futurum (vs) conditionalis perfectum



Vergelijkbare documenten
de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

Luisteren: muziek (A2 nr. 7)

Jij durft over jouw gevoelens praten. Complimenten geven is voor jou kinderspel. Jij ligt s nachts niet te piekeren. Jij hebt vat op de dingen.

1 Werkwoord. (wonen, werken, lopen,...) 8 Grammatica is niet moeilijk. wonen, werken, lopen,... noemen we werkwoorden.

PROFIEL TOERISTISCHE EN INFORMELE TAALVAARDIGHEID

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer

A) Onderstreep telkens de bijwoord in onderstaand zinnen (soms staat er geen).

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer

Thema Informatie vragen bij een instelling

De Samenleving: samen of ieder voor zich? Oefening b. Alle mensen zijn anders en dat moeten we respecteren. 2 Han van Eijk - Leef

Antwoorden thema 4 Communicatie. Oefening gespreksstof. 2. loopbaan. 3. Degene die. 4. raadpleegt. 5. conservatief. 6.

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

H E T V E R L O R E N G E L D

Lesbrief 6. Gezondheid

REGELS. Wat hoort bij elkaar?

Tijdens de video- hometraining worden verschillende begrippen gebruikt. In de bijlage geven we een korte omschrijving van deze begrippen.

We hebben verleden week nog gewinkeld. Toen wisten we het nog niet. De kinderbijslag was binnen en ik mocht voor honderd euro kleren uitkiezen.

Iris marrink Klas 3A.

Mijn naam is Fons. Ze noemen me een groene jongen. Weet je hoe dat komt?

Antwoordenmodel. Herhalingsoefeningen De Sprong, Thema 1. Oefening 1. studiejaar 2007/2008 studiejaar 2008/ euro per maand 272 euro per maand

De examenperiode is een moeilijke tijd. Je moet hard studeren en je hebt veel stress. Wat is een goede studiemethode en wat doe je beter niet?

Lesbrief 14. Naar personeelszaken.

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel

Klachtenbrieven schrijven. Oefening 4.6 p

Beginnerslessen. Lesbrief 42. Het inburgeringsexamen

A) Schrijf het verbum in de best passende tijd en vorm, eventueel met een hulpverbum

HC zd. 22 nr. 32. dia 1

Jezus maakt mensen gelukkig

Dialogen website Motiveren tot rookstop

Er zijn mensen nodig met nieuwe fantasie

GROEIEN IN CHRISTUS. samen werken aan geloofsgroei

de 4de editie spuugt vuur!

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

4. Kernwoorden zijn bijvoorbeeld: postkaart, verkeerd bezorgd, oorlog, achterneven, zus.

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor

Matteüs 25: Gezinsdienst: Wachten duurt lang!

Les 33. Zwangerschap

Hoofdstuk 6 Extra spreekopdrachten 1 tot en met 6

Kinderfolder ALS JE EEN GELEIDEHOND TEGENKOMT

SOCIALE VAARDIGHEDEN EN CREATIVITEIT

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven.

Die Jezus volbracht in zijn leven, toen hij in de wildernis leefde

Uw antwoorden bij de opdrachten 1 tot en met 6 moeten kort zijn. U hebt 20 seconden spreektijd.

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Schrijver: KAT Coverontwerp: MTH ISBN: <Katelyne>

Lieve broer! Je liefste zus!!! Camille Vandenbussche oktober

l Wouter mag Floor niet slaan. l Wouter mag geen alcohol drinken (geen druppel!).

Op vakantie in Zweden vond Jasmijn deze schedel!

Noach bouwt een ark Genesis 6-8

Spreekoefeningen. Oefenen voor het eerste deel van het examen spreken: Vragen beantwoorden. 1 enkele vragen. (voor het inburgeringsexamen - spreken)

De PAAZ, wat is dat? Informatie voor kinderen van 8 tot 12 jaar

Informatie over het examen Nederlands als Tweede Taal, niveau 3+4

Inhoud: nog Rijmpjes Interview

Doel. Wat heb je nodig? Spelregels.

EEN WEEKEND ZONDER ZORGEN. door. Herman De Jonghe

15. eten moet je toch

Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek

Dat is een koopje! HOOFDSTUK 8 WOORDEN. Kies het goede woord. Ik ga even naar de... Ik ga sla en tomaten halen. a groenteman b slager

Actielessen. Les 5. Feest in de buurt! Wat leert u in deze les? Veel succes!

Speel de onderstaande situatie met de examinator! U heeft een halve minuut de tijd om tussen de twee rollen te kiezen en om zich voor te bereiden.

Wat? Ambers mond valt open. Krijg ik dertigduizend euro? De notaris knikt. Dat klopt. Gefeliciteerd. Liz weet ook niet wat ze hoort.

Jaarverslag

De MS van Tess Als elke dag onzeker is

Stufe 1. Kreuzen Sie die richtige(n) Lösung(en) an. 1. Waar kom je a) van. b) vandaan. c) vandaag. 2. u Duitse? a) Bent b) Ben c) Zijn

Weer loop ik door de draaideur van het Lucasziekenhuis.

Antwoorden thema Communicatie. Oefening gespreksstof. 2. loopbaan. 3. Degene die. 4. raadpleegt. 5. conservatief. 6.

Ben Tiggelaar. Nieuwe, praktische inzichten voor verandering en groei. Alle plaatjes uit het boek

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.

Voor jou! Dit boek is voor jou. Het gaat over God. En over God en jou samen. Over Gods liefde voor jou.

Soms kom je erachter dat je een strijd hebt gestreden die je niet kan winnen.

Interviewfragmenten. Vraag 1: Heeft u een zeer goede, goede, redelijke of slechte gezondheid?

Geboortegedichtjes. Wie zegt dat er geen wonderen gebeuren. En ook nog nooit gebeurd zijn bovendien. Die moet beslist met eigen ogen

opm werkboek :49 Pagina 1 levensboek van

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen

Lesbrief. Fatale liefde Carry Slee

0-3 maanden zwanger. Zwanger. Deel 1

U in het middelpunt Die migraine hè Levenservaring verzilveren

Luisteren: muziek (A2 nr. 1)

Johannes 14:1-3 en 28 - Hemelvaart: op weg naar thuis

René op vakantie mei 2013 P U T T E N

A) Gebruik de volgende voegwoorden: maar, want, en, of.

ProJOP. jeugdwerk VPKB. 40 Days. stilstaan in de 40 dagentijd

Lieve gemeente, beste jongens en meisjes,

En rijke mensen werken niet. Die kunnen de hele dag doen wat ze leuk vinden.

Meneer (ome Jan) Mevrouw Lieselot Jeffrey Kind 1 t/m 4. Wat krijgen we nou, Sinterklaas? Tekst en muziek: Marjon Dobbe

Wat is uw naam en uw functie? Ik ben Robert Veenstra, voorzitter van SC Heerenveen.

Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas

Les 5. In het ziekenhuis.

Afdeling Dermatologie, locatie AZU. Krabben

Ik ga nu wat foto s geven om je een indruk te geven van de afgelopen 4 weken:

!!!!! !!!!!!!!!!!! Uit: Glazen Speelgoed (Tennesse Williams)! (zacht) Hallo. (Ze schraapt haar keel)! Hoe voel je je nu? Beter?!

BEGINNERSCURSUS DAG 6

PIJN BIJ KINDEREN AU AU PIJN IS NIET FIJN!

Exodus 17,1-7 - Water uit de rots voor mensen met een kort lontje

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

4 Denken. in het park een keer gebeten door een hond. Als Kim een hond ziet wil ze hem graag aaien. Als

Gebedsboek. voor dagelijks gebruik. Dinsdag

Thema Op het werk. Les 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? Veel succes!

Transcriptie:

futurum (vs) conditionalis perfectum

Perfectum Zou hij zich nu al beter voelen? Zou hij zich daar beter gevoeld hebben, denk je?

Perfectum Je zou wat meer moeten studeren = Je moet wat meer studeren. Het is nog niet te laat. Je zou wat meer hebben moeten studeren = Je had wat meer moeten studeren. Nu is het te laat.

Perfectum Zij zou niet zo snel hebben moeten gereden. Zij zou niet zo snel rijden moeten hebben.

Perfectum Zij zou niet zo snel hebben moeten rijden. Zij zou niet zo snel gereden moeten hebben.

Bij twijfel Zich iets afvragen: Hij is in goede conditie. Zou hij de Tour de France winnen? Zou hij zich al beter voelen? Waarom was hij er vorige week niet? Zou hij ziek geweest zijn?

Bij twijfel Zich iets afvragen: Heb je het koud? Zou ik de kachel aanmaken? Zou je de trein halen? Je moet toch om drie uur op school zijn?

Futurum Een voorstel, een belofte: Heb je het koud? Zal ik de kachel aanmaken? Zullen we een kopje koffie gaan drinken? Ik zal je morgen opbellen.

Futurum Iets dat bijna zeker zal gebeuren: Je zal vast de trein niet meer halen. Zal je de trein nog wel halen? Ik vrees van niet, ik ben veel te laat.

Bij twijfel Zich iets afvragen: Zou ik met de bus gaan of met de trein? Ik voel me niet lekker. Zou ik een pilletje nemen? Hij was toen al ernstig zijn. Waarom zou hij toch niet naar de dokter gegaan zijn?

Oefening => futurum Ik stel voor dat ik je help. Ik denk dat je zal slagen voor het examen. Ik weet bijna zeker dat hij komt. Ik stel voor dat ik de afwas doe. Ik weet zo goed als zeker dat ik niet deelneem aan de cursus. Ik vermoed dat hij thuis is.

Mogelijke oplossingen Zal ik je helpen? Je zal wel slagen voor het examen. Hij zal vast wel komen. Zal ik vandaag de afwas doen? Ik ben er vrijwel zeker van dat ik niet zal deelnemen aan de cursus. Hij zal wel thuis zijn. (conditionalis: Hij zou moeten thuis zijn (of) Hij zou thuis zijn, dat was in ieder geval de afspraak. )

Oefening => conditionalis Ik vraag me af of hij naar het feestje komt. Ik vraag me af of hij niet al in Frankrijk is geweest. Ik kan maar niet beslissen of ik een rode dan wel een groene trui aantrek. Ik vraag me af of hij bij haar is gebleven of niet. Ik vraag me af of hij is moeten blijven.

Mogelijke oplossingen Zou hij naar het feestje komen? Zou hij niet al in Frankrijk geweest zijn? Zou ik de rode of de groene trui aantrekken? (of futurum: Zal ik de rode of de groene trui aantrekken?) Zou hij bij haar gebleven zijn of niet? Zou hij daar hebben moeten blijven?

Bij twijfel Iets weten door een gerucht, van horen zeggen: Ik heb gehoord dat glucosamine zou helpen tegen artrose. Klopt dat? Piet heeft Irma bedrogen met Maria en Irma zou het bovendien gezien hebben!

Oefening => conditionalis Ik heb gehoord dat ze zwanger is. Katka heeft me verteld dat Cindy tien jaar geleden abortus heeft gepleegd. Ik heb gelezen dat een Tsjechische skiër een val van 400 meter heeft overleefd. Naar het schijnt waren er 40 mensen op het feestje. Ik heb gehoord dat ze het niet heeft overleefd.

Oefening => conditionalis Ze zou zwanger zijn. Maar of dat waar is? Cindy zou tien jaar geleden aburtus hebben gepleegd. Althans, dat heeft Katka me verteld. Een Tsjechische skiër zou een val van 400 meter hebben overleefd. Er zouden 40 mensen op het feestje geweest zijn. Ze zou het niet overleefd hebben.

Het geven van een mening Een suggestie: Je zou je kamer eens moeten opruimen. U zou eens kunnen nagaan of uw eisen realistisch zijn. X

Het geven van een mening Een suggestie: Je zou naar de dokter gaan, als je je niet lekker voelt. Je zou niet zo lang buiten blijven, als het vriest.

Het geven van een mening Een suggestie: Je zou naar de dokter moeten gaan. (of: Je zou beter naar de dokter gaan) Je zou niet zo lang buiten mogen blijven, als het vriest.

Het geven van een mening Wenselijkheid: Mensen zouden gezonder moeten eten. Sommige vrouwen zouden hun huid beter moeten verzorgen. Nu is ze weg. Je zou wat minder tegen haar hebben moeten schreeuwen. Ze zou niet naar die koude kerk hebben moeten gaan. Nu is ze verkouden.

Oefening => conditionalis Doe meer aan sport. Wees creatief. Luister naar haar. Hou je mond. Bemoei je met je eigen zaken. Ga niet skiën. Vergeet het niet. + Conditionalis van het perfectum

Oefening => conditionalis Conditionalis Zou je niet wat meer aan sport doen? / Je zou meer aan sport moeten doen. Je zou wat creatiever moeten zijn. Je zou beter naar haar luisteren. Hij zou zijn mond moeten houden. Je zou je beter met je eigen zaken bemoeien. Vandaag zou je beter niet gaan skiën. Dit keer zou je het beter niet vergeten. / Dit keer zou je het echt niet mogen vergeten.

Mogelijke oplossingen Conditionalis van het perfectum Je zou wat meer aan sport hebben moeten doen. Je zou creatiever hebben moeten zijn. Je zou beter naar haar geluisterd hebben. Hij zou zijn mond hebben moeten houden. Je zou je beter met je eigen zaken bemoeid hebben. Gisteren zou je beter niet hebben geskied. Je zou het niet hebben mogen vergeten.

Voorwaarde, onwerkelijkheid Als ik een dier zou zijn, zou ik een kat willen zijn. Wat zou je doen als je een ongeneeslijke ziekte zou krijgen? Als Piet niet zoveel zou hebben gedronken, zou hij vandaag geen hoofdpijn hebben. Als Salvador Dalí niet gek geweest zou zijn, zou hij nooit zulke prachtige schilderijen hebben kunnen maken.

Oefening => conditionalis Wat doe je als je de lotto wint? Als je meer sport, voel je je beter. Indien hij het aan mij vraagt, zeg ik meteen ja. Als je naar Tsjechië gaat, moet je eens Brno bezoeken. Wat doe je als ze niet terugkomt? + Conditionalis van het perfectum

Mogelijke oplossingen Wat zou je doen als je de lotto zou winnen? Als je meer zou sporten, zou je je beter voelen. Indien hij het aan mij zou vragen, zou ik meteen ja zeggen. Als je naar Tsjechië zou gaan, zou je eens Brno moeten bezoeken. Wat zou doe je als ze niet meer terug zou komen?

Mogelijke oplossingen Conditionalis van het perfectum Wat zou je gedaan hebben als je de lotto zou hebben gewonnen? Als je meer zou hebben gesport, zou je je beter gevoeld hebben. Indien hij het aan mij zou hebben gevraagd, zou ik meteen ja gezegd hebben. Als je naar Tsjechië zou zijn gegaan, zou je Brno hebben moeten bezoeken. Wat zou je gedaan hebben als ze niet meer terug gekomen zou zijn?

Een plan in het verleden (dat niet gerealiseerd is) Weet je misschien of dit boek beschikbaar is? Het zou in de bib staan, maar ik vind het nergens. Het team zou vandaag trainen. Dat heeft de trainer me tenminste verteld. Ik zou geneeskunde hebben gestudeerd, maar ik was niet geslaagd voor het toelatingsexamen.

Oefening => conditionalis We gaan niet naar de zee. Mijn vader komt op bezoek. Ik ga vandaag zwemmen. Ben je dat vergeten? Ik ging daar naartoe (dat was mijn voornemen). Maar er waren geen kaartjes meer. Ik had het plan om dat te doen. Maar ik werd ziek.

Mogelijke oplossingen We gaan niet naar de zee. Mijn vader zou op bezoek komen, weet je nog? Ik zou vandaag toch gaan zwemmen? Ben je dat weer vergeten misschien? Ik zou daar naartoe geweest zijn, maar er waren geen kaartjes meer. Ik zou dat al hebben moeten doen, maar ik werd ziek.

Bijzinnen Mijn moeder hoopte dat ik tot de universiteit zou worden toegelaten. Ik rekende erop dat je dat even zou doen. Ik dacht dat je in Wenen zou studeren. Ik had er op gerekend dat Mark Sinterklaas zou geweest zijn, maar mooi niet. Ik had gehoopt dat mijn moeder eten zou hebben klaargemaakt, maar dat was niet het geval.

Oefening => conditionalis + Conditionalis van het perfectum Ik denk / hij komt niet. Ik vrees / hij wil niet komen. Ik hoop / hij gedraagt zich. Ik reken op / hij bakt de taart. Ik vertrouw op / hij spreekt de waarheid.

Mogelijke oplossingen Ik dacht dat hij niet zou komen. Ik vreesde dat hij niet zou willen komen. Ik hoopte dat hij zich zou gedragen. Ik rekende erop dat hij de taart zou bakken. Ik vertrouwde erop dat hij de waarheid zou spreken.

Mogelijke oplossingen Conditionalis van het perfectum Ik had gedacht dat hij niet zou zijn gekomen. Ik had gevreesd dat hij niet zou hebben willen komen. Ik had gehoopt dat hij zich zou hebben gedragen. Ik had erop gerekend dat hij de taart zou hebben gebakken. Ik had erop vertrouwd dat hij de waarheid zou hebben gesproken.

Andere opmerkingen

Prepositionele constituent Zijn ouders zouden op bezoek komen. Zijn ouders zouden op officieel bezoek komen. Zijn ouders zouden komen op officieel bezoek. Zijn ouders zouden komen op een reeds twee maanden op voorhand aangekondigd bezoek. Zijn ouders zouden op een reeds twee maanden op voorhand aangekondigd bezoek komen.

Prepositionele constituent Als ik al die jaren bij mijn ouders had gewoond, was ik gek geworden. Als ik al die jaren had gewoond bij mijn ouders, was ik gek geworden. Als ik al die jaren met die vervelende kerel had moeten samenwonen, was ik gek geworden. Als ik al die jaren had moeten samenwonen met die vervelende kerel, was ik gek geworden.

Corrigeer Ik heb het medicijn gestudeert maar ik slaagde het Bachelorexamen niet.

Corrigeer Ik heb het medicijn gestudeert maar ik slaagde het Bachelorexamen niet. Ik heb geneeskunde gestudeerd, maar ik slaagde niet voor het Bachelorexamen.

Corrigeer We hebben een feest voor alle onze vrienden gegeven.

Corrigeer We hebben een feest voor alle onze vrienden gegeven. We hebben een feest voor al onze vrienden gegeven. Ze kwamen alle drie langs. Alle drie de kinderen van Marco Borsato hebben de Mexicaanse griep.