Leerplichtverslag 2013 2014 Gemeente Westvoorne

Leerplichtverslag 2013 2014 Gemeente Westvoorne

Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Inleiding...4 Hoofdstuk 2. Leerplicht en wettelijke kader...4 2.1. Doel en inhoud van de leerplichtwet... 4 2.2. Doelgroepen... 4 2.3. Handhaving... 5 2.4. Het beleid... 5 Hoofdstuk 3. Uitvoering leerplichttaken...5 3.1. Uitvoering van de leerplichttaken... 5 3.2. Formatie... 5 3.3. Leerlingenadministratie... 5 3.4. Verzuimloket... 5 Hoofdstuk 4. Absoluut en relatief verzuim...6 4.1. Absoluut verzuim... 6 4.2. Relatief verzuim... 6 4.3. Verdeling relatief verzuim... 6 4.4. Verzuim op het MBO... 7 4.5. Proces-verbaal... 7 Hoofdstuk 5. Vervangende leerplicht en vrijstellingen...8 5.1. Artikel 5, sub a (ongeschiktheid)... 8 5.2. Artikel 5, sub b (richtingsbedenkingen)... 8 5.3. Artikel 5, sub c (schoolbezoek buitenland)... 8 5.4. Artikel 14 (andere gewichtige omstandigheden)... 8 Hoofdstuk 6. Cijfermatige gegevens...9 6.1. Cijfermatige gegevens... 9 Hoofdstuk 7. Overige activiteiten...10 7.1. Samenwerking met Gosa-, zorgregisseur en maatschappelijk werker... 10 7.2. Werkgroep uitvoering leerplicht Zuid-Hollandse Eilanden (Wul ZHE)... 11 7.3. No-show actie... 11 Leerplichtverslag 2013-2014 Pagina 2

7.4. Landelijk register vrijstellingen... 11 Hoofdstuk 8. Vooruitblik 2014 2015...12 8.1. Invoering Passend Onderwijs met ingang 1 augustus 2014... 12 8.2. Thuiszitters... 12 8.3. Wetswijziging ten behoeve van schorsen en verwijderen... 12 8.4. Beëindiging Herstart en Op de Rails... 13 8.5. Focus op vakmanschap... 13 8.6. Regionalisering leerplicht op Voorne en Putten... 14 8.8. Werkafspraken ongeoorloofd schoolverzuim MBO regio Rijnmond 01-08-2014... 14 8.9. Achttien jaar.. en dan... 14 Leerplichtverslag 2013-2014 Pagina 3

Hoofdstuk 1. Inleiding Voor u ligt het jaarverslag leerplicht over het schooljaar 2013-2014. Op grond van artikel 25, lid 1 van de Leerplichtwet 1969 brengen burgemeester en wethouders aan de gemeenteraad verslag uit over het in het afgelopen schooljaar gevoerde beleid over de handhaving van de leerplicht en de kwalificatieplicht en de resultaten daarvan. Hoofdstuk 2. Leerplicht en wettelijke kader 2.1. Doel en inhoud van de leerplichtwet Leerplicht hangt heel nauw samen met leerrecht, ofwel het recht op onderwijs. Overal ter wereld wordt dit recht als een groot goed beschouwd. Veel landen hechten er zelfs zoveel waarde aan, dat ze de jeugd via een wet verplichten om naar school te gaan. Nederland is één van die landen. In ons land staan de rechten en plichten van ouders/voogden en/of feitelijke verzorgers, leerlingen en schooldirecteuren precies aangegeven in de Leerplichtwet 1969. Deze wet is, kortweg gezegd, een rechtsmiddel waarmee gewaarborgd wordt dat alle jongeren in Nederland aan het onderwijs kunnen en zullen deelnemen. Het doel van de leerplichtwet is dat jongeren zo goed mogelijk worden toegerust met kennis en vaardigheden, die zij nodig hebben om een zelfstandige plek in de samenleving te verwerven. Een afgeronde schoolopleiding is daarvoor een eerste vereiste. 2.2. Doelgroepen Volledig leerplichtigen van 5 tot en met 16 jaar; Kwalificatieplichtigen van 16 tot 18 jaar, tenzij al in het bezit zijn van een startkwalificatie; Regionale Meld- en Coördinatiefuntie (RMC) groep: een jongere van 18 tot 23 jaar zonder startkwalificatie die niet op een school of opleiding ingeschreven staan. Leerplichtverslag 2013-2014 Pagina 4

(Deze jongeren vallen onder de wet RMC en worden doorverwezen naar het Steunpunt Onderwijs Zuid-Hollandse eilanden.) en Voortijdig schoolverlaters (VSV): alle jongeren (volledig leerplichtigen, kwalificatieplichtigen en RMC doelgroep) die van school gaan zonder een startkwalificatie Een startkwalificatie is een diploma Havo, VWO, MBO niveau 2 of hoger. 2.3. Handhaving Het toezicht op de naleving van de leerplichtwet is opgedragen aan het college van burgemeester en wethouders. Het college heeft deze taak gemandateerd aan de leerplichtambtenaar. Daarnaast heeft de leerplichtambtenaar rechtstreeks door de wet toegekende bevoegdheid (attributie). Het door de leerplichtambtenaar uitgevoerde toezicht heeft, zoals de toelichting van de leerplichtwet voorschrijft, meer het karakter van maatschappelijke zorg dan van justitieel optreden. Naast de uitvoerende taak is ook preventie een belangrijk onderdeel. 2.4. Het beleid Het beleid richt zich op de naleving van de Leerplichtwet 1969 en de RMC wetgeving, om zo het voortijdig schoolverlaten te voorkomen en bestrijden. Centraal hierin staat dat zoveel mogelijk jongeren een startkwalificatie kunnen behalen. Het gaat vooral om het verminderen en voorkomen van het schoolverzuim, het handhaven van de leerplicht en het terugdringen van het voortijdig schoolverlaten. Hierbij gaat het vaak om maatwerk. Bij overtreding wordt, indien nodig, proces-verbaal opgemaakt. De leerplichtambtenaar is tevens buitengewoon opsporingsambtenaar, dus bevoegd verbaliserend op te treden, zodra deze het buitengewoon opsporingsdiploma (Boa) heeft behaald. In de door ons college vastgestelde "Instructie leerplichtambtenaar", zijn de wijze van taakuitoefening, behandeling van schoolverzuim en overleg en samenwerking met diensten en instellingen aangegeven. Hoofdstuk 3. Uitvoering leerplichttaken 3.1. Uitvoering van de leerplichttaken Met ingang van 1 juni 2012 is als gevolg van de ontwikkelingen over regionale samenwerking op het gebied van leerplicht en VSV de wettelijke taken van Westvoorne aan Spijkenisse uitbesteed. Dit is geregeld in de dienstverleningsovereenkomst Leerplicht Spijkenisse en Westvoorne. Met ingang van 1 januari 2013 is deze overeenkomst stilzwijgend met onbepaalde tijd verlengd. 3.2. Formatie De formatie is 0,22 Full Time Eenheden (FTE) per week. Op de donderdagen is er een leerplichtambtenaar werkzaam op het gemeentehuis. Op andere dagen is zij telefonisch bereikbaar bij de gemeente Spijkenisse. 3.3. Leerlingenadministratie De gemeente is verplicht een leerlingenadministratie bij te houden met basisgegevens over alle leerplichtigen, waardoor er controle is op absoluut verzuim (artikel 19 Leerplichtwet 1969 en artikel 3 Leerplichtregeling 1995). Sinds januari 2012 voert de gemeente Spijkenisse, in het kader van de samenwerkings-overeenkomst regionalisering leerplicht en VSV, de administratieve taken uit voor de gemeenten Bernisse, Brielle, Hellevoetsluis en Westvoorne. Westvoorne heeft hiervoor 0,14 FTE per week ingekocht. Er wordt gebruik gemaakt van het leerlingenadministratie-programma Leerlingen Basis Administratie (LBA) van Pronexus. 3.4. Verzuimloket Meldingen van verzuim bij het voortgezet (VO) en middelbaar Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO) komen binnen via het digitaal verzuimloket, dat beheerd wordt door de Dienst Uitvoering Onderwijs (Duo). Vanaf augustus 2009 zijn alle scholen voor VO en MBO verplicht verzuim te melden via het Digitaal Verzuimloket. Dit loket stelt de juiste woongemeente van de verzuimer snel en automatisch op de hoogte. De gemeente en school kunnen direct in actie komen. Leerplichtverslag 2013-2014 Pagina 5

Het primair (PO) en speciaal onderwijs (SO) zijn nog steeds niet aangesloten op het verzuimloket. De directeuren melden rechtstreeks aan de leerplichtambtenaar van de woongemeente van de leerling. Door het LBA is het mogelijk om digitaal direct aan te sluiten bij de informatie over jongeren bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en de Duo. Hoofdstuk 4. Absoluut en relatief verzuim 4.1. Absoluut verzuim Er is sprake van absoluut schoolverzuim als een leerplichtige- of kwalificatieplichtige jongere niet staat ingeschreven bij een school of instelling. Dit type verzuim kan kort duren. Bijvoorbeeld bij het te laat regelen van een andere school. Er kan ook sprake zijn van langdurig, voortdurend verzuim. Soort onderwijs Absoluut verzuim Totaa Weer l ingeschreven Procesverbaal Adres in onderzoek bij afd. burgerzaken (Speciaal) basisonderwijs 1 1 0 0 (Voortgezet) Speciaal onderwijs 1 1 0 0 Voortgezet onderwijs 3 2 0 1 Middelbaar Beroepsonderwijs 2 2 0 0 4.2. Relatief verzuim Hiervan is sprake als een leerling wel staat ingeschreven bij een school of instelling, maar deze niet of niet regelmatig bezoekt. Het hoofd van de school moet onverwijld kennis geven als een leerling zonder geldige reden les- of praktijktijd verzuimt van in totaal 16 uren in een periode van vier opeenvolgende lesweken. Relatief verzuim Soort onderwijs Totaal Proces-verbaal Waarschuwin g Anders i.v.m. signaal verzuim (Speciaal) basisonderwijs 3 0 3 0 (Voortgezet) Speciaal onderwijs 2 0 0 2 Voortgezet onderwijs 25 2 17 6 Middelbaar Beroepsonderwijs 12 0 8 4 4.3. Verdeling relatief verzuim Het relatief verzuim is onder te verdelen in: Signaalverzuim; Te laat komen; Ziekteverzuim en Luxe verzuim. Signaalverzuim wordt zo genoemd omdat er achter het verzuim allerlei problemen schuil kunnen gaan. Bijvoorbeeld psycho- en/of sociaal emotionele problemen of een moeilijke gezinssituatie. Signaalverzuim vraagt vaak om een gerichte, intensieve aanpak waarbij er samengewerkt wordt met alle betrokkenen en eventueel andere instanties ingeschakeld worden. In het schooljaar 2013-2014 is 20 keer sprake van een leerlinggebonden probleem. Denk daarbij aan gedragsproblematiek, psychische klachten, lichamelijk klachten, cognitieve problemen en motivatieproblemen. Leerplichtverslag 2013-2014 Pagina 6

Soort onderwijs Signaalverzuim Melding GOSA/Zorgregisseur Melding CJG Eigen initiatief bijv. samenwerking partners (Speciaal) basisonderwijs 0 0 0 (Voortgezet) Speciaal onderwijs 0 0 0 Voortgezet onderwijs 2 0 18 Middelbaar Beroepsonderwijs 0 0 0 Voor te laat komen is in de regio Rijnmond met het Openbaar Ministerie (OM) het volgende stappenplan afgesproken voor de VO en MBO jongeren: Bij 3 en 6 keer te laat : School stuurt een brief naar ouders/verzorgers; 9 keer te laat : School meldt via Duo en leerplichtadministratie stuurt een waarschuwingsbrief, TL1; 12 keer te laat : School meldt via Duo en leerplichtambtenaar voert een gesprek en geeft eventueel een officiële waarschuwing, TL2 en 15 keer te laat : School meldt via Duo en leerplichtambtenaar voert een gesprek met de leerling en ouders/verzorgers en maakt eventueel een procesverbaal. Meestal volgt verwijzing naar Halt. Er zijn dit schooljaar geen te laat meldingen ontvangen. Ziekteverzuim is geoorloofd als een leerling om medische redenen niet naar school kan gaan en dit tijdig door ouders bij school gemeld is. Vaak ziek zijn vormt echter een risico voor de schoolloopbaan en/of kan duiden op andere problemen. Het is van groot belang dat scholen verdacht of veelvuldig ziekteverzuim tijdig melden in het Zorg- en Adviesteam (Zat). In een Zat wordt door zorgprofessionals en scholen samengewerkt om problemen van jongeren vroeg te signaleren, te bespreken en passende hulp in te schakelen. De samenstelling verschilt per school. In de meeste Zat s voor het voortgezet onderwijs (VO) en middelbaar Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO) is een vertegenwoordiger aanwezig van de onderwijsprofessional(s), jeugdzorg, schoolmaatschappelijk werk, jeugdgezondheidszorg en leerplicht. Luxe verzuim ontstaat wanneer ouders hun kind ongeoorloofd meenemen op vakantie buiten de schoolvakantie of hun kind ongeoorloofd laten verzuimen voor een omstandigheid zonder dat de directeur of leerplichtambtenaar hiervoor toestemming heeft verleend. Er zijn dit schooljaar geen meldingen van luxe verzuim ontvangen. 4.4. Verzuim op het MBO Op de MBO s is het ongeoorloofd schoolverzuim oftewel spijbelen, een groot probleem. Ook omdat nog niet al het verzuim structureel wordt gemeld, is met ingang van het schooljaar 2010-2011 een regionale aanpak van verzuim in de regio Rijnmond ingevoerd. Dit betekent dat de MBO s beter moeten melden en dat iedere verzuimmelding ook voor 100% wordt opgepakt. Dit geldt voor meldingen van zowel leerlingen die onder de leerplicht kwalificatieplicht vallen als jongeren van 18 tot 23 jaar zonder startkwalifcatie. De verzuimmeldingen van jongeren tot 18 jaar worden door de leerplichtambtenaar opgepakt, terwijl het Steunpunt Onderwijs ZHE de meldingen van jongeren van 18 jaar en ouder behandelt. Dit schooljaar is het aantal verzuimmeldingen van MBO leerlingen tot 18 jaar 12 keer. 4.5. Proces-verbaal De leerplichtambtenaar controleert of ouders en jongeren de leerplicht naleven. In eerste instantie zoekt de leerplichtambtenaar samen met de school, ouders en jongere naar een oplossing bij problemen met het schoolbezoek. Blijft desondanks de jongere spijbelen of wordt niet ingeschreven op een school / onderwijsinstelling, wordt een proces-verbaal opgemaakt. Leerplichtverslag 2013-2014 Pagina 7

Proces-verbaal tegen jongere / ouder Soort onderwijs Jongere Ouder (Speciaal) basisonderwijs 0 0 Voortgezet (Speciaal) onderwijs 2 2 Middelbaar Beroepsonderwijs 0 0 Hoofdstuk 5. Vervangende leerplicht en vrijstellingen In principe moet elk leerplichtige / kwalificatieplichtige kind naar een school/instelling. Toch wordt een leerling in een aantal situaties vrijgesteld van de inschrijvingsplicht of de plicht van geregeld schoolbezoek. Het is op grond van de leerplichtwet en het gemeentelijk mandaatstatuut, aan de leerplichtambtenaar te bepalen of een verzoek om vrijstelling gegrond is. Hieronder volgt een opsomming van de vrijstellingsmogelijkheden die worden toegepast. 5.1. Artikel 5, sub a (ongeschiktheid) Wanneer een jongere vanwege een lichamelijke- of verstandelijke handicap geen onderwijs kan volgen, is een beroep op vrijstelling op de inschrijvingsplicht mogelijk volgens artikel 5 sub a. Vrijstelling o.g.v. artikel 5, sub a (Speciaal) basisonderwijs 0 Voortgezet (Speciaal) onderwijs 2 Middelbaar Beroepsonderwijs 1 5.2. Artikel 5, sub b (richtingsbedenkingen) Wanneer tegen de richting van het onderwijs op alle binnen redelijke afstand van de woning gelegen scholen onderscheidenlijk instellingen waarop de jongere geplaatst zou kunnen worden, overwegende bedenkingen zijn, kan beroep gedaan worden op artikel 5, sub b. Vrijstelling o.g.v. artikel 5, sub b (Speciaal) basisonderwijs 2 Voortgezet (Speciaal) onderwijs 0 Middelbaar Beroepsonderwijs 0 5.3. Artikel 5, sub c (schoolbezoek buitenland) Wanneer een jongere als leerling van een inrichting van onderwijs buiten Nederland staat ingeschreven en deze geregeld bezoekt, kan beroep gedaan worden op een vrijstelling. Vrijstelling o.g.v. artikel 5, sub c (Speciaal)basisonderwijs 3 Voortgezet (Speciaal) onderwijs 3 Middelbaar Beroepsonderwijs 0 5.4. Artikel 14 (andere gewichtige omstandigheden) Verlof vanwege andere gewichtige omstandigheden. Dit zijn situaties die buiten de wil of invloedsfeer van de ouders en/of leerling liggen. Hierbij moet gedacht worden aan bijvoorbeeld verhuizing, huwelijk, jubileum of overlijden. Het hoofd van een school/instelling neemt een besluit over een verlofaanvraag voor ten hoogste 10 schooldagen binnen één schooljaar. Als dit aantal wordt overschreden behandelt de leerplichtambtenaar de verlofaanvraag. Dit is een wettelijke bevoegdheid (attributie). Verlof voor een vakantie is alleen een bevoegdheid van een hoofd van een school / onderwijsinstelling. Leerplichtverslag 2013-2014 Pagina 8

Behandeld door de leerplichtambtenaar Soort onderwijs Toegekend Niet toegekend (Speciaal) basisonderwijs 3 0 Voortgezet (Speciaal) onderwijs 0 0 Middelbaar Beroepsonderwijs 1 1 Note: Zijn ouders het niet eens met het besluit kunnen zij bezwaar indienen bij degene die het besluit heeft genomen. Zowel het hoofd van de school/instelling, als de leerplichtambtenaar is hier een bestuursorgaan in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (AWB). Is men het niet eens met het besluit op het bezwaarschrift dan kan er op grond van de AWB schriftelijk beroep aangetekend worden bij de arrondissementsrechtbank. Het indienen van een beroepschrift heeft geen schorsende werking. Wel kan de indiener van een beroepschrift zich wenden tot de president van de rechtbank met het verzoek een voorlopige voorziening te treffen. Hoofdstuk 6. Cijfermatige gegevens 6.1. Cijfermatige gegevens Aantal jongeren 1-8-2012 1-8-2013 1-8-2014 Jongeren van 5 t/m 12 jaar 1267 1289 1256 Jongeren van 13 t/m 15 jaar 484 495 506 Jongeren van 16 t/m 17 jaar 374 366 327 jongeren van 18 t/m 22 jaar 707 730 716 Leerplichtigen 1751 1784 1736 Kwalificatieplichtigen 346 366 288 Aantal leerlingen per school in het (S)BO 1-10-2012 1-10-2013 Baron De Vos van Steenwijk 119 122 De Hoeksteen 177 195 De Zonnebloem 99 113 De Nieuwe Weg 199 208 De Driehoek 111 107 Mildenburg 184 140 Het Overbos 184 173 Mevr. Dr. C.P. Gelinckschool, cluster I en IV 189 215 Leerplichtverslag 2013-2014 Pagina 9

Dossiers leerplicht 2013-2014 NIEUWE RECIDIVE RECIDIVE MAAND VOORRAAD MELDINGEN RECIDIVE 2 3 TOTAAL AFGEHANDELD Augustus 10 6 16 12 September 4 9 1 14 7 Oktober 7 4 2 13 3 November 10 4 3 17 4 December 14 5 19 3 Januari 15 2 1 1 19 15 Februari 4 6 1 1 12 7 Maart 6 8 1 1 16 7 April 9 9 2 1 1 22 12 Mei 9 4 3 1 1 18 8 Juni 10 5 3 1 19 4 Juli 15 1 16 12 Augustus 4 4 TOTAAL 10 63 17 3 5 98 94 Hoofdstuk 7. Overige activiteiten 7.1. Samenwerking met Gosa-, zorgregisseur en maatschappelijk werker In de gemeente is met ingang van 1 januari 2014 sprake van een nieuwe zorgstructuur, zie hieronder een schematische weergave van de lokale zorgstructuur in Westvoorne: GOSA 0-100 Cirkel jeugdzorg Cirkel Awbz- Wmo JGZ 0-18 Wmo-loket / team OWO BJZ ZAT Jong. werk CJG * 23 - team WIS AMW Zorgregisseur * 23 + Etc. verslavingszorg psychische hulp VHRR Etc. Cirkel Participatiewet Leerplichtverslag 2013-2014 Pagina 10

De Gosa-, zorgregisseur, maatschappelijk werker en leerplichtambtenaar werken zeer nauw samen. Vaak is dit preventief maar ook wordt gezamenlijk opgetrokken als er op meerdere leefgebieden zorgen / problemen zijn. Wekelijks wordt ad hoc met elkaar overlegd. Onder andere hebben dit schooljaar daarom een tweetal huisbezoeken plaatsgevonden met de maatschappelijk werker en de zorgregisseur. Hierdoor is de problematiek inzichtelijk geworden en de problemen integraal opgepakt en dit heeft tot adequate aanpakken geleid. 7.2. Werkgroep uitvoering leerplicht Zuid-Hollandse Eilanden (Wul ZHE) In regionaal verband werken de leerplichtambtenaren van de gemeenten op de eilanden Voorne-Putten en Goeree-Overflakkee intensief samen. Dit krijgt onder andere vorm in een regionaal overleg, de Wul-ZHE, waarin eens per zes weken leerplicht(beleids)zaken worden besproken en zaken worden afgestemd. Er wordt gewerkt vanuit gezamenlijk gedeelde uitgangspunten. Eén van de belangrijkste uitgangspunten is de jongere staat centraal. Duidelijke werkafspraken (hoe wordt omgegaan met verschillende vormen van verzuim) zijn noodzakelijk zodat alle leerlingen, ongeacht hun woonplaats, op dezelfde manier worden behandeld. Gedurende dit schooljaar vergadert de Wul-ZHE zeven keer. 7.3. No-show actie Het is belangrijk dat leerlingen die verwacht worden op een MBO opleiding ook daadwerkelijk starten aan het begin van het nieuwe schooljaar. Daarom is de No-Show Actie in het leven geroepen. Het doel is te voorkomen dat jongeren zonder startkwalificatie de school verlaten. Tijdens deze actie wordt bij de start van het schooljaar geïnventariseerd wie de No-Showers zijn om ze vervolgens op te sporen en ze vóór 1 oktober op een opleiding te plaatsen. Lukt dit niet en zij verlaten zonder startkwalificatie de school dan zijn zij VSV-er. De No-Show Actie wordt door de leerplichtambtenaren van de regio ZHE en de medewerkers van het Steunpunt Onderwijs ZHE uitgevoerd. Zij bezoeken het Albeda, het Zadkine en de vakscholen in de regio ZHE. In totaal gaan zij naar 14 locaties van het MBO in de regio ZHE. Door de invoering van het registratiesysteem Intergrip in het schooljaar 2011-2012 in onze regio komen risicojongeren van het vierde leerjaar VMBO sneller in beeld, waardoor ze beter zijn te begeleiden. Al deze leerlingen worden in Intergrip al vóór hun diplomering geregistreerd en gevolgd tot het moment dat zij (voor de start van het nieuwe opleidingsjaar) definitief op een MBO zijn ingeschreven. Het Steunpunt Onderwijs ZHE, de VMBO-scholen en de leerplichtambtenaren werken met behulp van dit registratiesysteem nauw samen om dit te realiseren. Dit is één van de maatregelen van het Convenant voortijdig schoolverlaten en is in het schooljaar 2011-2012 Rijnmondbreed ingevoerd. Note: het Steunpunt Onderwijs ZHE is een initiatief van de RMC. Het Steunpunt Onderwijs begeleidt onder andere jongeren tot 23 jaar zonder startkwalificatie die VSV-er zijn of dit dreigen te worden. 7.4. Landelijk register vrijstellingen Op 1 oktober 2013 is het landelijk register vrijstellingen in gebruik genomen. Door de Dienst Uitvoering Onderwijs (ministerie van Onderwijs, Cultuur en Welzijn) is aan alle gemeenten is gevraagd om alle geldende vrijstellingen en vervangende leerplicht over het schooljaar 2013-2014 voor 1 november 2013 te registeren. In deze gemeente worden de vrijstellingen geregistreerd in de leerlingenadministratie (LBA) en automatisch digitaal doorgegeven aan het Landelijk register vrijstellingen. Het gaat om jongeren met een vrijstelling op grond van artikel 5, 5a, 15 of een vervangende leerplicht op grond van artikel 3a en 3 van de Leerplichtwet 1969. De vrijstelling die door de leerplichtambtenaar in de leerlingenadministratie (LBA) wordt geregistreerd, wordt automatisch digitaal doorgegeven aan het Landelijk register vrijstellingen. De grondslag van de vrijstelling (het exacte artikelnummer uit de Leerplichtwet waarop de vrijstelling is gebaseerd) wordt omwille van privacywetgeving echter niet geregisteerd in het register. Voor de juiste VSV-cijfers over schooljaar 2012-2013 neemt Duo de stand van 1 oktober 2013. Bij de registratie van de vrijstellingen en vervangende leerplicht nemen ze de stand 1 oktober aan het einde van het convenantjaar. Dit resultaat gebruiken zij om de voorlopige cijfers te corrigeren. Deze resultaten zullen zichtbaar zijn in de voorlopige cijfers welke medio februari 2014 zijn verschijnen. Het vrijstellingenregister heeft een aantal belangrijke voordelen: Met de registratie van de vrijstellingen Leerplichtwet wordt de 'witte vlek' vrijstellingen in de VSVmeetsystematiek weggewerkt. Jongeren die nu als VSV'er worden gezien terwijl ze zijn vrijgesteld, worden voortaan niet langer ten onrechte als VSV'er geteld; Leerplichtverslag 2013-2014 Pagina 11

De leerplichtambtenaar van de woongemeente, RMC-contactgemeente of het samenwerkingsverband (bijvoorbeeld het RBL) waaronder de jongere valt, kan voor alle onderwijsvarianten (PO, VO en BVE) de vrijstellingen en vervangende leerplicht vastleggen in het register. Daardoor komt beter in beeld wie wel en wie niet op school zit; Jongeren met een vrijstelling of vervangende leerplicht die verhuizen, zijn voortaan zichtbaar voor de nieuwe gemeente en Voor scholen wordt zichtbaar dat een leerling een vrijstelling of vervangende leerplicht heeft. Hoofdstuk 8. Vooruitblik 2014 2015 8.1. Invoering Passend Onderwijs met ingang 1 augustus 2014 Met ingang van 1 augustus 2014 is Passend Onderwijs ingevoerd. Het doel van Passend Onderwijs is alle leerlingen, dus ook leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, een passende onderwijsplek te bieden, met als uitgangspunt: Regulier onderwijs als het kan, speciaal onderwijs als het moet. Passend Onderwijs is dus geen apart schooltype, maar een nieuwe manier van kijken naar de mogelijkheden en ondersteuningsbehoeften van kinderen. Met de invoering van Passend Onderwijs krijgen de scholen voor voortgezet onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs zorgplicht. Dit betekent dat de school elke leerling die aangemeld wordt een passende onderwijsplek moet bieden. Is dit niet mogelijk dan moet de school in overleg met de ouders een andere school zoeken. Een school is niet verplicht het kind te plaatsen als de school kan aantonen dat zij de extra ondersteuning die het kind nodig heeft niet kan bieden. Echter de zorgplicht blijft dan wel bij deze school. Ook is nieuw dat scholen een ontwikkelingsperspectiefplan moeten opstellen: * voor leerlingen in het praktijkonderwijs; * leerlingen met een nog doorlopend rugzakje of een arrangement en * leerlingen in het (voortgezet) speciaal onderwijs. Ten slotte moet iedere school een basisondersteuning en een basisplusondersteuning bieden. De basisplusondersteuning kan per school verschillen. 8.2. Thuiszitters Door de invoering van het Passend onderwijs zijn de Samenwerkingsverbanden, dus ook het samenwerkingsverband VO-VSO van Voorne en Putten en Rozenburg, verantwoordelijk geworden voor de thuiszitters. Dit betekent dat alle thuiszitters door de scholen moeten worden gemeld bij de Permanente commissie leerlingenzorg (PCL) van het Samenwerkingsverband. Aangezien ook leerplicht zich bezig houdt met de thuiszitters zijn, om te voorkomen dat langs elkaar heen wordt gewerkt, nadere afspraken gemaakt. Dit houdt in dat de leerplichtambtenaar nauwer gaat samenwerken met de voorzitter van de PCL. Hierdoor komt er meer zicht in het aantal thuiszitters en kan sneller worden gehandeld. 8.3. Wetswijziging ten behoeve van schorsen en verwijderen Ten behoeve van de invoering van het Passend Onderwijs zijn de Wet op het primair onderwijs (WPO), de Wet op de expertisecentra (Wec) en de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) gewijzigd met betrekking tot schorsing en verwijdering. Schorsen: Dit betekent dat nu ook scholen voor primair onderwijs en voor (voortgezet) speciaal onderwijs hun leerlingen per keer officieel mogen schorsen voor een periode van maximaal vijf schooldagen. Daarnaast moeten zij bij een schorsing van meer dan één dag dit melden aan de onderwijsinspectie. Verwijderen: Scholen voor primair onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs (Cluster 3 zeer moeilijk lerende kinderen en Cluster 4 zeer moeilijk opvoedbare kinderen ) mogen een leerling pas definitief Leerplichtverslag 2013-2014 Pagina 12

verwijderen nadat een andere onderwijsinstelling bereid is deze leerling te plaatsen. Hiermee vervalt de inspanningsverplicht van acht schoolweken. Alleen leerlingen die op een Cluster 1 visueel gehandicapte kinderen en Cluster 2 auditief gehandicapte kinderen kunnen definitief worden verwijderd nadat de school zijn inspanningsverplichting van acht schoolweken zonder succes heeft afgerond. Er wordt ook een landelijke geschillencommissie ingevoerd. Deze commissie kan worden ingezet bij geschillen tussen ouders en scholen bij toelating en verwijdering. Dit geldt voor de scholen voor primair onderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs en voortgezet onderwijs. 8.4. Beëindiging Herstart en Op de Rails Rochade VPR is een onderwijs opvangvoorziening voor Voorne-Putten en Rozenburg en is aanvullend op de zorg die op scholen voor regulier voortgezet onderwijs wordt geboden. De algehele verantwoordelijkheid voor het functioneren van Rochade berust bij het Samenwerkingsverband VO-VSO van Voorne-Putten en Rozenburg, de Stichting Lindenhof en het RMPI. Rochade VPR kent tot 1 augustus 2014 de volgende drie trajecten: Rebound: bestemd voor leerlingen in het voortgezet onderwijs die met hun gedrag de veiligheid van medeleerlingen en docenten negatief beïnvloeden. De opvang duurt maximaal 3 maanden; Herstart: bestemd voor leerlingen die vier weken of langer thuis zitten, zonder uitzicht op plaatsing op een reguliere school voor voortgezet onderwijs. Deze leerlingen zijn in principe bekend bij leerplicht en blijven maximaal 3 maanden en Op De Rails: bestemd voor leerlingen met ernstige gedragsproblemen in het reguliere onderwijs, waarvan de gedragsproblematiek niet direct te herleiden is tot een geclassificeerde stoornis. De leerling verblijft hier maximaal 2 jaar. De Stichting Projecten Speciaal Onderwijs (SPSO, voorheen Wec-raad) financiert de trajecten Herstart en Op de Rails tot 1 augustus 2014. Het traject Rebound wordt tot deze datum gefinancierd door de scholen. Per 1 augustus 2014 zullen de projecten Herstart en Op de Rails definitief stoppen (o.a. de financiering) als gevolg van de invoering van het Passend Onderwijs. Vanaf deze datum worden de budgetten van Herstart en Op de Rails tezamen met het budget van Rebound toegevoegd aan het budget voor ondersteuning van de nieuwe samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs. Alle leerlingen die vanaf 1 augustus 2014 thuis komen te zitten of uitvallen uit het onderwijs vallen onder verantwoordelijkheid van de nieuwe samenwerkingsverbanden. Binnen het samenwerkingsverband zijn vanaf de invoering van Passend Onderwijs de volgende vormen van extra ondersteuning beschikbaar: - Arrangementen schoolintern (Opstart/Doorstart en Op Maat); - Arrangementen schoolextern (Rochade) en - Voortgezet Speciaal Onderwijs. 8.5. Focus op vakmanschap Met ingang van 1 augustus 2014 is Focus op vakmanschap ingegaan. Eén van de belangrijkste wijzigingen is dat de Arbeidsmarktgekwalificeerd assistant (AKA) is komen te vervallen. Hiervoor is in de plaats de Entree-opleiding gekomen. Dit is een drempelloze opleiding en toegankelijk voor jongeren die niet in het bezit zijn van een schooldiploma. Hierdoor is er geen drempelloze instroom meer mogelijk in MBO 2, 3 en 4. Ook krijgt de student na vier maanden een bindend studieadvies. Dit advies is bepalend of de student de opleiding blijft volgen of naar een nadere opleiding moet. In de regio Rijnmond zijn door de MBO s nadere afspraken gemaakt om jongeren toe te laten tot de opleiding. Belangrijke punten hieruit zijn: Dat streng gekeken wordt naar de instroom van jongeren zonder school diploma. Daarbij wordt gekeken naar het verzuimverleden, de leeftijd van de jongere en of deze jongere niet beter op het voortgezet (speciaal) onderwijs kan blijven om daar alsnog zijn diploma te halen; Leerplichtverslag 2013-2014 Pagina 13

Dat jongeren zonder een schooldiploma of een overgangsbewijs van de derde naar het vierde leerjaar Havo of VWO soms een MBO-opleiding kunen volgen op niveau 2,3 of 4. Dit wordt bepaald door een geschiktheidsonderzoek waaruit blijkt dat de jongere voldoende kennis, vaardigheden en motivatie heeft. De jongeren kunnen dit onderzoek ondergaan na hun aanmelding. Zij moeten dan een paar toetsen doen om hun kennis en vaardigheden te testen. Ook moeten zij schriftelijk en soms mondeling hun motivatie toelichten. Het bovenstaande kan voor de uitvoering van de leerplichtwet consequenties hebben, zoals bijvoorbeeld wanneer een kwalificatieplichtige jongeren op het MBO geweigerd wordt omdat: het MBO vindt dat de VO-school deze jongere nog een kans moet geven om alsnog zijn diploma te halen; de jongere niet gemotiveerd is; de jongere qua leeftijd niet toelaatbaar is. Dit geldt vooral voor jongeren die in het laatste schooljaar van de volledige leerplicht zitten; het jongeren betreft met een verzuimverleden. 8.6. Regionalisering leerplicht op Voorne en Putten Momenteel loopt het onderzoek naar regionalisering leerplicht op Voorne en Putten. 8.8. Werkafspraken ongeoorloofd schoolverzuim MBO regio Rijnmond 01-08-2014 Ongeoorloofd schoolverzuim is een voorportaal van uitval. Het is daarom belangrijk om het verzuim goed in beeld te hebben. De verzuimaanpak op het MBO in regio Rijnmond is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeenten en MBO-instellingen. De verzuimaanpak bestaat uit twee onderdelen: aanwezigheidsbeleid en verzuimbeleid. De Werkafspraken ongeoorloofd schoolverzuim regio Rijnmond geven weer welke stappen er worden doorlopen in geval van ongeoorloofd verzuim. Daarbij wordt aangegeven welke rollen MBOonderwijsinstellen en gemeenten hebben. De aanpak kenmerkt zich door een gezamenlijke partnerschap tussen leerplicht/rmc en MBO-onderwijsinstellingen. 8.9. Achttien jaar.. en dan Jongeren van 18 jaar en ouder vallen niet meer onder de Leerplichtwet 1969, ook niet als zij geen startkwalificatie hebben. Dit betekent niet dat deze jongeren aan hun lot worden overgelaten. Een startkwalificatie vergroot de kans op een baan aanzienlijk. Daarom wordt er alles aan gedaan om de jongeren uit Westvoorne op school te houden, in ieder geval tot zij een startkwalificatie hebben. Voor jongeren van 18 tot 23 jaar is dit een wettelijke taak die in Westvoorne ligt bij het RMC-ZHE. De praktische uitvoering is in handen van het Steunpunt Onderwijs ZHE, terwijl de RMC-coördinator verantwoordelijk is voor de uitvoering. Het RMC-ZHE registreert alle in- en uitschrijvingen van jongeren tussen de 18 en 23 jaar zonder startkwalificatie. Als een jongere niet weet wat hij wil, niet weet wat hij kan of niet weet hoe hij ergens binnenkomt, dan helpen de medewerkers van het Steunpunt Onderwijs ZHE een antwoord te vinden op deze vragen. Bij een school en/of beroepskeuzeonderzoek geeft de jongere aan wat hij wil met betrekking tot zijn toekomst. In dat gesprek krijgt hij informatie over opleidingen en beroepen. Er kan ook een afspraak gemaakt worden voor een beroepskeuzeonderzoek waarin aan de hand van de leercapaciteiten, interesse en persoonlijkheid van de jongere een beroeps- en/of opleidingsprofiel geschetst wordt. Na de test worden de mogelijkheden besproken en adressen meegeven van scholen/instellingen of instanties waar de jongere zich verder kan oriënteren. Steunpunt Onderwijs ZHE helpt de jongere ook bij met het maken van een plan met betrekking tot een opleidingskeuze en stimuleert en begeleidt de jongere om zijn doelen te bereiken. De medewerkers van het Steunpunt Onderwijs ZHE gaan ook mee naar een school/instelling en/of een werkgever. Leerplichtverslag 2013-2014 Pagina 14