 1087 bepaalde capaciteit van ten minste 0,9 dm³/s per m² vloeroppervlakte met een minimum van 7 dm³/s. Bouwfysica (wering van vocht): Dit heeft betrekking op het voorkomen van vochtoverlast in verblijfsgebieden, toiletruimten en badruimten, ten gevolge van vocht van buiten en vocht van binnen. Met vocht van buiten wordt neerslag en grondwater bedoeld. Vocht van binnen is het vocht dat vrijkomt bij het gebruik van het gebouw. In een vochtige omgeving kunnen zich stoffen en organismen ontwikkelen met een voor de gezondheid schadelijke werking, de zogenoemde allergenen. Verlichting: Een verblijfsruimte heeft een verlichtingsinstallatie die een op een vloer, een tredevlak of een hellingbaan gemeten verlichtingssterkte kan geven van ten minste 1 lux (noodverlichting wordt door de VRK getoetst). Afname en gebruiken van energie: Een bouwwerk met een voorziening voor het afnemen en gebruiken van energie heeft een veilige voorziening voor het afnemen en gebruiken van energie. Watervoorziening: Een bouwwerk met een voorziening voor drinkwater of warmwater heeft een voorziening voor drinkwater of warmwater die de gezondheid niet nadelig beïnvloedt. Tegengaan van veel voorkomende criminaliteit: Een woongebouw heeft zodanige voorzieningen dat veel voorkomende criminaliteit wordt voorkomen. Veilig onderhoud van gebouwen: Een te bouwen gebouw is zodanig dat onderhoud aan het gebouw veilig kan worden uitgevoerd. 9.2 Toezicht De scores onder het landelijk gemiddelde komen hieronder puntsgewijs aan bod. Aangezien deze onderwerpen hoge prioriteit hebben in de gemeente wordt er bij ieder onderwerp nadere uitleg gegeven. Constructie op de woon-, bijeenkomst- en gezondheidszorgfunctie. Dit betreft de volgende deelhoofdstukken uit het Bouwbesluit van Veiligheid: 2.3 Afscheiding van vloer, trap en hellingbaan. 2.4 Overbrugging van hoogteverschillen. 2.5 Trap.

Pagina 18 van 36 2.6 Hellingbaan. Inbraakwerendheid: Omschrijving zie paragraaf 9.1. Bouwfysica (wering van vocht): Omschrijving zie paragraaf 9.1. Spuivoorziening op de bijeenkomstfunctie voor kinderopvang en de onderwijsfunctie voor het basisonderwijs. Afname en gebruiken van Het principe van de spuivoorziening is dat in een gebouw ramen, luiken of deuren zo tegen elkaar open gezet kunnen worden dat er een flinke luchtstroming of - circulatie door de ruimte ontstaat. Soms kan het daarbij nodig zijn om naast de ramen, luiken of deuren in de gevel of het dak ook de binnendeuren tussen afzonderlijke ruimten open te zetten. Het voordeel van spuiventilatie (in aanvulling op de reguliere ventilatievoorziening als opgenomen in hoofdstuk 3.6) is dat deze altijd werkt, dus ook bij stroomuitval, en een tastbaar contact met de buitenlucht geeft. Energie: Omschrijving zie paragraaf 9.1. Tegengaan van veel voorkomende criminaliteit: Omschrijving zie paragraaf 9.1. 9.3 Samenhang tussen Vergunningen en Toezicht Waar meerdere deelhoofdstukken van het Bouwbesluit van Vergunningen onder het landelijk gemiddelde scoren (zoals hoge en ondergrondse gebouwen, luchtverversing, spuivoorziening, toevoer van verbrandingslucht, afvoer van rookgas, verlichting en veilig onderhoud van gebouwen) ziet men terug dat dit gecompenseerd wordt in de toezichtsfase waarbij deze deelhoofdstukken conform het landelijk gemiddelde scoren. 10. Samenhang met het Handhavingsbeleidsplan Bouw- en Woningtoezicht en Ruimtelijke Ordening 2015-2019 Het Omgevingsbeleidsplan onderdeel Vergunningen maakt voor vergunningverlening inzichtelijk op welke wijze de gemeente omgaat met de uitvoering van het toetsen op het Bouwbesluit 2012. De hoogte van het niveau bepaalt de diepgang van uitvoering van taken, variërend van het niet toetsen of steekproef tot volledig integraal toetsen. De vastgestelde toetsniveaus hebben gevolgen voor de uitvoering van de werkzaamheden, de wijze van advisering en de juridische kwaliteit van onze producten. Voor de toezicht en handhaving heeft de gemeente het Handhavingsbeleidsplan Bouw- en Woningtoezicht en Ruimtelijke Ordening 2015-2019. In de prioritering BWT en RO komt naar voren dat het hoofdstuk installaties uit het Bouwbesluit een zeer groot risico heeft. Algemeen bouwen in strijd met het Bouwbesluit heeft een groot risico. Het hoofdstuk Veiligheid heeft een beperkt risico. De hoofdstukken gezondheid, energie, gebruik bouwwerken en open erven en terreinen hebben een zeer klein risico. In bijlage 2 van dit beleidsplan is in te zien dat bij overtredingen de enige constateringen en proces-verbalen in 2014 uit de hoofdstukken Veiligheid en Gezondheid van het Bouwbesluit zijn geconstateerd. Deze aspecten leiden tot een aantal conclusies. De gemeentelijk toezichthouder zal ten aanzien van BWT en RO meer taken toebedeeld krijgen. Zo zullen er meerdere controles uitgevoerd moeten worden ten aanzien van het bouwen in strijd met het Bouwbesluit algemeen waarbij de hoofdstukken installaties (1) en veiligheid (2) bijzondere aandacht verdienen. Deze hebben in de prioritering een (zeer) groot danwel beperkt risico en de score van Vergunningen en Toezicht is onder het landelijk gemiddelde. Hieronder volgt een nadere toelichting op deze twee hoofdstukken uit het Bouwbesluit. 1. Installaties Bij toetsing op de vergunningen en toezicht scoren hoofdstukken 6.2 en 6.11 uit het Bouwbesluit onder het landelijk gemiddelde. Het betreft afname en gebruiken van energie en tegengaan van veel voorkomende criminaliteit. Uit de overleggen blijkt dat één van de meest geconstateerde ontwerpfouten in bouwplannen tijdens de toets Bouwbesluit in de vergunningsfase te maken hebben met EPC-berekeningen bij nieuwbouw. Bijzondere aandacht ligt er dus bij één van de meest geconstateerde ontwerpfouten in de bouwplannen, namelijk het controleren van afname en gebruiken van energie. Uit overleggen volgt dat controle op de EPC-berekening een theoretische rekensom betreft. Aangezien onlangs de regels zijn verscherpt ten aanzien van EPC-berekeningen is de landelijke trend om de kennisoverdracht en het landelijk uniform benaderen van deze bouwfysische aspecten (van bijvoorbeeld isolatie van dak pakketten, isolatie van gevels, ventilatie, warmte-units e.d.) te bevorderen. 2. Veiligheid Constructieve veiligheid en brandveiligheid wegen in de gemeente zwaar bij het bepalen van prioriteiten en worden bij toetsing en toezicht vanuit het vergunningsproces vaak geconstateerd als een omissie met betrekking tot het ontbreken van gegevens. De toetsing op de brandveiligheid door de VRK scoort ongeveer conform het landelijk gemiddelde of op een hoger niveau. Bij toetsing op de vergunningen en toezicht scoren hoofdstukken 2.3 t/m 2.6 uit het Bouwbesluit - specifiek bij woon-, bijeenkomst, gezondheidszorg en industriefunctie - onder het landelijk

Pagina 19 van 36 gemiddelde. Het betreft (afscheiding van) vloer, trap en hellingbaan en overbrugging van hoogteverschillen. Daarbij volgt dat uit het overleg met de toezichthouder(s) gebleken is dat de meest geconstateerde ontwerpfouten in bouwplannen tijdens de toets Bouwbesluit in de toezichtfase te maken hebben met onder meer het ontbreken van constructieve tekeningen en berekeningen bij nieuwbouw en verbouw. Vergunningsvrije bouwwerken acht de gemeente minder prioritair vanwege de geringe maatschappelijke impact van eventuele fouten en rekent deze technische onderdelen primair tot de verantwoordelijkheid van de aanvrager. Relatief eenvoudige vergunningplichtige bouwwerken worden minder intensief gecontroleerd. Uitgangspunt is om de complexe ingewikkelde zaken intensief te controleren op de deelhoofdstukken uit het Bouwbesluit 2012 aangezien deze onder het landelijk gemiddelde scoren. Aangezien deze onderwerpen hoge prioriteit hebben in de gemeente wordt er bij ieder onderwerp nadere uitleg gegeven. Adequate informatieverstrekking over regels vooraf, inclusief vergunningverlening, maakt de uitvoering van de taken efficiënter en beter. Hierdoor kan handhaving minder vaak nodig zijn. Communicatie met onze klanten en hun adviseurs speelt daarbij een belangrijke rol. Vooroverleg met de gemeente over nieuwe ontwikkelingen is altijd mogelijk. Er is sprake van een proactieve en preventieve benadering zodat zo veel mogelijk wordt voorkomen dat zaken onnodig achteraf tegen hoge kosten voor klanten en gemeente worden aangevuld of hersteld. De nadruk van dit beleidsplan ligt op een goede voorbereiding, goede advisering, controle op indieningsvereisten en samenwerking tussen klanten, vergunningverleners en toezichthouders. De toegankelijkheid van gegevens via automatiseringssystemen is hierbij een vereiste. Vooral dit laatste krijgt steeds meer vorm.

Pagina 20 van 36 Bijlage 1: Korte samenvatting hoofdstukken Bouwbesluit 2012